VERGADERING

RMW-RAAD

 

 

datum RMW-raad

18 december 2023

aanwezig

Yolande Avontroodt, voorzitter; Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, schepenen; Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars, Franky Cools, raadsleden; Ilse Konings, wnd algemeen directeur;

verontschuldigd

Pascale Gielen, schepen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

Uur

21 uur

plaats

Raadzaal

 

NOTULEN

 

Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 18 12 2023

Notulen en zittingsverslag RMW-raad

 

 

Juridische gronden

          Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278. Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag ter beschikking worden gesteld. Als een gemeenteraadslid daarom verzoekt, worden de notulen en het zittingsverslag elektronisch ter beschikking gesteld. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur. Als de gemeenteraad bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

          Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur

Artikel 18 tot en met 39, met uitzondering van artikel 29, § 1 en § 5, artikel 36, 37 en 38, eerste lid, 7°, zijn van toepassing op de raad voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat in die bepalingen de volgende woorden worden gelezen als volgt:

1° "de gemeente" als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";

2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn";

3° "gemeenteraadslid" als "lid van de raad voor maatschappelijk welzijn";

4° "gemeenteraadsleden" als "leden van de raad voor maatschappelijk welzijn";

5° "college van burgemeester en schepenen" als "vast bureau";

6° "burgemeester" als "voorzitter van het vast bureau";

7° "schepen" als "lid van het vast bureau";

8° "gemeentelijke bestuursorganen" als "bestuursorganen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn".

 

BESLUIT

Stemming:  22 stemmen voor: Dirk Bauwens, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars en Franky Cools

2 onthoudingen: Olivier Verhulst en Pieter-Jan Fraussen

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 20 november 2023 goed.

 

 

Publicatiedatum: 25/01/2024
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 18 12 2023

Samenstelling deontologische commissie

 

 

Voorgeschiedenis

De raad voor maatschappelijk welzijn heeft bij de start van een legislatuur een deontologische code aangenomen. Hierin is ook voorzien in de oprichting van een deontologische commissie.

 

Feiten en context

        De raad voor maatschappelijk welzijn heeft de decretale verplichting een deontologische code aan te nemen en een deontologische commissie in te richten.

        De raad voor maatschappelijk welzijn moet sinds maart 2023 een deontologische commissie instellen die toeziet op de naleving van de deontologische code en die zich uitspreekt over de toepassing ervan. De samenstelling, werking en bevoegdheid van de commissie wordt geregeld in de deontologische code:

        de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de meldingsprocedure van mogelijke schendingen van de deontologische code;

        de deontologische code bepaalt de regels voor de ontvankelijkheid van de klacht. De deontologische commissie kan dat beoordelen, maar het lokale bestuur kan ook kiezen voor een ambtelijke ontvankelijkheidstoets door de algemeen directeur, een integriteitsambtenaar of een ambtelijk bureau voor deontologie;

        de deontologische code vermeldt bij voorkeur dat enkel klachten tegen individuele mandatarissen ontvankelijk zijn;

        de deontologische commissie bestaat minstens uit 1 vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad;

        in de deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn zetelt er ook 1 vertegenwoordiging per fractie in de gemeenteraad;

        er is ruimte voor onafhankelijke experten die als volwaardige leden kunnen zetelen. Het al dan niet opnemen van externe experten en de keuze van de externe experten is een zaak van lokale autonomie;

        gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden, leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en districtsraadsleden die zetelen in de deontologische commissie kunnen daarvoor een presentiegeld krijgen als de gemeenteraad (respectievelijk OCMW-raad) dat beslist. Dit komt door een besluit van de Vlaamse regering dat met terugwerkende kracht van kracht werd vanaf 2 maart 2023;

        lokale besturen doen er goed aan om een vervangingsregeling op te stellen in hun deontologische code voor die gevallen waar er sprake is van mogelijke belangenvermenging in hoofde van 1 van de commissieleden;
een lid van de deontologische commissie kan vervangen worden door iemand van dezelfde politieke fractie. Een lid dat deel uitmaakt van een éénmansfractie, kan zich laten vervangen door een mandataris van een andere fractie.

 

Juridische gronden

        Artikel 39 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.

        Artikel 37 van het decreet lokaal bestuur
Elke fractie wijst de mandaten toe met een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, worden de mandaten toegewezen in de volgorde waarin de kandidaten vermeld staan op de akte van voordracht.

        Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur
De artikelen 37 en 39 zijn van overeenkomstige toepassing voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
 

Argumentatie

        De deontologische code laat de raad voor maatschappelijk welzijn nadenken over de principes, gedragslijnen en richtlijnen waar de gemeenteraadsleden zich aan moeten houden bij de uitoefening van hun mandaat en hun dienstverlenende activiteiten. De deontologische commissie zal een voorstel van deontologische code uitwerken.

        De deontologische commissie bestaat niet uit externe deskundigen om de werking in eerste instantie zo eenvoudig mogelijk te houden. Nadat de commissie enige tijd gefunctioneerd heeft, kan er een evaluatie plaatsvinden.

 

BESLUIT

Stemming:  24 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars en Franky Cools

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat:

        de deontologische commissie bestaat uit één lid per fractie, alsook de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;

        de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn is tevens voorzitter van de deontologische commissie en heeft geen stemrecht;

        voor elk lid van de deontologische commissie wordt een plaatsvervanger aangeduid.

 

 

Publicatiedatum: 25/01/2024
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 18 12 2023

Aanpassing meerjarenplan 2020 - 2025 OCMW

 

 

Feiten en context

        De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW zijn het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening. De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.

        De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 bestaat uit:

        de aangepaste strategische nota: de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid worden geïntegreerd weergegeven;

        de aangepaste financiële nota: de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota worden weergegeven en er wordt verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd;

        de motivering van de wijzigingen;

        de geactualiseerde toelichting van het meerjarenplan: alle informatie over de verrichtingen in het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

 

Juridische gronden

        Artikel 249, §3 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

        Artikel 249, §4 van het decreet lokaal bestuur

Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer delen die hij aanwijst. In dat geval mag de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

        Artikel 257 van het decreet lokaal bestuur

Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld.

Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.

        Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen

        Omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

        Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en de provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Argumentatie

        Het meerjarenplan is in evenwicht omdat de onderstaande voorwaarden vervuld zijn:

        het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;

        de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van  het meerjarenplan (2025) is groter dan of gelijk aan nul.

        Het financieel evenwicht kan alleen aangetoond worden als de jaarrekening van het voorlaatste boekjaar (2022) dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de kredieten worden vastgesteld, vastgesteld is door de raad (15 mei 2023 door de gemeenteraad - 15 mei 2023 door de raad voor maatschappelijk welzijn) en verwerkt in het meerjarenplan.

 

BESLUIT

Stemming:  23 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars en Franky Cools

1 onthouding: Marijke Dillen

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het deel OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

 

Publicatiedatum: 25/01/2024
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 18 12 2023

Maaltijdcheque - jaarlijkse vaststelling

 

 

Voorgeschiedenis

        Op 17 oktober 2022 werd door de raad voor maatschappelijk welzijn het bedrag van de maaltijdcheque voor 2023 vastgesteld op 8 euro.

        Op 27 november 2023 werd op het vast bureau voorgesteld om het bedrag van de maaltijdcheque voor 2024 te behouden op 8 euro.

 

Juridische gronden

        Koninklijk besluit van 26 mei 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Dit koninklijk besluit brengt het maximumbedrag van de maaltijdcheque op 8 euro.

        Artikel 218 van de rechtspositieregeling
De waarde van de maaltijdcheque wordt jaarlijks door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgesteld.

 

Inspraak en advies

Op 23 oktober 2023 werd het voorstel om het bedrag van de maaltijdcheque vast te leggen op 8 euro besproken tijdens het syndicaal overleg. Het bijzonder onderhandelingscomité gaat akkoord met dit voorstel.

 

Argumentatie

De waarde van de maaltijdcheque dient jaarlijks door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgesteld te worden.

 

BESLUIT

Stemming:  24 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars en Franky Cools

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor dienstjaar 2024 het bedrag van de maaltijdcheque vast te stellen op 8 euro (werkgeversbijdrage 6,91 euro en werknemersbijdrage 1,09 euro).

 

 

Publicatiedatum: 25/01/2024