VERGADERING

RMW-RAAD

 

 

datum RMW-raad

14 december 2020

aanwezig

Yolande Avontroodt, voorzitter; Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel, Rita Tutelaars, raadsleden; Tine Vervisch, algemeen directeur;

Uur

21 uur

plaats

 

 

NOTULEN

 

Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Goedkeuring verslag RMW-raad van 16 november 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur

De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 en 278. Behalve in spoedeisende gevallen worden de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden. Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag ter beschikking worden gesteld. Als een gemeenteraadslid daarom verzoekt, worden de notulen en het zittingsverslag elektronisch ter beschikking gesteld. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur. Als de gemeenteraad bij spoedeisendheid is samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.

          Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur

Artikel 18 tot en met 39, met uitzondering van artikel 29, § 1 en § 5, artikel 36, 37 en 38, eerste lid, 7°, zijn van toepassing op de raad voor maatschappelijk welzijn, met dien verstande dat in die bepalingen de volgende woorden worden gelezen als volgt:

1° "de gemeente" als "het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";

2° "gemeenteraad" als "raad voor maatschappelijk welzijn";

3° "gemeenteraadslid" als "lid van de raad voor maatschappelijk welzijn";

4° "gemeenteraadsleden" als "leden van de raad voor maatschappelijk welzijn";

5° "college van burgemeester en schepenen" als "vast bureau";

6° "burgemeester" als "voorzitter van het vast bureau";

7° "schepen" als "lid van het vast bureau";

8° "gemeentelijke bestuursorganen" als "bestuursorganen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn";

 

BESLUIT

Stemming:  25 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het verslag van de vergadering van 16 november 2020 goed.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Mededelingen vanuit het vast bureau

 

 

Juridische gronden

Punt A - artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn

De voorzitter van de raad beslist tot bijeenroeping van de raad voor maatschappelijk welzijn en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het vast bureau aan de voorzitter worden meegedeeld. Daarnaast bevat de agenda ook de volgende agendapunten:

          actualiteitsvragen;

          mededelingen vanuit het vast bureau.

 

Kennisname

De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de mededelingen die meegegeven worden vanuit het vast bureau.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Aanpassing van het meerjarenplan 2021-2025 - deel OCMW

 

 

Feiten en context

          De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW zijn het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening. De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.

          De aanpassing van het meerjarenplan 2021-2025 bestaat uit:

          de aangepaste strategische nota: de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid worden geïntegreerd weergegeven;

          de aangepaste financiële nota: de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota worden weergegeven en er wordt verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd;

          de motivering van de wijzigingen;

          de geactualiseerde toelichting van het meerjarenplan: alle informatie over de verrichtingen in het meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

 

Juridische gronden

          Artikel 249, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

          Artikel 249, §4 van het decreet lokaal bestuur
Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer delen die hij aanwijst. In dat geval mag de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

          Artikel 257 van het decreet lokaal bestuur
Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld.
Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen

          Omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

          Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en de provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Argumentatie

          Het meerjarenplan is in evenwicht omdat de onderstaande voorwaarden vervuld zijn:

          het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is per boekjaar groter dan of gelijk aan nul;

          de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste boekjaar van de periode van het meerjarenplan (2025) is groter dan of gelijk aan nul.

          Het financieel evenwicht kan alleen aangetoond worden als de jaarrekening van het voorlaatste boekjaar (2018) dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de kredieten worden vastgesteld, vastgesteld is door de raad (15 juni 2020 door de gemeenteraad - 15 juni 2020 door de raad voor maatschappelijk welzijn) en verwerkt in het meerjarenplan.

 

BESLUIT

Stemming:  19 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

6 onthoudingen: Marijke Dillen, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf en Margot Van Overtveldt

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het deel OCMW van de aanpassing van het meerjarenplan 2021-2025 goed.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Maaltijdcheque - jaarlijkse vaststelling bedrag - kalenderjaar 2021

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 2019 werd door de raad voor maatschappelijk welzijn het bedrag van de maaltijdcheque voor 2019 vastgesteld op acht euro.

          Op 16 november 2020 werd op het vast bureau voorgesteld om het bedrag van de maaltijdcheque voor 2021 te behouden op acht euro.

 

Juridische gronden

          Koninklijk besluit van 26 mei 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders
Dit koninklijk besluit brengt het maximumbedrag van de maaltijdcheque op acht euro.

          Artikel 218 van de rechtspositieregeling
De waarde van de maaltijdcheque wordt jaarlijks door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgesteld.

 

Inspraak en advies

Op 30 november 2020 werd het voorstel om het bedrag van de maaltijdcheque vast te leggen op acht euro besproken tijdens het syndicaal overleg. Het bijzonder onderhandelingscomité gaat akkoord met dit voorstel.

 

Argumentatie

De waarde van de maaltijdcheque dient jaarlijks door de raad voor maatschappelijk welzijn vastgesteld te worden.

 

BESLUIT

Stemming:  25 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om voor dienstjaar 2021 het bedrag van de maaltijdcheque vast te stellen op acht euro (werkgeversbijdrage 6,91 euro en werknemersbijdrage 1,09 euro).

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Uitvoering sectoraal akkoord - koopkrachtverhoging en verhoging tweede pensioenpijler

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 1 januari 2011 is de tweede pensioenpijler voor alle contractuele medewerkers vastgelegd op 1%. Het gemeentebestuur heeft hiervoor een contract afgesloten met Ethias die deze pensioenfondsen beheert.

          De gemeenteraad besliste op 18 december 2017 om de tweede pensioenpijler voor alle contractuele medewerkers op te trekken tot 2,5%. 

          Het OCMW volgde systematisch de beslissingen van de gemeente in deze.

          Gsd-v (Gemeenschappelijke sociale dienst lokale besturen in Vlaanderen) stelt jaarlijks middelen (VIA-middelen) ter beschikking van de lokale besturen om de koopkracht van de werknemers te verhogen. Schilde zette deze middelen tot op heden in voor de tweede pensioenpijler voor contractuele (VIA) medewerkers.

 

Feiten en context

          Aan gemeente en OCMW Schilde zijn voor 2020 respectievelijk 62.744,87 euro en 27.759 euro VIA5 middelen toegekend. Voor 2021 worden gelijkaardige bedragen verwacht.

          Aan gemeente en OCMW Schilde zijn respectievelijk 6.794,46 euro en 4.087,75 euro VIA4-restmiddelen toegekend voor een verhoging van de tweede pensioenpijler.

          De jaarlijkse bijdrage aan de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers aan 3% wordt voor 2021 geraamd op 87.000,00 euro voor het gemeentebestuur en 37.000,00 euro voor het OCMW. De verhoging van 2,5% naar 3% komt dus neer op ongeveer 14.500 euro voor de gemeente en 6.150,00 euro voor het OCMW. Dit bedrag is voorzien in de ramingen voor BBC2021-2025.

          Het sectoraal akkoord moet door alle lokale besturen uitgevoerd worden. Specifiek voor Schilde is dit beperkt tot een verplichte recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro. Elk personeelslid krijgt vanaf 1 januari 2020 jaarlijks een recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro per VTE. Dat bedrag wordt toegekend via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques, via de invoering of verhoging van een ecocheque, via de invoering van cultuur- of sportcheques, via de invoering van lokale handelaarsbonnen (cadeaucheques of geschenkcheques), of door een combinatie van die cheques.

          Voor de gemeente voorziet de personeelsformatie 135,21 VTE en voor het OCMW 60,05 VTE  medewerkers in dienst in 2021. Het bedrag om 200 euro jaarlijks per VTE uit te keren is voorzien in de ramingen voor BBC2021-2025.

          De federale pensioendienst voorziet een korting op de responsabiliseringsbijdrage wanneer het bestuur de tweede pensioenpijler tot 3% verhoogt vanaf 2021. Dit opent het recht op een korting tot 50% voor de bijdrage die het bestuur betaalt voor deze tweede pensioenpijler. Besturen die niet aan deze voorwaarde voldoen, worden bovendien gesanctioneerd door een verhoging van de responsabiliseringsbijdrage. De korting die het ene lokaal bestuur in voorkomend geval geniet wordt gefinancierd door de verhoging van de responsabiliseringsbijdrage van de andere besturen die niet aan de wettelijke voorwaarden voor een tweede pensioenpijler voldoen. Deze vermindering is daarom onder voorbehoud: ze kan maar effectief toegepast worden als er voldoende andere lokale besturen zijn die een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd zijn en niét aan de voorwaarden van de Wet Bacquelaine voldoen. Dit zal pas eind 2022 definitief afgerekend worden.

 

Juridische gronden

          Vlaams sectoraal akkoord VIA middelen
In de Vlaamse Intersectorale Akkoorden (kortweg VIA) leggen de werkgevers- en werknemersorganisaties samen met de Vlaamse overheid afspraken vast om de arbeidsvoorwaarden in de non-profitsector te verbeteren. Om die afspraken te kunnen uitvoeren, ondersteunt de Vlaamse overheid de werkgevers financieel.
Op 8 juni 2018 werd het vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA 5) voor de non-profitsector gesloten. Door dat akkoord trekt de Vlaamse overheid vanaf 2018 extra geld uit (de zogenaamde VIA-middelen). De sociale partners hebben afgesproken om ook het niet-VIA-personeel dezelfde voordelen toe te kennen.

          Omzendbrief sectoraal akkoord voor de lokale en provinciale besturen van 28 mei 2020
Het sectoraal akkoord werd afgesloten voor het kalenderjaar 2020 en kreeg de goedkeuring van de Vlaamse Regering op 10 april 2020. Alle lokale en provinciale besturen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal akkoord vallen, moeten het globaal uitvoeren.

          Wet 30 maart 2018 met betrekking tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.

          Artikel 77 van het decreet lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt de reglementen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Die kunnen betrekking hebben op het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en op het inwendige bestuur ervan..

 

Inspraak en advies

          Het ACV-openbare diensten stelde op 17 februari 2020 de vraag om de tweede pensioenpijler te verhogen.

          Dit voorstel werd voorgelegd aan het bijzonder onderhandelingscomité (BOC) op 30 november 2020. Het comité sprak zich positief uit over het voorstel.

 

Argumentatie

          Zowel de Vlaamse als de federale overheid geven financiële stimulansen om de lokale besturen aan te moedigen de tweede pensioenpijler te verhogen.

          Het bestuur werkt van bij aanvang mee aan de koopkrachtverhoging van medewerkers via de VIA-middelen en komt daardoor in aanmerking voor verdere financiële ondersteuning voor de huidige koopkachtverhogingen.

          De medewerkers van gemeente en OCMW Schilde ontvangen het maximumbedrag van 8 euro per dag voor de maaltijdcheques, waardoor hiervoor geen koopkrachtverhoging moet uitgevoerd worden.

          De koopkrachtverhoging van 200 euro per medewerker (aangepast aan prestatiebreuk en tewerkstellingsduur) via eco-cheques is operationeel en fiscaal de meest eenvoudige werkwijze en ondersteunt de milieudoelstellingen van het bestuur.

          Het bestuur hanteert reeds de afgesproken minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler van 2,5% waardoor er voor 2020 geen verhoging verplicht wordt binnen het sectoraal akkoord.

          Door de tweede pensioenpijler vanaf 2021 te verhogen naar 3% krijgt het bestuur de kans een korting van 50% te ontvangen voor deze kosten. Samen met de VIA-middelen kan deze korting er voor zorgen dat de volledige kost van de tweede pensioenpijler en de koopkrachtverhoging vergoed wordt door de hogere overheid.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

diverse

Actie

AC000105 t.e.m. AC000118

Algemene rekening

6223000000 - bijkomende werkgeversbijdragen tweede pensioenpijler bij 3% ipv 2,5%

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

14.500,00 euro gemeente

6.150,00 euro OCMW

nvt

 

 

MJP

diverse

Actie

AC000105 t.e.m. AC000118

Algemene rekening

6223000000 - federale korting 50% tweede pensioenpijler

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

-47.350,00 euro gemeente

-20.140,00 euro OCMW

nvt

 

 

MJP

MJP000219 en MJP000319

Actie

AC000115

Algemene rekening

6230099900 - koopkrachtverhoging 200 euro per VTE

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

27.042,00 euro gemeente

12.010,00 euro OCMW

nvt

 

BESLUIT

Stemming:  24 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

1 onthouding: Marijke Dillen

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om de verplichte recurrente jaarlijkse 200 euro koopkrachtverhoging per VTE, conform het sectoraal akkoord 2020, uit te keren in ecocheques.

Artikel 2. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist de tweede pensioenpijler voor de contractuelen vanaf 2021 te verhogen van 2,5% naar 3%.

Artikel 3. De raad voor maatschappelijk welzijn beslist dat deze verhoging van de tweede pensioenpijler opnieuw onderhandeld wordt als de VIA-toelage van de Vlaamse overheid of de federale mogelijkheid tot korting op de responsabiliseringsbijdrage wegvallen.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Deontologische code voor het personeel van gemeente en OCMW

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 26 april 2018 is een training morele oordeelsvorming gegeven in het gemeentehuis, specifiek gericht op personeelsmedewerkers. Deze opleiding is gegeven door een lesgever van governance & integrity België, dat samenwerkt met VVSG en Diverscity.

          De lesgever heeft een tool voorgesteld waarmee managementteams, leidinggevenden en besturen op basis van 10 vragen een quickscan integriteit kunnen doen voor hun organisatie. Op basis daarvan krijgen zij advies op maat dat kan inspireren voor de vervolgstappen van het integriteitsbeleid.

          Het managementteam heeft op 2 mei 2018 beslist in te gaan op de uitnodiging om de quickscan integriteit in te vullen ter voorbereiding van de opmaak van de deontologische code. Het rapport is op 21 juni 2018 opgemaakt.

          Het managementteam besliste op 7 november 2018 de werkgroep deontologie samen te stellen om onder begeleiding van governance & integrity België te werken aan de opmaak van de deontologische code voor gemeente- en OCMW-personeel.

          De werkgroep kwam vier maal samen tussen 16 januari 2019 en 29 maart 2019 om de samenstelling van het document voor te bereiden.

          Het managementteam nam op 30 september 2020 kennis van het ontwerpdocument en besliste dit voor te leggen aan de interne leesgroep met vrijwillige leden. De leden van het managementteam gaven feedback over het document.

          De leesgroep gaf op 28 oktober 2020 feedback over het document. 

 

Feiten en context

Het ontwerpdocument werd aangevuld met de feedback en moet ter beslissing worden voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Inspraak en advies

De deontologische code werd op 30 november 2020 voorgelegd op het syndicaal overleg.

 

Juridische gronden

Artikel 193 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een gezamenlijke deontologische code vast voor het personeel.

 

Argumentatie

          De organisatie wil ondersteuning bieden aan medewerkers in deontologisch gevoelige situaties.

          Een deontologische code moet gedragen zijn en helder gecommuniceerd worden binnen de organisatie.

 

BESLUIT

Stemming:  25 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

Artikel 1. De raad keurt de deontologische code voor het personeel van gemeente en OCMW goed.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

Agressieprotocol

 

 

Voorgeschiedenis

In het kader van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en de Codex over het Welzijn op het Werk stelt het bestuur in overleg met de leden van de hiërarchische lijn, de interne en externe diensten preventie en bescherming op het werk en het bevoegd overlegorgaan een globaal preventieplan op voor een termijn van vijf jaar.

 

Feiten en context

          In het globaal preventieplan (GPP) 2020-2025 staat onder het luik psychosociale belasting veroorzaakt door het werk volgende doelstelling: een uitgeschreven agressiebeleid opmaken met stappenplan per doelgroep.

          Er werd gewerkt aan een agressieprotocol voor heel de organisatie.

          Aan de hand van dit agressieprotocol wil het bestuur een maximale ondersteuning bieden aan medewerkers die slachtoffer zijn geworden van agressie.

          Het doel van dit agressieprotocol is:

          agressie en geweld voorkomen door het nemen van preventieve maatregelen;

          duidelijk laten merken dat geweld ten opzichte van medewerkers niet geaccepteerd wordt;

          het slachtoffer zo goed mogelijk ondersteunen in het geval van geweld en nazorg verlenen;

          de belangen van het bestuur veilig stellen en de schade verhalen;

          de medewerkers handvaten geven.

 

Juridische gronden

Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
De wet vormt de basis van een grondige hervorming van de wetgeving over veiligheid en gezondheid op het werk: de regeling betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk, waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.

 

Inspraak en advies

          Besproken met de werkgroep jaaractieplan

          Besproken met de psycholoog en preventieadviseur van Igean

 

Argumentatie

Lokaal bestuur Schilde wil een hoog veiligheidsniveau bereiken en handhaven.

 

BESLUIT

Stemming:  25 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het agressieprotocol en beslist dit goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021
Overzicht punten

 

RMW-raad zitting van 14 12 2020

COVID - samenwerkingsovereenkomst ELZ

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van de gemeenteraad van 18 december 2017 om toe te treden tot de eerstelijnszone (ELZ) Voorkempen.

 

Feiten en context

          De ELZ Voorkempen bestaat uit Brecht, Malle, Zoersel, Schilde, Wijnegem en Zandhoven.

          Naar aanleiding van de COVID-pandemie heeft ELZ Voorkempen de handen in elkaar geslagen om de strijd tegen corona aan te gaan.

          Voor deze samenwerking kunnen er subsidies aangevraagd worden.

          De subsidies zullen besteed worden aan medische expertise en aan de beheersing van de COVID-pandemie.

          Er dient een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt te worden tussen alle lokale besturen die lid zijn van de ELZ Voorkempen.

          Deze overeenkomst wordt afgesloten om tegemoet te komen aan de verplichting uit het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) tot toekenning van een subsidie aan de zorgraden om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-pandemie te versterken.

          Artikel 2 van dit besluit stelt dat in de schoot van de zorgraden een pool van huisbezoekers moet opgericht worden waarmee de drie in het BVR omschreven rollen of taken kunnen uitgevoerd worden, met name:

          COVID-coaching: het voorbereiden van de burger op een contact vanuit het (centrale) callcenter evenals het ondersteunen van de burger in zelfisolatie;

          complexe contactopsporing: het inventariseren van de verschillende contacten van een indexpatiënt in een complexe situatie (bv. evenement, horeca);

          bronopsporing: het leggen van verbanden waardoor ogenschijnlijk ad random besmettingen tot één en dezelfde bron kunnen worden teruggebracht (bv. één bedrijf).

          De overeenkomst richt zich specifiek naar volgende afspraken:

          de organisatie en coördinatie van de pool huisbezoekers: wie neemt hierbinnen welke rol op en welk aandeel van de voorziene subsidie wordt hiervoor ter beschikking gesteld;

          deelname aan de pool huisbezoekers: per organisatie wordt bepaald wie ze als huisbezoeker voor welk aandeel (uitgedrukt in delen van ½ werkdag) ter beschikking kunnen stellen van de pool huisbezoekers.

          De pool huisbezoekers wordt ingericht binnen het COVID-19-team van de zorgraad.

          Lokaal bestuur Schilde heeft een aantal vertrouwenspersonen aangeduid binnen het team van maatschappelijk werkers van het OCMW.

          De maatschappelijk werkers hebben een geheimhoudingsverklaring ondertekend.

 

Juridische gronden

          Artikel 78 van het decreet lokaal bestuur
6° het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196.

          Het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders

 

Argumentatie

          Lokaal bestuur Schilde wil mee de strijd aangaan tegen de COVID-pandemie.

          ELZ Voorkempen speelt via het COVID-19-team van de zone een belangrijke rol bij het monitoren en proberen in te dijken van de COVID-19-pandemie op het grondgebied van de aangesloten gemeenten.

 

BESLUIT

Stemming:  25 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Kristof Droessaert, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Hans Hanssen, Leen Scholiers, Philippe Verschueren, Laurenz Van Ginneken, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Margot Van Overtveldt, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

Artikel 1. De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst die afgesloten zal worden tussen de ELZ Voorkempen en de verschillende lokale besturen goed.

Artikel 2. De raad voor maatschappelijk welzijn geeft een volmacht aan de burgemeester en de algemeen directeur om de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 19/01/2021