VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

3 augustus 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Kathleen Krekels, schepen;

 

 

Dirk Bauwens, verlaat de zitting vanaf agendapunt 9, artikel 27

Olivier Verhulst, is wnd voorzitter vanaf agendapunt 9

Dirk Bauwens, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 10

Olivier Verhulst, is schepen vanaf agendapunt 10

Marian Van Alphen, verlaat de zitting vanaf agendapunt 21, artikel 27

Marian Van Alphen, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 22

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 27 juli 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 27 juli 2020 zonder opmerkingen goed.

Schepen Peter Mendonck onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 3.895 tot en met 4.169;

          de betaalloten van 122 tot en met 125.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Opvolging gemeenteraad - mededelingen 18 augustus 2020

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 18 augustus 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

CORONA - burgemeesterbesluit - dringende maatregelen om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan

 

 

Voorgeschiedenis

          Naar aanleiding van de zeer snelle verspreiding van het coronavirus COVID-19 in België en de naburige landen werd op 13 maart 2020 beslist om in België dringende maatregelen te nemen, die ondertussen verstrengd en opnieuw versoepeld werden. De maatregelen werden getroffen om de verspreiding van de pandemie tegen te gaan ter bescherming van de openbare gezondheid.

          Door het invoeren van de diverse Ministeriële besluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, daalden de cijfers van het aantal besmettingen met COVID-19 gestaag.

          Sedert medio juli 2020 nemen de cijfers inzake de besmettingen met het coronavirus COVID-19 opnieuw toe. In de provincie Antwerpen stijgen de cijfers het sterkst. Uit de cijfers van Sciensano blijkt dat het aantal besmettingen het snelst en sterkst stijgt in provincie Antwerpen. Zonder rekening te houden met de vertraging in de verwerking van de cijfers nam het aantal besmettingen in de week van 16 tot 22 juli toe met 520 nieuwe gevallen. Dat is een stijging met 182% in vergelijking tot de week van 9 tot 15 juli. De toestand is ernstig en zorgwekkend meest in het bijzonder in de stad Antwerpen, maar ook in Lint, Borsbeek, Ranst, Kontich, Boom, Zwijndrecht. Het reproductiegetal of de R-waarde nadert het getal 2. Dit wijst op een exponentiële toename van het aantal besmettingen. Een betere naleving van de maatregelen door een ieder, evenals bijkomende maatregelen zijn dringend en noodzakelijk.

          Om de verdere toename van het coronavirus COVID-19 in te dijken werd door de gouverneur op 26 juli 2020 beslist om in aanvulling van de federale maatregelen een aantal bijkomende, minimale maatregelen door de gemeenten te laten opnemen. De gemeenten kunnen deze maatregelen, rekening houdend met de epidemiologische situatie op het grondgebied en de verdere risico-inschatting en/of bijkomende afwegingen, verder verfijnen en verstrengen na overleg. Wanneer bijkomende reactieve maatregelen een impact hebben op andere gemeenten en/of de inzet van bovenlokale middelen vereisen, vindt voorafgaand overleg plaats met de gouverneur en de regionale gezondheidsdienst.  Op 27 juli 2020 besliste de burgemeester omtrent de maatregelen die van kracht zijn op het grondgebied van Schilde.

 

Feiten en context

          De Nationale Veiligheidsraad van 27 juli 2020 besliste tot een verstrenging van de maatregelen voor het grondgebied (Ministerieel Besluit van 28 juli 2020).

          De gouverneur vaardigde op 29 juli 2020 een politieverordening uit betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19.

          De burgemeester besliste op 30 juli 2020 na overleg met het college van burgemeester en schepenen en de gemeentelijke veiligheidscel een aantal maatregelen te verduidelijken of te verstrengen voor de inwoners van Schilde.

 

Juridische gronden

          Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur
De burgemeester is bevoegd voor dringende politieverordeningen.

          Artikel 133 en 134 van de nieuwe gemeentewet
De burgemeester is de verantwoordelijke overheid inzake de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

          Artikel 135 van de nieuwe gemeentewet
De gemeenten hebben tot taak te voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de gezondheid en de rust op openbare wegen en openbare gebouwen.  Meer bepaald worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de  gemeenten toevertrouwd: 5° het nemen van de passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden.

          Wet op de civiele veiligheid van 15 mei 2007

          Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het corona-virus COVID-19 te beperken

          Ministerieel besluit van 10 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

          Uitvoerend ministerieel besluit met betrekking tot de beslissingen van de nationale veiligheidsraad van 23 april 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

          Besluit van de gouverneur van 26 juli 2020 betreffende aanvullende lokale maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19

          Politieverordening van de gouverneur van 29 juli 2020 betreffende de aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19.

 

Argumentatie

          De nationale veiligheidsraad van 27 juli 2020 heeft nieuwe maatregelen aangekondigd om de opflakkerende bestrijding van het coronavirus COVID-19 te beperken.  In een nieuw ministerieel besluit worden die vastgelegd.
Het besluit machtigt de burgemeester om onder bepaalde voorwaarden andere bijkomende maatregelen op te leggen.

          In het besluit van de burgemeester van 27 juli 2020 zijn bepaalde maatregelen opgenomen die ondertussen achterhaald zijn door beslissingen van de hogere overheden.

          Ingevolge de politieverordening van de gouverneur van 29 juli 2020 is het noodzakelijk bijkomende beslissingen te nemen met het oog het creëren van duidelijkheid voor de inwoners van Schilde.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit van 30 juli 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - Roland Doclo - werking lokaal bestuur (project "Shoplokaal")

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 18 mei 2020 besliste de gemeenteraad met eenparigheid van stemmen om het reglement voor de #shoplokaal_bon goed te keuren.

          Op 17 juni 2020 bezorgde het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de klacht van Roland Doclo in verband met de werking van het lokaal bestuur (project "Shoplokaal").

          Op 29 juni 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht goed te keuren.

          Op 30 juni 2020 werd de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

 

Feiten en context

Het Agentschap Binnenlands Bestuur maakte op 3 augustus 2020 haar standpunt over het voorwerp van de klacht over aan het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

          Artikel 331 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid ambtshalve opvragen.  Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.

          Artikel 332 §1 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen om een besluit van de gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.

Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

          Artikel 333 van het decreet lokaal bestuur
Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:

          de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;

          het verzoek  van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen binnen tien dagen na dat verzoek;

          het besluit  van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.

 

Argumentatie

In de klacht formuleert de heer Roland Doclo verschillende feiten/onregelmatigheden bij de selectie en toewijzing van de opdracht voor de shoplokaal_bon:

          gebrek aan transparantie, wat kan weerlegd worden op basis van de wet op de overheidsopdrachten;

          het niet betrekken van de lokale adviesraad, wat kan weerlegd worden omdat het geen verplichting is de lokale adviesraad te betrekken bij elke beleidsbeslissing noch om het advies van de lokale adviesraad te volgen;

          favoritisme ten voordele van de leverancier aan wie de opdracht is toegewezen, wat kan weerlegd worden op basis van de vergelijkingstabel van de ingediende offertes;

          het gebruik van magneetstripkaarten, waarop het bestuur niet wenst in gaan;

          onvoldoende bescherming van de persoonsgegevens, wat kan weerlegd worden op basis van hoofdstuk 24 van de overeenkomst;

          financiële status van de leverancier, wat kan weerlegd worden op basis van de wet op de overheidsopdrachten;

          verzaken van de meldingsplicht door het lokaal bestuur, wat kan weerlegd worden op basis van het feitenverslag.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het standpunt van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid ter kennis te brengen op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - anoniem - Vogelenzang

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 juni 2020 bezorgde het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de klacht van 'Hier niemand' in verband met de Vogelenzang.

          Op 29 juni 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht goed te keuren.

          Op 30 juni 2020 werd de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

 

Feiten en context

Het Agentschap Binnenlands Bestuur maakte op 3 augustus 2020 nog geen standpunt over aan het bestuur.

 

Juridische gronden

          Artikel 331 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid ambtshalve opvragen.  Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.

          Artikel 332 §1 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen om een besluit van de gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.

Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

          Artikel 333 van het decreet lokaal bestuur
Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:

          de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;

          het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen binnen tien dagen na dat verzoek;

          het besluit van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.

 

Argumentatie

In de klacht formuleert betrokkene verschillende aantijgingen:

          ambtelijk plichtsverzuim qua handhaving, wat kan weerlegd worden op basis van het feitenverslag, bevoegdheidsverdeling en scheiding der machten;

          onbehoorlijk bestuur, wat kan weerlegd worden op basis van het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel;

          bedrog, wat kan weerlegd worden op basis van de discretionaire bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen;

          actieve en/of passieve corruptie, wat kan weerlegd worden op basis van artikel 29 van het decreet op de omgevingsvergunningen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het feit dat het standpunt van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur inzake deze klacht nog even op zich zal laten wachten.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

GLS De Wingerd - bijkomende lestijden - schooljaar 2020-2021

 

 

Feiten en context

          Voor de instroom van nieuwe leerlingen is de gemeentelijke lagere school steeds afhankelijk van andere kleuterscholen. Door een klein eerste leerjaar vorig schooljaar worden er voor schooljaar 2020-2021 aan de gemeentelijke lagere school 13 lestijden minder toegewezen vanuit het departement.

          Door extra inspanningen te vragen aan het ganse team kan dit overbrugd worden.

          Om het goede niveau van de schoolwerking te behouden vraagt de directie aan het gemeentebestuur om als inrichtende macht, net zoals voorgaande jaren, ook voor schooljaar 2020-2021 bijkomende lestijden te voorzien.

 

Juridische gronden

Besluiten van de Vlaamse executieven

De organisatie van het gewoon kleuter- en lager onderwijs op basis van een lestijdenpakket.

 

Argumentatie

Het gemeentebestuur wenst voor schooljaar 2020-2021 in te staan voor de organisatie van maximum 33 extra lestijden die zinvol ingezet worden voor de leerlingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van de directie van de gemeentelijke lagere school om in te staan voor de organisatie van bijkomende lestijden gedurende schooljaar 2020-2021.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met het ten laste nemen van 33 bijkomende lestijden.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist de extra lestijden voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Personeelsbeheer en loonadministratie - 2020 - P&O - 001 - gunning

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

CORONA -Tweede pensioenpijler - voortzetting bij tijdelijke werkloosheid

 

 

Feiten en context

Op 17 juli 2020 ontvangt het bestuur de vraag ontvangen van Ethias over de aanvullende pensioentoezeggingen (tweede pensioenpijler) in het kader van de Covid-19 pandemie. De verzekeraar vraagt ten laatste binnen 30 dagen te laten weten of het bestuur eventuele periodes van tijdelijke werkloosheid wegens de Covid-19 pandemie wel of niet wenst te verzekeren als gelijkgestelde activiteitsperiode.

 

Juridische gronden

          Wet van 7 mei 2020 betreffende dringende maatregelen inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid in het kader van de Covid-19 pandemie

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer.

 

Argumentatie

          Tot op heden werden er nog geen medewerkers in tijdelijke werkloosheid gesteld.

          Het is de intentie van het bestuur tijdelijke werkloosheid maximaal te vermijden.

          Wanneer medewerkers door de Covid-19 pandemie toch tot tijdelijke werkloosheid gedwongen worden, wenst het bestuur de aanvullende schade voor hen waar mogelijk te beperken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de periode van tijdelijke werkloosheid verzekerd wordt in het kader van de aanvullende pensioentoezegging en zal, in voorkomend geval, hiervoor de nodige actie ondernemen om de premies aan te geven.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aanvullende verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van invoeren blauwe zone langs de N12 - correctie 2

 

 

Voorgeschiedenis

          E-mail van 19 september 2019 van ondernemers handelszone Schilde-Bergen met de vraag een blauwe zone in te richten op:

          openbare parkeerzone N12 aan de handelszone;

          openbare parkeerplaatsen aan de Pater Nuyenslaan;

          parkeerplaatsen langs de laterale weg

op de dagen dat de meeste winkels open zijn.

          18 november 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist de blauwe zone te beperken tot Turnhoutsebaan 28 t/m 52.

          E-mail van 12 december 2019 van ondernemers handelszone Schilde-bergen:

          akkoord met de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019;

          voorstel de parkeerduur te beperken tot 30 minuten.

          3 januari 2020: een enquêteformulier wordt bedeeld bij de bewoners van Turnhoutsebaan 28 t/m 52.

          16 maart 2020: de gemeenteraad beslist een blauwe zone in te voeren vanaf Turnhoutsebaan 28 tot en met Turnhoutsebaan 52 en dit aan te duiden met verkeersborden E9a met afbeelding parkeerschijf.

          20 april 2020: de gemeenteraad trekt de beslissing van 16 maart 2020 in en beslist voormelde blauwe zone aan te duiden met verkeersborden ZEGaGS.

 

Feiten en context

          Er werden 7 enquêteformulieren ingediend met volgend resultaat:

          positief voor het invoeren van een blauwe zone: 5

opmerkingen: 2 uur is te lang, beter 30' conform Wijnegem

          negatief: 2

opmerkingen: bewonerskaart mogelijk bij invoering blauwe zone?

          10 juni 2020: de secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken keurt de beslissing van de gemeenteraad van 20 april 2020 af. De beslissing van de gemeenteraad van 16 maart 2020 was correct en hoefde niet ingetrokken en hernomen te worden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          de gebruikelijke parkeerduur in de blauwe zone te behouden, dit wil zeggen 2 uur;

          geen bewonerskaarten toe te kennen omdat dit een precedent schept naar alle andere blauwe zones.

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden om tegemoet te komen aan de wens van de ondernemers handelszone Schilde-Bergen gecombineerd met maximaal behoud van parkeerplaatsen voor langparkeerders.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de intrekking van de beslissing van de gemeenteraad van 20 april 2020 en het invoeren van een blauwe zone van Turnhoutsebaan 28 tot en met 52 via een aanvullend reglement voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aanvullende verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van inrichting gedeelte van de Kerkelei als Schoolstraat en het verplaatsen van twee parkeerplaatsen - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis:

          1 juli 2019: het college van burgemeester en schepenen verleent principiële goedkeuring om een gedeelte van de Kerkelei in te richten als schoolstraat

          9 september 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist een gedeelte van de Kerkelei in te richten als schoolstraat

          16 september 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist de Kerkelei tussen de Waterlaatstraat en Kleinveldweg in te richten als schoolstraat gedurende een proefperiode van 6 maanden, ingaand op 1 oktober 2019

          13 juli 2020: het college van burgemeester en schepenen beslist:

          de inrichting van de Kerkelei tussen de Waterlaatstraat en Kleinveldweg als schoolstraat te bestendigen via aanvullend politiereglement;

          de twee parkeerplaatsen met parkeertijd beperkt tot 15 minuten ter hoogte van kinderopvang 't Appeltje te verplaatsen naar de Waterlaatstraat ter hoogte van bakker Peeters zodat deze permanent bereikbaar zijn;

          de 15 minuten parkeertijd in te stellen van 7.45 uur tot 18.15 uur.

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van:

          de inrichting van een gedeelte van de Kerkelei als schoolstraat;

          de verplaatsing van twee parkeerplaatsen met parkeertijd beperkt tot 15 minuten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om:

          de inrichting van een gedeelte van de Kerkelei als schoolstraat;

          de verplaatsing van twee parkeerplaatsen met parkeertijd beperkt tot 15 minuten;

via een aanvullend reglement voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Haventracé - verslag werkbank 15 juni 2020

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 17 juli 2020 van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

Het verslag en de presentatie van de werkbank Haventracé van 15 juni 2020 werden overgemaakt aan de besturen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag en de presentatie van de werkbank Haventracé van 15 juni 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Patrimonium - Notariële akte kosteloze grondafstand - Konijnenbosweg 6 - Afdeling 2, sectie B, 259 D (deel)

 

 

Feiten en context

In de vergadering van 17 december 2018 beslist de gemeenteraad dat een gedeelte van de eigendom gelegen aan de Konijnenbosweg 6 kosteloos aan de gemeente dient overgedragen te worden zoals opgelegd in de omgevingsvergunning 2018/480.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen

 

Argumentatie

Bekrachtiging van de kosteloze grondafstand aan de gemeente via een notariële akte.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notariële akte voor de kosteloze grondafstand.

Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen maakt het dossier over aan de gemeenteraad om de notariële akte goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Bouw voertuigenloods - Goedkeuring vorderingsstaat 9

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 8 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Bouw voertuigenloods” aan Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen tegen het nagerekende offertebedrag van 1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De aannemer Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen diende vorderingsstaat 9 in dewelke werd ontvangen op 6 juli 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c) (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure)
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

De aannemer Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen diende vorderingsstaat 9 in dewelke werd ontvangen op 6 juli 2020.

De werken bereikten een bedrag van:

 

Bestelbedrag

 

€ 1.150.006,51

Bedrag verrekeningen

 

€ 32.316,27

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 1.182.322,78

Btw

+

€ 245.373,09

TOTAAL

=

€ 1.427.695,87

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 802.430,70

Prijsherzieningen

+

€ -19.443,14

Totaal excl. btw

=

€ 782.987,56

Btw

+

€ 164.427,39

TOTAAL

=

€ 947.414,95

Huidige vorderingsstaat

 

€ 10.591,62

Prijsherzieningen

+

€ -378,97

Totaal excl. btw

=

€ 10.212,65

Btw

+

€ 2.144,66

TOTAAL

=

€ 12.357,31

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 813.022,32

Prijsherzieningen

+

€ -19.822,11

Totaal excl. btw

=

€ 793.200,21

Btw

+

€ 166.572,05

TOTAAL

=

€ 959.772,26

De werken vingen aan op 1 oktober 2019.

De werken werden correct uitgevoerd.

Het studiebureau Groep Infrabo stelde op 9 juli 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 9 van Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen voor de opdracht “Bouw voertuigenloods” voor een bedrag van 10.212,65 euro excl. btw of 12.357,31 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 793.200,21 euro excl. btw of 959.772,26 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 2201000007/10/0119 (actie/raming AC000146/MJP001170).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Heraanleg plein Kasteeldreef - Goedkeuring voorlopige oplevering

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 21 oktober 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht "Heraanleg plein Kasteeldreef" aan ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen tegen het nagerekende offertebedrag van 91.045,00 euro excl. btw of 110.164,45 euro incl. 21% btw. 

 

Feiten en context

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-001/TDU.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Argumentatie

          De aannemer ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

          De ontwerper, Carlier bvba, Langstraat 65 te 2260 Tongerlo stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 23 juni 2020.

          Uit het bijgevoegde proces-verbaal van voorlopige oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.

          De eerste helft van borgtocht nr. 12/167368 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld (werkstation 2)) van 4.560,00 euro mag worden vrijgegeven.

          De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 12 maanden.

 

BESLUIT

Artikel 1. De opdracht “Heraanleg plein Kasteeldreef” wordt voorlopig opgeleverd.

Artikel 2. De eerste helft van borgtocht nr. 12/167368 (Borgstellingskas: Deposito- en Consignatiekas - Borgtochten in geld (werkstation 2)) van 4.560,00 euro mag worden vrijgegeven.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's Gravenwezel  - Colas - Verzoek tot uitstel van toepassing van de prijsherzieningsformule en uitnodiging tot overleg

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

Colas vraagt via een aangetekend schrijven verzoek tot uitstel van de toepassing van de prijsherzieningsformule en uitnodiging tot een overleg

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de formule niet overeenstemt met de evolutie van de kosten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Colas in verband met de prijsherzieningsformule.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het bijgevoegde ontwerpantwoord goed te keuren om te verzenden naar Colas.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Brandweerkazerne - gebruiksovereenkomst

 

 

Voorgeschiedenis

Op 20 januari 2020 heeft het college van burgemeester en schepenen de plaatsbeschrijving van de brandweerkazerne van 4 december 2019 goedgekeurd.

 

Feiten en context

Op 15 juli 2020 ontvangt het bestuur een bericht van de brandweerzone rand met de gebruiksovereenkomst inclusief de plaatsbeschrijving. De zone vraagt voor 7 augustus 2020 te laten weten of er nog vragen op opmerkingen zijn. Als dat niet zo is, zullen zij de gehandtekende versies bezorgen zodat ook het bestuur kan tekenen. Op die manier kan de zone ook overgaan tot de correcte betaling van de jaarlijkse gebruiksvergoeding van 13.208,30 euro aan de gemeente.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3.1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 41 11° en 56 §3 8° b) van het decreet lokaal bestuur.

De gemeenteraad is bevoegd over de daden van beschikking over onroerende goederen en het vaststellen van de contractvoorwaarden.

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

          Het pand gelegen aan de Eugeen Dierckxlaan 24 te Schilde is eigendom van de gemeente.

          Met de gebruiksovereenkomst ontstaat een engagement tot 31 december 2024, welk automatisch verlengbaar is.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000706

Actie

AC0000151

Algemene rekening

7050001000

Beleidsveld

0050

Bedrag

Visum financieel directeur

13.208,30 euro jaarlijkse ontvangst

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voorgestelde gebruiksovereenkomst voor de brandweerkazerne Schilde en beslist hierop geen vragen of opmerkingen te formuleren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen agendeert de gebruiksovereenkomst ter goedkeuring op de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Handhaving - projectfiche - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 1 maart 2018 treedt het decreet in betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning in werking.

          Op 4 september 2019 keurt de raad van bestuur van IGEAN een voorstel goed tot intergemeentelijke handhaving inzake ruimtelijke ordening

          Op 2 oktober 2019 en 16 januari 2020 wordt het voorstel van IGEAN toegelicht aan de burgemeesters en de algemeen directeurs

          Op 4 mei 2020 geeft het college van burgemeester en schepenen haar principieel akkoord aan het voorstel van IGEAN tot intergemeentelijke samenwerking voor de handhaving ruimtelijke ordening. Het college van burgemeester en schepenen besluit om voor het ondersteuningsniveau 2 en 3 te kiezen.

 

Feiten en context

IGEAN bezorgt op 10 juli 2020 een ontwerp van gemeenteraadsbeslissing tot goedkeuring van het beleidsplan Handhaving Ruimtelijke Ordening, alsook een overzicht van de prioriteiten, de afsprakennota tussen IGEAN en de gemeente en een powerpoint met verdere toelichting.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

Ter voorbereiding van het verdere verloop van het dossier werd een projectfiche opgesteld. Bedoeling is om alle facetten zo goed mogelijk in beeld te brengen om een degelijk draagvlak te creëren voor intergemeentelijke handhaving ruimtelijke ordening.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP 000424

Actie

AC 000130

Algemene rekening

61399999

Beleidsveld

300

Bedrag

Visum financieel directeur

raming 16.500,00 euro

nog bevragen

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de projectfiche 2020 : Intergemeentelijke Handhaving Ruimtelijke Ordening goed en geeft opdracht voor de verdere uitvoering ervan zoals omschreven in de fiche.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Schaliënhoefdreef 39 - Andrzej Ignatowicz - bouwen van een meergezinswoning met twee woonentiteiten - standpunt van de gemeente - OMG 2019/448

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          3 februari 2020 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          6 maart 2020 - betekening beroep bij deputatie

 

Feiten en contexten

          Op 8 mei 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over de beslissing van de deputatie om een administratieve lus toe te passen, op basis van de bij te brengen project-mer-screeningsnota.

          Op 23 juni 2020 heeft het gemeentebestuur via het omgevingsloket de vraag van de deputatie ontvangen om een nieuw advies uit te brengen omtrent de in beroep bijgebrachte mer-screeningsnota.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

          Op 19 juni 2020 werd een mer-screeningsnota bijgebracht door de vergunningsaanvrager.

          De bouwplannen blijven ongewijzigd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de administratieve lus ingesteld door de deputatie en blijft bij het standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de weigering op 3 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Schoolstraat 60 - AXXI - bouwen van 6 appartementen na sloop  van een bestaande woning - standpunt van gemeente - OMG 2019/620

 

 

Voorgeschiedenis

          Huidig dossier:

          20 april 2020 - vergunning - college van burgemeester en schepenen

          28 mei 2020 - betekening beroep bij deputatie

 

Feiten en contexten

Op 14 juli 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie door Wouter Bernaerts.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014. De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

Er werden geen gewijzigde plannen bijgebracht tijdens de beroepsprocedure.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de  vergunning op 20 april 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Veldvenne 22 - BOUWONDERNEMING HUYBREGTS - REYNDERS NV - het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden - OMG 2019/640

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1956 - 1956/44

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door BOUWONDERNEMING HUYBREGTS - REYNDERS NV, op 13 december 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Veldvenne 22.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 30 juni 2020.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 6 februari 2020 een administratieve lus opgestart. De nieuwe uiterste belissingsdatum is 29 augustus 2020.
De aanvrager heeft op 13 april 2020 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 20 april 2020. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 29 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die eraan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14 – Zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – Zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1956.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 122m² op een perceel van circa 910m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden, op een perceel van 910m².

Het nieuwe gebouw wordt ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van het gebouw heeft een breedte van 12m op een kavelbreedte van 18m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15m. Op de eerste verdieping wordt achteraan een uithangend terras voorzien waardoor de bouwdiepte tot 16m komt.

De kroonlijsthoogte bedraagt 7m. Een derde bouwlaag wordt gecreëerd binnen de contouren van een denkbeeldig hellend dak. De dakrand bevindt zich op 9m uit het maaiveld.

De gevels worden opgetrokken in geschilderde gevelsteen. Het dak is plat.

Achter het hoofdgebouw en op 1m van de linker perceelsgrens wordt een fietsenberging / berging voor vuilbakken ingeplant.

Het bijgebouw is 3m diep, 8m breed en 2,7m hoog. De gevels worden bekleed in hout, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel (hoofdgebouw + bijgebouw), inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 204m².

De toegang tot het perceel is 3m breed.

De oprit wordt aangelegd in dolomiet en ligt op de rechter perceelsgrens.

Achteraan het perceel worden 6 parkeerplaatsen voorzien met volgende afmetingen: 2,50m x 5m per parkeerplaats.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 353m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

d.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

e.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

f.        Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

g.      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

h.      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

i.         Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

j.         Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

k.      Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

l.         Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

m.    Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

n.      Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

o.      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

p.      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

q.      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

r.        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

s.      Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

4)      Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 23 juni 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een bestaande woning af te breken en appartementen te bouwen.
De aangeduide bomen op het inplantingsplan stemmen niet overeen met de realiteit. Sommige bomen staan met een verkeerde naam aangeduid. Sommige bomen, een beuk en een notenboom ontbreken op het plan volledig. De notenboom is de moeite waard om behouden te blijven.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

a.        het behoud van de waardevolle boom, een notenboom zoals in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;

b.        de notenboom in de omgeving van de werken dient onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

e.      indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

f.        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

g.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

h.      een bankwaarborg te voorzien van 1.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

f.        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 17 februari 2020 onder referentie L-20-375/191602, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen Veldvenne.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en een wasmachine.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 3.000 liter (effectief 10.000 liter) infiltratievolume en min. 5m² (effectief 5m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de te slopen woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

g.      Brandweer Malle

a.      Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 7 februari 2020 onder referentie PR 2000038-01, luidt: ongunstig.
Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

  • A: artikel 4.2.2.3, artikel 4.2.2.5, artikel 4.2.2.6 en artikel 5.1.1.
  • B: artikel 6.5.4: Veiligheidsverlichting niet terug te vinden op de plannen;
  • C: Decreet 10 maart 2017: rookmelders te voorzien in elk appartement.

Hierdoor:

  • Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;
  • Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.

De hulpverleningszone geeft een ongunstig brandpreventieverslag.

b.      Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 2 juni 2020 onder referentie PR 2000038-02, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

  • A: artikel 3.3., artikel 4.2.2.3., artikel 4.2.2.6. en artikel 8.4.4

Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • Correcte uitvoering van deuren El1 30;
  • Verluchtingsopening uitvoeren met een doorsnede van minimum 1m²;

Correcte aansluiting groendak met en verluchtingsopening.

 

h.      Fluvius System Operator
Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 3 februari 2020 onder referentie 46609563 /, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Op basis van het standaardvermogen van 9,2 kVA per wooneenheid en 22,2 kVA voor de algemene delen en eventuele commerciële panden is uw project aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet.

Op basis van het standaardvermogen van 6m³/h per wooneenheid is uw project aansluitbaar op het bestaande gasnet. Raadpleeg zeker de minimale technische vereisten voor het gasmeterlokaal op www.fluvius.be/nl/media/3021 of www.fluvius.be/nl/media/3016.

Op de website van Fluvius zijn de gedetailleerde reglementen voor elektriciteit en aardgas in verkavelingen, appartementen en wooncomplexen terug te vinden. U dient hieraan te voldoen.

Hou voor de timing van uw project rekening met het feit dat Fluvius – na ontvangst van alle gegevens – 30 werkdagen nodig heeft om de offerte op te maken. Bovendien loopt er nog een termijn van minimaal 30 werkdagen tussen de ontvangst van uw akkoord op de offerte en de effectieve uitvoering van de werken – onder voorbehoud van de tijd nodig om eventuele vergunning, wegenistoelatingen te verkrijgen.

Bovenstaande informatie wordt meegegeven onder voorbehoud van latere wijzigingen. Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.

Fluvius raad u aan de dienst zo spoedig mogelijk te contacteren met het referentienummer van het project: 46609563.

 

i.         Telenet
Het advies van Telenet afgeleverd op 13 februari 2020, luidt: geen advies.
In het gebied waar deze verkavelings- of bouwaanvraag zich situeert, baat Telenet echter geen kabelinfrastructuur uit. Hiervoor kunt u terecht bij de lokale kabelmaatschappij.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 16 februari 2020 tot 16 maart 2020.

Er werden een schriftelijk bezwaar en 4 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.       De bestaande bomen zijn volgens de bezwaarindiener niet correct ingetekend.

2.       Het project voorziet een aanzienlijke verharding van de oppervlakte voor parkeerplaatsen in de achtertuin wat het groene karakter en uitzicht aantast. Deze verharding draagt niet bij tot het verhogen van het ruimtelijk rendement en de betonstop.

3.       Er wordt een oprit aangelegd tegen de perceelsgrens. Het is onduidelijk hoe de perceelsgrens zal worden afgewerkt. Indien er een open afsluiting wordt voorzien zal de privacy in de tuin en op het terras van de bezwaarindiener worden geschaad.

4.       Er zal aanzienlijk meer lawaaihinder en luchtvervuiling zijn daar de oprit zal worden gebruikt door vier gezinnen.

5.       Door het voorzien van terrassen op de tweede verdieping wordt de privacy van de bezwaarindiener geschonden.

6.       Het is niet duidelijk hoever het terras op de eerste verdieping achteraan uitkraagt.

7.       In de straat komen geen appartementsgebouwen voor met 4 appartementen en met terrassen op de tweede verdieping. Hierdoor gaat het landelijke karakter verloren.

8.       Het terreinprofiel is niet correct. Er staan tegenstrijdige hoogtematen op het gevelaanzicht.

9.       Het gabarit van de aanpalende woningen is niet correct opgetekend wat misleidend is. De architectuur van het gebouw is te grootschalig en past niet in het straatbeeld.

10.   De parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota meergezinswoningen. Daarbij is de kwaliteit van de parkeerplaatsen onvoldoende waardoor meer op straat zal worden geparkeerd en de parkeerdruk verhoogd.

11.   De bezwaarindiener stelt de vraag of de fietsenberging wel groot genoeg is voor de fietsen en vuilbakken.

12.   De ramen in de zijgevel op de eerste en tweede verdieping kijken rechtstreeks in de slaapkamer en badkamer van de bezwaarindiener.

13.   Het terras op de tweede verdieping aan de slaapkamer aan de voorzijde zorgt voor rechtstreekse inkijk in de badkamer en slaapkamer van de bezwaarindiener. De bezwaarindiener wenst een balustrade aan het voorste terras aan de slaapkamer op de tweede verdieping die afstand houdt van de randen, of dat het gebruik als buitenruimte aan de voorzijde op het dak wordt uitgesloten.

14.   De bezwaarindiener wenst een balustrade aan het achterste terras aan de slaapkamer op de tweede verdieping om inkijk te beperken.

15.   De plannen geven niet aan hoe de tuinafsluitingen worden uitgevoerd. Wat gebeurt er met de bestaande haag op de perceelsgrens?

16.   De bezwaarindiener vraagt om de hoge bomen en grote struiken in de tuinzone te behouden. De parkeerplaatsen kunnen rondom de bomen en struiken worden aangelegd.

17.   De plannen geven geen informatie over de rioolaansluitingen. De bezwaarindiener vraagt om de overloop van de regenwaterput niet naar de straatriool aan te leggen, maar naar de open beek in de achtertuin.

18.   Het inplantingsplan is niet correct. Het is niet duidelijk welke bomen er zullen bewaard worden. De aanvraag houdt tevens geen rekening met de bestaande bomen en het groene karakter van de omgeving.

19.   Het terreinprofiel is niet correct. Het gabarit van de aanpalende woningen is niet correct ingetekend.

20.   De hoeveelheid verharding in de tuin staat haaks op de filosofie van de betonstop en het efficiënt ruimtegebruik.

21.   De aanvraag is strijdig met de beleidsnota meergezinswoningen. Veldvenne is gelegen in een zone voor wonen in tweevoud. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening aangezien de omgeving overwegend uit eengezinswoningen bestaat. Ook de parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota.

22.   Nergens in de straat komen, volgens de bezwaarindiener, terrassen op de tweede verdieping voor. De terrassen zorgen voor inkijk op de percelen van de aanpalende buren.

23.   De aanvraag is strijdig met de beleidsnota meergezinswoningen.

24.   De buurt bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen.

25.   Door appartementen in de straat te voorzien, verliest Veldvenne zijn gezinskarakter en is de kans groot dat de betrokkenheid van de leden uit de actieve buurtkring achteruit gaat.

26.   Het gebouw is aanzienlijk hoger dan de andere gebouwen in de straat wat het landelijke karakter aantast.

27.   De parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota meergezinswoningen.

28.   Er zitten tegenstrijdigheden in de plannen met betrekking tot de kroonlijsthoogte.

29.   De stepstones op het plat dak van de eerste verdieping zorgen voor inkijk.

30.   De bezwaarindiener is van mening dat appartementen niet kunnen in een straat met alleen ééngezinswoningen.

31.   De grootte en de hoogte van het gebouw passen niet in de straat.

32.   Het project voorziet teveel verharding.

33.   Het grote sociaal karakter van de straat dreigt verloren te gaan.

34.   De bezwaarindiener geeft aan dat er overlast zal ontstaan door meer geparkeerde wagens in de straat.

35.   Het project is in strijd met de beleidsnota van de schepen waarin wordt gesteld dat appartementen alleen nog kunnen in straten waar nu al hoofdzakelijk meergezinswoningen staan.

 

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      Na controle is gebleken dat de bomen niet correct zijn ingetekend.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

2.      Een aanzienlijk aandeel van het perceel wordt verhard voor de realisatie van parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen worden aangevraagd in functie van de appartementen en zijn noodzakelijk om de parkeerdruk te beperken op de straat. De verharding zou echter kunnen beperkt worden tot de strikt noodzakelijke, de parkeerplaatsen zouden kunnen aangelegd worden in grasdals en het bestaande (hoogstammige) groen zou kunnen geïntegreerd worden in het ontwerp. Hierdoor zou het geheel zich meer kunnen integreren.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

3.      De aanvraag doet geen uitspraak over de afsluitingen. Indien de aanvrager een afsluiting wenst te voorzien moet deze conform de voorschriften van het BPA zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

4.      Het aantal autobewegingen zal beperkt stijgen door de toename van het aantal wooneenheden. De lawaaihinder zal beperkt zijn en aanvaardbaar zijn voor een dorpskern. Dat dit luchtvervuiling met zich mee zal brengen, kan niet aangetoond worden.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

5.      Het gebouw bevindt zich op 3,00m van de perceelsgrenzen. Op de terrassen wordt nog een extra groenzone voorzien aan beide zijden van circa 1,16m. Volgens het burgerlijk wetboek moet een rechtstreeks uitzicht of een terras een afstand tot de buur hebben van minstens 1;90m. Deze minimale afstand is gegarandeerd.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

6.      De afmetingen van de terrassen achteraan de eerste verdieping staan niet vermeld op de plannen. De terrassen kragen circa 1,00m uit.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

7.      De straat Veldvenne bestaat hoofdzakelijk uit halfopen en open ééngezinswoningen. Slechts 1 pand in de straat, in een halfopen bebouwing, bestaat uit twee wooneenheden. Dit pand sluit qua gabarit echter aan aan het naastliggende pand en past in zijn omgeving.
De aanvraag daarentegen voorziet in een gebouw met 4 wooneenheden in een grootschalig volume vreemd aan zijn omgeving.
De kern van Schilde wordt gekenmerkt door mix van een- en meergezinswoningen. Bepaalde straten bestaan hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen waaronder Veldvenne. Het karakter en de typologie van deze straten zijn kenmerkend voor de gemeente en moeten bewaard kunnen worden.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

8.      Het klopt dat het profiel van de buren niet correct is aangeduid op het terreinprofiel. In werkelijkheid is de kroonlijsthoogte van de aanpalende panden lager. Dit geeft een verkeerd beeld van de aanvraag. In werkelijkheid is het project grootschaliger dan voorgesteld en vreemd in zijn omgeving.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

9.      Idem 8.

10.  In de beleidsnota meergezinswoningen worden parkeerplaatsen gevraagd met afmetingen van 2,5m x 5,5m. Op het inplantingsplan werden echter kleinere parkeerplaatsen ingetekend. In de beleidsnota wordt er gestreefd naar kwalitatieve en bruikbare parkeerplaatsen.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

11.  Voor de fietsen en vuilbakken wordt een bijgebouw voorzien op het perceel. Volgens de beleidsnota moet er minstens plaats zijn voor 12 fietsen. Daarnaast moet er in deze ruimte van 7,40m x 2,40m plaats zijn voor minsten 4 vuilbakken. De ruimte wordt voorzien, maar is zeer beperkt.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

12.  De afstand tussen de zijgevels en de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt 3,00m. Deze afstand voldoet aan de regels uit het burgerlijk wetboek en is voldoende om de privacy te waarborgen.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

13.  Op de plannen staat de ruimte voor de slaapkamer aangeduid als ‘groendak/plat dak’. Het platte dak heeft niet de functie terras gekregen waardoor het niet de bedoeling heeft hier lang te verblijven. Ook de steptones dragen hier niet toe bij.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

14.  Een balustrade zou kunnen opgelegd worden als de privacy van de aanpalenden in het gedrang komt. De wettelijke afstand ten aanzien van de buren is echter gegarandeerd waardoor het opleggen van maatregelen niet nodig is.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

15.  Idem 3. Voor het planten of verwijderen van een haag op de perceelsgrens is geen omgevingsvergunning nodig. Afspraken over een gemeenschappelijke haag op de perceelsgrens dienen te gebeuren in onderling overleg.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

16.  Om het groene karakter van de tuin en de omgeving te behouden, kan het bestaande groen maximaal geïntegreerd worden in het ontwerp van de parking. In het huidige ontwerp wordt hier geen rekening mee gehouden. Het advies van de themaconsulent natuur en groen werd gevraagd en is voorwaardelijk gunstig. In het advies wordt voorgesteld om bepaald bomen te behouden.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

17.  Op het funderingsplan werd de riolering ingetekend. Er wordt een gescheiden stelsel voorzien waarbij het regenwater wordt gebufferd in een put van 10.000 liter met een overloop naar een infiltratievoorziening. De overloop dient aangesloten te worden op de straatriolering conform het advies van Pidpa Rioleringen.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

18.  Idem 1 en 16.

19.  Idem 8.

20.  Idem 2.

21.  Het project voorziet 4 wooneenheden terwijl de beleidsnota meergezinswoningen hier slechts 2 wooneenheden toelaat. De onmiddellijke omgeving van het project bestaat voornamelijk uit ééngezinswoningen.

In de beleidsnota meergezinswoningen worden parkeerplaatsen gevraagd met afmetingen van 2,5m x 5,5m. Op het inplantingsplan werden echter kleinere parkeerplaatsen ingetekend. In de beleidsnota wordt er gestreefd naar kwalitatieve en bruikbare parkeerplaatsen.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

22.  Er zijn geen gebouwen in de straat met terrassen op de tweede verdieping. Echter wordt er bij het project rekening gehouden met de minimale privacyregels.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.

23.  Idem 21.

24.  Idem 7.

25.  Dit is geen stedenbouwkundig argument.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.

26.  Het gebouw is grootschaliger dan de omliggende bebouwing. Dit is voornamelijk het gevolg van de breedte van het gebouw (12,00m) in combinatie de hoogte (7,00m/9,00m). Op het terreinprofiel werden de gabarieten van de buren foutief opgetekend waardoor de indruk wordt gewekt dat het nieuwe gebouw zich qua hoogte integreert in de omgeving. De halfopen woningen aan de rechterzijde hebben in werkelijkheid een kroonlijsthoogte van 5,50m wat 1,5m lager is. De open bebouwing op het linkse aanpalende perceel bestaat uit slechts 1 bouwlaag met hellend dak.

Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

27.  Idem 10.

28.  Idem 8 en 26.

29.  Idem 13.

30.  Idem 7.

31.  Idem 26.

32.  Idem 2.

33.  Idem 25.

34.  Idem 10.

35.  De bezwaarindiener verwijst naar de nieuwe beleidsnota dorpskernen die werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 juni. Deze nota vervangt de beleidsnota meergezinswoningen en is van toepassing op projecten die worden ingediend vanaf 15 juni 2020. De nota is niet van toepassing op deze aanvraag.
Meergezinswoningen kunnen in deze nota worden toegestaan als 5 elementen positief worden geëvalueerd. Daar waar de ruimere en daar waar de onmiddellijke omgeving voornamelijk uit meergezinswoningen bestaat zijn twee van deze elementen. De omgeving van het project bestaat overwegend uit ééngezinswoningen. Zowel volgens de nieuwe beleidsnota als bij de aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening is appartementsbouw in Veldvenne niet aanvaardbaar.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Veldvenne een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 10.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 5m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    De aanvraag voorziet de afbraak van een bestaande woning en de bouw van een meergezinswoning met 4 wooneenheden. Veldvenne bestaat hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen. Daarnaast wordt de kern van Schilde gekenmerkt door een mix van een- en meergezinswoningen. Bepaalde straten bestaan hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen waaronder ook Veldvenne. Het karakter en de typologie van deze straten zijn kenmerkend voor de gemeente en moeten bewaard kunnen worden. Het voorzien van een meergezinswoning met 4 woonunits is functioneel niet inpasbaar in de omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving. Het aantal wooneenheden stijgt van 1 naar 4. Op het terrein worden achteraan 6 staanplaatsen in open lucht voorzien. Er werden echter parkeerplaatsen ingetekend die kleiner zijn dan de richtlijnen van de gemeente opleggen.

Er werd daarnaast ook een fietsenberging voorzien in het bijgebouw in combinatie met een vuilberging. De ruimte is krap om dienst te doen voor beiden.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. De kroonlijsthoogte van het bijgebouw wijkt echter beperkt af van de voorschriften.
    In een vergunning kunnen na openbaar onderzoek, afwijking worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag zoals voor in artikel 4.4.9/1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.

Het geldende BPA Dorpskom Zuid dateert van 25 februari 1959 en is ouder dan 15 jaar.

Tijdens het openbaar onderzoek werden gegronde bezwaren ingediend.

Het gebouw is te grootschalig in zijn omgeving. Dit is het gevolg van de breedte van het gebouw (12,00m) in combinatie met de hoogte (7,00m/9,00m). Op het terreinprofiel werden de gabarieten van de buren foutief opgetekend waardoor de indruk wordt gewekt dat het nieuwe gebouw zich qua hoogte integreert in de omgeving.

Achteraan het perceel worden autostaanplaatsen voorzien. Hierbij werd geen rekening gehouden met het bestaande hoogstammige groen. De themaconsulent natuur en groen adviseert het behoud van enkele van deze hoogstammige bomen. Dit wordt ook ondersteund. Het behoud van het groen in de dorpskernen draagt bij aan het groene imago van de gemeente.

De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich qua grootte niet in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op circa 34 cm boven de pas van het voetpad.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen. Er worden de tuinzijde terrassen voorzien aan de eerste en tweede verdieping die op voldoende afstand ten aanzien van de perceelsgrenzen zijn gelegen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Philippedreef 23 - de heer Erik Van Belle - het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met poolhouse en open lucht zwembad - OMG 2020/51

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 december 1956 - sgr1956/16

o        bouwen van bungalow - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juli 1959 - sgr1959/27

o        afbraak vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juni 2013 - 2013/131

o        het afbreken van een bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 januari 2017 - SV 2016/236

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Erik Van Belle, op 31 januari 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Philippedreef 23.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met poolhouse en open lucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 3 maart 2020. De uiterste beslissingsdatum is 15 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 3.807,250m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het betreft een hoekperceel tussen de Philippedreef en de Epicialaan.

Het aanpalende perceel langsheen de Epicialaan wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Philippedreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met poolhouse en openlucht zwembad op een perceel van 3.807,250m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 12m uit de rooilijn vanaf de Epicialaan, tot op 29,54m uit de rooilijn vanaf de Philippedreef en op 10,00m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 22,50m op een kavelbreedte van 62,79m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,75m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,21m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 55° met een nokhoogte van 11,15m. De gevels worden opgetrokken in gevelmetselwerk. Het dak wordt afgewerkt met riet en zwart aluminium.

Op 5,03m achter de woning en op 3m van de linker perceelsgrens wordt een poolhouse ingeplant. Het poolhouse is 9m diep, 7m breed en 3m hoog. De gevels worden bekleed in zwarte plaatbekleding, afgewerkt met een plat dak met een schouw met een hoogte tot 5,57m.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 301m².

De toegang tot het perceel is 4,80m breed. De oprit ligt op minimum 3,00m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 93,50m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 301m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 8 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bij een voorbespreking van de plannen heeft de aanvrager op ons verzoek een european treeworker geraadpleegd. Het voorliggend plan is het resultaat van een doordachte weloverwogen inplanting van de woning met de minste milieuschade door rekening te houden met de meest waardevolle bomen voornamelijk eikenbomen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan voldoende heraanplantingen met nieuwe bomen;

o        de bomen werden reeds onderzocht door een Certified European Treeworker die een bomenbeschermplan heeft toegevoegd. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 16 juni 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 5), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden, in bijzonder de gewestelijke verordening hemelwater.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 26 maart 2020 onder referentie 20-204801, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-204801.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 3.017m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage van 16.382,31 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 april 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande DWA-riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen de Epicialaan.
  • De aansluiting op de DWA-riolering dient te gebeuren ter hoogte van de oostelijke perceelsgrens.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 wc’s en een buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 2.727,5 liter infiltratievolume en minimum 4,36m² infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

o        Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplak plaatsen, van 13 maart 2020 tot 11 april 2020. De Vlaamse Regering nam een aantal maatregelen naar aanleiding van de uitbraak van een coronavirus (Covid-19). Hierdoor werd het opbaar onderzoek geschorst op 24 maar 2020. Het openbaar onderzoek werd verder gezet van 4 mei 2020 tot 24 mei 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Philippedreef 23 een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.7127,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,36m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met poolhouse en open lucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
De aanvraag wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 3cm onder de straatpas.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000. liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.727,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,36m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Kampdreef 1 - de heer Steve Aussems - het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding - OMG 2020/182

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1973 - 1973/162

o        uitbreiding woning + carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 februari 2001 - 2001/06

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Steve Aussems, op 10 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kampdreef 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 16 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1974. Op het perceel zijn nog een carport en een tuinberging aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 177,93m² op een perceel van circa 2.582m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding op een perceel van 2.582m².

De bestaande woning en carport blijven ingeplant zoals eerder vergund.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 177,93m².

Op 9,38m achter de woning en op 8,6m van de rechter perceelsgrens wordt een zwembad ingeplant. Het zwembad heeft een breedte van 4m en een lengte van 11m. Het zwembad heeft een diepte van 1,45m.

De toegang tot het perceel is 3,6m breed. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 127,48m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 244,36m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 28 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een zwembad met verhardingen te bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld.
    Een beperkte heraanplanting met bomen is mogelijk.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte  heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen.
 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kampdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Rijsblokstraat 24 - de heer Didier Courier - het verbouwen van een rijwoning - OMG 2020/200

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Didier Courier, op 22 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Rijsblokstraat 24.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een rijwoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig volgens het kadaster van tussen 1900 en 1918.
De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 85,48m² op een perceel van circa 200m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- en meergezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door gesloten en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een rijwoning op een perceel van 200m².

De bestaande woning blijft ingeplant tot op de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens.

De aanvraag omvat de volgende werken;

o        De bestaande achterbouw wordt afgebroken;

o        Een nieuwe achterbouw wordt aangebouwd tot een bouwdiepte van 15,88, gelijk met de buur;

o        Binnen in de woning wordt de vloerplaat van de verdieping verlaagd;

o        Op het verdiep wordt de indeling gewijzigd naar 2 slaapkamers en een badkamer.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 5,21m op een kavelbreedte van 5,21m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,88m. De hoogte van de uitbreiding bedraagt 3,22m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De nieuwe achtergevel wordt opgetrokken in thermowood met een plat dak. De voorgevel wordt opgetrokken in rode gevelsteen, het schuine dak met dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 82,73m².

Achter de woning wordt een terras van 18,95m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 18,95m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     
  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 17 juni 2020 onder referentie L-20-918/192267, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Rijsblokstraat.
  • Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater is het plaatsen van een regenwaterput niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Aangezien het goed kleiner is dan 250m² is het plaatsen van een infiltratievoorziening niet verplicht.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Indien de verbouwingswerken dit toelaten ( onder andere opbraak vloeren, aanwezigheid (kruip)kelder) dient de RWA afgekoppeld te worden van DWA, tot op de rooilijn.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de bestaande woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden , zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter, zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Raadpleging aanpalende eigenaars

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Rijsblokstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een rijwoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 15cm boven de straatpas

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Boerendreef 30 - Wim Mathot - het afbreken van een bestaand zwembad en het aanleggen van een nieuw openlucht zwembad en bijkomende verharding - OMG 2020/208

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        paviljoen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 juni 1966 - 1966/80

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen van een vrijstaande woning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 26 maart 2018 - OMG 2018/7

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Wim Mathot, op 24 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Boerendreef 30.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van een bestaand zwembad en het aanleggen van een nieuw openlucht zwembad en bijkomende verharding.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 10 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

Artikel 1 – Het bijzonder plan van aanleg nummer 3 Schilde Bergen gemeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan. De voorschriften betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben voorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gemeentelijke bouwverordening.

Artikel 2 – openbare wegen

a.      De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of door onteigening.

b.      De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplantingen en dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting.

c.      Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die rechtstreeks palen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbare weg, waarvan de rooilijnen door het gemeentebestuur zijn vastgesteld en waarvan de aanleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn overeenkomstig de eisen die hieraan door het gemeentebestuur gesteld worden.

Artikel 3 – kavelgrenzen

a.      Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

b.      Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van twee of meer tegen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels der gebouwen.

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen;

d.      voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 18 – zones voor landelijke bebouwing 3.000m²/40m

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum drieduizend vierkante meter.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum veertig meter.

c.      In deze zones mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere ingesloten kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid van de Openbare Besturen noch te hunnen laste kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.
Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.
Deze wegen zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.
Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de twee woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 10m, maximum de helft der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op ten minste 3m van de eigendomsgrenzen.

g.      Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning en een paviljoen aanwezig. De woning werd vergund in 1959, het paviljoen werd vergund in 1966. Op het perceel zijn er nog een openlucht zwembad en tuinhuis aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 279,17m² op een perceel van circa 7.465,37m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is een hoekperceel tussen de Boerendreef en de Kasteeldreef.

Het aanpalende perceel langsheen de Boerendreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Kasteeldreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van een bestaand zwembad en het aanleggen van een nieuw openlucht zwembad en bijkomende verharding op een perceel van 7.465,37m².

De aanvraag omvat het bestaande zwembad af te breken en een nieuw zwembad in te planten op dezelfde plaats.

De afmetingen van de bestaande woning en paviljoen blijven onveranderd.

Achter het bestaande paviljoen wordt een terras met zwembad van 166,31m² aangelegd.

Het nieuwe zwembad heeft een diepte van 1,56m.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 385,91m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 1 juli 2020, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een zwembad te herbouwen op dezelfde locatie en nieuwe verhardingen aanleggen; Er dienen geen bomen te worden geveld.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

d.      Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5 tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boerendreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

h.      Functionele inpasbaarheid
Het afbreken van een bestaand zwembad en het aanleggen van een nieuw openlucht zwembad en bijkomende verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

i.        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving..

 

j.        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
 

k.      Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

l.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

m.    Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

n.      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Den Aard 13 - de heer Peter Gouverneur - het bouwen van een poolhouse en het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding - OMG 2020/212

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1984 - 1984/100

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een poolhouse, een openlucht zwembad en bijkomende verharding - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 25 maart 2019 - M 2019/112

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Peter Gouverneur, op 27 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Den Aard 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een poolhouse en het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 17 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1985. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 205m² op een perceel van circa 4.760m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een poolhouse en het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding op een perceel van 4.760m².

De woning blijft ingeplant tot op 14m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 20m op een kavelbreedte van 27m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 11,60m. De overige afmetingen van de woning blijven onveranderd.

Achter de woning en op 3m van de linker perceelsgrens wordt een poolhouse ingeplant. Het poolhouse is 10m diep, 4m breed en 2,64m hoog. De gevels worden bekleed met witte aluminium panelen en afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 245m².

De toegang tot het perceel is 5,25m breed. De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen. Achter de woning werd een terras met zwembad van 243m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 386m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 10 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een zwembad te bouwen. Bij plaatsbezoek vastgesteld dat de werken nagenoeg reeds volledig uitgevoerd zijn zodat het in feite een regularisatie aanvraag betreft.
    Er is beperkt mogelijkheid tot heraanplanting
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte  heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen.
 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer zal dienen aangesloten te worden op de bestaande DWA-afvoer van de woning.
  • Aangezien alle RWA ter plaatse op eigen terrein in de bodem infiltreert is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing op het dossier.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van alle afvalwater is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Den Aard een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een poolhouse en het aanleggen van een openlucht zwembad met bijkomende verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;

o        het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Missionarislei 10 - Toon Somers - het aanleggen van een open lucht zwembad - OMG 2020/291

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juni 2001 - 2001/182

o        verbouwen garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 februari 2002 - 2002/05

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1957 - 1957/58

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Toon Somers, op 4 juni 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Missionarislei 10.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 9 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 7 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m

2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

2.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation gelegen aan de Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verderzetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.

2.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

2.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone;

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.4. Afmetingen van de gebouwen

a)      Kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b)      Voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

Bij gekoppelde bebouwing:
Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.

c)      c) Bouwdiepte
Maximum 15m tussen voor- en achtergevel

d)      d) Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

2.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

2.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

2.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.

2.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

2.2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

2.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

2.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        de schaal van het plan;

o        de bestaande en de aangevraagde bebouwing;

o        de toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen;

o        alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen.

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

2.5. Verkavelingsvoorschriften

2.5.1.Kavelbreedte

Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.

2.5.2. Kaveloppervlakte

Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.

2.5.3. Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 2002 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 132,70m² op een perceel van circa 1.395m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een open lucht zwembad op een perceel van 1.395m².

De inplanting en de afmetingen van de woning en garage blijven behouden.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 132,70m².

Tot op 7,5m achter de woning wordt een openlucht zwembad ingeplant. Het zwembad is 4m breed en 10,20m lang. Het zwembad heeft een diepte van 1,40m.

De toegang tot het perceel is 4m breed. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 124,35m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 1 juli 2020, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een open lucht zwembad te bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld.
     
  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 18 juni 2020, luidt: gunstig.
    Perceel ligt buiten beschermingszone Pidpa

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 13 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het achterste gedeelte van de tuinzone is ingekleurd als mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetskaart.

Het aan te leggen zwembad valt juist buiten deze zone.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        er mogen geen reliëfwijzigingen (ophogingen) worden uitgevoerd in de tuinzone;

o        de uitgegraven grond dient integraal verwijderd te wordt en mag zeker niet uitgespreid wordt op eigen terrein.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Missionarislei een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 13 juli 2020 is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een open lucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Begonialaan 4 - mevrouw Astrid Nuyens - het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2020/322

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 juni 1978 - 1978/106

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Astrid Nuyens, op 16 juni 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Begonialaan 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van en bestaande vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 17 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van  meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1994 volgens de gegevens van het kadaster. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 184m² op een perceel van circa 3.780m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van en bestaande vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 3.780m².

Volgende zaken worden aangevraagd:

o        een uitbreiding van het gelijkvloers;

o        van een schuin dak naar een plat dak.

De woning blijft tot op 15m ingeplant vanaf de rooilijn, op 13m van de rechter perceelsgrens en op 5m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 27m op een kavelbreedte van 45m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10,70m.

De hoogte van de eerste verdieping wordt 3,25m en van de tweede verdieping 6,25m afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in witte gevelpleister en in hout.

Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 254m².

De toegang tot het perceel is 4,95m breed.

De oprit wordt aangelegd in grind en ligt op minimum 2m van de linker perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 143m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 8 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande woning te verbouwen en uit te breiden. Hiervoor dienen 8 bomen geveld te worden.
    De aangevraagde beuk is de moeite waard om behouden te blijven. De stam van de beuk staat op een afstand van 2,4m van de te bouwen open veranda. Gezien dit een eerder lichte constructie is dient de uitvoering met een puntfundering gerealiseerd te worden in plaats van een klassieke sleuffundering. Een boomonderzoek met wortelonderzoek en boombeschermingsplan uit te voeren door een european treeworker is noodzakelijk om de boom voldoende overlevingskansen te geven.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Het perceel voldoet op vlak van groen aan de definitie.

o        het behoud van de waardevolle beukenboom zoals in oranje omcirkeld op het plan “BA_Woning_I_N_00_inplanting NT_voorwaarden”;

        de beukenboom en andere bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Een boomonderzoek met wortelonderzoek is noodzakelijk om de boom voldoende overlevingskansen te geven. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

  • de resterende bestaande bomen, bos te behouden;
  • indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
  • geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;
  • de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;
  • om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;
  • een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
     
  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 22 juli 2020, luidt: gunstig.
    Het project voldoet aan de gewestelijke verordening hemelwater.

Er worden geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen);
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of ingebuisde gracht langsheen de Begonialaan.
  • De plaatsing van een regenwaterput is niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Er wordt toch een regenwaterput voorzien met herbruik met een inhoud van 5.000 liter. Het herbruik zal gebeuren door de aansluiting van 2 toiletten, een wasmachine en 2 buitenkraantjes.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 6.350 liter (effectief 6.370 liter) infiltratievolume en min. 10m² (effectief 10m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein t.h.v. de rooilijn.
  • Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan. De minimum inhoud dient 3.000 liter te bedragen.
  • Zowel het fecale afvalwater als het overige sanitaire afvalwater dienen op de septische put te worden aangesloten. De zinkput dient verplicht buiten dienst gesteld te worden van zodra er riolering in de Begonialaan is aangelegd.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van de bestaande woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Begonialaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 22 juli 2020 is gunstig.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van en bestaande vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 34cm boven de straatpas

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn (niet) voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 6.350 liter en een infiltratieoppervlakte van 10m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Picardiëlaan 113 - mevrouw Julie Stenten en de heer Laurens Wielfaert - het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2020/324

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        afbreken van bouwvallige woningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 1989 - 1989/195

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 oktober 1992 - 1992/3

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het bouwen van een woning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 28 oktober 2019 - SA 2019/16

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Julie Stenten en de heer Laurens Wielfaert, op 17 juni 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 113.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 22 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 738m² groot.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en wonen in meervoud.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 738m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3,15m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 10,85m op een kavelbreedte van 17m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 13,45m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,10m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 11,35m. De gevels worden opgetrokken in gevelsteen en gekaleide gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met pannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 109m².

De toegang tot het perceel is 5m breed en ligt op minimum 3,15m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 38m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 86,60m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 3 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te bouwen op een onbebouwd perceel. Wat betreft de aantallen voorziene beplantingen is dit conform SA 2019/16. De voorziene bomen staan in twee groepen weergegeven op plan. De bomen dienen regelmatig verspreid te worden over het gehele perceel.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de aanvrager voorziet op het inplantingsplan een heraanplanting met bomen conform SA 2019/16 waarbij bepaald werd om een heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        een bankwaarborg te voorzien van 1500 euro ter garantie voor de uitvoering van heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 10 juli 2020 onder referentie L-21-008/192388, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Picardiëlaan.

o        De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.

o        De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 toiletten en een buitenkraan.

o        De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening, met minimum 1.292,50 liter (effectief 1.500 liter, OK) infiltratievolume en minimum 2,07m² (effectief 4,5m², OK) infiltratie oppervlakte. Het in mindering brengen van een bepaalde oppervlakte bij het plaatsen van en grotere regenwaterput wordt in de verordening hemelwater niet voorzien voor een ééngezinswoning, vandaar de nieuwe getallen).

o        De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Picardiëlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 1.500 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,5m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 6.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 792,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 1,27m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 1 augustus 2020 tot en met 30 augustus 2020

Turnhoutsebaan 459

het afbreken van de bestaande apotheek en het bouwen van een apotheek met een meergezinswoning met 4 woonentiteiten en studio bij de apotheek

OMG 2020/255

van 1 augustus 2020 tot en met 30 augustus 2020

Blijde Inkomst zn

het verkavelen in 5 loten

OVK 2020/8

van 2 augustus 2020 - tot en met 31 augustus 2020

Gillès de Pélichylei 42

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met tuinhuis en een openlucht zwembad

OMG 2020/333

van 2 augustus 2020 tot en met 31 augustus 2020

Waterstraat 41

het regulariseren van een open veranda, een tuinberging en een houten tuinhuis aan een bestaande ééngezinswoning

OMG 2020/263

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Regionaal Landschap - anti-tankgracht - beheer

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 30 december 1993 werd de Antitankgracht beschermd als landschap.

          Op 6 maart 2008 werd het Landschapsbeheerplan Antitankgracht goedgekeurd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het document werd opgesteld door het Regionaal Landschap de Voorkempen. Ook de gemeente Schilde gaf haar ondersteuning en goedkeuring aan het document. Het document werd nadien nog aangevuld met de integraalstudie ‘recreatieve ontsluiting Antitankgracht’.

          Op 20 februari 2013 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)  het eigendomsrecht van de Antitankgracht alsook van de oeverzone overgenomen van De Scheepvaart NV.

          Op 8 juli 2019 gaat het college van burgemeester en schepenen akkoord het PDPO-dossier van het Regionaal Landschap de Voorkempen voor de Antitankgracht. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het project en het financieringsplan en ondertekent de engagementsverklaring.

          Op 16 maart 2020 keurde de gemeenteraad de gebruiksovereenkomst van de Vlaamse Milieumaatschappij aangaande recreatieve infrastructuur op onroerende goederen gelegen langsheen de Antitankgracht goed.

 

Feiten en context

VMM maakt samen met de betrokken gemeenten en het Regionaal Landschap Voorkempen (RLV) werk van een duurzaam en uniform beheer van de Antitankgracht door middel van een gebruiksovereenkomst en een beheerplan.
Bedoeling is om in 2020-2021 effectief te starten met een gezamenlijke en stapsgewijze uitvoering van het bestaande beheerplan. Het gemeentebestuur had hiertoe reeds haar engagement gegeven via het mee onderschrijven van een gezamenlijk PDPO-project.

Hoewel het PDPO-project niet werd weerhouden voor subsidie door de Vlaamse overheid, vraagt het RLV in haar mail van 8 juli 2020 de gemeente om toch haar eerder gemaakte financiële engagement van 1.692,50 euro te behouden. Deze kost is voor de globale werking te financieren.

Ook wordt de vraag gesteld of Schilde interesse heeft in een intergemeentelijk beheer van de paden. In eerste instantie zal dit opgestart worden naar het maaien en toegankelijk houden van de paden

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: het financieel beheer.

 

Argumentatie

          De vraag van het RLV past in de uitvoering van de eerder ondertekende overeenkomst met RLV en VMM.

          Momenteel gebeurt het dagelijks beheer van de Antitankgracht door de dienst der werken. De groendienst staat in voor het twee maal per jaren maaien van het fietspad en éénmaal per het ruiterpad. De bezanding van het pad gebeurt door de ploeg wegen.

          Dit gezamenlijk beheer - conform het goedgekeurde beheerplan kan zowel natuurtechnisch als financieel een voordeel zijn voor de gemeente. Door de schaalvergroting kan kosten - en tijdbesparend gewerkt worden. Ook is een gezamenlijk beheer natuurtechnisch een meerwaarde omdat meer technische kennis en geschikter materiaal kan ingezet worden, waardoor de natuur meer ontwikkelen. Ook voor de recreant is een intergemeentelijk beheer een meerwaarde omwille van het uniforme beeld dat gecreëerd wordt over de ganse Antitankgracht.

          Met de dienst der werken zullen de nodige afspraken gemaakt worden om dit intergemeentelijk beheer goed af te stemmen met de nog resterende gemeentelijke werking.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000463

Actie

AC000144

Algemene rekening

649300000

Beleidsveld

680

Bedrag

Visum financieel directeur

1.692,50 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van het Regionaal Landschap de Voorkempen en gaat akkoord om haar eerdere financiële engagementen te herbevestigen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de banken en vuilbakken van Schilde moeten behouden worden.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het intergemeentelijk beheer van de paden langs de Antitankgracht te laten uitvoeren door het Regionaal Landschap De Voorkempen. De voorwaarde is dat het huidige niveau van beheer blijft behouden.

Artikel 4. De nodige afspraken dienen gemaakt te worden met de dienst der werken om dubbel werk te voorkomen en om bestaande bestekken aan te passen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Actieplan Voedselverlies en biomassa(rest)stromen circulair 2021-2025 - openbaar onderzoek

 

 

Feiten en context

De Vlaamse overheid werkte een ontwerp actieplan uit om voedselverliezen te vermijden en biomassa beter te benutten. Tegen 2025 zou het voedselverlies in Vlaanderen met 30 procent moeten dalen.

 

Juridische gronden

Artikel 26 van het decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen goedgekeurd op 23 december 2011 (materialendecreet)

 

Argumentatie

          Elke gemeente draagt er, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld en nuttig worden toegepast.

          Dit actieplan vormt het nieuwe kader voor de overheid en de sectoren om samen voedselverlies en biomassa(rest)stromen circulair aan te pakken in Vlaanderen de komende 5 jaar.

          Het openbaar onderzoek loopt van 1 augustus tot en met 30 september 2020.

          Er zijn geen opmerkingen te formuleren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp actieplan Voedselverlies en biomassa(rest)stromen circulair 2021-2025 en beslist om geen advies te geven.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Rozenhoek 2 - Bouwbedrijf Menbo NV - het melden van een tijdelijke bronbemaling voor bouwwerkzaamheden - M 2020/368

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        uitbouw zone openbaar nut 'rozenhoek' met bouw ondermeer de bouw van een voertuigenloods - vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 10 oktober 2014 - 2013/239

o        het wijzigen van gebouwen van de "zone openbaar nut rozenhoek" waarvoor reeds een stedenbouwkundige vergunning verleend werd - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 2015 - 2015/50

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 22 augustus 2016 - melding 454

  • Omgevingsvergunning(en)

o        Melding van een tijdelijke bronbemaling - aktename door het college van burgemeester en schepenen - melding M2020/539

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bouwbedrijf Menbo NV, op 9 juli 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een deel van het terrein met als adres Rozenhoek 2.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling voor bouwwerkzaamheden.

De uiterste beslissingsdatum is 8 augustus 2020.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 2 wijziging, goedgekeurd op 19 maart 1999.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een recyclagepark, voertuigenloods, magazijn en administratief gebouw aanwezig. In het verleden werden tal van bouw- milieu- en omgevingsvergunningen afgeleverd voor het perceel.
Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: recyclagepark en voetbalvelden.
De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die ook voorzien is van een baangracht.
Deze straat wordt weinig gebruikt als doorgangsweg, wel als toegangsweg naar het recyclagepark.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing met tal van groenelementen.
De panden op het terrein zijn niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Ten noorden van het perceel ligt de gerangschikte waterloop Klein Beek.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

35 m³/uur x 24 uur x 7 dagen x 4 weken = 23520m³/jaar (Nieuw)

23520 m³/jaar

De melding omvat de tijdelijke exploitatie van een bronbemaling voor de plaatsing van regenwaterputten. Na het voltooien van deze werken zal de bronbemaling worden stopgezet. De exploitant geeft aan dat dit een 4-tal weken in beslag zal nemen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Het terrein is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. De melding is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Milieuaspecten

De aanvrager geeft in de bemalingsnota aan dat deze wenst het grondwaterniveau te verlagen tot een diepte van maximum 4 meter onder het maaiveld. De bronbemaling gebeurt met 1 pomp en 8 filters met een maximum debiet van 35 m³/uur. Op basis van het maximum dagdebiet en het aantal pompdagen komt het maximum debiet op 23.520 m³. In de bemalingsnota wordt geconcludeerd dat de bemaling geen ontoelaatbare invloed levert buiten de bouwput zelf, qua zettingshinder.

De duur van bemaling wordt geschat op een 4-tal weken. De werkzaamheden starten in de zomermaanden waardoor er kans is op droogteschade in de omgeving door de bemaling.

De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager kan een deel van het water infiltreren in de aanwezige wadi op het terrein. Het overige water zal geloosd worden in de nabij geleden oppervlaktewater Klein Beek.

 

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Rozenhoek een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     hoofdstuk 5.53 van  VLAREM II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.

De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Hoge Haar 11 en 13 - Micha van Jole - het vellen van 3 sparren, 4 berken en 1 eik - VB 2020/253

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 1996 - 1996/157

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1977 - 1977/64

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Micha van Jole op 17 mei 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hoge Haar 11 en 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 sparren, 4 berken en 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 14 augustus 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 3 sparren, 4 berken en 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoge Haar een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    De boom staat in een gebied dat overstromingsgevoelig is. De boom bevindt zich niet langs een waterloop. Deze aanvraag heeft dan ook geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (art. 1.2.2). Er moeten geen bijkomende voorwaarden opgelegd worden met betrekking tot de oppervlaktewaterhuishouding.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de berken en eik beconcurreerd worden door andere waardevolle omstaande eikenbomen. De sparren hebben een beperkte esthetische waarde. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Baron Delbekelaan 2 - Inge De Winter - het vellen van 20 sparren en 1 eik - VB 2020/326

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 augustus 1964 - 1964/128

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Inge De Winter op 17 juni 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Baron Delbekelaan 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 20 sparren en 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 augustus 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 20 sparren en 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 15 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • Alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld. 
  • Er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten. 
  • Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen.
  • Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels: 

o        ofwel op een plantafstand van minimum 5 m van de kruin van de waterloop; 

o        ofwel een eerste rij bomen op 0.75 m van de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m, zodat de waterloop met de machine bereikbaar blijft, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1. 

  • Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen. 
  • De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Baron Delbekelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 6 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 6 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.
  • Het advies van de Dienst Integraal Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Omgeving - Rozenlaan 15 - Jozef Van Lint - het vellen van 2 sparren - VB 2020/330

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 februari 1960 - sgr1960/13

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jozef Van Lint op 21 juni 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Rozenlaan 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 24 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 23 augustus 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 17 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (art. 1.2.2).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • Alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld.
  • Er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten.
  • Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:

o        ofwel op een plantafstand van minimum 5 m van de kruin van de waterloop;

o        ofwel een eerste rij bomen op 0.75 m van de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m, zodat de waterloop met de machine bereikbaar blijft, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.

  • Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen.
  • De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Rozenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.
  • Het advies van de dienst Integraal Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - juli 2020: Midzomer 2, Catersbos

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft in juli 2020 volgende burgemeesterbesluit uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen:

          Midzomer 2 - 1 naaldboom;

          Catersbos - 1 eik.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissingen zijn nodig in kader van de veiligheid.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Schilderen van wegmarkering - contract over 2 jaar - 2020-2021 - 2020-021/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 13 juli 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 10 november 2020.

          Er werden 4 offertes ontvangen:

          De Groote Gaston, Ambachtsweg 19-21 te 9820 Merelbeke (402,90 euro excl. btw of 487,51 euro incl. 21% btw);

          Trafiroad nv, Nieuwe Dreef 17 te 9160 Lokeren (469,70 euro excl. btw of 568,34 euro incl. 21% btw);

          AB Eurolines, Sluis 15 te 9810 Eke (443,65 euro excl. btw of 536,82 euro incl. 21% btw);

          GEBROEDERS LASSEEL BVBA, Schraaienstraat 62 te 9810 Nazareth (495,25 euro excl. btw of 599,25 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 15 juli 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000457

Actie

AC000143

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

35.000 euro incl. btw

Visum financieel directeur

20/064

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 15 juli 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “schilderen van wegmarkering - contract over 2 jaar - 2020-2021” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde De Groote Gaston, Ambachtsweg 19-21 te 9820 Merelbeke, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver (het bestelbedrag wordt beperkt tot 28.925,62 euro excl. btw of 35.000,00 euro incl. 21% btw).

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-021/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Plaatsen betongoten ter bescherming van de bermen - Bestek 2020-039/TDU - agenda gemeenteraad 18 augustus 2020

 

 

Feiten en context

Weerkerend bestek voor het plaatsen van betongoten ter bescherming van de bermen.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

78.293,05 euro incl. btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2020-039/TDU voor plaatsen van betongoten ter bescherming van de bermen en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Plaatselijk vernieuwen van betonplaten - contract over 2 jaar - 2020-2021 - 2020-024/TDU - agenda gemeenteraad 18 augustus 2020

 

 

Feiten en context

Weerkerend bestek voor het plaatselijk herstellen van betonplaten.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

93.497,91 euro incl. 21% btw.

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2020-024/TDU voor plaatselijk vernieuwen van betonplaten en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aanpassingswerken speelplaats GLS De Wingerd

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 7 oktober 2019 is door IGEAN een verslag van bedrijfsbezoek opgesteld waarin de aandacht gevestigd wordt op de staat van de houten afboording.

          In het kader van de opdracht “Prijsvraag voor aanpassingswerken speelplaats GLS De Wingerd” werd een technische beschrijving met nr. 2020-036/TDU opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen.

          Er werd een opdracht tot stand gebracht bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

 

Feiten en context

          De herstelling van deze rotte houten afboording is dringend om veiligheidsredenen. Om dit te financieren zal het jaarlijks weerkerend bestek voor het vervangen van betongoten niet worden uitgeschreven zodat dit budget hiervoor kan aangewend worden.

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 13 juli 2020 om 09.30 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 10 november 2020.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (22.994,75 euro excl. btw of 27.823,65 euro incl. 21% btw);

          Hens NV, Bredabaan 54 te 2990 Wuustwezel (25.458,00 euro excl. btw of 30.804,18 euro incl. 21% btw);

          Vermetten Wegenbouw nv, Industrieweg 11 te 2330 Merksplas (24.862,50 euro excl. btw of 30.083,63 euro incl. 21% btw).

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
1° Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichting en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

          Op deze opdracht is er geen visum vereist.

 

Argumentatie

Op 22 juli 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

Te gebruiken budget van betongoten MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel directeur

27.823,65 euro incl. 21% btw

geen visum vereist

 

BESLUIT

Artikel 1. De technische beschrijving met nr. 2020-036/TDU en de raming voor de opdracht “Prijsvraag voor aanpassingswerken speelplaats GLS De Wingerd”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen worden goedgekeurd. De raming bedraagt 21.655,50 euro excl. btw of 26.203,16 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht komt tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

Artikel 3. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 22 juli 2020, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen.

Artikel 4. Het verslag van nazicht van de offertes als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 5. Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen, tegen het nagerekende offertebedrag van 22.994,75 euro excl. btw of 27.823,65 euro incl. 21% btw.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Verkoop oude voertuigen en materialen - agenda gemeenteraad 18 augustus 2020

 

 

Feiten en context

De voorbije jaren werden verschillende machines en materialen vernieuwd waardoor de oude exemplaren uit dienst zijn. Het gaat om een nadarwagen met nadar, een grasmaaier, een bezander, een tractor en graafkraan voor opbouw op tractor. Volgende firma's werden aangeschreven waarvan slechts één een bod uitbracht:

          Luycx nv: 5.380 euro;

          Timtech BVBA;

          Bredi BV;

          Auto M & M.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Er werden vier firma's aangeschreven om een bod uit te brengen voor de uit dienst genomen voertuigen en materialen waarvan slechts één een bod heeft uitgebracht. Voorstel is dan ook om te verkopen aan de enige bieder.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel tot verkoop van de oude voertuigen en materialen aan de enige bieder en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aankoop multifunctionele kleine tractor met toebehoren - 2020-041/TDU - agenda gemeenteraad 18 augustus 2020

 

 

Feiten en context

In het meerjarenplan is budget voorzien voor de aankoop van een nieuwe multifunctionele kleine tractor met toebehoren.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000772

Actie

AC000153

Algemene rekening

2480000000

Beleidsveld

0119

Bedrag

100.000 euro incl. btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2020-041/TDU voor aankoop multifunctionele kleine tractor met toebehoren en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Evaluatie beheersovereenkomst

 

 

Voorgeschiedenis

          Het Autonoom Gemeentebedrijf Schilde, KBO 0693 894 844, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in publiekrechterlijke vorm werd opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 20 november 2017 op grond van de artikelen 225-244 van het gemeentedecreet.

          In zitting van 21 december 2017 beslist het College van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken om een voorafgaande beslissing of ruling te verlenen over de btw-aspecten van de vestiging van een zakelijk recht en uitbating van een gemeenschapscentrum en een sportcomplex.

          De oprichting van het AGB Schilde werd goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kansen en Armoedebestrijding op 22 februari 2018.

          De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Schilde werd goedgekeurd op 17 december 2018.

          De gemeenteraad van 17 juni 2019 heeft een evaluatie van de beheersovereenkomst opgemaakt.  De raad van bestuur van het AGB Schilde heeft op 17 juni 2019 kennisgenomen van de evaluatie van de beheersovereenkomst.

          De aangepaste beheersovereenkomst werd goedgekeurd door de raad van bestuur van het AGB Schilde van 17 juni 2019.

          Op 20 augustus 2019 besliste de gemeenteraad de aangepaste beheersovereenkomst met AGB Schilde goed te keuren.

 

Feiten en context

          Per legislatuur sluiten het AGB en de oprichtende gemeente een beheersovereenkomst, waarin de taken en doelstellingen van het AGB concreter worden omschreven en de gemeente daarvoor een aantal middelen (financiën, personeel, logistiek, …) toekent.  De beheersovereenkomst eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

          Het decreet lokaal bestuur verplicht om minstens te voorzien in een jaarlijks rapport betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst.

 

Juridische gronden

          Artikel 234 §3 van het  decreet lokaal bestuur

Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt die gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan worden jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad.

Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd.

Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een jaar na de verlenging, vermeld in het derde lid, of als een beheersovereenkomst is ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met het autonoom gemeentebedrijf voorlopige regels vaststellen voor aangelegenheden, vermeld in de beheersovereenkomst.  Die voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

          Artikel 10 §1 van de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 november 2017 waarin bepaald is minstens de volgende aangelegenheden in de beheersovereenkomst moeten geregeld worden:

          1° De concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan;

          2° De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het AGB;

          3° Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;

          4° De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financiering mogen worden aangeworven en aangewend;

          5° De wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur vastgesteld en berekend worden;

          6° De gedragsregels inzake de dienstverlening door het AGB;

          7° De voorwaarden waaronder het AGB andere personen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;

          8° De informatieverstrekking door het AGB aan de gemeente;

          9° De wijze waarop het AGB zal voorzien in een systeem van interne controle;

          10° De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;

          11° De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

          Artikel 10 §4 van de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 november 2017

De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan wordt jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad. Hiertoe zal de raad van bestuur rapporteren aan, dan wel een toelichting verzorgen voor de gemeenteraad omtrent de beheersovereenkomst. Het AGB legt eveneens in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan. Dat verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen drie (3) maanden uitspreekt.

 

Argumentatie

          Op dit ogenblik is enkel de exploitatie- en beheersopdracht van het AGB Schilde beperkt  tot Werf 44. 

          Het cultureel programma startte na de wateroverlast terug op in februari 2019. Omwille van Covid-19 ligt de programmatie en verhuur reeds stil van half maart 2020

          De administratieve impact op de gemeentelijke diensten blijft zeer groot.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de evaluatie van de beheersovereenkomst te agenderen voor de gemeenteraad van 18 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Uitzondering op de verdeelsleutel GROS van 2019 wegens corona

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Huur De Caters - Meeusen Jan - uitzondering reglement

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Meeusen Jan op dinsdag 28 juli 2020.

 

Feiten en context

          Meeusen Jan had op vrijdag 11 en zaterdag 12 september 2020 zaal De Caters bij ons ontleend voor een trouwfeest. Wegens de Covid-19 crisis zouden ze deze datum willen verzetten.

          Meeusen Jan had als inwoner van Schilde graag de Zaal De Caters gehuurd op vrijdag 10 en zaterdag 11 september 2021 of op vrijdag 24 en zaterdag 25 september 2021.

          Overeenkomstig het huidige reglement kan een particulier maar 6 maanden op voorhand reserveren.

          Concreet betekent dit dat zij pas in april 2021 de zaal kunnen reserveren.

          Indien de zaal reeds bezet blijkt te zijn op dat moment, zal het erg moeilijk zijn om nog een een geschikte locatie te vinden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Particuliere zalen zijn vaak reeds meer dan een jaar op voorhand gereserveerd.

          Particuliere zalen zijn qua prijsverhouding een stuk duurder.

          De zaal is momenteel beschikbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om toestemming te geven aan Meeusen Jan om de Zaal De Caters te huren op vrijdag 10 en zaterdag 11 september 2021 of op vrijdag 24 en zaterdag 25 september 2021.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Aanvraag speelstraat - Torfhoeken - van 17 tot 31 augustus 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier speelstraat Torfhoeken van Melanie Le Bruyn op 29 juni 2020.

 

Feiten en context

Melanie Le Bruyn dient een aanvraag in voor de inrichting van een speelstraat in de Torfhoeken. De periode loopt van 17 tot 31 augustus 2020.

De bewonersenquête is niet ingevuld geweest wegens Covid-19.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Speelstraatreglement, goedgekeurd op de Gemeenteraad van 19 april 2010 met ingangsdatum 20 april 2010

 

Inspraak en advies

          gunstig advies mobiliteit

          gunstig advies politie

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van een speelstraat te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Melanie Le Bruyn om de Torfhoeken in te richten als speelstraat van maandag 17 tot maandag 31 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Gemeenteraad - dagorde van 18 augustus 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 18 augustus 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 15 juni 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          SECRETARIAAT - Corona - Samenwerkingsovereenkomst pre-triage centrum AZ Sint-Jozef Malle - Besluit

          PERSONEEL - GLS De Wingerd - bijkomende lestijden - schooljaar 2020-2021 - Besluit

          FINANCIELE ZAKEN _ Jaarrekening 2019, schema's TJ4 en TJ6

          FINANCIELE ZAKEN - Corona - Taxiretributies en -belastingen - Besluit

          Milieu - Geïntegreerd beheerplan Schildehof - kennisgeving document - Kennisname

          Cultuur - Laatste versie beheersplan Sint-Guibertuskerk, kerkhof en omgeving - Besluit

          Openbare werken - Patrimonium - Notariële akte kosteloze grondafstand - Konijnenbosweg 6 - Afdeling 2, sectie B, 259 D (deel) - Besluit

          Dienst der Werken - Verkoop oude voertuigen en materialen - Besluit

          Dienst der Werken - Plaatselijk vernieuwen van betonplaten - 2020-024/TDU - contract over 2 jaar - 2020-2021 - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Besluit

          Mobiliteit - Aanvullende verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van invoeren blauwe zone langs de N12 - correctie 2 - Besluit

          Mobiliteit - Aanvullende verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van inrichting gedeelte van de Kerkelei als Schoolstraat en het verplaatsen van twee parkeerplaatsen - Goedkeuring - Besluit

          GRONDGEBIEDSZAKEN - Brandweerkazerne - gebruiksovereenkomst - goedkeuring - Besluit

          Onderwijs - Aanpassing schoolreglement De Wingerd - Besluit

          Evenementen - Carrousel 2020 - overeenkomst - Besluit

          VRIJE TIJD EN WELZIJNSZAKEN - Evaluatie beheersovereenkomst - Besluit

          SECRETARIAAT - IKA kapitaalsverhoging - Besluit

          SECRETARIAAT - Actualiteitsvragen - Kennisname

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020

Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag - 2020-030/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 juni 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 16 juli 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 13 november 2020.

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge (26.668,00 euro excl. btw of 32.268,28 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (25.488,00 euro excl. btw of 30.840,48 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 17 juli 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000767

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000700

Beleidsveld

0200

Bedrag

30.840,48 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

20/066

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 17 juli 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen, tegen het nagerekende offertebedrag van 25.488,00 euro excl. btw of 30.840,48 euro incl. 21% btw.

De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 24 maanden.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-030/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 11/08/2020