College van burgemeester en schepenen zitting van 03 08 2020
Omgeving - Veldvenne 22 - BOUWONDERNEMING HUYBREGTS - REYNDERS NV - het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden - OMG 2019/640
Voorgeschiedenis
- Stedenbouwkundige vergunning(en)
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1956 - 1956/44
Feiten en context
- Dossiergegevens
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door BOUWONDERNEMING HUYBREGTS - REYNDERS NV, op 13 december 2019 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Veldvenne 22.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 30 juni 2020.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 6 februari 2020 een administratieve lus opgestart. De nieuwe uiterste belissingsdatum is 29 augustus 2020.
De aanvrager heeft op 13 april 2020 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 20 april 2020. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 29 augustus 2020.
- Planologische context
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:
I.– Algemene bepalingen
Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen
De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:
a. Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.
b. Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.
c. Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.
d. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.
Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen
a. Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.
b. Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)
c. Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.
d. Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.
e. Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.
f. Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.
g. Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die eraan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.
(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).
Artikel 7 – Vellen van bomen
Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:
a. Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.
b. De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.
c. De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.
Artikel 9 – Minimum breedte van woningen
a. Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.
b. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.
c. Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.
d. De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.
e. Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.
Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg
a. Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.
b. Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.
c. Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.
d. Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.
e. Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.
Artikel 14 – Zones voor open bebouwing
A. Bestemming:
Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.
Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.
Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.
B. Bebouwing.
a. Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d
b. Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.
De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.
De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.
De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.
c. Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.
C. Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:
1) Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.
2) Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.
3) Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.
Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’
A. Bestemming:
a. In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.
b. Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.
c. Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.
d. Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.
Artikel 22 – Zones van achteruitbouw
a. Bestemming:
Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.
Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.
b. Bebouwing:
Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.
Alle bebouwing is verboden.
c. Afsluiting langsheen de wegenis:
In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.
d. Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.
e. Elke andere soort afsluiting is verboden.
Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1956.
De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 122m² op een perceel van circa 910m².
Het perceel is gelegen in de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.
Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.
Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.
Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande woning en het bouwen van een meergezinswoning met 4 wooneenheden, op een perceel van 910m².
Het nieuwe gebouw wordt ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.
De voorgevel van het gebouw heeft een breedte van 12m op een kavelbreedte van 18m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15m. Op de eerste verdieping wordt achteraan een uithangend terras voorzien waardoor de bouwdiepte tot 16m komt.
De kroonlijsthoogte bedraagt 7m. Een derde bouwlaag wordt gecreëerd binnen de contouren van een denkbeeldig hellend dak. De dakrand bevindt zich op 9m uit het maaiveld.
De gevels worden opgetrokken in geschilderde gevelsteen. Het dak is plat.
Achter het hoofdgebouw en op 1m van de linker perceelsgrens wordt een fietsenberging / berging voor vuilbakken ingeplant.
Het bijgebouw is 3m diep, 8m breed en 2,7m hoog. De gevels worden bekleed in hout, afgewerkt met een plat dak.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel (hoofdgebouw + bijgebouw), inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 204m².
De toegang tot het perceel is 3m breed.
De oprit wordt aangelegd in dolomiet en ligt op de rechter perceelsgrens.
Achteraan het perceel worden 6 parkeerplaatsen voorzien met volgende afmetingen: 2,50m x 5m per parkeerplaats.
De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 353m².
Er worden bomen gerooid.
Juridische gronden
d. Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
e. Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
f. Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
g. Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
h. Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
i. Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
j. Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
k. Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
l. Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
m. Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
n. Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
o. Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
p. Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
q. Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
r. Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
s. Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Inspraak en advies
4) Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 23 juni 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een bestaande woning af te breken en appartementen te bouwen.
De aangeduide bomen op het inplantingsplan stemmen niet overeen met de realiteit. Sommige bomen staan met een verkeerde naam aangeduid. Sommige bomen, een beuk en een notenboom ontbreken op het plan volledig. De notenboom is de moeite waard om behouden te blijven.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
a. het behoud van de waardevolle boom, een notenboom zoals in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;
b. de notenboom in de omgeving van de werken dient onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;
e. indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
f. geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;
g. de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;
h. een bankwaarborg te voorzien van 1.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
f. Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 17 februari 2020 onder referentie L-20-375/191602, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
o beschrijvend gedeelte:
- van toepassing zijnde regelgeving:
- de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
- het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
- de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
- het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
- deze lijst is niet limitatief.
- Ligging volgens het zoneringsplan:
- De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
o Specifieke voorwaarden:
- De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen Veldvenne.
- De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
- De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en een wasmachine.
- De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 3.000 liter (effectief 10.000 liter) infiltratievolume en min. 5m² (effectief 5m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
- Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
- Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
- De bestaande huisaansluiting van de te slopen woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
- Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
- De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
o Algemene voorwaarden:
- Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
- De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.
g. Brandweer Malle
a. Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 7 februari 2020 onder referentie PR 2000038-01, luidt: ongunstig.
Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:
- A: artikel 4.2.2.3, artikel 4.2.2.5, artikel 4.2.2.6 en artikel 5.1.1.
- B: artikel 6.5.4: Veiligheidsverlichting niet terug te vinden op de plannen;
- C: Decreet 10 maart 2017: rookmelders te voorzien in elk appartement.
Hierdoor:
- Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;
- Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.
De hulpverleningszone geeft een ongunstig brandpreventieverslag.
b. Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 2 juni 2020 onder referentie PR 2000038-02, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:
- A: artikel 3.3., artikel 4.2.2.3., artikel 4.2.2.6. en artikel 8.4.4
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
- Correcte uitvoering van deuren El1 30;
- Verluchtingsopening uitvoeren met een doorsnede van minimum 1m²;
Correcte aansluiting groendak met en verluchtingsopening.
h. Fluvius System Operator
Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 3 februari 2020 onder referentie 46609563 /, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Op basis van het standaardvermogen van 9,2 kVA per wooneenheid en 22,2 kVA voor de algemene delen en eventuele commerciële panden is uw project aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet.
Op basis van het standaardvermogen van 6m³/h per wooneenheid is uw project aansluitbaar op het bestaande gasnet. Raadpleeg zeker de minimale technische vereisten voor het gasmeterlokaal op www.fluvius.be/nl/media/3021 of www.fluvius.be/nl/media/3016.
Op de website van Fluvius zijn de gedetailleerde reglementen voor elektriciteit en aardgas in verkavelingen, appartementen en wooncomplexen terug te vinden. U dient hieraan te voldoen.
Hou voor de timing van uw project rekening met het feit dat Fluvius – na ontvangst van alle gegevens – 30 werkdagen nodig heeft om de offerte op te maken. Bovendien loopt er nog een termijn van minimaal 30 werkdagen tussen de ontvangst van uw akkoord op de offerte en de effectieve uitvoering van de werken – onder voorbehoud van de tijd nodig om eventuele vergunning, wegenistoelatingen te verkrijgen.
Bovenstaande informatie wordt meegegeven onder voorbehoud van latere wijzigingen. Mocht later bijvoorbeeld blijken dat de definitieve vermogens toch buiten de standaardnormen vallen, dan kan ons advies nog wijzigen.
Fluvius raad u aan de dienst zo spoedig mogelijk te contacteren met het referentienummer van het project: 46609563.
i. Telenet
Het advies van Telenet afgeleverd op 13 februari 2020, luidt: geen advies.
In het gebied waar deze verkavelings- of bouwaanvraag zich situeert, baat Telenet echter geen kabelinfrastructuur uit. Hiervoor kunt u terecht bij de lokale kabelmaatschappij.
- Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 16 februari 2020 tot 16 maart 2020.
Er werden een schriftelijk bezwaar en 4 digitale bezwaren ingediend.
De bezwaren handelen over:
1. De bestaande bomen zijn volgens de bezwaarindiener niet correct ingetekend.
2. Het project voorziet een aanzienlijke verharding van de oppervlakte voor parkeerplaatsen in de achtertuin wat het groene karakter en uitzicht aantast. Deze verharding draagt niet bij tot het verhogen van het ruimtelijk rendement en de betonstop.
3. Er wordt een oprit aangelegd tegen de perceelsgrens. Het is onduidelijk hoe de perceelsgrens zal worden afgewerkt. Indien er een open afsluiting wordt voorzien zal de privacy in de tuin en op het terras van de bezwaarindiener worden geschaad.
4. Er zal aanzienlijk meer lawaaihinder en luchtvervuiling zijn daar de oprit zal worden gebruikt door vier gezinnen.
5. Door het voorzien van terrassen op de tweede verdieping wordt de privacy van de bezwaarindiener geschonden.
6. Het is niet duidelijk hoever het terras op de eerste verdieping achteraan uitkraagt.
7. In de straat komen geen appartementsgebouwen voor met 4 appartementen en met terrassen op de tweede verdieping. Hierdoor gaat het landelijke karakter verloren.
8. Het terreinprofiel is niet correct. Er staan tegenstrijdige hoogtematen op het gevelaanzicht.
9. Het gabarit van de aanpalende woningen is niet correct opgetekend wat misleidend is. De architectuur van het gebouw is te grootschalig en past niet in het straatbeeld.
10. De parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota meergezinswoningen. Daarbij is de kwaliteit van de parkeerplaatsen onvoldoende waardoor meer op straat zal worden geparkeerd en de parkeerdruk verhoogd.
11. De bezwaarindiener stelt de vraag of de fietsenberging wel groot genoeg is voor de fietsen en vuilbakken.
12. De ramen in de zijgevel op de eerste en tweede verdieping kijken rechtstreeks in de slaapkamer en badkamer van de bezwaarindiener.
13. Het terras op de tweede verdieping aan de slaapkamer aan de voorzijde zorgt voor rechtstreekse inkijk in de badkamer en slaapkamer van de bezwaarindiener. De bezwaarindiener wenst een balustrade aan het voorste terras aan de slaapkamer op de tweede verdieping die afstand houdt van de randen, of dat het gebruik als buitenruimte aan de voorzijde op het dak wordt uitgesloten.
14. De bezwaarindiener wenst een balustrade aan het achterste terras aan de slaapkamer op de tweede verdieping om inkijk te beperken.
15. De plannen geven niet aan hoe de tuinafsluitingen worden uitgevoerd. Wat gebeurt er met de bestaande haag op de perceelsgrens?
16. De bezwaarindiener vraagt om de hoge bomen en grote struiken in de tuinzone te behouden. De parkeerplaatsen kunnen rondom de bomen en struiken worden aangelegd.
17. De plannen geven geen informatie over de rioolaansluitingen. De bezwaarindiener vraagt om de overloop van de regenwaterput niet naar de straatriool aan te leggen, maar naar de open beek in de achtertuin.
18. Het inplantingsplan is niet correct. Het is niet duidelijk welke bomen er zullen bewaard worden. De aanvraag houdt tevens geen rekening met de bestaande bomen en het groene karakter van de omgeving.
19. Het terreinprofiel is niet correct. Het gabarit van de aanpalende woningen is niet correct ingetekend.
20. De hoeveelheid verharding in de tuin staat haaks op de filosofie van de betonstop en het efficiënt ruimtegebruik.
21. De aanvraag is strijdig met de beleidsnota meergezinswoningen. Veldvenne is gelegen in een zone voor wonen in tweevoud. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening aangezien de omgeving overwegend uit eengezinswoningen bestaat. Ook de parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota.
22. Nergens in de straat komen, volgens de bezwaarindiener, terrassen op de tweede verdieping voor. De terrassen zorgen voor inkijk op de percelen van de aanpalende buren.
23. De aanvraag is strijdig met de beleidsnota meergezinswoningen.
24. De buurt bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen.
25. Door appartementen in de straat te voorzien, verliest Veldvenne zijn gezinskarakter en is de kans groot dat de betrokkenheid van de leden uit de actieve buurtkring achteruit gaat.
26. Het gebouw is aanzienlijk hoger dan de andere gebouwen in de straat wat het landelijke karakter aantast.
27. De parkeerplaatsen voldoen niet aan de beleidsnota meergezinswoningen.
28. Er zitten tegenstrijdigheden in de plannen met betrekking tot de kroonlijsthoogte.
29. De stepstones op het plat dak van de eerste verdieping zorgen voor inkijk.
30. De bezwaarindiener is van mening dat appartementen niet kunnen in een straat met alleen ééngezinswoningen.
31. De grootte en de hoogte van het gebouw passen niet in de straat.
32. Het project voorziet teveel verharding.
33. Het grote sociaal karakter van de straat dreigt verloren te gaan.
34. De bezwaarindiener geeft aan dat er overlast zal ontstaan door meer geparkeerde wagens in de straat.
35. Het project is in strijd met de beleidsnota van de schepen waarin wordt gesteld dat appartementen alleen nog kunnen in straten waar nu al hoofdzakelijk meergezinswoningen staan.
De bezwaren worden als volgt beoordeeld:
1. Na controle is gebleken dat de bomen niet correct zijn ingetekend.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
2. Een aanzienlijk aandeel van het perceel wordt verhard voor de realisatie van parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen worden aangevraagd in functie van de appartementen en zijn noodzakelijk om de parkeerdruk te beperken op de straat. De verharding zou echter kunnen beperkt worden tot de strikt noodzakelijke, de parkeerplaatsen zouden kunnen aangelegd worden in grasdals en het bestaande (hoogstammige) groen zou kunnen geïntegreerd worden in het ontwerp. Hierdoor zou het geheel zich meer kunnen integreren.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
3. De aanvraag doet geen uitspraak over de afsluitingen. Indien de aanvrager een afsluiting wenst te voorzien moet deze conform de voorschriften van het BPA zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
4. Het aantal autobewegingen zal beperkt stijgen door de toename van het aantal wooneenheden. De lawaaihinder zal beperkt zijn en aanvaardbaar zijn voor een dorpskern. Dat dit luchtvervuiling met zich mee zal brengen, kan niet aangetoond worden.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
5. Het gebouw bevindt zich op 3,00m van de perceelsgrenzen. Op de terrassen wordt nog een extra groenzone voorzien aan beide zijden van circa 1,16m. Volgens het burgerlijk wetboek moet een rechtstreeks uitzicht of een terras een afstand tot de buur hebben van minstens 1;90m. Deze minimale afstand is gegarandeerd.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
6. De afmetingen van de terrassen achteraan de eerste verdieping staan niet vermeld op de plannen. De terrassen kragen circa 1,00m uit.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
7. De straat Veldvenne bestaat hoofdzakelijk uit halfopen en open ééngezinswoningen. Slechts 1 pand in de straat, in een halfopen bebouwing, bestaat uit twee wooneenheden. Dit pand sluit qua gabarit echter aan aan het naastliggende pand en past in zijn omgeving.
De aanvraag daarentegen voorziet in een gebouw met 4 wooneenheden in een grootschalig volume vreemd aan zijn omgeving.
De kern van Schilde wordt gekenmerkt door mix van een- en meergezinswoningen. Bepaalde straten bestaan hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen waaronder Veldvenne. Het karakter en de typologie van deze straten zijn kenmerkend voor de gemeente en moeten bewaard kunnen worden.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
8. Het klopt dat het profiel van de buren niet correct is aangeduid op het terreinprofiel. In werkelijkheid is de kroonlijsthoogte van de aanpalende panden lager. Dit geeft een verkeerd beeld van de aanvraag. In werkelijkheid is het project grootschaliger dan voorgesteld en vreemd in zijn omgeving.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
9. Idem 8.
10. In de beleidsnota meergezinswoningen worden parkeerplaatsen gevraagd met afmetingen van 2,5m x 5,5m. Op het inplantingsplan werden echter kleinere parkeerplaatsen ingetekend. In de beleidsnota wordt er gestreefd naar kwalitatieve en bruikbare parkeerplaatsen.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
11. Voor de fietsen en vuilbakken wordt een bijgebouw voorzien op het perceel. Volgens de beleidsnota moet er minstens plaats zijn voor 12 fietsen. Daarnaast moet er in deze ruimte van 7,40m x 2,40m plaats zijn voor minsten 4 vuilbakken. De ruimte wordt voorzien, maar is zeer beperkt.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
12. De afstand tussen de zijgevels en de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt 3,00m. Deze afstand voldoet aan de regels uit het burgerlijk wetboek en is voldoende om de privacy te waarborgen.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
13. Op de plannen staat de ruimte voor de slaapkamer aangeduid als ‘groendak/plat dak’. Het platte dak heeft niet de functie terras gekregen waardoor het niet de bedoeling heeft hier lang te verblijven. Ook de steptones dragen hier niet toe bij.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
14. Een balustrade zou kunnen opgelegd worden als de privacy van de aanpalenden in het gedrang komt. De wettelijke afstand ten aanzien van de buren is echter gegarandeerd waardoor het opleggen van maatregelen niet nodig is.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
15. Idem 3. Voor het planten of verwijderen van een haag op de perceelsgrens is geen omgevingsvergunning nodig. Afspraken over een gemeenschappelijke haag op de perceelsgrens dienen te gebeuren in onderling overleg.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
16. Om het groene karakter van de tuin en de omgeving te behouden, kan het bestaande groen maximaal geïntegreerd worden in het ontwerp van de parking. In het huidige ontwerp wordt hier geen rekening mee gehouden. Het advies van de themaconsulent natuur en groen werd gevraagd en is voorwaardelijk gunstig. In het advies wordt voorgesteld om bepaald bomen te behouden.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
17. Op het funderingsplan werd de riolering ingetekend. Er wordt een gescheiden stelsel voorzien waarbij het regenwater wordt gebufferd in een put van 10.000 liter met een overloop naar een infiltratievoorziening. De overloop dient aangesloten te worden op de straatriolering conform het advies van Pidpa Rioleringen.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
18. Idem 1 en 16.
19. Idem 8.
20. Idem 2.
21. Het project voorziet 4 wooneenheden terwijl de beleidsnota meergezinswoningen hier slechts 2 wooneenheden toelaat. De onmiddellijke omgeving van het project bestaat voornamelijk uit ééngezinswoningen.
In de beleidsnota meergezinswoningen worden parkeerplaatsen gevraagd met afmetingen van 2,5m x 5,5m. Op het inplantingsplan werden echter kleinere parkeerplaatsen ingetekend. In de beleidsnota wordt er gestreefd naar kwalitatieve en bruikbare parkeerplaatsen.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
22. Er zijn geen gebouwen in de straat met terrassen op de tweede verdieping. Echter wordt er bij het project rekening gehouden met de minimale privacyregels.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
23. Idem 21.
24. Idem 7.
25. Dit is geen stedenbouwkundig argument.
Het bezwaar is ontvankelijk en niet gegrond.
26. Het gebouw is grootschaliger dan de omliggende bebouwing. Dit is voornamelijk het gevolg van de breedte van het gebouw (12,00m) in combinatie de hoogte (7,00m/9,00m). Op het terreinprofiel werden de gabarieten van de buren foutief opgetekend waardoor de indruk wordt gewekt dat het nieuwe gebouw zich qua hoogte integreert in de omgeving. De halfopen woningen aan de rechterzijde hebben in werkelijkheid een kroonlijsthoogte van 5,50m wat 1,5m lager is. De open bebouwing op het linkse aanpalende perceel bestaat uit slechts 1 bouwlaag met hellend dak.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
27. Idem 10.
28. Idem 8 en 26.
29. Idem 13.
30. Idem 7.
31. Idem 26.
32. Idem 2.
33. Idem 25.
34. Idem 10.
35. De bezwaarindiener verwijst naar de nieuwe beleidsnota dorpskernen die werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 juni. Deze nota vervangt de beleidsnota meergezinswoningen en is van toepassing op projecten die worden ingediend vanaf 15 juni 2020. De nota is niet van toepassing op deze aanvraag.
Meergezinswoningen kunnen in deze nota worden toegestaan als 5 elementen positief worden geëvalueerd. Daar waar de ruimere en daar waar de onmiddellijke omgeving voornamelijk uit meergezinswoningen bestaat zijn twee van deze elementen. De omgeving van het project bestaat overwegend uit ééngezinswoningen. Zowel volgens de nieuwe beleidsnota als bij de aftoetsing aan de goede ruimtelijke ordening is appartementsbouw in Veldvenne niet aanvaardbaar.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
Argumentatie
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Veldvenne een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 10.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 5m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
- Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet de afbraak van een bestaande woning en de bouw van een meergezinswoning met 4 wooneenheden. Veldvenne bestaat hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen. Daarnaast wordt de kern van Schilde gekenmerkt door een mix van een- en meergezinswoningen. Bepaalde straten bestaan hoofdzakelijk uit ééngezinswoningen waaronder ook Veldvenne. Het karakter en de typologie van deze straten zijn kenmerkend voor de gemeente en moeten bewaard kunnen worden. Het voorzien van een meergezinswoning met 4 woonunits is functioneel niet inpasbaar in de omgeving.
- Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving. Het aantal wooneenheden stijgt van 1 naar 4. Op het terrein worden achteraan 6 staanplaatsen in open lucht voorzien. Er werden echter parkeerplaatsen ingetekend die kleiner zijn dan de richtlijnen van de gemeente opleggen.
Er werd daarnaast ook een fietsenberging voorzien in het bijgebouw in combinatie met een vuilberging. De ruimte is krap om dienst te doen voor beiden.
- De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. De kroonlijsthoogte van het bijgebouw wijkt echter beperkt af van de voorschriften.
In een vergunning kunnen na openbaar onderzoek, afwijking worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag zoals voor in artikel 4.4.9/1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.
Het geldende BPA Dorpskom Zuid dateert van 25 februari 1959 en is ouder dan 15 jaar.
Tijdens het openbaar onderzoek werden gegronde bezwaren ingediend.
Het gebouw is te grootschalig in zijn omgeving. Dit is het gevolg van de breedte van het gebouw (12,00m) in combinatie met de hoogte (7,00m/9,00m). Op het terreinprofiel werden de gabarieten van de buren foutief opgetekend waardoor de indruk wordt gewekt dat het nieuwe gebouw zich qua hoogte integreert in de omgeving.
Achteraan het perceel worden autostaanplaatsen voorzien. Hierbij werd geen rekening gehouden met het bestaande hoogstammige groen. De themaconsulent natuur en groen adviseert het behoud van enkele van deze hoogstammige bomen. Dit wordt ook ondersteund. Het behoud van het groen in de dorpskernen draagt bij aan het groene imago van de gemeente.
De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
- Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich qua grootte niet in het straatbeeld.
- Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
- Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op circa 34 cm boven de pas van het voetpad.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen. Er worden de tuinzijde terrassen voorzien aan de eerste en tweede verdieping die op voldoende afstand ten aanzien van de perceelsgrenzen zijn gelegen.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.