VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

2 september 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 26 augustus 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 26 augustus 2019 zonder opmerkingen goed.

Kathleen Krekels onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.730 tot en met 1.754;

          de vastleggingen van 5.242 tot en met 5.294;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 75;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 31.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Projectoproep - samen sociale gezondheidsongelijkheid verminderen

 

 

Voorgeschiedenis

VVSG schreef op 24 mei 2019 de projectoproep uit 'samen sociale gezondheidsongelijkheid verminderen'.

 

Feiten en context

          Door in te tekenen op de projectoproep 'samen sociale gezondheidsongelijkheid verminderen' kunnen lokale besturen financiële ondersteuning aanvragen voor een project dat kwetsbare groepen helpt om deel te nemen aan preventieve gezondheidsinitiatieven.

          De projectsubsidie kadert in de uitvoering van de gezondheidsdoelstellingen 'De Vlaming leeft gezonder in 2025'.

          De subsidie bedraagt minimum 170.000 euro en maximum 230.000 euro voor de periode van 1 januari 2020 tot 30 september 2021.

          De mogelijkheid bestaat om samen met de 6 gemeenten uit de eerstelijnszone Voorkempen in te tekenen op deze oproep rond het thema eenzaamheid en sociaal isolement. Het thema zal ook gelinkt worden aan de preventiemethodiek 'fit in je hoofd'.

 

Juridische gronden

Artikel 2 § 1, 2° van het besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van de zorgraden.

 

Argumentatie

          Het project kadert binnen het Geïntegreerd Breed Onthaal doordat er enerzijds op een outreachende manier de werking en dienstverlening dichter bij de burgers willen brengen en anderzijds de werking willen aftoetsen bij de burgers.

          Het kan als een verlengde gezien worden van het huidige project 'heerlijk vinnig' waarmee de gemeente Schilde al enkele jaren aan de slag is.

          Indien de subsidies zouden binnengehaald worden kunnen we het concept van 'heerlijk vinnig' een heel jaar doortrekken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming om de subsidieaanvraag vanuit de eerstelijnszone Voorkempen mee in te dienen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Week van de mobiliteit - 16 tot en met 22 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist beperkt deel te nemen aan de week van de mobiliteit en initiatieven uit te werken.

 

Feiten en context

Tijdens een intern overleg van 27 augustus 2019 wordt het volgende voorgesteld:

          ter beschikking stellen van de verkeerscontainer aan scholen en inwoners;

          e-bikes ter beschikking stellen voor dienstverplaatsingen;

          stimuleren van woon-werkverkeer met de fiets;

          mogelijkheid tot fietsherstelling en labelen fiets.

Praktische uitwerking van deze voorstellen:

          de verkeerscontainer, steps en skates inbegrepen:

          op maandag en dinsdag opstellen op Lodewijk De Vochtplein;

          van woensdag tot en met vrijdag opstellen in de Eugeen Dierckxlaan;

          doelgroep: scholen en op woensdagnamiddag inwoners;

          begeleiding door twee monitoren op basis van vrijwilligersvergoeding;

          e-bikes:

          vijf e-bikes huren gedurende de volledige week van de mobiliteit;

          opstelling:

          twee aan het gemeentehuis;

          een aan't Parkske;

          een bij de dienst der werken;

          een bij sociaal huis;

          doelgroep: gemeentepersoneel en personeel sociaal huis;

          woon-werkverkeer:

          doelgroep: gemeentepersoneel en personeel sociaal huis;

          wie vier van de vijf dagen met de fiets komt, krijgt een fruitsapje en een versnapering;

          fietsherstelling en labelen fietsen:

          op één dag een fietshersteller op één locatie laten komen;

          combineren met het labelen van fietsen;

          doelgroep: gemeentepersoneel, personeel sociaal huis en inwoners.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Betrekken van gemeentepersoneel, personeel sociaal huis, scholen en inwoners bij de week van de mobiliteit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voorstellen voor de week van de mobiliteit en beslist hieraan goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Schrijven BKV - Problematiek bij een verhuis

 

 

Feiten en context

Problematiek die zich voordoet bij een verhuis.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de Belgische Kamer der Verhuizers.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Schrijven VVSG - Initiatief TruStone

 

 

Feiten en context

Het streven naar een meer duurzame en verantwoordelijke productie en inkoop van natuursteen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van het VVSG in verband met het Initiatief TruStone.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Pop-upparticipatiewinkel - huur handelspand

 

 

Voorgeschiedenis

          6 maart 2019: het gemeentebestuur heeft de projectoproep voor participatief werken van de gemeenteraad ontvangen.

          8 april 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist een projectvoorstel uit te werken over burgerbegroting en de rol van de gemeenteraad hierin.

          9 augustus 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om dit najaar een pop-upparticipatiewinkel te openen langs de Turnhoutsebaan.

 

Feiten en context

          De projectgroep heeft een aantal leegstaande handelspanden gescreend en gecontacteerd. De eigenaar van Turnhoutsebaan 342 staat open voor een pop-up verhuur. Voor het project heeft het pand een goede, druk bezochte ligging en bij bezichtiging blijkt dat het handelspand de nodige kwaliteiten heeft om te dienen als pop-up winkel.

          De eigenaar is bereid het pand 4 maanden ter beschikking stellen aan het gemeentebestuur tegen een vergoeding.

          Het gemeentebestuur wil het pand van 1 september tot en met 31 december 2019 huren.

          De eigenaar vraagt een maandelijkse huur van 1750 euro met een waarborg die hetzelfde bedraagt.

          Voor het verbruik van het tapwater wordt maandelijks een forfaitair bedrag van 20 euro gevraagd.

          Voor de energiekosten, elektriciteit en gas, zal er gewerkt worden met een addendum omdat er volgens verbruik zal gewerkt worden, zonder de meterkasten over te nemen. De eenheidsprijzen moeten opgevraagd worden en het verbruik wordt berekend volgens de meterstanden bij aanvang en einde.

          De voorwaarden worden opgenomen in een terbeschikkingstelling gezien de korte duur van de overeenkomst.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor

          Artikel 304 § 6 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen kan, onder de voorwaarden die de gemeenteraad vaststelt, het beheer van budgetten voor de realisatie van bepaalde acties of projecten toevertrouwen aan wijkcomités en burgerinitiatieven. De gemeenteraad bepaalt minstens aan welke voorwaarden een wijkcomité en een burgerinitiatief moeten voldoen om als voldoende gedragen te worden beschouwd voor een wijk of voor de bevolking.

          Artikel 56 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad

          Artikel 56 §3, 8°, b) van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beschikking over verhuringen concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft.

 

Argumentatie

          De eigenaar van het handelspand en het gemeentebestuur zijn samen tot een consensus gekomen over de voorwaarden van de terbeschikkingstelling.

          De terbeschikkingstelling gaat, indien algemene voorwaarden niet veranderen, officieel in gang op 1 september. Het tekenen van de terbeschikkingstelling gebeurt zo snel als mogelijk na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 september.

          Er is afgesproken dat de kosten worden betaald voor de eerste van de volgende maand. Dit vormt enkel een probleem bij het begin van de overeenkomst.

          Daarom is er met de eigenaar overeengekomen dat voor de betaling van de eerste maand huur, waarborg en verbruiks- en energiekosten een uitzondering wordt gemaakt. De bedragen worden overgemaakt uiterlijk tegen 15 september 2019. Deze afspraak is ook expliciet mee opgenomen in de overeenkomst.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/011/003

Algemene rekening

61008000

Beleidsveld

0380

Bedrag

 

 

Visum financieel beheerder

De huur voor 4 maanden bedraagt 7.000 euro, forfaitaire kost voor water voor 4 maanden bedraagt 80 euro en een waarborg van 1.750 euro. Dit is samen 8.830 euro.

De energiekosten voor elektriciteit en gas worden apart in een addendum opgenomen.

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met een terbeschikkingstelling van Turnhoutsebaan 342 voor de periode van 1 september tot en met 31 december 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verbruiks- en energiekosten apart op te nemen in een addendum.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Rijkswachtkazerne - erfpachtovereenkomst met Wonderwijzer

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad van 18 december 2017 besliste om:

          principieel akkoord te gaan met het verlenen van een erfpacht aan de Wonderwijzer voor de site van de rijkswachtkazerne; de gemeenteraad mandateert het college van burgemeester en schepenen om hieromtrent onderhandelingen op te starten;

          akkoord te gaan met het uitbrengen van een bod, conform het bedrag zoals opgenomen in het schattingsverslag, op de site van Sint Wijbrecht.

          Op 21 december 2017 vond een overleg plaats met het schoolbestuur van de Wonderwijzer. Er werd afgesproken dat:

          het schoolbestuur zou onderzoeken of de nieuwe turnzaal kan geïntegreerd worden in het gebouw van de rijkswachtkazerne;

          de gemeente een raming zou maken voor de afbraak van het gebouw;

          de gemeente de voorwaarden van de bezetting ter bede zou nakijken;

          indien gewenst, de gemeente een schattingsverslag zou laten opmaken.

          Op 10 januari 2018 maakt het Ingenieur- en Architectenbureau Yskout-Gielis een geschiktheidsonderzoek over met betrekking tot de mogelijkheid om de nieuwe turnzaal te integreren in het gebouw van de rijkswachtkazerne.

          Op 18 januari 2018 maakt de omgevingsambtenaar haar advies over het geschiktheidsonderzoek over.

          Op 29 januari 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen:

          om aan te dringen op het behoud van tenminste de zichtbare gevels van de rijkswachtkazerne;

          dat de opmaak van een schattingsverslag niet aan de orde is, zolang er geen duidelijkheid is over het vervullen van de voorwaarde en de mogelijke aankoop van de site van Sint Wijbrecht;

          om de burgemeester en de gemeentesecretaris te mandateren om de onderhandelingen met het schoolbestuur te voeren.

          Op 31 januari 2018 vindt opnieuw een overleg met het schoolbestuur plaats. Er wordt afgesproken dat de architect van de turnzaal een overleg zal hebben met de omgevingsambtenaar. Het overleg vindt plaats op 19 februari 2018.

          Op 6 maart 2018 ontvangt het gemeentebestuur het asbestonderzoek van de rijkswachtkazerne.

          Op 8 maart 2018 vindt een overleg plaats met het schoolbestuur.

          Op 19 maart 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen advies te vragen aan de werkgroep erfgoed en de GECORO over het al dan niet behouden van de rijkswachtkazerne.

          Op 7 mei 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen aan het schoolbestuur van de Wonderwijzer te vragen op welke manier ze willen en kunnen omgaan met de suggesties van de GECORO en de werkgroep erfgoed.

          Op 10 augustus 2018 is de asbestinventaris bezorgd aan het schoolbestuur.

          Op 1 oktober 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen om landmeter De Rop aan te stellen voor het opmaken van het schattingsverslag.

          Op 16 november 2018 werd de site samen met de landmeter bezocht voor de opmaak van het schattingsverslag.

          Op 11 februari 2019 ontvangt de gemeente het schattingsverslag van landmeter De Rop.

          Op 4 maart 2019 neemt het college van burgemeester en schepenen kennis van het verslag van de landmeter en beslist om dit niet te bezorgen aan het schoolbestuur om de onderhandelingspositie van de gemeente te vrijwaren.

          Op 15 maart 2019 vindt een overleg plaats met het schoolbestuur over het schattingsverslag van de gemeente.

          Op 22 maart 2019 vindt het plaatsbezoek plaats voor de opmaak van het tweede schattingsverslag van de school.

          Op 16 mei 2019 vindt een overleg plaats met het schoolbestuur over het schattingsverslag dat de school heeft laten opmaken.

          Op 27 mei beslist gaat het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het ontwerp van de architect.

          Op 1 juli 2019 neemt het college van burgemeester en schepenen kennis van de verslagen en beslist om deze aan de school te bezorgen en een nieuw overleg te organiseren.

 

Feiten en context

          Op donderdag 22 augustus vond een overleg plaats met de school en het gemeentebestuur over de erfpachtovereenkomst en de gebruiksovereenkomst.

          Tijdens dit overleg heeft het gemeentebestuur aangehaald dat de steen die de architect heeft voorgesteld voor de bouw van de turnzaal, voor voldoende contrast zorgt tussen het oude en nieuwe gedeelte.

          Momenteel is de bezetting ter bede voor de rijkswachtkazerne nog lopende. In de overeenkomst van de bezetting ter bede staat vermeld dat beide partijen recht hebben om elk ogenblik een einde te maken aan de overeenkomst na inachtneming van een opzegperiode van 6 maanden, die per aangetekende brief dient te worden medegedeeld aan de andere partij.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 56 §3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §3.8°.b) van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beschikking over verhuringen concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft.

 

Argumentatie

          Gezien er een consensus is over de modaliteiten van de erfpachtovereenkomst en de gebruiksovereenkomst is, kan het gemeentebestuur van start gaan met de opmaak van de erfpachtovereenkomst.

          De notaris beschikt over de nodige informatie om de erfpachtovereenkomst om te stellen.

          Omdat de erfpacht kan worden opgemaakt, is het noodzakelijk dat de lopende bezetting ter bede op te zeggen en de vastgelegde termijnen te respecteren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de vergadering van 22 augustus 2019 en beslist om het verslag aan de school over te maken.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om notaris Cootjans en Haagdorens de opdracht te geven om de erfpachtovereenkomst uit te werken.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de opzegging van de lopende bezetting ter bede ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Lindenstraat 58 - Nathalie Ampe - het aanbouwen van een veranda - M 2019/402

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Nathalie Ampe, met als Nathalie Ampe, Turnhoutsebaan 392, 2970 Schilde op 14 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Lindenstraat 58.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanbouwen van een veranda.

De uiterste beslissingsdatum is 13 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1962/2a, 2b van 6 november 1962.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 2 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14 – zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c. en d.

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1964.

Op het perceel is er nog een garage aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 71,90m² op een perceel van circa 246m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanbouwen van een veranda op een perceel van 246m².

De woning blijft ingeplant tot op 4m uit de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 7m op een kavelbreedte van 10m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10,20m.

Er zijn geen gegevens bekent van de hoogte.

Achter de woning is een garage ingeplant tot op de linker perceelsgrens.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 89,40m².

De toegang tot het perceel is 3m breed.

Er zijn geen gegevens bekent betreffende de verharding op het perceel

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het aanbouwen van een veranda aan een woning kan met een melding zonder de medewerking van een architect.

De aanvraag dient dan te voldoen aan de voorwaarden van een melding:

a.      Duidelijk aan te tonen dat het gaat om een veranda, de gevel- en dakmaterialen dienen uit 75% glas of ander doorschijnend materiaal te bestaan;

b.      Een ‘veranda’ dient in de zijtuin tot op 3m en in de achtertuin tot op 2m afstand van de perceelsgrens geplaatst te worden. Een ‘veranda’ kan tegen een aanpalend gebouw gebouwd worden en mag de bouwdiepte van het aanpalend gebouw niet overschrijden

De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

e.      Op het inplantingsplan aanduiden waar de veranda wordt aangebouwd met vermelding van alle afmetingen van het bestaande en nieuwe constructies. De afstanden tot de rooilijn en zij perceelsgrenzen ontbreekt.

f.        Aparte gevelplannen met afmetingen;

g.      De kijkrichting van de foto’s dienen op het inplantingsplan met nummer vermeld te worden;

h.      Er ontbreekt een legende met vermelding van de materialen;

i.        Op het inplantingsplan dienen alle verhardingen met oppervlakte, afmetingen en soort vermeld te worden. De oprit ontbreekt.

j.        Indien er bomen aanwezig zijn deze op te tekenen of vermelden dat deze niet aanwezig zijn.

Indien de aanvraag niet kan voldoen aan de voorwaarden van een melding dient er een omgevingsproject te worden aangevraagd.

 

f.        Functionele inpasbaarheid
Het aanbouwen van een veranda is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

g.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

h.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag is niet volledig zodat er niet volledig kan getoetst worden aan de geldende voorschriften.

 

i.        Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag is niet volledig zodat deze item niet kan getoetst worden.

 

j.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

k.      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

l.        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Picardiëlaan 18 - mevrouw Françoise Peters - zorgwonen - M 2019/394

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Françoise Peters, met als adres, Picardiëlaan 18, 2970 Schilde op 8 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 18.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor zorgwonen.

De uiterste beslissingsdatum is 7 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1934. Op het perceel is er nog een carport aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 182m² op een perceel van circa 3.126m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen, open en gesloten bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over zorgwonen op een perceel van 2.999m².

Op de gelijkvloers wordt een gedeelte van de woning voorzien voor zorgwonen.

Het is echter onduidelijk voor wie het zorgwonen bestemd is.

Het bijgevoegde plan is niet conform met de laatste vergunning van 1999.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 182m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Een deel van de woning wordt voorzien als zorgwonen.

Het is niet duidelijk voor wie het zorgwonen bestemd is, hierdoor kan de aanvraag niet afgetoetst worden met de voorwaarden in verband met de melding tot zorgwonen. De plannen dienen als een apart pdf bijgevoegd te worden en niet als foto.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Een deel van de woning gebruiken als zorgwonen is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    Het bijgevoegde plan is niet conform met de laatste vergunning van 1999.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Kotsbosweg 67 - Mortelmans - Goevaerts - Het slopen van een bestaande verkrotte woning en bouwen van een nieuwe woning - OMG 2019/319

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Mortelmans - Goevaerts, Kotsbosweg 67, 2970 Schilde op 20 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kotsbosweg 67.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor Het slopen van een bestaande verkrotte woning en bouwen van een nieuwe woning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 22 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 20 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m errond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1974.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 84m² op een perceel van circa 794m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendverblijf.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendverblijf.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen of weekendverblijven.

De straat is een gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het slopen van een bestaande verkrotte woning en het bouwen van een nieuwe woning op een perceel van 794m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 11,40m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 6,81m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 11m op een kavelbreedte van 17,81m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,50m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 7,50m.

De gevels worden opgetrokken in grijze gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met zwarte pannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 100m².

De toegang tot het perceel is 3m breed. De oprit wordt aangelegd in betonklinkers en ligt op minimum 3m van de rechter perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 61,72m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 23 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande woning te slopen en op een andere locatie een nieuwe woning te bouwen. De nieuwe locatie is gekozen rekening houdend met de minste milieuschade. Er dienen enkele minder waardevolle bomen te worden geveld. De belangrijkste, dominante bomen blijven behouden. Op de locaties van de af te breken constructies kunnen nieuwe bomen worden geplant.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld. Conform artikel 1.7.5. van de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Kotsbos dient een heraanplanting met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12, en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10 aangeplant te worden;

o        het extra behoud van de waardevolle bomen, bosrestand, de berken zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

o        Agentschap voor Natuur en Bos
Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 20 augustus 2019 onder referentie 19-214121, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het compensatieformulier met kenmerk: 19-214121.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • de te ontbossen oppervlakte bedraagt 350m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;
  • de resterende bosoppervlakte en de te bebossen oppervlakte moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;
  • de bosbehoudbijdrage van 2.196, euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning.

 

o        Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 23 augustus 2019 onder referentie DWAD-2019-0937, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Wijziging van infiltratie naar het grondwater. De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een hemelwaterput met hergebruik en een infiltratievoorziening voorzien

Omwille van de inkleuring van het perceel als effectief overstromingsgevoelig worden er geen ophogingen in de tuinzone toegestaan. Het terreinprofiel blijft volgens de plannen ongewijzigd. De grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering van het gebouw dient integraal verwijderd.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • de infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden;
  • de dorpel minimaal 30cm boven het straatniveau;
  • de eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om waterschade in de woning te voorkomen;
  • de ophoging dient zich te beperken tot het gebouw en de toegang het gebouw;
  • de grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering van het gebouw dient integraal verwijderd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van Integraal Waterbeleid. is gunstig, mits voldaan wordt aan de voorwaarden Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het slopen van een bestaande verkrotte woning en bouwen van een nieuwe woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 18cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

o        het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 1.282 liter en een infiltratieoppervlakte van 2,05m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Rozenlaan 43 - de heer Robin Gregory - het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2019/336

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1960 - sgr1960/04

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 10 september 2018 - OMG 2018/300

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Robin Gregory, Lijsterbeslaan 8, 2970 Schilde op 30 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Rozenlaan 43.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 13 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1962 volgens de gegevens van het kadaster .

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 205m² op een perceel van circa 2.828m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Via een servitudeweg bereikt men de straat. De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning op een perceel van 2.828m². De woning wordt ingeplant tot minimum 6,24m van de voorliggende perceelsgrens, op 8,29m van de linker perceelsgrens en op 21,53m afstand van de Zwanebeek. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 24,10m op een kavelbreedte van 62,40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,19m. De kroonlijsthoogte van de woning bedraagt 6,55m, gemeten vanaf het maaiveld en is afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde baksteen en houten beplanking. Het dak zal uitgevoerd worden als een groen dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 236m².

De toegang tot het perceel is 5,00m breed. De oprit wordt aangelegd in zand en ligt op de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 60m2 met zwembad van 52,60m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 112,6m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     

d)      Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 21 augustus 2019 onder referentie DWAD-+2019-0973, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Wijziging van infiltratie naar het grondwater. De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een groendak en een infiltratievoorziening voorzien
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

        het groendak dient een minimaal buffervolume van 35l/m² te hebben, conform de verordening hemelwater;

        de infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden.

 

e)      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 31 juli 2019 onder referentie 190729 L-19-703, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer moet aangesloten worden op de bestaande riolering in de Rozenlaan. Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht, de uitvoering ervan dient verplicht door Pidpa te gebeuren. De aanleg van het gedeelte DWA riolering in de servitudeweg behoort tot de aanvrager.
  • De gewestelijke stedenbouwkundige verordening verplicht niet de plaatsing van een hemelwaterput.Het ontwerp wordt volledig voorzien van een groendak. Alle niet waterdoorlatende verharding infiltreert ter plaatse.
  • Conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening is er een infiltratievoorziening te voorzien met een minimaal volume van 2950 liter en een minimale infiltratie oppervlakte van 4.72m². Het ontwerp voldoet hieraan met respectievelijke waarden van 9225 liter en 14.48m².
  • De infiltratievoorziening is in te planten boven de hoogste gemiddelde grondwaterstand. De overloop van deze voorziening moet aangesloten worden op de Zwanebeek.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten ( zwart water) is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de aanvrager. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar, de uitvoering hiervan dient verplicht door Pidpa te gebeuren. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet niet in de plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 9.225 liter en een infiltratieoppervlakte van 15m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich goed in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 9.050 liter en een infiltratieoppervlakte van 14,48 m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - De Goudvink 20 - de heer Tim d'Haese - het plaatsen van een zwembad, het regulariseren van een losstaande overdekking, het aanpassen en regulariseren van de verharding en het verplaatsen van een tuinhuis - OMG 2019/253

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 juli 2010 - 2010/117

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22B

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22b

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door de deputatie - 8 juli 1970 - sgr22b

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Tim d'Haese, De Goudvink 20, 2970 Schilde op 16 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Goudvink 20.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een zwembad, het regulariseren van een losstaande overkapping, het aanpassen en regulariseren van de verharding en het verplaatsen van een tuinhuis.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 14 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 27 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, sgr22b van 3 januari 1967.
     
  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 22b bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied (nummers alle)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn.

1.      Bestemming
Woonhuizen met aanhorigheden

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel:
vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels:
op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte

a)      Hoofdgebouw:

Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek:

Maximum 7m.

b)      Aanhorigheden: maximum 3m.

7.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

8.      Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

9.      Bedekking van de schuine daken;

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken

2.      Plaatsing

a)      Voorgevel: op minimum 10m afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw met aanhorigheden.

b)      Overige gevels: op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Maximum 3m.

4.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

5.      Dakvorm:

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

6.      Bedekking van de schuine daken:

Ofwel voor pannen, ofwel leiën, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

7.      Maximumoppervlakte van de gezamelijke gebouwen:

3% va, de perceelsoppervlakte.

2.3.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte zie plan.

1.      Achteruitbouwstrook

Bebouwing:

Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.      Zijdelingse bouwvrije stroken

Diepte gelijk aan de perceelsdiepte. Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel: 3m, met dien verstande dat de som van de breedten der beide zijdelingse bouwvrije stroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, minstens 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

Bebouwing:
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 2012. Op het perceel zijn nog een losstaande overkapping en tuinhuis aanwezig.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 261,62m² op een perceel van circa 2.080m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het plaatsen van een openlucht zwembad, het regulariseren van een losstaande overkapping, het aanpassen en regulariseren van de verharding en het verplaatsen van een tuinhuis op een perceel van 2.080m².

De woning blijft ingeplant tot op 10m uit de rooilijn, op 8,20m van de rechter perceelsgrens en op 8,60m van de linker perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 23,50m op een kavelbreedte van 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,50m.

De overige afmetingen van het hoofdgebouw blijven behouden.

De losstaande overdekking is tot op 0,23m achter de achtergevel van de woning gelegen.

De constructie heeft een maximum hoogte van 2,82m en een minimum hoogte van 2,40. De constructie werd uitgevoerd in hout en is open met een licht hellend dak.

Achteraan het perceel tot op 3m en 4,45m van de perceelsgrenzen is een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 3,60m diep, 2,75m breed.

De kroonlijst heeft een hoogte van 1,60 en een nokhoogte van 3,19m.

De gevels worden bekleed in hout, het dak in panelen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 281,55m².

De toegang tot het perceel is 1,90m breed.

De oprit wordt aangelegd in kiezel en klinkerverharding en ligt tot op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen.

Achter de woning wordt een zwembad van53,36m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 202,52m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 28 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst bestaande constructies te regulariseren en of af te breken en een zwembad te bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van groen niet aan de definitie van woonparkgebied. Een beperkte heraanplanting met bomen is mogelijk.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

8.      voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte  heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

c)      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

d)      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

e)      de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

f)        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

g)      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

h)      indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

i)        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

j)        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

3.      Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 24 juni 2019 tot 23 juli 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het plaatsen van een openlucht zwembad, het regulariseren van een losstaande overkapping, het aanpassen en regulariseren van de verharding en het verplaatsen van een tuinhuis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling Sgr22b. De overkapping wordt voorzien in de bouwstrook..
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken:

o        de gevel van het tuinhuis wordt uitgevoerd in hout in plaats van steen of sierbepleistering

o        het dak van het tuinhuis wordt uitgevoerd in dakpanelen in plaats van pannen, leien, riet of dakvilt;

o        de overkapping wordt uitgevoerd in hout in plaats van steen of sierbepleistering.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking de gebruikte materialen. Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.

Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Kraanweide 6 - mevrouw Rita Peeters - het bouwen van een half open ééngezinswoning met bijgebouw - OMG 2019/330

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 december 1978 - 1978/5

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Rita Peeters, Kraanweide 3, 2970 Schilde op 28 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kraanweide 6.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een half open ééngezinswoning met bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 oktober 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14  – Zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd  onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – Zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

D.     Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 459m² groot.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, speeltuin en sportveld.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

E.     Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een half open ééngezinswoning met bijgebouw op een perceel van 459m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 5m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 7m op een kavelbreedte van 10m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,35m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in bruin genuanceerd metselwerk. Het dak wordt afgewerkt met tweelaagse roofing.

Op 13m achter de woning en op van de linker perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 5m diep, 8m breed en 2,50m hoog. De gevels worden bekleed in ceder beplanking, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 145m².

De toegang tot het perceel is 3m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 28m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 124m²; waarvan 96m² waterdoorlatende verharding.
Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

d.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

e.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

f.        Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

g.      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

h.      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

i.         Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

j.         Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

k.      Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

l.         Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

m.    Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

n.      Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

o.      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

p.      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

q.      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

r.        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

4)      Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

B.     Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

e.      Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 25 juli 2019 tot 23 augustus 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,4m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

f.        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een halfopen eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

g.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

h.      De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Dorpskom Zuid deel 1. Het BPA bepaalt dat:

a.      een bijgebouw ingeplant dient te worden op 1m van de perceelsgrenzen. De aanvraag voorziet een bijgebouw op de linker perceelsgrens..

b.      afsluitingen tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad mogen uitgevoerd worden, en dit maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden. De aanvraag voorziet een afsluiting met houten panelen.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

i.        Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn echter wel toegestaan. Het ontwerp integreert zich goed genoeg in het straatbeeld.

 

j.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

k.      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 40cm boven de straatpas.

 

l.        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.125 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,4m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de aan te leggen rioleringen en/of waterzuivering moeten voldoen aan:

Algemene voorwaarden van Pidpa-Riolering:

o        voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Rioleringen;

o        de riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

Technische voorwaarden van Pidpa-Riolering:

o        de rioleringen regenwater (RWA en afvalwater (DWA) dienen op privaat domein volledig gescheiden aangelegd te worden;

o        het regenwater dient in eerste instantie te worden gebufferd in de regenwaterput voor hergebruik;

o        de regenwaterput moet minstens 1 aftappunt met effectief hergebruik hebben;

o        de overloop van de regenwaterput mag niet aangesloten worden op de DWA-afvoer;

o        het overtollige regenwater dient maximaal te infiltreren naar het grondwater (infiltratievoorziening);

o        vervolgens een maximale buffering met een vertraagde afvoer van regenwater naar het oppervlaktewater (vb. perceelsgracht);

o        er slechts één aansluiting DWA wordt voorzien per perceel;

o        ter hoogte van de rooilijn dient een DWA-huisaansluitputje zonder stankafsluiter geplaatst te worden op het privaat domein;

o        een voldoende grote, goed werkende en vloeistofdichte voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht;

o        alle werken voor aansluitingen op het openbaar domein worden uitgevoerd door of onder toezicht van Pidpa-Riolering;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Bouwen - Hertendreef 3 - Julie Boschmans - verplaatsen en regulariseren van een skateramp en de afbraak van een niet vergunde fietsenstalling - OMG 2019/100 - beslissing deputatie

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 1981 - 1981/23

          houten bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 januari 1984 - 1984/06

          Verkavelingsvergunning(en)

          nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1972 - 1972/6

          Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

          het uitbreiden van een vergunde ééngezinswoning met een fietsen-berging, het plaatsen van een zwembad en het regulariseren van een skateramp - weigering door college van burgemeester en schepenen - 14 januari 2019 - OMG 2018/419

          het uitbreiden van een vrijstaande woning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 2 juli 2018 - OMG 2018/152

          Huidig dossier

          6 mei 2019 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          6 augustus 2019 - hoorzitting deputatie

          8 augustus 2019 - vergunning - deputatie

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017
De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de raad voor vergunningensbetwistingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het de beslissing van de deputatie waarbij vergunning wordt verleend voor Hertendreef 3.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist beroep in te stellen bij de raad voor vergunningsbetwistingen.

Artikel 3. Meester Reiner Tijs wordt gevraagd het beroep in te dienen en de verdere juridische procedure op te volgen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 5 september 2019 tot en met 4 oktober 2019

Vraagheideweg 50

het uitbreiden van een bestaande woning, het regulariseren van de verdieping en de functiewijziging van een weekendwoning naar een ééngezinswoning

OMG 2019/388

van 5 september 2019 tot en met4 oktober 2019

Lindenstraat 31

het bouwen van een carport voor 2 wagens

OMG 2019/397

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Site Lindenpark - princiepsbelissing voortgang

 

 

Voorgeschiedenis

          4 januari 2016 - Goedkeuring bestek nr. 2015-035 voor de opmaak van het masterplan Lindenpark door het college van burgemeester en schepenen

          21 maart 2016 - Goedkeuring gunning opdracht opmaak masterplan Lindenpark aan Brut
Architecture and Urban Design BV CVBA door het college van burgemeester en schepenen

          22 augustus 2016 - Voorstelling masterplan Lindenpark door het studiebureau aan het college van burgemeester en schepenen

          29 augustus 2016 - Kennisneming van de visie door het college van burgemeester en
schepenen. Enkele opmerkingen werden geformuleerd

          13 september 2016 - Presentatie masterplan Lindenpark op raadscommissie

          3 oktober 2016 - Kennisneming van het verslag van de raadscommissie Ruimte van
13 september 2016 betreffende de presentatie masterplan Lindenpark en presentatie update woonbeleidsplan

          10 oktober 2016 - Beslissing van het college van burgemeester en schepenen om het masterplan Lindenpark ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 24 oktober 2016

          24 oktober 2016 - Goedkeuring van de informatieavond door het college van burgemeester en schepenen op 7 december 2016

          24 oktober 2016 - Goedkeuring van het Masterplan door de gemeenteraad

          29 april 2019 - Het college van burgemeester en schepenen keurt de opdrachtomschrijving en de lijst aan te schrijven communicatiebureaus goed.

          1 juli 2019 - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de offerte participatietraject

 

Feiten en context

De offerteaanvraag bij verschillende communicatiebureaus heeft niet het verhoopte resultaat gegeven. Er werd slechts 1 offerte ingediend en er werd geen gunstiger tarief bekomen.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 5° van het decreet lokaal bestuur
De vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in artikel 41, tweede lid, 8.

 

Argumentatie

          Aangezien de offerteaanvraag niet het verhoopte resultaat heeft opgeleverd, wordt een nieuwe aanpak voorgesteld, vertrekkende van het masterplan en de bezwaren van de omwonenden. Ondertussen is er ook nog de hoge nood aan bijkomende parkeerplaatsen in de kern bijgekomen door de geplande heraanleg van AWV van de Turnhoutsebaan.

          De bezwaren over het gedeelte sociale woningen waren voornamelijk:

          het project is te dens;

          het zicht wordt belemmerd door de hoogte van de gebouwen;

          de parking is te weinig zichtbaar vanuit openbaar domein;

          weinig publieke parking.

          Er wordt voorgesteld om in het project Lindenpark:

          het aantal sociale woningen te verminderen, zoeken naar verzoening tussen aantal en druk op de omgeving;

          maximaal bovengrondse parkeerplaatsen te voorzien op grond Kerkfabriek;

          ondergrondse parking te voorzien op de gronden van SHM De Voorkempen;

          de participatie via de participatiewinkel te laten verlopen.

          Er wordt voorgesteld om het project Lindenpark:

          Op te splitsen 2 fasen, namelijk fase 1) bouw sociale woningen op grond van SHM De Voorkempen en inrichting parkeerplaatsen op grond van de Kerkfabriek en fase 2) bouw sociale woningen op grond van de Kerkfabriek. Door op te splitsen kan er meer tijd besteed worden aan het uitwerken van het juridische luik van de bouw van sociale woningen op grond van de Kerkfabriek. De looptijd en inhoud van erfpachtovereenkomst moet onderzocht worden. De gebouwen hebben na afloop van de erfpacht nog een restwaarde. Hoe dit zal gebeuren en welke de waarde nog zal zijn moet verder onderzocht worden en overeenkomsten opgesteld worden.

          Voor de vermindering van het aantal sociale woningen op site Lindenpark wordt een oplossing gezocht in de dossiers RUP Turnhoutsebaan Oost en inbreiding op de site Molenstraat.

          Aantal parkeerplaatsen:

          bestaande toestand: 40 theoretisch, 35 in de praktijk;

          voorstel masterplan: 60, ondergronds min. 44;

          voorstel: in bestek van SHM De Voorkempen maximalisatie aantal parkeerplaatsen opnemen. Bij de eerste aanbestedingsronde werd er 1 offerte ingediend. Hier waren slechts 40 bovengrondse plaatsen in voorzien.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de plaatsingsprocedure "participatie" stop te zetten.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen keurt het principe van aanpassing aantal sociale woningen, maximaliseren van parkeerplaatsen goed.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de participatie via de participatiewinkel te organiseren.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen mandateert de schepen van Wonen, Olivier Verhulst en themaconsulent Wonen, Pascale Vleugels om verder te onderhandelen over de inhoud en het traject van het project met de voorzitter en de directeur van SHM De Voorkempen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Kotsbosweg 47 - Robert Coninckx - het vellen van 1 spar - VB 2019/355

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        oprichten van een chalet en verwijderen van caravan - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 mei 2002 - 2002/26

o        bestemmingswijziging van een weekendhuis naar permanente bewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 2009 - 2009/18

o        het bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 september 2013 - 2013/110

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • bouwen van een ééngezinswoning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 20 februari 2012 - 2012/02
  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 27 oktober 2014 - melding 410

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 dode spar - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 2019 - VB 2019/339

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Robert Coninckx, Kotsbosweg 47, 2970 Schilde op 9 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kotsbosweg 47.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 spar.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos, goedgekeurd op 9 juni 1995.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 spar.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat spar afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Eekhoornlaan 18 - Catharina Johanna Simons - het vellen van twee dennen - VB 2019/357

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1974 - sgr1974/30

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 februari 1975 - sgr1975/08

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 1975 - sgr1975/68

o        regularisatie veranda, dakkapel en kleine wijziging binnenindeling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juli 2006 - 2005/343

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 december 1970 - sgr37

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Catharina Johanna Simons, Eekhoornlaan 18, 2970 Schilde op 10 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Eekhoornlaan 18.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van twee dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos, goedgekeurd op 9 mei 1959.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. Het vellen van de bomen zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s zijn aan de dennen geen ernstig uiterlijk zichtbare gebreken vastgesteld. Er zijn geen andere bomen aanwezig in het voortuingedeelte. Er is geen noodzaak tot vellen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Fortsteenweg 18 - Marijana Grabic - het vellen van 3 eiken - VB 2019/366

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 december 1973 - sgr1973/123

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 maart 1989 - 1989/46

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 14 januari 1972 - sgr46

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Marijana Grabic, Fortsteenweg 18, 2970 's-Gravenwezel op 15 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Fortsteenweg 18.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. Het beperkt snoeien van de afgestorven takken zal niet als een gemis ervaren worden. Hierdoor is er geen invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de zomereiken geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertonen. De bomen vellen is een niet noodzakelijke disproportionele oplossing welke niet in verhouding staat tot de vastgestelde problematiek van dode takken. Een verzorging, het wegsnoeien van dode takken, uitsluitend uitgevoerd door een gespecialiseerd European Treeworker, is een realistische oplossing.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - Hoge Haar 18 - Wim Van Kets - het vellen van drie dennen - VB 2019/356

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - De Goudvink 38 - Brigitte Henny - het vellen van verschillende bomen op het perceel - VB 2019/360

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 september 1961 - sgr1961/61

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 juni 1982 - 1982/17

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1984 - 1984/121

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 januari 1988 - 1988/14

o        afbraak bestaand gebouw + bouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1990 - 1989/238

o        plaatsen van een draadafsluiting met een hoogte van 3 meter op de gemeenschappelijke erfscheiding in de achtertuin - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2002 - 2002/137

o        verbouwing van een eengezinswoning + regularisatie van erker - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 september 2002 - 2002/142

o        heropbouw van de bestaande garage achteraan in de tuin - weigering door college van burgemeester en schepenen - 3 september 2007 - 2007/74

o        heropbouw van de bestaande berging/garage achteraan in de tuin. Deze berging wordt berging/garage/hobbyruimte. - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 2007 - 2007/354

o        plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 mei 2008 - 2008/167

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 28 juli 1982 - 1981/14

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het aanleggen van een zwembad en het bouwen van een bijgebouw - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 2019 - OMG 2018/618

o        het melden van een bronbemaling - aktename door college van burgemeester en schepenen - 3 juni 2019 - M 2019/262

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Brigitte Henny, Jan Baptist Pittoorsstraat 58, 2110 Wijnegem op 10 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Goudvink 38.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van verschillende bomen op het perceel.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied en woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van meerdere bomen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Voor sommige bomen is er voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een beperkt gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en na een plaatsbezoek waarbij de aanvrager niet aanwezig was, vertonen 2 eiken en 2 esdoorns geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken. Sommigen ervan staan relatief dicht tegen de te bouwen constructies zoals het zwembad. Deze problematiek is echter goed verzorgbaar door de bouwwerken te laten begeleiden door de European treeworker Nik Zegels die het VTA onderzoek heeft uitgevoerd. De te behouden bomen staan rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan. De overige aangevraagde bomen hebben een beperkte esthetische waarde. Deze kunnen geveld en vervangen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De bomen, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moeten behouden blijven en verzorgd worden door een European treeworker.
  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de overige bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 5 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 5 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
    Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.
  • Deze vergunning wordt gekoppeld aan de opgelegde bankgarantie van omgevingsvergunning 2018/618.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Omgeving - de heer Dimitri Segers en RECODIN EVENEMENTEN BVBA - het melden van de tijdelijke exploitatie van een generator - M 2019/436

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Dimitri Segers en RECODIN EVENEMENTEN BVBA, Heidedreef 61, 2970 Schilde en RECODIN EVENEMENTEN BVBA met als contactadres Heidedreef 1, 2970 Schilde op 28 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Kaak zn en kadastraal gekend als afdeling 3 sectie C nr. 8G - 1D - 1E- 10V.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van de tijdelijke exploitatie van generatoren.

De uiterste beslissingsdatum is 27 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een terrein bestaande uit vier kadastrale percelen met een totale oppervlakte van 18.618 m² gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

Het terrein grenst in het noorden aan een gewestweg. Het perceel grenst aan de oostelijke zijde aan woningen in woongebied. Zuidelijk liggen nog landbouwgronden en loopt de Waterloop Klein Schijn die ook de grens vormt met de gemeente Schoten.  Op het grondgebied Schoten zijn de percelen deels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied gelegen en deels in woonpark gelegen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

6.4.1°

opslagplaats voor brandbare vloeistoffen met totale opslagcapaciteit van 8.000 liter = 6720 kg.

6.720 kg

12.1.1.1°b)

stroomvoorziening voor de foodbars (Nieuw)

200 KVA

17.3.2.1.1.1°b)

opslagplaats van diesel met een totaal volume van 8.000 liter = 6720 kg.

6.720 kg

De aanvrager organiseert van 05 tot 08 september 2019 Wezel Culinair. Dit is een food- en lifestyle evenement dat voordien op het dorpsplein plaats vond en nu voor de eerste maal georganiseerd wordt op de gronden van de Kaak.

Om het evenement van stroom te voorzien wil de exploitant generatoren plaatsen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De aanvrager wenst generatoren op het terrein op te stellen. De generatoren worden ingezet voor extra stroomvoorziening tijdens het evenement en worden nadien verwijderd. In de aanvraag wordt gesteld dat het vermogen beperkt wordt tot 200 kW.  Het gaat om evenementgeneratoren die binnenin een speciale omkasting hebben om alzo de geluidsuitstoot te bepreken. De inplanting wordt op voldoende afstand van de woningen in de omgeving voorzien.
    De generatoren worden gevoed met diesel. Elke generator is uitgerust met een opvangbak en zijn ook gekeurd. In geval van een lek of calamiteit zal de brandstof in de bak worden opgevangen zodat bodemverontreiniging wordt voorkomen.
    De dieselbrandstof nodig voor de voeding van de generatoren wordt opgeslagen in dubbelwandige opslagtanks. In totaal gaat het om een max. 8.000 liter in afzonderlijke tanks wat meldingsplichtig is in het kader van de rubrieken 6.4.1 en 17.3.2.1.1.1.b. De aanvrager heeft nagelaten deze in de melding op te nemen. Aangewezen is om deze alsnog in het dossier aan te vullen.
    Mits de exploitant zich houdt aan de actueel geldende algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden mag verwacht worden dat de tijdelijke exploitatie zeer beperkt zal zijn in hinder voor de mens en de omgeving.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke exploitatie van generatoren tot en met 200 liter en de opslag van 8.000 l diesel is meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.6 - 5.12 - 5.17.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding met aanvulling van de rubrieken 6.4.1 en 17.3.2.1.1.1.b.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Vrijgave bankwaarborg - Kerkelei 51/53 - Jobo BVBA - bouwvergunning 2008/269

 

 

Voorgeschiedenis

Op 8 december 2008 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Thierry Cools verzond per e-mail op 14 augustus 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 4.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2008/269.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2008/269 voor het volledige bedrag van 4.000 euro aan Jobo BVBA, Herentalsebaan 131, 2150 Borsbeek.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Schrapping risicogrond - Houtlaan 14 - afd. 3, sectie C, nr. 206/e - Aquafin, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeente Schilde heeft in het kader van het Bodemdecreet en het VLAREBO een gemeentelijke inventaris van risicogronden (GIR) opgesteld.

 

Feiten en context

          De Vlaams minister van leefmilieu heeft op 29 januari 1993 een milieuvergunning klasse 1 afgeleverd aan de Vlaamse Milieumaatschappij voor de exploitatie van een rioolwaterzuiveringsstation aan de Houtlaan 14, Schilde.

          De milieuvergunning werd verleend voor het zuiveren van rioolwater op het perceel gelegen aan de Houtlaan 14 met als kadastrale legger afdeling 3, sectie C, nummer 206/e en 268/f. Voor deze exploitatie zijn VLAREBO-rubrieken wat maakt dat de grond bestempeld wordt als risicogrond en opgenomen is in gemeentelijke inventaris.

          De huidige eigenaar Aquafin vraagt het perceel, afdeling 3, sectie C, nummer 206/e te schrappen als risicogrond zodat deze niet langer onderworpen is aan de verplichtingen die daaraan gekoppeld zijn, zijnde periodieke controles en oriënterend onderzoek bij overdracht.

 

Juridische gronden

          Artikel 7§1 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Elke gemeente beheert een inventaris van de risicogronden die op haar grondgebied gelegen zijn.

          Artikel 7§2 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Bij de opname van een grond in en de verwijdering van een grond uit de gemeentelijke inventaris, bezorgt de gemeente onverwijld een uittreksel betreffende de in de inventaris opgenomen gegeven aan de OVAM.

          Artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering behoudende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

          De gegevens die zijn opgenomen in de gemeentelijke inventaris worden vervolledigd of bijgewerkt op basis van relevante gegevens die afkomstig zijn van de voormelde personen, instanties en diensten.

 

Argumentatie

          Uit het rapport van Arcadis Belgium, Koningsstraat 80, 1000 Brussel blijkt dat het kleine perceel op een weg ligt, vermoedelijk een koker van de beek die onder de weg loopt. Er heeft nooit een inrichting gestaan of een activiteit uitgevoerd op dit perceel.

          Op basis van de stukken en de actueel beschikbare informatie is aldus voldoende aangetoond dat er op het perceel, gelegen aan de Houtlaan, kadastraal gekend als afdeling 3, sectie C, nummer 206/e geen risico-activiteit heeft plaats gevonden.

          Het perceel kan aldus geschrapt worden uit de gemeentelijke inventaris van de risicogronden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt op basis de stukken gevoegd bij de aanvraag dat is aangetoond dat op het perceel aan de Houtlaan 14, Schilde met kadastrale nummer afdeling 3,sectie C, nummer 206/e, geen risico-activiteit heeft plaatsgevonden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het perceel als risicogrond te schrappen uit de gemeentelijke inventaris en zal dit doorgeven aan de huidige eigenaar en aanvrager Aquafin, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar en aan OVAM.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

ondersteuning kleinschalige projecten en NGO's

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring door de gemeenteraad van 23 februari 2015 van de verdeelsleutel voor de besteding van toelagen voor ontwikkelingssamenwerking

 

Feiten en context

          GROS heeft reeds haar toelage van 100.248,00 euro voor het werkjaar 2019 ontvangen.

          Deadline voor het indienen van de aanvraagformulieren voor kleinschalige projecten is 1 mei.

          De deadline voor het indienen van de aanvraagformulieren voor NGO's is 1 juni

          De GROS verwerkt en beoordeelt de aanvragen.

          De GROS doet een voorstel van betaling met betrekking tot de beoordeelde aanvragen.

          29 kleinschalige projecten dienden een aanvraagformulier in.

          14 kleinschalige projecten komen in aanmerking voor een basistoelage.

          8 kleinschalige projecten komen in aanmerking voor een basistoelage + 1 bijkomende toelage.

          5 kleinschalige projecten komen in aanmerking voor een basistoelage + 2 bijkomende toelagen.

          Basistoelage 2019 bedraagt 2.135,00 euro + eenmalige bijdrage van 835,00 euro. Deze eenmalige bijdrage is een deel van het historisch saldo.

          Basistoelage + 1 bijkomende toelage 2019 bedraagt 2.490,00 euro + eenmalige bijdrage van 835,00 euro. Deze eenmalige bijdrage is een deel van het historisch saldo.

          Basistoelage + 2 bijkomende toelagen 2019 bedraagt 2.845,00 euro + eenmalige bijdrage van 835,00 euro. Deze eenmalige bijdrage is een deel van het historisch saldo.

          9 NGO's dienden een aanvraagformulier in.

          9 NGO's komen in aanmerking aanmerking voor een toelage 2019.

          De toelage NGO 2019 bedraagt 2.370,00 euro + eenmalige bijdrage van 835,00 euro. Deze eenmalige bijdrage is een deel van het historisch saldo.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Algemene vergadering GROS

 

Argumentatie

De beoordelingen gebeuren op basis van de vooropgestelde criteria vastgelegd in de verdeelsleutel van de GROS.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de steun aan 27 kleinschalige projecten voor een totaal bedrag van 86.580,00 euro

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de steun aan 9 NGO's voor een totaal bedrag van 28.845,00 euro

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Deelname duurzame week 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit van college van burgemeester en schepenen van 30 juli 2018 om deel te nemen aan de Week van de Duurzame Gemeente van 18 tot 25 september 2018

 

Feiten en context

          SDG's zijn de opvolgers van de Millenniumdoelstellingen, met dit fundamentele verschil dat ze niet meer uitgaan van de klassieke Noord-Zuid indeling.

          SDG staat voor Sustainable Development Goals of Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Deze 17 doelstellingen werden ontwikkeld door de Verenigde Naties.

          De doelstellingen en subdoelstellingen moeten de komende 15 jaar aanzetten tot actie in domeinen die van cruciaal belang zijn voor de mensen en de planeet. De vijf subdoelstellingen zijn: mensen, planeet, welvaart, vrede en partnerschap.

          De SDG's verenigen een aantal internationale afspraken (armoedebestrijding, klimaatverandering, verstedelijking, ...) en roepen op tot een integrale aanpak.

          Na een wereldwijd participatief consultatieproces engageerden 194 landen zich op 25 september 2015 in de schoot van de Verenigde Naties om deze internationale agenda 2030 te verwezenlijken.

          Op 25 september 2019 viert de hele wereld de derde verjaardag van de ondertekening van Agenda 2030 van de Verenigde Naties.

          VVSG vraagt aan Schilde als lokale bestuurder de verantwoordelijkheid te dragen om duurzame ontwikkeling op haar grondgebied te verwezenlijken.

          80 Vlaamse steden en gemeenten vieren deze verjaardag een hele week lang: van 18 tot 25 september hangen ze de SDG-vlag uit en zetten ze hun eigen ‘Duurzame Helden’ in de kijker tijdens de Week van de duurzame gemeente.

          Duurzame helden zijn burgers, scholen, organisaties, bedrijven of andere groepen die op hun manier bezig zijn met duurzame ontwikkeling. Zij worden de lokale gezichten van de 17 mondiale doelstellingen.

          VVSG vraagt aan Schilde om de SDG-engagementsverklaring te ondertekenen met als doel de 17 doelstellingen te promoten en haar inwoners hier rond te sensibiliseren.

 

Juridische gronden

          Resolutie, goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 25 september 2015 met betrekking tot het bereiken van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) tegen 2030

          Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Akkoord GROS met deelname aan de Week van de duurzame gemeente

 

Argumentatie

          De 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen raken aan (deel)aspecten van de lokale bevoegdheden, gaande van armoedebestrijding, via welzijn en gendergelijkheid voor jong en oud, over lokale economie, onderwijs, en consumptie tot energie en klimaatbeleid.

          De gemeente wil lokale ambassadeurs van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in de kijker zetten.

          Gemeente Schilde viert in 2019 volgende 5 duurzame helden: De Dobbelhoeve, Het Open Poortje/Wereldpoortje, Dodoenstuin, Oxfam wereldwinkel Schilde, Greenplease.

          De geselecteerde lokale ambassadeurs worden gehuldigd tijdens het vrijwilligersfeest van 20 september 2019.

          Door de huldiging van de lokale ambassadeurs te koppelen aan het vrijwilligersfeest wordt er getracht een groter draagvlak te creëren voor toekomstige acties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.7.1.5

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

101

Bedrag

Visum financieel beheerder

500 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist deel te nemen aan de Week van de Duurzame Gemeente van 18 tot 25 september 2019. Op 20 september worden de 5 duurzame helden gehuldigd tijdens de vrijwilligersreceptie in Werf 44.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen ondertekent de engagementsverklaring opgesteld door de VVSG.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Aanvraag straatfeest Buizerdlaan op 14 september 2019 door Koen Hollanders

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Buizerdlaan van Koen Hollanders van 14 juli 2019

 

Feiten en context

Koen Hollanders vraagt toelating om op 14 september 2019 een straatfeest te organiseren in de Buizerdlaan. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Koen Hollanders voor de organisatie van een straatfeest in de Buizerdlaan op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en de rijbaan dus niet ingenomen wordt door tenten, podium, enz;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Koen Hollanders indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Aanvraag Veldtoertocht - VTT WTC Schoten - 15 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen van Gert Van Bergen, secretaris WTC Schoten vzw, op 17 juni 2019

 

Feiten en context

WTC Schoten VZW organiseert op zondag 15 september een veldtoertocht. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies milieu

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan WTC Schoten vzw voor de organisatie van een veldtoertocht op zondag 15 september 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          Het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          Het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Aanvraag straatfeest Egelvoortstraat op 28 september 2019 door Christiaensen Marcel

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Egelvoortstraat van Christiaensen Marcel van 13 juli 2019

 

Feiten en context

Christiaensen Marcel vraagt toelating om op 28 september 2019 een straatfeest te organiseren in de Egelvoortstraat. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Christiaensen Marcel voor de organisatie van een straatfeest in de Egelvoorstraat op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breed is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Christiaensen Marcel indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Huur Feestzaal de Caters - Jan Meeusen - uitzondering reglement

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Jan Meeusen op vrijdag 23 augustus 2019

 

Feiten en context

          Jan Meeusen had als inwoner van Schilde graag de feestzaal de Caters in het Dorpshuis gehuurd van vrijdag 26 juni 2020 tot en met zaterdag 27 juni 2020.

          Overeenkomstig het huidige reglement kan een particulier maar 6 maanden op voorhand reserveren.

          Concreet betekent dit dat zij pas 26 december 2019 de zaal kunnen reserveren.

          Indien de zaal reeds bezet blijkt te zijn op dat moment, zal het erg moeilijk zijn om nog een een geschikte locatie te vinden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Particuliere zalen zijn vaak reeds meer dan een jaar op voorhand gereserveerd.

          Particuliere zalen zijn qua prijsverhouding een stuk duurder.

          De zaal is momenteel beschikbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om toestemming te geven aan Jan Meeusen om feestzaal de Caters van het Dorpshuis te huren van vrijdag 26 juni 2020 tot en met zaterdag 27 juni 2020.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Goede doel-rit - Samaritan Riders - 21 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 12 juni 2019

 

Feiten en context

Samaritan Riders vzw organiseert op zaterdag 21 september 2019 en zondag 22 september 2019 een volledig bepijlde motorrit voor het goede doel, met vertrek en aankomst te Kontich.

De organisatie vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Postief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven voor het goede doel.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Samaritan Riders vzw voor de organisatie van een bepijlde motorrit over het grondgebied van Schilde op zaterdag 21 en zondag 22 september 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          Het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          Het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Opvolging gemeenteraad - mededelingen 16 september 2019

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelde verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst voor de gemeenteraad van 16 september 2019 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 02 09 2019

Gemeenteraad - dagorde van 16 september 2019

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56. §1. van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 16 september 2019 te plaatsen:

OPENBARE VERGADERING

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 20 augustus 2019 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          Ruimte - Omgeving - Kerkstraat 36 - ORGANO BVBA - het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden - zaak van de wegen & GECORO - OMG 2019/212 - Besluit

          Ruimte - Omgeving - Haksellaan 24 - de heer Lieven Costermans - het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - zaak van de wegen - OMG 2019/358 - Besluit

          Grondgebiedszaken - Verledding openbare verlichting Fluvius - overdracht openbare verlichting - Besluit

          SECRETARIAAT - Pidpa - Buitengewone algemene vergadering - 18 oktober 2019 - Besluit

          SECRETARIAAT - Actualiteitsvragen - Kennisname

 

 

Publicatiedatum: 10/09/2019