VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

9 maart 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Olivier Verhulst, verlaat de zitting vanaf agendapunt 24, artikel 27

Olivier Verhulst, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 25

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 2 maart 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 2 maart 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.123 tot en met 1.198;

          de betaalloten van 17 tot en met 45.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Reglement over het toekennen van een eretitel aan de decretale graden

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Verwerkersovereenkomst Orca Solutions BVBA

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

          VVSG biedt een basismodel voor verwerkersovereenkomsten in het kader van de GDPR.

          Orca Solutions BVBA heeft dit basismodel gevolgd.

 

Juridische gronden

          Artikel 28, derde lid van de GDPR
De verwerking van persoonsgegevens door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijk recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.

          Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de verwerkersovereenkomst met Orca Solutions BVBA goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen mandateert de burgemeester en de algemeen directeur om de verwerkersovereenkomst met Orca Solutions BVBA namens de gemeente te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Aanvraag premie startende ondernemer Yari De Middelaer - D.M.F.A.

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Opvolgingsverslag

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepen heeft beslist dat er maandelijks een opvolgingsrapportering van Bert Vangeel op het college moet komen.

 

Feiten en context

Onderstaande grafiek zou een nuttig document kunnen zijn om te achterhalen wat een project echt kost. Personeelskosten zijn immers nog altijd 1/3 van het budget. Deze grafiek is nog maar een eerste aanzet en staat nog niet op punt. Vooral het item allerlei zou nog verder gecategoriseerd moeten worden.

Afgeleverde documenten:

          nota visums voor managementteam en de raden;

          nota dagelijks bestuur voor de verschillende raden;

          beslissingen overdrachten;

          document 'as is kassa's';

          planning financieel management;

          sjabloon voor het managementteam om verschillen tussen budget en realisatie te verklaren;

          managementreactie op audit.

De dagelijkse taken worden ook uitgevoerd.

Twee keer zijn er opmerkingen op het verslag genoteerd door Bert Vangeel:

          de taken moeten binnen de normale werktijd kunnen uitgevoerd worden (zowel dokter als psycholoog raden aan geen thuiswerk meer te doen);

          er zijn nooit bewust verwijten gemaild (de mails zijn heel beperkt) naar de Algemeen Directeur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de opvolging van Bert Vangeel na terugkomst uit ziekte.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest De Dreef van Hertebos - 23 mei 2020 - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 27 februari 2020 via de evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de organisatie van een straatfeest in De Dreef van Hertebos op 23 mei 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist De Dreef van Hertebos af te sluiten op 23 mei 2020 vanaf de Sint-Hubertuslaan tot aan de Amazonenlaan naar aanleiding van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3 en is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van voetbalwedstrijd KSK Schilde/Racing Mechelen - 15 maart 2020 - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          Aanvraag via evenementenloket

          Overleg politiezone Voorkempen en organisator van 28 februari 2020

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een voetbalwedstrijd tussen KSK Schilde en Racing Mechelen op 15 maart 2020 op het terrein aan de Rozenhoek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Door de voetbalwedstrijd tussen KSK Schilde en Racing Mechelen zijn hierna vermelde bepalingen van toepassing op 15 maart 2020.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. Enkelrichting wordt ingesteld in:

          de Rozenhoek vanaf Oelegemsteenweg tot Bredabaan;

          de Bredabaan vanaf Rozenhoek tot Oelegemsteenweg.

De rijrichting verloopt als volgt: Oelegemsteenweg - Rozenhoek - Bredabaan - Oelegemsteenweg. Deze maatregel wordt aangeduid met verkeersborden F19 en C3.

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld in:

          de Rozenhoek vanaf Oelegemsteenweg tot Bredabaan;

          de Bredabaan vanaf Rozenhoek tot Oelegemsteenweg;

          de Kempisch Veldweg tussen De Pont en Den Heuvel.

Deze maatregel wordt aangeduid met verkeersborden E3.

Artikel 3. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Patrimonium - Vraag naar verkoop - Moerhoflaan zn

 

 

Voorgeschiedenis

In de vergadering van 5 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen de vraag om een deel van de eigendom gelegen aan de Moerhoflaan zn met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie D, 322 A te verkopen besproken en beslist om een overleg met de aanvrager in te plannen

 

Feiten en context

          De kandidaat koper heeft twee voorstellen ingediend waarvan optie 1 kan gerealiseerd worden. Een deel van het naastgelegen perceel wordt verkocht aan de aanpalende eigenaar en er dient stedenbouwkundig niets gewijzigd te worden. De notaris dient enkel een herverdelingsakte op te maken. Indien er gekozen wordt voor optie 2 wordt het perceel van de kandidaat koper aan de bouwlijn smaller en dient er een bijstelling van de bestaande verkaveling waarvan het perceel van de kandidaat koper deel uitmaakt goedgekeurd te worden, wat niet evident is in dit geval. De vorm van het bestaande perceel is niet gebruikelijk maar deze vorm is conform met de bestemming van het gewestplan.

          Indien de gemeente een onroerend goed verkoopt, dient dit via een openbare verkoop te gebeuren. Een uitzondering hierop dient goed gemotiveerd te worden en kan enkel om redenen van algemeen belang. In elk geval zal een schattingsverslag van een beëdigd schatter de minimum te betalen prijs bepalen. 

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

 

Argumentatie

Door de verkoop liggen zowel het perceel van de gemeente als het perceel van de kandidaat koper loodrecht op de bestaande wegenis.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen vraagt het akkoord aan de kandidaat koper om de kosten van de schatter en de landmeter die de afpaling doet voor zijn rekening te nemen bij een eventuele aankoop van dit perceel.

Artikel 2. Bij een akkoord over de bijkomende kosten wordt het verkoopsvoorstel optie 1 verder uitgewerkt.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Asfaltering - Reigersdreef - Gratis grondafstand

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunning 1973/3 van 27 september 1973

 

Feiten en context

De Reigersdreef die in volle eigendom is van de aanpalende eigenaars heeft volgens de verkaveling een breedte van 8 meter waarvan er ongeveer 4 meter breed kan worden geasfalteerd. Om deze plannen te realiseren dient de gemeente deze wegenis in volle eigendom te hebben. Daarom is het opportuun dat de aanpalende eigenaars bereid zijn om een gratis grondafstand van deze wegenis aan de gemeente doen. Via een schrijven kunnen we de eigenaars hierover op de hoogte brengen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De aanpalende eigenaars informeren om hen de kans te geven om te reageren

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om via een schrijven de aanpalende eigenaars de vraag te stellen of ze akkoord zijn met een gratis grondafstand van de private wegenis aan de gemeente zodat deze geasfalteerd kan worden.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Wijnegemsteenweg 33 - de heer Daniel Henderickx - het verbouwen van een handelshuis naar horecazaak met appartement - OMG 2019/642

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Daniel Henderickx, op 13 december 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 33.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een handelshuis naar horecazaak met appartement.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 24 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 maart 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1931 volgens de gegevens van het kadaster. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 108,32m² op een perceel van circa 290,60m².
    Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een handelspand.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: meergezinswoningen, kantoren en handel.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag gaat over het verbouwen van een handelshuis naar horecazaak met appartement op een perceel van 209,60m². De woning blijft ingeplant tot op de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 5,87m op een kavelbreedte van 5,87m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 23,06m. De kroonlijsthoogte bedraagt 7,97m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van circa 43° met een nokhoogte van 11,97m. De gevels worden opgetrokken in rode gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met zwarte dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 108,32m².

Achter de woning is een koer in klinkers van 101,28m². De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 101,28m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 28 februari 2020 onder referentie PR 200055-01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

o        A: artikel 4.4.1.1.

Op het gelijkvloers is een nooduitgang aangegeven van gelagzaal door de keuken!

o        B: artikel 6.5.4.

Veiligheidsverlichting: te voorzien, niet terug te vinden op de plannen, noch in de beschrijvende nota.

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag mits opvolging van bovenstaande opmerkingen.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijnegemsteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een handelshuis naar horecazaak met appartement is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag omvat een vergund geachte handelshuis. Theoretisch zijn er 3 parkeerplaatsen vergund geacht bij het handelshuis. Omdat het project 1woonentiteiten omvat en ongeveer 50 m² horecaruimte omvat moeten er 3 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 44cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Het appartement heeft een buitenruimte van circa 5,25m². De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de brandweer Malle naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Boterlaarbaan 22 - Bernaerts & Palmans BVBA - het verkavelen van 1 lot - OVK 2019/14

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        aanbouwen aan woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 1975 - sgr1975/53bis

o        bouwen van overdekt zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 oktober 1974 - sgr1974/92

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 augustus 1961 - sgr1961/45

  • Stedenbouwkundige attest(en)

o        het afsplitsen van een bouwkavel - negatief door college van burgemeester en schepenen - 25 november 2019 - SA 2019/3

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bernaerts & Palmans BVBA op 29 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Boterlaarbaan 22.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van 1 lot.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 november 2019. De uiterste beslissingsdatum is 13 maart 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.     Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.     Bestemmingen

o        Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

o        De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

o        Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.     Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.     Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone.

o        Op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn  de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens.

o        Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

o        De som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.     Afmetingen van de gebouwen

a.      Kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      Voorgevelbreedte:

o        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn;

o        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.     Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm
Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

b.      Materialen

o        Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

o        Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempisch machiensteen)

o        Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

o        Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede  gevelhoogte en de dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

1.2.     Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.     Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.     Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.     Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.     Welstand van de gebouwen

o        Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

o        Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.     Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, ...

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende materialen.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

1.4.     Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

a.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        de schaal van het plan;

o        de bestaande en de aangevraagde bebouwing;

o        de toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen;

o        alle op het terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm, gemeten op 1,50m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen.

b.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

1.5.     Stedenbouwkundige aanvragen

c.                  Kavelbreedte

Minimum 30m gemeten op de bouwlijn en rooilijn

d.                  Kaveloppervlakte

Minimum 2.000m²

e.                  Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop gemene scheidsmuren van twee gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

Artikel 2: Voortuinstrook

1.2.5.                  Bestemming en aanleg

o        Oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin met te worden aangelegd streekeigen hoogstammig en Iaagstammig groen, heesters en/of gras en aIs zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden Iangs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor het nemen van toegang tot gebouwen binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw, Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Alleen het gedeelte dat aIs toegang tot de gebouwen of aIs parkeerruimte wordt aangewend, mag verhard worden en dit met waterdoorlatende verharding.
Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        De parkeerplaatsen dienen geïntegreerd te worden in een groene inrichting voor de tuinen.

1.2.6.                  Bebouwing
Behoudens de afsluitingen op de perceelsgrenzen alle constructies verboden.

 

c.      Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1961. Op het perceel zijn nog een schuur en een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 265,3m² op een perceel van circa 4.593m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

d.      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van 1 lot.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 2.000m2 en een breedte van 30,00m aan de straatzijde. Dit lot is voor een open bebouwing. De bouwzone wordt ingetekend op 15,00m uit de rooilijn, op 5,00m van de rechter perceelsgrens en op 6,39m van de linker perceelsgrens met een diepte van 20,00m.

Lot 2 is een bebouwd lot met een oppervlakte van circa 2.593m2 en een breedte van 42,27m aan de straatzijde.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 18 februari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een perceel af te splitsen. De bouwzone situeert zich in een zone met de minste milieuschade.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin zal aan de indiener van de omgevingsvergunningsaanvraag een heraanplanting opgelegd worden met een nader te bepalen aantal inlandse hoogstammige loofbomen van eerste en tweede grootte plantmaat 10/12;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        aan de indiener van de omgevingsvergunningsaanvraag  zal een bankwaarborg  opgelegd worden van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals nader omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 12 december 2019 onder referentie 19-223308, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het bijgevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-223308

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.064m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage 3.851,68 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort worden.

o        De op het verkavelingsplan aangeduide niet-openbare beboste groene ruimtes over een oppervlakte van 936m² worden integraal opgenomen in de verkavelingsvoorschriften. Deze beboste groene ruimtes moeten als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-; kruid- of boomlaag uit te voeren. Bijkomende ontbossing in de op het verkavelingsplan aangeduide groene ruimtes is slechts mogelijk na het wijzigen van de verkavelingsvergunning.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 23 december 2019 onder referentie 337897_47511, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Een offerte met referentie 337897_47511 is beschikbaar.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Het lot mogen pas verkocht worden als aan alle verplichtingen uit de offerte zijn voldaan en de facturen vereffend zijn. De gemeente wordt in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 14 februari 2020, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De kavels zijn aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.
    Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aansluiting of een aanpassing van de bestaande aansluiting(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 16 december 2019 onder referentie L-19-379/191380, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht langsheen de Boterlaarbaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/gracht/inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.
    • De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering door de ontwikkelaar.
    • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
  • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.
    • Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:
    • De offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 6 december 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 9 december 2019 onder referentie 25036994, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De studiedienst van telenet heeft vastgesteld dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken. Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houdt telenet rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. Telenet stelt de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken. Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 9 december 2019 tot 7 januari 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boterlaarbaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Mer-screening
    In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  • Watertoets
    Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. Het betrokken goed is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
    Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de Gewestelijke verordening hemelwater te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van 1 lot is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel wordt theoretisch twee parkeerplaatsen op de oprit voorzien.
    aanvraag voldoet hieraan.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 1 bijkomend lot voor een open bebouwing op een perceel van circa 4.593m2. De bebouwingsdichtheid bedraagt 4,4 woningen/Ha.
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het verkavelingsvoorschriften wijkt echter wel af van het BPA Hof ter Linden herziening. Het BPA bepaalt dat:

o        de voorgevel maximum 2/3 van de kavelbreedte op de voorgevelbouwlijn mag bedragen. De verkavelingsvoorschriften voorzien een voorgevelbreedte van maximum 18,93m op een kavelbreedte van 30,32m, gemeten op de voorgevelbouwlijn;

o        maximum 10%van de totale perceelsoppervlakte ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, openlucht zwembaden, … De verkavelingsvoorschriften voorzien dat in de voortuin, tuin- en zijtuinstrook maximum 50% mag worden ingericht als tuin en voorzien worden van de nodige verharding voor de toegang naar de woning. Bij lot 1 is de zone voor voortuin, tuin-en zijtuin is circa 685,2m² groot op een lot van 2.000m².

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
De afwijking met betrekking tot de gevelbreedte is beperkt en kan uitzonderlijk toegestaan worden.
De afwijking van de totaal verharde oppervlakte van het perceel is niet beperkt en bijgevolg niet aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving. In de verkavelingsvoorschriften zal dit geschrapt worden en vervangen worden door de voorschriften van het BPA Hof ter Linden herziening (in rood).

Mits het naleven na de aangepaste verkavelingsvoorschriften past de aanvraag in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Pidpa naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Hoeklaan 13 - het bouwen van een woning - zaak van de wegen - SA 2020/2

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Stedenbouwkundig attest - Turnhoutsebaan 540 - Sebreghts Katarina Leonard Maria - Het enerzijds slopen van de bestaande bebouwing en anderzijds het bouwen van een accentgebouw met meergezinswoningen en handelsruimte en 4 grondgebonden woningen - SA 2019/17

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

De Pont 20 - Pacco-Verbist - inbuizing baangracht - OV 2020/22

 

 

Voorgeschiedenis

Omgevingsaanvraag:

          25 juni 2018 - vergunning - bouwen van een woning - 2018/174

 

Feiten en context

Thomas en Isis Pacco - Verbist vragen een nieuwe toelating voor het inbuizen van de baangracht voor het eigendom De Pont 20 en vragen tevens om de vorige toelating van 14 januari 2019 in te trekken.

 

Juridische gronden

Het gemeentelijk reglement op het inbuizen van de baangrachten goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 november 2011, aangevuld door de gemeenteraad in zitting van 19 maart 2012.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen trekt de toelating van 14 januari 2019 in.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent een nieuwe toelating voor het inbuizen van de baangracht van 5m voor het eigendom De Pont op een afstand van 14,79m van de rechterperceelsgrens.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

RUP RWZI SINT-JOB-IN-T-GOOR - adviesvraag

 

 

Feiten en context

          15 januari 2020 - adviesvraag via DSI - platform

          12 maart 2020 - uiterlijke datum om advies uit te brengen

 

Juridische gronden

Artikel 2.2.18. van de Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening
De aanpalende gemeente kan om advies worden gevraagd.
Het advies wordt uitgebracht binnen een termijn van zestig dagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de adviesvraag. Als die termijn wordt overschreden, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

 

Argumentatie

          Aquafin wenst in Brecht een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) te realiseren om de waterkwaliteit in het Klein Schijn aanzienlijk te kunnen verbeteren. Hiervoor is de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan noodzakelijk.

          De bouw van een nieuwe zuiveringsinstallatie wordt voorzien zodat de overbelasting van de RWZI Schilde kan opgelost worden en een complexe uitbreiding vermeden kan worden.

          De opmaak van het RUP is een pluspunt voor de gemeente Schilde.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de startnota en procesnota voor de opmaak van het RUP RWZI SINT-JOB-IN-T-GOOR.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen opmerkingen op de voorliggende documenten.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Belastingen op masten en pylonen 2020 tot en met 2025 - werkwijze

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 20109 keurt de gemeenteraad het reglement belastingen op masten en pylonen 2020 tot en met 2025 goed voor de termijn van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Feiten en context

          De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast, pyloon en/of draagconstructie op 1 januari van het aanslagjaar. Overheidsdiensten worden vrijgesteld van deze belasting.

          De belastingplichtige moet, ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar, aangifte doen van het aantal belastbare masten, pylonen en/of constructies op het grondgebied van de gemeente via een aangifteformulier.

 

Juridische gronden

          Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en meer specifiek de artikelen 2, 40, 41, 252, 286-287 en 326-335

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen

          Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit

 

Argumentatie

Eigenaars van een gekende en/of vergunde mast, pyloon en/of draagconstructie gaan niet actief zelf op zoek naar nieuwe reglementen, aangifteformulieren of aangifteplicht.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om alle eigenaars van een gekende en/of vergunde mast, pyloon en/of draagconstructie per aangetekende zending in kennis te stellen van het reglement en de aangifteplicht.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

RUP Turnhoutsebaan Oost - scopingnota - inhoudelijke beslissingen

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de visie goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de procedure en de lijst van de uit te nodigen firma's goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          19 februari 2018 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          4 juni 2018 - het college van burgemeester en schepenen stelt D+A Consult aan als ontwerpen voor de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan - Oost

          2 juli 2018 - startvergadering planteam

          10 oktober 2018 - tweede vergadering planteam

          5 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de facturatieschijven goed

          12 november 2018 - college van burgemeester en schepenen keurt een mobiliteitsonderzoek goed naast de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan Oost. Het college van burgemeester en schepenen stelt hiervoor studiebureau SUUNTA in samenwerking met D+A Consult nv aan

          23 november 2018: derde vergadering planteam

          30 november 2018 en 1 december 2018: telling van de in- en uitritten van de parkings en parkeerbezetting in functie van mobiliteitsonderzoek

          14 januari 2019 - goedkeuring start- en procesnota. Het college van burgemeester en schepenen beslist op 14 januari 2019 om te onderzoeken of het plangebied kan uitgebreid worden met de zone rond het uitvaartcentrum

          28 januari 2019 - college van burgemeester en schepenen beslist om het plangebied niet uit te breiden

          4 februari 2019 - college van burgemeester en schepenen keurt de planning van fase 1 goed

          25 februari 2019 - college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

          8 juli 2019 - overleg planteam over aanzet scopingnota

          5 augustus 2019 - college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het planteam

          19 & 20 november 2019 - extra infomoment voor buurtbewoners per zone

          18 december 2019 - overleg planteam

          30 januari 2020 - bilateraal overleg departement Omgeving, provincie Antwerpen, Agentschap voor Natuur en Bos, AWV en MOW

 

Feiten en context

          De adviezen en opmerkingen uit het eerste participatiemoment werden behandeld in de scopingnota. Voorstellen werden geformuleerd voor de afhandeling.

          Tijdens de vergadering van het planteam van 8 juli 2019 werden de voorstellen besproken. Een aantal voorstellen vereisen een collegebeslissing alvorens de scopingnota kan worden afgewerkt.

          De voorstellen tot collegebeslissing werden geformuleerd in het verslag van de vergadering van 8 juli 2019.

 

Juridische gronden

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

 

Argumentatie

          Om voldoende draagvlak te creëren werd een vervolgoverleg ingepland op 19 en 20 november 2019 waarbij de buurtbewoners in kleinere groepjes werden uitgenodigd. Op deze manier kon er dieper worden ingegaan op de bemerkingen die werden geformuleerd tijdens het eerste participatiemoment.

          Er werd bilateraal overleg gepleegd op 30 januari 2020 met de hogere overheden over een aantal specifieke knelpunten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de scopingnota van 3 juni 2019, het verslag van het planteam van 8 juli 2019 en het verslag van het bilateraal overleg van 30 januari 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nota van 3 maart 2020 en beslist akkoord te gaan met de geformuleerde standpunten mits enkele aanpassingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 12 maart 2020 tot en met 10 april 2020

Dieghemveldweg 13

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning

OMG 2020/77

van 13 maart 2020 tot en met 11 april 2020

Philippedreef 23

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met poolhouse en open lucht zwembad

OMG 2020/51

van 6 maart 2020 tot en met 4 april 2020 (administratieve lus in laatste aanleg)

Constant Joossenslei 11

het slopen van een woning met een bijgebouw en het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten

OMG 2019/266

van 9 maart 2020 tot en met 7 april 2020 (wijzigingsverzoek)

Oudaen 7

het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 8 woonentiteiten

OMG 2019/564

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Karekiet 70 - Jozef Van Dael - het vellen van 1 den en 12 cipressen - VB 2020/49

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een zendmast - weigering door college van burgemeester en schepenen - 7 oktober 1997 - 1997/171

o        landhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 1977 - 1977/131

  • Milieuvergunning(en)

o        104: propaangastank van 1000l - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 20 augustus 1986 - 19850411 doos 20

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jozef Van Dael op 30 januari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Karekiet 70.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den en 12 cipressen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 20 april 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den en 12 cipressen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Karekiet een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en na een plaatsbezoek blijkt dat 1 den geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken heeft. Deze staat op het vergund inplantingsplan oranje omcirkeld. De cipressen hebben een beperkte esthetische waarde en kunnen om die reden geveld worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De den, oranje omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moeten behouden blijven.
  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Strikkelaar 3 - Marc Busscher - het vellen van 1 den - VB 2020/53

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 oktober 2001 - 2001/333

o        bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 27 juni 1989 - 1989/146

o        bouwenvan een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 1989 - 1989/160

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 november 1988 - 1988/185

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 mei 1987 - 1986/7

  • Milieuvergunning(en)

o        290: uitbating van een schietstand - gunstig door de deputatie - 27 maart 1962 - 19620108 - doos 7

o        290: schietbaan jachtgeweren - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 25 september 1973 - 1973316 doos 12

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Marc Busscher op 2 februari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Strikkelaar 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 20 april 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand
    De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Strikkelaar een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de boom een laanboom beconcurreert. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Hazendreef 3 - Sabine Van Looveren - het vellen van 1 den en 1 berk - VB 2020/56

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 september 1972 - 1972/103
  • woning (met premie) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 1973 - 1972/209
  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 1986 - 1986/64

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Sabine Van Looveren op 4 februari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hazendreef 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 20 april 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand
    De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag handelt over het vellen van 1 den en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hazendreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. Hierdoor zal er invloed zijn op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de den en berk geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertonen. De bomen vellen is een niet noodzakelijke disproportionele oplossing welke niet in verhouding staat tot de vastgestelde problematieken van hinder door schaduw en groenafval.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraagniet  in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Missionarislei 13 - Willy Vissenberg - het vellen van 4 dennen - VB 2020/58

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 januari 1964 - 1964/07

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1964 - 1964/177

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 maart 1968 - 1968/45

o        uitbreiden van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 november 1995 - 1995/293

  • Milieuvergunning(en)

o        stookolietank 5000 l - door college van burgemeester en schepenen - 30 juni 1992 - melding 112

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Willy Vissenberg op 5 februari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Missionarislei 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 20 april 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand
    De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag handelt over het vellen van 4 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Missionarislei een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de bomen door storm afgebroken, sterk overhellend of misvormd zijn als gevolg van concurrentie door omstaande bomen. Hierdoor is er een beperkte levensverwachting en een verhoogd veiligheidsrisico. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Omgeving - Picardiëlaan 2 - José Van Hoof - het vellen van 3 dennen en 3 berken - VB 2020/59

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 1965 - 1965/67
  • verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 mei 1971 - 1971/55

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door José Van Hoof op 5 februari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Picardiëlaan 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 dennen en 3 berken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 20 april 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 dennen en 3 berken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Picardiëlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, plaatsbezoek en de foto’s blijkt dat de bomen overhellend zijn door onderlinge concurrentie. Hierdoor is er een beperkte levensverwachting en een verhoogd veiligheidsrisico. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Vrijgave bankwaarborg -  Waterstraat 379 - Bouwvergunning 2017/242

 

 

Voorgeschiedenis

Op 12 februari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Vrints verzond per e-mail op 16 februari 2020 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 2.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/242.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/242 voor het volledige bedrag van 2.000 euro aan Vrints Waterstraat 379, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Vrijgave bankwaarborg - Turnhoutsebaan 29 - Bouwdossier 2016/92

 

 

Voorgeschiedenis

Op 22 augustus 2016 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Verheyen verzond per e-mail op 21 oktober 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2016/92.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2016/92 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Verheyen, Turnhoutsebaan 29, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Vrijgave bankwaarborg - De Rest 34 -bouwvergunning 2017/204

 

 

Voorgeschiedenis

Op 22 januari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Zurings doet een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 1.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/204.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/204 voor het volledige bedrag van 1.000 euro aan Zurings De Rest 34, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Vrijgave bankwaarborg - Kasteeldreef 57 - bouwvergunning 2015/228

 

 

Voorgeschiedenis

Op 8 februari 2016 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Van Rooy verzond per e-mail op14 februari 2020 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2015/228.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2015/228 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Van Rooy Warandestraat 1, 2300 Turnhout.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - februari 2020 - Hofdreef 2

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft in februari 2020 een burgemeesterbesluit uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen. Conform de afspraak met het college van burgemeester en schepenen dienen deze "schriftelijke instemmingen" op de eerstvolgende zitting aan het college van burgemeester en schepenen ter kennisgeving te worden gebracht.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissing is nodig voor de veiligheid van de inwoners.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein voor:

          5 februari 2020 - Hofdreef 2 - Marc Gessner.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Initiatief voor zomerkamp kleuters

 

 

Voorgeschiedenis

          E-mail van 17 januari 2020 van mevrouw Delphine Eeckhout omtrent de aanvraag voor een verlaagd huurtarief voor een lokaal voor kinderopvang tijdens de zomervakantie

          Reglement zalen en lokalen, goedgekeurd door de gemeenteraad van 21 augustus 2017

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 februari 2020 om het vernieuwde concept speelpleinwerking te agenderen op de gemeenteraadscommissie van 6 april 2020

 

Feiten en context

          Kleuteropvang tijdens vakantieperiodes maakt deel uit van het nieuwe concept speelpleinwerking, maar kan organisatorisch niet meer uitgewerkt worden voor de zomervakantie 2020.

          Enkele ouders uit Schilde willen in de zomervakantie kinderopvang organiseren voor hun 15 kleuters aangezien er geen gepaste opvang georganiseerd wordt.

          De opvang wordt georganiseerd van woensdag 1 juli tot en met vrijdag 14 augustus 2020, telkens van 8u30 tot en met 17u30.

          De kosten van de opvang worden gedeeld door het aantal gezinnen.

          De initiatiefnemer zoekt een locatie waar kinderen binnen en buiten kunnen, waar tafels en stoelen staan en een toilet is.

          De Liebaert voldoet aan deze voorwaarden en is vrij op de gevraagde data, uitgezonderd op 24 juli 2020 in de namiddag.

          Als inwoner van de gemeente komt de aanvrager in aanmerking om de Liebaert te huren aan 30 euro per dag. Dit maakt in totaal een huurkost van 1.290 euro.

          Scholen, erkende verenigingen en politieke partijen kunnen De Liebaert huren aan een tarief van 5 euro per dag. Aan dit tarief bedraagt de totale huurkost 215 euro.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De gemeente organiseert momenteel geen kinderopvang voor kleuters tijdens de vakantieperiode.

          Het initiatief voor kleuteropvang vangt een actuele opvangnood tijdens de vakantieperiode op.

          De gemeente wil initiatieven voor kinderopvang ondersteunen.

          De Liebaert is geschikt als kinderopvanglocatie en is beschikbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist voor de organisatie van kleuteropvang tijdens de zomervakantie 2020 een uitzondering op het reglement zalen en lokalen toe te staan wat betreft het huurtarief van De Liebaert en hiervoor het tarief voor erkende verenigingen, scholen en politieke partijen aan te rekenen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 03 2020

Statuten Toerisme Voorkempen

 

 

Voorgeschiedenis

          Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 van de beslissing van de gemeente Schoten om de deelname aan de intergemeentelijke verenigingen Toerisme Voorkempen stop te zetten

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 juni 2019 om de toetreding tot het Land van Playsantiën te onderzoeken

          Principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019 met een toetreding tot het Land van Playsantiën mits er goede voorwaarden bekomen worden

          Kennisname op 2 december 2019 door het college van burgemeester en schepenen van het verslag van de raad van bestuur van het Land van Playsantiën van 21 november 2019, de verduidelijking van de besteding van de financiële middelen en van het advies van vzw Toerisme Voorkempen aangaande de aansluiting bij het Land van Playsantiën

 

Feiten en context

          De statuten van vzw Toerisme Voorkempen moeten aangepast worden door de uitstap van gemeente Schoten.

          Er werd een voorstel tot herwerking van de statuten uitgewerkt door de administratie van Schilde en Wijnegem, dat rekening houdt met de gewijzigde wetgeving.

          Vzw Toerisme Voorkempen maakte een eigen herwerking van de statuten tijdens een uitzonderlijke vergadering op 17 februari 2020.

          Vzw Toerisme Voorkempen wil de statuten laten goedkeuren op de algemene vergadering van 17 maart 2020.

          Jaarlijks ontvangt vzw Toerisme Voorkempen een nominatieve toelage van 2.500 euro.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 6 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van alle verenigingen, stichtingen en vennootschappen waarin de gemeente deelneemt.

          Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 29 april 2019

 

Argumentatie

          De herwerking van de statuten van vzw Toerisme Voorkempen is noodzakelijk.

          Er is geen samenwerkingsovereenkomst tussen vzw Toerisme Voorkempen en de gemeente Schilde als basis voor het toekennen van de jaarlijkse nominatieve toelage.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van gewijzigde statuten Toerisme Voorkempen.

 

 

Publicatiedatum: 17/03/2020