VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

17 juni 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 3 juni 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 3 juni 2019 zonder opmerkingen goed.

Marian Van Alphen onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.354 tot en met 1.408;

          de vastleggingen van 3.736 tot en met 3.880;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 54 tot en met 57;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 23.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Kerkfabriek Sint-Guibertus - goedkeuringsbesluit rekening 2018

 

 

Voorgeschiedenis

Op 23 april 2019 beslist de gemeenteraad positief advies te geven over jaarrekening 2018 van de kerkfabriek Sint-Guibertus.

 

Feiten en context

Een kopie van de jaarrekening 2018 werd door de provinciegouverneur ontvangen op 16 maart 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 54 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De kerkraad stelt jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 maart in bij het centraal kerkbestuur.

          Artikel 55 § 1 en §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De rekening wordt jaarlijks voor 1 mei samen bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.

De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring door de provinciegouverneur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedkeuringsbesluit van de provinciegouverneur voor de rekening 2018 van de kerkfabriek Sint Guibertus.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Kerkfabriek O.L.V.T.H.O - goedkeuringsbesluit rekening 2018

 

 

Voorgeschiedenis

Op 23 april 2019 beslist de gemeenteraad positief advies te geven over jaarrekening 2018 van de kerkfabriek O.L. Vrouw ten Hemel Opgenomen.

 

Feiten en context

Een kopie van de jaarrekening 2018 werd door de provinciegouverneur ontvangen op 16 maart 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 54 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De kerkraad stelt jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 maart in bij het centraal kerkbestuur.

          Artikel 55 § 1 en §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De rekening wordt jaarlijks voor 1 mei samen bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de

kerkfabrieken ressorteren.

De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring door de provinciegouverneur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedkeuringsbesluit van de provinciegouverneur voor de rekening 2018 van de kerkfabriek O.L. Vrouw ten Hemel Opgenomen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Kerkfabriek Sint-Catharina - goedkeuringsbesluit rekening 2018

 

 

Voorgeschiedenis

Op 23 april 2019 beslist de gemeenteraad positief advies te geven over jaarrekening 2018 van de kerkfabriek Sint-Catharina.

 

Feiten en context

Een kopie van de jaarrekening 2018 werd door de provinciegouverneur ontvangen op 16 maart 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 54 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De kerkraad stelt jaarlijks de rekening van de kerkfabriek van het voorgaande jaar vast en dient ze voor 1 maart in bij het centraal kerkbestuur.

          Artikel 55 § 1 en §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van erediensten en latere wijzigingen
De rekening wordt jaarlijks voor 1 mei samen bij de gemeenteoverheid en tegelijkertijd bij de provinciegouverneur ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.
De rekeningen zijn onderworpen aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring door de provinciegouverneur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedkeuringsbesluit van de gouverneur voor de rekening 2018 van de kerkfabriek Sint-Catharina.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - dhr. Roland Doclo

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 23 april 2019 besliste de gemeenteraad met eenparigheid van stemmen om de nominatieve toelage van Carrousel vzw te verhogen van 11.500 euro naar 16.000 euro voor vier avonden.  De gemeenteraad besliste de overeenkomst met vzw Carrousel voor de zomerconcerten in 2019 goed te keuren.

          Op 7 mei 2019 bezorgde het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de klacht van Roland Doclo in verband met het besluit van de gemeenteraad van Schilde van 23 april 2019 betreffende het toekennen van een toelage aan Carrousel vzw.

          Het Agentschap Binnenlands Bestuur verzoekt het college van burgemeester en schepenen om alle besluiten te bezorgen met betrekking tot het dossier samen met een uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de melding.

          Het college van burgemeester en schepenen van 13 mei 2019 besliste de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht goed te keuren

 

Feiten en context

Op 11 juni 2019 maakte het Agentschap voor Binnenlands Bestuur een kopie van het antwoord aan de heer Roland Doclo over.

 

Juridische gronden

          Artikel 331 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid ambtshalve opvragen. Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.

          Artikel 332 §1 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen om een besluit van de gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.

Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

          Artikel 333 van het decreet lokaal bestuur
Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:

          de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;

          het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen binnen tien dagen na dat verzoek;

          het besluit van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.

 

Argumentatie

De gouverneur heeft beslist niet op te treden als toezichthoudende overheid tegen de door de heer Roland Doclo bestreden gemeenteraadsbeslissing.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de gouverneur inzake de klacht bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur van de heer Roland Doclo.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het antwoord te agenderen voor de gemeenteraad van 20 augustus 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Adviesraad inwonerspanel - verslag 3 april 2019

 

 

Feiten en context

Mail van secretaris inwonerspanel op maandag 27 mei 2019: verslag inwonerspanel van 3 april 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 304 § 1 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten.

          Afsprakennota tussen het gemeentebestuur en het inwonerspanel bekrachtigd op 12 maart 2015

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de bijeenkomst van het inwonerspanel op 3 april 2019 en beslist deze op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

DABS Doccle

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 juli 2017 keurde de ministerraad het voorontwerp van de wet aangaande de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand goed.

          Op 18 juni 2018 keurde het college van burgemeester en schepenen de migratie akte burgerlijke stand naar DABS goed.

          Op 31 maart 2019 ging de wet aangaande de modernisering en informatisering van burgerlijke stand van start.

 

Feiten en context

          Digitale akten moeten ondertekend worden met een programma compatibel met interne programma's.

          Doccle is een federale oplossing.

          De setup van Doccle is gratis.

 

Juridische gronden

          Artikel 57 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 73 §1 van het Belgisch Staatsblad, publicatie van 2 juli 2018
De DABS wordt, in opdracht van de Federale Overheidsdienst Justitie, opgericht bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor het operationeel beheer ervan, onverminderd de bevoegdheid van de minister van Justitie betreffende de burgerlijke stand.

          Artikel 18 §1 van het burgerlijk wetboek
De ambtenaar van de burgerlijke stand tekent de door hem opgemaakte of, overeenkomstig afdeling 6, gewijzigde akten, tenzij de wet anders bepaalt.

          Artikel 18 §2 van het burgerlijk wetboek
Onverminderd het artikel 1317, bestaat de handtekening uit een handgeschreven handtekening, of een gekwalificeerde elektronische handtekening, als bedoeld in artikel 3.12 van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG.

 

Argumentatie

          Doccle is gunstig geprijsd ten opzichte van de concurrentie.

          Doccle aankopen is noodzakelijk om digitaal te kunnen handtekenen en in regel te zijn met de wet aangaande modernisering en informatisering van de burgerlijke stand.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/004/001

Algemene rekening

61429999

Beleidsveld

0130

Bedrag

 

 

Visum financieel beheerder

raming: onder voorbehoud van prijsstijgingen
Maandelijkse kostprijs: 35 euro exclusief btw

Bijkomende kostprijs: 0,10 euro exclusief btw per getekende digitale akte

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het platform Doccle te gebruiken voor een bedrag van 35 euro exclusief btw per maand.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist 0,10 euro exclusief btw te voorzien per maand per geplaatste handtekening.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. circus Pepino - Oudebaan - Goedkeuring

 

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het evenement circus Pepino van 17 juni 2019 tot 24 juni 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de toelating voor het circus Pepino van 17 juni 2019 tot 24 juni 2019 zal de Oudebaan tijdelijk toegankelijk gemaakt worden vanuit de Waterstraat richting de Klein Waterstraat.

Artikel 2. In de Oudebaan tussen de Riemstraat en de Klein Waterstraat zal een enkelrichting voor voertuigen worden ingevoerd.

Artikel 3. Deze maatregelen worden ter kennis gebracht met verkeersbord C1 met onderbord M2 en borden D1 aan ingang straat en uitrit perceel.

Artikel 4. Voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen hebben te allen tijde recht van doorgang.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. Schilde Leeft op 28 juni 2019 - Goedkeuring

 

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 57 §3 1° van het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van Schilde Leeft op vrijdag 28 juni 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de inrichting van Schilde Feest op de Turnhoutsebaan op 28 juni 2019 wordt de Turnhoutsebaan afgesloten aan het kruispunt met de van de Wervelaan en Vloeyenbergdreef (Vrelust) tot en met het kruispunt met de Liersebaan (Okay) op 28 juni 2019 van 15 uur tot 3 uur.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. Alle verkeer is verboden vanaf 15 uur:

          op de Turnhoutsebaan, tussen de Liersebaan en de van de Wervelaan;

          in de Schoolstraat, tussen de Turnhoutsebaan en de van de Wervelaan;

          op de Brasschaatsebaan, tussen de Turnhoutsebaan en de Rijsblokparking.

Deze maatregelen worden ter kennis gebracht door verkeersborden C3.

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 vanaf 14 uur in volgende straten:

          Turnhoutsebaan, tussen van de Wervelaan en Liersebaan;

          Schoolstraat, Puttenhoflaan en Oelegemsteenweg tussen Turnhoutsebaan en de Liersebaan;

          Liersebaan, tussen Turnhoutsebaan en Oelegemsteenweg;

          Brasschaatsebaan, tussen Turnhoutsebaan en de Rijsblokparking.

Artikel 2.3. De omleidingswegen, omschreven in artikel 3, genieten voorrang ten opzichte van alle zijstraten, behalve op de rotondes. Verkeersborden B1, B5, B15 en C31 worden aangebracht.

Artikel 3. Wegomlegging

Het verkeer op de Turnhoutsebaan en in de Schoolstraat wordt omgeleid via Liersebaan – Oelegemsteenweg - Puttenhoflaan - Schoolstraat - van de Wervelaan.

Het verkeer op de Brasschaatsebaan en het verkeer vanop de Turnhoutsebaan richting ’s-Gravenwezel wordt omgeleid via Missionarislei - Kluisdreef.

Het verkeer dat vanuit de Vloeyenbergdreef de Turnhoutsebaan wil oprijden wordt afgeleid via de laterale weg van de Turnhoutsebaan, richting Kluisdreef. Op deze laterale weg wordt het verkeer door verkeersborden C1 verboden in de richting van de Kluisdreef naar de Vloeyenbergdreef.

Vanop de Turnhoutsebaan is het verboden linksaf te slaan ter hoogte van de Vloeyenbergdreef.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2.1 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Kerkraad Sint Catharina - Parking Frans Pauwelslei

 

 

Voorgeschiedenis

          Brief van de Kerkfabriek van 11 maart 1985: akkoord met de aanleg van een parking voor personenwagens tussen de kerk en de parochiezaal waar nu appartementen staan en met de aanleg van een voetpad over het dorpsplein naast de parochiezaal naar de Frans Pauwelslei.

          Uittreksel uit de notulen van de Kerkfabriek van 5 april 1981: vraag om de verkoop van twee stukken grond te koppelen aan de overweging om rondom de kerk een parking en opritten aan te leggen.

          Het goedgekeurd plan van aanleg van het dorpsplein met intekening van de parkeerplaatsen is voorlopig opgeleverd op 12 juni 1987, dus vanaf dan in gebruik. De definitieve oplevering heeft plaatsgevonden op 6 november 1989.

 

Feiten en context

Vraag van de Kerkraad in verband met de parking aan de Frans Pauwelslei.

 

Juridische gronden

Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde regels.

 

Argumentatie

De plannen voor de heraanleg van het dorpsplein dateren van 1982 (algemeen plan) en van 1986 (beplantingsplan en materialen). Het plein werd effectief in gebruik genomen vanaf 12 juni 1987 en heeft sindsdien altijd een openbaar karakter gehad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de Kerkraad en beslist om tot een minnelijke oplossing te komen zoals besproken met de burgemeester op 28 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Turnhoutsebaan 94 - KUWAIT PETROLEUM (Belgium) NV - het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuw winkel - OMG 2019/32

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        zijgevelverbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 april 1994 - 1994/84

o        afbraak oude en het bouwen van een nieuw servicestation - weigering door college van burgemeester en schepenen - 18 augustus 2003 - 2003/120

o        verbouwing + bestemmingswijziging - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1990 - 1990/103

o        benzinestation - weigering door college van burgemeester en schepenen - 29 juni 1982 - 1982/58

o        bovengrondse gastank lpg 9000 l - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 november 1984 - 1984/145

o        bovengrondse gastank: 9000l - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 april 1984 - 1983/137

o        vernieuwen van het bestaand servicestation met behoud van de luifel - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 augustus 2004 - 2003/296

o        vernieuwen van bestaand servicestation met behoud van de luifel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 december 2005 - 2005/215

o        uitbreiding met atelier en opslagruimte bij bestaande winkelruimte - vergunning door de deputatie - 5 juli 2012 - 2012/11

  • Milieuvergunning(en)

o        uitbreiding met een compressor van 2,2 kw, een airco-installatie van 5kw en 4 koelinstallaties van 1,52 kw tot een totaal vermogen van 8, 72 kw - gunstig door de deputatie - 22 oktober 1992 - 1992/9

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 1 december 2011 - 2011/52

o        milieuvergunning - ongunstig door de deputatie - 24 juli 2003 - 2003/15

o        milieuvergunning - ongunstig door college van burgemeester en schepenen - 29 november 1983 - 1983/104

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 5 augustus 1882 - 1982/515

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 27 januari 2003 - melding 061

o        milieuvergunning -  door de deputatie - 13 november 2005 - 2005/25

o        arab-vergunning - bergplaats voor 9000 liter LPG en een vulinstallatie met motor van 3 pk. - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 21 augustus 1984 - 1984/747

o        arab-vergunning - opslag van benzine (40.000l). verschillende bedelingspompen. - ongunstig door de deputatie - 5 augustus 1982 - 1982/0805

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door KUWAIT PETROLEUM (Belgium) NV gevestigd Brusselstraat 59/1, 2018 Antwerpen op 18 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 94.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuw winkel.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 maart 2019. De uiterste beslissingsdatum is 21 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

I Algemene Bepalingen

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste DRIE meter afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan DRIE meter (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot TWEE meter.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (b.v. Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer, gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op ZES meter, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

Op ongebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan VIER meter aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan VIER meter, maar minder dan ZES meter, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan ZES meter.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan VIJF meter breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan TWINTIG meter.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

 

Artikel 11 – ZONES VOOR HOOFDGEBOUWEN IN GESLOTEN BEBOUWING

A Verkaveling

a) Kavels waarop aan weerszijde wordt tegen gebouwd: minimum breedte ZES meter, tenzij de bijzondere aanduidingen op het plan anders voorzien.

b) Kavels voor gebouwen die een bouwblok beëindigen: minimum breedte NEGEN meter, tenzij de bijzondere aanduidingen op het plan anders voorzien.

c) Van bovenstaande kavelbreedten kan afwijking toegelaten worden voor eigendommen gelegen tussen bestaande groepsbebouwing of bestaande eigendomspercelen die, vóór het eerste openbaar onderzoek van dit bijzonder plan van aanleg de vereiste minimum breedte niet bezitten.

B. Hoofdgebouwen

a) Bestemming:

Woningen, winkelhuizen, koffiehuizen en verzorgende of ambachtelijke bedrijven die geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b) Bebouwing:

In aaneengesloten bouworde, behoudens hierna onder c. genoemde uitzonderingen.

De diepte van deze bouwstrook is minstens ACHT meter, en hoogstens TIEN meter, tenzij op plan een diepte met maat is aangeduid, in welk geval het aangegeven cijfer de maximum diepte aangeeft.

Op terreinen met een breedte aan de rooilijn van ten minste 20 meter, kan de gesloten bouwstrook, alsmede de daarachter gelegen stroken van aanhorige gebouwen en voor koeren en bijgebouwen, opgeheven worden en vervangen door de zone voor open bebouwing of door de zone voor half-open bebouwing, in zoverre de breedte van het terrein dit toelaat. In dit geval wordt de “verplichte gevelbouwlijn” gewijzigd in “uiterste bouwlijn”. Dergelijke schikking kan slechts toegelaten worden op voorwaarde dat de aldus beoogde onderbreking van de gesloten bouwzone reeds bepaald is door de zijgevels van reeds bestaande gebouwen staande op enige afstand van de eigendomsgrens ofwel dat de beëindiging van de gesloten bouwstroken ter weerszijden met afgewerkte zijgevels verzekerd is, op de wijze en met de materialen zoals bepaald onder artikel 5.

c) Hoogte der gebouwen:

De hoogte der gebouwen is bepaald overeenkomstig het aantal verdiepingen dat voor de betreffende strook is bepaald:

1. aangeduid met cijfer I (in cirkeltje) ofwel zonder enige aanduiding, is bestemd voor begane grond en één verdieping met een hoogte van ten minste zes meter en ten hoogste zes meter vijftig centimeter, gemeten vanaf het door de bevoegde overheid aan te geven straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druipeinde van het dak.

2. aangeduid met cijfer 0 (in cirkeltje) is bestemd enkel voor begane grond, ten hoogste drie meter vijftig centimeter gemeten als hoger bepaald.

3. aangeduid met cijfer 2 (in cirkeltje) is bestemd voor twee verdiepingen boven gelijkvloers van ten minste acht meter vijftig centimeter tot ten hoogste negen meter.

4. van bovenstaande hoogten kan worden afgeweken indien de goede aanpassing bij de hoogte van een bestaand gebouw zulks rechtvaardigt.

5. de juiste hoogte en dakvorm van nieuwe bouwblokken wordt bepaald door de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok, binnen de bovenbepaalde hoogten.

6. de achtergevels moeten dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

7. voor het bouwen van een groep woningen volgens een gezamenlijk ontwerp, of voor gebouwen met bijzondere bestemming, kan van de hogervermelde hoogten worden afgeweken op voorwaarde dat de gedeelten, die hoger of lager dan het gabarit der aanpalende gebouwen zouden opgetrokken worden, een behoorlijk aangepaste overgang vormen zodat hoogteverschillen van zijgevelmuren volledig bekleed zijn met gevelmaterialen in overeenstemming met de aansluitende voorgevel en de vrijstaande gevelmuren één architecturaal en behoorlijk afgewerkt uitzicht vertonen.

d) Daken:

Met dubbele dakhellingen (zadeldaken) van 45° behalve indien aanpassing aan een reeds bestaand gebouw een andere dakvorm noodzakelijk maakt of indien een andere dakvorm voor een geheel bouwblok is ontworpen en goedgekeurd vóór aflevering van de eerste bouwtoelating.

Rechtstaande dakvensters en puntgevels zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordening.

Kroonlijsten moeten gemaakt worden met ten minste veertig cm. uitsprong voor het gevelvlak.

De druiplijnen van de dakvlakken moeten, ter hoogte van bovenkant kroonlijst vijftien cm. buiten het gevelvlak uitsteken.

e) Erkers en uitbouwen:

in het gevelvlak zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordeningen.

f) Open gedeelten voor inritten of dergelijke:

Het onbebouwd laten van gronden met een mindere breedte dan deze aangegeven als de minimum breedte voor een woning en welk b.v. bestemd worden voor een inrij, is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

1. de opening moet, aan de bouwlijn, worden afgesloten met een poort overbouwd met een muur, tot een hoogte van minstens de drie vijfden van de gemiddelde hoogte der aanpalende gebouwen.

2. de vrijblijvende zijmuren, uitgevend op het onbebouwd gedeelte moeten afgewerkt zoals hiervoor is voorzien in paragraaf d. sub 7.

Artikel 12 – ZONES VOOR AANHORIGE GEBOUWEN

Gebouwen die aanleunen tegen achtergevels van hoofdgebouwen en met zelfde bestemming.

a. Bebouwing:

de aanhorige gebouwen mogen een breedte beslaan van niet meer dan 6/10 van de breedte van de achtergevels van de hoofdgebouwen. In geen geval mag echter de vrijblijvende ruimte achter hoofdgebouw minder bedragen dan TWEE meter.

De aanhorige gebouwen mogen aan één zijde op de erfscheiding worden gebouwd. De uiterste grens van deze zones is gelegen op 1,5 meter afstand achter de voorgevelbouwlijn der hoofdgebouwen.

b. Hoogte:

De bebouwing in deze strook mag niet hoger zijn dan DRIE meter vijftig cm. (3,50 m.) gemeten vanaf straatpeil tot voet van het dak, met platte of schuine daken tot een helling van ten hoogste 45°. Op of tegen de erfscheiding mag de hoogte niet meer zijn dan 3,50 meter.

Het oprichten van aanhorige gebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

Artikel 13 – ZONES VOOR KOEREN EN BIJGEBOUWEN

a)      bestemming

Voor het aanleggen van open koeren, alsmede voor het bouwen van dienstgebouwen, bergplaatsen, opslagplaatsen en werkplaatsen. Deze laatste in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b)      bebouwing

Met een oppervlakte van ten hoogste de twee derden van het in deze zone gelegen gedeelte van de eigendom en op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn, behoudens een strook even breed als toegelaten voor de aanhorige gebouwen waartegen zij mogen aansluiten.

c)      hoogte

Maximum hoogte tegen de erfscheidingen: DRIE meter; hoger binnen een hellend vlak van 45° vertrekkend vanaf de eigendomsgrens op drie meter, met een maximum van ZES meter.

d)      Materialen

Muren in betonplaten en dakbedekkingen in gegolfde platen zijn verboden.

e)      Het oprichten van bijgebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

f)        afsluitingen

Afsluitingsmuren van eigendommen en erven mogen niet hoger zijn dan TWEE meter.

Alle afsluitingsmuren moeten gemetseld worden en een dikte hebben van ten minste achttien cm (18cm).

Betonplaten en alle andere materialen met mindere dikte dan 18 cm zijn verboden, tenzij in metaaldraad of doorzichtig lattenwerk.

Voortuinafsluitingen, achter de hoofdgebouwen, is toegelaten draadafsluitingen aan betonpalen van maximum één meter vijftig cm (1,50m) hoogte en die aan de grondlijn mogen verbonden zijn door een betonplaat van ten hoogste veertig cm. (40cm) hoogte.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een tankstation met winkel aanwezig sinds 1983.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 231m² op een perceel van circa 1.440m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een frituur.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, meergezinswoningen, tankstations met winkel en een apotheek.

Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg, Turnhoutsebaan. Deze is een voldoende uitgeruste weg en wordt gebruikt als doorgangsweg. Langs de andere zijde is het perceelgelegen langsheen een gemeentewegen, Goudbloemlaan. Deze is een voldoende uitgeruste weg en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Op 01 december 2011 hernieuwde de bestendige deputatie van Antwerpen een milieuvergunning klasse 1 aan nv Kuwait Petroleum Belgium voor een tankstation aan de Turnhoutsebaan 94. De vergunning is rechtsgeldig tot 06 augustus 2032 en omvat volgende activiteiten:

-          de opslag van 25.095 liter gevaarlijke stoffen (benzine en tweetakt) in dubbelwandige en ondergrondse houders;

-          de opslag van 25.000 liter diesel in dubbelwandige en ondergrondse houders;

-          de opslag van 4.000 liter gevaarlijke stoffen in kleine recipiënten;

-          het gebruik van 12 verdeelslangen;

-          het gebruik van koelinstallaties / compressoren met een totaal vermogen van 18 KW;

-          het lozen van 0,11m³/uur bedrijfsafvalwater via een koolwaterstoffilter in de riool.

Door een herindeling van de indelingslijst van het VLAREM II is het tankstation ingedeeld als klasse 2 bedrijf.
De huidige exploitatie heeft tot op heden geen aanleiding gegeven tot klachten van overlast.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuw winkel op een perceel van 1.440m². De nieuwe winkel wordt ingeplant tot op 6,42m uit de rooilijn, op 4,5m van de rechter perceelsgrens en op 7,67m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de winkel heeft een breedte van 21,25m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12,15m. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,13m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een afhellende dak van 7°. De gevels worden opgetrokken in

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 434,00m².

Er zijn 3 toegangen tot het perceel. Langs de Turnhoutsebaan is de toegang tot het perceel 23,54m breed. Langsheen de Goudbloemlaan zijn er 2 toegangen tot het perceel van 5,91m en 6m breed. De opritten worden aangelegd in klinkers. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 827,50m².

Er worden geen bomen gerooid.

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

3.4.1°a)

(Hernieuwing)

0,11m3/uur

6.5.2°

bestaande verdeelinstallatie voor diesel met 2 verdeelslangen uitbreiden(Verandering)

14 verdeelslangen

16.3.1.1°

Koelinstallaties voor het bewaren van producten, een luchtcompressor en airco: totaal geïnstalleerde drijfkracht (Verandering)

33,9 KW

17.3.2.1.1.1°b)

Opslag van ontvlambare vloeistoffen - gasolie /diesel

(Hernieuwing)

16,66 ton

17.3.2.2.2°a)

Opslag van ontvlambare vloeistofen - benzine (Hernieuwing)

19,38 ton

17.4.

Opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen in verpakking met een inhoudsvermogen van maximum 30 liter of 30 kg.

4000 liter

Omdat de verbouwing een belangrijke financiële investering betreft, geeft de exploitant in de aanvraag aan dat het om een belangrijke verandering gaat die het vroegtijdig hernieuwen van de bestaande milieuvergunning motiveert. Met het hernieuwen van de vergunning beoogt de aanvrager ook een beperkte milieutechnische verandering van de inrichting.

Het aantal verdeelslangen wordt van 12 stuks opgetrokken van 14 verdeelslangen. Deze aanpassing is minder dan 50% op het totaal en heeft evenmin een klasse-verhoging tot gevolg. Het vermogen van de koelinstallaties / compressoren wordt opgetrokken van 18 naar 33,9 KW. De bovengrens voor melding bedraagt 100 KW. Het betreft een geringe aanpassing die geen klasse-verhoging tot gevolg heeft.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 19 maart 2019 onder referentie PR 01503-04, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

A: artikel 5.1.1.: De deur van het technisch compartiment dient RF 30 min te bezitten.

Hierdoor:

Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 1 april 2019 onder referentie 190245 l-19-326, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:

-          van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.

-          Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Turnhoutsebaan.
  • De regenwaterput met een totale inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en voor kuiswater en besproeiing.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 6.090 liter (effectief 6.720 liter) infiltratievolume en min. 9,74m² (effectief 10,56m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 2 mei 2019 onder referentie AV/123/2019/00151, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N121000):

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 13m;

o        De rooilijn ligt op 13m volgens plan C/2081 KB 08 januari 1958;

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 8m;

o        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21m.

Publiciteit:

o        Afmeting: 0,59 x 2,75 x 0,30, boodschap: 7/7 open, verlicht: inwendig, inplanting: tegen de voorgevel, ten opzichte van de rooilijn: achter de bouwlijn;

o        Afmeting: 1,50 x 0,70 x 0,30, boodschap: Panos, verlicht: inwendig, inplanting: tegen de voorgevel, ten opzichte van de rooilijn: achter de bouwlijn;

o        Afmeting: 1,50 x 0,70 x 0,30, boodschap: Shop&Go Delhaize, verlicht: inwendig, inplanting: tegen de voorgevel, ten opzichte van de rooilijn: achter de bouwlijn.

Het advies is gunstig op voorwaarde dat het oprijden van het benzine station via de gewestweg gebeurt en het verlaten ervan via de van lagere categorie, de Goudbloemlaan.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Algemene voorwaarden gewestweg

1)      Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

2)      Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

o        Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

o        Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

o        Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

3)      Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

4)      In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5)      In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6)      Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

7)      Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).

8)      De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

9)      De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …

11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15)Reliëfwijzigingen

  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16)Slopen

  • De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.
  • Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.
  • De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.
  • De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.
  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.
  • De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

17)Publiciteit

  • Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.
  • Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.
  • Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.
  • Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.
  • Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).
    Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.
    De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.
  • Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.
  • De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 18 maart 2019 tot 16 april 2019.

Er werd een schriftelijk bezwaar ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      de hoogte van aanhorige gebouwen is beperkt tot 3,5m en geen 6,13m zoals aangevraagd;

2.      het oprichten van aanhorige gebouwen zonder hoofdgebouw is verboden;

3.      de hoogte van de bebouwing in de zone voor koeren en bijgebouwen is beperkt tot 3,0m en geen 6,13m zoals aangevraagd;

4.      in het BPA staat vermeld dat er geen afwijkingen kunnen worden toegestaan, zowel qua bestemming en maximale vloer/terrein-index;

5.      het tankstation zorgt al jaren voor lawaai -en geurhinder.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      De aanvraag voorziet een hoofdgebouw in de zone voor hoofdgebouwen en in de zone voor koeren en bijgebouwen.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

2.      Zie punt 1.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

3.      De maximum hoogte op de perceelsgrens is 3m. het gebouw mag hoger zijn binnen een hellend vlak van 45° vertrekkend vanaf de perceelsgrens met eem maximum hoogte van 6m. Het gebouw wordt ingeplant op 4,45m van de perceelsgrens, hier mag het 6m hoog zijn. de aanvraag voorziet een maximum hoogte van 5,13m.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

4.      Sinds 1 januari 2018 is een afwijking op een BPA of verkaveling ouder dan 15 jaar geen grond tot weigeren van de aanvraag. Het geldende BPA Schilde Bergen Deel 1 dateert van 8 juli 1957 en is ouder dan 15 jaar.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

5.      Er werden de afgelopen jaren geen klachten ingediend bij het gemeentebestuur door buurtbewoners aangaande de exploitatie van deze inrichting. Evenmin werden er bezwaren ingediend in 2011 bij het hernieuwen van de toenmalige milieuvergunning. De bezwaarindiener laat na om duidelijk te specifiëren wanneer de overlast zich voordoet, duurtijd, welke hinder, bron… Er zijn evenmin vaststelling van overlast door de bevoegde diensten.
De bezwaarindiener verwijs naar gemeentelijke verplichtingen bij de vorige vergunning die niet of nauwelijks werden gevolgd.  Echter in de basisvergunning die door de bestendige deputatie werd afgeleverd op 1 december 2011 werden geen bijzondere voorwaarden opgenomen.  De gemeente Schilde had in dit dossier gunstig advies gegeven. 
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 6.720 liter en een infiltratieoppervlakte van 10,56m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  •                   Milieuaspecten

De opslag van de benzine en diesel gebeurt in dubbelwandige gecompartimenteerde en ondergrondse tanks. De tanks zijn uitgerust met lekdetectie, een beveiligingssysteem tegen overvulling, automatische tankpeiling en kathodische bescherming. De benzinetank is uitgerust met damprecuperatie fase 1. Bij de vergunningsaanvraag zijn de nodige attesten toegevoegd waaruit blijkt dat de tanks geëxploiteerd worden conform de geldende voorschriften.
De tanks worden niet verplaatst op het terrein wat maakt dat deze ingeplant zijn conform de afstandsregels van VLAREM II. De piste en de staanplaats voor de aanleverende tankwagen is vloeistofdicht uitgevoerd. De tankplaats zelf is overdekt met een luifel waardoor het hemelwater slechts beperkt in contact komt met de vloeistofdichte verharding rond de verdeelpompen en contaminatie van hemelwater zeer gering is. Het hemelwater dat toch op de verharde vloer komt wordt ingedeeld als bedrijfsafvalwater en wordt via een koolwaterstoffilter geloosd in de riool van de Turnhoutsebaan. Deze is aangesloten op het rioolwaterzuiveringsstation aan de Houtlaan.
De uitbreiding van 12 naar 14 verdeelslangen heeft geen wezenlijke invloed op de exploitatie of op een verhoogd risico voor mens of milieu, mits de geldende voorschriften nauwgezet worden opgevolgd.
De koelinstallaties en compressors die in de aanvraag zijn opgenomen worden respectievelijk ingezet voor het koelen van voedingsmiddelen in de shop en voor meten van de bandenspanning.  Het optrekken van het vermogen van 18 naar 33,2 KW heeft geen wezenlijke impact op de exploitatie of op een verhoogd risico voor mens of milieu, mits de geldende voorschriften nauwgezet worden opgevolgd.
De verkoop van de gevaarlijke producten in kleine verpakking beperkt zich in hoofdzaak tot producten die rechtstreeks verband houden met het transportgebeuren (antivries, motorolie…). Deze producten zijn bij aanlevering degelijk verpakt en het is de bedoeling ze in de hun verpakking te verkopen zodat de kans op ongevallen of verontreiniging zeer gering is.
De hernieuwing en verandering van de inrichting omvat geen verhoging van de opslagcapaciteit van de ontvlambare vloeistoffen. Dit maakt dat er geen extra verkeerstoename verwacht wordt omwille van de afname van benzine of diesel.

Op basis van de informatie uit de aanvraag kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op de mens en het leefmilieu veroorzaakt door de gevraagde exploitatie, mits naleving van de omgevingsvergunningsvoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuw winkel is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Volgens de parkeerkencijfers voor een buurtsupermarkt volgende de CROW voor een niet stedelijk gebied, rest bebouwde kom moeten 3,3 parkeerplaatsen voorzien worden per 100m² winkel ruimte. Omdat het project ongeveer 269m² handelsruimte omvat moeten 9 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voldoet hieraan.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Bergen Deel 1.

o        het gebouw is deels gelegen in de zone voor hoofdgebouw in gesloten bebouwing (artikel 11), een gebouw met enkel een begane grond:

  • de hoogte van het gebouw mag maximum 3,50m bedragen. De aanvraag voorziet een maximale kroonlijsthoogte van 5,13m;
  • de voorgevel en achtergevel hebben niet dezelfde hoogte;

o        Het gebouw is deels gelegen in de zone voor koeren en bijgebouwen (artikel13).

  • De bestemming in deze zone is open koeren, het bouwen van dienstgebouwen, bergplaatsen, opslagplaatsen en werkplaatsen. De aanvraag voorziet een winkelruimte, berging en dienstruimte.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de hoogte van het gebouw een beperkte afwijkingen is en er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
Sinds 1 januari 2018 is een afwijking op een BPA of verkaveling ouder dan 15 jaar geen grond tot weigeren van de aanvraag. Het geldende BPA Schilde Bergen Deel 1 dateert van 8 juli 1957 en is ouder dan 15 jaar. De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. De inplanting van de winkel en het magazijn ligt deels in de zone voor hoofdgebouw en deels in de zone voor koeren en bijgebouwen. In de omgeving komen winkel ruimtes voor in deze zone.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken: de gevels worden opgetrokken in betonnen gevelpanelen.
    De gebruikte gevelmaterialen zijn niet toegestaan volgens het geldende BPA Schilde Bergen Deel 1. In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften. Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 32cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 6.090 liter en een infiltratieoppervlakte van 9,74m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        de deur van het technisch compartiment dient RF 30 min te bezitten;

  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven;
  • het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     hoofdstuk 5.3 - 5.6 - 5.16 -5.17

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - De Nachtegaal 24 - Ronald Van Genechten - het aanbouwen van een veranda - M 2019/281

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 januari 1988 - 1987/253

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22B

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22b

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door de deputatie - 8 juli 1970 - sgr22b

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het regulariseren van een ééngezinswoning en een losstaand bijgebouw - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 1 april 2019 - OMG 2018/577

o        het aanbouwen van een veranda - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 20 mei 2019 - M 2019/209

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ronald Van Genechten, met als Ronald Van Genechten met als contactadres De Nachtegaal 24, 2970 Schilde op 4 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Nachtegaal 24.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanbouwen van een veranda.

De uiterste beslissingsdatum is 4 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, sgr22B van 3 januari 1967.
     
  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 22b bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied (nummers alle)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn.

1.      Bestemming
Woonhuizen met aanhorigheden

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel:
vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels:
op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte

a)      Hoofdgebouw:

Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek:

Maximum 7m.

b)      Aanhorigheden: maximum 3m.

7.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

8.      Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

9.      Bedekking van de schuine daken;

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leiën in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken

2.      Plaatsing

a)      Voorgevel: op minimum 10m afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw met aanhorigheden.

b)      Overige gevels: op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Maximum 3m.

4.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

5.      Dakvorm:

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

6.      Bedekking van de schuine daken:

Ofwel voor pannen, ofwel leien, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

7.      Maximumoppervlakte van de gezamenlijke gebouwen:

3% van de perceelsoppervlakte.

2.3.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte zie plan.

1.      Achteruitbouwstrook

Bebouwing:

Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.      Zijdelingse bouwvrije stroken

Diepte gelijk aan de perceelsdiepte. Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel: 3m, met dien verstande dat de som van de breedten der beide zijdelingse bouwvrije stroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, minstens 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

Bebouwing:
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1989.

Op het perceel is er ook nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 211,54m² op een perceel van circa 2.342m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanbouwen van een veranda op een perceel van 2.342m².

De woning werd ingeplant tot op 10m uit de rooilijn en op 3m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 26,32m op een kavelbreedte van 50m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12,34m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,30m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 42° met een nokhoogte van 8,20m. De gevels werden opgetrokken in rode metselwerk. Het dak wordt afgewerkt met rode dakpannen.

Op 5,04m achter de woning en op 3,30m van de linker perceelsgrens is een bijgebouw ingeplant. Het bijgebouw is 8,05m diep, 4,28m breed. Het bijgebouw heeft een kroonlijsthoogte van 1,95m en een nokhoogte van 4,08m. Het dak heeft een helling van 42°. De gevels werden bekleed in rode papesteen, het dak werd afgewerkt met rode dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 226,54m².

De toegang tot het perceel is 4,02m breed. De oprit werd aangelegd in dolomiet en ligt op minimum 3m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 113,00m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 217m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

c)      Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter.
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
Het aanbouwen van een veranda kan met een melding zonder de medewerking van een architect.
De aanvraag is correct en gegrond.

 

8.      Functionele inpasbaarheid
Het aanbouwen van een veranda is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

9.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

10.  De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

11.  Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

12.  Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

13.  Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau

 

14.  Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Azalealaan 36 - Immprove bvba - inbuizing baangracht - beslissing - OV 2019/25

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige aanvragen:

          29 januari 2018 - vergunning - bouwen van een eengezinswoning met bijgebouw en openluchtzwembad - 2017223

          Melding:

          25 juni 2018 - aktename - bronbemaling - 2018241

 

Feiten en context

Op 23 mei 2019 heeft Immprove bvba een aanvraag ingediend voor het inbuizen van de baangracht voor het eigendom Azalealaan 3.

 

Juridische gronden

Het gemeentelijk reglement op het inbuizen van de baangrachten goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 november 2011, aangevuld door de gemeenteraad in zitting van 19 maart 2012.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het inbuizen van de baangracht van 5m voor het eigendom Azalealaan 3 op voorwaarde dat de bestaande inbuizing wordt verwijderd.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Vergunningenregister - Vijverlaan 37 - GC 2019/1

 

 

Feiten en context

Een aanvraag voor de opname in het vergunningenregister, voor twee bungalows en een garage, werd ingediend op 28 januari 2019.
De eigenaars dienden samen met het aanvraagformulier de volgend bewijsstukken in:

          een motiveringsnota;

          een luchtfoto van het Nationaal Geografisch Instituut van 2 juni 1970;

          een inplantingsplan;

          grondplannen van de woning met garage en vrijstaand bijgebouw;

          foto's van 1965-1968 en de huidige toestand;

          aanslagbiljetten inzake onroerende voorheffing van het jaar 1976 en 1977;

          een akte van verkoop van 11 april 1952;

          een schenkingsakte van 5 mei 1965;

          getuigenverklaring van de familie Breda - Wouters van Vijverlaan 43;

          facturen en afleveringsbonnen voor bouwmaterialen en een gastank.

 

Juridische gronden

          Artikel 4.2.14 en 5.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Indien er kan worden aangetoond dat de constructies die gebouwd werden na 22 april 1962 en voor 9 november 1979, worden geacht vergund te zijn tenzij het vergund karakter kan worden tegengesproken door de in dit artikel toegelaten bewijsmiddelen.

          Artikel 5.1.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Elke gemeente is verplicht om een vergunningenregister op te maken, te actualiseren, ter inzage te houden van elkeen en er uittreksels uit af te leveren volgens de bepalingen van deze codex. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de opmaak en de actualisering van het vergunningenregister.

 

Argumentatie

          De eerste inschrijving in het bevolkingsregister dateert van 24 mei 1976.

          Op de luchtfoto van 1970 zijn een woning met garage en een losstaand bijgebouw zichtbaar. De contour van de gebouwen komt overeen met de contour van de huidige toestand.

          Na vergelijking van de foto van de woning uit de jaren '60 met de huidige foto's kan afgeleid worden dat de gebouwen door de jaren heen geen structurele wijzigingen hebben ondergaan.

          Uit het materiaalgebruik van de gebouwen kan worden afgeleid dat deze nog dateren uit de jaren '50 en '60.

          De schenkingsakte (26 maart 1956) spreekt over "een bungalow op en met grond en aanhorigheden".

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de beslissing van 29 april 2019 in te trekken.

Artikel 2. De woning met garage en bijgebouw op een perceel Vijverlaan 37, 2970 Schilde, kadastraal gekend als A 108 L, wordt in het vergunningenregister opgenomen.

Artikel 3. Het tegenbewijs van het vergund karakter kan niet meer worden geleverd eens de constructie één jaar opgenomen is in het vergunningenregister als "vergund geacht".

Artikel 4. De opname van een constructie als "vergund geacht" in het vergunningenregister kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regelen, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Wijnegemsteenweg 193 - bemiddeling in procedure Raad voor Vergunningsbetwistingen - De Vogelenzang bvba - SV 2017/162

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          18 december 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          23 januari 2018 - betekening beroep bij deputatie

          22 maart 2018 - vergunning onder voorwaarden - deputatie

          14 mei 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om niet in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          1 juni 2018 - een buurtbewoner, de heer Dirckx, vordert de schorsing van de beslissing van de deputatie bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          12 juni 2018 - arrest over de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad verwerpt de vordering tot schorsing in zijn arrest

          6 augustus 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om tussen te komen in de procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

 

Feiten en context

          Op vraag van schepenen Olivier Verhulst en Marian Van Alphen.

          De verschillende partijen kunnen de Raad voor Vergunningsbetwistingen gezamenlijk verzoeken om een bemiddelingsprocedure op te starten van een voor de Raad gebrachte betwisting. Bemiddeling gebeurt op vrijwillige basis.

 

Juridische gronden

          Artikel 4.8.2. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Raad voor Vergunningsbetwistingen doet als administratief rechtscollege, bij wijze van arresten, uitspraak over de beroepen die worden ingesteld tot vernietiging van vergunningsbeslissingen, zijnde uitdrukkelijke of stilzwijgende bestuurlijke beslissingen, genomen in laatste administratieve aanleg, betreffende het afgeven of weigeren van een vergunning.

          Artikel 42 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet)
De procedure van een bemiddeling.

          Artikel 95 tot en met 100 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit)
De werking van een bemiddelingsprocedure.

 

Argumentatie

          De lopende procedure tot opmaak van het RUP De Vogelenzang.

          Bemiddeling kan leiden tot een duurzame oplossing en de communicatie tussen de betrokken partijen herstellen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft meester Reiner Tijs de opdracht om bij de andere partijen na te gaan of een bemiddelingsprocedure mogelijk is en een verzoek tot bemiddeling voor te leggen aan de raad voor vergunningsbetwistingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Bouwen - Wijnegemsteenweg 101 - De Zeven Schaken - SV 2017/25 - hoorzitting deputatie

 

 

Voorgeschiedenis

          Huidig dossier

          19 juni 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          20 juli 2017 - betekening van beroep bij deputatie

          26 september 2017 - hoorzitting

          26 oktober 2017 - vergunning - deputatie

          19 maart 2019 - vernietiging beslissing deputatie door Raad voor Vergunningenbetwistingen

          29 april 2019 - college van burgemeester en schepenen beslist advocatenkantoor ASTREA af te vaardigen voor de hoorzitting

          25 juni 2019 - hoorzitting deputatie

 

Juridische gronden

Artikel 105 §1 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017.

De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de raad voor vergunningsbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van voormelde hoorzitting op 25 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 7 juni 2019 tot en met 6 juli 2019

Wijnegemsteenweg 191

het uitbreiden van een bestaande gebouw en het regulariseren van verharding

OMG 2018/595

van 13 juni 2019 tot en met 12 juli 2019

Jagersdreef 15

het slopen en herbouwen van een woning met een bijgebouw

OMG 2019/277

van 21 juni 2019 tot en met 20 juli 2019

Moerstraat 17

het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning en regularisatie bijgebouw

OMG 2019/243

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Boerendreef 13 - gemeente Schilde - het vellen van 1 laanboom - VB 2019/191

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 11 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Boerendreef 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 Amerikaanse eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 Amerikaanse eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de Amerikaanse eik sterk overhelt. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 zomereik zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Zwaneweg 2 - Olivier Seminck - het vellen van alle bomen, het bouwrijp maken van het perceel - VB 2019/192

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        duivenhok - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 september 1947 - 1947/36

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 februari 1952 - 1952/14

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 maart 1961 - 1961/57

o        gedeeltelijke omvorming van woonhuis tot een winkel + aanbrengen publiciteit - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2002 - 2002/100

o        vergroten van een raam - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 oktober 2009 - 2009/291

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 april 1980 - 1980/3

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Olivier Seminck, Rijsblokstraat 10/1, 2970 Schilde op 13 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Zwaneweg 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van alle bomen, het bouwrijp maken van het perceel.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van alle bomen op het perceel.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de bomen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Oelegemsteenweg 75 - Michaël Louis Bellon - het vellen van 2 sparren - VB 2019/194

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 november 1972 - 1972/185

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1973 - 1973/53

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 januari 1975 - 1975/07

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1991 - 1991/14

o        regularisatie van tuinberging aan vergunde woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 2006 - 2006/230

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 12 februari 1970 - 1970/1

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1973 - 1973/26

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 kers - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2019 - VB 2019/195

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Michaël Louis Bellon, Oelegemsteenweg 75, 2970 Schilde op 15 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Oelegemsteenweg 75.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied met landelijk karakter en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Onder “woongebied met landelijk karakter” wordt verstaan de landelijke dorpen, de landelijke gehuchten en de bestaande en af te werken lintbebouwing. Deze laatste wordt doorgaans ook “afwerkingsgebied” genoemd.

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, bedoeld in artikel 5.1.0. worden toegelaten.

Voor inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf – met inbegrip van de para-agrarische bedrijven – blijft de voorwaarde gelden dat zij slechts toelaatbaar zijn voorzover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied. Er dient dan ook steeds te worden onderzocht of zij bestaanbaar zijn met de bestemming van woongebied met landelijk karakter. Concreet betekent dit dat zij niet van aard mogen zijn de woon- of landbouwfunctie van het gebied te verstoren.

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 2 wijziging, goedgekeurd op 19 maart 1999.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 sparren afgestorven zijn.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Oelegemsteenweg 75 - Michaël Bellon - het vellen van 1 kers - VB 2019/195

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 november 1972 - 1972/185

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1973 - 1973/53

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 januari 1975 - 1975/07

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1991 - 1991/14

o        regularisatie van tuinberging aan vergunde woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 2006 - 2006/230

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 12 februari 1970 - 1970/1

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1973 - 1973/26

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 sparren - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2019 - VB 2019/194

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Michaël Louis Bellon, Oelegemsteenweg 75, 2970 Schilde op 15 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Oelegemsteenweg 75.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 kers.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied met landelijk karakter en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Onder “woongebied met landelijk karakter” wordt verstaan de landelijke dorpen, de landelijke gehuchten en de bestaande en af te werken lintbebouwing. Deze laatste wordt doorgaans ook “afwerkingsgebied” genoemd.

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, bedoeld in artikel 5.1.0. worden toegelaten.

Voor inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf – met inbegrip van de para-agrarische bedrijven – blijft de voorwaarde gelden dat zij slechts toelaatbaar zijn voorzover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied. Er dient dan ook steeds te worden onderzocht of zij bestaanbaar zijn met de bestemming van woongebied met landelijk karakter. Concreet betekent dit dat zij niet van aard mogen zijn de woon- of landbouwfunctie van het gebied te verstoren.

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 2 wijziging, goedgekeurd op 19 maart 1999.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van een kers.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de kers stormschade opgelopen heeft. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Caterskapeldreef 4 - de heer Nikolaas Dillen - het vellen van 3 sparren - VB 2019/196

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het bouwen van een eengezinswoning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 5 oktober 2015 - 2015/21
  • bouwen van eengezinswoning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 5 februari 2018 - SA 2017/12
  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een ééngezinswoning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 23 juli 2018 - OMG 2018/191

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Nikolaas Dillen, Zakstraat 34, 2520 Ranst op 15 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Caterskapeldreef 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Het kamp wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 3 sparren afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Narcissenlaan 10 - Gemeente Schilde - het vellen van 1 esdoorn op berm Narcissenlaan 10 - VB 2019/197

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 16 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom in de Narcissenlaan 10.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 esdoorn op berm Narcissenlaan 10.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 esdoorn.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de esdoorn afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Sparrendreef 2A - Gemeente Schilde - het vellen van 1 esdoorn op berm Sparrendreef 2A - VB 2019/198

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 augustus 1964 - 1964/124

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1973 - 1973/13

o        afbraak en wederopbouw van een vervallen bijhuis/conciergerie - weigering door de deputatie - 30 april 1992 - 1990/278

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 16 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Sparrendreef 2A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 esdoorn op berm Sparrendreef 2A.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van een esdoorn.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de esdoorn afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - De Roskam 16 - de heer David Michel Brems - het vellen van 25 weymouthdennen - VB 2019/201

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        afbreken van bestaande woning en bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 januari 2014 - 2013/273

o        bouwen van een ééngezinswoning + zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 mei 2008 - 2008/133

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 september 1976 - 1976/153

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 10 oktober 1968 - 1968/12

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 dennen en 1 berk - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 4 maart 2019 - VB 2019/28

o        het plaatsen van een omheining - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 2018 - OMG 2018/15

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer David Michel Brems met als contactadres De Roskam 16, 2970 Schilde op 16 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Roskam 16.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 25 weymouthdennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De anvraag handelt over het vellen van 25 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de dennen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden. De aanvrager doet zelf een billijk voorstel met 6 inlandse bomen waarvan 2 lindes, 1 eik, 1 wilg, 1 witte abeel en 1 esdoorn. Deze zijn weergegeven op plan nieuwe toestand.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - De Dreef van Duyvendael 4 - Ann De Raedt - het vellen van 1 beuk - VB 2019/204

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        aanleggen van verharding voor speelterrein kinderen - weigering door college van burgemeester en schepenen - 12 januari 1999 - 1998337

o        bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 28 september 1999 - 1999/229

o        bouwen van een woning met carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 november 2000 - 2000/278

o        aanleggen vijver en zwemvijver - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 augustus 2001 - 2001/201

o        bouwen van een openluchtzwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 januari 2005 - 2005/11

o        uitbreiding woning met 38,2m2 (zithoek) + regularisatie inplanting vergunde carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 oktober 2006 - 2006/238

o        bouwen van een tuinberging met carport van 57,50m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 augustus 2008 - 2008/275

o        wegenis- en rioleringswerken - vergunning door stedenbouw - 26 januari 2011 - 2010/273

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 3 januari 1967 - sgr23

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ann Françoise De Raedt, De Dreef van Duyvendael 4, 2970 Schilde op 24 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Dreef van Duyvendael 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael, goedgekeurd op 13 juni 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de beuk aftakelend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 beuk of zomereik, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Paviljoendreef 17 - Gemeente Schilde - het vellen van 3 rode beuken op berm ter hoogte van Paviljoendreef 17 - VB 2019/206

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 25 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Paviljoendreef 17.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 rode beuken op berm ter hoogte van Paviljoendreef 17.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 beuken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 3 beuken aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 beuken plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Hyacintenlaan 1 - Gemeente Schilde - het vellen van 1 berk op berm - VB 2019/211

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde en op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom in Hyacintenlaan 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk opde wegberm.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de berk afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Hyacintenlaan 5 - Gemeente Schilde - het vellen van 1 beuk op berm - VB 2019/213

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde en op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk op berm ter hoogte van Hyacintenlaan 5.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de beuk afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Waterstraat 34 - Edmond Leclair - het vellen van 14 cipressen - VB 2019/215

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        rieten dak op bestaande bungalow - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 1956 - 1956/105

o        het regulariseren van uitbreidingen van een woning met bijgebouw en zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 mei 2017 - SV 2017/28

o        het uitbreken van oud zwembad en bouwen van een nieuw zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 februari 2018 - SV 2017/282

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Edmond Leclair, Waterstraat 34, 2970 Schilde op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Waterstraat 34.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 14 cipressen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 14 cipressen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de cipressen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden door een nieuwe haag.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met een nieuwe haag. De haag dient heraangeplant over dezelfde afstand als de gevelde bestaande uit streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse plantensoorten.
  • De heraanplanting dient op minstens 0,5m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Turnhoutsebaan 2 en 2A - Gemeente Schilde - het vellen van 1 linde op berm Kasteeldreef kruispunt Turnhoutsebaan 2 - VB 2019/216

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Turnhoutsebaan 2 en 2A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 linde op berm Kasteeldreef kruispunt Turnhoutsebaan 2.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 15 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 linde.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de linde afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Schanslaan 32 - Gemeente Schilde - het vellen van 2 aftakelende geknotte wilgen op berm Schanslaan 32 - VB 2019/221

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 2 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Schanslaan 32.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 aftakelende geknotte wilgen op berm Schanslaan 32.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 15 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 wilgen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Inspraak en advies

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 4 juni 2019, luidt: gunstig.
    De bomen bevinden zich niet langs een waterloop.
    Deze aanvraag heeft dan ook geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2).
    Er moeten geen bijkomende voorwaarden opgelegd worden met betrekking tot de oppervlaktewaterhuishouding.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en hun beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de wilgen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 2 bomen van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Moerstraat 37 - Roger Wens - het vellen van 2 dennen - VB 2019/227

 

 

BESLUIT

Wordt behandeld in punt 46.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Moerstraat 37 - Roger Wens - het vellen van 2 dennen - VB 2019/227

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 februari 1978 - 1978/31

o        landhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 28 november 1978 - 1978/201

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 juli 1981 - 1981/80

o        bouwen van een zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 februari 1989 - 1989/33

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 15 februari 1977 - sgr96

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Roger Wens, Moerstraat 37, 2970 Schilde op 6 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Moerstraat 37.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 dennen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Advies OMV tijdelijke inrichting Belgium Knockout Jobsteenweg 120 - PietersProductions BVBA - OMV 2019/267

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        golfterrein - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 september 1980 - 1980/18

o        verbouwing woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1981 - 1981/104

o        7 schuilpaviljoenen, 6 tennisterreinen, 1 afdak oefenbaan golf en het wijziging van schuilpaviljoenen - vergunning door de deputatie - 19 april 1984 - 1983/56

o        kws- verharding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 mei 1984 - 1984/69

o        clubhuis - vergunning door de deputatie - 24 januari 1985 - 1984/124

o        overdekken open koer - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juni 1989 - 1989/135

o        uitbreiden clubhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 januari 1990 - 1989/260

o        overdekken van stapelruimte - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 maart 1990 - 1990/69

o        uitbreiden van clubhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 november 1990 - 1990/216

o        uitbreiding van clubhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 mei 1998 - 1998/61

o        regularisatie van de plaatsing van 3 propaangastanks - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 2003 - 2003/101

o        verbouwing en uitbreiding van een bestaand gebouw dat in gebruik is door de technische dienst van Rinkven golfclub. de toekomstige functie blijft dezelfde. het gebouw wordt gerenoveerd. een deel van de bestaande bebouwing wordt afgebroken - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 2009 - 2008/332

o        bouwen van een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie (ondergronds) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 juni 2004 - 2004/153

o        uitbreiding bestaande golfparkoers van 27 naar 36 banen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 2004 - 2004/168

o        bouwen van een technisch gebouw + parkeerterrein voor 37 voertuigen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 december 2005 - 2004/268

o        dubbelrichtingsfietspad in de koeistraat (tussen de Sint Jobsteenweg en de Kaaistraat) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 maart 2010 - 2009/172

o        wijzigen uitvoering vergunning verbouwing technisch ruimte golfterrein, met behoud en renovatie van bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 maart 2010 - 2010/16

o        inrichten van een nieuw inkomsas, afbreken en herbouwen van de uitbreiding van een multifunctionele ruimte, de verhuis van pro-shop winkel en de aanpassingen van de sanitaire lokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 april 2012 - 2012/33

o        de renovatie en re-routing van het golfterrein van Antwerp international golf & country club Rinkven - vergunning door de deputatie - 26 september 2013 - 2013/42

o        bouwen van een nieuw clubhouse, een nieuw caddyhouse, de afbraak van het bestaande clubhouse, heraanleggen van de parking en aanliggend landschap - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 december 2014 - 2014/170

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - 13 rubriek(en) gunstig, 1 rubriek(en) ongunstig door de deputatie - 17 maart 2005 - 2004/22

o        milieuvergunning voor verandering door wijziging en uitbreiding - bestendige deputatie - 2 april 2009 - 2008/41

o        milieuvergunning voor verandering door wijziging, uitbreiden en toevoegen - bestendige deputatie - 30 juni 2011 - 2011/47

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    De gewestelijke omgevingsambtenaar heeft op 19 mei 2019 een omgevingsaanvraag klasse 2 ontvangen. Het betreft een aanvraag van PietersProductions BVBA gevestigd in de Van de Wervestraat 8/17, 2060 Antwerpen. De aanvraag heeft betrekking op een terrein met adres Sint Jobsteenweg 120 in Schilde, alsook op enkele kadastrale percelen in Brecht. De aanvraag omvat het plaatsen van tijdelijke generatoren voor het opwekken van stroom tijdens een het internationaal golftoernooi Belgium Knockout. Dit toernooi gaat door van 30 mei tot 2 juni 2019 op de terreinen van de Rinkven Internation Golf Club in Schilde. De gewestelijke omgevingsambtenaar heeft de aanvraag op 23 mei 2019 ontvankelijk en volledig verklaard en dezelfde dag voor advies overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen. Deze heeft 30 dagen de tijd om een advies te formuleren. De uiterste adviesdatum is 22 juni 2019. Deze datum valt na de datum dat het evenement plaats vindt.

 

  • Planologische context
    Het goed is volgens het gewestplan Antwerpen gelegen in zone voor golfrecreatie. De gebieden die als golfterrein zijn aangeduid zijn bestemd om aangelegd te worden als groengebied samen met alle infrastructuur nodig voor het beoefenen van de golfsport evenals de bijkomende accommodatie zoals clubhuis, bergingsplaatsen, verblijfsgelegenheid voor de uitbater of de bewaker met uitsluiting van elke andere verblijfsaccommodatie. Wanneer het gebruik van het gebied als golfterrein komt te vervallen worden de voorschriften van artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen van toepassing.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Het betreft een bestaand en vergund golfterrein met 36 holes gelegen aan de Sint-Jobsteenweg 120 in Schilde.

De Vlaamse Regering is bevoegd om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen over aanvragen met betrekking tot golfterreinen van 18 holes of meer.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvrager organiseert van 30 mei tot en met 2 juni 2019 een internationaal golftoernooi op het bestaande golfterrein. Het gaat om een jaarlijks terugkerend evenement. Om in de nodige stroomvoorziening te kunnen voorzien tijdens het evenement wenst de aanvrager generatoren te plaatsen met een totaal geïnstalleerd vermogen van 1.018 KVA. Deze activiteit is ingedeeld in de actuele VLAREM II indelingsrubriek 12.1.1.2°b en 31.1.2°b. Beide rubrieken zijn klasse 2 indelingsrubrieken waarvoor een tijdelijke vergunning kan aangevraagd worden. De generatoren worden geplaatst op volgende kadastrale percelen:

o        Schilde: afdeling 3 sectie A, nummers 20B, 32S3, 34S, 48P, 49E;

o        Brecht: afdeling 5 sectie B nummer 86 K.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Inspraak en advies

Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten

De aanvrager wenst 7 generatoren verspreid over het terrein op te stellen wat op relatief grote afstand is van de woningen in de omgeving.

De generatoren worden ingezet voor extra stroomvoorziening tijdens het golftoernooi en worden nadien verwijderd. De generatoren worden gevoed met diesel. Elke generator is uitgerust met een opvangbak. In geval van een lek of calamiteit zal de brandstof in de bak worden opgevangen zodat bodemverontreiniging wordt voorkomen. Een technieker zal tijdens de operationele uren aanwezig zijn om in te grijpen indien dit vereist is.

Omdat enkel tijdens de toernooiuren er nood is aan extra stroom, zullen de generatoren enkel dan in exploitatie zijn. Deze uren situeren zich tussen 07 en 23 uur. Door de beperking in exploitatietijd is de uitstoot van afvalgassen beperkt in tijd, evenals de geluidsemissie. De generatoren zijn bijkomend voorzien van een omkasting waardoor de geluidsemissie in intensiteit beperkt wordt.

Mits de exploitant zich houdt aan de actueel geldende algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden mag verwacht worden dat de tijdelijke exploitatie zeer beperkt zal zijn in hinder voor de mens en de omgeving.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is, of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Ondanks dat de evenementdatum reeds gepasseerd is en de aanvraag dus zonder voorwerp kan geacht worden is het aangewezen een advies te geven. Dit in functie van de eventuele komende edities in de toekomst.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt voorwaardelijk gunstig.

Het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     hoofdstuk 5.12 en 5.31

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Omgeving - Schildedreef 68 en Schutbocht 4 - Beheersvennootschap Bonte - Broos - het vellen van 7 dennen, 46 populieren, 3 elzen en 1 eik, het snoeien van 7 beuken - VB 2019/189

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 april 1959 - 1959/44

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 juli 1965 - 1965/82

o        woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 13 februari 1971 - 1971/09

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 september 1997 - 1997/195

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 maart 1996 - 1996/03

o        bergplaats en sanitair - weigering door college van burgemeester en schepenen - 4 juli 1974 - 1974/34

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 juni 1977 - 1977/109

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 januari 1978 - 1977/224

o        wijziging inplanting zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 februari 2005 - 2005/40

o        het bouwen van een vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 april 2005 - 2005/34

o        bouwen van een zwembad van 45m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 oktober 2007 - 2007/334

o        regularisatie van de uitbreiding van het huis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2007 - 2007/348

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 1980 - 1979/23

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 september 1993 - 1993/8

o        nieuwe verkaveling - vergunning door de deputatie - 14 oktober 1975 - 1974/4

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Beheersvennootschap Bonte - Broos, gevestigd Schildedreef 68, 2970 Schilde op 10 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Schildedreef 68 en Schutbocht 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 7 dennen, 46 populieren, 3 elzen en 1 eik, het snoeien van 7 beuken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De anvraag handelt over het vellen van 7 dennen, 46 populieren, 3 elzen en 1 eik, het snoeien van 7 beuken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de populieren kaprijp zijn. De dennen hebben slechts een beperkte esthetische waarde. De elzen kunnen als hakhoutbeheer behandeld worden. Van de beuken kunnen alleen de onderste overhangende takken ingekort worden tot op de erfgrens. Er zijn beperkte mogelijkheden voor het uitvoeren van een vervangende heraanplanting.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden. Op de locatie van de gevelde populieren een heraanplanting met 7 zomer- of wintereiken plantmaat 10/12 en op de locatie van de gevelde dennen 3 standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Vrijgave bankwaarborg - Schoolstraat 34 - SV2015/14

 

 

Voorgeschiedenis

Op 16 juli 2015 werd door de bestendige deputatie beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Govaerts verzond per e-mail op 2 mei 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning SV2015/14.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning SV2015/14, Schoolstraat 34 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Thygios bvba Moerdreef 15 2390 Malle.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Vrijgave bankwaarborg - Rodedreef 30 - KV17R498

 

 

Voorgeschiedenis

Op 8 februari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

De Brouwer verzond in opdracht van Snauwaert per e-mail op 13 mei 2019 een aanvraag tot vrijgave van zijn bankwaarborg van 5.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de kapvergunning met nummer KV17R498.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van kapvergunning KV17R498 voor het volledige bedrag van 5.000 euro aan Snauwaert wonende Rodedreef 32.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Duurzaamheid - REG premies - april/mei 2019

 

 

Feiten en context

          Eandis stuurt een lijst door van de premies die zij uitbetaalde afgelopen maand. In deze lijst kunnen volgende maatregelen voorkomen: hoogrendementsbeglazing, warmtepomp, zonneboiler.

          Aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Janssens, Gouwberg 9.

          Aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Martens, Wijnegemsteenweg 122.

          Aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Herijgers, Spreeuwenberglaan 18/1;

          Aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door van de Walle, Sint-Jobsteenweg 5.

          Aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Van den Avont, Oudebaan 86.

 

Juridische gronden

          Subsidiereglement rationeel energiegebruik van 16 juni 2014 waarin de voorwaarden worden beschreven om een premie te bekomen.

          Samenwerkingsprotocol met Eandis, goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 april 2011, waarin staat dat Eandis maandelijks een lijst bezorgt met premieaanvragen waarvan zij hun premie hebben uitbetaald. Gemeente Schilde baseert zich op deze lijst om de gemeentelijke premie uit te betalen.

 

Argumentatie

          Gemeentelijke premies zijn een stimulans voor minder CO2-uitstoot en kadert in het burgemeestersconvenant (- twintig % CO2 tegen 2020).

          Aanvragen gascondensatieketels voldoen aan de voorwaarden van het subsidiereglement.

 

Financiële gevolgen

 

BBC actie

002.001.012.002

Bedrag

4.193,60 euro

Registratiesleutel

 

Visum financieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de premies voor april/mei 2019, in verband met het REG-subsidiereglement, voor een totaal bedrag van 4.193,60 euro uit te betalen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Toewijzing standplaats Steenwegkermis te Schilde via spoedprocedure

 

 

Feiten en context

          De heer Severeyns Ivo heeft een standplaats en een abonnement voor de Steenwegkermis te Schilde.
Hij liet weten dat hij met zijn attractie kamelenderby niet aanwezig kan zijn en zijn abonnement wenst op te zeggen.

          Mevrouw De Pooter Sonja wenst een standplaats voor haar attractie kinderschietkraam op de Steenwegkermis te Schilde.

 

Juridische gronden

          Artikel 17 van het koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, standplaatsen vacant blijven, kan overgegaan worden tot vervanging via spoedprocedure. Dit artikel vermeldt de voorwaarden en de bepalingen hierover.

          Artikel 19 van het kermisreglement van de gemeente Schilde - 's-Gravenwezel
De houder van het abonnement kan van het abonnement afstand doen. Dit artikel bepaalt de voorwaarden.
 

Argumentatie

          Wanneer een kermisuitbater laat weten dat hij met zijn attractie niet aanwezig kan zijn, kan er via spoedprocedure in vervanging voorzien worden voor de duur van de kermis.

          Het is aangeraden om lege standplaatsen op te vullen.

          Mevrouw De Pooter Sonja deed een aanvraag voor een standplaats op Steenwegkermis en voldoet aan de voorwaarden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Mevrouw De Pooter Sonja krijgt via spoedprocedure op Steenwegkermis te Schilde voor haar attractie kinderschietkraam een standplaats toegewezen voor de duur van de kermis.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Warme gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

Inspiratiedag over het belang van mentaal welbevinden bij kinderen en jongeren, op 9 mei 2019 georganiseerd door Logo's, Gezond Leven, Fonds GavoorGeluk en de KULeuven. Het concept van een Warme Stad of Gemeente wordt toegelicht met goede voorbeelden uit de pilootsteden.

 

Feiten en context

          Schilde is aangesloten bij LOGO. (lokaal gezondheidsoverleg)

          Schilde heeft de titel Gezonde gemeente.

          Schilde zet reeds in op jongerenwelzijn met projecten zoals Domo, JoNaS en het opvoedingspunt.

          Het project Warme steden en gemeenten is een initiatief van de Logo's, Gezond Leven, Fonds GavoorGeluk en de KULeuven en heeft als doel het psychisch welzijn bij jongeren in de steden en gemeenten te verhogen.

          Het project Warme steden en gemeenten werkt met 8 pijlers:

          Besteed aandacht aan de basisbehoeften en rechten van kinderen en jongeren

          Moedig een warme, ondersteunde opvoeding aan

          Ondersteun de persoonlijke ontwikkeling

          Creëer verbondenheid tussen kinderen, jongeren en hun omgeving

          Maximaliseer kansen op fysieke gezondheid

          Maak kwetsbaarheid bespreekbaar in een veilige omgeving

          Zorg dat kinderen en jongeren gemakkelijk de weg naar hulp

          Betrek kinderen en jongeren bij het beleid

          Het project Warme steden en gemeenten heeft als mascotte een blauwe beer genaamd Warme William.

          Steden en gemeenten kunnen tot 1 juli 2019 hun kandidatuur indienen door het insturen van een motivatiebrief.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3,3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De gemeente wil het sociaal weefsel versterken.

          De gemeente wil een voortrekkersrol nemen in de gezondheidszorg.

          De gemeente wil inzetten op geestelijke gezondheidszorg.

          Een warme gemeente krijgt een subsidie van 1.500 euro per jaar voor het uitwerken van acties.

          Logo zorgt voor inhoudelijke ondersteuning.

          Een warme gemeente krijgt een zitbank van Warme William en 500 euro per jaar om campagne te voeren.

          De gemeente organiseert reeds activiteiten en acties die in de 8 pijlers passen.

          De gemeente kan met deze subsidie extra activiteiten en acties organiseren gericht op welzijn bij jongeren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot het indienen van een kandidatuur om een Warme gemeente te worden.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Toerisme Voorkempen

 

 

Voorgeschiedenis

Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 van de beslissing van de gemeente Schoten om de deelname aan de intergemeentelijke vereniging Toerisme Voorkempen stop te zetten.

 

Feiten en context

          De gemeente Schoten onderzoekt de manier waarop ze uit de intergemeentelijke vereniging Toerisme Voorkempen kan stappen.

          Het Land van Playsantiën is een toeristisch samenwerkingsverband van de gemeenten Zandhoven, Zoersel, Ranst, Lille en Malle.

          Informeel liet het Land van Playsantiën weten dat Schilde mogelijks kan aansluiten, maar dat een aansluiting van de gemeente Wijnegem gezien de geografische ligging niet mogelijk is.

          Het Land van Playsantiën moet de aansluitingsvoorwaarden voor nieuwe gemeenten nog bepalen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §6, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen houdt een geactualiseerd overzicht bij van alle

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt.

 

Argumentatie

          Door het wegvallen van de gemeente Schoten wordt Toerisme Voorkempen een samenwerkingsverband van twee gemeenten.

          Het Land van Playsantiën is een goed werkend toeristische samenwerkingsverband dat opportuniteiten kan bieden voor de gemeente Schilde.

          De gemeente Wijnegem kan niet aansluiten bij het Land van Playsantiën

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring om de toetreding tot het Land van Playsantiën te onderzoeken.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Gebruik Opel Vivaro door brandweer

 

 

Feiten en context

          Brandweerpost Schilde stelt de vraag of het dienstvoertuig Opel Vivaro mag gebruikt worden op zaterdag 7 september 2019 voor een activiteit van de brandweer.

          Het voertuig wordt gebruikt voor personenvervoer tussen 's-Gravenwezel en Schilde.

          De bestuurder is Matthias Mariën.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Verzekeringstechnisch is er geen bezwaar dat de brandweerpost gebruik maakt van het dienstvoertuig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de brandweerpost Schilde gebruik mag maken van het dienstvoertuig Opel Vivaro op zaterdag 7 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag Wezel Culinair & Calibri 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Aanvraag voor Wezel Culinair via evenementenapplicatie op 6 februari 2019

          Aanvraag voor Calibri via evenementapplicatie op 6 februari 2019

          Aanvraag tot projectsubsidie via mail op

 

Feiten en context

          Van 5 september tot en met 8 september 2019 wenst de organisatie van Parelfeesten vzw Calibri te organiseren op de festivalweide, De Kaak, 's-Gravenwezel.

          Van 6 tot 8 september 2019 vindt op dezelfde locatie ook de organisatie van Wezel Culinair plaats.

          Parelfeesten vzw vraagt toestemming voor de organisatie van deze 2 evenementen.

          Parelfeesten vzw heeft een aanvraag ingediend voor een projectsubsidie van 25.000 euro.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

          Gunstig advies milieu

          Negatief advies vrije tijd

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent principiële goedkeuring aan Parelfeesten vzw voor de organisatie van Wezel Culinair en Calibri op 5, 6, 7 en 8 september 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring voor de jaarlijkse nominatieve toelage ten bedrage van 5.000 euro.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om voor de vraag tot projectsubsidie advies te vragen bij de volgende adviesraden:

          seniorenraad;

          cultuurraad;

          jeugdraad.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag heemfeesten - vzw Scilla - zaterdag 24 augustus en zondag 25 augustus

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie door de heemkundige kring Scilla op 26 maart 2019

 

Feiten en context

De heemkundige kring Scilla organiseert op zaterdag 24 en zondag 25 augustus 2019 hun jaarlijkse heemfeesten. Deze openbare activiteit rondom het heemhuis en op het domein Dieghemhof bestaat uit muziekoptredens, volksspelen en lekkere hapjes en drankjes.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies politie

          Gunstig advies milieu

          Gunstig advies mobiliteit

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Heemkundige kring Scilla voor de organisatie van hun heemfeesten op zaterdag 24 en zondag 25 augustus op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben;

          de bewoners op voorhand verwittigd worden.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag speelstraat - Fazantenlaan - van 29 juni tot 12 juli 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 7 mei 2019

 

Feiten en context

          Myriam Daenen dient een aanvraag in voor de inrichting van een speelstraat in de Fazantenlaan. De periode voor deze speelstraat loopt van zaterdag 29 juni tot en met vrijdag 12 juli.

          De bewonersenquête wijst uit dat de bewoners in de Fazantenlaan akkoord zijn met dit initiatief.
 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van een speelstraat te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacteren binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Myriam Daenen om de Fazantenlaan in te richten als speelstraat van zaterdag 29 juni 2019 tot en met vrijdag 12 juli 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag Blues on Rolls - 21 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 17 april 2019.

 

Feiten en context

Op zaterdag 21 september wenst Pegode een gezellig festival onder de naam "Blues on Rolls" met foodtrucks, drank, kinderanimatie en een optreden te organiseren.

De organisatie vraagt hiervoor toestemming om dit evenement te organiseren op het domein van Woonhuis Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

          Positief advies milieu

 

Argumentatie

De gemeente Schilde ondersteunt initiatieven die het sociaal samenzijn van de inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om toestemming te verlenen aan Pegode voor de organisatie van Blues on Rolls op zaterdag 21 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag Wielerwedstrijd voor eliterenners - 18 augustus 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie door de Koninklijke Wieler-en Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel op 7 januari 2019.

 

Feiten en context

Koninklijke Wieler-en Atletiekclub wezel Sportief 's-Gravenwezel organiseert op zondag 18 augustus 2019 een wielerwedstrijd. Het parcours loopt door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering             

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

          Gunstig advies burgemeester

          Gunstig advies brandweer

          Gunstig advies milieu

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Koninklijke Wieler-en Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel voor de organisatie van een wielerwedstrijd op zondag 18 augustus en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          niet van bestaande paden af te wijken;

          geen afval achter te laten;

          de bewegwijzering niet aan bomen vast te nagelen;

          alle bewegwijzering ten laatste de dag na het evenement te verwijderen;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag Schilde Leeft 2019 - Winkelcentrum Schilde - vrijdag 28 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie op 19 maart 2019.

 

Feiten en context

          Winkelcentrum Schilde organiseert op vrijdag 28 juni 2019 haar jaarlijks weerkerende braderij onder de naam "Schilde Feest".

Hierbij wordt het volgende gevraagd:

          parkeerverbod op de Turnhoutsebaan vanaf husnummer 158 tot huisnummer 259;

          afsluiten van de Turnhoutsebaan vanaf huisnummer 158 tot huisnummer 259;

          bijstand Vlaamse kruis;

          evenementenmateriaal waardonder toiletunits;

          politietoezicht.

          Mail ontvangen op 21 mei 2019 van organisator Luc Vrelust met de melding dat Schilde Feest dit jaar niet zal plaatsvinden.

          Mail ontvangen op 29 mei 2019 van schepen Marian Van Alphen met de melding dat het evenement zou doorgaan onder een andere naam "Schilde Leeft". De organisatie zal in samenwerking met de Gemeente Schilde en UNIZO Schilde plaatsvinden.

          De organisatie vraagt een uitzondering dat de handelaars op vrijdag 28 juni 2019 een afwijking op het openingsuur krijgen tot 24u.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels;

          28 februari 2013 - Wetboek van economisch recht
Art. Vl.29. Art. VI.29. [1 § 1. Voor de sectoren van de kleding, de lederwaren en de schoenen is het verboden prijsverminderingen aan te kondigen die uitwerking hebben tijdens de sperperiode.

Het verbod bedoeld in het eerste lid houdt tevens het verbod in om titels te verspreiden die recht geven op een prijsvermindering tijdens de sperperiode.

          § 2. De sperperiode is de periode van een maand die het begin van de periodes bedoeld in art. VI.25 voorafgaat.

          § 3. De Koning kan goederen of categorieën van goederen aanduiden waarvoor het verbod bedoeld in paragraaf 1 niet van toepassing is.

          § 4. Het verbod bedoeld in paragraaf 1 geldt niet voor de tekoopaanbieding en de verkoop tijdens handelsmanifestaties die tijdens de sperperiode doorgaan, op voorwaarde dat deze handelsmanifestaties worden georganiseerd door de plaatselijke verenigingen van ondernemingen of met hun medewerking en dat ze hoogstens vier dagen duren per sperperiode. De Koning kan nadere voorwaarden bepalen waaronder deze handelsmanifestaties mogen plaatsvinden.

          § 5. De sperperiode bedoeld in paragraaf 1 is niet van toepassing op uitverkopen verricht overeenkomstig de artikelen VI.22 tot VI.24.]1

 

Inspraak en advies

          Verslag veiligheidsoverleg 06 juni 2019

          Voorwaardelijk advies mobiliteit

          Voorwaardelijk advies politie

          Voorwaardelijk advies brandweer

          Voorwaardelijk advies milieu

 

Argumentatie

          De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociaal contact tussen inwoners bevorderen.

          De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Winkelcentrum Schilde voor de organisatie van "Schilde Leeft" in samenwerking met UNIZO Schilde en het gemeentebestuur Schilde op vrijdag 28 juni 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het beschikbare evenementenmateriaal gratis ter beschikking te stellen.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan de handelaars van Schilde gelegen op de Turnhoutsebaan van nummer 158 tot 368 voor een afwijking op het openingsuur tot 24 uur op 28 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Aanvraag filmopnames De Luizenmoeder seizoen 2 - Schoolstraat 33 - VTM

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Barbara Duthie, VTM, van 23 mei 2019

 

Feiten en context

In juli 2019 starten de opnames voor het tweede seizoen van De Luizenmoeder. De opnames zullen doorgaan in de Wonderwijzer Schoolstraat 33. Hiervoor vraagt Studio VTM toelating om:

          de Schoolstraat tijdelijk te blokkeren tijdens de buitenopnames gedurende twee a drie minuten;

          gebruik te mogen maken van de elektriciteitskast op de hoek van de Schoolstraat en de Leopold Gabriëlslaan.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Argumentatie

Andere aanvragers kregen voor gelijkaardige aanvragen toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan VTM om het verkeer in de Schoolstraat ter hoogte van de Wonderwijzer tijdens de buitenopnames gedurende maximaal 2 à 3 minuten stil te leggen mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          de weg wordt niet afgesloten, maar aan weerszijden van de weg en bij de kruispunten worden stewards geplaatst die weggebruikers tegenhouden tijdens de buitenopnames;

          het ophouden van het verkeer beperken tot het absolute minimum, gedurende maximaal 2 à 3 minuten, waarbij de aanvrager zelf instaat voor de uitvoering ervan op een veilige manier;

          de buurtbewoners hun woning kunnen bereiken, waarbij ze tijdens de buitenopnames eventueel gedurende maximaal 2 à 3 minuten worden opgehouden;

          de buurtbewoners voorafgaand ingelicht worden via een bewoners brief;

          de hulpdiensten ten alle tijden een vrije doorgang hebben.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Avondmarkt & Kermis - 28 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ingediend via de evenementenapplicatie op 9 april 2019

 

Feiten en context

Op 28 juni 2019 vindt naar jaarlijkse traditie de avondmarkt en Steenwegkermis plaats in de schoolstraat en op de parking van Werf 44. De organisatie vraagt toestemming om dit evenement te kunnen organiseren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 &3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

 

Argumentatie

Dit is een jaarlijks wederkerend evenement.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist toestemming te verlenen voor de organisatie van de avondmarkt en kermis op vrijdag 28 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Bieravond - buurtkring Veldvenne

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via evenementenapplicatie op 22 februari 2019

 

Feiten en context

Op 21 september 2019 organiseert buurtkring Veldvenne een jaarlijkse bieravond in de Veldvenne 15. Buurtkring Veldvenne vraagt toelating voor de organisatie van dit evenement en de straat Veldvenne hiervoor af te sluiten.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociaal contact tussen inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag en beslist toelating te verlenen aan buurtkring de veldvenne voor de organisatie van een bieravond op 21 september 2019 onder de volgende voorwaarden:

          de hulpdiensten moeten ten alle tijde elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          Voetgangers en fietsers moeten ten alle tijden doorgang kunnen vinden.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 17 06 2019

Halloweentocht - Buurtkring de Veldvenne - 31 oktober 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 22 februari 2019

 

Feiten en context

Op 31 oktober 2019 organiseert buurtkring de veldvenne een halloweenwandeling gevolgd door een drankje in de straat Veldvenne
Zij vragen toestemming voor het afsluiten van de straat Veldvenne van 17 uur tot 23u30.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan Buurtkring Veldvenne voor de organisatie van een halloweentocht op 31 oktober 2019.

 

 

Publicatiedatum: 25/06/2019