VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

16 september 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Olivier Verhulst, schepen;

 

 

Dirk Bauwens, verlaat de zitting vanaf agendapunt 49, artikel 27

Kathleen Krekels, is wnd voorzitter vanaf agendapunt 49

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 9 september 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 9 september 2019 zonder opmerkingen goed.

Dirk Bauwens en Kathleen Krekels onthouden zich.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.774 tot en met 1.808;

          de vastleggingen van 5.344 tot en met 5.463;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 79 tot en met 81;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 33.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Wapenstilstand 11 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen beslist jaarlijks de wijze waarop de herdenking van de Wapenstilstand wordt ingevuld, door middel van een besluit door het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

          De organisatie van de 11-Novemberviering wordt op volgende manier ingevuld:

          bloemenhulde te 's-Gravenwezel vóór de eucharistieviering van 11 uur in Schilde;

          bloemenhulde aan de graven van de gesneuvelden te Schilde na de eucharistieviering;

          koffietafel in de grote zaal van Werf 44.

          De drie kransen voor de bloemenhulde worden geleverd door een lokale bloemist, de broodjes door een lokale traiteur.

          Aan de lokale politie Voorkempen wordt gevraagd om:

          de Kerkstraat in 's-Gravenwezel tijdelijk af te sluiten rond 10.00 uur;

          het kerkplein in Schilde na de mis van 11 uur tijdelijk af te sluiten, zodat geen gevaarlijke situatie ontstaat bij het verlaten van de Sint-Guibertuskerk richting kerkhof voor de kranslegging.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 130bis van de gecoördineerde wetten Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419.005.001.017.003

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

0101

Bedrag

Visum financieel beheerder

1.500 euro (raming)

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de organisatie van de 11-Novemberviering 2019 als volgt:

          10.00 uur bloemenhulde aan het monument van de gesneuvelden aan de Sint-Catharinakerk te 's-Gravenwezel;

          11 uur eucharistieviering in de Sint-Guibertuskerk te Schilde opgeluisterd door heemkring Scilla en harmonie Takjes worden Boomen;

          bloemenhulde op het kerkhof aan de graven van de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers;

          aansluitend een koffietafel, voorzien in de grote zaal van Werf 44.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de dienst der werken/poetsdienst en de conciërge van Werf 44 zorgen voor de logistieke ondersteuning.

Artikel 3. Aan politie Voorkempen wordt gevraagd om assistentie te verlenen bij de kransleggingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Raadscommissie - verslag 2 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren. Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.

 

Argumentatie

          De raadscommissie vond plaats op 2 september 2019.

          Het ambt van secretaris werd waargenomen door Tine Vervisch, algemeen directeur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 2 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Schilde Schittert - startnota en design sprint

 

 

Voorgeschiedenis

          Advies van het managementteam van 16 januari 2019 omtrent de aandachtspunten voor de nieuwe afsprakennota.

          Bespreking van de afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019.

          Advies van het managementteam van 13 februari 2019 om de bespreking verder uit te werken in een aantal principes.

          Het managementteam van 13 maart 2019 formuleerde een positief advies omtrent het ontwerp van afsprakennota.

          Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau keurden de afsprakennota goed op 25 maart 2019.

          In de goedgekeurde afsprakennota is onder andere het volgende voorzien: "Het bestuur en de administratie werken planmatig samen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen door een startnota als helder toetsingskader te hanteren voor de uitwerking van de beleidsdoelstellingen".

 

Feiten en context

          Het college van burgemeester en schepenen bakent op 25 maart 2019 drie projecten af waarvoor in eerste instantie een startnota moet opgemaakt worden. Schilde Schittert is een van de drie projecten.

          Het college van burgemeester en schepenen geeft op 1 juli 2019 goedkeuring voor het inplannen van de design sprint en beslist dat het managementteam de werkgroep van de design sprint samenstelt.

          Het managementteam heeft op 11 september 2019 beslist dat het sjabloon voor de startnota wordt aangevuld met een item 'sociale toets'.

          Het managementteam plant op 9 oktober 2019 een intervisiemoment over deze startnota.

          De design sprint vindt plaats van maandag 4 november tot en met vrijdag 8 november 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel II.2. van het decreet bestuursdecreet
De overheidsinstanties informeren actief, op eigen initiatief, over hun beleid, regelgeving en dienstverlening, telkens als dat nuttig, belangrijk of noodzakelijk is.

          Artikel II.88. van het decreet bestuursdecreet
Iedereen heeft het recht om kosteloos een voorstel in te dienen of een melding te doen bij een overheidsinstantie.
De overheidsinstantie brengt de burger binnen een redelijke termijn op de hoogte van haar standpunt over het voorstel of de melding en de eventuele conclusies of initiatieven die ze daaraan verbindt. De overheidsinstantie is niet verplicht te reageren als het voorstel of de melding kennelijk ongegrond of kennelijk onredelijk is.

          Artikel 56 §3. van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van het beheer voer de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgelegde algemene regels.

 

Argumentatie

          Om de concrete startdoelstelling van de design sprint te bepalen is het essentieel dat rekening gehouden wordt met de twee cruciale delen die een noodzakelijke voorwaarde zijn voor effectieve burgerparticipatie:

          visie: dit moet bepaald worden door het bestuur in een 'participatiepact';

          instrumenten voor burgerparticipatie: dit is het onderwerp van de design sprint: Hoe zorgen we ervoor dat de visie omtrent burgerparticipatie uitgerold wordt naar onze inwoners? Hoe wordt burgerparticipatie en informatie gefaciliteerd?

          Om het nodige draagvlak te hebben voor dit project is het belangrijk dat het bestuur geïnformeerd wordt via een raadscommissie over de design sprint en over de startnota over Schilde Schittert. Dit in aanwezigheid van de nodige experten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de startnota Schilde Schittert te agenderen op de raadscommissie van maandag 7 oktober 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om Matthijs Rubberecht uit te nodigen voor de raadscommissie van maandag 7 oktober 2019 om binnen het kader van Schilde Schittert een toelichting te geven over het concept 'Design Sprint'.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Kelly Bens

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Kelly Bens op 29 augustus 2019

 

Feiten en context

Kelly Bens, Van Havrelei 82, 2100 Deurne, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Kelly Bens vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming wel Nederlandstalig is, waardoor hij wel recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming wel Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

          De aanvraag is niet conform artikel 3 van het reglement. De aanvrager oefende voorafgaand aan de nieuwe zelfstandige activiteit een andere zelfstandige activiteit uit, onder de vorm van een bijberoep, en dit sinds 1 juli 2012.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

0 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag af van Kelly Bens, Van Havrelei 82, 2100 Deurne voor de onderneming Kelly Bens en geeft geen toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van inrichting Kerkelei als schoolstraat - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen van 1 juli 2019 verleent principiële goedkeuring om een gedeelte van de Kerkelei in te richten als schoolstraat

          Het college van burgemeester en schepenen van 29 juli 2019 beslist om een infovergadering te organiseren

          Het college van burgemeester en schepenen van 19 augustus 2019 beslist een vergunning te verlenen voor het inrijden van een schoolstraat op basis van een gemotiveerde aanvraag

          Het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2019 beslist om een gedeelte van de Kerkelei in te richten als schoolstraat

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 22undecies over het verkeer in schoolstraten.

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden door de inrichting van een gedeelte van de Kerkelei als schoolstraat.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de Kerkelei tussen de Waterlaatstraat en de Kleinveldweg in te richten als schoolstraat gedurende een proefperiode van zes maanden, ingaand op 1 oktober 2019.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met een octopusbareel gecombineerd met verkeersbord C3 en bord met vermelding "Kerkelei = schoolstraat op schooldagen van 08.05 tot 08.40 uur, van 15.15 tot 15.50 uur, woensdag van 11.25 tot 12 uur".

Artikel 3. Enkel voertuigen met een vergunning afgeleverd door het gemeentebestuur mogen de schoolstraat inrijden.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2 en 3 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

Artikel 5. Aan het einde van de proefperiode wordt een evaluatie gemaakt waarbij de school, de ouders en de omwonenden zullen worden bevraagd.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van invoeren enkelrichting N121 Brasschaatsebaan en omleiding - Goedkeuring

 

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het tijdelijk invoeren van enkelrichting op een gedeelte van de N121 naar aanleiding van de aanleg van een fietspad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de aanleg van een fietspad langs de N121 Brasschaatsebaan wordt van 30 september tot en met 18 november 2019 enkelrichting ingesteld vanaf de Heidedreef tot de N12 Turnhoutsebaan.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. De rijrichting 's-Gravenwezel - Schilde centrum blijft behouden. Het verkeer dat van de N12 Turnhoutsebaan komt, wordt omgeleid via de Vloeyenbergdreef en Missionarislei. Zwaar verkeer (+3,5 ton), uitgezonderd De Lijn, wordt omgeleid via de Wijnegemsteenweg.

Artikel 2.2. De Heidedreef, de Kapelstraat, de parking van het gemeentehuis en de parking Rijsblok vallen binnen de werken en worden afgesloten.

Artikel 2.3. De parking van het gemeentehuis is bereikbaar via de Dennenlaan-Groenelaan-Kapelstraat. De rijrichting volgt de rotonde rond het gemeentehuis.

Artikel 2.4. De parking Rijsblok is bereikbaar via de N12 Turnhoutsebaan-Rijsblokstraat. De enkelrichting in de Rijsblokstraat wordt tijdelijk opgeheven.

Artikel 2.5. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in volgende straten:

          N121 Brasschaatsebaan tussen de Heidedreef en N12 Turnhoutsebaan;

          Rijsblokstraat.

Artikel 2.6. Deze maatregelen worden ter kennis gebracht met verkeersborden A31, A39, C1, C3, C21, C31, C43, F19 en F39.

Artikel 3. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van afsluiten N121 Brasschaatsebaan en omleiding - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag signalisatievergunning via e-mail op 11 september 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het gedeeltelijk afsluiten van de N121 naar aanleiding van de aanleg van een fietspad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de aanleg van een fietspad wordt de N121 Brasschaatsebaan van 18 november tot en met 9 december 2019 afgesloten vanaf de Dennenlaan tot de N12 Turnhoutsebaan.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. Het verkeer wordt omgeleid via de Vloeyenbergdreef en Missionarislei. Zwaar verkeer (+3,5 ton), uitgezonderd De Lijn, wordt omgeleid via de Wijnegemsteenweg. Fietsers worden omgeleid via de Dennenlaan-Groenelaan-Brouwerijstraat-Oudebaan.

Artikel 2.2. De Heidedreef, de Kapelstraat, de parking van het gemeentehuis en de parking Rijsblok vallen binnen de werken en worden afgesloten.

Artikel 2.3. De parking van het gemeentehuis is bereikbaar via de Dennenlaan-Groenelaan-Kapelstraat. De rijrichting volgt de rotonde rond het gemeentehuis.

Artikel 2.4. De parking Rijsblok is bereikbaar via de N12 Turnhoutsebaan-Rijsblokstraat. De enkelrichting in de Rijsblokstraat wordt tijdelijk opgeheven.

Artikel 2.5. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in volgende straten:

          N121 Brasschaatsebaan tussen de Heidedreef en N12 Turnhoutsebaan;

          Vloeyenbergdreef;

          Missionarislei tussen Vloeyenbergdreef en N121 Brasschaatsebaan;

          Rijsblokstraat.

Artikel 2.6. Deze maatregelen worden ter kennis gebracht met verkeersborden A31, A33, A39, C1, C3, C11, C21, F19, F39, F45 en F47.

Artikel 3. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest Beukenlaan - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via evenementenapplicatie op 9 september 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de organisatie van een straatfeest in de Beukenlaan op 10 november 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Beukenlaan af te sluiten op 10 november 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Vervoerregio - inname standpunt - 26 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 19 augustus 2019

 

Feiten en context

Op 26 september 2019 organiseert Vervoerregio Antwerpen een gemeentelijke sessie waarbij van gedachten kan gewisseld worden over het ontwerp van plannota.

Op 19 augustus 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen de gemeente te laten vertegenwoordigen door Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Filip De Clercq en Liesbeth Michiel.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Mandaat voor vertegenwoordiging van het standpunt van het bestuur.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent mandaat aan de vertegenwoordigers van de gemeente, met name Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Filip De Clercq en Liesbeth Michiel, om volgende principes naar voor te brengen tijdens de gemeentelijke sessie, georganiseerd door Vervoerregio Antwerpen op 26 september a.s.:

          gemeente Schilde wil meewerken aan de doelen en ambities van de vervoerregio;

          gemeente Schilde wil inzetten op kwaliteit voor de fietser en deeleconomie;

          gemeente Schilde verzoekt onderzoek en uitwerking tangentiële verbindingen openbaar vervoer;

          gemeente Schilde onderzoekt de investering in een mobiliteitsknooppunt op haar grondgebied op maat van de gemeente;

          gemeente Schilde verzet zich tegen een tram in Schilde doorheen haar dorpskern.  Een afzonderlijke busbedding buiten de dorpskern kan enkel worden voorzien indien er een aantoonbaar nut is en duidelijke meerwaarde biedt, alle elementen in ogenschouw genomen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Oelegemsteenweg - bescherming woning tegen inrijdend verkeer

 

 

Voorgeschiedenis

Ongeval aan rotonde Oelegemsteenweg

 

Feiten en context

          Begin augustus 2019 gebeurde er een ongeval aan de rotonde van de Oelegemsteenweg met schade aan een woning.

          De bewoner vraagt via de burgemeester zijn woning te beschermen tegen inrijdend verkeer om zijn veiligheidsgevoel te verhogen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert twee paaltjes te plaatsen, type Amsterdammers.

 

Argumentatie

Het creëren van een veilige woonomgeving.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/5/1/10/2

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

120 euro/stuk incl. btw (raming)

Visum financieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de gevolgen van het ongeval aan de Oelegemsteenweg en beslist twee paaltjes, type Amsterdammers, op de openbare berm te plaatsen ter hoogte van de plaats waar de auto door de afsluiting is gegaan.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

De Schietboog/Boskant - verharding bocht

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail op 7 mei 2019

 

Feiten en context

          Een bewoner van De Schietboog vraagt verharding in de bochten aan De Schietboog/Boskant.

          De bochten worden regelmatig afgesneden door het verkeer wat diepe (slijk)putten veroorzaakt.

          Aangezien vrachtverkeer deze ruimte nodig heeft om de bocht te kunnen nemen, vraagt betrokkene om klinkers aan te brengen en geen paaltjes of witte bollen te plaatsen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert aan de meest afgesneden bocht boordstenen te plaatsen, de gracht te beschoeien en de beschoeiing te verankeren met diepe palen om uitrijden te voorkomen.

 

Argumentatie

Het creëren van een veilige en aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag om de bochten in de De Schietboog/Boskant te verharden en beslist boordstenen te plaatsen en de gracht zodanig te beschoeien dat uitrijden vermeden wordt.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Moerstraat - resultaten enquête parkeerverbod

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 neemt kennis van de vragen van MPI Zonnebos en beslist tijdelijk parkeerverbod in te stellen in de Moerstraat

 

Feiten en context

          In de Moerstraat werd van 20 mei tot en met 30 juni 2019 een parkeerverbod ingesteld als proefopstelling.

          Na beëindiging van de proefperiode werd een enquête georganiseerd bij de bewoners van de Moerstraat.

          De enquête toont 9 positieve en 7 negatieve reacties op het behoud van het parkeerverbod.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert de resultaten later ten gronde te bekijken vooraleer een beslissing te nemen.

 

Argumentatie

Het creëren van een verkeersveilige schoolomgeving en het behoud van een aangename woonomgeving.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de resultaten van de enquête bij de proefopstelling parkeerverbod in de Moerstraat.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Aanleg fietspad N121 - aanpassing ontwerpplan - aansluiting zijstraten

 

 

Voorgeschiedenis

          19 februari 2018: goedkeuring door de gemeenteraad van de lastvoorwaarden en wijze van gunning

          Midden 2018: opdracht gegund aan Colas NV

          12 november 2018: aanvangsbevel gegeven aan Colas NV

 

Feiten en context

          In het ontwerp is voorzien om ter hoogte van de twee zijstraten binnen de bebouwde kom (Heidedreef en Kapelstraat) het fietspad op een verhoogd platform aan te leggen.

          In het ontwerp is voorzien om de aansluiting van de zijstraten buiten de bebouwde kom gelijkgronds aan te leggen.

 

Argumentatie

Naast uniformiteit heeft dit ook als voordeel:

          verhogen van het autorijcomfort;

          duurzame waterhuishouding;

          eenvoudigere uitvoeringsmethode.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgermeester en schepenen beslist om het ontwerp aan te passen en de aansluiting van de zijstraten (Heidedreef en Kapelstraat) gelijkgronds aan te leggen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Aanleg fietspaden N121 - omleidingen - principes - extra fasering Total

 

 

Voorgeschiedenis

          Midden 2018: de opdracht wordt gegund aan Colas NV

          12 november 2018: aanvangsbevel gegeven aan Colas NV

 

Feiten en context

Voor de vervolgfases voor de aanleg van het fietspad en inrichting van de middengeleiders zijn volgende maatregelen nodig:

Eerste vervolgfase (fase 1 enkelrichting) van 30 september 2019 tot 18 november 2019:

          de werfzone bestaat uit inname van 1 rijstrook vanaf Dennenlaan tot N12;

          invoeren van enkelrichting richting centrum Schilde van Dennenlaan tot N12;

          invoeren omleiding < 3.5 ton (uitgezonderd De Lijn) via Vloeyenbergdreef en Missionarislei richting ’s-Gravenwezel;

          invoeren omleiding > 3.5 ton richting ’s-Gravenwezel via Houtlaan;

          toegang gemeentehuis via Dennenlaan, brandweg wordt opengesteld en enkelrichting gemaakt;

          toegang parking (in en uit) via Rijsblokstraat langs N12.

Tweede vervolgfase (fase 2 volledig afsluiten) van 18 november 2019 tot 09 december 2019:

          de werfzone bestaat uit volledige rijbaan van Dennelaan tot N12;

          volledig afsluiten van Dennenlaan tot N12;

          invoeren omleiding < 3.5 ton (uitgezonderd De Lijn) via Vloeyenbergdreef en Missionarislei dubbelrichting;

          bijplaatsen van verkeerslichten op kruispunt N12/Vloeyenbergdreef;

          invoeren fietsersomleiding dubbelrichting via Dennenlaan / Groenenlaan / N12;

          invoeren omleiding > 3.5 ton dubbelrichting via Houtlaan;

          toegang gemeentehuis via Dennenlaan, brandweg wordt opengesteld en enkelrichting gemaakt;

          toegang parking (in en uit) via Rijsblokstraat langs N12.

 

Volgende stappen werden ondernomen om de overlast met Total te bespreken:

          eind augustus werd met alle middenstanders overlegd over deze fasering;

          plaatsbezoek met afgevaardigde van Total op 11 september 2019;

          ontwerpplannen werden overgemaakt aan Total zodat zij op basis hiervan mee de tijdelijke toegang via de Heidereef kunnen bekijken;

          vaststelling dat totem van Total (reclamebord) verwijderd zal moeten worden om toegang via Heidedreef te kunnen realiseren;

          aannemer maakt verrekening 4 op voor een deel van het fietspad en de aansluiting van de Heidedreef in een aparte fase aan te leggen voor een bedrag van 8.628,55 euro excl. BTW.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies verkeerscel

 

Argumentatie

          Het garanderen van een veilige werkomgeving en het beperken van de verkeershinder.

          Het inlichten van de buurtbewoners over de komende hinder.

          Het beperken van de overlast voor Total.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/3/4/9

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

10.440,55 euro (raming)

Visum finacieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het principe van de tijdelijke maatregelen en de voorgestelde omleiding naar aanleiding van de aanleg van een fietspad langs N121.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist hierover te communiceren via de gemeentelijke communicatiekanalen.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een extra fase te voorzien om de overlast voor Total te beperken mits Total op eigen initiatief haar totem verwijdert en de extra kosten voor deze fasering betaalt.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - De Loock 21 - de heer Michaël Matheussen - het verbouwen van een van een bestaande ééngezinswoning - OMG 2019/363

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Heidedreef 20 - de heer Matthias Van Nederkassel - het realiseren van een berging met kelderberging + atelier/tuinhuis - OMG 2019/453

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Matthias Van Nederkassel, Heidedreef 20, 2970 Schilde op 4 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Heidedreef 20.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het realiseren van een berging met kelderberging + atelier/tuinhuis.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 6 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 5 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften
    Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 3: Zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m.

3.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

3.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

3.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

3.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone.

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijn.

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

31.4. Afmetingen van de gebouwen

a)      kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek: maximum 7m.

b)      voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

c)      Bouwdiepte
Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d)      Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

3.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

3.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

3.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

3.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone voor vrijstaande en gekoppelde woningbouw in woonparkgebied en op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

3.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

3.2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

3.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige” bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek / gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

3.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        De schaal van het plan

o        De bestaande en de aangevraagde bebouwing

o        De toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen

o        Alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

3.4. Verkavelingsvoorschriften

3.5.1. Kavelbreedte

Minimum 30m gemeten vanaf de bouwlijn en rooilijn.

3.5.2. Kaveloppervlakte

Minimum 2.000m².

3.5.3. Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1961.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 193m² op een perceel van circa 2.550m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is een hoekperceel tussen de Vloeyenbergdreef en de Heidedreef.

Het aanpalende perceel langsheen de Vloeyenbergdreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Heidedreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een bijgebouw met kelderverdieping en verharding op een perceel van 2.550m².

De woning blijft ingeplant zoals eerder werd vergund. De afmetingen van de vergunde woning blijven behouden.

Op 3m van de achter perceelsgrens en tot op 10m uit de rooilijn langsheen de Heidedreef wordt een tuinhuis met kelderverdieping ingeplant.

Het tuinhuis op het gelijkvloers is 7,40m diep en 5,40m breed. De kelder heeft een lengte van 11,80m en een breedte van 5,40m.

De kroonlijst heeft een hoogte van 2,80m, de nok een hoogte van 4,5m. Het dak heeft een helling van 28°.

De gevels werden bekleed in hout en afgewerkt met een schuin dak in leipannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 232,96m².

De toegang tot het perceel is 3,9m breed langsheen de Vloeyenbergdreef en 3,3m breed langsheen de Heidedreef.

Beide opritten werden aangelegd in betonklinkers en deels in grind en ligt tot op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen.

Naast de woning is een terras van 44,8m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 243,80m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het realiseren van een berging + atelier/tuinhuis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 31cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - De Nachtegaal 4 - Koenraad en Bieke Lenie - Bekaert - het bouwen van een ééngezinswoning met een openlucht zwembad - OMG 2019/300

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 20 oktober 1965 - sgr22C

o        het wijzigen van de verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 oktober 2015 - 2015/02

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Koenraad en Bieke Lenie - Bekaert, Ghyselshoek 2, 2170 Antwerpen op 12 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Nachtegaal 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning met een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 19 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 17 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 2015/02 van 26 oktober 2015.

 

  • Specifieke voorschriften

Verkaveling 2015/2 bepaalt:

Wijziging verkavelingsvergunning voor loten 22 en 23

1)      Voorschriften bestemming

1.1.            Bestemming hoofdgebouw(en)

1.1.A Hoofdbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel ééngezinswoningen, met inbegrip van zorgwoning, worden toegelaten.

1.1.B. Nevenbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep, dienstverlening en ambacht zijn toegelaten, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is:

  • De woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;
  • De complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100m².
    1.          Bestemming bijgebouw(en)

In deze zone mag enkel een garage, een tuinhuisje of berging worden gebouwd.

1.3.            Bestemming niet bebouwd gedeelte

Private tuinen, oprit.

2)      Voorschriften gebouwen

2.1. Voorschriften hoofdgebouw(en)

2.1.A Typologie

Open bebouwing, zoals weergegeven op het verkavelingsplan.

2.1.B Inplanting

Op het verkavelingsplan wordt de zone voor het hoofdgebouw vastgesteld: maximum 30m diep.

Inplanting van de voorgevel: op minimum 10m uit de rooilijn De Nachtegaal en minimum 15m uit de rooilijn Wijnegemsteenweg, zoals aangeduid op het ontwerpplan. Uitkragingen en erkers van maximum 50cm uit het gevelvlak zijn toegelaten.

Inplanting van de vrijstaande zijgevels: op minimum 3m uit de zijgrenzen, en zodanig dat het gevelbreedte van de woning maximum 2/3 bedraagt van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.C bouwvolume

Gabarit

Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Vloerpeil

Maximum 0,4m boven straatniveau.

2.1.D. verschijningsvorm

Gevelmaterialen

  • Voor gevels: naast het gebruik van gevelsteen (al dan niet bepleisterd of geschilderd) wordt het gebruik van andere materialen (natuursteen, staalplaat, aluminium, hout, koper, en dergelijke) toegelaten voor kleinere onderdelen (maximum 25% van het geveloppervlak) en mist esthetisch verantwoord.

Geen vrijstaande blinde gevels.

  • Voor bedekking van schuine daken: pannen, leien, zink, riet, koper.

Plaatsing van energiebesparende elementen zoals zonnepanelen en/of zonneboiler is toegelaten.

Voor bedekking van platte daken: dakvilt, polygum, pcv, met of zonder bijkomende afdekking zoals grint.

Bij het voorzien van zonnepanelen op platte daken mag de maximale hoogte van 1m niet overschreden worden.

Dakvorm

Plat dak of hellend dak.

Helling van de dakvlakken: maximum 60°.

Nokhoogte: maximum 11m.

2.2. Voorschriften bijgebouw(en)

2.2.A Inplanting

Op het verkavelingsplan wordt de zone voor bijgebouwen aangegeven: op minimum 10m van de achtergevelbouwlijn.

Maximaal 75m².

Inplanting: zie ontwerpplan.

Een garage of berging is ook mogelijk in de zijtuinstrook mits schriftelijk akkoord van de aanpalende eigenaar.

2.2.B Bouwvolume

De kroonlijsthoogte van de bijgebouwen is maximaal 3m.

Bij hellend dak: nokhoogte maximum 6m.

2.2.C Verschijningsvorm

De hoofd- en bijgebouwen moeten één architecturaal geheel vormen.

Plat dak of hellend dak op minimum 3m van perceelsgrens.

Helling van de dakvlakken: maximum 60°.

2.3. Voorschriften duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten

Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten (maximum 30m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is.

Al het stromende hemelwater moet infiltreren op het eigen terrein.

3)      Niet-bebouwd gedeelte

3.1. Reliëfwijzigingen

Reliëfwijzigingen worden enkel toegestaan voor het oprichten van en het toegang nemen tot de op te richten gebouwen.

3.2. Verhardingen

Verhardingen moeten beperkt blijven tot de bouwzones voor hoofdgebouwen.

Noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden en oprit mogen voorzien worden, omrand door groenaanleg. Buiten deze bouwzone dient de tuin aangelegd te worden met groenaanplantingen.

Aanleg van een buitenzwembad is toegestaan.

3.3. Afsluitingen

Aard en afmetingen

Hagen, draad, schutsels, en dergelijke worden toegestaan op de perceelsgrens, met een maximale hoogte van 2m, in de voortuinstrook maximum 1m.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 2.134m² groot.

Het betreft lot 1 van de verkavelingswijziging 20158/2.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel, lot 2 van dezelfde verkaveling.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning met openlucht zwembad op een perceel van 2.134m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 10m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 7,26m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 19,80m op een kavelbreedte van 30,11m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,15m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 7m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in gevelsteen, aluminium beplating en natuursteen.

Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 249,10m².

De toegang tot het perceel is 5m breed en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen.

Achter de woning wordt een terras met zwembad van 64,94m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 165,25m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 27 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning met zwembad te bouwen. Er dienen bomen te worden geveld die afgestorven zijn. De te vellen, te verplanten of te vervangen bomen staan aangeduid op het inplantingsplan nieuwe toestand. Het perceel voldoet op het vlak van groen aan de definitie van woonparkgebied. De aanvrager heeft reeds een boombeschermingsplan laten opstellen en aan zijn dossier toegevoegd.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan nieuwe toestand een heraanplanting;

o        de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 2 september 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het compensatieformulier met kenmerk: 19-214123.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.144m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

o        De resterende bosoppervlakte van 990m² moet als bos behouden blijven. Bij komende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid of boomlaag uit te voeren;

o        De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage in de definitieve aanpassing van het voorstel tot boscompensatie, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;

o        De bosbehoudbijdrage van 12.217,92 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort worden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 31 juli 2019 onder referentie 190765 L19-688, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:

o        de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

o        de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);

o        het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

o        deze lijst is niet limitatief.

  • Ligging volgens het zoneringsplan:

o        De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen De Nachtegaal.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen dan eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 3 wc’s en een buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 5.196,75 liter (effectief 5.200 liter) infiltratievolume en min. 8,31m² (effectief 8,50m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.238 liter en een infiltratieoppervlakte van 15,12m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 47cm boven de straatpas.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 5.196,75 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,31m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Moerstraat 50 - Hans Moons - het bouwen van een tuinhuis - OMG 2019/368

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Hans Moons, Guido Gezellestraat 68/1, 2300 Turnhout op 15 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Moerstraat 50.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een tuinhuis.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. Daarbij is het irrelevant of deze voorzieningen worden opgericht en uitgebaat door een overheid dan wel door een privé-instelling of -persoon, in zoverre althans de exploitant van de inrichting geen winstbejag nastreeft en de voorzieningen werkelijk ten dienste staan van de gemeenschap
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een campus met enkele schoolgebouwen voor buitengewoon basis- en voortgezet onderwijs aanwezig sinds d1974.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 9.891m² op een perceel van circa 51.037m². Er werden 2 tijdelijke container klassen vergund op 21/3/2014 voor 2 jaar.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een bos.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een houten tuinhuis op een perceel van 51.037m².

Het prefab houten tuinhuis wordt naast de bestaande sporthal op het perceel ingeplant.

Het tuinhuis zal dienst doen als berging voor sportmateriaal voor de tafeltennisclub Schilde.

Het tuinhuis heeft een breedte van 5,05m, een diepte van 3,5m en een hoogte van 2,35m

De overige bebouwing op het perceel zal behouden blijven.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een tuinhuis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

Er werden 2 tijdelijke container klassen vergund op 21 maart 2014 voor 2 jaar met volgende voorwaarde:

  • Na het verlopen van de vergunningstermijn van 2 jaar moet het terrein in zijn oorspronkelijke staat hersteld worden. Dit houdt in dat de containers met aanhorigheden en leidingen, de dolomietverharding, verwijderd worden en dat wordt overgegaan tot een heraanplanting met 18 streekeigen bomen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Verdeling – attest – notarissen Cootjans en Haagdorens - Renier Sniederspad 11 - OV 2019/94

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige aanvragen:

          2 mei 1974 - vergunning - landhuis - 197441

          7 augustus 1975 - vergunning - inrijpoort en open terras - 19754

          20 februari 1975 - vergunning - vellen van 4 canadabomen - 197522

          24 juli 1975 - vergunning - afbraak paviljoen, bruggenhoofd en nieuwe brug, nutsgebouw - 1975112

          20 september 1994 - vergunning - woning - 1974157

          10 maart 1998 - weigering - woning - 1997267

          12 februari 2007 - vergunning - bouwen openluchtzwembad - 2006358

          12 februari 2007 - vergunning - bouwen van een poolhouse - 2006361

          Omgevingsvergunning:

          11 januari 2018 - vergunning - verleggen waterloop - deputatie

 

Feiten en context

          Op 29 augustus 2019 vroeg notariaat Cootjans en Haagdorens een attest van verdeling aan voor Renier Sniederspad 11.

          Het perceel is gelegen in woonpark en parkgebied. Het perceel is niet gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Renier Sniederspad.

          De bestemming van de kavels: verleggen van een waterloop.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Renier Sniederspad 11.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Verdeling – attest – notaris E.ric Laenens - Zandhovensebaan - OV 2019/95

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunningen:

          20 december 2018 - vergunning deputatie - verkaveling in 5  bouwloten - 20183

          1 juli 2019 - vergunning - wijzigen bestemming lot 1 voor oprichting van hoogspanningscabine - 20193

 

Feiten en context

          Op 2 september 2019 vroeg notaris Laenens een attest van verdeling aan voor Zandhovensebaan zn.

          Het perceel is gelegen in woongebied en bosgebied. Het perceel is gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Zandhovensebaan.

          Verkoop van een bos met kadasternummer sectie B nummer 520 A deel met alle verdere aanhorigheden voor een oppervlakte van 5018 m2.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Zandhovensebaan zn.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Verdeling – attest – notaris Michielsens en Wittens - Kasteeldreef 92 - OV 206/97

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning:

          15 maart 1977 - vergunning - landhuis - 197767

 

Feiten en context

          Op 5 september 2019 vroegen notarissen Michielsens en Wittens een attest van verdeling aan voor Kasteeldreef 92.

          Het perceel is gelegen in woongebied. Het perceel is gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Kasteeldreef.

          Een perceel van 868,7m² met een straatbreedte van 17,60m wordt afgesplitst van het eigendom Kasteeldreef 92.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

Om in aanmerking te komen voor het bouwen van een woning op dit perceel, dient een omgevingsvergunning tot het verkavelen van het eigendom te worden bekomen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Kasteeldreef 92 op voorwaarde dat voor het bouwen van een woning op dit perceel eerst een omgevingsvergunning tot het verkavelen van de grond wordt bekomen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten

 

 

Feiten en context

Op 29 augustus 2019 heeft Ruimte Vlaanderen een brief gestuurd waarin gevraagd wordt om het uittreksel inventaris geregistreerde bedrijfsruimten bekend te maken en ter inzage voor te leggen voor 1 oktober 2019.

 

Juridische gronden

          Decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen
Bepaling van de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

          Artikel 6, §1 van het uitvoeringsbesluit van 10 mei 1995
Er dient een lijst opgesteld te worden per verlaten en/of verwaarloosde bedrijfsruimte.

          Artikel 10 en 11 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997
Bepaling van de bekendmaking en inzage van de inventaris geregistreerde bedrijfsruimten.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van Ruimte Vlaanderen van 29 augustus 2019.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Recht van voorkoop - aanbieding pand nummer 109331

 

 

Feiten en context

          De panden die opgenomen zijn in het leegstandsregister of in de lijst onbewoonbare woningen, worden bij verkoop aangeboden door de VLM via het e-voorkooploket.

          Het recht van voorkoop is een instrument voor de overheidsinstellingen om hun opdracht van openbaar nut te realiseren op hun werkingsdomeinen (onder andere natuurbehoud, ruimtelijke ordening, wonbeleid, waterbeleid, scheepvaart, enz....)

          Op 5 september 2019 werd een nieuwe aanbieding gemeld onder nummer 109331.

 

Juridische gronden

          Titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Artikel 85 tot en met 89 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Titel 3, hoofdstuk 1, artikel 27 tot en met 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen
Bepaling betreffende recht van voorkoop

          Artikel 56, §3. 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woonparkgebied en ligt in het BPA Hof ter Linden.

          Het perceel leent zich omwille van de ligging en de richtlijnen niet om een opdracht van algemeen nut te realiseren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het voorkooprecht niet uit te oefenen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanbiedingsdossiers niet te agenderen op het vast bureau.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Duurzaamheid - Nacht van de duisternis

 

 

Voorgeschiedenis

8 oktober 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om deel te nemen aan de Nacht van de Duisternis op 20 oktober 2018 en de buitenverlichting aan het gemeentehuis te doven van vrijdagavond tot maandagochtend

 

Feiten en context

Op zaterdag 12 oktober 2019 organiseert de Bond Beter Leefmilieu de Nacht van de Duisternis. De uitnodiging tot deelname van Fluvius is ontvangen via het schrijven van 2 september 2019. De actie kadert in de actieve sensibilisatie rond lichthinder en -vervuiling.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Burgemeestersconvenant ondertekend op 19 mei 2015 en bekrachtigd tijdens de gemeenteraadzitting van 15 juni 2015.

          Klimaatactieplan goedgekeurd in de gemeenteraadzitting van 25 april 2016.

 

Argumentatie

          Het voorstel is om alle openbare verlichting op de site van het gemeentehuis te doven gedurende dit weekend, behalve lichtpunt 447, 457, 460 en 2596. Deze 4 lichtpunten blijven door de week ook branden na 23 uur omdat ze geprogrammeerd staan op nachtregime.

          Fluvius komt kosteloos de openbare verlichting doven tijdens de werkuren op donderdag of vrijdag en schakelt maandag of dinsdag terug om naar het standaard brandprogramma.

          De buitenverlichting aan het gemeentehuis kan het hele weekend gedoofd worden. Dit kan de Dienst Der Werken zelf regelen en is dus ook kosteloos.

          Er zijn 's avonds geen activiteiten gepland in het gemeentehuis tijdens het weekend van 12 en 13 oktober 2019.

          In het kader van het burgemeestersconvenant wordt gestreefd naar 20% minder CO2 tegen 2020.

          Lokale overheden hebben een voorbeeldfunctie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deel te nemen aan de Nacht van de Duisternis op 12 oktober 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de openbare verlichting, behalve lichtpunt 447, 457, 460 en 2596, en de buitenverlichting aan het gemeentehuis te doven tijdens het weekend van 12 en 13 oktober 2019.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Vijverlaan 29 - de heer Herman Lepage - de exploitatie van een ondergrondse propaantank - M 2019/434

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        renovatie van een dak van een eengezinswoning, regularisatie bestaande toestand, bestemmingswijziging van weekendverblijf naar woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juni 2007 - 2007/150

o        afbreken van een woning en het bouwen van een ééngezinswoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 7 februari 2011 - 2010/312

o        verbouwing van een ééngezinswoning tot een passief huis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 2011 - 2011/205

o        afbreken van een woning en bouwen van een ééngezinswoning met behoud van de bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 2011 - 2011/208

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Herman Lepage, Vijverlaan 29, 2970 Schilde op 28 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vijverlaan 29.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor de exploitatie van een ondergrondse propaantank.

De uiterste beslissingsdatum is 27 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie en gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een perceel met een bestaande constructie.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubriek:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

17.1.2.2.1°

Het gebruik van opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen (Nieuw)

1.750L

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De melding omvat de plaatsing van een ondergrondse propaangastank van 1.750 liter en ressorteert onder de indelingsrubriek 17.1.2.2.1 van bijlage 1 van Vlarem II. Het college van burgemeester en schepenen is dus bevoegd om de melding te akteren.

De voorschriften van het geldende BPA Kotsbos waarin het perceel is gelegen bepalen dat een propaangastank met een volume van meer dan 500 liter ondergronds moet. Per eengezinswoning of weekendverblijf is slechts één tank toegelaten. De aanvrager stelt dat de tank effectief ondergronds wordt geplaatst en meldt ook slechts één tank. De bouw van de ondergrondse tank is in het kader van het vrijstellingsbesluit vrijgesteld van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

  • Watertoets

De ondergrondse tank ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt blijft.

 

  • Milieuaspecten

Het betreft de opslag van een propaantank die hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de verwarming van de woning.

Er dienen geen compartimenten voorzien te worden omdat de opslag beperkt blijft tot één type gas.

Als de exploitant de tank op wettelijke wijze exploiteert, mag verwacht worden dat er geen overlast, hinder of veiligheidsrisico zal zijn voor de omgeving of de omwonenden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Zandhovensebaan 74 - Brechje Maria Trompert - het vellen van 1 den - VB 2019/385

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een weekendverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 november 1993 - 1993/248

o        bouwen van een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 november 2012 - 2012/223

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1991 - melding 4

o        propaangastank 1 liter - door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1991 - melding 4

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 6 juni 2016 - melding 448

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Brechje Maria Trompert, Zandhovensebaan 74, 2970 Schilde op 31 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Zandhovensebaan 74.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide, goedgekeurd op 16 september 1993.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide Wijziging 2006, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Kortvoortbaan 12 - Xavier Simon Dalle - het vellen van 18 hemlocksparren - VB 2019/386

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 augustus 1958 - 1958/111

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 1959 - 1959/102

o        wijzigen van dakraam - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 mei 1961 - 1961/80

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 februari 1970 - 1970/22

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 maart 1974 - 1974/48

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 februari 1976 - 1976/37

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 december 1976 - 1976/199

o        uitbreiding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 januari 1986 - 1986/04

o        uitbreiding woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 1994 - 1994/244

o        regularisatie tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 2000 - 2000/237

o        regularisatie en uitbreiding van een bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 december 2002 - 2002/333

o        regularisatie van een carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 juni 2005 - 2004/321

o        het bouwen van een alleenstaande eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 juli 2007 - 2007/154

o        verbouwing van een vrijstaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 juli 2011 - 2011/167

o        bouwen van een tuinhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 18 februari 2013 - 2012/273

o        bouwen van een tuinhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 22 april 2013 - 2013/49

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juli 1962 - 1962/1

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 1972 - 1972/11

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Xavier Simon Dalle, Kortvoortbaan 12, 2970 Schilde op 31 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kortvoortbaan 12.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 18 hemlocksparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 18 hemlocksparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 7 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Rodedreef 38 - Jordi Verschooten - het vellen van 1 weymouthden en 3 grove dennen - VB 2019/387

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 september 1961 - 1961/133

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jordi Verschooten, Epicialaan 42, 2980 Zoersel op 3 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Rodedreef 38.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 weymouthden en 3 grove dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 weymouthden en 3 grove dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn of uitgedund kunnen worden. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - De Dreef van Hertebos 34 - Georges Bryon - het vellen van 1 spar - VB 2019/391

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 juni 1958 - sgr1958/08

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 januari 1959 - sgr1959/03

o        verbouwing woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 september 1970 - sgr1970/57

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Georges Bryon, Gramyelaan 23, 2960 Brecht op 7 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Dreef van Hertebos 34.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 spar.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 spar.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aftakelend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Brasschaatsebaan 83B en 83C - Eva Pauwels - het vellen van 1 den - VB 2019/398

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        veranderingswerken - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 februari 1960 - 1950/12

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 december 1975 - 1975/181

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 maart 1979 - 1979/23

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 februari 1984 - 1984/18

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 februari 1984 - 1984/19

o        het slopen van een vrijstaande woning met bijgebouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juli 2014 - 2014/112

o        het vellen van 5 oude bomen - vergunning door stedenbouw - 6 maart 2015 - 2015/10

o        bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2015 - 2014/298

o        bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2015 - 2014/299

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 1983 - 1983/10

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 1972 - 1972/1

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 december 1969 - 1969/13

o        verkavelen in 2 kavels - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 2014 - 2014/1

  • Milieuvergunning(en)

o        68: diamantzagerij-slijperij - ongunstig door de deputatie - 22 september 1959 - 19590601 - doos 6

o        68: diamantbewerking met elektrische motoren één van 2pk en één van 0.6pk - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 27 oktober 1960 - 19601027 - doos 6

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van 2 nieuwbouw ééngezinswoningen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2018 - OMG 2018/353

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Eva Pauwels, Brasschaatsebaan 83C, 2970 Schilde op 12 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Brasschaatsebaan 83B en 83C.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aftakelend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Midzomer 12 - Georges Lenaerts - het vellen van 1 den - VB 2019/399

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 mei 1968 - sgr1968/31

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 september 1990 - 1990/205

o        verbouwen van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 september 1996 - 1996/239

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1967 - sgr24a

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Georges Lenaerts met als contactadres Midzomer 12 op 13 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Midzomer 12.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom sterk overhellend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Brechtseheideweg 6 - Marc De Brauwer - het vellen van 1 kastanje - VB 2019/401

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        regulariseren van vrijstaande weekendverblijf tot vrijstaande eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2007 - 2007/311

o        plaatsen van twee dakkapellen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 2013 - 2013/151

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 2002 - 20023

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het bouwen van een woning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 28 september 2015 - 2015/18

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Marc De Brauwer, Brechtseheideweg 6, 2970 Schilde op 14 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Brechtseheideweg 6.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 kastanje.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos, goedgekeurd op 9 juni 1995.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 kastanje.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied maar grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aftakelend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Patrijzenlaan 28 - Constance Jeannine Doorenweerd - het vellen van 1 beuk - VB 2019/403

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landelijke woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 oktober 1960 - sgr1960/79

o        vergroten garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 maart 1965 - sgr1965/19

o        bouwen van een landhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 3 augustus 1971 - sgr1971/41

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 april 1972 - sgr1972/35

o        verbouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 oktober 1974 - sgr1974/97

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 mei 1984 - 1984/86

o        uitbreiding van eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 oktober 2000 - 2000/276

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Constance Jeannine Doorenweerd, Swaenebeecklaan 15, 2970 Schilde op 14 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Patrijzenlaan 28.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aftakelend is. De boom is onverzorgbaar en zijn levensverwachting is onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 beuk, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Vloeyenbergdreef 28 - Timothi Julio Van Mulder - het vellen van 6 sparren, 3 cipressen en 1 den - VB 2019/407

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 1965 - 1965/96

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 mei 1971 - 1971/73

o        open zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 september 1991 - 1991/213

o        verbouwingswerken binnen de woning met aanbouw erker - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 1999 - 1999/127

o        regularisatie veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 april 2002 - 1999/134

o        maken van 3 raamopeningen op zolderniveau, 4 veluxen, terras achteraan de woning en aanpassen trap naar voordeur - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 februari 2004 - 2004/20

o        het verbouwen van een woning en uitbreiding tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 april 2014 - 2014/61

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Timothi Julio Van Mulder met als contactadres Vloeyenbergdreef 28, 2970 Schilde op 16 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Vloeyenbergdreef 28.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 6 sparren, 3 cipressen en 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 6 sparren, 3 cipressen en 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De boom, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan moet behouden blijven.
  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de overige bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 5 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
    Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Turnhoutsebaan 55 - Ludo Van Breusegem - het vellen van 1 eik - VB 2019/408

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 december 1961 - 1961/171

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 december 1963 - 1963/144

o        verbouwen en uitbreiden - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 november 1987 - 1987/216

o        uitbreiden met zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 maart 1992 - 1992/13

o        bouwen van een openzwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 2000 - 1999/347

o        plaatsen mobiele zwembadoverkapping - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 2000 - 2000/253

o        aanleg van 2 dakkapellen en vernieuwen dak, van pannen naar leien + isoleren van het dak - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 maart 2009 - 2009/42

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ludo Van Breusegem, Turnhoutsebaan 55, 2970 Schilde op 16 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Turnhoutsebaan 55.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 6 september 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
  • Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N012000):

o        de grens van het openbaar domein is geschat op 40 meter van de overzijde van de gewestweg;

o        de bouwlijn ligt op 15 meter uit de grens van het openbare domein;

o        de rooilijn ligt op 20 meter volgens plan C/2081, rekening houdend met het BPA;

o        de rooilijn valt samen met grens openbaar domein;

o        de zone van achteruitbouw bedraagt 15 meter;

o        de minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 35 meter volgens C/2081.

  • Publiciteit: geen.
  • Aanvrager dient een kapvergunning te verkrijgen via de gemeente.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    De aanvraag is ingediend om het functioneren, de opbrengst van zonnepanelen geplaatst in 2018 te optimaliseren.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. Het vellen heeft een grote invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de zomereik deel uitmaakt van 2 naaststaande eiken. Om esthetische en stabiliteitsredenen dient de bomengroep als 1 geheel beschouwd te worden. De bomengroep staat daar al vele decennia. Het vellen van de boom zal bijgevolg weinig significante meerwaarde betekenen voor het functioneren van de recent geplaatste zonnepanelen. Op het moment van de plaatsing van de zonnepanelen was een verminderde opbrengst al een gekend feit. Er zijn geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vastgesteld aan de boom en de bomengroep.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Boskant 27 - Nancy Huybrechts - het vellen van 2 sparren - VB 2019/410

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het bouwen van een woning met tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 september 2007 - 2007/89

o        het bouwen van een ééngezinswoning na afbraak woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 2015 - 2015/133

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Nancy Huybrechts, Kaphaanlei 244, 2640 Mortsel op 18 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Boskant 27.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Patrijzenlaan 23 - Eric Lequenne - het vellen van 2 dennen - VB 2019/411

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 april 1963 - sgr1963/14

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 mei 1964 - sgr1964/37

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juni 1968 - sgr1968/36

o        verbouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 februari 1971 - sgr1971/13

o        verbouwen van woning - uitbreiding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 februari 1973 - sgr1973/11

o        bouwen van een tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 februari 1992 - 1992/16

o        renoveren van dak en uitbouwen dakkapel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 maart 2015 - 2015/24

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Eric Lequenne, Patrijzenlaan 23, 2970 's-Gravenwezel op 18 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Patrijzenlaan 23.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos, goedgekeurd op 9 mei 1959.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de dennen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Omgeving - Rozenlaan 51 - BERGEN B & D BVBA en mevrouw Wanda Alix - het vellen van 1 berk en 1 esdoorn - VB 2019/413

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door de deputatie - 24 mei 1961 - sgr1960/07

o        woonhuis met bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 1960 - sgr1960/47

o        landhuis met autobergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 september 1962 - sgr1962/47

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 juni 1967 - sgr1967/42

o        aanleg zwemdok - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 mei 1974 - sgr1974/42

o        tennisterrein - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 november 1980 - 1980/148

o        bouwen van een vrijstaand overdekt terras - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 1999 - 1998371

o        bouwen van een woning en afbreken van de woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 18 december 2006 - 2006/195

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 2007 - 2007/129

o        wijziging uitvoeringsplan betreffende wijziging van dakhelling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 januari 2008 - 2007/266

o        bouwen van een tuinpaviljoen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 2008 - 2008/29

o        afbreken van een villa met aparte garage en buitenzwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juli 2014 - 2014/141

o        kappen van enkele bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 september 2014 - 2014/159

o        het bouwen van een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 maart 2018 - SV 2017/272

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het bouwen van een woning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 20 februari 2017 - SA 2016/19

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bergen B & D BVBA, gevestigd Goorstraat 5, 2970 Schilde op 19 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Rozenlaan 51.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk en 1 esdoorn.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 oktober 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk en 1 esdoorn.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied maar grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Asfalteringswerken Vraagheideweg en Vijverlaan- 2019-036/TDU - gunning

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Aanvraag overgang scouts Wezel - 21 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie van Sofie Van den Rul, Scouts Wezel van dinsdag 21 mei 2019

 

Feiten en context

Scouts Wezel organiseert op zaterdag 21 september 2019 een overgang op de scoutslokalen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de

gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de

gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies milieu

          Gunstig advies brandweer

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan scouts Wezel voor de organisatie van een overgangsactiviteit.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent een uitzondering op de geluidsnormen aan Scouts Wezel – Gillès de Pélichylei 30 A– Schilde voor het organiseren van hun overgang op zaterdag 21 september 2019 onder volgende voorwaarden:

          het geluidsniveau van de elektronisch versterkte muziek mag maximum 90 dB(A)LAeq,15 min bedragen op zaterdag 21 september 2019 vanaf 13.30 uur tot 23.59;

          na deze uren mag er geen muziek meer gespeeld worden;

          de organisator dient de VLAREM II voorwaarden in art. 5.32.2.2 bis, § 1,1°,2° en 3° en §2 strikt te respecteert;

          de organisator dient de buurt schriftelijk op de hoogte te brengen van het evenement;

          een afschrift van de vergunning zal overgemaakt worden aan de toezichthoudende politiediensten;

          de vergunninghouder beschikt ook voorafgaandelijk over een schriftelijke toestemming van de burgemeester in het kader van het decreet lokaal bestuur;

          de vergunninghouder dient een kopie van deze vergunning ter allen tijde ter beschikking te houden van de bevoegde controlerende diensten.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Vrijwilligersvergoeding zomervakantie - correcties

 

 

Feiten en context

Tijdens de zomervakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° uit decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren

Algemene rekening

62013000

Beleidsveld

0750 JEUGD

Bedrag

167,2 euro

Visum financieel beheerder

N.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Iris de Ridder, Veldvenne, 2970 Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Stephanie Andre, Graaf Charlescornetlaan 2, 2970 Schilde.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Iris Moortgat, Bistweg 37,2520 Broechem.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Marie Moortgat, Bistweg 37,2520 Broechem.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Yanni Van Mol, Schoolstraat 86, 2520 Broechem.

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 10 euro toe te kennen aan Kim Martens, Schaliënhoefdreef 54, 2970 Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Cartoontentoonstelling Amnesty International en “Schrijf ze vrij" actie in de bibliotheek

 

 

Feiten en context

          Human Rights Cartoonexpo is een verzameling van 40 internationale cartoons die het thema mensenrechten scherp en eigenzinnig in beeld brengen. Elke tekenaar illustreert zijn eigen kijk op uiteenlopende mensenrechtenthema’s zoals persvrijheid, gezondheidszorg, wapenhandel, discriminatie en armoede.

          Human Rights Cartoonexpo is het resultaat van een jarenlange samenwerking tussen Amnesty International, de Olense Kartoenale en lokaal bestuur Olen.

          De spotprenten werden geselecteerd uit de vele inzendingen aan de Olense Kartoenale, een jaarlijkse internationale cartoonwedstrijd. De Olense Kartoenale loopt al dertig jaar en reikt sinds 2009 samen met Amnesty International een speciale prijs uit rond het thema mensenrechten.

          Tien jaar mensenrechtencartoons resulteert nu in een intrigerende tentoonstelling.

          De lokale afdeling van Amnesty International Schilde wil 22 van de 40 cartoons tentoonstellen van 2 tot en met 8 december 2019.

          De lokale afdeling van Amnesty International Schilde wil dit koppelen aan een "schrijf-ze-vrij" actie op 5 december 2019 in de conferentiezaal naar aanleiding van de internationale dag van de mensenrechten op 10 december 2019.

          Het grote SDG-rad met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen zal de tentoonstelling flankeren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3.1° uit het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Dagelijks bestuur van GROS

 

Argumentatie

          Schilde ondertekende op 10 september 2019 de engagementsverklaring opgesteld door VVSG om zich te engageren voor de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.

          Mensenrechten vallen onder de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen: geen armoede, geen honger, goede gezondheid, kwaliteitsonderwijs en gendergelijkheid.

          De bibliotheek van Schilde wil op een ruimere manier aan kennisvergaring doen dan enkel boeken uitlenen door projecten te trekken die leiden tot sensibilisering en educatie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgermeester en schepenen beslist dat de lokale afdeling van Amnesty International de cartoontentoonstelling over mensenrechten in samenwerking met de bibliotheek mag organiseren in de conferentiezaal van het gemeentehuis van 2 tot 8 december 2019.

Artikel 2. Het college van burgermeester en schepenen beslist dat de 'schrijf ze vrij actie' van Amnesty International mag doorgaan in de conferentiezaal op 5 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 16 09 2019

Wingerdkoor

 

 

Feiten en context

Vorig schooljaar zijn twee juffen gestart met de organisatie van een schoolkoor. Na een succesvol eerste jaar en een fijne slotvoorstelling in de Werf 44 heeft de school besloten om deze activiteit opnieuw te organiseren

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 1° uit decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het college van burgemeester en schepenen blijft op de hoogte over de werking van GLS De Wingerd.

          Er is geen budgetaire invloed, het koor werkt met vrijwilligers.
De schoolkinderen betalen zelf een kleine bijdrage.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het opnieuw organiseren, met enkele wijzigingen, van een schoolkoor.

 

 

Publicatiedatum: 24/09/2019