VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

4 maart 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Peter Mendonck, schepen;

 

 

Dirk Bauwens, verlaat de zitting vanaf agendapunt 7, artikel 27

Olivier Verhulst, is wnd voorzitter vanaf agendapunt 7

Dirk Bauwens, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 8

Olivier Verhulst, is schepen vanaf agendapunt 8

Kathleen Krekels, verlaat de zitting vanaf agendapunt 26

Kathleen Krekels, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 27

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 25 februari 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 25 februari 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 28 februari 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 28 februari 2019 zonder opmerkingen goed.

Schepen Kathleen Krekels onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 771 tot en met 819, met uitzondering van nr. 201900780;

          de vastleggingen van 1.844 tot en met 1.921;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 26;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 9.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Verslag kerkraad - O.L.V.-ten-Hemel Opgenomen - 28 januari 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 57 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad en van het centraal kerkbestuur wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de vergadering, gelijktijdig aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan verstuurd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de zitting van de kerkraad O.L.V.-Ten-Hemel-Opgenomen van 28 januari 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Sheena Janssen - Thé o d'Or

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Sheena Janssen op 24 februari 2019

 

Feiten en context

Sheena Janssen, Eugeen Van de Vellaan 37, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Thé o d'Or vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming niet Nederlandstalig is, waardoor hij geen recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming niet Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

250 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed van Sheena Janssen, Eugeen Van de Vellaan 37, 2970 Schilde voor de onderneming Thé o d'Or en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 250 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Kohier gemeentebelasting op riolen - aanslagjaar 2018 - afleg kapitaal

 

 

Feiten en context

Uitvoerbaarverklaring van het kohier, gemeentebelasting op riolering afleg voor het aanslagjaar 2018.

 

Juridische gronden

          Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van de gemeenten en de gemeente worden uitgevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie en de gemeentebelasting

          Gemeenteraad van 16 december 2013 betreffende de belasting op riolering - afleg.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1.1.2.2

Algemene rekening

7322

Beleidsveld

0020

Bedrag

65.535,96 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verklaart het belastingkohier op riolering - afleg voor het aanslagjaar 2018 uitvoerbaar voor de som van 65.535,96 euro.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Kohier gemeentebelasting op riolen - aanslagjaar 2018

 

 

Feiten en context

Uitvoerbaarverklaring van het kohier, gemeentebelasting op riolering voor het aanslagjaar 2018.

 

Juridische gronden

          Artikel 170, §4 van de grondwet
Geen last of belasting kan door de agglomeratie, de federatie van de gemeenten en de gemeente worden uitgevoerd dan door een beslissing van hun raad.

          Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

          Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie en de gemeentebelasting

          Gemeenteraad van 16 december 2013 betreffende de belasting op riolering

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1.1.2.2

Algemene rekening

7322

Beleidsveld

0020

Bedrag

3.640,50 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verklaart het belastingkohier op riolering voor het aanslagjaar 2018 uitvoerbaar voor de som van 3.640,50 euro.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

N121 - aanleg fietspad - tijdelijke omleiding - signalisatie en ontwerpbrief omwonenden

 

 

Voorgeschiedenis

          Eind 2018: start van werken door nutsmaatschappijen naar aanleiding van de aanleg van een fietspad langs de N121.

          Aanvraag signalisatievergunning voor het tijdelijk instellen van enkelrichtingverkeer tussen de Kapelstraat en de Turnhoutsebaan door Admibo bvba via e-mail op 22 februari 2019.

 

Feiten en context

Volgende maatregelen werden opgelegd bij het afleveren van de vergunning:

          rijrichting van ’s-Gravenwezel richting Oelegem behouden;

          verkeer andere richting omleiden via Vloeyenbergdreef/Heidedreef;

          zwaar verkeer naar Wijnegemsteenweg sturen;

          de toegang tot de  parking aan de Rijsblokstraat maximum 1 dag blokkeren;

          de toegang tot de parking aan het gemeentehuis maximum 1 dag blokkeren;

          beide parkings niet tegelijk blokkeren;

          de handelaars op het afgesloten gedeelte tijdig verwittigen;

          de toegang tot de handelaars zoveel mogelijk vrijhouden;.

          de toegang tot het Total naftstation altijd vrijhouden.

AWV Antwerpen maakte nog volgende opmerking:

"Op het grote oranje bord naast de werkman “N121 Brasschaatsebaan onderbroken” plaatsen, dus N121 erbij plaatsen. Dit oranje bord is nu aangegeven voor het verkeer dat vanuit Wijnegem komt en in Schilde centrum linksaf wil afslaan naar de N121. Een gelijkaardig bord ook te voorzien voor het verkeer dat vanuit Sint-Antonius komt.”

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies verkeerscel

 

Argumentatie

          Het garanderen van een veilige werkomgeving en het beperken van de verkeershinder.

          Het inlichten van de buurtbewoners over de komende hinder.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het tijdelijk instellen van enkelrichting op de N121 tussen Kapelstraat en N12 en de voorgestelde omleiding naar aanleiding van de aanleg van een fietspad.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring mits aanpassingen aan de ontwerpbrief voor de omwonenden.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist hierover te communiceren via de gemeentelijke communicatiekanalen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. invoeren enkelrichting N121 Brasschaatsebaan en omleiding - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag signalisatievergunning voor het tijdelijk instellen van enkelrichtingverkeer tussen de Kapelstraat en de Turnhoutsebaan door Admibo bvba via e-mail op 22 februari 2019.

 

Feiten en context

De wegenwerken bevinden zich tussen de Heidedreef en de Turnhoutsebaan.

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het tijdelijk instellen van enkelrichting op een gedeelte van de N121 naar aanleiding van de aanleg van een fietspad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de aanleg van een fietspad langs de N121 Brasschaatsebaan wordt van 11 maart 2019 tot en met 5 april 2019 enkelrichting ingesteld tussen de Kapelstraat en de N12 Turnhoutsebaan.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. De rijrichting 's-Gravenwezel - Schilde centrum blijft behouden. Het verkeer komende van de N12 Turnhoutsebaan wordt omgeleid via de Vloeyenbergdreef en Heidedreef. Zwaar verkeer wordt omgeleid via de Wijnegemsteenweg.

Deze maatregelen worden ter kennis gebracht met verkeersborden C1, C3, C31 en F39.

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 op de N121 Brasschaatsebaan tussen de Kapelstraat en de N12 Turnhoutsebaan.

Artikel 3. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. bestendiging enkelrichting Molenstraat tussen Ommegangstraat 31 en Molenstraat 76 - Goedkeuring

 

 

Feiten en context

          In de Molenstraat werd op 1 juli 2017 gestart met een proefopstelling. In het gedeelte tussen Ommegangstraat 31 en Molenstraat 76 werd enkelrichting ingesteld.

          Het college van burgemeester en schepenen neemt op 11 februari 2019 kennis van de resultaten van de enquête over de proefopstelling en beslist een aanvullend politiereglement voor te leggen aan de gemeenteraad om de proefopstelling te bestendigen en bijkomend een bord "opgepast fietsers" te plaatsen ter hoogte van Ommegangstraat/Molenerf.

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

          Het betreft een gemeenteweg.

          Uit de enquête die afgesloten werd op 15 oktober 2018 blijkt dat een duidelijke meerderheid van de buurtbewoners voor het behoud van de proefopstelling is (45 stemmen voor, 12 stemmen tegen, 1 onpartijdig).

          De proefopstelling heeft ruim 1,5 jaar gefunctioneerd.

          Het doel van de proefopstelling was de verkeersveiligheid aan het Molenerf te verhogen.

          De bestendiging van de enkelrichting tussen Ommegangstraat 31 en Molenstraat 76 moet ondersteund worden door een aanvullend politiereglement.

 

BESLUIT

Artikel 1. In de Molenstraat tussen Ommegangstraat 31 en Molenstraat 76 wordt enkelrichting ingesteld in de richting naar Molenstraat 73A/B. Fietsers en bromfietsers klasse A mogen de weg in beide richtingen gebruiken.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met volgende verkeersborden:

          F 19 met onderbord M5 aan Ommegangstraat 31;

          C1 met onderbord M3 aan Molenstraat 76;

          bord "opgepast fietsers" ter hoogte van de Ommegangstraat/Molenerf.

Artikel 3. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

Artikel 4. Afschrift van huidig besluit wordt overgemaakt aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen, de Heer Procureur des Konings te Antwerpen, rechtbank van eerste aanleg en politierechtbank.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Verkeer Eekhoornlaan, Buizerdlaan, Lijsterdreef - vraag woonwijk

 

 

Voorgeschiedenis

          Op vraag van inwoners werden tussen 30 augustus en 5 oktober 2018 snelheidsmetingen uitgevoerd in de Buizerdlaan, Lijsterdreef en Jagersdreef. De V85 bedroeg respectievelijk 55, 56 en 56.

          Het college van burgemeester en schepenen nam op 26 november 2018 hiervan kennis  en besliste geen structurele ingrepen te doen op korte termijn wegens de aanvaardbare V85-score.

          Deze beslissing werd op 29 november 2018 meegedeeld aan de aanvragers.

          Op 2 december 2018 en 1 januari 2019 stuurde een inwoner uit de Eekhoornlaan een e-mail als reactie op de resultaten.

 

Feiten en context

Een inwoner uit de Eekhoornlaan stelt volgende verkeersremmende maatregelen voor in de wijk Buizerdlaan, Eekhoornlaan en Lijsterdreef:

          autoluwe woonzone;

          enkel plaatselijk verkeer;

          snelheidsbeperking tot maximum 30 km/uur.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert dit op te nemen in een globaal mobiliteitsplan en geen structurele ingrepen te doen op korte termijn om volgende redenen:

          de Buizerdlaan en de Eekhoornlaan zijn verbindingswegen;

          een woonerf impliceert snelheidsremmende maatregelen.

 

Argumentatie

In de omgeving zullen op het vlak van verkeersveiligheid metingen uitgevoerd worden om de situatie te objectiveren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van een inwoner uit de Eekhoornlaan om verkeersremmende maatregelen te voorzien in de wijk Buizerdlaan, Eekhoornlaan en Lijsterdreef en beslist geen structurele ingrepen te doen op korte termijn.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Pater Nuyenslaan/Gladiolenlaan - witte bollen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 17 februari 2019 van een inwoner uit de Pater Nuyenslaan

 

Feiten en context

Een inwoner van de Pater Nuyenslaan vraagt bijkomende witte bollen op de hoek van de Pater Nuyenslaan/Gladiolenlaan als bescherming van de bloembollen die destijds door de gemeente in de berm werden aangeplant. Tijdens bouwwerken in de buurt wordt er geparkeerd op deze berm en worden de momenteel bloeiende bloembollen plat gereden.

In deze bocht liggen momenteel 5 witte bollen. Op het kruispunt is er een wildgroei aan witte bollen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert enkele bomen aan te planten waardoor parkeren door grote voertuigen vermeden wordt en het groene karakter behouden blijft.

 

Argumentatie

          Beschermen van de bermen.

          De schoolomgeving wordt als geheel bekijken.  In eerste instantie worden maatregelen genomen in de Heidedreef, die zullen geëvalueerd worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van een inwoner om bijkomende witte bollen te plaatsen op de hoek Pater Nuyenslaan/Gladiolenlaan als bescherming van de gemeentelijke aanplanting en beslist hieraan geen goedkeuring te verlenen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist enkele bomen aan te planten op voornoemde berm waardoor parkeren met grote voertuigen vermeden wordt en de gemeentelijke aanplanting beschermd wordt.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Seringenlaan - vraag om verkeersremmende maatregelen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 5 februari 2019 van een inwoner uit de Boerendreef

 

Feiten en context

Een inwoner uit de Boerendreef meldt de gevaarlijke verkeerssituatie in de Seringenlaan en de schoolomgeving van Sint-Ludgardis en vraagt snelheidsremmende maatregelen zoals vluchtheuvels of bloembakken zodat auto's maximum 30km/uur kunnen rijden.

Volgende ingrepen staan al op de planning:

          verkeersdrempel;

          paaltjes naast de verkeersdrempel zodat hier niet van kan afgeweken worden;

          fietssuggestiestroken.

De snelheidsbeperking tot 30km/uur werd in 2018 verlengd.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert geen bijkomende maatregelen in te voeren aangezien er al verschillende structurele ingrepen op de planning staan.

 

Argumentatie

Het creëren van een verkeersveilige schoolomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van een inwoner uit de Boerendreef om snelheidsremmende maatregelen te nemen in de Seringenlaan/schoolomgeving Sint-Ludgardis en beslist hier niet op in te gaan en de aanvrager in te lichten over de reeds geplande maatregelen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Seringenlaan - onderhoud berm

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail verkeer van 18 januari 2019 tot en met 8 februari 2019 tussen de dienst mobiliteit, de dienst openbare werken en een inwoner van de Seringenlaan.

 

Feiten en context

          Een inwoner van de Seringenlaan klaagt het gebrek aan onderhoud van de berm door de gemeente aan ter hoogte van haar woning.

          Op de berm wordt veelvuldig geparkeerd, vermoedelijk door ouders die hun kinderen afzetten aan de school Sint-Ludgardis.

          In heel de schoolomgeving liggen grasdals behalve voor het betrokken eigendom.

          De inwoner wilt echter geen grasdals maar wilt dat de berm uitgegraven wordt, voorzien wordt van nieuwe grond en terug ingezaaid wordt.

          De bocht Seringenlaan/Heidedreef wordt regelmatig afgesneden. De inwoner vraagt hoe dit zal aangepakt worden door de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          geen grasdals aan te leggen als de inwoner dit niet wilt;

          de dienst der werken aan te sporen de berm regelmatig te onderhouden;

          twee witte bollen te plaatsen in de bocht Seringenlaan/Heidedreef als bescherming van de berm.

 

Argumentatie

Het beschermen van de bermen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag voor beter onderhoud van de berm aan Seringenlaan 4 en beslist:

          geen grasdals te leggen;

          de dienst der werken aan te sporen tot regelmatig onderhoud;

          twee witte bollen te plaatsen in de bocht Seringenlaan/Heidedreef.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Aankoop bijkomende mobiele snelheidsinformatieborden

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 17 september 2018 tot aankoop van vijf à zes mobiele snelheidsinformatieborden voor een maximum bedrag van 15.000 euro, btw inbegrepen.

 

Feiten en context

          De bestelbon voor Ledlite nv voor de levering van vijf mobiele snelheidsinformatieborden met beugel werd opgemaakt op 12 december 2018.

          Deze borden zullen geplaatst worden op volgende locaties:

          Fortsteenweg;

          Pater Nuyenslaan;

          Klein Waterstraat;

          Liersebaan;

          van de Wervelaan.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Op voorstel van de verkeerscel: advies om twee extra borden op een mobiel wagentje aan te kopen.

 

Argumentatie

Het verhogen van de verkeersveiligheid.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.10.2

Algemene rekening

241 00000

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

7.000 euro, btw inbegrepen (raming)

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist prijs te vragen bij verschillende leveranciers voor de aankoop van twee snelheidsinformatieborden met mobiel wagentje.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige budget te voorzien via budgetwijziging.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

N12 - tijdelijke aanpassing lichten kruispunten Waterstraat en Liersebaan

 

 

Voorgeschiedenis

Brief van Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) van 21 februari 2019

 

Feiten en context

De afdeling Verkeer, Wegsystemen en Telematica (VWT) van AWV plant een tijdelijke aanpassing van de lichtenregeling op de N12 op de kruispunten met de Waterstraat en met de Liersebaan. Vanaf maandag 25 maart tot en met donderdag 28 maart 2019 worden de verkeerslichten tussen 9.30 uur en 15.30 uur geregeld alsof er steeds druk verkeer is, ook als er minder verkeer is. Deze tijdelijke aanpassingen kaderen in een internationaal proefproject voor rechtstreekse communicatie tussen weginfrastructuur en voertuigen. Hierbij komen buitenlandse wegbeheerders en bedrijven de communicatie tussen hun apparatuur en onze infrastructuur testen.  De kruispunten N12/Waterstraat en N12/Liersebaan worden hiervoor uitgerust met een antenne om tijdens de test de status en timing van de verkeerslichten naar de deelnemende testvoertuigen uit te zenden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Deelname aan een internationaal proefproject voor rechtstreekse communicatie tussen weginfrastructuur en voertuigen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van AWV van 21 februari 2019 over de tijdelijke aanpassing van de lichten op de N12 op de kruispunten met de Waterstraat en de Liersebaan.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Wegen- en rioleringswerken Steynhoefse- Nazareth- en Kroondreef - Goedkeuring definitieve oplevering

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 31 augustus 2015 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Wegen- en rioleringswerken Steynhoefse- Nazareth- en Kroondreef” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 1.123.911,14 euro excl. btw of 1.232.475,69 euro incl. btw (btw medecontractant).

 

Feiten en context

          De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2015-025.Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 19 december 2016 goedkeuring aan het proces-verbaal van voorlopige oplevering van 19 september 2016, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Talboom, A. Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs.

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 8 augustus 2017 goedkeuring aan de eindafrekening, opgesteld door de ontwerper, Studiebureau Talboom, A. Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs.

          De waarborgtermijn werd in het bestek vastgesteld op 24 maanden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

De ontwerper, Studiebureau Talboom, A. Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs stelde een proces-verbaal op van definitieve oplevering, die plaatsvond op 27 september 2018.

Uit het bijgevoegde proces-verbaal van definitieve oplevering blijkt dat er geen opmerkingen zijn.

De eerste helft (28.100,00 euro) van de borgtocht nr. CRMW012982 (Borgstellingskas: Belfius Bank NV) van 56.200,00 euro werd vrijgegeven op 20 december 2016.

De tweede helft van borgtocht nr. CRMW012982 (Borgstellingskas: Belfius Bank NV) van 56.200,00 euro mag worden vrijgegeven.

 

BESLUIT

Artikel 1. De opdracht “Wegen- en rioleringswerken Steynhoefse- Nazareth- en Kroondreef” wordt definitief opgeleverd.

Artikel 2. De tweede helft van borgtocht nr. CRMW012982 (Borgstellingskas: Belfius Bank NV) van 56.200,00 euro mag worden vrijgegeven.

Artikel 3. Op de factuur wordt noch het btw-tarief noch het bedrag van de verschuldigde btw vermeld, maar komt volgende melding voor: “Btw te voldoen door de medecontractant – KB nr. 1 artikel 20”.

Bij elke factuur dient het btw-nummer te worden vermeld: BE 0207.501.707.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

PIA Rijkswachtkazerne - Schattingsverslag landmeter

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad van 18 december 2017 besliste om:

          principieel akkoord te gaan met het verlenen van een erfpacht aan de Wonderwijzer voor de site van de rijkswachtkazerne; de gemeenteraad mandateert het college van burgemeester en schepenen om hieromtrent onderhandelingen op te starten;

          akkoord te gaan met het uitbrengen van een bod, conform het bedrag zoals opgenomen in het schattingsverslag, op de site van Sint Wijbrecht.

          Op 21 december 2017 vond een overleg plaats met het schoolbestuur van de Wonderwijzer. Er werd afgesproken dat:

          het schoolbestuur zou onderzoeken of de nieuwe turnzaal kan geïntegreerd worden in het gebouw van de rijkswachtkazerne;

          de gemeente een raming zou maken voor de afbraak van het gebouw;

          de gemeente de voorwaarden van de bezetting ter bede zou nakijken;

          indien gewenst, de gemeente een schattingsverslag zou laten opmaken.

          Op 10 januari 2018 maakt het Ingenieur- en Architectenbureau Yskout-Gielis een geschiktheidsonderzoek over met betrekking tot de mogelijkheid om de nieuwe turnzaal te integreren in het gebouw van de rijkswachtkazerne.

          Op 18 januari 2018 maakt de omgevingsambtenaar haar advies over het geschiktheidsonderzoek over.

          Op 29 januari 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen:

          om aan te dringen op het behoud van tenminste de zichtbare gevels van de rijkswachtkazerne;

          dat de opmaak van een schattingsverslag niet aan de orde is, zolang er geen duidelijkheid is over het vervullen van de voorwaarde en de mogelijke aankoop van de site van Sint Wijbrecht;

          om de burgemeester en de gemeentesecretaris te mandateren om de onderhandelingen met het schoolbestuur te voeren.

          Op 31 januari 2018 vindt opnieuw een overleg met het schoolbestuur plaats. Er wordt afgesproken dat de architect van de turnzaal een overleg zal hebben met de omgevingsambtenaar. Het overleg vindt plaats op 19 februari 2018.

          Op 6 maart 2018 ontvangt het gemeentebestuur het asbestonderzoek van de rijkswachtkazerne.

          Op 8 maart 2018 vindt een overleg plaats met het schoolbestuur.

          Op 19 maart 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen advies te vragen aan de werkgroep erfgoed en de GECORO over het al dan niet behouden van de rijkswachtkazerne.

          Op 7 mei 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen aan het schoolbestuur van de Wonderwijzer te vragen op welke manier ze willen en kunnen omgaan met de suggesties van de GECORO en de werkgroep erfgoed.

          Op 10 augustus 2018 is de asbestinventaris bezorgd aan het schoolbestuur.

          Op 1 oktober 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen om landmeter De Rop aan te stellen voor het opmaken van het schattingsverslag.

 

Feiten en context

          Op 16 november 2018 werd de site samen met de landmeter bezocht voor de opmaak van het schattingsverslag.

          Het gemeentebestuur ontvangt op 11 februari 2019 het schattingsverslag van landmeter De Rop.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het schattingsverslag bevat de nodige informatie om de onderhandelingen met de school op te starten over de gewenste modaliteiten van de erfpachtovereenkomst en de huurovereenkomst van de turnzaal.

          De school wil zich kunnen voorbereiden op de verdere onderhandelingen en wenst hiervoor een kopie van het schattingsverslag te ontvangen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schattingsverslag en beslist om geen kopie te bezorgen aan de school om de onderhandelingspositie van de gemeente te vrijwaren.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

RUP De Vogelenzang - participatiemoment

 

 

Voorgeschiedenis

          23 augustus 2016 - de gemeenteraad levert een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af aan de Vogelenzang BVBA, Wijnegemsteenweg 193 te Schilde.

          4 september 2017 - goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van de lijst uit te nodigen firma's voor het bestek 2017-039.

          18 september 2017 - goedkeuring van het bestek 2017-039 door de gemeenteraad.

          29 november 2017 - gunning van de opdracht opmaak RUP De Vogelenzang aan Antea.

          12 november 2018 - goedkeuring start- en procesnota.

          28 januari 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist:

          De planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren.

          Om volgende eigenaars van percelen persoonlijk aan te schrijven:

          grenzend aan het plangebied;

          Victor Frislei, Vogelsank, Broekstraat en Wijnegemsteenweg (tussen Galgenstraat en Pater Nuyenslaan).

          Om het participatiemoment te laten doorgaan in het Dorpshuis in 's-Gravenwezel.

          11 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

 

Feiten en context

          Er zal een participatiemoment worden georganiseerd op woensdag 13 maart 2019 in zaal De Caters in het Dorpshuis.

          Een participatiemoment moet worden gevoerd in de geest van de kennisgeving binnen de vroegere plan-MER-procedure. Het doel is om iedereen op de hoogte te brengen en om kennis en input te vergaren, om eventuele alternatieven te bepalen, en niet zozeer om bezwaren te formuleren. Het openbaar onderzoek later in de procedure vormt daarentegen de basis voor het formuleren van bezwaren, zoals binnen de ‘oude’ RUP-procedure.

 

Juridische gronden

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Om voldoende draagvlak te creëren wordt het participatiemoment opgevat als een open 'infomarkt' concept waarbij voldoende interactie mogelijk is.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het plan van aanpak voor de organisatie van het participatiemoment voor het RUP De Vogelenzang goed.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 50 - Walther Willekens - het regulariseren van een ééngezinswoning - OMG 2018/385

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen vaneen winkelhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 december 1955 - sgr1955/26

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Walther Willekens, Parklaan 3, 2970 Schilde op 31 augustus 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 50.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 september 2018. De uiterste beslissingsdatum is 3 januari 2019.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 19 oktober 2018 een administratieve lus opgestart. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 4 maart 2019.
De aanvrager heeft op 4 februari 2019 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 5 februari 2019. De nieuwe belissingsdatum blijft 4 maart 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 11 december 1957
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Molenveld bepaalt:

Artikel 1. Zone voor aaneengesloten bebouwing

101. Hoofdgebouwen

1.      Bestemming: woonhuizen, handelsinrichtingen, kleinbedrijven;

2.      Bebouwing: aaneengesloten
Afwijking kan toegestaan worden overeenkomstig de grafische aanduidingen van een verkavelingsplan. Voor de kopwoningen moet de afstand van de vrijstaande zijgevel tot de zijgrens van het perceel minimum 3m bedragen. Geen zichtbare blinde gevels;

3.      Bouwbreedte: minimum 6m.

4.      Bouwhoogte: gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: 6 à 6,50m.
Andere hoogten kunnen toegestaan of opgelegd worden, zo dit gewenst is voor aanpassing aan de bestaande gebouwen.

5.      Gevelmaterialen: vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

6.      Dak: zadeldak, helling 40° à 60°, op de basisdiepte van 10m, de nok evenwijdig met de voorbouwlijn, de dakvlakken symmetrisch ten opzichte van het verticaal vlak door de nok.

7.      Dakbedekking: pannen.

8.      Dakvensters: Minimumafstand van de voorzijde tot het gevelvlak 0,40m.
Minimumafstand tot het gevelvlak evenwijdig met de zijwangen 1m. Afdekking met plat dak.

9.      Kroonlijsten: de voorgevel en de achtergevel dienen voorzien van een rechtlijnige en doorlopende kroonlijst. De vrijstaande zijgevel dient uitgevoerd ofwel met kroonlijst, ofwel, voor puntgevels, met gevelpannen of met overstekend dakvlak.
Uitsprong uit het gevelvlak:

a.      kroonlijst aan voorgevel 0,50m;

b.      kroonlijst aan achtergevel, kroonlijst of overstekend dakvlak aan vrijstaande zijgevel 0,20 à 0,50m.

10.  Erkers: enkel gelijkvloers.
Uitsprong uit het voorgevelvlak of uit het zijgevelvlak grenzend aan de achteruitbouwstrook maximum 0,50m in de achteruitbouwstrook.  Uitsprong uit het vlak van de overige vrijstaande zijgevels: maximum tot op 3m afstand van de zijgrens van het perceel. Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte.

11.  Balkons: uitsprong uit het gevelvlak maximum 0,50m.
Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte;

12.  Uitsprongen: maximum 0,30 m uit het gevelvlak;

13.  Bouwperceel: de te vormen percelen haaks op de voorbouwlijn over de ganse diepte van de bouwstrook;

14.  Worden bindend gemaakt voor het ganse woningblok door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd:

a.      de bouwhoogte;

b.      de kleur van de gevelsteen;

c.      de dakhelling en de nokhoogte;

d.      de aard en de kleur van de dakbedekking.

102. Bijgebouwen

1.      Bestemming: dezelfde als die van de hoofdgebouwen.

2.      Bouwhoogte: gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst maximum 3,50m.

3.      Gevelmaterialen: dezelfde als die van het hoofdgebouw.

4.      Dak: plat.

5.      Kroonlijst: uitsprong uit het gevelvlak 0,20m.

103. Koeren en tuinen

1.      Bebouwing: bergplaatsen, duivenhokken, garages.
Inplanting op minimum 10 m afstand van de bouwstroken en van de andere zones. Op verzoek van beide bouwheren kan vergunning worden verleend om tussen twee kopwoningen een garage gekoppeld in te planten vanaf 5m uit de voorbouwlijn. Maximumoppervlakte van de gezamenlijke constructies 25m² per perceelbreedte van 3m.

2.      Bouwhoogte: bergplaatsen, duivenhokken, garages maximum 3m.

3.      Gevelmaterialen: vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

4.      Daken: bergplaatsen, duivenhokken garages: plat.

5.      Afsluitingen: muren in baksteen of betonplaten toegestaan indien niet zichtbaar vanaf de openbare weg.

6.      Voor de gekoppelde garages wordt de kleur van de gevelsteen bindend gemaakt voor beide constructies door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd.

104. Achteruitbouwstrook

1.      Bebouwing: alle constructies verboden, op- en afritten inbegrepen.

2.      Afsluitingen: aan de openbare weg: muurtje in klampsteen, hoogte 0,40m. De Posten naast de ingangen mogen opgetrokken worden tot een hoogte van 0,70m.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1956 volgens de gegevens van het kadaster.

Op het perceel zijn nog een schuur en een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 137m² op een perceel van circa 290m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een kapsalon met een woning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, meergezinswoningen, handel en horeca.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een ééngezinswoning op een perceel van 290m². De woning wordt ingeplant tot op de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9,03m op een kavelbreedte van 9,03m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 18,26m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,38m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 10,33m. De gevels worden opgetrokken in deels roodbruine gevelsteen en deels grijs geschilderde gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met zwarte leien.

Op 21,00m achter de woning en op 2,18m van de linker perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 3,10m diep en 4,10m breed.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 150,05m².

Achter de woning wordt een terras van 25,54m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 25,54m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     
  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 oktober 2018 onder referentie 180760, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

-          de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

-          het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

-          de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);

-          het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

-          het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

-          de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

-          De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd);

  • Voorwaarden:

o        Specifieke voorwaarden:

-          De DWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Wijnegemsteenweg.

-          Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater dienen er geen hemelwatervoorzieningen geplaatst te worden en is dus gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing op het dossier.

-          De afvoer van DWA en RWA dient op privaat domein strikt gescheiden te zijn tot op de rooilijn, deze mogen niet eerder samengebracht worden.

-          Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

-          De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodige vuil, zand, afval,.. in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

-          Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

-          De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

-          Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringswerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.

  • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
  • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

-          Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

-          De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

  • Beoordeling:

Het advies is voorwaardelijk gunstig, er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 29 oktober 2018 tot 27 november 2018.

Er werden 2 schriftelijke bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

  • Het tuinhuis staat te dicht tegen de achterperceelsgrens.
  • De scheidingsmuur met de woning Wijnegemsteemweg 52 komt niet overeen met de werkelijkheid, de bouwplannen en het kadastraaluittreksel van deze woning. Er is de op de plannen een verspringing van 18cm te zien die tot achteraan het perceel doorloopt.
  • Het terras op de eerste verdieping zorgt voor inkijk in de bad -en slaapkamer van de naastgelegen woning.
  • De bezwaarindieners vermoeden dat de woning gebruikt zal worden als tweegezinswoning.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

  • Voor de goede ruimtelijke ordening is een tuinhuis aanvaardbaar op 1m van de perceelsgrens of op de perceelsgrens mits akkoord van de buren.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • De plannen van de bestaande toestand komen niet overeen met de vergunning 1955/26
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • De afstand tussen het terras en het aanliggende perceel bedraagt meer dan 1,90m zoals bepaald wordt in artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • Bij de evaluatie van een omgevingsvergunning kan men zich niet baseren op vermoedens.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 05 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 6.375 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.800 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,11m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

-          Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

-          Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving. Er wordt één inpandige garage voorzien.
 

-          De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Molenveld. Het BPA bepaalt dat:

o        de bouwdiepte tussen voor en achtergevel maximum 17m mag bedragen. De aanvraag voorziet een bouwdiepte van 18,26m;

o        een bijgebouw moet een plat dak hebben. De aanvraag voorziet de regularisatie van een bijgebouw met een hellend dak en op minder dan 1m van de perceelsgrens.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Er werd een grond bezwaar ingediend met betrekken tot de inplanting van het bijgebouw. Het bijgebouw dient te worden verwijderd en de zone dient te worden aangelegd als groene ruimte.
Er werd tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren met betrekking tot de bouwdiepte ingediend en de afwijking is beperkt.
De aanvrager diende op 4 februari 2019 gewijzigde plannen in met betrekking tot de rechter perceelsgrens om tegemoet te komen aan een gegrond bezwaar. Het standpunt van de aanpaalde eigenaar werd gevraagd. Er werden geen bezwaren ingediend met betrekking tot het wijzigingsverzoek.
Mits het naleven van de voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
 

-          Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

-          Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

-          Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 8cm boven de straatpas.

 

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.569,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,11m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het advies van de Pidpa-Riolering naleven;
  • het bijgebouwd dient te worden verwijdert en de zone dient te worden aangelegd als groene ruimte, zoals in het rood aangeduid op het nieuw inplantingsplan.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Kortvoortbaan 14 - De Greef - Peeters - het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning - OMG 2018/483

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa en garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 november 1962 - 1962/136

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 1974 - 1974/94

o        veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juli 1983 - 1983/88

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door De Greef - Peeters, Grotebeerstraat 68, 2018 Antwerpen op 17 oktober 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kortvoortbaan 14.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 28 februari 2019.
De aanvrager heeft op 7 januari 2019 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 8 januari 2019. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 29 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 3: Zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m.

3.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

3.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

3.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

3.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone.

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijn.

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

31.4. Afmetingen van de gebouwen

a)      kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek: maximum 7m.

b)      voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

c)      Bouwdiepte
Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d)      Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

3.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende  materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd  met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

3.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

3.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

3.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone voor vrijstaande en gekoppelde woningbouw in woonparkgebied en op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

3.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

3.2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

3.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin  met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige” bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek / gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

3.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

a)      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        De schaal van het plan

o        De bestaande en de aangevraagde bebouwing

o        De toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen

o        Alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen

b)      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten boen met vermelding van soort en aantal.

3.4. Verkavelingsvoorschriften

3.5.1. Kavelbreedte

Minimum 30m gemeten vanaf de bouwlijn en rooilijn.

3.5.2. Kaveloppervlakte

Minimum 2.000m².

3.5.3. Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1964.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 271,43m² op een perceel van circa 2.260m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van een veranda en het verbouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 2.260m².

De woning blijft ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 8,31m van de rechter perceelsgrens en op minimum 2,90m van de linker perceelsgrens.

De veranda rechts aan de woning wordt afgebroken.

Intern worden er verbouwingen uitgevoerd en een kleine uitbreiding aan de garage wordt aangevraagd.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 17,73m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 21m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,07m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 30° met een nokhoogte van 9,71m.

De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde gevelsteen.

De veranda rechts een de woning wordt verwijderd.

Het dak wordt afgewerkt met donkere dakpannen.

Achteraan het perceel is een serre die wordt verwijderd.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 248,61m².

De toegang tot het perceel is 4m breed.

De oprit ligt op minimum 3m van de linker perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 224,80m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 8 januari 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande woning te verbouwen en een aantal bomen te vellen. Enkele te vellen aangevraagde bomen (eik en beuk) zijn goed gevormd en in goede gezondheid. Er zijn geen gegronde redenen die noodzaken om die te moeten vellen. Gezien de ligging in woonparkgebied is behoud aangewezen. Deze te behouden bomen werden op het inplantingsplan bestaande toestand van het wijzigingsverzoek in rood omcirkeld aangeduid.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        extra behoud van 4 bomen (eik en beuk) zoals in rood omcirkeld op het inplantingsplan bestaande toestand en in groen aangeduid op het inplantingsplan nieuwe toestand;

o        wordt voldaan aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. In die zin is het noodzakelijk om een heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofboom van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofboom van tweede grootte plantmaat 8/10. De bomen van eerste grootte dienen bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m aangeplant te worden en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een plantafstand van 5m hanteren;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        de constructie van paden oprit op een zo groot mogelijke afstand van de stam van bomen te voorzien;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        alle overblijvende bomen, bosrestant moeten behouden blijven;

o        indien bronbemaling nodig is, dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        om schade aan bestaande bomen bosrestant te voorkomen tijdens de bouw- en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000,00 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur en uitvoering heraanplantingswerken.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 28 november 2018 onder referentie 18-220030, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag omvat het verbouwen van een ééngezinswoning. Op het perceel staan enkele bomen dewelke aangevraagd worden om te rooien.

Op basis van vergelijkingen van luchtfoto’s van meerdere jaren en een terreincontrole is gebleken dat het gedeelte waar de nieuwbouw voorzien wordt niet bezet is met bos. Het gaat hier om het tuingedeelte rondom de af te breken woning.

Het bosdecreet artikel 90bis is van toepassing voor deze aanvraag.

Niettegenstaande is er wel bos op het perceel aanwezig over een oppervlakte van circa 250m². Dit bos wordt echter behouden in voorliggende aanvraag.

Hierbij laat het Agentschap voor Natuur en Bos het verder verloop van dit dossier over aan de vergunningverlenende overheid. Aangezien de aanvraag geen ontbossing met zich meebrengt en gezien de ligging in woongebied, is het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos immers niet verder vereist.

Op basis van bovenstaande uiteenzetting stelt het Agentschap voor Natuur en Bos voor dit dossier geen adviesvereiste is aan het Agentschap en geeft dan ook geen advies.

Belangrijk is wel dat de bestaande bosoppervlakte op het perceel integraal behouden wordt als bos. Het bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

 

o        Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 25 november 2018 tot 24 december 2018.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend. Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een wijzigingslus door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 18 januari 2019 tot 16 februari 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Berge deel 2 herziening. De aanvraag voorziet isolatie aan de buitenzijde van een garage, hierdoor wordt de afstand tot de perceelsgrens minder dan 3m.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;

  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 3 maart 2019 tot en met 1 april 2019

Turnhoutsebaan 48, 50, 52 en 54

het aanbrengen van een nieuwe gevelbekleding en schilderen van voorgevel in het wit

OMG 219/29

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

De Groene Zes - verslagen van 18 januari 2019 en 11 februari 2019 en uitnodiging voor 6 mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 13 september 2010 tot deelname door de gemeente Schilde aan de uitwerking van een gezamenlijke visie op de ruimtelijke beleidsterm ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 21 november 2011 van de samenwerkingsovereenkomst ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring van het strategisch project ‘Ambities Bebouwd Perifeer Landschap’ door de minister op 20 december 2011

          Tweede goedkeuring van het strategisch project ‘Bebouwd Perifeer Landschap Antwerpen’ voor de periode 2015 – 2018

          29 januari 2018 - Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor de opstart van het intergemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonparken en de detachering van een werknemer van een studiebureau. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring dat de gemeente Schilde formeel initiatiefnemer is voor de opmaak van het RUP Woonparken

          3 mei 2018 - stuurgroep "De Groene Zes"

          6 september 2018 - Raadscommissie Ruimte

          17 september 2018 - De gemeenteraad keurt het bestek, lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          15 oktober 2018 - Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst met de vijf aan te schrijven studiebureaus goed

          10 december 2018 - de procedure voor het intergemeentelijke RUP woonparken wordt stopgezet; er werden geen geldige offertes ingediend

          18 januari 2019 - stuurgroep "De Groene Zes"

          4 februari 2019 - herbevestiging engagement tot opmaak van een intergemeentelijk RUP Woonparken

 

Feiten en context

          Op 18 januari 2019 en op 11 februari 2019 vonden de stuurgroepvergaderingen rond het strategisch project 'De Groene Zes' plaats.

          Op 6 mei 2019 vindt de volgende stuurgroepvergadering plaats.

 

Juridische gronden

          24 juli 1996 - goedkeuring van het besluit door de Vlaamse Regering houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid goed. Dit besluit werd beperkt gewijzigd via een BVR van 14 december 2001.

Deze regeling liet onder meer toe om in een (strategisch) project in een stedelijk gebied gronden en panden te verwerven in relatie met het publiek domein. Strategische projecten vanuit dat besluit waren bij voorkeur gerelateerd aan een structuurplan en diende uitvoering te geven aan een bijzonder plan van aanleg (BPA) of ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

          1997 - goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) door de Vlaamse Regering en bekrachtigd door het Vlaams Parlement voor wat de bindende bepalingen betreft.

Het RSV vermeldt het instrument 'strategisch project' als een belangrijke beleidsmaatregel.

          4 juni 2004 - besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

          5 oktober 2007 - wijziging subsidiebesluit

Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van de stuurgroepvergaderingen en de uitnodiging voor de stuurgroep van 6 mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Engagementsverklaring samenwerking IGEAN - Wonen, Energie, Klimaat

 

 

Voorgeschiedenis

          18 april 2011- de gemeenteraad beslist om toe te treden tot de interlokale vereniging lokaal woonbeleid Midden, IVLW Midden.

          20 januari 2014 - de gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst FRGE met IGEAN en het OCMW goed.

          15 december 2014 - de gemeenteraad keurt de verlengingsaanvraag van IVLW Midden goed (periode 2015 - 2018) en beslist hiermee verder deel te nemen aan de vereniging.

          15 juni 2015 - de gemeenteraad keurt de burgemeestersconvenant 2020 goed.

          11 september 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de engagementsverklaring verlenging subsidiedossier (1 werkingsjaar 2018/2019) goed.

          18 december 2017 - de gemeenteraad keurt de subsidieaanvraag goed en beslist dat de aanvraag ingediend mag worden door IGEAN. De gemeenteraad gaat akkoord met de taak van de stuurgroep en beslist de vertegenwoordiger en plaatsvervanger aan te stellen. Ook de statuten, het huishoudelijk reglement en de geraamde projectbegroting werden goedgekeurd.

          25 april 2018 - Ministerieel besluit - toekenning subsidie aan het project IVLW Midden.

          18 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mail van IGEAN van 8 februari 2019.

 

Feiten en context

          Het team wonen, het team energie en het team klimaat van IGEAN begeleiden en ondersteunen de gemeenten in het kader van wonen, energie en klimaat. Uit de praktische werking blijkt dat er heel wat overlapping bestaat tussen de verschillende thema’s en dat een integratie ervan een meerwaarde kan bieden.

          Op de informatievergadering van 24 januari 2019 voor de schepenen bevoegd voor wonen, energie en klimaat heeft IGEAN toelichting gegeven bij de huidige werking evenals bij het voorstel van verdere werking in het EnergieK huis met het EnergieK loket.

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018, over het lokaal woonbeleid.

          Besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2018 over energie.

 

Argumentatie

          In een eerste fase (2019) wenst IGEAN het team energie, met het Energiehuis, en het team klimaat om te vormen tot het EnergieK huis met het EnergieK loket. In een volgende stap (2020) zal ook het team wonen geïntegreerd worden in het EnergieK huis.

          Om de continuïteit van de dienstverlening inzake wonen, energie en klimaat te garanderen wordt aan het college van burgemeester en schepenen gevraagd zich principieel akkoord te verklaren met de voorgestelde dienstverlening.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met:

          wonen: het verderzetten van de werking van de IVLW voor de periode 2020 - 2025, en het uitvoeren van de verplichte activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018;

          energie en klimaat: het omvormen en uitbreiden van de werking van het Energiehuis tot het EnergieK huis met een EnergieK loket.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft in uitvoering hiervan aan IGEAN de opdracht om overeenkomstig de geldende wetgeving:

          wonen: een subsidiedossier voor te bereiden;

          energie en klimaat: een bijakte af te sluiten bij de samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Energieagentschap (VEA) en het energiehuis van IGEAN.

Het resultaat hiervan zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad (periode mei – juni 2019).

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stand van zaken van het innovatief project voor het ontwikkelen van een geïntegreerd klimaatplatform en onderschrijft het besluit van het marktonderzoek dat er voor de ontwikkeling van dergelijk platform voldoende schaalgrootte vereist is.

Aan de Vlaamse overheid wordt gevraagd deze opdracht te faciliteren.

Aan IGEAN wordt gevraagd om de behoeften van haar gemeenten te bundelen en over te maken aan Vlaanderen.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het coöperatief zonneproject en stelt voor om dit verder uit te werken voor Werf 44 (verbruik > 15 000 kWh, daken beschikbaar voor komende 20-25 jaar).

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Moerstraat 13 - Roger Heirbaut - het vellen van 1 linde - VB 2019/27

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 1978 - 1978/168

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1981 - 1981/114

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 december 1986 - 1986/200

o        uitbreiden woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 1994 - 1994/224

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 15 februari 1977 - sgr96

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Roger Heirbaut, Moerstraat 13, 2970 Schilde op 14 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Moerstraat 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 linde.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Moerstraat - De Kaak, goedgekeurd op 1 februari 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in gedeeltelijk woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 linde.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Na onderzoek van de stukken uit het dossier en op basis van plaatsbezoek werd vastgesteld dat er geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken zijn aan de boom zodat er geen gegronde redenen zijn om de boom te vellen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - De Roskam 16 - de heer David Michel Brems - het vellen van 2 dennen en 1 berk - VB 2019/28

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 september 1976 - 1976/153

o        bouwen van een ééngezinswoning + zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 mei 2008 - 2008/133

o        afbreken van bestaande woning en bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 januari 2014 - 2013/273

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 10 oktober 1968 - 1968/12

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het plaatsen van een omheining - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 2018 - OMG 2018/15

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer David Michel Brems, De Roskam 16, 2970 Schilde op 14 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Roskam 16.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s blijkt dat de aangevraagde 3 bomen aftakelend of afgestorven zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Kasteeldreef 61 - Bergen boomverzorging en de heer Ramond Soens - het vellen van 4 douglassparren en 2 berken - VB 2019/30

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door de deputatie - 11 april 1972 - 1971/119

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 1972 - 1972/111

o        tuinpaviljoen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 mei 1975 - 1975/81

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 31 oktober 1969 - 1969/10

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bergen boomverzorging, Goorstraat 5, 2970 Schilde op 17 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kasteeldreef 61.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 Douglassparren en 2 berken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van  4 Douglassparren en 2 berken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s blijkt dat de 4 Douglassparren en 2 berken aftakelend zijn of een beperkte esthetische waarde hebben. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Ruitersdreef 9 - Alexander Kupers - het vellen van 1 berk - VB 2019/33

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juli 1998 - 1998/201

o        bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 maart 2006 - 2005/385

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Alexander Kupers, Ruitersdreef 9, 2970 Schilde op 20 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Ruitersdreef 9.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s, blijkt dat berk afgestorven is en vervangen kan worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bij een boom van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van minstens 8,00m en mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - Eugeen Dierckxlaan 31 - Annick De Meyer - het vellen van 10 cipressen - VB 2019/34

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 oktober 1953 - 1953/82

o        premie-woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 augustus 1965 - 1965/100

o        verbouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 1999 - 1999/109

o        regularisatie van een trap - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 januari 2013 - 2012/288

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Annick De Meyer, Eugeen Dierckxlaan 31, 2970 Schilde op 20 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Eugeen Dierckxlaan 31.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 10 cipressen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 10 cipressen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een beperkt gemis ervaren worden en heeft hierdoor een matige invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s, blijkt dat de cipressen oorspronkelijk bedoelt als haag, uitgegroeid zijn tot misvormde bomen. Ze hebben bijgevolg een beperkte esthetische waarde en kunnen vervangen worden door aanplant van een nieuwe haag.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient de eigenaar in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de cipressenrij over dezelfde afstand als de gevelde een heraanplanting uit te voeren met een haag met streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, loofboomsoorten.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving -  - Frederik Marnix Slachmuylders - het exploiteren van een warmtepomp - OMV 2018/506

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 november 1956 - sgr1956/14

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 januari 1961 - sgr1961/01

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 maart 1982 - 1982/24

o        aanbouwen van een garage aan landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 april 1974 - sgr1974/05

o        bouwen van een woning met kantoren - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 februari 1997 - 1996/265

o        bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 19 november 1996 - 1996/299

o        het afbreken van een bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 februari 2017 - SV 2016/230

o        het bouwen van een ééngezinswoning en zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 2018 - SV 2017/226

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        melding van bronbemaling voor bouw van een woning - aktename door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 2018 - M 2018/172

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Frederik Marnix Slachmuylders, Omheining Statie van Borgerhout 1, 2018 Antwerpen op 29 oktober 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Hoge Haar 59, Schilde.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het exploiteren van een warmtepomp.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 13 maart 2019.

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
  • Bestaande toestand

Op het perceel is momenteel een eengezinswoning met zwembad in aanbouw. Het college van burgemeester en schepenen heeft hiervoor op 29 januari 2018 een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd.

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

16.3.1.1°

Warmtepomp voor woningverwarming (Nieuw)

25 kW

53.6.1°

Grondwaterwinning voor warmtepomp. (Nieuw)

13.200m³/jaar

De aanvrager wenst voor de verwarming van de woning een warmtepomp te plaatsen. De warmtepompinstallatie bestaat uit twee diepteboringen van elk 60 meter diep en een pompinstallatie met een vermogen van 25 kW. Het maximum uurdebiet van de pomp bedraagt 5m³. Op jaarbasis wordt maximum 13.200m³ water over de warmtegeleider geleid. Rekening houdend met seizoenverbruik komt dit op ongeveer 100m³ water per dag.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Inspraak en advies

  • Vlaamse Milieu maatschappij
    Het advies van Vlaamse Milieu maatschappij afgeleverd op 18 december 2018 onder referentie ANT-00341-A, luidt: gunstig.
    Rekening houdend met de inlichtingen en adviezen, adviseert VMM GUNSTIG voor de te verlenen rubriek 53.6.1 mits naleving van de algemene en sectorale voorwaarden inzake grondwaterwinningen van Vlarem II.
  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 11 december 2018 tot 9 januari 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Het gebruik van een warmtepomp wordt beschouwd als een meer duurzame energietoepassing.
  • De plaatsing van dergelijke installaties is niet opgenomen in verbodsbepalingen van de VLAREM II.
  • Conform de voorwaarden van VLAREM II situeert de winningsput en de retourput zich in dezelfde watervoerde laag, wat een voorwaarde voor exploitatie is.
  • In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van de hoeveelheid spuiwater. Dit maakt dat het dient beperkt te worden tot minder dan 500m² per jaar.
  • Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§ 3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. Aldus kan vergunning afgeleverd worden voor onbepaalde termijn. De plannen en het aanvraagdossier waarop deze aanvraag gebaseerd is, maken integraal deel uit van het vergunningsbesluit.
  • De vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.16 en 5.53.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

  • De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     hoofdstuk 5.16

-     hoofdstuk 5.53

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de het omgevingsdecreet en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning voor onbepaalde duur af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de exploitatie waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van de exploitatie.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Omgeving - plaatsing van een tijdelijke bronbemaling - De Reep  Vermetten Wegenbouw NV

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het bouwen van 13 woningen - vergunning door de deputatie - 5 april 2018 - SV 2017/111

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        melding van een bronbemaling - aktename door college van burgemeester en schepenen - 28 januari 2019 - M 2019/6

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Vermetten Wegenbouw NV, gevestigd aan de Industrieweg 11, 2330 Merksplas op 6 februari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Reep 10, 10A, 12, 12A, 12B, 2, 2A, 4, 4A, 6, 6A, 8 en 8A.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het betreft een aanvraag voor plaatsing van een tijdelijke bronbemaling.

Na controle werd het ingediende dossier volledig bevonden. De uiterste beslissingsdatum is 08 maart 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een onbebouwd terrein, waar de bestendige deputatie van Antwerpen op 05 april 2018 in beroep een voorwaardelijke vergunning voor afleverde.  De vergunning omvat de bouw van 13 woningen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

Bronbemaling technisch noodzakelijk voor het uitvoeren van werken. (Nieuw)

20.160m3/jaar

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling op een centrale plaats op het perceel. De bronbemaling is nodig voor de bouw van de woningen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met een pompinstallatie en bemalingslijn met 35 aanzuigputten. Deze bevinden zich op een diepte van 4 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot maximum 2,5 meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van maximum 10m³/uur. De exploitant wil de werkzaamheden starten vanaf 01 maart 2019 en verwacht wordt dat er maximum er 20.160 m³ grondwater zal opgepompt worden. De start van de bemaling is voorzien in de lente. Tijdens deze maanden is er minder kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat er eerder mogelijkheid is op wateroverlast. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.
    De aanvrager geeft aan dat al het water te lozen via een bestaande rioolkolk. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie.
    Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is in infiltratie te voorzien.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Vrijgave bankwaarborg - Rode Dreef 49 - Kv17R36

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 maart 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

          Er werden ingevulde bankgarantie documenten teruggevonden.

 

Feiten en context

Pannemans vraagt vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000,00 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19. §1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20. §1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de kapvergunning KV17R36.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van kapvergunning KV 17R36 voor het volledige bedrag van 3000,00 euro aan Pannemans, Rode Dreef 49, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Milieuraad - verslag - 24 september 2018

 

 

Feiten en context

De milieuraad van Schilde bezorgde het definitief goedgekeurde verslag van haar besloten vergadering van 24 september 2018.

 

Juridische gronden

          Artikel 13 van de afsprakennota van 26 februari 2015 tussen het gemeentebestuur en de gemeentelijke milieuadviesraad
De adviesraad bezorgt de verslagen van de algemene vergadering aan het secretariaat van de gemeente. Het verslag wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en op het extranet gepubliceerd.

          Artikel 8 § 6 van het statuut van de gemeentelijke milieuadviesraad goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 juni 2016
Het ondertekende verslag wordt binnen de veertien dagen overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het definitief verslag van de gemeentelijke milieuadviesraad van 24 september 2018.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen plaatst het verslag op het GRIP.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Milieuraad - verslag - 10 december 2018

 

 

Feiten en context

De milieuraad van Schilde bezorgde het definitief goedgekeurde verslag van haar besloten vergadering van 10 december 2018.

 

Juridische gronden

          Artikel 13 van de afsprakennota van 26 februari 2015 tussen het gemeentebestuur en de gemeentelijke milieuadviesraad
De adviesraad bezorgt de verslagen van de algemene vergadering aan het secretariaat van de gemeente. Het verslag wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en op het extranet gepubliceerd.

          Artikel 8 § 6 van het statuut van de gemeentelijke milieuadviesraad goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 juni 2016
Het ondertekende verslag wordt binnen de veertien dagen overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het definitief verslag van de gemeentelijke milieuadviesraad van 10 december 2018.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen plaatst het verslag op het GRIP.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Renovatie en aanpassingswerken GLS De Wingerd- 2019-015/TDU - agenda gemeenteraad 18 maart 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Kennisname door college van burgemeester en schepenen op 5 februari 2018 van het project 'subsidie naschools openstellen van de schoolsportinfrastructuur' voor GLS De Wingerd

          Beslissing door college van burgemeester en schepenen van 5 maart 2018 voor akkoord met subsidieaanvraag bij Sport Vlaanderen voor renovatie turnzaal GLS De Wingerd

          Kennisname door college van burgemeester en schepenen op 2 juli 2018 van toekenning van de subsidie van 78.200,86 euro voor renovatie turnzaal

          Toewijzing aan architect Van Soens van prijsvraag 2018-065/TDU voor de opmaak van het bestek op 12 november 2018

 

Feiten en context

Bestek voor renovatie en aanpassingswerken aan de sanitaire- en sportvoorzieningen van GLS De Wingerd voor naschoolse activiteiten.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90 1°

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/014/003

Algemene rekening

22102500

Beleidsveld

0800

Bedrag

173.867,47 incl. btw (78.200,86 euro subsidie recupereerbaar)

Visum financieel beheerder

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2019-015/TDU voor renovatie en aanpassingswerken GLS De Wingerd en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 14 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Fietssuggestiestrook Heidedreef - 2019-004/TDU - agenda gemeenteraad 18 maart 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing door college van burgemeester en schepenen van 23 juli 2018 voor de inrichting van de schoolomgeving van Sint-Ludgardis in de Heidedreef.

 

Feiten en context

Bestek voor het aanbrengen van fietssuggestiestroken in de Heidedreef ter verbetering van de verkeersveiligheid in de schoolomgeving van Sint-Ludgardis.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90 1°

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/010/002

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

61.710 euro incl. btw

Visum financieel beheerder

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2019-004/TDU voor fietssuggestiestrook Heidedreef en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Plaatselijk herstellen van wegen - 2019-007/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 28 januari 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 28 januari 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 18 februari 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 18 juni 2019.
Er werden 4 offertes ontvangen:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel (309,40 euro excl. btw of 374,37 euro incl. 21% btw);

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (557,55 euro excl. btw of 674,64 euro incl. 21% btw);

          Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen (272,75 euro excl. btw of 330,03 euro incl. 21% btw);

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle (1.144,07 euro excl. btw of 1.384,32 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 18 februari 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/011

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

30.250,00 euro incl. 21% btw)

19/011

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 18 februari 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “plaatselijk herstellen van wegen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver (het bestelbedrag wordt beperkt tot 25.000,00 euro excl. btw of 30.250,00 euro incl. 21% btw).

De uitvoeringstermijn voor de individuele afroepen wordt vastgesteld op 7 werkdagen.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-007/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Reglement van Openbare orde voor alle verkiezingen

 

 

Voorgeschiedenis

Reglement van Openbare orde verkiezingen: goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2018
Dit reglement regelt de openbare orde voor de verkiezingen van de provincie- en gemeenteraad.

 

Feiten en context

          Zondag 26 mei 2019 zijn het verkiezingen voor de Kamer, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen.

          Het college van burgemeester en schepenen wil het goedgekeurde reglement in de toekomst voor alle verkiezingen laten gelden.

          Voor de gemeentelijke openbare aanplakborden dient er een aanpassing te gebeuren aan de locaties.

          Er zijn 13 locaties voorzien waar aanplakborden geplaatst worden door gemeentediensten. Bij de verkiezingen van 14 oktober 2018 werd door de gemeentelijke diensten vastgesteld dat de aanplakborden op volgende plaatsen overbodig zijn:

          Pater Nuyenslaan (hoek Turnhoutsebaan);

          Wijnegemsteenweg ter hoogte van Treemblok;

          Frans Pauwelslei ter hoogte parking gemeentelijke lagere school "De Wingerd".

 

Juridische gronden

Artikel 41, 2° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad kan bij reglement bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen behalve het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen.

 

Argumentatie

          Eén reglement van openbare orde voor alle verkiezingen is aangewezen.

          De gemeentediensten zullen de aanplakborden opstellen in de verschillende wijken van de gemeente, om er het propagandamateriaal op aan te brengen van de politieke partijen die aan de verkiezingen deelnemen.

          Het gebruik van deze borden dient geregeld te worden, evenwel zonder te raken aan het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting.

          De voorschriften dienen opgesteld te worden om de openbare orde te beogen, om bij te dragen tot het ordelijk verloop van de verkiezingscampagne en tot het goede uitzicht van de openbare wegen en pleinen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de aanpassing van het reglement van openbare orde.

Artikel 2. Het reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van 18 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Aanpassing verdeelsleutel voor de besteding van toelage voor ontwikkelingssamenwerking

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Regenboogvlag 17 mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 mei 2018.

Goedkeuring voor het uithangen van de regenboogvlag aan het gemeentehuis op 17 mei 2018.

 

Feiten en context

Vrijdag 17 mei 2019 is de Internationale Dag Tegen Homofobie en Transfobie.

 

Juridische gronden

Omzendbrief VR2015/37 Hoofdstuk 1, Artikel 5, 2° Themavlaggen

Als dat zinvol en mogelijk is, kunnen een of meer themavlaggen worden gehesen.

Themavlaggen zijn geen officiële vlaggen, maar vlaggen die gemaakt zijn voor een speciale

gelegenheid. De orde van voorrang is afhankelijk van het soort vlaggen dat gehesen wordt.

 

Argumentatie

          Cavaria vzw roept jaarlijks op tot deelname.

          Cavaria vzw vraagt telkens om de vlag een dag, een week of gedurende de hele maand mei te laten hangen.

          De bedoeling is om aandacht voor discriminatie van holebi's en transgenders in de kijker te zetten.

          De regenboogvlag uithangen in Schilde kan de zichtbaarheid van de actie op lokaal niveau vergroten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de regenboogvlag uit te hangen aan het gemeentehuis en het Sociaal Huis gedurende de volledige maand mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Herziening schoolvoorstellingen - na scholenoverleg maandag 25 februari

 

 

Voorgeschiedenis

Op maandag 18 februari 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om advies te vragen aan de directies aanwezig op het scholenoverleg op 25 februari 2019 over de volgende twee zaken:

          concept om voorstellingen te organiseren voor zowel scholen als inwoners voor de verschillende leeftijdsgroepen;

          een standaard deelnameprijs van scholen per leerling per voorstelling afhankelijk van leeftijdscategorie.

 

Feiten en context

          Er wordt jaarlijks 2.500 euro voorzien voor 'Cultuur op school'.

          Hiermee worden schoolvoorstellingen georganiseerd.

          Er is niet bepaald welk jaar er voor welke leeftijd welke voorstelling wordt gespeeld.

          Er zal een voorstel worden uitgewerkt dat jaarlijks rekening houdt met de verschillende leeftijdsgroepen en waarbij deze voorstellingen twee maal geprogrammeerd worden voor zowel inwoners als scholen.

          Op 30 juli 2018 keurde het college van burgemeester en schepenen een tweede budgetverschuiving van 5.000 euro goed voor de voorstelling Technopolis on Tour.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Directies scholenoverleg maandag 25 februari 2019

 

Argumentatie

          Een jaarlijkse vaste volgorde voor schoolvoorstellingen biedt een duidelijke structuur voor scholen waarmee de scholen akkoord zijn gegaan op het overleg.

          Een voorstelling twee dagen langer laten doorgaan voor inwoners is nooit een grote meerkost.

          De gemeente hecht veel belang aan participatie van scholen.

          Er is advies gevraagd over een minimum deelname prijs. Het voorstel is om volgende prijzen te vragen: één euro voor de kleuters, drie euro per leerling van de lagere school en vijf euro per leerling van het secundaire onderwijs.

          Om voorstellingen te kunnen laten doorgaan voor zowel scholen als inwoners en voor verschillende leeftijden zal er in het jaar 2020 extra budget moeten worden voorzien.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/004/007/004/001

Algemene rekening

61310060

Beleidsveld

0889

Bedrag

Visum financieel beheerder

5.000 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de volgende twee zaken goed:

          start van de uitwerking van een budgetneutraal concept om voorstellingen te organiseren voor zowel scholen als inwoners voor de verschillende leeftijdsgroepen;

          een standaard deelnameprijs van scholen per leerling per voorstelling afhankelijk van leeftijdscategorie. Deze bedragen zijn: één euro per leerling in de kleuterklas, drie euro per leerling in de lagere school en vijf euro per leerling in het secundaire onderwijs.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Verandering paasactie

 

 

Voorgeschiedenis

in het jaar 2018 werd er 1.987,50 euro besteed aan deze actie.

 

Feiten en context

Elk jaar krijgen de kleuters en eerste graad van de lagere scholen paaseitjes.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° uit het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Scholenoverleg 25 februari 2019

 

Argumentatie

          Het verdelen van paaseitjes is niet in overeenstemming met het gezondheidsbeleid van zowel het gemeentebestuur als dat van de scholen.

          Het budget zal in 2019 worden besteed aan nieuw materiaal voor de scholen. Het budget per school wordt berekend op basis van het aantal leerlingen in de kleuter- en lagere school.

          Voor volgende jaren zal er gekeken worden of dit budget kan worden geïnvesteerd in een extra voorstelling.

          De aanwezigen op het scholenoverleg van 25 februari 2019 waren hiermee akkoord.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de wijziging in het besteden van het budget van de paasactie goed, mits het om een functionele besteding gaat ten voordele van de kinderen.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Zwembad Wijnegem verlenging - investeringskost

 

 

Voorgeschiedenis

          Haalbaarheidsstudie (2016) intergemeentelijke zwembadinfrastructuur regio Kempen (gefaald)

          Beslissing college van burgemeester en schepenen 8 mei 2017
Het college van burgemeester en schepenen beslist om, indien gevraagd, in te stappen in intergemeentelijk samenwerkingsverband voor aanstellen studiebureau voor onderzoeken van mogelijkheden in verband met intergemeentelijke renovatie of bouw nieuw zwembad.

          Brief van de gemeente Wijnegem van 17 oktober 2017 in verband met sluiting zwembad op 1 december 2019

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 11 december 2017
Het college van burgemeester en schepenen beslist om een intergemeentelijk overleg in te plannen met omliggende geïnteresseerde gemeentebesturen in verband met de mogelijkheid tot intergemeentelijke renovatie of bouw intergemeentelijk nieuw zwembad.

          Kennisname college van burgemeester en schepenen van 4 juni 2018
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp intentieverklaring intergemeentelijk zwembad.

 

Feiten en context

          Op 16 januari, 22 februari, 27 maart, 23 april en 17 mei 2018 vonden intergemeentelijke overlegmomenten plaats over een mogelijk intergemeentelijk zwembad.

          Er werden op deze overlegmomenten zes locaties voorgesteld waarvan vier locatieopties weerhouden. De site Wijnegem is als enige weerhouden op het overleg van 23 april 2018. Dit is de enige site waar minstens vier gemeenten zich voor zouden willen engageren.

          Op 17 februari 2019 kregen de schepenen een mailing aan in verband met het zwembad:
Wijnegem heeft beslist om het zwembad drie jaar langer open te houden.
Vooral voor het schoolzwemmen te garanderen. Om een gunstig advies te krijgen vanuit de Vlaamse overheid moet Wijnegem een aanpassing doen aan de chloorinstallatie (chemicaliën). De kostprijs daarvan wordt geschat op 20.000 euro. Vanuit het college van burgemeester en schepenen stellen zij daarom voor om deze investeringskost te spreiden over alle gemeenten wiens scholen het zwembad gebruiken. Uiteraard in verhouding met het effectieve gebruik.
In totaal had Wijnegem voor de periode september - januari 24.000 schoolzwemmers. Daarvan waren er 9000 zwemmers vanuit Schilde. Wijnegem vraagt of Schilde akkoord kan gaan om 9/24ste van het effectieve investeringsbedrag (rond 20.000 euro) te financieren. Indien Schilde akkoord gaat, zal sportdienst Wijnegem de exacte, officiële cijfers bezorgen waarop de berekening kan gebeuren.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:
◦ 1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §5 uit het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van:
◦ 3° alle gemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt, hun statuten en hun overeenkomsten.
 

Argumentatie

          Leerlingen moeten kunnen blijven zwemmen; deze verplichting is voorzien in de eindtermen voor lagere scholen.

          Het verenigingsleven en de brede bevolking hebben nood aan kwalitatieve zwembadinfrastructuur.

          De investerings- en exploitatiekosten van een zwembad voor één gemeente overstijgen de financiële draagkracht.

          De beslissing over de sluiting van het zwembad Wijnegem maakt overleg met omliggende gemeenten over een toekomstige samenwerking noodzakelijk.

          Gemeenten die potentieel geïnteresseerd zijn in de site Wijnegem zijn Wommelgem, Wijnegem en Schilde.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5/1/20/3 aanbieden van binnensport infrastructuur

 

 

Beleidsveld

nieuwe sleutel te creëren met beleidsveld 740

Bedrag

7.500 euro
 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de kosten 9/24ste (7.500 euro) van de kostprijs (totale kost geschat op 20.000 euro) mee te financieren voor de aanpassing aan het chloorinstallatie, om zo het zwembad nog drie jaar langer open te houden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het nodige budget te voorzien bij de eerste budget wijziging.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 03 2019

Opvolging gemeenteraad - mededelingen 18 maart 2019

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelde verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 18 maart 2019 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 12/03/2019