College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 6 mei 2019
Juridische gronden
Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 6 mei 2019 zonder opmerkingen goed.
Schepen Pascale Gielen onthoudt zich.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten
Juridische gronden
Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:
• de bestelbonnen van 1.186 tot en met 1.237;
• de vastleggingen van 3.091 tot en met 3.244;
• de goedkeuringslijst uitgaven van 45 tot en met 46;
• de goedkeuringslijst ontvangsten van 18.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Opleiding Introductiesessie raadsleden - Marleen Struyf en Philippe Verschueren
Feiten en context
• Op 21 november en 12 december 2018 en 16 januari 2019 organiseerde de VVSG de opleiding Introductiesessie raadsleden in Brasschaat.
• Raadsleden Marleen Struyf (CD&V) en Philippe Verschueren (Open VLD) hebben deelgenomen.
Juridische gronden
• Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• Artikel 45, § 1 en § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De raadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat.
De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel.
Financiële gevolgen
Actie | 5.1.1.8 |
Algemene rekening | 61500100-0 |
Beleidsveld |
|
Bedrag Visum financieel beheerder | 190 euro
|
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de kosten voor opleiding 'Introductiesessie raadsleden', die door VVSG op 21 november en 12 december 2018 en 16 januari 2019 georganiseerd werd in Brasschaat en waaraan werd deelgenomen door mevrouw Marleen Struyf (CD&V) en de heer Philippe Verschueren (Open VLD), terug te betalen.
Artikel 2. De deelname kostte 95 euro per persoon en wordt ten laste genomen van het gemeentebestuur.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Nieuwjaarsreceptie en nieuwjaarsbabbel 2020
Feiten en context
In 2019 vond de nieuwjaarsreceptie en de nieuwjaarsbabbel plaats aan Werf 44 op de tweede vrijdag van 2019.
Juridische gronden
Artikel 57, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels en het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Argumentatie
• De tweede vrijdag van 2020 valt op 10 januari 2020.
• Keuze voor de tweede vrijdag van het jaar heeft volgende voordelen:
◦ door de organisatie niet in de kerstvakantie te doen, verhoogt de kans op meer aanwezigen;
◦ het biedt de mogelijkheid om de organisatie en planning beter uit te voeren:
▪ Praktisch: het gemeentehuis is gesloten op woensdag 1 en donderdag 2 januari.
▪ Financieel: bestelbonnen kunnen pas bezorgd worden aan de leveranciers in het jaar van de geleverde prestaties.
Financiële gevolgen
Actie | 5.1.17.3 |
Algemene rekening | 61430010 |
Beleidsveld | 101 |
Bedrag Visum financieel beheerder | raming 5.000 euro niet van toepassing |
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie en nieuwjaarsbabbel te organiseren op vrijdag 10 januari 2020.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie te organiseren in de foyer van Werf 44 en de nieuwjaarsbabbel op de parking van Werf 44.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Kruispunt overeenkomst bureauruimte
Voorgeschiedenis
• Het vast bureau van 14 januari 2019 gaat principieel akkoord met de inrichting van eerstelijns psychologische hulpverlening.
• Het vast bureau van 18 februari 2019 gaat akkoord met de inrichting van eerstelijns psychologosche hulpverlening in het oude gemeentehuis en stelt 4 lokalen ter beschikking.
• Het college van burgemeester en schepenen van 25 maart 2019 gaat akkoord met de opfrissingswerken in de 4 lokalen die Kruispunt ter beschikking krijgen.
Feiten en context
• Op 1 juni 2019 zal gestart worden met Kruispunt in de eerstelijnszone Voorkempen.
• Dit zal gevestigd zijn in het oude gemeentehuis van Schilde.
• De gemeente Schilde stelt deze bureauruimte gratis ter beschikking, in ruil hiervoor dient Schilde geen werkingskosten te betalen aan Kruispunt.
• De bureauruimte bestaat uit 25 procent van het volledige gebouw. De lokalen staan aangeduid op het plan in bijlage.
Juridische gronden
Artikel 56 § 3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.
Argumentatie
De overeenkomst werd opgemaakt conform de overeenkomst die eerder werd aangegaan met de Landelijke Kinderopvang.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de tijdelijke overeenkomst terbeschikkingstelling lokalen Kruispunt goed.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de tijdelijke overeenkomst te agenderen op de volgende gemeenteraad.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van instellen parkeerverbod in de Moerstraat (proefopstelling) - Goedkeuring
Voorgeschiedenis
E-mail van MPI Zonnebos, ontvangen op 5 februari 2019
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen beslist op 18 maart 2019 tijdelijk parkeerverbod in te stellen in de Moerstraat aan de rechterzijde komende van de Kerkstraat.
Juridische gronden
• Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens
• Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren
• Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer
Argumentatie
Het creëren van een verkeersveilige schoolomgeving en het behoud van een aangename woonomgeving.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist tijdelijk parkeerverbod in te stellen in de Moerstraat aan de rechterzijde komende van de Kerkstraat.
Artikel 2. Dit parkeerverbod gaat in vanaf 20 mei 2019 tot en met 30 juni 2019 en wordt daarna geëvalueerd.
Artikel 3. Dit parkeerverbod wordt aangeduid door verkeersborden E3 met onderborden "van maandag tot en met vrijdag" en "van 8 uur tot 16 uur".
Artikel 4. De bepalingen van artikel 3 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van plaatsen springkasteel - Gersblok 19 - 2 juni 2019 - Goedkeuring
Voorgeschiedenis
E-mail van 26 maart 2019 van een inwoner van Gersblok
Juridische gronden
• Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.
• Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen
• Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens
• Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren
• Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
• Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer
Argumentatie
De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het plaatsen van een springkasteel aan Gersblok 19 op 2 juni 2019.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Gersblok af te sluiten vanaf huisnummer 19 op 2 juni 2019 omwille van een feest met springkasteel.
Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3.
Artikel 3. De bepaling van artikel 2 is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Parkeerplaatsen Kerkelei - herschilderen
Voorgeschiedenis
Mondelinge melding van een inwoner van de Kerkelei
Feiten en context
Een inwoner van de Kerkelei meldt dat het moeilijk is om de garage uit te rijden als er wagens geparkeerd staan op de twee geschilderde vakken links van de garage. De bedoelde parkeervakken zijn 4 meter lang en zijn te klein voor een doorsnee wagen. De inwoner stelt voor van de twee parkeervakken een geheel te maken.
Juridische gronden
Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Inspraak en advies
Gunstig advies van de verkeerscel.
Argumentatie
Het creëren van een verkeersveilige en aangename woonomgeving.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de schildering van de parkeervakken aan Kerkelei 4A aan te passen en van de twee huidige parkeerplaatsen een geheel te maken.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Turnhoutsebaan 268 - markering parkeerverbod
Voorgeschiedenis
E-mail van 4 april 2019 van een inwoner van de Turnhoutsebaan
Feiten en context
• Aan de Turnhoutsebaan 268 werd een nieuwbouw opgericht. Deze nieuwbouw bevat een doorgang naar tien achterliggende parkeerplaatsen.
• Een inwoner van de Turnhoutsebaan vraagt het volgende:
◦ aanpassen van de geschilderde parkeervakken om de doorgang vrij te houden;
◦ aanbrengen van een parkeerverbodsteken voor de inrit naar de achterliggende parkeerplaatsen.
• Het college van burgemeester en schepenen besliste op 2 juli 2012 dat een dergelijke schildering kan aangebracht worden als aan volgende voorwaarden voldaan wordt:
◦ er moeten minstens vier achterliggende parkeergelegenheden zijn;
◦ de bewoners moeten zelf een aanvraag indienen.
• Het gaat hier om een handelseigendom.
Juridische gronden
Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Inspraak en advies
Gunstig advies van de verkeerscel.
Argumentatie
Het creëren van een verkeersveilige winkel- en woonomgeving.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de parkeervakken ter hoogte van Turnhoutsebaan 268 aan te passen in functie van de inrit naar tien achterliggende parkeerplaatsen en een markering E3 aan te brengen voor de inrit.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Bouw voertuigenloods - Opstarten onderhandelingen - Bijkomende kredieten
Voorgeschiedenis
In het kader van de opdracht “Bouw voertuigenloods” werd een bestek met nr. 2019-073 opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1.135.620,36 euro excl. btw of 1.374.100,64 euro incl. 21% btw.
De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht " Bouw voertuigenloods" is opgestart.
Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
• ALMOBE INDUSTRIEBOUW BVBA, Breedveld 1 te 2150 Borsbeek(Antw);
• BOUWBEDRIJF MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen;
• DE PEUTER NV, Rietbroek 1 te 2200 Herentals;
• Dillen Bouwteam nv, Puttestraat 15 te 2490 Balen;
• FRISOMAT NV, Stokerijstraat 79 te 2110 Wijnegem.
Feiten en context
Bouwbedrijf Menbo, Dillen Bouwteam NV en De Peuter NV hebben een offerte ingediend voor de werken. De ingediende offertes overschrijden het bedrag van de raming en het budget van de begroting. Het is nuttig dat de beleidscoördinator Grondgebiedszaken, de schepen van Openbare Werken en het studiebureau samen met de aannemers onderhandelen over de prijsoffertes.
Het beschikbaar budget op de begroting is 1.400.000 euro incl. BTW. Het voorstel is om dit budget op te trekken tot 1.500.000 euro incl. BTW. Het definitieve krediet voor dit werk is op dit moment nog niet bekend. De eerste budgetwijziging is goedgekeurd voordat de onderhandelingen zullen plaatsvinden. De volgende budgetwijziging die voorzien is voor september is te laat om een marge in het budget te voorzien tijdens de uitvoering van deze werken.
Juridische gronden
• Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure).
• Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Argumentatie
• Onderhandelen om prijs / kwaliteit een betere prijs te krijgen.
• Kredietwijziging om een marge in het budget te voorzien tijdens de uitvoering van de werken.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de opening van de biedingen en beslist om de onderhandelingsprocedure op te starten.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen is akkoord om bij de eerste budgetwijziging kredieten te voorzien om marge te hebben tijdens de uitvoering van de werken.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 - bijkomende maatregelen bomen
Voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw. De werken vingen aan op 12 november 2018.
Feiten en context
• In fase 2a en 2b van de werken dienen nog 40 bomen gerooid te worden om de uitvoering van de werken mogelijk te maken. Deze rooiing is voorzien in het basiswerk en is vergund.
• Er is een onderzoek gedaan naar de toestand van de resterende bomen door een European Treeworker en deze heeft advies gegeven over
◦ het kappen van de zieke bomen;
◦ het rooien van de bomen noodzakelijk voor het uitvoeren van de nutswerken;
◦ het maximum behoud van de eerste lijn laanbomen tijdens de uitvoering van de werken door ontwerpaanpassingen.
Juridische gronden
• Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Bestuursdecreet van 7 december 2018.
• Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
• Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
• Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Argumentatie
• Maximum behoud van de bomen door de grachtprofilering niet uit te voeren en het ontwerp plaatselijk te wijzigen. Er moeten slechts zes eerste lijn laanbomen extra geveld te worden.
• Vier laanbomen dienen omwille van slechte staat preventief te worden gerooid.
• Omwille van de nutswerken dienen nog 33 bomen (van diverse grote orde) extra gerooid te worden die op de nutsleidingssleuf tegen het privaat eigendom.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het effectanalyserapport van de European Treeworker en gaat akkoord met de voorgestelde aanbevelingen en aanpassingen. Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan om het bijkomend kappen volgens het voorstel van de Europeen Treeworker.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen vraagt om tijdens de uitvoering van de werken extra aandacht en zorg te dragen voor de te behouden bomen.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om te communiceren over de opstart van fase 2a en 2b voor de werken aan de nutsleidingen en in deze communicatie de aandacht en de zorg voor de bomen te verduidelijken.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Verslag schatting - Karekiet 47-59 - Vraag naar schriftelijk akkoord eigenaar
Voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. In de vergadering van 1 april 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist om een schattingsverslag te laten opmaken voor de eigendom gelegen aan de Karekiet 47-59.
Feiten en context
De eigendom gelegen aan de Karekiet 47-59 is geschat door een beëdigd schatter aan een totaalprijs van 66.000 euro. De prijs per m² voor dit perceel met een oppervlakte van 2323 m² is door de schatter bepaald op 28,41 euro per m².
Juridische gronden
• Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.
• Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden
• Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden
Argumentatie
De problematiek op het Schildestrand.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen doet een bod op deze eigendom van 28,41 euro per m² of een totaalprijs van 66.000 euro en vraagt een schriftelijk akkoord aan de eigenaar voor dit bod.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Patrimonium - Aankoop - Friedadreef 86
Voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van het perceel gelegen aan de Friedadreef 86 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 X15 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 22.000 euro of 49,21 euro per m².
Feiten en context
De waarde van deze eigendom die een oppervlakte van 447m² heeft, is geschat aan de totaalprijs van 22.000 euro of 49,21 euro per m² wat meer is dan de 35 euro per m² die maximium gegeven wordt per m². Het college van burgemeester en schepenen heeft een bod gedaan van 35 euro per m² op deze eigendom. De eigenaar heeft zijn akkoord gegeven met de totaalprijs van 15.645 euro of 35,00 euro per m².
Juridische gronden
• Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.
• Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden
• Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden
Argumentatie
De problematiek op het Schildestrand.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het akkoord van de eigenaar met het bod van 35 euro per m² en de totaalprijs van 15.645 euro.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen agendeert het dossier op de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de aankoop.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Patrimonium - Aanstellen notaris - Friedadreef 17
Voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m, dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van de eigendom gelegen aan de Friedadreef 17 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 M 18 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 8.150 euro of 33,67 euro per m².
Juridische gronden
• Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.
• Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden
• Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden
Argumentatie
De problematiek op Schildestrand.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt notaris Cootjans en Haagdorens aan om de notariële akte op te maken.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Vennebosstraat 2A - de heer Santi Escutia - het bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten - OMG 2019/31
Voorgeschiedenis
o instandhoudingswerken na brand en uitbreiding woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 november 2008 - 2008/374
o nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 maart 1994 - 1994/4
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Santi Escutia, Nachtegalendreef 24, 2980 Zoersel op 17 januari 2019 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vennebosstraat 2A.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 30 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 15 mei 2019.
Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:
I.– ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN
De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:
a. Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.
b. Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.
c. Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.
d. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.
Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN
a. Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.
b. Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)
c. Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.
d. Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.
e. Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.
f. Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.
g. Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.
(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).
Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN
Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.
Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:
a. het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.
b. de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.
c. de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.
Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN
a. Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.
b. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.
c. Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.
d. De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.
e. Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.
Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG
a. Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.
b. Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.
c. Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.
d. Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.
e. Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.
Artikel 15 – ZONES VOOR OPEN BEBOUWING 750m²/15 en 1.000m²/20m.
A. Verkaveling
a) Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20m.
b) Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750m²/15m en minimum 20m voor de zones gemerkt 1.000m²/20m.
B. Bebouwing.
a. Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.
b. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.
c. Gevelbreedte: minimum 7m, maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.
d. Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.
e. Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:
1) Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.
2) Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.
3) Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.
Artikel 22 – ZONES “NON-AEDIFICANDI”
A. Bestemming:
a. In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.
b. Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.
c. Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.
d. Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.
Artikel 22 – ZONES VAN ACHTERUITBOUW
C. Bestemming:
Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.
Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.
D. Bebouwing:
Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.
Alle bebouwing is verboden.
E. Afsluiting langsheen de wegenis:
In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.
F. Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.
G. Elke andere soort afsluiting is verboden.
c) Bestaande toestand
Het betreft een onbebouwd perceel van 1.302m² groot.
Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en een school.
De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en half open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
d) Nieuwe toestand
De aanvraag gaat over het bouwen van een meergezinswoning met 2 woonentiteiten op een perceel van 1.302m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 23,06m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op 3,00m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9,00m op een kavelbreedte van 15,00m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 10,00m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in witte gevelsteen.
Op 21,00m achter de woning en op de linker en rechter perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 2,50m diep, 15,00m breed en 2,50m hoog. De gevels worden bekleed in witte gevelsteen, afgewerkt met een plat dak.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 172,5m².
De toegang tot het perceel is 3,00m breed. De oprit wordt aangelegd in kiezels en ligt op de linker perceelsgrens. Voor de woning wordt een terras van 36m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 350m².
Er worden geen bomen gerooid.
Juridische gronden
f. Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
g. Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
h. Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
i. Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
j. Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
k. Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
l. Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
m. Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
n. Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
o. Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
p. Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
q. Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
r. Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
s. Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
t. Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
Inspraak en advies
4) Er werden geen interne adviezen gevraagd.
e. Brandweer Malle
Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 20 februari 2019 onder referentie PR 1900073-01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:
o A: artikel 4.2.2.5. De toegangsdeur naar de kelder dient Rf 30min te bezitten;
o B: artikel 6.5.4. Veiligheidsverlichting dient te worden voorzien, niet terug te vinden op de plannen.
Hierdoor:
o Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.
Rekening houdend met de vastgestelde inbreuken op de van toepassing zijnde wetgeving brengt de brandweerdienst een gunstig advies met opmerkingen uit inzake brandveiligheid.
f. Fluvius System Operator
Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 11 februari 2019 onder referentie 46102561, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Op deze locatie is er geen behoefte aan een lokaal voor de oprichting
van een middenspanningscabine. Wij kunnen de bijkomende wooneenheden
aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt
blijven tot 9,2 kVA per aansluiting en 22.2 kVA voor de algemene delen.
Dit advies blijft 1 jaar geldig.
Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.
g. Pidpa
Op 4 februari 2019 werd er advies gevraagd. Volgens Pidpa is het advies niet vereist.
h. Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 12 maart 2019 onder referentie 190137 L-19-254, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
o beschrijvend gedeelte:
- de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
- het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
- de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);
- het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
- deze lijst is limitatief.
- De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
o Voorwaarden:
Specifieke voorwaarden:
o Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
o De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
Algemene voorwaarden:
i. Proximus
Het advies van Proximus afgeleverd op 15 februari 2019, luidt: gunstig.
Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.
Er werden 1 schriftelijk en 5 digitale bezwaren ingediend.
De bezwaren handelen over:
1. Volgens het BPA mogen er enkel eengezinswoningen worden gebouwd;
2. Een bezwaar handelt over het algemeen uitzicht en de materiaalkeuzen. De op te richten woning is niet in harmonie met het karakter en uitzicht in de omging;
3. Een parking voor auto’s achterin de tuin met een oprit over de volledige lengte van het perceel is onaanvaardbaar;
4. De berging achteraan is esthetisch niet verantwoord en dient op minstens 1m afstand van de perceelsgrens voorzien worden;
5. Het ontwerp is niet conform de beleidsnota van 31 oktober 2017;
6. Het moderne en hoekige vormgeving past niet in de landelijke omgeving;
7. Een dakverdieping met een plat dak met dezelfde breed als de onder verdieping is geen dak binnen de contouren van een hellend dak;
8. De parking achteraan de woning zal voor visuele en auditieve overlast zorgen;
9. De berging voor fietsen en afval zijn te groot;
10. Doordat de berging over de volledige breedte van het perceel ingeplant wordt kan de eigenaar via zijn perceel geen onderhoud uitvoeren in de achterliggende zone van het perceel;
11. Fietsen en vuilbakken horen tussen de straat en het huis voorzien te worden;
12. De tuin dienst zoals bij alle buren langs de achterzijde voorzien te worden. Achteraan mogen geen auto’s komen;
De bezwaren worden als volgt beoordeeld:
1. De bestemming BPA Dorpskom Zuid deel 1 bepaalt niet dat het perceel enkel geschikt is voor een eengezinswoning.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
2. In de omgeving komen contrasterende stijlen voor. Verderop in de straat staat een modern gebouw naast een beschermd dorpszicht.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
3. De tuin is voorzien voor de woning en hun aanhorigheden. Het parkeren van een auto is een aanhorige functie bij het wonen. Per woonentiteit dient er minstens 1,5 parkeerplaats voorzien te worden. Doordat er dubbel zoveel parkeerplaatsen voorzien worden, is dit niet in verhouding met het project.
Het bezwaar is ontvankelijk en deels gegrond.
4. Er kan afgeweken worden van de inplanting van het bijgebouw mits akkoord van de aanpalende eigenaars. Aangezien de eigenaars niet akkoord zijn, dient het bijgebouw ingeplant te worden op 1m van de perceelsgrens.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
5. De aanvraag is conform de beleidsnota die goedgekeurd is op de gemeenteraad van 20 november 2017.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
6. Zie punt 2.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
7. Het denkbeeldig hellend dakvlak is parallel met de voorgevel voorzien. Om een dakverdieping met plat dak binnen de contouren van een hellend dat te voorzien, dient dit op minimum 3,2m uit te voorgevelbouwlijn ingeplant te worden. De dakverdieping wordt 4m achter de voorgevelbouwlijn voorzien.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
8. De tuin is voorzien voor de woning en hun aanhorigheden. Het parkeren van een auto is een aanhorige functie bij het wonen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
9. Het BPA bepaalt dat een bijgebouw 40m² groot mag zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
10. Er worden aan beide zijde van de berging deuren voorzien zodat er een doorgang is naar het achterliggende gedeelte van het terrein.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
11. Aan de voorzijde van het gebouw is zone voor achteruitbouw van 6m. In deze zone is bebouwing verboden.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
12. Zie punt 8.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
Argumentatie
Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 10.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,16m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
o Het BPA bepaalt dat een bijgebouw op minstens 1m van de eigendomsgrens moet staan. De aanvraag voorziet een bijgebouw tot op de linker en rechter perceelsgrens.
o De verkaveling bepaalt dat het lot enkel mag aangewend worden voor een vrijstaande eengezinswoning. De aanvraag voorziet een meergezinswoning met 2 woonentiteiten.
In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Omdat er tijdens het openbaar onderzoek een gegronde bezwaren ingediend werden met betrekken tot de inplanting van het bijgebouw en de parkeerplaatsen, wordt het bijgebouw en een gedeelte van de verharding geschrapt uit de vergunning. De zone dient aangelegd te worden als groene ruimte.
Sinds 1 januari 2018 is een afwijking op een BPA of verkaveling ouder dan 15 jaar geen grond tot weigeren van de aanvraag. De geldende verkaveling 1994/4 dateert van 29 maart 1994 en is ouder dan 15 jaar. De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Het perceel van de aanvraag is gelegen in de dorpskern. Door een meergezinswoning met 2 woonentiteiten te voorzien binnen de contouren van een eengezinswoning wordt het ruimtelijk rendement verhoogd.
Mits te voldoen aan de voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
- het advies van Pidpa naleven;
o het advies van Telenet naleven;
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het college van burgemeester en schepenen motiveert de beslissing als volgt:
• in het straatbeeld komen geen meergezinswoningen voor. De aanvraag is niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening;
• de privacy kan niet gewaarborgd worden aangezien de aanvraag een terras voorziet op de tweede verdieping;
• de Vennebosstraat is een doodlopende en smalle straat. Hierdoor wordt dubbel verkeer bemoeilijkt. Het voorzien van een meergezinswoning in deze straat zal een ongunstig effect hebben op de mobiliteit in de omgeving;
• het perceel is te smal voor een meergezinswoning met bijhorende parking in de tuinzone, hierdoor is goede nabuurschap niet gewaarborgd.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Kerkstraat 61 - ZORGCENTRUM SINT LODEWIJK VZW - het bouwen van een kleine aanbouw aan de inkomhal - OMG 2019/154
Voorgeschiedenis
o bouwen van een verblijfszaal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 april 1997 - 1996/296
o vergroten van de dakuitbouw van de derde verdieping van blok a van het sint lodewijk rusthuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 mei 2000 - 1999/299
o uitbreiding receptie - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 november 1990 - 1990/211
o uitvoeren verbouwingswerken - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 december 1976 - sgr1976/122
o uitbreiding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 1974 - sgr1974/60
o verbouwen van rusthuis - blok b - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 2004 - 2003/326
o verbouwing rusthuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 april 1962 - sgr1962/17
o 2 schuilhuisjes - vergunning door stedenbouw - 3 december 1965 - sgr1965/72
o vergroting - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 april 1955 - sgr1955/04
o nieuwe kapel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 juni 1951 - sgr1951/14
o bouwen van 40 serviceflats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 december 2005 - 2005/04
o terreinaanleg (met fietsenstallingen, 77 autostaanplaatsen, huisvuilberging) en gebouw met hoogspanningscabine en garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 maart 2006 - 2006/31
o verbouwen van rusthuis blok a - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 oktober 2008 - 2008/210
o verbouwen van een zorgcentrum, blok c - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 september 2012 - 2012/125
o het uitbaten van een zorgcentrum - aktename door college van burgemeester en schepenen - 31 december 2018 - M 2018/584
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door ZORGCENTRUM SINT LODEWIJK VZW gevestigd Kerkstraat 61, 2970 Schilde op 21 maart 2019 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kerkstraat 61.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een kleine aanbouw aan de inkomhal.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 maart 2019. De uiterste beslissingsdatum is 27 mei 2019.
Op het perceel is vandaag een rusthuis aanwezig sinds 1960.
Het rusthuis bestaat uit verschillende blokken verspreid over her perceel.
De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 2.484,66m² op een perceel van circa 20.280m².
Het perceel is gelegen in de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Rechts aanpalend is een weg, de Ijzermaalsesteenweg die enkel toegankelijk is voor voetgangers en fietsers.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- en meergezinswoningen.
De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg. Deze wordt vaak gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen, open en gesloten bebouwing.
Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag gaat over het aanbouwen van een kleine aanbouw aan de inkomhal op een perceel van 20.280m².
Er wordt een uitbouw van 10,59m² aan de voorgevel aangebouwd zodat duidelijk is waar de hoofdingang van het gebouw is.
Volgende werken worden aangevraagd:
o De deuropening in de kapel wordt aangepast;
o Het onderbrengen van een rokerslokaal in de ongebruikte verbindingsgang tussen blok A en blok B op verdieping +1.
De bestaande vergunde afmetingen blijven behouden.
De uitbreiding heeft een hoogte van 3m en een plat dak. De inkomhal wordt zoveel mogelijk met beglazing voorzien en zal aan de buitenzijde afgewerkt worden met zinken bekleding.
De totale bebouwde grondoppervlakte wordt 2.495,25m².
Er worden geen bomen gerooid.
Juridische gronden
Inspraak en advies
Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210001 van 6.1 + 20 tot 6.2 + 15):
o De grens van het openbaar domein is geschat op 9m;
o De rooilijn ligt op 21,50m uit de gevellijn van de overzijde (KB 21/02/1936);
o De zone van achteruitbouw bedraagt 0m;
o De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21,50m uit de gevellijn van de overzijde.
Publiciteit:
o Geen.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
Algemene voorwaarden gewestweg
1) Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:
o Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;
o Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.
2) Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:
Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.
Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.
Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.
3) Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.
Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.
Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.
De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.
De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.
4) In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.
5) In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.
In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.
In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.
6) Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.
7) Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …)
8) De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.
9) De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.
10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).
Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …
Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …
11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.
12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.
13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.
14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.
15)Reliëfwijzigingen
Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.
16)Slopen
o De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.
o Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.
o De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.
o De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.
o De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.
o De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.
Argumentatie
Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
o Functionele inpasbaarheid
Het aanbouwen van een kleine aanbouw aan de inkomhal is functioneel inpasbaar in deze omgeving.
o Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
Het aantal van 75 parkeerplaatsen blijft behouden.
o De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
o Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.
o Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
o Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.
o Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
17)het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - De Dreef van Zonnebos 1 - de heer Dirk Joris - het uitbreiden van een vrijstaande woning met een tuinkamer, de aanleg van een terras en de regularisatie van de inplanting van de woning op een perceel - OMG 2019/80
Voorgeschiedenis
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 1967 - sgr1967/78
o nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1967 - sgr24a
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Dirk Joris met als contactadres Voetbooglaan 17, 2960 Brecht op 14 februari 2019 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Dreef van Zonnebos 1.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van een vrijstaande woning met een tuinkamer, de aanleg van een terras en de regularisatie van de inplanting van de woning op een perceel.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 19 februari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 4 juni 2019.
Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied, nrs. 1 tot en met 16, 21 tot en met 25,27, 29 tot en met 69, 71 tot en met 97 en 102 tot en met 242)
2.1. Bouwstrook
1. Bestemming
Woningen.
2. Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels
3. Plaatsing
a) Voor- en achtergevel: vrije plaatsing binnen de bouwstrook.
b) Zijgevels: op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
4. Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
5. Bouwdiepte
a) Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.
b) Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.
6. Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek:
a) hoofdgebouw: maximum 7m;
b) bijgebouwen: maximum 3m.
7. Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.
8. Materialen
a) Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
b) Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.
2.2. Strook voor tuinen
1. Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.
2. Plaatsing
a) Gevel: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
b) Overige gevels: op minimum 3m afstand van der perceelsgrenzen.
3. Bouwhoogte
Gemeten van het grondplein tot bovenkant deksteen of onderkant dakoversteek: maximum 3m.
4. Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.
5. Materialen
a) Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
b) Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.
2.3. Bouwvrije voortuinstrook
Diepte zie plan
1. Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.
2.4. Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m, met dien verstande dat de som van de breedte der beide zijtuinstroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
1. Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.
c) Bestaande toestand
Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1968.
De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 200,57m² op een perceel van circa 1.211m².
Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.
Het perceel is een hoekperceel tussen de Moerstraat en De Dreef van Zonnebos.
Het perceel langsheen de Moerstraat wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Het perceel langsheen De Dreef van Zonnebos wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.
Beide straten zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.
Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
d) Nieuwe toestand
De aanvraag gaat over enerzijds de uitbreiding van een vrijstaande woning met een tuinkamer en de aanleg van een terras, anderzijds de regularisatie van de inplanting op een perceel van 1.211m².
De woning werd ingeplant tot op 8,27m uit de rooilijn langsheen de Moerstraat en tot op 19,25m uit de rooilijn langsheen De Dreef van Zonnebos.
De woning is tot op 5,01m van de linker perceelsgrens ingeplant en tot op 3m van de achter perceelsgrens.
De gevel van de woning heeft een breedte van 17,37m op een kavelbreedte van 41,26m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,03m.
De kroonlijsthoogte van de tuinkamer bedraagt 3,45m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.
De gevels worden opgetrokken in glas en aluminium. Het dak is plan en wordt afgewerkt in hout.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 219,17m².
De toegang tot het perceel is 4m breed. De oprit werd aangelegd in kasseien en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen. Naast de woning wordt een terras van 21m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 101m².
Er worden geen bomen gerooid.
Juridische gronden
6. Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
7. Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
8. Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
9. Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
10. Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
11. Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
12. Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
13. Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
14. Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
15. Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
16. Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
17. Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
18. Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
19. Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
20. Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
Inspraak en advies
c) Er werden geen externe adviezen gevraagd.
d) Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 29 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een woning te verbouwen, een terras te bouwen en de inplanting van de woning te regulariseren. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
c) voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;
2. de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;
3. de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;
4. de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;
5. bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
6. indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
7. geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;
8. de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;
9. om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;
10. een bankwaarborg te voorzien van 1.500 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
2. Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 1 maart 2019 tot 30 maart 2019.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Argumentatie
Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Sint Jobsteenweg 8 - HERMITAGE BVBA - het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten - OMG 2019/73
Voorgeschiedenis
o bouwen overdekte bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 juli 1997 - 1997/64
o villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 juli 1962 - sgr1962/24
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 februari 1968 - sgr1967/76
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door HERMITAGE BVBA gevestigd Turnhoutsebaan 532 B, 2970 Schilde op 11 februari 2019 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Sint Jobsteenweg 8.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 14 maart 2019. De uiterste beslissingsdatum is 13 mei 2019.
Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds de periode tussen 1900 en 1918 volgens de gegevens van het kadaster. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 181m² op een perceel van circa 908,02m².
Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één-en meergezinswoningen en een horecazaak.
De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:
|
|
De aanvraag gaat over het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten op een perceel van 908,02m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 3,94m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op 3,00m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 12,49m op een kavelbreedte van 18,49m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,00m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 11,00m. De gevels worden opgetrokken in recuperatie baksteen. Het dak wordt afgewerkt met blauw gesmoorde dakpannen.
Op 10m achter de woning en op de linker perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 15,00m diep, 6,00m breed en 2,80m hoog. De gevels worden bekleed in thermowood, afgewerkt met een plat dak.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 302,25m².
De toegang tot het perceel is 3,74m breed. De oprit wordt aangelegd in grasdals en ligt op de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt 2 terrassen van telkens 7,5m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 233,72m².
Er worden bomen gerooid.
De bronbemaling betreft een tijdelijke installatie die enkel aangewend voor de bouw van de meergezingswoning.
Juridische gronden
Inspraak en advies
o de beuken in het achtertuingedeelte dienen als bomengroep onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;
o de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven. In die zin is het noodzakelijk om het aantal parkeerplaatsen en verhardingen te verminderen afhankelijk van de resultaten van het boombeschermingsplan;
o indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
o geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;
o een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
o beschrijvend gedeelte:
o Specifieke voorwaarden:
o Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
o De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
o Algemene voorwaarden:
Hierdoor:
De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag mits naleving van volgende voorwaarden:
van een middenspanningscabine. De bijkomende wooneenheden kunnen aangesloten worden vermits de uitbreiding van het laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2 kVA per aansluiting en 22,2 kVA voor de algemene delen.
Er is een gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.
o beschrijvend gedeelte:
o de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
o het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
o de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
o het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
o het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
o de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
o deze lijst is niet limitatief.
o De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
o Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
o De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
o Algemene voorwaarden:
De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Er werd een schriftelijk bezwaar ingediend.
De bezwaren handelen over:
o Op dit perceel is slechts wonen in tweevoud toegestaan volgens de beleidsnota;
o De oprit met een breedte van 3m kan geluidsoverlast veroorzaken;
o Voor de aanleg van de oprit dient een boom gerooid te worden die zorgt dat wederzijdse inkijk beperkt is;
o De hoogte en de diepte van het gebouw zal de lichtinval via de zijgevel nadelig beïnvloeden;
o De bezwaar indieners wensen dat de haag op de rechter perceelsgrens behouden blijft.
De bezwaren worden als volgt beoordeelt:
1. In de onmiddellijke omgeving komen meergezinswoningen voor met 4 en 5 woonentiteiten.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
2. In woongebied is het toegelaten om de verharding te voorzien tot tegen de perceelsgrens. Een oprit van 3m breedte is aanvaardbaar om comfortabel te gebruiken.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
3. De oprit is de strikt noodzakelijke toegang naar de carports en de parkeerplaatsen. De afstand tussen ramen en terrassen en het aanliggende perceel bedraagt meer dan 1,90m zoals bepaald wordt in artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek. De meergezinswoning wordt op voldoende afstand van de perceelsgrens ingeplant om de privacy te waarborgen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
4. In woongebied is er een bouwvrije zijtuinstrook van 3m. Het gebouw van de aanvraag heeft een vergelijkbare hoogte en bouwdiepte als het rechts naastgelegen gebouw.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
5. Het verwijderen van een haag is geen vergunningsplichtige handeling.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
Argumentatie
Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 8.140 liter en een infiltratieoppervlakte van 12,40m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 14 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van vijf meter met het oog op een grondwaterverlaging tot vier meter onder het maaiveld.
De pomp heeft een debiet van 10m³/uur. Behoudens onvoorziene omstandigheden verwacht de exploitant dat er 16 weken zal gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 26.800m³ wordt geschat.
Verwacht wordt dat de bronbemaling op 1 augustus 2019 zal starten. In de daaropvolgende periode is er minder kans op wateroverlast in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat in de zomer er eerder kans is op droogteschade. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.
De aanvrager geeft aan al het water te lozen via de riool omdat de omgeving niet is uitgerust met een grachtenstelsel waarop het water kan aangesloten worden. In de aanvraag wordt geen rmelding gemaakt van infiltratie.
Gezien de perceeloppervlakte, de bewoonde en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.
De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:
o de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.
o de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.
o de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
Het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
|
|
2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.
De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop.
De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.
Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.
De bronbemaling mag niet langer duren dan strikt noodzakelijk in functie van de bouwwerken.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
|
|
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Oudebaan 181 - de heer Wouter Janssens - het bouwen van een bedrijfsgebouwen en een woning bij een tuinbouwbedrijf - OMG 2018/612
Voorgeschiedenis
o het herbouwen van een woning met bijgebouwde stallen tot eengezinswoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 11 december 2017 - SV 2017/154
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Wouter Janssens, Bethaniënlei 181, 2980 Zoersel op 25 december 2018 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudebaan 181.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een bedrijfsgebouwen en een woning bij een tuinbouwbedrijf.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 31 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 mei 2019.
Op het perceel is een hoeve aanwezig sinds 1931 volgens de gegevens van het kadaster.
Op het perceel zijn nog een schuur en een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 868m² op een perceel van circa 40.181m².
Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een weiland.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: weiland, ééngezinswoningen en een hagar.
De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:
|
|
De aanvraag gaat over het bouwen van een bedrijfsgebouwen met een woning bij een tuinbouwbedrijf op een perceel van 40.181m². Het gebouw bestaat uit twee aan elkaar gekoppelde delen. In het linkse gedeelte bevindt zich een bedrijvenhal. In het rechtse gedeelte te bevindt zich een bedrijfswoning. Het gebouw wordt ingeplant tot op 23,22m uit de rooilijn, op 15,28m van de rechter perceelsgrens en op 50,60m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 38,4m op een kavelbreedte van 104,28m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 53,80m. De maximale kroonlijsthoogte bedraagt 4,337m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak tussen de 30° en 55° met een maximale nokhoogte van 10,64m. De gevels worden opgetrokken in handgevormde rood genuanceerde gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met gegolfde rood-bruin genuanceerde keramische pan.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 1.035m².
De toegang tot het perceel is 7,07m breed. De oprit wordt aangelegd in gepolierd beton en ligt op minimum 43,12m van de rechter perceelsgrens. Er worden 2 terrassen van tesamen 83m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 3.337m².
Er worden bomen gerooid.
In de bedrijfsgebouwen en op het bedrijfsterrein zal een tuinbedrijf gevestigd worden. Het betreft een bedrijf dat bij klanten het tuinonderhoud zal uitvoeren. Materiaal dat hiervoor nodig is zal opgeslagen worden op het terrein. Ook het afval van de werven zal in afwachting van de wettelijke afvoer aldaar gedeponeerd worden. De exploitant heeft ook de intentie om op het terrein planten te kweken voor hun tuinverzorgingsprojecten.
Juridische gronden
Inspraak en advies
o de te vellen bomen worden vervangen door nieuwe bomen zodat de groene uitstraling van de omgeving wordt hersteld. In die zin is het noodzakelijk om een heraanplanting uit te voeren met minstens 8 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 8 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;
o de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;
o de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;
o de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;
o bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
o indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving.
o Er moet minstens een regelmatig te onderhouden KWS-afscheider met sedimentvang en coalescentiefilter geïnstalleerd worden, welke moet voldoen aan EN 858 en DIN 1999, teneinde de infiltratiecapaciteit en de kwaliteit van het grondwater en het oppervlaktewater te beschermen;
o Aangezien de volledige woning onderkelderd wordt en een afhellende inrit wordt voorzien naar de ondergrondse parkeerplaatsen adviseren we bij de aanleg rekening te houden met een mogelijk overstromingspeil van 11,70 mTAW. Alle eventuele (geve)openingen onder dit peil moeten waterwerend uitgevoerd worden.
Bijkomende aandachtspunten:
o De lozing van huishoudelijk afvalwater door middel van een IBA moet voldoen aan de voorschriften artikel 4.2.8.1.1. van Vlarem II;
o Op dit project met een verharding van meer dan 200m² moet door de initiatiefnemer de pesticidetoets toegepast worden om te garanderen dat er tijdens de exploitatiefase geen problemen ontstaan. De leidraad pesticidevrij ontwerpen bundelt tips om verhardingen en groenzones op een efficiënte manier pesticidevrij te beheren.
Nieuwbouw in combinatie met een functiewijziging kan vanuit landbouwkundig standpunt niet worden aanvaard. Een functiewijziging betekent immers de valorisatie van een bestaand gebouwenpatrimonium. Dit betekent dat enkel de bestaande vergunde gebouwen en verhardingen kunnen worden gebruikt.
o beschrijvend gedeelte:
- de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
- het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
- de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
- het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
- de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
- deze lijst is limitatief.
- De ontwikkeling is gelegen in het individueel te optimaliseren buitengebied, waar het afvalwater individueel zal moeten gezuiverd worden door middel van een IBA (rood).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
o Specifieke voorwaarden:
o Algemene voorwaarden:
o Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 10 februari 2019 tot 11 maart 2019.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Argumentatie
Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 30.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 196.800 liter en een infiltratieoppervlakte van 139,20m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag voor de ingedeelde activiteiten beperkt zich tot meldingsplichtige activiteiten, wat maakt dat de kans op overlast voor mens en omgeving eerder gering is.
Het bedrijf beschikt over 5 voertuigen die grotendeels inzet worden op de werven, wat maakt dat de geluidsuitstoot aldaar eerder gering is. Na de activiteiten zullen deze geparkeerd worden op het bedrijfsterrein op een verharde locatie zodat er weinig kans bodemverontreiniging naar aanleiding van eventuele lekkages. Ook het reinigingen van de voertuigen gebeurt op het terrein. Dit dient uitgevoerd te worden op een verharde zone met wateropvang zodat de kans op bodem- oppervlaktewaterverontreiniging wordt uitgesloten. Het bedrijf voorziet in een opslagtank van 5 ton voor brandstof en ook in en verdeelinstallatie zodat het tanken ter plaatse mogelijk is. Mits het naleven de geldende sectorale voorwaarden is de exploitatie van deze activiteiten aldaar te verantwoorden.
Er gebeuren geen herstellingswerken aan de voertuigen op deze locatie. Er wordt enkel voorzien in een compressor voor het oppompen van banden. Het betreft een toestel met beperkt vermogen. Bij correct gebruik van het apparaat is geluidsoverlast zeer beperkt.
In het bedrijf is ook een opslag voorzien van fyto-producten van maximum 2 ton. Deze worden aangewend bij de klanten. De opslag ervan dient wel op het bedrijf te gebeuren onder de strikte toepassing van de geldende sectorale voorwaarden.
Er wordt een grondwaterwinning voorzien van max. 5000 m³/jaar voor de irrigatie van de planten. Voor deze rubriek werd het advies gevraagd van de Vlaamse milieumaatschappij.
VMM heeft voorwaardelijk gunstig advies gegeven. Ter garantie van de bodemwater- en oppervlaktewaterkwaliteit dienen de voorwaarden strikt toegepast te worden. Deze dienen als bijzondere voorwaarden opgenomen te worden in de vergunning.
- Functionele inpasbaarheid
Het Departement Landbouw en Visserij heeft een ongunstig advies uitgebracht. Het Departement Landbouw en Visserij is van mening dat de functiewijziging van een tuinbouwbedrijf naar tuinaanlegbedrijf enkel mogelijk is binnen de vergunde en niet verkrotte voormalige landbouwbedrijfsgebouwen en niet in combinatie met een nieuw gebouw.
In de aanvraag wordt er circa 30.800m² voorzien voor het kweken van bomen en planten in volle grond op een perceel van 40.181m². Bijkomend worden op de aanpalende percelen met kadaster nummer 578C, 579D, 578E, 578F en 578G een bijkomende oppervlakte van circa 54.775m² voorzien voor het stockeren en aanplanten van hagen, struiken, bomen,... De aanvraag voorziet een aanzienlijke oppervlakte voor het kweken van planten en bomen in volle grond. Hieruit kan men afleiden dat de aanvraag een tuinbouwbedrijf als hoofdfunctie voorziet en geen tuinaanlegbedrijf. Nieuwe gebouwen bij een tuinbouwbedrijf zijn functioneel inpasbaar in agrarisch gebied.
Het bouwen van bedrijfsgebouwen en een woning bij een tuinbouwbedrijf zijn functioneel inpasbaar in deze omgeving.
- Het mobiliteitsaspect
De aanvraag voorziet 2 ondergrondse parkeerplaatsen bij de bedrijfswoning en 8 parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers. De parkeerplaatsen zijn 2,75m breed en 6,00m diep. De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
- De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
- Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.
- Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
- Bodemreliëf
De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
o het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 15.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 85.125 liter en een infiltratieoppervlakte van 136,20m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
Het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
|
|
2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
Artikel 3. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:
1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
|
|
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - De Nachtegaal 24 - Ronald Van Genechten - het aanbouwen van een veranda - M 2019/209
Het punt is verdaagd.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Bouwen - openbaar onderzoek
Juridische gronden
• Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.
• Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.
Kennisname
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:
van 12 mei 2019 tot en met 10 juni 2019 ten gevolgen van een wijzigingsverzoek | Waterlaatstraat 66 | het bouwen van 2 meergezinswoningen met telkens 2 woonentiteiten | OMG 2018/613 |
van 16 mei 2019 tot en met 14 juni 2019 | Eugeen Dierckxlaan 15 | een groepswoningbouwproject met 6 woonentiteiten | OMG 2019/187 |
van 19 mei 2019 tot en met 17 juni 2019 | Zandhovensebaan 13 | het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning in halfopen bebouwing. | OMG 2019/202 |
van 19 mei 2019 tot en met 17 juni 2019 | Kasteeldreef 29 | het uitbreiden van een woning en het aanleggen van een openlucht zwembad | OMG 2019/219 |
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Schildestrand - brief nationaal komitee en coordinatieoverleg
Voorgeschiedenis
• 9 februari 2015 - het college van burgemeester en schepenen verleent de goedkeuring aan devisie en de doelstellingen voor het project Schildestrand om een duurzame oplossing uit te werken voor dit gebied
• 22 augustus 2017 - de gemeenteraad keurt het bestek 2017-041, opmaak masterplan
Schildestrand, goed
• 22 november 2017 - het college van burgemeester gunt de opdracht opmaak masterplan
Schildestrand aan Blauwdruk Stedenbouw bvba
• 8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de eerste resultaten van de waterstudie van 20 december 2017
• 18 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de oplevering van de studie sociaal behoefteonderzoek CAW goed en beslist om een coördinatievergadering te beleggen om de mogelijke pistes te verkennen
Feiten en context
• Op 22 maart 2019 heeft een coördinatievergadering plaatsgevonden met de provincie en het gewest alsook het CAW om de mogelijkheden van herlocalisatie of herbestemming te bespreken.
• Op 17 april 2019 heeft de gemeente de brief ontvangen van het Nationaal Komitee van Weekendverblijvers en Vaste Bewoners vzw met een memorandum.
Juridische gronden
• Artikel 56, §2 van het decreet lokaal bestuur
Het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen.
• Artikel 5.4.1. tot en met 5.4.4. van de VCRO van 1 september 2009
Definitie en aanpak van de permanente bewoning van weekendverblijven.
Kennisname
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van het Nationaal Komitee van Weekendverblijvers en Vaste Bewoners vzw alsook van het verslag van het coördinatieoverleg van 22 maart 2019.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Duurzaamheid - REG premies - maart 2019
Feiten en context
• Eandis stuurt een lijst door van de premies die zij uitbetaalde afgelopen maand. In deze lijst kunnen volgende maatregelen voorkomen: hoogrendementsbeglazing, warmtepomp, zonneboiler.
• 18 maart 2019: aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Ludo De Bruyn, Emiel De Backerlaan 7, Schilde.
Juridische gronden
• Subsidiereglement rationeel energiegebruik van 16 juni 2014 waarin de voorwaarden worden beschreven om een premie te bekomen.
• Samenwerkingsprotocol met Eandis, goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 april 2011, waarin staat dat Eandis maandelijks een lijst bezorgt met premieaanvragen waarvan zij hun premie hebben uitbetaald. Gemeente Schilde baseert zich op deze lijst om de gemeentelijke premie uit te betalen.
Argumentatie
• Gemeentelijke premies zijn een stimulans voor minder CO2-uitstoot en kadert in het burgemeestersconvenant (- twintig % CO2 tegen 2020).
• Aanvragen gascondensatieketels voldoen aan de voorwaarden van het subsidiereglement.
Financiële gevolgen
BBC actie | 002.001.012.002 |
Bedrag | 1.310,60 euro |
Registratiesleutel |
|
Visum financieel beheerder |
|
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de premies voor maart 2019, in verband met het REG-subsidiereglement, voor een totaal bedrag van 1.310,60 euro uit te betalen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Grote Beemd 15 - Johnny Snoeken - het vellen van 1 boom - VB 2019/129
Voorgeschiedenis
o bouwen van een weekendverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 juli 1994 - 1993/268
o weekeindverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 oktober 1994 - 1994/222
o bouwen van een weekendverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 juni 2009 - 2008/258
o woning - weigering door de deputatie - 22 maart 1993 - 1991/292
o regularisatie van een ontbossing - weigering door de deputatie - 5 juli 2012 - 2011/283
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Grote Beemd 15.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 boom.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 4 juni 2019.
Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Het Moer, goedgekeurd op 26 april 1994.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Het Moer Wijziging, goedgekeurd op 26 april 1994.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 1 els.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Prins Boudewijnlaan 73 - Roel Philippeth - het vellen van 4 dennen - VB 2019/150
Voorgeschiedenis
o bouwen van een bungalow-woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 januari 1949 - 1949/09
o bungalow - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1954 - 1954/157
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 maart 1974 - 1974/2
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 mei 1981 - 1981/36
o bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1994 - 1993/263
o bouwen van een villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 april 2006 - 2005/361
o het bouwen van een buitenzwembad van 45 m? - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 maart 2007 - 2007/34
o het bouwen van een poolhouse van 30 m? - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 maart 2007 - 2007/35
o het vellen van 12 dennen - gedeeltelijk voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 11 maart 2019 - VB 2019/38
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Prins Boudewijnlaan 73.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 dennen.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 juni 2019.
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 4 dennen.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Dwarsdreef 15 - William Colman - het vellen van 1 spar - VB 2019/153
Voorgeschiedenis
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1983 - 1983/08
o weekendhuisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 januari 1961 - 1961/08
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 januari 1970 - 1970/13
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 mei 1985 - 1985/40
o afbreken bestaande gebouwen en bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 2004 - 2003/289bis
o verbouwen van een bestaande eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 juni 2004 - 2004/181
o het bouwen van paardenstallen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 mei 2005 - 2005/95
o het bouwen van paardenstallen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juni 2006 - 2006/48
o afbraak woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2008 - 2008/36
o regularisatie van de aanleg van een rietveld van 40 m2 en de aanleg van een binnenzwembad zonder wijziging van het oorspronkelijk volume - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 februari 2008 - 2007/386
o bouwen van een villa, berging en zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 september 2008 - 2008/270
o bouwen van een villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 september 2008 - 2008/248
o nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2007 - 2007/8
o wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juli 2008 - 2008/7
o het vellen van 1 moeraseik - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 augustus 2018 - VB 2018/285
o het vellen van 1 amerikaanse eik - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2018 - VB 2018/142
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Dwarsdreef 15.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 spar.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Kasteeldreef 59 - Bergen B & D BVBA - het vellen van 7 sparren - VB 2019/156
Voorgeschiedenis
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 januari 1955 - 1955/10
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 april 1970 - 1970/38
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 1972 - 1972/111
o tuinpaviljoen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 mei 1975 - 1975/81
o uitbreiding : nota: niet uitgevoerd - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 augustus 1986 - 1986/151
o woning - vergunning door de deputatie - 11 april 1972 - 1971/119
o nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 31 oktober 1969 - 1969/10
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kasteeldreef 59.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 7 sparren.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 7 sparren.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Patrijzenlaan 31 - Jan Aerts - het vellen van 3 dennen - VB 2019/161
Voorgeschiedenis
o nieuwbouw eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juli 2000 - 2000/160
o aanleggen van een zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 januari 1999 - 1998/360
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 april 1980 - 1980/50
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 september 1982 - 1982/95
o bouwen van een tuinhuis + aanleg verhardingen - vergunning door de deputatie - 18 november 2010 - 2010/251
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Patrijzenlaan 31.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 dennen.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos, goedgekeurd op 9 mei 1959.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 3 dennen.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Philippedreef 2 - mevrouw Els De Ketelaere - het vellen van 1 wilg, 3 sparren en een haag - VB 2019/162
Voorgeschiedenis
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Philippedreef 2.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 wilg, 3 sparren en een haag.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 1 wilg, 3 sparren en een haag.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Blijde Inkomst 9 - Josephina Josephus De Ridder - het velllen van 1 spar, 1 berk, 1 plataan en 1 notenboom - VB 2019/163
Voorgeschiedenis
o bouwen van een villa (met poolhouse en zwembad) + afbraak bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 2008 - 2008/4
o villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 1972 - sgr1972/103
o bouwen van een zwembad van 45 m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 november 2009 - 2009/333
o bouwen van een tuinberging - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 januari 2010 - 2009/369
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Blijde Inkomst 9.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het velllen van 1 spar, 1 berk, 1 plataan en 1 notenboom.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het velllen van 1 spar, 1 berk, 1 plataan en 1 notenboom.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Leeuwerikendreef 10 - Christiaan Van den Bleeken - het vellen van 5 sparren en 1 berk - VB 2019/164
Voorgeschiedenis
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 1967 - 1967/44
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 november 1975 - 1975/162
o bouwen van een houten tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 maart 2003 - 2003/50
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Leeuwerikendreef 10.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 5 sparren en 1 berk.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 5 sparren en 1 berk.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Schaliënhoefdreef 46 - Bergen B & D BVBA - het vellen van 1 spar - VB 2019/169
Voorgeschiedenis
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 januari 1958 - 1958/04
o carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 1999 - 1998/224
o bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 juni 1992 - 1992/162
o verbouwen van een vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 maart 2004 - 2003/298
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Schaliënhoefdreef 46.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 spar.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 1 spar.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Fortsteenweg 30 - Sofie Belis - het vellen van 2 esdoorns, 2 sparren en 1 den en 1 berk sterk snoeien - VB 2019/174
Voorgeschiedenis
o verbouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 april 1998 - 1998/99
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1977 - 1977/231
o bouwen van villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 juli 1974 - sgr1974/74
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 mei 1967 - sgr1967/36
o landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 september 1965 - sgr1965/51
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Fortsteenweg 30.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 esdoorns, 2 sparren en 1 den en 1 berk sterk snoeien.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 2 esdoorns, 2 sparren, 1 den en 1 berk sterk snoeien.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: . Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Prins Boudewijnlaan 75 - Guy Albert Caeyers - het vellen van 2 dennen - VB 2019/175
Voorgeschiedenis
o bungalow - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1954 - 1954/157
o vijver - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 januari 1997 - 1997/03
o villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 april 1973 - 1973/20
o regularisatie van een dakkapel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2002 - 2002/171
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 maart 1974 - 1974/2
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 april 1976 - 1976/36
o verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 mei 1981 - 1981/36
o bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1994 - 1993/263
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Prins Boudewijnlaan 75.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Heidedreef 8 - Peter Michielsen - het vellen van 3 berken - VB 2019/176
Voorgeschiedenis
o bouwen van een zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 maart 2000 - 2000/94
o zwembad en tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 2000 - 2000/138
o bouwen va neen premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 oktober 1960 - 1960/158
o uitbreiden van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 mei 1992 - 1992/137
o verbouwen van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 november 1992 - 1992/257
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 maart 1985 - 1985/62
o bouwen van een garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 maart 1987 - 1987/51
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Heidedreef 8.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 berken.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 25 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 3 berken.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Schaliënhoefdreef 24 - Jef Wouters - het vellen van 1 den 2 cipressen en 1 spar - VB 2019/178
Voorgeschiedenis
o woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 1962 - 1962/06
o bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 augustus 1957 - 1957/102
o aanbouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 juni 1991 - 1991/127
o het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2019 - OMG 2018/568
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Schaliënhoefdreef 24.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den, 2 cipressen en 1 spar.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 25 juni 2019.
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 1 den, 2 cipressen en 1 spar.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Hoge Haar 4 - Stefan Schelkens - het vellen van 2 dennen - VB 2019/179
Voorgeschiedenis
o bouwen van een woning en zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juli 2000 - 2000/169
o verbouwen van de woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 30 september 1997 - 1997/197
o verbouwen van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 december 1997 - 1997/280
o bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juli 1989 - 1989/129
o villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 1955 - sgr1955/12
o verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 januari 2009 - 2008/360
o garage - weigering door de deputatie - 4 augustus 1971 - sgr1969/46
o het verbouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 2015 - 2014/221
o bouwen van een carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juni 2015 - 2015/86
o nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 1999 - 1998/12
o nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 22 mei 1974 - sgr69
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hoge Haar 4.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 25 juni 2019.
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 2 dennen.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Inspraak en advies
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Omgeving - Brasschaatsebaan 27 - Hilde Anne-Marie Van den Bogaert - het vellen van 5 sparren - VB 2019/181
Voorgeschiedenis
o vergroten slaapkamer, overdekken terras, verbreding dakkapel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 1959 - 1959/77
o bouwen van een premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 1960 - 1960/60
o premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1952 - 1952/26
o garage en studio - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 oktober 1963 - 1963/129
o verbouwing bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 mei 1976 - 1976/86
o appartementswoning met garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 november 1976 - 1976/166
o autobergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 november 1979 - 1979/159
o rietendak gedeeltelijk vervangen door een pannendak met pottelbergh rood pannen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 maart 2004 - 2004/43
o nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 mei 1976 - 1976/7
Feiten en context
De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Brasschaatsebaan 27.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het vellen van 5 sparren.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 25 juni 2019.
Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Het eigendom is getroffen door een rooilijn.
De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.
De aanvraag handelt over het vellen van 5 sparren.
Juridische gronden
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.
Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Argumentatie
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Beheerplan Schildehof
Voorgeschiedenis
• In 2012 werd door het studiebureau Stramien een masterplan opgemaakt voor het Schildehof. Op 28 augustus 2017 gaf het college van burgemeester en schepenen de opdracht aan het Regionaal Landschap der Voorkempen voor het schrijven van een bestek voor de opmaak van een geïntegreerd beheerplan voor Schildehof. Op 23 juli 2018 gunde het college van burgemeester de opdracht tot de opmaak van geïntegreerd beheerplan voor Schildehof aan de firma Landmax voor en bedrag van 25.117,23 euro exclusief BTW.
• De gemeenteraad keurt op 21 augustus 2018 een overeenkomst goed met VZW Regionaal landschap de Voorkempen.
• Op 11 juni 2018 werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een onderzoekspremie van 20.000 euro toegekend aan het Regionaal Landschap voor het opmaken van een geïntegreerd beheerplan voor het Schildehof.
• Op 24 oktober 2018 vond het startoverleg van de stuurgroep plaats, gevolgd nog door een tweede overleg op 17 december 2017 en twee plaatsbezoeken op 10 en 16 januari 2019 in het onderzoeksgebied.
• Op 11 februari 2019 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van de inhoud van de kennisgevingsnota OV 2 voor het geïntegreerd beheerplan Schildehof en gaf opdracht voor een bijkomende stuurgroepvergadering.
Feiten en context
Op 20 maart 2019 heeft een bijkomende stuurgroepvergadering plaats gevonden.
Doel van het overleg was duidelijke garanties te bekomen over de activiteiten die in de toekomst nog in het park kunnen doorgaan en meer specifiek in de zones waarop de natuurreservaatfunctie zou rusten. Tijdens het overleg werd duidelijk gespecificeerd dat er nog voldoende ruime "type-activiteiten" zullen worden beschreven in het beheersplan die inpasbaar zijn in de doelstellingen van het natuurreservaat.
Om de voortgang van het dossier niet in gedrang te brengen werd de kennisgevinsnota reeds aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) overgemaakt zodat ze reeds met het nazicht ervan konden starten.
Juridische gronden
• Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.
• Artikel 56 § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
• Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
• Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
• Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen
Argumentatie
• De kennisgevingsnota werd uitgebreid bediscussieerd in de stuurgroep om tot een gedragen consensus te komen. Ook in de bijkomende stuurgroepvergadering werd de bezorgdheid van het bestuur naar organisatie van evenementen omstandig besproken en werd duidelijk aangegeven dat er voldoende “type-beschrijvingen” in het beheerplan zullen opgenomen worden waarvoor een afwijking zal aangevraagd worden. Op die manier kunnen evenementen plaats vinden die de draagkracht van het gebied niet ondermijnen.
• ANB wacht momenteel het akkoord van het college van burgemeester en schepenen af om haar goedkeuring te verlenen aan de nota. Na dit akkoord kan het studiebureau verder werken aan het beheerplan.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de stuurgroepvergadering van 20 maart 2019.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft haar akkoord aan de inhoud van de kennisgevingsnota OV 2 voor het geïntegreerd beheerplan Schildehof. Het akkoord zal samen met het verslag van de stuurgroepvergadering van 20 maart 2019 aan het Agentschap voor Natuur en Bos worden overgemaakt.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Dierendag
Het punt is verdaagd.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Geschenk voorzitters Stembureaus verkiezingen
Voorgeschiedenis
Op 26 mei 2019 zijn er Europese en Federale verkiezingen
Feiten en context
De voorzitters van de gemeentelijke stembureaus worden aangeduid door de voorzitter van het kantonhoofdbureau. De gemeente Schilde heeft eveneens een oproep gedaan naar vrijwillige voorzitters. Bij de grote meerderheid is het een verplichte aanstelling. De voorzitters van de gemeentelijke stembureaus zijn verantwoordelijk voor de samenstelling en de inrichting van de stembureaus. Op de dag van de verkiezing moeten zij de stemverrichtingen controleren en afsluiten. Voor het waarnemen van deze taken wordt een vergoeding van 40 euro uitgekeerd.
Juridische gronden
Artikel 95§4 Kieswetboek
De voorzitter van het kantonhoofdbureau wijst de voorzitters van de stembureaus aan.
Argumentatie
• Het zoeken naar geschikte voorzitters is bij elke verkiezing een moeilijke oefening.
• De taak van voorzitter vraagt een zeer goede voorbereiding en een grote verantwoordelijkheid.
• Er wordt maar een kleine vergoeding toegekend (40 euro).
• De gemeente Schilde wil haar voorzitters bedanken.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepen beslist de voorzitters van de stembureaus een geschenkpakket te geven met streekproducten van kaasmeester Martens voor een bedrag ter waarde van 30 euro.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Retributiereglement op het gebruik van het gemeentelijk kopieertoestel
Voorgeschiedenis
• Beslissing college van burgemeester en schepenen van 14 april 2014
Beslissing om het maken van fotokopieën als voordeel in natura uit de subsidiereglementen te halen en hiervoor een apart reglement op te maken.
• Beslissing college van burgemeester en schepenen van 29 december 2014
Goedkeuring van de principes van het retributiereglement op het gebruik van het gemeentelijk kopieertoestel.
• Beslissing college van burgemeester en schepenen van 12 januari 2015
Beslissing om categorie scholen mee op te nemen in het retributiereglement waarbij scholen een retributie betalen vanaf 5.000 kopieën per jaar.
• Goedkeuring van de gemeenteraad op 23 februari 2015 van het retributiereglement op het gebruik van het gemeentelijk kopieertoestel
Feiten en context
• Erkende verenigingen, scholen, BIN's en parochies kunnen gebruik maken van het gemeentelijk kopieertoestel.
• Het huidige reglement bepaalt dat enkel zwart-wit kopieën genomen kunnen worden.
• Verenigingen stellen regelmatig de vraag naar kleurenkopieën.
• Kleurenkopieën zijn 2.6 keer duurder dan zwart-wit kopieën.
• Kleurenkopieën zijn niet mogelijk op de printer groot volume, die momenteel ter beschikking staat voor de kopieservice.
• Uit rondvraag bij buurgemeenten bleek dat de meeste gemeenten geen kopieservice aanbieden aan verenigingen.
• In Schilde biedt enkel Drufo de mogelijkheid om fotokopieën te nemen.
• In 2019 wordt een nieuw bestek voor de kopieertoestellen opgemaakt.
Juridische gronden
Artikel 56, §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.
Argumentatie
• De gemeente wil erkende verenigingen, scholen, BIN's en parochies ondersteunen in hun werking.
• De efficiëntie van de gemeentelijke diensten mag niet lijden onder het gebruik van de kopieermachines door derden.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het huidig reglement voor het gebruik van het gemeentelijke kopieertoestel te behouden.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de mogelijkheid tot het nemen van kleurenkopieën te koppelen aan het nieuwe bestek voor de kopieertoestellen.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Ontvangst 80 jarigen op gemeentehuis
Het punt is verdaagd.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Verhuis opvoedingspunt
Voorgeschiedenis
• Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 juli 2018
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de goedkeuring van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen OLO vzw en CAW Antwerpen enerzijds en gemeentebestuur Schilde anderzijds te agenderen op de gemeenteraad van 21 augustus 2018.
• Beslissing van de gemeenteraad van 21 augustus 2018
De gemeenteraad beslist om de samenwerkingsovereenkomst tussen OLO vzw en CAW Antwerpen enerzijds en gemeentebestuur Schilde anderzijds goed te keuren.
Feiten en context
• Het opvoedingspunt bevindt zich in het sociaal huis.
• Het opvoedingspunt is open op maandag van 18u tot 20u.
Juridische gronden
Artikel 57 §3 1° uit het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.
Argumentatie
• Het aantal eerstelijnsvragen op het opvoedingspunt gaat al jaren achteruit.
• Mensen van Schilde vinden gemakkelijker de weg naar de opvoedingswinkel in Zoersel.
• Mensen van Schilde die in de opvoedingswinkel in Zoersel komen zijn vaak niet bekend van het soortgelijk aanbod in hun eigen gemeente.
• De uren in Schilde worden voornamelijk opgevuld met afspraken voor mensen die niet tijdens de openingsuren van de opvoedingswinkel in Zoersel terecht kunnen.
• Het opvoedingspunt moet meer gepromoot worden om aan bekendheid te winnen.
• In de bibliotheek van Schilde komt sowieso een deel van het doelpubliek over de vloer.
• In de bibliotheek kan het opvoedingspunt een nieuwe adem vinden.
• Naast de promotionele aspect kan de vertrouwelijkheid van de gesprekken ook in de bibliotheek gerespecteerd worden.
• Om deze vertrouwelijkheid te kunnen respecteren werd in de hoofdbibliotheek een projectruimte ingericht voor onder andere gesprekken voor het opvoedingspunt alsook het vrijwilligerspunt.
• In de bibliotheek kunnen de permanentie uren van de huidige locatie behouden blijven.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het opvoedingspunt te verhuizen van het sociaal huis naar de hoofdbibliotheek.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Correctie - Vrijwilligersvergoeding - april - paasvakantie en buitenspeeldag
Feiten en context
Tijdens de paasvakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Ook werd er de buitenspeeldag georganiseerd voor de kinderen uit de gemeente. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers. Calina Spaans werd één dag te weinig uitbetaald. Nina Driesen gaf haar bankgegevens te laat door, waardoor dit niet meer op de vorige nota paste.
Juridische gronden
• Artikel 56 §3 3° uit decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;
• Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.
Argumentatie
De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.
Financiële gevolgen
Actie | 4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren |
Algemene rekening | 62013000 |
Beleidsveld | 0750 JEUGD |
Bedrag | 100 euro |
Visum financieel beheerder | N.v.t. |
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligers vergoeding van 80 euro toe te kennen aan Nina Driesen, Hallebaan 148, 2390 Malle.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 20 euro toe te kennen aan Calina Spaans, Alice Nahonlei 22, 2900 Schoten.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Overeenkomst Gemeente Schilde - BIMMO NV - 19 juni 2019 tot 24 juni 2019
Voorgeschiedenis
• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 februari 2019 om toelating te verlenen aan Circus Pepino om van 19 juni 2019 tot en met 24 juni 2019 een standplaats te verkrijgen in Schilde op het terrein achter de Carrefour, Turnhoutsebaan 411, 2970 Schilde;
• Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 11 maart 2019 om in een eerste voorstel een vergoeding van 300 euro voor te stellen voor de huur van het terrein achter de Carrefour, Turnhoutsebaan 411, 2970 Schilde van 19 juni 2019 tot en met 24 juni 2019;
• Akkoord met eerste voorstel via mail van Guido Bastiaens.
Feiten en context
Op vraag van Bimmo Nv dient het voorstel in een korte overeenkomst gegoten te worden.
Juridische gronden
• Circusreglement goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 maart 2012
• Artikel 56 63, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels
• Artikel 56 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Argumentatie
De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.
Financiële gevolgen
Actie | Nog te bepalen |
Algemene rekening | Nog te bepalen |
Beleidsveld | Nog te bepalen |
Bedrag Visum financieel beheerder | 300 euro NVT |
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de overeenkomst met BIMMO nv voor de huur van het braakliggend terrein gelegen achter de parking van Carrefour Market, Turnhoutsebaan 411, 2970 Schilde van 19 juni 2019 14u tot en met 24 juni 2019 ten gebruik van een standplaats voor een circus op bovengenoemde data goed, en besluit deze voor te leggen aan BIMMO nv.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Plaatsing Foodtruck - plein Werf 44 - 22 juni 2019
Voorgeschiedenis
Aanvraag via mail ontvangen van Michael Veys.
Feiten en context
Op 22 juni 2019 heeft Michael Veys de kleine zaal in Werf 44 afgehuurd voor een verjaardagsfeest. Hiervoor wenst hij graag van 18u tot 22u een foodtruck te plaatsen op het plein vlak voor de hoofdingang van Werf 44. Het betreft een foodtruck waarin pizza's in een houtoven worden gemaakt.
Juridische gronden
Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Argumentatie
• De foodtruck komt op een plaats te staan waar deze geen toegang blokkeert;
• De foodtruck heeft geen elektriciteit nodig.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan Michael Veys om een foodtruck te plaatsen ter hoogte van de hoofdingang van Werf 44 op 22 juni 2019 van 18u tot 22u onder de volgende voorwaarden:
• De foodtruck dient een minimumafstand van 3 meter van het gebouw te bewaren.
• De foodtruck dient alle benodigde attesten te kunnen voorleggen bij controle door de bevoegde instanties.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Aanvraag filmopnames Czar.be - Rodedreef - DAB+ op woensdag 15 mei 2019.
Voorgeschiedenis
Mail van Lander Engels, Czar.be, van dinsdag 7 mei 2019.
Feiten en context
Czar.be maakt een promo spot op woensdag 15 mei 2019 in opdracht van DAB+.
Hiervoor vraagt Czar.be toelating voor:
• het verkeer op te houden in de Rodedreef gedurende telkens maximum 2 minuten tussen 8 uur en 19 uur;
• toelating om een Low Loader te laten rijden in de Rodedreef;
• toelating voor het maken van rijdende filmopnames.
Juridische gronden
• Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.
• Artikel 278 van de nieuwe gemeentewet
De besturen van de openbare instellingen hebben, onder toezicht van de hogere overheid, het beheer van hun bossen en wouden op de wijze geregeld door de overheid die bevoegd is om het Boswetboek vast te stellen.
Inspraak en advies
• Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit
• gunstig advies politie
Argumentatie
Andere aanvragers kregen voor gelijkaardige aanvragen toelating.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Czar.be om filmopnames te maken in de Rodedreef op woensdag 15 mei tussen 8.00 uur en 19.00 uur, mits rekening te houden met volgende voorwaarden:
• eventuele schade aan de weg wordt hersteld;
• de wegen worden niet afgesloten, maar aan weerszijde van de weg en bij eventuele kruispunten worden stewards geplaatst die weggebruikers tegenhouden tijdens de buitenopnames;
• het ophouden van het verkeer beperken tot het absolute minimum, gedurende maximaal twee minuten, waarbij de aanvrager zelf instaat voor de uitvoering ervan op een veilige manier;
• de buurtbewoners hun woning kunnen bereiken, waarbij ze tijdens de buitenopnames eventueel gedurende maximaal twee minuten worden opgehouden;
• de buurtbewoners voorafgaand ingelicht worden via een bewonersbrief.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Aanvraag Belgian Knockout - 27 mei 2019 tot en met 3 juni 2019
Voorgeschiedenis
Aanvraag via evenementenapplicatie
Feiten en context
Pieters Productions vraagt toelating voor de organisatie van de Belgian Knockout, het hoogste niveau in golfsport, op het terrein van golfclub Rinkven van 27 mei 2019 tot 3 juni 2019. Bij dit evenement wordt het volgende aangevraagd:
• logistieke steun in de vorm van evenementenmateriaal;
• afsluiten van de Koeistraat, Mathildedreef en Moerstraat;
• afwijking op de geluidsnorm op 1 en 2 juni 2019;
• toelating voor het houden van een tombola.
Juridische gronden
Artikel 56, 63, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
Inspraak en advies
• Veiligheidsoverleg van 19 januari 2019
• Veiligheidsoverleg van 20 maart 2019
• Positief advies politie
• Positief advies brandweer
• Positief advies milieu
Argumentatie
• De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.
• Het betreft een groot evenement waarbij per dag 5.000 bezoekers verwacht worden.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Pieters Productions voor de organisatie van de Belgian Knockout van 27 mei 2019 tot en met 3 juni 2019 en beslist goedkeuring te verlenen aan het volgende:
• evenementenmateriaal ter beschikking te stellen aan het tarief voor erkende verenigingen (golfclub Rinkven is een erkende vereniging);
• afsluiten van de Koeistraat, Mathildedreef en Moerstraat;
• Afwijking op de geluidsnorm op 1 en 2 juni 2019;
• toelating voor het houden van een tombola.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Subsidie Schilde Feest
Feiten en context
• Op vraag van schepen Marian Van Alphen
• Mail van 29 november 2018 omtrent vraag naar verhoging subsidie Schilde Feest
• Mail van 7 mei 2019 omtrent verhoging en vervroegde terugbetaling subsidie Schilde Feest
Juridische gronden
Artikel 55, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels en het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft haar principe-akkoord voor uitbetaling van een subsidie van 10.000 euro voor de datum van 7 juni aan de winkeliersvereniging van Schilde voor de organisatie van de braderij op vrijdag 28 juni op de Turnhoutsebaan van Schilde.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist na te gaan bij dienst financiën of één van onderstaande mogelijkheden uitgevoerd kan worden binnen de wettelijke en reglementaire bepalingen:
• betaling van een eerste schijf van 5.000 euro voor 7 juni en 5.000 euro na budgetwijziging;
• betaling in één keer van 10.000 euro als het kan voor 7 juni 2019.
College van burgemeester en schepenen zitting van 13 05 2019
Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - de heer Roland Doclo
Voorgeschiedenis
• Op 23 april 2019 besliste de gemeenteraad met eenparigheid van stemmen om de nominatieve toelage van Carrousel vzw te verhogen van 11.500 euro naar 16.000 euro voor vier avonden. De gemeenteraad besliste de overeenkomst met vzw Carrousel voor de zomerconcerten in 2019 goed te keuren.
• Op 7 mei 2019 bezorgde het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de klacht van Roland Doclo in verband met het besluit van de gemeenteraad van Schilde van 23 april 2019 betreffende het toekennen van een toelage aan Carrousel vzw.
Feiten en context
Het Agentschap Binnenlands Bestuur verzoekt het college van burgemeester en schepenen om alle besluiten te bezorgen met betrekking tot het dossier samen met een uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht binnen een termijn van tien dagen na ontvangst van de melding.
Juridische gronden
• Artikel 331 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid ambtshalve opvragen. Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.
• Artikel 332 §1 van het decreet lokaal bestuur
De toezichthoudende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen om een besluit van de gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.
Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.
• Artikel 333 van het decreet lokaal bestuur
Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:
◦ de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;
◦ het verzoek van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen binnen tien dagen na dat verzoek;
◦ het besluit van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.
Argumentatie
In de klacht formuleert de heer Roland Doclo drie tekortkomingen in het proces voor de toekenning van de toelage aan Carrousel vzw:
• het gebrek aan transparantie, wat kan weerlegd worden op basis van artikel 20 van het decreet lokaal bestuur;
• de onafhankelijkheid van de personen die het besluit tot goedkeuring voorleggen en verdedigen is niet gerespecteerd, wat kan weerlegd worden op basis van artikel 27 en 50 van het decreet lokaal bestuur;
• de voorlegde verantwoordingen zijn onvolledig en niet betrouwbaar, wat kan weerlegd worden op basis van het feitenrelaas en de bijhorende stukken.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht goed te keuren.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.