VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

25 maart 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Kathleen Krekels, schepen;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 18 maart 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 903 tot en met 944;

          de vastleggingen van 2.068 tot en met 2.346;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 32 tot en met 33;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 12.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Raadscommissie - presentatie 1 april 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen om volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 1 april 2019 te plaatsen:

          organisatiebeheersing;

          communicatie voor en door raadsleden;

          het meerjarenplan;

          aanpak van raadscommissies.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de presentatie voor de raadscommissie van 1 april 2019 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Afsprakennota met het managementteam

 

 

Voorgeschiedenis

          Advies van het managementteam van 16 januari 2019 omtrent de aandachtspunten voor de nieuwe afsprakennota.

          Bespreking van de afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019.

          Advies van het managementteam van 13 februari 2019 om de bespreking verder uit te werken in een aantal principes.

 

Feiten en context

Het managementteam van 13 maart 2019 formuleerde een positief advies omtrent het ontwerp van afsprakennota.

 

Juridische gronden

Artikel 171 §2 van het decreet lokaal bestuur

Ten minste na iedere volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de algemeen directeur mede namens het managementteam een afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, met het bijzonder comité voor de sociale dienst en met de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het managementteam met het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester, het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst samenwerken om de beleidsdoelstelling te realiseren, en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

 

Argumentatie

          De afsprakennota vertrekt vanuit principes die concreet vertaald worden naar afspraken.

          Het is belangrijk de afsprakennota jaarlijks te evalueren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het ontwerp van afsprakennota met het managementteam mits aanvullingen goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist als testcase een startnota op te maken voor de volgende projecten:

          Kattenberghoeve;

          Schilde Schittert;

          het natuurplan.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Afwijking wekelijkse rustdag middenstand in 2019

 

 

Feiten en context

          Jaarlijks mogen handelaars vijftien keer hun deuren openen op hun wekelijkse rustdag.

          Deze afwijkingen gelden voor het ganse grondgebied. In geen geval mogen er individuele afwijkingen toegestaan worden.

          Niet alle winkels in Schilde en 's-Gravenwezel hoeven dan hun deuren te openen. Het staat de winkeliers en handelaars vrij om zelf de keuze te maken.

          In het verslag van de bijeenkomst van de GKVR op 13 februari zijn volgende elf data nog voorgesteld voor 2019:

          23 en 30 juni 2019;

          7 juli 2019;

          15 en 22 september 2019;

          10 november 2019;

          1, 8, 15, 22 en 29 december 2019.

          Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen zullen deze elf afwijkingen via de website bekendgemaakt worden.

 

Juridische gronden

Artikel 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006
Op aanvraag van één of meerdere handelaars of ambachtslieden handelend in eigen naam of op aanvraag van een vereniging van handelaars of ambachtslieden kan het college van burgemeester en schepenen, in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de in artikel 6 en 8 bedoelde verplichtingen verlenen aan de vestigingseenheden gelegen op het grondgebied van de gemeente of op een deel ervan. Deze afwijkingen mogen niet meer dan vijftien dagen per jaar bedragen.

 

Inspraak en advies

Advies van de GKVR

 

Argumentatie

          Aangezien de afwijkingen gelden voor het hele grondgebied en er in geen geval individuele afwijkingen mogen toegestaan worden, is het belangrijk dat alle ondernemers in de gemeente zich kunnen informeren over wanneer het toegestaan is te openen op de wekelijkse rustdag.

          Om de winkeliers die een andere sluitingsdag dan zondag hebben, ook op te nemen in deze toelating, wordt de toelating verleend voor zeven dagen, startend bij de vermelde zondag.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed voor afwijkingen op de verplichte rustdag voor 2019 voor het ganse grondgebied van de gemeente. De afwijkingen gelden voor zeven dagen, startend op de aangevraagde zondag. Volgende data maken deel uit van deze beslissing:

          23 en 30 juni 2019;

          7 juli 2019;

          15 en 22 september 2019;

          10 november 2019;

          1, 8, 15, 22 en 29 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Kruispunt - opfrissingswerken oud gemeentehuis

 

 

Voorgeschiedenis

          Het vast bureau van 14 januari 2019 gaat principieel akkoord met de inrichting van eerstelijns psychologische hulpverlening.

          Het vast bureau van 18 februari 2019 gaat akkoord met de inrichting van eerstelijns psychologisch hulpverlening in het oude gemeentehuis en stelt 4 lokalen ter beschikking.

          Mail van het CAW van 18 maart 2019.

 

Feiten en context

          CAW en De Kompaan stellen de vraag om op eigen kosten de 4 lokalen die ze ter beschikking krijgen op te frissen.

          Ze wensen schilderwerken uit te voeren in de 4 lokalen.

          Op termijn zouden CAW en de Kompaan een geluidsisolerende wand in het AMC lokaal willen plaatsen (eveneens op eigen kosten) afhankelijk van de noodzaak om een bijkomende spreekruimte te creëren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het opfrissen van de lokalen is aangewezen en zal bovendien op kosten van de organisator gebeuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de opfrissingswerken in de 4 lokalen die het Kruispunt en De Kompaan ter beschikking krijgen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Philippedreef 7 - Stefan Ruwisch - het regulariseren van een openlucht zwembad - M 2019/110

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouw van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 november 1999 - 1999/264

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 1999 - 1998/12

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        melden van een bronbemaling - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 4 februari 2019 - M 2019/17

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Stefan Ruwisch, met als Stefan Ruwisch, Philippedreef 7, 2970 Schilde op 1 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Philippedreef 7.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een openlucht zwembad.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Artikel 2 Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing (kavelnummer 1 en 2)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, gelegen zoals aangeduid op het plan.

1.      Bestemming
Eéngezinshuizen.

2.      Plaatsing van de gebouwen

Voor de niet-hoekpercelen:

  • Voor- en achtergevel: vrije plaatsing binnen de bouwstrook;
  • Zijgevels: op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel. De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel tenminste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

3.      Afmetingen van de gebouwen

a)      Voorgevelbreedte

Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

b)      Bouwdiepte

  • Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8m en maximum 20m;
  • Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8m en maximum ½ van de die perceelsbreedte.

c)      bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek:

  • hoofdgebouw: maximum 7m.
  • bijgebouwen: maximum 3m.

4.      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een helling tussen 35° en 55°.

b)      Materialen

  • Voor gevels:

Alle gevels in gevelbaksteen, natuursteen, baksteen geverfd in lichte kleur.

  • Voor bedekking van de schuine daken:

Pannen of leien.

  • Vormgeving

Het bouwproject mag geen streekvreemde elementen bevatten.

5.      Aanleg van de strook
Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2.2. Strook voor tuinen

Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing en aanleg
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2.      Plaatsing van de gebouwen

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:
op minimum 30m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en alleszins

Op minimum 10m achter de achtergevel.

b)      Overige gevels:
Op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de deksteen of de onderkant van de dakoversteek: maximum 3m.

4.      Welstand van de gebouwen

  • Dakvorm
    Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 45°.
  • Materialen
  • Voor gevels

Alle gevels in gevelbaksteen, natuursteen, baksteen geverfd in lichte kleur.

  • Voor bedekking van de schuine daken

Pannen of leien, ofwel voor flauw hellende daken: dakvilt.

5.      Tuinhuisjes

In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • Met een nokhoogte van maximum 3m;
  • Met een bebouwde oppervlakte van maximum 12m²;
  • Op te richten op minimum 2m uit de perceelsgrenzen.

2.3. Bouwvrije voortuinstrook

Diepte 8m, gemeten vanaf de ontworpen rooilijn.

Bebouwing

Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten. Onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin te worden aangelegd. Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard.

2.4. Bouwvrije zijtuinstroken

Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.

Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel, 3m; met dien verstande dat de som van de breedten over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

Bebouwing

Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 2000.

Op het perceel zijn er nog een onvergund bijgebouw en zwembad aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte van de woning bedraagt +/- 204m² op een perceel van circa 1.934m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een openluchtzwembad op een perceel van 1.934m².

De woning blijft ingeplant tot op 12m uit de rooilijn, op 6,50m van de rechter perceelsgrens en op 6,50m van de linker perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 17m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 18m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,60m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 40° met een nokhoogte van 10,30m.

De gevels werden opgetrokken in gevelsteen.

Het dak werd afgewerkt met pannen en leien.

De ligging van het zwembad ten opzichte van de woning en zijperceelsgrenzen is niet duidelijk.

Er is een bijgebouw in de tuin dat niet werd vergund.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

c)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

d)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

e)      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

f)        Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

g)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

h)      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het plaatsen van een openluchtzwembad is niet meldingsplichtig maar vrijgesteld van vergunning (onder bepaalde voorwaarden) of vergunningsplichtig.

De aanvraag voor het plaatsen van een openluchtzwembad bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

6.      Op het inplantingsplan zijn geen afmetingen en geen afstanden aangeduid (van alle gebouwen, verhardingen);

7.      Op het inplantingsplan dienen alle afmetingen, oppervlakte en soort verharding vermeld te worden. De verharding mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte zijn, dit met inbegrip van het zwembad;

8.      Het bijgebouw in de tuin is niet vergund. Indien dit niet onder het vrijstellingsbesluit valt dient dit geregulariseerd te worden. Hiervoor dienen de nodige plannen, foto’s en nota, bijgevoegd te worden. De totale bebouwde grondoppervlakte op het perceel mag maximum 250m² zijn. Losstaande bijgebouwen mogen maximum 12m² zijn.

9.      Op het bijgevoegde grondplan is onduidelijk of bij de 10m en 4m de boord van het zwembad bijgeteld is of niet;

10.  Een doorsnede van het zwembad met afmetingen.

 

c)      Functionele inpasbaarheid
Het regulariseren van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

d)      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving

 

e)      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

f)        Visueel-vormelijke elementen
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

g)      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

h)      Bodemreliëf
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

i)        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. Kiekerun - 30 maart 2019 - Goedkeuring

 

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de Kiekerun op 30 maart 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de Kiekerun zijn volgende maatregelen van toepassing op 30 maart 2019 van 13.45 uur tot 15 uur.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

          De enkelrichting op de parallelweg tussen de Kluisdreef en de Seringenlaan wordt opgeheven.

          De omloop langs De Liebaard, Gouwberg, Seringenlaan en de parallelweg Turnhoutsebaan wordt afgesloten.  Het afsluiten van de straten wordt ter kennis gebracht met borden C1 en nadars over de volledige breedte van de straat.

          Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in volgende straten: De Liebaard, Gouwberg, Seringenlaan en de parallelweg Turnhoutsebaan .

          De omleidingswegen, beschreven in artikel 3, genieten voorrang ten opzichte van alle zijstraten, behalve op rotondes.  Verkeersborden B1, B5, B15 en C31 worden aangebracht.

Artikel 3. De wegomlegging verloopt via de Pater Nuyenslaan, Rozenlaan, Seringenlaan, Heidedreef en Kluisdreef.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omleiding N121 - kruispunt Turnhoutsebaan/Brasschaatsebaan

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 12 maart 2019 van een inwoner uit de Veldlei

 

Feiten en context

          Een inwoner uit de Veldlei vraagt de verkeerslichten aan het kruispunt Turnhoutsebaan/Brasschaatsebaan zodanig in te stellen dat de file in de Schoolstraat beperkt wordt.

          Naar aanleiding van de aanleg van een fietspad in de Brasschaatsebaan is er tijdelijk enkelrichting ingevoerd in de Brasschaatsebaan. Het verkeer komende van de Schoolstraat moet op de Turnhoutsebaan linksaf draaien en wordt omgeleid via de Vloeyenbergdreef en Heidedreef om 's-Gravenwezel te bereiken. Dit verkeer wordt opgehouden door het verkeer komende van de Brasschaatsebaan.

          De enkelrichting is ingesteld tot en met 19 april 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Aangezien het om een tijdelijke maatregel gaat, geeft de verkeerscel negatief advies.

 

Argumentatie

Het behoud van een veilige verkeerscirculatie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van een inwoner uit de Veldlei voor het aanpassen van de instellingen van de verkeerslichten aan het kruispunt Turnhoutsebaan/Brasschaatsebaan om de file in de Schoolstraat te beperken en beslist hier niet op in te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omleiding N121 - Vloeyenbergdreef

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 8 maart 2019 van een inwoner uit de Vloeyenbergdreef

 

Feiten en context

Een inwoner uit de Vloeyenbergdreef vraagt volgende aanpassingen te doen naar aanleiding van het tijdelijk invoeren van enkelrichting in een gedeelte van de Brasschaatsebaan en de daarmee gepaarde omleiding:

          het verkeer ook via de Eugeen Van de Vellaan leiden om de Vloeyenbergdreef te ontlasten;

          controle op het naleven van de omleiding door zwaar vervoer;

          invoeren enkelrichting aan Brasschaatsebaan/Heidedreef tot Vloeyenbergdreef en het verkeer omleiden via de Missionarislei.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Aangezien het om een tijdelijke maatregel gaat, geeft de verkeerscel negatief advies.

 

Argumentatie

Het behoud van een veilige verkeerscirculatie rekening houdend met de uitrusting van de weg.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van een inwoner van de Vloeyenbergdreef voor het aanpassen van de verkeerscirculatie naar aanleiding van het tijdelijk invoeren van enkelrichting in een gedeelte van de Brasschaatsebaan en de daarmee gepaarde omleiding en beslist hier niet op in te gaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist controle te laten uitvoeren voor handhaving van het verbod voor vrachtverkeer.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Konijnenbosweg 6 - de heer Geert Breemersch - het afbreken van de bestaande constructie en het bouwen van een ééngezinswoning - OMG 2018/480

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bestemmingswijziging van weekendwoning naar ééngezinswoning - stilzwijgende weigering door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 2011 - 2011/102

o        bestemmingswijziging van een weekendwoning naar een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 april 2013 - 2013/69

o        het slopen van een woning en bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 2014 - 2013/278

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het slopen van een woning en bouwen van een woning - positief door college van burgemeester en schepenen - 10 mei 2010 - 2010/3

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Geert Breemersch met als contactadres Konijnenbosweg 6, 2970 Schilde op 16 oktober 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Konijnenbosweg 6.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande constructie en het bouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 21 februari 2019.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 20 december 2018 een administratieve lus opgestart. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 22 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide Wijziging 2006, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Putseheide bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m.

Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen worden geplaatst: draadafsluitingen  en hagen met een maximale hoogte van 1m.

Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m er rond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een constructie aanwezig volgens het kadaster van 1959.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 23m² op een perceel van circa 1.713,77m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Putseheide’.

Het perceel is een hoekperceel in de Konijnenbosweg.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: weekendverblijven en ééngezinswoningen.

De straat is een gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande constructie en de nieuwbouw van een ééngezinswoning op een perceel van 1.713m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 29,76m uit de rooilijn, op 13,69m van de rechter perceelsgrens en op 14,48m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 16m op een kavelbreedte van 40,42m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 6,90m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,50m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 7,05m.

De gevels worden opgetrokken in rood-bruine gevelsteen.

Het dak wordt afgewerkt met deels rood-bruine dakpannen en deels in riet.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 100m² waarvan 80m² woning en 20m² overdekt terras.

De toegang tot het perceel is 5m breed.

De oprit is onverhard en ligt op minimum 3m van de rechter perceelsgrens.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

o        Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

o        Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

o        Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

o        Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

o        Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

o        Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

o        Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

o        Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

o        Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

o        Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

o        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

o        Gemeenteraad
De beslissing van de gemeenteraad uitgebracht op 17 december 2018, luidt: voorwaardelijk gunstig

d.      De gemeenteraad beslist dat het gedeelte van het perceel van circa 356,35m² gelegen in artikel 3 openbare wegenis van BPA Putseheide - herziening kosteloos moet worden overgedragen aan de gemeente.

e.      De kosten van de grondafstand, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

o        Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 7 december 2018, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een bestaande constructie af te breken en op een andere locatie een nieuwe woning te bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Op de locaties van de af te breken constructies kunnen nieuwe bomen worden geplant.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Er kan akkoord gegaan worden mits:

o        het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld door een heraanplanting uit te voeren op de locaties van de af te breken constructies. Conform artikel 1.7.5. van de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Putse Heide dient een heraanplanting met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12, en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10 aangeplant te worden;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dienen bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m aangeplant te worden en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig een het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        indien bronbemaling nodig is, dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle bomen, behoud van de bos-parkstructuur, toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals omschreven.

 

o        Agentschap voor Natuur en Bos
Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 28 november 2018 onder referentie 18-219902, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvraag omvat het afbreken van de bestaande constructie en het bouwen van een ééngezinswoning. Op basis van vergelijking van luchtfoto's over meerdere jaren en een terreincontrole is gebleken dat het gedeelte waar de nieuwbouw voorzien wordt niet bezet is met bos. Het gaat hier om het tuingedeelte rondom de af te breken woning.

Het bosdecreet artikel 90bis is niet van toepassing voor deze aanvraag.

Niettegenstaande is er wel bos op het perceel aanwezig over een oppervlakte van circa 750m². Dit bos wordt echter behouden in voorliggende aanvraag.

Hierbij laat het Agentschap voor Natuur en Bos het verdere verloop van dit dossier over aan de vergunningverlenende overheid. Aangezien de aanvraag geen ontbossing met zich meebrengt en gezien de ligging in woongebied, is advies immers niet verder vereist. Het Agentschap en geeft dan ook geen advies.

Belangrijk is wel dat de bestaande bosoppervlakte op het perceel integraal behouden wordt als bos. Het bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er geen tuin kan aangelegd worden.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 30 december 2018 tot 28 januari 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 2,24m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van de bestaande constructie en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor het buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000. liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 1.400 liter en een infiltratieoppervlakte van 2.24m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • de overdacht van de grond beslist in de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2018 dient voldaan te zijn voor de aanvang van de werken;
  • het gedeelte van het perceel van circa 356,35m² gelegen in artikel 3 openbare wegenis van BPA Putseheide - herziening moet kosteloos worden overgedragen aan de gemeente;
  • de kosten van de grondafstand, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Jagersdreef 15 - de heer Aleksandar Radenkovic en mevrouw Maria Bechay - het verbouwen van een ééngezinswoning en het bouwen van een bijgebouw - OMG 2018/605

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwingswerken- verbreden van de garage met 2,00m aan een landhuis - tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 mei 2000 - 2000/64

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 december 1995 - 1995/298

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 april 1977 - 1977/91

o        tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 april 1999 - 1999/100

o        regularisatie aanbouwen van een veranda van 21,50m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 oktober 2004 - 2004/226

o        aanleggen van een openluchtzwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 april 2014 - 2014/65

o        het bouwen van een vrijstaande garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 juni 2014 - 2014/115

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 maart 1982 - 1982/1

o        nieuwe verkaveling - vergunning door de deputatie - 6 maart 1980 - 1979/2

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het afbreken van bijgebouwen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 12 november 2018 - OMG 2018/306

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Aleksandar Radenkovic, Jagersdreef 15, 2970 Schilde en mevrouw Maria Bechay, Jagersdreef 15, 2970 Schilde op 21 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Jagersdreef 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een ééngezinswoning en het bouwen van een bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark, bosgebieden en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    De bosgebieden zijn de beboste of de te bebossen gebieden, bestemd voor het bosbedrijf. Daarin zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk. De overschakeling naar agrarisch gebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
    De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Zuid Hertebos bepaalt:

Artikel 3: Zones voor landelijke bebouwing 16m

3.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

3.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

3.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

3.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

     binnen de op plan aangeduide zone.

     op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 3m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 2m.

     de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

3.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 15m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

3.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouw wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en dat van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

3.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

3.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

3.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone. Op minimum 1m van de perceelsgrenzen of mits akkoord van de gebuur op de perceelsgrens.

3.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

3.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

3.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van  meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1978.

Op het perceel zijn nog bijgebouwen en een openlucht zwembad aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 210m² op een perceel van circa 1.563m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 1.563m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 10,50m uit de rooilijn, op 8,96m van de rechter perceelsgrens en op 2,87m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 17,55m op een kavelbreedte van 20m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,30m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,50m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in deels, witte crepi, deels natuursteen en deels zwarte aluminium.

Op 18,19m achter de woning en op 4,37m van de linker perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant.

Het tuinhuis is 4,46m diep, 5m breed en 2,95m hoog. De gevels worden bekleed in deels, witte crepi, deels natuursteen en deels zwarte aluminium, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 250m².

De toegang tot het perceel is 5m breed. De oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkerverharding en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen.

Achter de woning wordt een terras van 19,4m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 156,3m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 5 maart 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen en een bijgebouw bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen niet aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

c.      voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

e)      de heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

f)        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8,00m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

g)      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

h)      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

i)        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

j)        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

k)      geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

l)        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

m)   indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

n)      een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 12 februari 2019 onder referentie 1900017 L-19-157, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • Deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Voorwaarden:

  • Specifieke voorwaarden:

-          De DWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Jagersdreef;

-          De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen;

-          De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief hergebruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en buitenkraan;

-          De overloop van de regenwaterputten wordt aangesloten op een infiltratievoorziening per met minimum 5.512,5 liter (effectief 6.280 liter) infiltratievolume en minimum 8,82m² (effectief 12,56m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau;

-          Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden.

-          Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht;

-          De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval, … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering;

-          Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht;

-          De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa;

-          Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringswerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.

      Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

      De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

  • Algemene voorwaarden:

-          Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

-          De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

o        Beoordeling:

Het advies is gunstig mits er voldaan wordt aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 18 januari 2019 tot 16 februari 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 6.280 liter en een infiltratieoppervlakte van 12,56m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af het BPA Zuidhertenbos wijziging. Het BPA bepaalt dat de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel maximum 15m mag bedragen. De aanvraag voorziet een bouwdiepte tussen voor en achtergevel van 16,30m
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 40cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 5.512,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,82m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Heidedreef 7 - de heer Ronny Valgaeren - het verbouwen van een vrijstaande woning en het aanleggen van een zwembad - OMG 2019/70

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 november 1978 - 1978/194

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 november 1964 - 1964/11

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Ronny Valgaeren, Neptunusstraat 19, 2600 Antwerpen op 9 februari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Heidedreef 7.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een vrijstaande woning en het aanleggen van een zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 22 februari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1964/11 van 12 november 1964.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m

2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

2.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verderzetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.

2.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

2.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone;

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.4. Afmetingen van de gebouwen

a) kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b) voorgevelbreedte

Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

Bij gekoppelde bebouwing:

Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.

c) Bouwdiepte

Maximum 15m tussen voor- en achtergevel

d) Bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

2.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

2.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

2.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.

2.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

2.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige” bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

2.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        De schaal van het plan

o        De bestaande en de aangevraagde bebouwing

o        De toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen

o        Alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

2.5. Verkavelingsvoorschriften

2.5.1.Kavelbreedte

Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.

2.5.2.Kaveloppervlakte

Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.

2.5.3Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds1980.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 123,7m² op een perceel van circa 1.550m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het perceel is een hoekperceel tussen de Heidedreef en de Eugeen van de Vellaan.

Het perceel langsheen de Eugeen van de Vellaan is een onbebouwd perceel.

Het perceel langsheen de Heidedreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Beide straten zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een vrijstaande woning en het aanleggen van een zwembad op een perceel van 1.550m².

De woning blijft ingeplant tot op m uit de rooilijn langsheen de Heidedreef, tot op 10m van de rooilijn langsheen de Eugeen van de Vellaan en tot op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 21m op een kavelbreedte van 31,67m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,85m.

De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 5,9m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in licht grijze gekaleide gevelsteen.

Het dak van de uitbreiding wordt deels uitgevoerd in groen dak en deels een dak met zonnepanelen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 245m².

De toegang tot het perceel is 3,97m breed. De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op minimum 3m van de linker perceelsgrens.

Achter de woning wordt zwembad van 41m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 102,10m².

Er wordt 1 boom gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 5 maart 2019, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Hiervoor dient 1 den met een beperkte waarde te worden geveld.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 4.920 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,64m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaande woning en het aanleggen van een zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 45cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn (niet) voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

o        het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 8.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.487 liter en een infiltratieoppervlakte van 5,58m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Kerkstraat 32B - Kerkfabriek Sint-Catharina te 's Gravenwezel (VL - Schilde) OI - het bouwen van een veranda na de afbraak van de bestaande veranda - OMG 2019/71

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Kerkfabriek Sint-Catharina te 's-Gravenwezel (VL - Schilde) OI gevestigd Kerkstraat 31, 2970 Schilde op 10 februari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kerkstraat 32B.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een veranda na de afbraak van de bestaande veranda.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 februari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds de periode tussen 1850 en 1874 volgens de gegevens van het kadaster .

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 195m² op een perceel van circa 692,00m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een kerk.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een dorpsplein.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: horeca, handel, kerk, ééngezinswoningen en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het pand is gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een veranda na de afbraak van de bestaande veranda op een perceel van 692m². De inplanting van de woning wordt niet gewijzigd. De woning werd ingeplant tot op de rooilijn, op 13,8m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 17,84m op een kavelbreedte van 31,64m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,9m. De kroonlijsthoogte van de veranda bedraagt 2,70m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dakvak van 27° met een nokhoogte van 4,45m. De gevels van de veranda worden opgetrokken in glas, hout en metselwerk. Het dak wordt afgewerkt met dubbelwandig opaal plexiglas.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 195m².

Achter de woning wordt een terras van 32,4m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 32,4m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     
  • Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen
    Het advies van Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen afgeleverd op 1 maart 2019, luidt: gunstig.
    Deze handelingen krijgen een gunstig advies omdat ze geen afbreuk doen aan de bescherming: de veranda is amper zichtbaar vanaf de openbare weg. De visuele impact op het dorpsgezicht ten opzichte van de bestaande toestand wijzigt niet.
    Er wordt op gewezen dat de gemeente verantwoordelijk is om te beoordelen of er een bekrachtigde archeologienota bij dit omgevingsvergunningdossier moet worden gevoegd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een veranda na de afbraak van de bestaande veranda is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    De aanvraag voorziet werken binnen het gabarit van de bestaande bebouwing. Hierdoor dient men geen archeologie nota bij te voegen.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Heidemolen 31 - de heer Wisam Al Husseini - het uitrbreiden van een ééngezinswoning en een aanhorend poolhouse - OMG 2018/610

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een houten schuur van 20m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 2008 - 2008/75

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 augustus 1972 - 1972/95

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 1973 - 1973/113

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 oktober 1975 - 1975/144

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 1976 - 1976/99

o        slopen + bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 2004 - 2004/335

o        bouwen van een openluchtzwembad van 38 m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 mei 2008 - 2008/160

o        zomerkantoor (bureel) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 mei 2008 - 2008/161

o        inbouwen van dakkapellen en dakvensters - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 juni 2012 - 2012/112

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Wisam Al Husseini, Heidemolen 31, 2970 Schilde op 24 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Heidemolen 31.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van een ééngezinswoning en een aanhorend poolhouse.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 31 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 1 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 2006. Op het perceel zijn nog een houten schuur, een poolhouse en openlucht zwembad aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 219,50m² op een perceel van circa 4.800m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een ééngezinswoning en een aanhorend poolhouse op een perceel van 4.800m².

De nieuwe woning blijft ingeplant tot op 19,50m uit de rooilijn, op 4,72m van de rechter perceelsgrens en op 7,20m van de linker perceelsgrens.

De woning heeft een breedte van 29,47m op een kavelbreedte van 40,00m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,94m.

Een deel van de woning heeft een kroonlijsthoogte van 5,76m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 30° met een nokhoogte van 8,61m.

Een ander deel van de woning heeft een plat dak met een maximale hoogte van 6,40m.

De gevels worden opgetrokken in deels rode baksteen, deels houten gevelbeplanking, deels natuurleien en deels in natuursteen. Het dak wordt afgewerkt met grijze pannen.

Naast de woning en op 3,20m van de linker perceelsgrens is een garage ingeplant.

De garage is 5,00m diep, 4,00m breed en 2,50m hoog tot de kroonlijst.

De gevels en schuin dak werden bekleed in hout.

Tot op 10,60m achter de achtergevel van de woning is een poolhouse ingeplant. Het poolhouse werd vergund tot 30,00m², het nieuwe heeft een grondoppervlakte van 50m².

Het poolhouse is tot op 6,00m van de rechter perceelsgrens gelegen.

Het bijgebouw heeft een kroonlijst hoogte van 2,20m en een nokhoogte van 3,80m.

Het dak heeft een helling van 30°.

De gevels en het dak worden uitgevoerd in hout.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 405,00m².

De toegang tot het perceel is 4,00m breed.

De oprit werd aangelegd in grond en klinkers en ligt op voldoende afstand van de perceelsgrenzen. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 228,00m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 394,00m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 11 maart 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Er zijn geen bomen te vellen. Het perceel voldoet op vlak van bomen onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Om te voldoen aan de definitie van woonparkgebied is een beperkte heraanplanting nodig met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte plantmaat 10/12;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving.
 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 maart 2019 onder referentie 190128 L-19-249, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:

-          de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

-          het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

-          de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);

-          het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

-          het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

-          de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

-          deze lijst is limitatief.

  • Ligging volgens het zoneringsplan:

-          De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Voorwaarden:

Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht langsheen Heidemolen.
  • De regenwaterput met een inhoud van 7.500 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief hergebruik van regenwater.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 2.100 liter (effectief 2.250 liter) infiltratievolume en min. 3,36m² (effectief 7,87m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Het plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA) is toegestaan maar niet verplicht. Deze is volledig ten laste van de eigenaar. Van zodra er riolering in Heidemolen is aangelegd dien de IBA verplicht buiten werking gesteld te worden, volledig ten laste van de eigenaar. Er dient dan verplicht aangesloten te worden op de openbare riolering.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes en de plaatsing ervan zijn ten laste van de ontwikkelaar.
  • Dossierkost

oEr dient door de ontwikkelaar een éénmalige dossierkost betaald te worden van 125 euro(excl. BTW), zoals vermeld in punt 2.b. en conform artikel 5 van het ontwikkelingsreglement (deze dossierkost dient betaald te worden nadat de vergunning werd afgeleverd).

  • Algemene voorwaarden:

-          Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

-          De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

o        Beoordeling:

Het advies is voorwaardelijk gunstig, er dient voldaan te worden aan de bovenstaande te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 7.500 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.250 liter en een infiltratieoppervlakte van 9,34m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het uitbreiden van een ééngezinswoning en een aanhorend gebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 10cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

-          de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;

o        het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.100 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,36m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

-          het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

-          het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Kortvoortbaan 27 - de heer Frank Flebus - het verbouwen van een ééngezinswoning - OMG 2018/603

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 mei 1961 - sgr1961/26

o        verbouwen van een alleenstaande woning met bijgebouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 januari 2014 - 2013/291

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Frank Flebus met als contactadres Kortvoortbaan 27, 2970 Schilde op 20 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kortvoortbaan 27.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 31 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 1 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

     binnen de op plan aangeduide zone.

     op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens.

Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

     de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minmum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en de dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1962. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 246,50m² op een perceel van circa 2712,92m². De vergunde verharding bedraagt +/- 413,30m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 2.712,92m².

De woning blijft ingeplant tot op 15,02m uit de rooilijn, op 6,00m van de rechter perceelsgrens en op 10,01m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 32,00m op een kavelbreedte van 48m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt +/- 16m.

De aanvraag omvat enerzijds de afbraak van de linker aanbouw en anderzijds een nieuwe aanbouw langs de linkse zijde.

De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 6,15m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in houten beplanking. Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 255,87m².

De toegang tot het perceel is 4,05m breed.

De oprit werd aangelegd in kasseien en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen.

Achter de woning is een terras met zwembad van 149,80m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 409,20m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 22 februari 2019, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een woning uit te breiden. Hiervoor dienen geen bomen te worden geveld.
     

e)      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 maart 2019 onder referentie 190127 L-19-241, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

1.2.5.                  beschrijvend gedeelte:

        van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is limitatief.

        Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht langsheen de Kortvoortbaan.
  • Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing op het dossier.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Zowel het fecale afvalwater als het overige sanitaire afvalwater dient aangesloten te worden op de septische put(ten). Dit dient aangepast te worden.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

  • Algemene voorwaarden:
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.010 liter en een infiltratieoppervlakte van 5,04m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 1cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.700 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,32m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 7A - mevrouw Julie Savenay - het aanpassen van bestaande verhardingen rondom een vergund gebouw - OMG 2019/8

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 september 1984 - 1984/119

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 maart 1959 - sgr1959/10

o        verbouwen van een woning tot 2 winkels en 2 appartementen - weigering door college van burgemeester en schepenen - 3 augustus 2009 - 2009/10

o        verbouwing en uitbreiding bestaande woning - weigering door de deputatie - 12 juli 1984 - 1984/22

o        verbouwen van een woning tot een gebouw met 3 appartementen, 1 handelspand, 1 kantoorruimte en het bouwen van een bijgebouw met 6 garages - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 oktober 2012 - 2012/133

o        regularisatie van de aanpassingen van een bijgebouw met 6 garages naar een bijgebouw met 4 garages en 2 verharde autostaanplaatsen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 december 2013 - 2013/248

o        het verbouwen van een handelspand met woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 februari 2017 - SV 2016/210

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 1 augustus 1962 - sgr2

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Julie Savenay, Driehoekstraat 104, 2240 Zandhoven op 5 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 7A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanpassen van bestaande verhardingen rondom een vergund gebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 februari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 april 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling sgr2.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een handelspand met woning aanwezig dat vergund werd op 20 februari 2017.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 239,95m² op een perceel van circa 533m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een winkelruimte met appartementen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en gesloten bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanpassen van de bestaande verhardingen rondom een vergund gebouw op een perceel van 533m².

Achteraan het perceel diende een strook als groen aangelegd te worden volgens de vergunning 2016/210, dit werd echter verhard. De verharding wordt uitgebroken en zal als tuin aangelegd worden.

De overige verharding werd vergund als waterdoorlatende verharding. De verharding werd echter uitgevoerd in niet-waterdoorlatende verharding. Dit wordt geregulariseerd. Een drainagesleuf wordt voorzien om een afwatering naar een infiltratiesysteem die wordt voorzien onder de niet verharde oppervlakte.

De afmetingen van het hoofdgebouw blijven behouden zoals vergund in de vergunning 2016/210.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 239,95m².

De toegang tot het perceel is 3m breed. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 286m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

  • Raadpleging aanpalende eigenaars

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 7.200 liter en een infiltratieoppervlakte van14,8m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanpassen van de bestaande verhardingen rondom een vergund gebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 7.150 liter en een infiltratieoppervlakte van 11,44m² zodat aan de verordening voldaan wordt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Den Aard 13 - Peter Gouverneur - het bouwen van een poolhouse, een openlucht zwembad en bijkomende verharding - M 2019/112

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1984 - 1984/100

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Peter Gouverneur, met als Peter Gouverneur, Den Aard 13, 2970 Schilde op 2 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Den Aard 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een poolhouse, een openlucht zwembad en bijkomende verharding.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1969/1 van 7 februari 1969.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1985.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 210,89m² op een perceel van circa 4.760m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een poolhouse, een openlucht zwembad en bijkomende verharding op een perceel van 4.760m².

De woning blijft ingeplant tot op 14m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 4m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 20m op een kavelbreedte van 28m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 11,60m.

De overige afmetingen blijven ook behouden.

Het is niet duidelijk tot hoever het poolhouse en zwembad achter de woning worden geplaatst.

Correcte plannen van het poolhouse, zwembad en verharding ontbreken.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    Het plaatsen van een poolhouse is meldingsplichtig onder bepaalde voorwaarden.
    De bijgevoegde plannen zijn onvoldoende om te kunnen toetsen aan deze voorwaarden.
    Het plaatsen van een openluchtzwembad en bijkomende verharding is niet meldingsplichtig maar vrijgesteld van vergunning (onder bepaalde voorwaarden) of vergunningsplichtig.
    De aanvraag voor het plaatsen van een poolhouse, een openluchtzwembad en bijkomende verharding bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

o          Alle plannen dienen in pdf bijgevoegd te worden conform het normenboek i.v.m. omgevingsvergunningen.

o          Er zijn onvoldoende plannen bijgevoegd met afmetingen:

-            Grondplan, gevelplannen ontbreken.

o          Een legende met de materialen ontbreekt.

o          Op het inplantingsplan dienen alle oppervlakte en soort verharding vermeld te worden.

o          Indien er bomen worden gerooid dient dit ook vermeld te worden.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het plaatsen van een poolhouse, openlucht zwembad en verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Verdeling – attest – notaris Sebrechts - Turnhoutsebaan 129-131 - OV 2019/15

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunningen:

          28 februari 1958 - verbouwing - vergunning - 195827

          20 febaruari 1959 - vergroten winkel - vergunning 195923

          30 maart 1961 - uithangbord - vergunning - 196151

          23 oktober 1971 - publiciteitspanelen - weigering - 197175

          25 oktober 1972 - publicitaire afsluiting - vergunning - 197266

          31 juli 1979 - winkels en appartementen - vergunning - 1970

          09 december 1980 - lichtreclame - vergunning - 1980114

          Omgevingsvergunning:

          15 oktober 2018 - regulariseren van een winkelpand- vergunning - 2018400

 

Feiten en context

          Op 25 januari 2019 vroeg notaris Sebrechts een attest van verdeling aan voor Turnhoutsebaan 129-131.

          Het perceel is gelegen in woongebied. Het perceel isgelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gewestweg Turnhoutsebaan.

          Bij aankoop in 1987 werden winkel nummer 2 (en kelder 4) en winkel nummer 4 samengevoegd tot één geheel.  De eigenaar van deze panden wenst winkel (en kelder 4) nu afzonderlijk te verkopen.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

De splitsing is conform de afgeleverde omgevingsvergunning met referentienummer 2018400.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Turnhoutsebaan 129-131 mits de voorwaarden opgelegd door het Agentschap voor Wegen en Verkeer in de omgevingsvergunning met referentienummer 2018400 worden nageleefd.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Baron Delbekelaan 5 - mevrouw Siska Anna Dumoulin - het verkavelen van een onbebouwd perceel in 4 loten - OVK 2018/4

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 januari 1956 - 1956/07

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 oktober 2004 - 200217

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Siska Anna Dumoulin, Handelslei 95, 2980 Zoersel op 11 september 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Baron Delbekelaan 5.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van een onbebouwd perceel in 4 loten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard 16 oktober 2018. De uiterste beslissingsdatum is 29 januari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd van 16.600m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van een onbepaald perceel in 4 loten.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 4.063m2 en een breedte van 32,47m aan de straatzijde.

Lot 2 heeft een oppervlakte van circa 4.148m2 en een breedte van 32.47m aan de straatzijde.

Lot 3 heeft een oppervlakte van circa 4.192m2 en een breedte van 32.47m aan de straatzijde.

Lot 4 heeft een oppervlakte van circa 4.272m2 en een breedte van 32.47m aan de straatzijde.

Alle loten zijn voorzien voor een open ééngezinswoningen. De bouwzone voor lot 1 en 2 wordt ingetekend op 10,00m uit de rooilijn. De bouwzone voor lot 3 en 4 wordt ingetekend op 40m uit de rooilijn. De bouwzone voor alle loten wordt voorzien op 5,00m van de rechter perceelsgrens en op 5,00m van de linker perceelsgrens met een diepte van 25,00m.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 18 maart 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager heeft op verzoek een gewijzigd inplantingsplan ingediend zodat de aangeduide bouwzones rekening houden met de inplanting van de meest waardevolle bomen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het te behouden bosrestant en waardevolle bomen, (voornamelijk eiken, beuken) zoals weergegeven in rode tekst op het inplantingsplan;

o        bij de aanvraag voor het bouwen van de woning dient de aanvrager een boombeschermingsplan opgesteld door een gecertificeerd European Treeworker toe te voegen aan zijn aanvraag;

o        bij de aanvraag voor het bouwen van de woning dient de aanvrager een heraanplantingsvoorstel toe te voegen aan zijn aanvraag met een billijk aantal standplaatsgeschikte hoogstammige loofbomen van eerste en tweede grootte plantmaat 10/12 zodat voldaan wordt aan de definitie van woonparkgebied;

o        voor de inplanting van de oprit, toegangen en paden dient de aanvrager bij de aanvraag voor het bouwen van een woning rekening te houden met de bestaande waardevolle en te behouden bomen zodat de minste milieuschade ontstaat en bij voorkeur buiten de kroonprojectie van bomen;

o        per lot een bankgarantie te stellen van 4.000 euro ter garantie van een correcte uitvoering van het vellen en de te behouden bomen - bos, het uitvoeren van de heraanplanting en toepassing boombeschermingsplan;

o        indien bronbemaling nodig is, dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving.

 

  • Integan
    Het advies van Integan afgeleverd op 16 november 2018 onder referentie VERK- 18-06782, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De kostenraming VERK-18-06782 dient vooraf betaald te worden conform de verkavelingsvoorwaarden;

o        De bouwheer/opdrachtgever dient nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar het nieuwe aansluitpunt volgens het plan in bijlage.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 14 december 2018 onder referentie DWAD-2018-1171, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden

o        Verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

-          Wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien er bijkomende verharding wordt aangelegd in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied waardoor er minder oppervlak is waarop het hemelwater kan infiltreren.

-          Wijziging van het overstromingsregime aangezien er bijkomende verharding wordt aangelegd en overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied waardoor er minder waterbergingsruimte zal beschikbaar zijn.

  • Voorwaarden en maatregelen

o        Algemene wettelijke voorwaarden

  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelinginstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de regenwaterafvoerleiding en regenwater in de droogweerafvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een droogweerafvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

o        Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).
Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
    Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
    De te bouwen woningen zijn onderhevig aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten en andere. Voor elke nieuwbouw is de eigenaar verplicht het dak (tenzij het een groendak betreft) van de woning te laten afwateren naar een hemelwaterput dient in verhouding te zijn met het potentiële hergebruik. De hemelwaterput moet worden uitgerust met een operationele pompinstallatie en een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. Het opgevangen hemelwater moet hergebruikt worden voor bijvoorbeeld toiletspoeling, de buitenkraan en als kuiswater (en eventueel als waswater). Het verplichte hergebruik van hemelwater door middel van een pomp en apart leidingcircuit moet opgenomen worden in de vergunning en wordt bij voorkeur na de werken gecontroleerd door de gemeente.
    Het wordt afgeraden om groendaken, terreinverharding of terrassen te laten afwateren naar de hemelwaterput. Indien dit water toch wordt afgeleid naar de hemelwaterput wordt aangeraden om dit afstromende hemelwater eerst te zuiveren vooraleer het wordt opgevangen in de hemelwaterput om vervuiling t voorkomen.
    Gezien elk perceel groter is dan 250m², is de eigenaar verplicht de hemelwaterput te laten overlopen naar een infiltratievoorziening.
    Om effectief te zijn en insijpelen van grondwater te vermijden moet een infiltratievoorziening zich geheel boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand bevinden. Om deze percelen is de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand 37cm onder het maaiveld volgens geopunt. Voor een gecombineerd systeem van hemelwaterput en infiltratievoorziening geldt echter dat hierbij nog een extra veiligheidsmarge nodig is om instroom van water uit de infiltratievoorziening in de hemelwaterput te vermijden en zo contaminatie van het te hergebruiken water te voorkomen. Gezien de hoge grondwaterstand kan er geen gebruik worden gemaakt van de gecombineerd systeem van hemelwaterput en infiltratievoorziening.
  • Voor de wijziging van overstromingsregime
    Er mag geen ruimte voor water verloren gaan of het ingenomen overstromingsvolume dient gecompenseerd te worden.
    Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt immers overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden.
    Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving niet te verergeren, moet het verlies voor waterbergingsruimte dan ook vermeden worden of effectief gecompenseerd worden.
    Dit moet in de onmiddellijke omgeving gebeuren en minimum hetzelfde overstromingsvolume compenseren.
    Het verlies in de waterbergingsruimte kan gecompenseerd worden door een oppervlakkige afgraving op het terrein (afgravingen onder het grondwaterniveau zijn echter niet effectief) en/of met een overstroombare kruipkelder onder de gebouwen.
    Een eventuele ophoging is enkel toegelaten ter hoogte van de gebouwen zelf; het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden. De grondbalans van het perceel moet neutraal zijn; iedere ophoging moet gecompenseerd worden door een afgraving.
    Een andere mogelijkheid is om het project/plan te realiseren zonder inname van ruimte voor water.
    Dit impliceert het optrekken van het gebouw boven op palen waarbij de onderkant van het gebouw boven het overstromingspeil wordt voorzien zodat eventueel overstromingswater de ruimte onder het gebouw kan benutten.
    Indien men het compenseren van ruimte voor water niet haalbaar acht moet gestreefd worden naar een bestemmingswijziging via ruil van het perceel moet een overstromingsvrije locatie.
    Deze percelen hebben al te kampen gehad met wateroverlast. Ergere overstromingen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.
    Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden. Verder moeten benutte kelders geweerd worden (een niet waterdichte overstroombare kruipkelder kan echter wel ter compensatie van de verloren gegane waterbergingsruimte ) alsook ondergrondse (mest)kelder, ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.
    Gezien het gevaar voor overstromingen wordt een kelder ongunstig geadviseerd (een niet waterdichte overstroombare kruipkelder kan echter wel en wordt aangeraden ter compensatie van de verloren gegane waterbergingsruimte). Indien de initiatiefnemer toch het risico wil nemen, wordt dan ook geadviseerd de nodige voorzorgmaatregelen te treffen om de mogelijke gevolgen van wateroverlast te beperken, zoals het beveiligen van de afwatering tegen terugslag vanuit het rioolstelsel, het voorzien van een drempel aan de ingang en eventueel het voorzien van pompen op de riolering.
    Het Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid wijst op het risico door schade als gevolg van wateroverlast in de ondergrondse verdieping, die bij toekomstige overstromingen mogelijk kan onderlopen via inritten, doorgangen van leidingen, toegangen en dergelijke. De aanleg van de ondergrondse garage moet dan ook vermeden worden. Indien de initiatiefnemer toch het risico wil nemen, wordt dan ook geadviseerd de nodige voorzorgmaatregelen te treffen om de mogelijke gevolgen van wateroverlast te beperken, zoals het beveiligingen van de afwatering tegen terugslag vanuit het rioolstelsel, het voorzien van een drempel aan de ingang en eventueel het voorzien van pompen op de riolering.
    Daarnaast dient ook de ruimte voor water die verloren gaat door de kelder gecompenseerd te worden. In de bodem kan immers ook water gestockeerd worden. Indien toch een kelder voorzien wordt dient ook het volume dat hier anders geborgen kan worden te worden gecompenseerd.
    Een ophoging kan niet gunstig geadviseerd worden. De ophoging dient zich te beperken tot het gebouw en de toegang tot het gebouw. Ook mag er geen grond van elders aangevoerd worden om de ophoging te realiseren (iedere ophoging moet gecompenseerd worden door een afgraving op het terrein).

Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Er moet minimaal aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten voldaan zijn;

o        Bij de plaatsing van elk huis moet een hemelwaterput met een minimaal volume van 5.000 liter worden geplaatst en het opgevangen hemelwater moet worden hergebruikt;

o        Elke hemelwaterput moet overlopen naar een infiltratievoorziening dewelke gedimensioneerd is naar het afwaterende dakoppervlak en de verharding;

o        Voor elk plot mag de infiltratievoorziening niet lager dan 37cm onder het maaiveld worden geplaatst;

o        Er kan geen gebruik gemaakt worden van een gecombineerd systeem van hemelwaterput en infiltratievoorziening.

o        De hemelwaterput voor elk gebouw dient in verhouding e zin met het potentiële hergebruik;

o        De terrassen/verhardingen mogen niet afwateren naar de hemelwaterput tenzij maatregelen getroffen worden om vervuiling van hemelwater in de put te voorkomen.

o        Er mag geen ruimte voor water verloren gaan.

o        Er moet overstromingsvrij gebouwd worden;

o        De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.

o        Een kelder wordt afgeraden.

a.      De eigenaar dient alle maatregelen te treffen om in geval van overstroming schade in de kelder te voorkomen;

b.      Het buffervolume dat verloren gaat door de aanleg van de kelder dient gecompenseerd te worden. Dit is het poriënvolume boven de gemiddelde grondwaterstand.

a.      De ophoging dient zich te beperken tot het gebouw en de toegang tot het gebouw.

b.      Iedere ophoging moet worden gecompenseerd door een afgraving op het terrein (er mag geen grond van elders aangevoerd worden).

 

  • Eandis System Operator
    Het advies van Eandis System Operator afgeleverd op 26 oktober 2018 onder referentie 324432_47773, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Een offerte voor de verkaveling werd overgemaakt. De loten mogen pas worden verkocht wanneer aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan en de facturen vereffend zijn.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 30 november 2018 onder referentie 180850 L 18-962, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het advies is gunstig mits voldaan wordt aan de te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of ingebuisde gracht langsheen Baron Delbekelaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringswerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.
  • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.
  • De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.
  • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

  • Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.
  • Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

1)      Algemene voorwaarden:

o        De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

  • De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringswerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 12 november 2018 onder referentie 18-218409, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent gunstig advies mits naleving van deze voorwaarden:

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

o        Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13 juni 1990;

o        Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 18-218409.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 10.982m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage van 17.355 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 22 november 2018, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

Dit garandeert dat het project, met minimale hinder op uw openbaar domein, tijdig en correct wordt aangelegd of vernieuwd.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaats, van 26 oktober 2018 tot 24 november 2018.

Er werden 6 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      Het opdelen van het perceel in 4 loten zou de verkeersdrukte in de Baron Delbekelaan doen toenemen;

2.      De privacy voor de omliggende percelen zal verdwijnen;

3.      Het straatbeeld zal wijzigen als een groot gedeelte van het huidige bos gekapt wordt;

4.      De verkavelingsaanvraag is in strijd met de verkavelingsstop van de gemeente;

5.      Op het perceel staan oude inheemse bomen, veel van die bomen bevinden zich in de bouwzone en zullen moeten worden gekapt;

6.      Op het perceel zouden meergezinswoningen gebouwd worden, dit is strijdig met de voorschriften.

De bezwaren worden als volgt beoordeelt:

1.      De aanvraag voorziet 4 eengezinswoningen langsheen een degelijk uitgeruste gemeenteweg. De bijkomende verkeersstromen blijven beperkt tot het normaal aanvaardbaar niveau voor deze zone.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond;

2.      De bouwzones worden op voldoende afstand van de perceelsgrenzen ingeplant om de privacy te waarborgen
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond;

3.      Het perceel is gelegen in woonpark volgens het gewestplan. In woonpark gebied is ontbossing niet principieel verboden. De aanvragers hebben tijdens de vergunningsaanvraag procedure een wijzigingsverzoek ingediend. De bouwzones worden aangepast om zoveel mogelijk waardevolle hoogstammige bomen te bewaren.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond;

4.      Er is een verkavelingsstop voor verkavelingen die nieuwe wegenissen voorziet. De verkaveling omvat geen wegenis.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond;

5.      Zie punt 3.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond;

6.      De aanvraag voorziet 4 loten voor ééngezinswoningen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

  • Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een wijzigingslus van 3 februari 2019 tot 4 maart 2019. Dit openbaar onderzoek werd stopgezet op 13 februari 2019 doordat de aanplakking niet correct was uitgevoerd.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

  • Het derde openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een administratieve lus door aanplakking op de gewone aanplak plaats, van 16 februari 2019 tot 17 maart 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van een perceel in 4 loten voor een open ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel is voldoende groot om 2 parkeerplaatsen op de oprit te voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 4 loten voor open bebouwing op een perceel van circa 16.600m². De bebouwingsdichtheid bedraagt 2,4 woningen/Ha.
    Op 23 januari 2019 heeft de aanvrager een wijzigingsverzoek ingediend om tegemoet te komen aan het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar. De gewijzigde plannen omvatten een aangepaste inplanting van de bouwzone, hierdoor kunnen de meest waardevolle bomen behouden blijven.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Integan naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;

o        het advies van Eandis System Operator naleven;

o        het advies van de Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Omgeving - Hertedreef 3 - Handhaving

 

 

Feiten en context

          Op 27 juli 2018 ontving de politie een klacht voor het bouwen van een niet-vergunde skateramp.

          Op 30 juli 2018 werden de eigenaars mondeling verzocht om binnen een termijn van twee weken een omgevingsvergunning aanvraag in te dienen.

          Via een schrijven op 13 augustus 2018 werd de eigenaars opnieuw aangemaand om een omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen voor 30 augustus 2018.

          Op 17 september 2018 werd de omgevingsvergunningsaanvraag ingediend.

          Op 14 januari 2019 geweigerd het college van burgemeester en schepenen de omgevingsvergunningsaanvraag OMG 2018/419.

          Op 24 februari 2019 is de beroepstermijn voor betrokken personen beëindigd.

          Inwoners hebben via mail op 15 maart 2019 opnieuw hun bezorgdheid geuit in verband met de skateramp en vragen de afbraak.

          Op 20 maart 2019 is de beroepstermijn voor derde beëindigd.

          In een telefonisch overleg met Lokale Politie Voorkempen op 20 maart 2019 werd bevestigd dat ze op basis van de richtlijnen van het Parket enkel een vereenvoudigd proces-verbaal (VPV) kunnen opmaken.

 

Juridische gronden

          Artikel 4.2.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 30 december 2017
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen verrichten zoals het optrekken of plaatsen van een constructie, het functioneel samenbrengen van materialen waardoor een constructie ontstaat, het afbreken, herbouwen, verbouwen en uitbreiden van een constructie.

          Artikel 6.3.3 § 1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 maart 2018
De bevoegde overheid kan ook voor de burgerlijke rechtbank de herstelmaatregelen en dwangsom vorderen, ongeacht of de te herstellen schade veroorzaakt is door stedenbouwkundige misdrijven of inbreuken. De herstelvordering wordt ingeleid door de burgemeester in naam van de gemeente.

 

Argumentatie

          Het betreft een niet vergunde constructie waarbij de wettelijke mogelijkheden tot het regulariseren zijn uitgeput.

          Omdat het een losstaande eenvoudige constructie is, wordt een herstel termijn van 1 maand voorgesteld.

          Om overlast naar de buurt te vermijden, wordt voorgesteld om in afwachting van de afbraak de constructie niet meer te gebruiken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de skateramp niet meer mag gebruikt worden en dient te worden verwijderd. De eigenaars worden per aangetekend schrijven op de hoogte gesteld van de beslissing. De eigenaars dienen de constructie te verwijderen binnen een maand na ontvangst van het aangetekend schrijven.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de klagers schriftelijke op de hoogte worden gesteld van de beslissing tot verwijdering en verbod op gebruik van de skateramp.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 25 maart 2019 tot en met 23 april 2019

Koekoeksdreef 51

het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning

OMG 2019/81

van 29 maart 2019 tot en met 27 april 2019

Egelvoortstraat 24

het bouwen van een garage/berging en de afbraak van 2 tuinbergingen

OMG 2019/122

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Vrijgave bankwaarborg - Silvesterlaan 22 - WB2015/240

 

 

Voorgeschiedenis

Op 29 februari 2016 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Miguel da Silvar doet een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 4.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit administratief nazicht blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden uit de bouwvergunning 2015/240.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2015/240 voor het volledige bedrag van 4.000 euro aan Miguel da Silva, Silvesterlaan 22, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Vrijgave bankwaarborg - Vijverlaan 67 - WB 2016/217

 

 

Voorgeschiedenis

Op 30 januari 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Corluy verzond per e-mail op 13 maart 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 2.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Bij nazicht van de ingediende bewijsstukken blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden uit de bouwvergunning 2016/217.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2016/217 voor het volledige bedrag van 2.000 euro, aan Corluy, Vijverlaan 67 te Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Aanpassingen openbare verlichting De Rentfort, Gouwberg, Dorpslooppad en Akkerstraat & De Reep.

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2016 om 1281 lichtpunten om te bouwen naar het brandregime waarbij deze lichtpunten gedoofd worden tussen 23u en 6u.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 oktober 2018 om lichtpunt 295 in De Rentfort terug te ontsteken na 23u.

 

Feiten en context

          Er zijn verschillende klachten binnen gekomen over het brandregime in De Rentfort, Gouwberg, het Dorpslooppad en Akkerstraat/De Reep.

          Al de klachten bevatten de vraag om terug meer lichtpunten te ontsteken na 23u.

          Voor De Rentfort is de vraag om al de lichtpunten te laten branden na 23u.

          Voor Gouwberg is de vraag om algemeen meer lichtpunten te laten branden na 23u.

          Voor het Dorpslooppad is de vraag om een lichtpunt te laten branden na 23u aangezien er nu niets blijft branden na 23u.

          Voor de Akkerstraat en De Reep is de vraag om al de lichtpunten te laten branden na 23u.

          Het principe is dat na 23u zicht moet zijn van lichtpunt naar lichtpunt.

          Het aanpassen van 1 individueel lichtpunt kost 50 euro. Vanaf 3 lichtpunten wordt er 30 euro per lichtpunt gerekend.

 

Juridische gronden

          Artikel 2, § 2 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenten trachten om op lokaal niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          In De Rentfort branden momenteel 3 van de 7 lichtpunten na 23u. Het voorstel is om enkel lichtpunt 854 terug te ontsteken zodat er lamp om lamp een lichtpunt brand na 23u.

          In De Gouwberg branden momenteel enkel lichtpunten op kruispunten na 23u. Het voorstel is om lichtpunten 769, 1035, 1036, 843, 1038 en 632 terug te ontsteken zodat er lamp om lamp een lichtpunt blijft branden na 23u.

          In het Dorpslooppad brandt momenteel geen licht na 23u. Het voorstel is om lichtpunt 7, in het midden van het pad, terug te ontsteken zodat er lamp om lamp een lichtpunt brandt na 23u.

          In de Akkerstraat en De Reep branden momenteel 7 van de 12 lichtpunten na 23u. Deze 7 lichtpunten zijn gelegen op hoeken, kruispunten en het einde van doodlopende stukken. De lichtpunten branden in De Akkerstraat al lamp om lamp. Enkel in De Reep is het voorstel om lichtpunt 523 terug te ontsteken zodat er ook hier lamp om lamp een lichtpunt blijft branden na 23u.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/5/1/16/4

Algemene rekening

2281000

Beleidsveld

0670

Bedrag

Visum financieel beheerder

270 euro exclusief btw

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om lichtpunt 854, 769, 1035, 1036, 843, 1038, 632, 7 en 523 terug te ontsteken na 23u.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Fietssuggestiestrook Heidedreef - 2019-004/TDU - Starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 maart 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Feiten en context

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 26 maart 2019 te verzenden.

Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 29 april 2019 om 10 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 144.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90 1°

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/010/002

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

61.710,00 euro incl. 21% btw.

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “fietssuggestiestrook Heidedreef” wordt opgestart.

Artikel 2. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          De Groote – Deinze, Karrewegstraat 110 te 9800 Deinze;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen.

Artikel 3. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 29 april 2019 om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Leveren en plaatsen van grasdals - 2019-011/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 4 februari 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 4 februari 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 25 februari 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 25 juni 2019.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel (16.270,00 euro excl. btw of 19.686,70 euro incl. 21% btw);

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (16.720,00 euro excl. btw of 20.231,20 euro incl. 21% btw);

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle (24.672,20 euro excl. btw of 29.853,36 euro incl. 21% btw);

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 8 maart 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

19.686,70 euro incl. btw

19/018

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 8 maart 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “leveren en plaatsen van grasdals” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 16.270,00 euro excl. btw of 19.686,70 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-011/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Onderhoud sportvelden - 2019-006/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 18 februari 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 februari 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          De Ceuster nv, Fortsesteenweg 30 te 2860 Sint-Katelijne-Waver;

          F. Kennes bvba, Ulicotenseweg 66A te 2328 Hoogstraten;

          Meeus bvba, Achterloo 9 te 2520 Ranst;

          Hebbelinck bvba, Hilarestraat 47 te 9160 Lokeren;

          Ooms Erik, Terbeeksestraat 71B te 2321 Hoogstraten.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 11 maart 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 9 juli 2019.

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          F. Kennes bvba, Ulicotenseweg 66A te 2328 Hoogstraten (26.498,00 euro excl. btw of 32.062,58 euro incl. 21% btw);

          Hebbelinck bvba, Hilarestraat 47 te 9160 Lokeren (45.020,00 euro excl. btw of 54.474,20 euro incl. 21% btw);

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 13 maart 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

004/001/003/002

Algemene rekening

61399999

Beleidsveld

0740

Bedrag

Visum financieel beheerder

32.062,58 euro incl. 21% btw

19/017

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 13 maart 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “onderhoud sportvelden” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde F. Kennes bvba, Ulicotenseweg 66A te 2328 Hoogstraten, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 26.498,00 euro excl. btw of 32.062,58 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-006/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Renovatie en aanpassingswerken GLS De Wingerd - 2019-015/TDU - Starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 maart 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Feiten en context

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 26 maart 2019 te verzenden.

Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 29 april 2019 om 9.30 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 144.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90 1°

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/014/003

Algemene rekening

22102500

Beleidsveld

0800

Bedrag

173.867,47 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “renovatie en aanpassingswerken GLS De Wingerd” wordt opgestart.

Artikel 2. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Ageres Solutions BVBA, Steenovenstraat 2A te 2390 Malle;

          Regabouw nv, Diamantstraat 3c te 2275 Wechelderzande;

          Bouwonderneming Ooms NV, Oostmalsesteenweg 220 te 2310 Rijkevorsel;

          Algemene Bouwonderneming Vleugels J. en Zonen BVBA, De Heuvels 24 te 2930 Brasschaat;

          Revaro BVBA, Industriezone Bosduin, Kwade Weide 7A te 2920 Kalmthout;

          Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen.

Artikel 3. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 29 april 2019 om 9.30 uur.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Herstellen van asfaltwegen met gietasfalt - 2019-019/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor herstellen van asfaltwegen met gietasfalt

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 23 april 2019 om 10 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/011

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

30.149,57 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-019/TDU en de raming voor de opdracht “herstellen van asfaltwegen met gietasfalt” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 30.149,57 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel;

          VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 23 april 2019 om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag - 2019-020/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 23 april 2019 om 9.30 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22500500

Beleidsveld

0200

Bedrag

35.909,17 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-020/TDU en de raming voor de opdracht “herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 35.909,17 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Kumpen nv, Paalsteenstraat  36 te 3500 Hasselt;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          Van Wellen Nv. Aannemingen, Klinkaardstraat 198 te 2950 Kapellen (Antwerpen).

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 23 april 2019 om 9.30 uur.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Wijzigingen bij de huwelijksvoltrekking na invoering van de DABS op 31 maart 2019.

 

 

Voorgeschiedenis

Op 31 maart 2019 treedt de nieuwe regelgeving inzake burgerlijke stand in werking, namelijk de invoering van de DABS.

 

Feiten en context

Dit houdt voor de gemeenten een aantal belangrijke veranderingen in.

De voornaamste hiervan zijn:

          Akten worden niet langer op papier opgemaakt en lokaal opgeslagen, maar worden opgesteld in een gedematerialiseerde vorm en opgeslagen in een centrale databank (DABS).

          Akten moeten elektronisch worden ondertekend door de ambtenaar van de burgerlijke stand of door een gedelegeerd ambtenaar. De burger moet zelf niet meer ondertekenen.

Dit heeft tot gevolg dat bij de huwelijksvoltrekking bruidspaar en getuigen niet meer moeten ondertekenen en dat de gemeenten vrij zijn hun ceremonie zelf in te vullen. Het huwelijksboekje wordt niet meer afgeleverd in de huidige vorm en er is niets bij wet geregeld. De gemeente maakt zelf de keuze.

          Afschriften en uittreksels worden voor alle gemeenten op dezelfde manier aangemaakt en afgeleverd en kunnen door burgers worden opgevraagd, ongeacht de gemeente of plaats waar ze werden opgesteld.

          Het Rijksregister zal automatisch worden bijgewerkt op basis van gegevens van de akten.

          De vonnissen en naamsveranderingen worden in de toekomst vanuit FOD justitie elektronisch overgemaakt aan de nieuwe centrale databank (DABS) en vervolgens automatisch verwerkt of overgemaakt aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.

 

Juridische gronden

Wet betreffende de nieuwe regelgeving inzake burgerlijke stand.

Deze wet bepaalt de invoering van de digitale akten van de burgerlijke stand (DABS).

 

Argumentatie

Er heeft bij de huwelijkskandidaten een korte bevraging plaatsgevonden over de verwachtingen bij een huwelijksplechtigheid en volgende punten werden als belangrijk aangegeven:

          invullen van vragenlijst bij de aangifte van huwelijk;

          ceremonieel karakter;

          ouders worden vermeld;

          getuigen worden vermeld;

          attest ter bevestiging van het huwelijk met foto en ondertekend door bruidspaar en getuigen. Voor het huwelijksboekje wordt nu 20 euro aangerekend en het voorstel is deze prijs te behouden om het fotopapier en de attesten te bekostigen;

          moderne installatie waarbij zelf gekozen muziek afgespeeld kan worden;

          behouden van huwelijkscadeau aangeboden door de gemeente Schilde.

 

Kennisname

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de wijzigingen bij de huwelijksvoltrekking.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de afgifte van een feestelijk attest met foto ter bevestiging van de huwelijksvoltrekking.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Kosten elektriciteitswerken Boxs

 

 

Voorgeschiedenis

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 18 februari 2019 van de overeenkomst met Boxs aangaande De Brouwerij

          E-mail van 19 februari 2019 van Boxs met de vraag om 50% van de herstellingskosten van de verlichting in de toiletten en gang van De Brouwerij te betalen

 

Feiten en context

          Boxs liet in de gemeenschappelijke ruimten van De Brouwerij spots herstellen.

          De totale kostprijs voor de herstelling bedraagt 152,76 euro inclusief btw.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          In de overeenkomst tussen de gemeente en Boxs staat niets vermeld omtrent kleine herstellingswerken in de gemeenschappelijke lokalen.

          De gang en toiletten worden zowel door (huurders van) Boxs als door (huurders van) de gemeente Schilde gebruikt.

          De herstelling diende zo snel als mogelijk te gebeuren aangezien de zaal verhuurd was.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.14.7

Algemene rekening

61030100

Beleidsveld

719

Bedrag

 

76,40 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een factuur van 76,40 euro te betalen aan Boxs voor de herstelling van de verlichting in de toiletten van De Brouwerij.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Schadevergoeding Portakabin - Chiro

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Aanvraag Mondiale stap & hap - GROS - zondag 2 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Pol Jonnet van de Gemeentelijke Raad voor OntwikkelingsSamenwerking op dinsdag 12 februari 2019

 

Feiten en context

De GROS organiseert op zondag 2 juni 2019 een 'Mondiale Stap en Hap'. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van een tent nabij de Dodoenstuin in Schildehof.

 

Juridische gronden

          Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

          Artikel 278 van de nieuwe gemeentewet
De besturen van de openbare instellingen hebben, onder toezicht van de hogere overheid, het beheer van hun bossen en wouden op de wijze geregeld door de overheid die bevoegd is om het Boswetboek vast te stellen.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          Gunstig advies politie

 

Argumentatie

Andere organisaties kregen voor gelijkaardige evenementen toelating

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan GROS voor de organisatie van een 'Mondiale Stap en Hap' op zondag 2 juni 2019 en het plaatsen van een tent ter hoogte van de Dodoenstuin in park schildehof. mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet ten laatste de dag na het evenement verwijderd worden;

          aan de deelnemers moet een kaart met de route bezorgd worden, waarop ook aangegeven wordt dat ze het verkeersreglement dienen te respecteren;

          indien de bewegwijzering ook op het grondgebied van andere gemeenten wordt opgehangen, moet aan de desbetreffende gemeentebesturen ook toelating gevraagd worden om de pijlen op te hangen;

          voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          geen afval achter te laten;

          indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Aanvraag Kiekefeest & Kiekerun 2019 - 30 maart 2019 - Scouts en Gidsen Schilde

 

 

Voorgeschiedenis

          Aanvraag Kiekefeest via evenementenapplicatie door Dorian De Schepper op 10 december 2018

          Aanvraag Kiekerun via evenementenapplicatie door Jolien Van Rooy op 7 januari 2019

 

Feiten en context

Scouts en Gidsen Schilde vraagt toelating voor de van hu, jaarlijks kiekefeest en een kiekerun op zaterdag 30 maart 2019 Het parcours loopt rond de scoutslokalen. De vereniging vraagt toelating voor het afsluiten van de Pater Nuyenslaan tussen de Tunrhoutsebaan en De Zevenster en de kleine omliggende straten.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Veiligheidsoverleg van 19 maart 2019

 

Argumentatie

          De vereniging kreeg hiervoor in het verleden al toelating.

          De vorige edities zijn zonder problemen verlopen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Scouts en Gidsen Schilde voor de organisatie van het jaarlijkse kiekefeest en een kiekerun op zaterdag 30 maart mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          opvolgen van de gemaakte afspraken tijdens het veiligheidsoverleg van dinsdag 19 maart 2019;

          het geluidsniveau van de elektronisch versterkte muziek mag maximum 95 dB(A)LAeq, 15min bedragen op zaterdag 30 maart vanaf 21u tot 04u nieuwe zomertijd(03u oude wintertijd);

          het evenement moet eindigen op zondag 31 maart 2019 om 3 uur (wintertijd, 4u nieuwe zomertijd);

          de organisator dient de buurt schriftelijk op de hoogte te brengen van het evenement;

          een afschrift van de vergunning zal overgemaakt worden aan de toezichthoudende politiediensten.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 25 03 2019

Aanvraag projectsubsidie 30 jaar Scouts Wezel

 

 

Voorgeschiedenis

Ingediend formulier voor het bekomen van een projectsubsidie van 25 januari 2019

 

Feiten en context

          Volgens het ingediende budget is er een voorlopig verlies van 850 euro.

          De organisatoren vragen een projectsubside van 850 euro.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

          Subsidiereglement voor jeugdverenigingen en jongeren, goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014.

 

Inspraak en advies

Positief advies van de jeugdraad.

 

Argumentatie

De gemeente wil erkende verenigingen, inwoners of projectgroepen ondersteunen door het verlenen van projectsubsidies.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.8.4 (stroomlijning van de ondersteuning voor gemeenschapsvormende activiteiten en verenigingen)

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0719

Bedrag

Visum financieel beheerder

850 euro

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een projectsubsidie van 850 euro toe te kennen aan Micro Truyens, Karel Werrebroeklei 21, 2970 's-Gravenwezel, voor de organisatie van 30 jaar Scouts Wezel op 27 april 2019.

 

 

Publicatiedatum: 02/04/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.