VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

9 december 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Ilse Konings, wnd algemeen directeur;

verontschuldigd

Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Kathleen Krekels, verlaat de zitting vanaf agendapunt 22

Kathleen Krekels, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 23

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 2 december 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 2 december 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 2.236 tot en met 2.271;

          de vastleggingen van 6.916 tot en met 7.005;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 109 tot en met 110;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 45.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Verslag kerkraad - Sint-Catharina - 2 december 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 57 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad en van het centraal kerkbestuur wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de vergadering, gelijktijdig aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan verstuurd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de zitting van de kerkraad Sint-Catharina van 2 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Financieel directeur - aanstelling selectiekantoor

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 21 oktober 2019 besliste de gemeenteraad de functie van financieel directeur open te verklaren en de selectie voor de aanwerving van een financieel directeur geheel uit te besteden aan een extern selectiebureau.

          Op 18 november 2019 besliste de gemeenteraad toe te treden tot Poolstok voor ondersteuning inzake beleid voor personeel en organisatie.

 

Feiten en context

Poolstok heeft op 4 december 2019 een overzicht overgemaakt van de uurtarieven van vier selectiekantoren die ervaring hebben met procedures voor financieel directeur in lokale besturen.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 125 van de wet op de overheidsopdrachten over raamcontracten.
Poolstok sluit, rekening houdend met de wetgeving overheidsopdrachten, raamcontracten af met gespecialiseerde dienstverleners.

 

Argumentatie

          Het is belangrijk een goede selectieprocedure te voeren met een ervaren kantoor.

          De tarieven geven een duidelijk beeld van de te verwachten kosten.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.1.6.

Algemene rekening

61310070

Beleidsveld

111

Bedrag

Visum financieel beheerder

raming 8.000,00 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt Fenix Consulting aan om de selectieprocedure voor de aanwerving van een financieel directeur te voeren.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Dossier Easypost - Bpost

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 4 november 2015 sloot de stad Brugge een raamcontract af voor de postverwerking via een opdrachtencentrale tot 31 december 2019 met de firma Postalia Belgium (met als merknaam Easypost).

          Het college van burgemeester en schepenen heeft op 29 mei 2017 beslist in te stappen in het voorgelegde contract met Easypost - via raamcontract met de stad Brugge tot en met 31 december 2019.

          Op 8 mei 2019 heeft stad Brugge gemeente Schilde geïnformeerd dat zij opnieuw een overheidsopdracht gingen plaatsen voor het ophalen, frankeren en distribueren van postzendingen. Zij treden op als aankoopcentrale waaraan gemeente Schilde kan deelnemen.

          Op 17 mei 2019 heeft gemeente Schilde aan stad Brugge laten weten dat zij interesse hebben om opnieuw deel te nemen aan de nieuwe overheidsopdracht. Zij hebben ook het gevraagde document 'lijst deelnemers aankoopcentrale postverwerking' op dat moment bezorgd aan stad Brugge.

          Op 22 november 2019 heeft stad Brugge alle geïnteresseerde deelnemers geïnformeerd dat stad Brugge de overheidsopdracht voor postverwerking afsloot met firma Bpost tot 31 december 2023. Zij bezorgen tevens alle benodigde documenten om in te stappen in dit nieuwe contract.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, §3, 3°, 4° en 5° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

          het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten.

          de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht die past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.

          Artikel 47, §1 en 2 van de wet inzake overheidsopdrachten

Een aanbestedende overheid kan leveringen en/of diensten verwerven van een aankoopcentrale die gecentraliseerde aankoopactiviteiten aanbiedt. Zij kan ook gebruik maken, wat de werken, leveringen en/of diensten betreft, van een aankoopcentrale door gebruik te maken van een raamovereenkomst die gesloten is door deze aankoopcentrale. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.

 

Argumentatie

          Het huidige raamcontract waarop gemeente Schilde instapte loopt af op 31 december 2019.

          Naast gemeente Schilde hebben nog 229 besturen aangegeven interesse te hebben in te stappen in het raamcontract van stad Brugge.

          Na het voeren van een overheidsopdracht gunde de stad Brugge de opdracht aan Bpost. Indien gemeente Schilde instapt op dit raamcontract hoeft er geen procedure van overheidsopdrachten ingesteld te worden.

          Gemeente Schilde heeft duidelijke instructies ontvangen van stad Brugge om de overgang naar het nieuwe raamcontract vlot te laten verlopen.

          Bpost heeft aan gemeente Schilde laten weten dat zij ten laatste in week 50 (week 9 december 2019) moeten weten of gemeente Schilde instapt in het raamcontract om de postophaling vanaf begin januari te kunnen garanderen.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.2.5

Algemene rekening

61412230

Beleidsveld

110

Bedrag

Visum financieel beheerder

max. 40.000 euro per jaar

19/072 van 05/12/2019

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist in te gaan op het nieuwe voorgelegde raamcontract van stad Brugge met Bpost dat loopt tot 31 december 2023.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Van POP-UP naar webplatform Schilde Schittert

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 19 augustus 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om een pop-upparticipatiewinkel te openen langs de Turnhoutsebaan.

          Op 1 oktober 2019 opende de pop-upwinkel op de Turnhoutsebaan zijn deuren. Iedereen kon vanaf dat ogenblik zijn ideeën indienen voor gemeente Schilde. Op 20 december 2019 sluit de pop-upwinkel op de Turnhoutsebaan zijn deuren.

 

Feiten en context

          In de pop-up zijn tot en met 3 december 2019 720 bezoekers geweest die 739 ideeën hebben ingediend.

          Het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente Schilde staat geagendeerd op de gemeenteraad van 16 december 2019.

          In het voortraject van Schilde Schittert zijn er al een paar belangrijke stappen gezet:

          startnota van Schilde Schittert 2.0;

          er heeft een design sprint plaatsgevonden over wat het nieuwe digitale platform moet worden. Ter voorbereiding heeft er ook een focusgroeponderzoek plaatsgevonden met de doelgroepen;

          er is een projectfiche opgesteld met hierin een concreet plan van aanpak voor de realisatie van Schilde Schittert 2.0. Hieraan is ook een communicatieplan toegevoegd voor communicatie over de realisatie van fase I.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 304, §1, 4 van het decreet lokaal bestuur over participatie
De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen.

          Artikel II.2. van het decreet bestuursdecreet
De overheidsinstanties informeren actief, op eigen initiatief, over hun beleid, regelgeving en dienstverlening, telkens als dat nuttig, belangrijk of noodzakelijk is.

          Artikel 42, §1, 1° van de wet op de overheidsopdrachten
Overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer de werken, leveringen of diensten alleen door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht, om een van de volgende redenen:

i) de opdracht heeft als doel het vervaardigen of verwerven van een uniek kunstwerk of het leveren van een unieke artistieke prestatie;

ii) mededinging ontbreekt om technische redenen;

iii) uitsluitende rechten moeten worden beschermd, met inbegrip van de intellectuele eigendomsrechten.

 

Argumentatie

          Uit alle vooronderzoek is gebleken dat terugkoppeling een essentieel onderdeel is van het participatietraject om blijvende betrokkenheid te creëren. Deze terugkoppeling dient snel te gebeuren. Terugkoppeling hoeft nog geen concreet antwoord te zijn op het idee van de indiener, maar kan evengoed bestaan uit de melding dat ernaar gekeken wordt.

          Het is essentieel dat iedereen vanaf de sluiting van de pop-up op 20 december 2019 weet waar ze terecht kunnen om de ingediende ideeën te kunnen opvolgen.

          Het concept van Schilde Schittert sluit perfect aan bij de pop-up en is bijgevolg het logische vervolgtraject.

          Een snelle, heldere communicatie over het meerjarenplan dat goedgekeurd wordt op de gemeenteraad van 16 december 2019 geeft een positief en sterk signaal.

          In de projectfiche van Schilde Schittert 2.0 staat dat de realisatie van het digitaalplatform in twee stappen dient te gebeuren.

          Er is nood om kort op de bal te spelen met de partners die op dit moment hun schouders onder fase I van dit project kunnen zetten zodat dit live kan op 20 december.

          Spaced is op dit moment de enige leverancier die de nodige know-how heeft van dit dossier om op korte termijn als projectbegeleider op te treden.

          Spaced heeft Tree Company voorgesteld als partner in dit project. Tree Company is een innovatiebureau voor online burgerparticipatie. Zij hebben een sterke ervaring in het faciliteren en realiseren van participatietrajecten. Zij beschikken over de intellectuele eigendomsrechten van een basisplatform dat snel operatief kan zijn. Referenties zijn terug te vinden op treecompany.be/projecten.

          Spaced en Tree Company hebben gezegd fase I samen te kunnen realiseren voor de deadline van 20 december.

          Na de realisatie van fase I, wordt een overheidsopdracht uitgeschreven voor realisatie van fase II.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

2.2.3.3

Algemene rekening

61429999

Beleidsveld

119

Bedrag

Visum financieel beheerder

6.655 euro (incl. BTW) - raming maximumbedrag

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de projectfiche Schilde Schittert - versie 4 december 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de opstart van fase I van het project Schilde Schittert 2.0 met de partners Spaced en Tree Company.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Fietsostrade Albertkanaal - bewegwijzering

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 7 oktober 2019 van provincie Antwerpen

 

Feiten en context

De provincie Antwerpen heeft een fietsostrade ingericht langs het Albertkanaal (F5). Iedere betrokken gemeente moet officieel goedkeuring verlenen voor de bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies van de verkeerscel

 

Argumentatie

Naleven van officiële richtlijnen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van provincie Antwerpen voor de bewegwijzering van de fietsostrade F5 langs het Albertkanaal en beslist hieraan goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Vervoerregio - validering ontwerpnota's GIP 2020 en NMBS

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 21 november 2019 van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

Op de vervoerregioraad van 18 november 2019 werd afgesproken dat twee ontwerpnota's ter validering zouden worden voorgelegd namelijk:

          het advies dat door de vervoerregioraad over het GIP 2020 moet worden geleverd aan MOW;

          een nota waarin de vervoerregioraad de NMBS verzoekt het parkeerbeleid aan de meer perifere stations af te stemmen op het beleid dat door de vervoerregio zal worden gevoerd, vooral nu de NMBS wil starten met betalend parkeren aan het interregionaal knooppunt station Noorderkempen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontwerpnota's over het GIP 2020 en het parkeerbeleid dat gevoerd wordt door de NMBS en beslist hieraan goedkeuring te verlenen zonder opmerkingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Resultaten snelheidsmetingen september - oktober 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Tijdens de periode van 18 september tot 16 oktober 2019 werden snelheidsmetingen uitgevoerd in de Moerstraat, Veldvenne, Frans de Beuckeleerlaan en Torfhoeken.

 

Feiten en context

De snelheidsmetingen leverden volgende resultaten op:

          Moerstraat 49:

          V85 = 65 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 1.490

          Veldvenne 20:

          V85 = 54 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 519

          Frans de Beuckeleerlaan 14/16:

          V85 = 55 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 1.485

          Torfhoeken 18:

          V85 = 62 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 929

Ter vergelijking de resultaten van de meting van februari/maart 2019 aan Torfhoeken 18:

          V 85 = 63km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag : 596

Aanvullend het resultaat van de flitscontrole uitgevoerd door de politie op 22 oktober 2019 tussen 11 en 12 uur in Torfhoeken:

          16 gecontroleerde voertuigen waarvan 8 in overtreding

          hoogst gemeten snelheid: 71 km/uur.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          regelmatig politiecontrole te laten uitvoeren in de Moerstraat en Torfhoeken en het plaatsen van een mobiel snelheidsinformatiebord;

          in de Veldvenne en Frans de Beuckeleerlaan geen aanpassingen te doen gezien de aanvaardbare V85-score.

 

Argumentatie

Het verhogen van de verkeersveiligheid en zorgen voor een aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de resultaten van de snelheidsmetingen uitgevoerd in september/oktober 2019 en beslist:

          regelmatig politiecontrole te laten uitvoeren in de Moerstraat en Torfhoeken en het plaatsen van een mobiel snelheidsinformatiebord;

          in de Veldvenne en Frans de Beuckeleerlaan geen aanpassingen aangaande de snelheid te doen gezien de aanvaardbare V85-score. De globale verkeerssituatie wordt wel bekeken.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Vervoerregio - plannota 1.0 - feedback op opmerkingen gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 14 november van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

          De gemeente maakte opmerkingen op plannota 1.0. van vervoerregio Antwerpen.

          Vervoerregio Antwerpen geeft nu feedback.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de feedback van vervoerregio Antwerpen op de opmerkingen van de gemeente op plannota 1.0.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring verrekening 1

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

          De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2017-061/TDU.

          De op 25 november door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde verrekening 1 bevatte niet het correcte bedrag.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

 

HV in meer

 

€ 110.408,17

HV in min

-

€ 21.460,66

Totaal excl. btw

=

€ 88.947,51

Btw

+

€ 18.678,98

TOTAAL

=

€ 107.626,49

 

Hiervoor werd een offerte ontvangen op 14 november 2019.

Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 2,85%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 3.213.803,98 euro excl. btw of 3.232.482,96 euro incl. btw bedraagt.

Motivering voor deze verrekening:

          grondverbetering onder fietspad:

          leveren en verwerken bodem assen: er wordt een pakket bodemassen voorzien van 20 cm dikte met een overbreedte van 20 cm

          leveren en plaatsen van geotextiel: geotextiel plaatsen in lager gelegen zone (aan waterloop) en in overleg met toezichter voor AWV..

De leidend ambtenaar de heer Filip De Clercq verleende gunstig advies.

 

BESLUIT

Artikel 1. De beslissing die het college van burgemeester en schepenen in de vergadering van 25 november 2019 over verrekening 1 heeft genomen wordt ingetrokken.

Artikel 2. Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor het totaal bedrag in meer van 88.947,51 euro excl. btw of 107.626,49 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie 1419/003/004/003/009).

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Nutswerken - Proximus - Bellevuedreef 3-11, De Loock 11A-47, Mastendreef 13 - Uitvoering van telecommunicatiewerken

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 5 september 2017 van Proximus, Borsbeeksebrug 24, 2600 Antwerpen voor het uitvoeren van telecommunicatiewerken ter hoogte van de Bellevuedreef 3-11, De Loock 11A-47 en De Mastendreef 13 zoals aangeduid op het plan met referentie 03SHI0 447903+1.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Vernieuwing van de leidingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Proximus met referentie JMS 447903/N001.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Nutswerken - Fluvius - Moerhoflaan 67-73 - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 30 oktober 2019 van Fluvius, Boombekelaan 14 te 2660 Hoboken voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Moerhoflaan 67-73 zoals aangeduid op de plannen met referentie NA-12-4795.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Uitbreiding van het netwerk

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk DGO/12-4795 en het ontwerpplan NA-12-4795.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Nutswerken - Eurofiber - van de Wervelaan, Petrus Bogaertslaan, Schoolstraat, Leopold Gabriëlslaan - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 2 december 2019 van Eurofiber, Belgicastraat 5, bus 7 te 1930 Zaventem voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de van den Wervelaan, Petrus Bogaertslaan, Schoolstraat en Leopold Gabriëlslaan zoals aangeduid op het plan met de referentie EUF191660TOB-A.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Uitbreiding openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Eurofiber met kenmerk EUF191660TOB-A.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Nutswerken - Fluvius - Treemblok - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 15 november 2019 van Fluvius, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het vervangen en verplaatsen van een distributiecabine ter hoogte van de Treemblok zoals aangeduid op het plan met referentie HNW 309741 / DNW 20266950.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Vernieuwing van het netwerk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk 309741 en het ontwerpplan HNW 309741 - DNW 20266950.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Nutswerken - Fluvius - Kasteeldreef - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 25 oktober 2016 van Fluvius, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het verplaatsen van een distributiecabine ter hoogte van de Kasteeldreef zoals aangeduid op het plannen met referentie HNW 317173 / DNW 20266857.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Vervangen en verzwaren gas distributiecabine.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk 317173.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Patrimonium - Procedure verlijden akte - Karekiet 47-49

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m, dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van de eigendom gelegen aan de Karekiet 47-59 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471F 17, E17, A18, B18, C18, O3 en O2 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 66.000 euro of 28,41 euro per m². De notaris is aangesteld om de akte op te maken.

 

Feiten

De notaris vraagt of het mogelijk is om de akte van de aankoop goed te keuren zonder dat er kennisgenomen is van de oorspronkelijke aankoopakte waarin eventuele belastende erfdienstbaarheden opgenomen zijn. De verkoper van deze eigendom wenst het dossier vlug af te handelen.

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

 

Argumentatie

Indien er toch belastende erfdienstbaarheden zijn, dient de akte opnieuw goedgekeurd te worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is niet akkoord om de akte goed te keuren zonder eventuele belastende erfdienstbaarheden te kennen die in de oorspronkelijke eigendomsakte mogelijks zijn opgenomen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Patrimonium - Vraag naar aankoop - Kasteeldreef

 

 

Voorgeschiedenis

          Vraag van het Agentschap van Wegen en Verkeer tot aankoop van een perceel ter hoogte van de Kasteeldreef en de Turnhoutsebaan op het grondgebied Wijnegem voor een minimum prijs van 10.000 euro

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Wijnegem waaruit blijkt dat er geen interesse is tot aankoop

 

Juridische gronden

          Decreet van 10 december betreffende de aanstelling van erkende landmeters door de gemeente.

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

 

Argumentatie

Deze grond is interessant om te verwerven om een parking te creëren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester stelt een beëdigd schatter aan om een schattingsverslag op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Conditiemetingen Bestek 2019-057/TDU - Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan - Goedkeuring lastenvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Voorgeschiedenis

          2 mei 2016: besluit om conditiemetingen uit te voeren e meerjarenonderhoudsplanningen op te maken voor het gemeentelijk patrimonium

          3 september 2018: besluit om de nodige budgetten te voorzien in de tweede budgetswijziging

          22 oktober 2018: besluit om elementenlijst, dat als kader wordt gebruikt voor het uitvoeren van de conditiemeting, goed te keuren. Om de ondergrens voor alle bouw- en technische elementen te evalueren op basis van het uitgevoerde conditiemeting. En om voor: het gemeentehuis, het Dorpshuis, Werf 44 en 't Parkske, prioriteitenmatrix 2 te hanteren. Voor al de andere gebouwen is prioriteitenmatrix 1 van toepassing

          19 november 2018: het college van burgemeester en schepenen besluit om het bestek met nr.2018-066/TDU en de raming voor de opdracht "Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen" goed te keuren via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking

          3 december 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de toevoeging van Scilla, De Wip, Scouts 's-Gravenwezel en de Pagode aan het bestek met nr. 2018-066/TDU met de nieuwe raming van 40.109,56 euro incl. 21% btw voor de opdracht "Conditiemeting gemeentelijke gebouwen" goed te keuren

          18 februari 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om de opdracht “Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen” te gunnen aan Freestone NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel

          Op 17 juni 2019 heeft het bestuur de eindresultaten ontvangen van de conditiemetingen. Deze zijn op 1 juli 2019 gepresenteerd aan de leden van het college van burgemeester en schepenen

          Toelichting aan de raadscommissie

 

Feiten en context

Om de werken die gepland staan voor 2020 uit te voeren, is er nood aan een ontwerper die deze werken in een bestek giet en de werken mee opvolgt.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

          De uitgave voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan” wordt geraamd op 28.925,61 euro excl. btw of 34.999,99 euro incl. 21% btw.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

investeringsbudget van 2020

Algemene rekening

 

Beleidsveld

 

Bedrag

Visum financieel beheerder

raming 34.999,99 euro inclusief BTW

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-057/TDU en de raming voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 28.925,61 euro excl. btw of 34.999,99 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2020.

Artikel 4. Volgende firma's worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

          FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel;

          Architect Van Soens Raymond, Kasteeldreef 61 te 2970 Schilde;

          ARCADIS BELGIUM HOLDING NV, Posthofbrug 12, City Link te 2600 Berchem (Antw.);

          Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

RUP De Vogelenzang - meerprijs wijziging buurtweg 7 Broekstraat

 

 

Voorgeschiedenis

          23 augustus 2016 - de gemeenteraad levert een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af aan de Vogelenzang BVBA, Wijnegemsteenweg 193 te Schilde

          4 september 2017 - goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van de lijst uit te nodigen firma's voor het bestek 2017-039

          18 september 2017 - goedkeuring van het bestek 2017-039 door de gemeenteraad

          29 november 2017 - gunning van de opdracht opmaak RUP De Vogelenzang aan Antea

          12 november 2018 - goedkeuring start- en procesnota

          28 januari 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist:

          De planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren

          Om volgende eigenaars van percelen persoonlijk aan te schrijven:

          grenzend aan het plangebied

          Victor Frislei, Vogelsank, Broekstraat en Wijnegemsteenweg (tussen Galgenstraat en Pater Nuyenslaan)

          Om het participatiemoment te laten doorgaan in het Dorpshuis in 's-Gravenwezel

          5 februari 2019 - overleg De Vogelenzang

          11 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

          25 februari 2019 - start publieke raadplegingsperiode

          13 maart 2019 - participatiemoment

          26 april 2019 - einde publieke raadplegingsperiode

          5 juli 2019 - overleg uitbater De Vogelenzang

          5 augustus 2019 - kennisname verslag

          7 oktober - kennisname opmerkingen uitbater De Vogelenzang op verslag en besluit deze mee te nemen in verdere procedure RUP

 

Feiten en context

Studiebureau Antea bezorgt de meerprijs voor het integreren van de wijziging van buurtweg nummer 7 in de procedure van het RUP.

 

Juridische gronden

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 legt het kader vast voor een geïntegreerde benadering en uniforme regelgeving voor alle gemeentewegen.

 

Argumentatie

          De meerprijs omvat de integratie van de procedure tot wijziging van buurtweg 7, Broekstraat, in de procedure van het lopende RUP.

          Het nieuwe decreet gemeentewegen maakt het mogelijk om gemeentewegen aan te leggen, te wijzigen, te verplaatsen en op te heffen via een afzonderlijk rooilijnplan of geïntegreerd in de procedure van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan of de procedure van een omgevingsvergunning voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de meerprijs voor de integratie van de wijziging van de gemeenteweg in de procedure van het RUP.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat hiermee niet akkoord. Er moet bekeken worden of de wijziging van de gemeenteweg mogelijk is via de procedure van een omgevingsvergunning.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Vinkenlaan 11 - de heer Koen Mertens en Rudolf Mets - het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een losstaand bijgebouw - OMG 2019/418

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juni 1973 - sgr1973/64

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door stedenbouw - 21 maart 1969 - sgr35a

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Koen Mertens en Rudolf Mets, op 22 augustus 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vinkenlaan 11.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een losstaand bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 januari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied, nrs. 1 tot en met 29

2.1.     Strook voor hoofdgebouwen

Diepte 17m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, voor kavels 6 tot en met 16 en 22 tot en met 29 een diepte van 15m.

1.      Bestemming
Eengezinshuizen.

2.      Bebouwing
Vrijstaand.

3.      Plaatsing

a)      Voorgevel
Een zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw met inbegrip van de uitsprongen kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen me de voorgevelbouwlijn ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn, en ermee evenwijdig zijn.

b)      Achtergevel
Vrije plaatsing binnen de strook voor hoofdgebouwen, met dien verstande dat de afstand tot de voorgevel minimum 8m moet bedragen.

c)      Zijgevels
Op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel.

4.      Afmetingen van de gebouwen

a)      Voorgevelbreedte: minimum 7m

b)      Bouwhoogte:
Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek: maximum 7m.

5.      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm:
Schuin dak met een helling van minimum 10° en maximum 60°.

b)      Materialen:

  • Gevels:

Alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

  • Bedekking van de schuine daken:

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel.

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing van de gebouwen

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:
op minimum 10m uit de stroken voor hoofdgebouwen.

b)      Overige gevels
Hetzij op de perceelsgrens, hetzij op minimum 3m van de perceelsgrens.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondpeil tot bovenkant deksteen: maximum 3m.

4.      Welstand

a)      Dakvorm

  • Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens: plat dak;
  • Overige gebouwen: plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

5.      Materialen

a)      Gevels:

Alle vrijstaande gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken:

ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.3.     Bouwvrije voortuinstrook
Zie plan

1.      Bebouwing
Behoudens de afsluitingsmuurtjes voorzien in artikel 1.06,4°: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

2.      Welstand

Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2.4.     Bouwvrije zijtuinstroken
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel: 3m.

  • Bebouwing
    Behoudens de afsluitingsmuurtjes en autogarages, zoals voorzien in artikel 1.06, 4° en 9°: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

 

6.      Bestaande toestand

Op het perceel is een woning en een bijgebouw aanwezig sinds 1974. De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 115m² op een perceel van circa 732m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

7.      Nieuwe toestand
De aanvraag gaat over het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een losstaand bijgebouw op een perceel van 732m².
De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 12,60m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens. De gevel van de woning heeft een breedte van 13,40m op een kavelbreedte van 29m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12,95m. De uitbreiding heeft een hoogte van 2,95m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in gevelsteen, aluminimum en glas.

Achteraan het perceel tot op 1,5m van de rechter- en achter perceelsgrens is een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 4m diep, 3,13m breed en 2,29m hoog. De gevels worden bekleed in hout, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 145,52m².
De toegang tot het perceel is 5m breed. De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen. Rondom de woning is een terras van 37m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 94m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

c)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

d)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

e)      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

f)        Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

g)      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

h)      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

i)        Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

j)        Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

k)      Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

l)        Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

m)    Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

n)      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

o)      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

p)      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

q)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

b)      Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 3 december 2019, luidt: gunstig.
Er dienen geen bomen geveld te worden.

 

c)      Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

c)      Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 11 oktober 2019 tot 9 november 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vinkenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een losstaand bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling sgr35a. De verkavelingsvoorschriften bepalen dat:

o        bijgebouwen dienen opgericht te worden op minimum 10,00m uit de strook van hoofdgebouwen. De aanvraag voorzie een bijgebouw deels in de strook voor hoofdgebouwen voorzien;

o        bijgebouwen dienen opgericht te worden op minimum 3,00m van de perceelsgrenzen. De aanvraag voorziet een bijgebouw op 1,50m van de perceelsgrenzen.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken: een bijgebouw wordt uitgevoerd in hout.
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling sgr35a. De verkavelingsvoorschriften bepalen dat alle vrijstaande gevels dienen uitgevoerd te worden in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 25cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Boskant 32 - de heer Jan Thys - het afbreken van de bestaande woning en verharding - OMG 2019/491

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 juli 1978 - 1978/63

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 februari 1974 - 1973/14

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jan Thys, op 27 september 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Boskant 32.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande woning en verharding.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1982.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 285m² op een perceel van circa 2.214m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande woning en verharding op een perceel van 2.214m².

De woning van circa 285m² wordt afgebroken. Alle verharding met een totale oppervlakte van 131,6m² wordt verwijderd.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 27 november 2019, luidt: ongunstig.
    De aanvrager wenst een woning af te breken en enkele bomen te vellen. Er ontbreken enkele bestaande bomen op het inplantingsplan. De soortnaamaanduiding van de bomen is veelal niet correct. De bomen vertonen geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken. Er zijn geen zinvolle redenen om de bomen te moeten vellen.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Boskant een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van de bestaande woning en verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De omgevingsambtenaar treedt het advies van de milieuambtenaar bij. De bomen dienen bewaard te blijven.
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de bomen dienen bewaard te blijven, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan;
  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor het buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Waterstraat 205 - de heer Alex Geurts - het afbreken van alle gebouwen, machines, installaties, beschermingsmiddelen en andere uitrustingen die zich in de gebouwen bevinden en het rooien van 1 boom - OMG 2019/504

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        afbreken manège-woning met stallen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juli 2008 - 2008/149

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1968 - 1968/128

o        manège - weigering door college van burgemeester en schepenen - 4 december 1971 - 1971/131

o        paardenstal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1973 - 1973/34

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 1976 - 1976/117

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 december 2008 - 2008/8

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Alex Geurts, op 4 oktober 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Waterstraat 205.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van alle gebouwen, machines, installaties, beschermingsmiddelen en andere uitrustingen die zich in de gebouwen bevinden en het rooien van 1 boom.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1969. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 1.922,56m² op een perceel van circa 7.921,79m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het aanpalende perceel langsheen de Elzendreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Waterstraat wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag gaat over het afbreken van alle gebouwen, machines, installaties, beschermingsmiddelen en andere uitrustingen die zich in de gebouwen bevinden op een perceel van 7.921,79m².
    De bestaande bebouwing en verharding van 1.922,56m² wordt verwijderd.

Er wordt 1 boom gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 27 november 2019, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande constructie af te breken en 1 eikenboom te vellen. Onderaan de stam vertoont deze boom lichte sporen van slijmvloed.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Waterstraat en Elzendreef voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van alle gebouwen, machines, installaties, beschermingsmiddelen en andere uitrustingen die zich in de gebouwen bevinden en het rooien van 1 boom is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor het buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - De Schietboog 105 - mevrouw Eline Van Wichelen en de heer Pieter Janssen - het slopen van een bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG  2019/510

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bouwen van een kippenhok - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 1960 - 1960/65

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Eline Van Wichelen en de heer Pieter Janssen, op 7 oktober 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Schietboog 105.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het slopen van een bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 22 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 21 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is vandaag een woning en bijgebouw aanwezig sinds 1957.

Dit bijgebouw werd opgenomen in het vergunningsregister op 8 juli 2019.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 321,27m² op een perceel van circa 1.613,88m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het enerzijds slopen van een ééngezinswoning en het anderzijds bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 1.613,38m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 21m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 4m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 11,90m op een kavelbreedte van 20m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,50m. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,75m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 9,02m. De gevels worden opgetrokken in rustieke baksteen en houten gevelbekleding. Het dak wordt afgewerkt met rode pannen en donkere leien.

Achteraan het perceel tot op de achter- en linker perceelsgrens is er een bijgebouw vergund geacht. Het tuinhuis heeft een grondoppervlakte van 114,27m².

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 245,82m².

De toegang tot het perceel is 2,20m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op de linker perceelsgrens. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 90,52m².

Er wordt een bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 27 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande woning af te breken en een nieuwe te bouwen. Er dient 1 minder waardevolle plataan te worden geveld die op de locatie staat van de inplanting van de nieuwe woning.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 november 2019 onder referentie 191199 L-20-092, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de bestaande gracht of ingebuisde gracht ((RWA) langsheen De Schietboog.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen;
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van wc’ buitenkraantje en kraantje in berging;
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening van minimum 4.643 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en minimum 7,43m² (effectief 8,08m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openhaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau;
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan;
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht;
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van de bestaande te slopen woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval .. in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering;
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht;
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of de ingebuisde gracht zijn laste van de ontwikkelaar. De aansluiting op de riolering wordt uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Schietboog een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput met een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,08m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het slopen van een ééngezinswoning en het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag wijzigt het bestaande grondniveau met 0,5m ten opzichte van het bestaande maaiveld. De nulpas wordt voorzien op 30cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor het buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen;

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 4.643 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,4288m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - De Pont 6A - Begeleidingscentrum Dennenhof VZW VZW - het plaatsen van een tuinhuis - M 2019/596

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        uitbreiding met berg- en knutselplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 december 1974 - 1974/222

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 februari 1979 - 1978/197

o        het uitbreiden van een begeleidingscentrum met één leefgroep en de verbouwing van 2 bestaande leefgroepen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 2015 - 2014/297

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 11 april 1969 - 1969/4

  • Stedenbouwkundige attest(en)

o        het slopen van de bestaande loods en het bouwen van een woongelegenheid voor tijdelijke opvang en begeleiding van 9 kinderen - positief door  college van burgemeester en schepenen - 22 december 2014 - 2014/14

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Begeleidingscentrum Dennenhof VZW VZW, op 15 november 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Pont 6A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een tuinhuis.

De uiterste beslissingsdatum is 15 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 4, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1969/4 van 11 april 1969.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 1, 3 en 4 bepaalt:

I.– ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – BEPALINGEN GEMEENSCHAPPELIJK VOOR DE ZONES

“GESLOTEN, HALF-OPEN en OPEN BEBOUWING”

Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

II. – BEPALINGEN BETREFFENDE DE ONDERSCHEIDENDE ZONES

Artikel 15 – Zones voor open bebouwing 750m²/15m

A.Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1000/20.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20m voor de zones gemerkt 1000/20.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

e.      Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes

1.      Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2.      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3.      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonplaten zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een begeleidingscentrum aanwezig dat vergund werd op 4 mei 2015.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 307,77m² op een perceel van circa 1.851m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een deel van het begeleidingscentrum

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een school

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, een school en begeleidingscentrum.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het plaatsen van een tuinhuis op een perceel van 1.851m².

Vermits er geen plannen en foto’s zijn bijgevoegd kunnen wij dit niet toetsen aan de geldende voorschriften.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het plaatsen van een bijgebouw kan niet aangevraagd worden met een melding.

Het plaatsen van een bijgebouw is vrijgesteld onder bepaalde voorwaarden.

Er zijn geen plannen of foto’s bijgevoegd om te kunnen toetsen aan deze voorwaarden.
Volgende gegevens ontbreken:

c.      Een inplantingsplan volgens het normenboek ivm omgevingsvergunning.

Volgende zaken dienen op het plan aangeduid te worden:

1.      Alle correcte afmetingen en oppervlakte van het perceel;

2.      Alle bestaande/vergunde en nieuwe constructies optekenen met alle afmetingen en afstanden tot de rooilijn en zij perceelsgrenzen;

3.      Alle verhardingen met afmetingen, oppervlakte en soort vermelden. De afstanden tot de rooilijn en zij perceelgrenzen moet aangeduid worden;

Alle verhardingen dienen tot op 3m van de perceelsgrens verwijderd te blijven. De totale

4.      Alle hoogstammige bomen met soort en diameter vermelden.

d.      Een apart grondplan van de constructie met afmetingen;

e.      Aparte gevelplannen met afmetingen

f.        Legende van de gevel- en dakmaterialen;

g.      3 kleurenfoto’s van de huidige toestand waar het bijgebouw wordt geplaatst. Deze fotorichtingen dienen aangeduid te worden op het inplantingsplan.

 

f.        Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

4.      Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een tuinhuis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

5.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

6.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
Gelet op het feit dat er geen plannen of foto’s zijn bijgevoegd kan dit niet getoetst worden.

 

7.      Visueel-vormelijke elementen
Gelet op het feit dat er geen plannen of foto’s zijn bijgevoegd kan dit niet getoetst worden.

 

8.      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

9.      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

10.  Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
Gelet op het feit dat er geen plannen of foto’s zijn bijgevoegd kan dit niet getoetst worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Dorpsstraat 26 - LAVIN BVBA - het verkavelen van 1 lot - OVK 2019/6

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 september 1987 - 1987/174

o        bouwen van appartementen en verbouwen bestaande dakverdieping - weigering door college van burgemeester en schepenen - 13 januari 2014 - 2013/203

o        terreinaanlegwerken - bijhorende parkings lavin - weigering door college van burgemeester en schepenen - 13 januari 2014 - 2013/236

o        het bouwen van appartementen + het verbouwen van de bestaande dakverdieping - weigering door de deputatie - 20 augustus 2015 - 2014/303

o        het bouwen van een meergezinswoning en bijhorende parkings - weigering door de deputatie - 8 juni 2017 - SV 2016/218

o        het bouwen van twee grondgebonden woningen en bijhorende parkings - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2018 - SV 2017/284

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een meergezinswoning met 3 wooneenheden - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 juni 2019 - OMG 2018/583

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door LAVIN BVBA op 21 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Dorpsstraat 26.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van 1 lot.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 16 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 11 – ZONES VOOR HOOFDGEBOUWEN IN GESLOTEN BEBOUWING

B.     Hoofdgebouwen

a.      Bestemming: woningen, winkelhuizen, koffiehuizen en verzorgende of ambachtelijke bedrijven die geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b.      Bebouwing: in aaneengesloten bouworde, behoudens hierna onder c. genoemde uitzonderingen.

De diepte van deze bouwstrook is minstens 8m, en hoogstens 10m, tenzij op plan een diepte met maat is aangeduid, in welk geval het aangegeven cijfer de maximum diepte aangeeft.

c.      Op terreinen met een breedte aan de rooilijn van ten minste 20m, kan de gesloten bouwstrook, alsmede de daarachter gelegen stroken van aanhorige gebouwen en voor koeren en bijgebouwen, opgeheven worden en vervangen door de zone voor open bebouwing of door de zone voor halfopen bebouwing, in zoverre de breedte van het terrein dit toelaat. In dit geval wordt de “verplichte gevelbouwlijn” gewijzigd in “uiterste bouwlijn”. Dergelijke schikking kan slechts toegelaten worden op voorwaarde dat de aldus beoogde onderbreking van de gesloten bouwzone reeds bepaald is door de zijgevels van reeds bestaande gebouwen staande op enige afstand van de eigendomsgrens ofwel dat de beëindiging van de gesloten bouwstroken ter weerszijden met afgewerkte zijgevels verzekerd is, op de wijze en met de materialen zoals bepaald onder artikel 5.

d.      Hoogte der gebouwen: de hoogte der gebouwen is bepaald overeenkomstig het aantal verdiepingen dat voor de betreffende strook is bepaald:

1.      aangeduid met cijfer I (in cirkeltje) ofwel zonder enige aanduiding, is bestemd voor begane grond en één verdieping met een hoogte van ten minste 6m en ten hoogste 6,50m, gemeten vanaf het door de bevoegde overheid aan te geven straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druipeinde van het dak.

2.      aangeduid met cijfer 0 (in cirkeltje) is bestemd enkel voor begane grond, ten hoogste 3,50m gemeten als hoger bepaald.

3.      aangeduid met cijfer 2 (in cirkeltje) is bestemd voor twee verdiepingen boven gelijkvloers van ten minste 8,50m tot ten hoogste 9m.

4.      van bovenstaande hoogten kan worden afgeweken indien de goede aanpassing bij de hoogte van een bestaand gebouw zulks rechtvaardigt.

5.      de juiste hoogte en dakvorm van nieuwe bouwblokken wordt bepaald door de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok, binnen de bovenbepaalde hoogten.

6.      de achtergevels moeten dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

7.      voor het bouwen van een groep woningen volgens een gezamenlijk ontwerp, of voor gebouwen met bijzondere bestemming, kan van de hogervermelde hoogten worden afgeweken op voorwaarde dat de gedeelten, die hoger of lager dan het gabarit der aanpalende gebouwen zouden opgetrokken worden, een behoorlijk aangepaste overgang vormen zodat hoogteverschillen van zijgevelmuren volledig bekleed zijn met gevelmaterialen in overeenstemming met de aansluitende voorgevel en de vrijstaande gevelmuren één architecturaal en behoorlijk afgewerkt uitzicht vertonen.

e.      Daken:

Met dubbele dakhellingen (zadeldaken) van 45° behalve indien aanpassing aan een reeds bestaand gebouw een andere dakvorm noodzakelijk maakt of indien een andere dakvorm voor een geheel bouwblok is ontworpen en goedgekeurd vóór aflevering van de eerste bouwtoelating.

Rechtstaande dakvensters en puntgevels zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordening.

Kroonlijsten moeten gemaakt worden met ten minste 40cm uitsprong voor het gevelvlak.

De druiplijnen van de dakvlakken moeten, ter hoogte van bovenkant kroonlijst vijftien cm. buiten het gevelvlak uitsteken.

f.        Erkers en uitbouwen in het gevelvlak zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordeningen.

g.      Open gedeelten voor inritten of dergelijke:

Het onbebouwd laten van gronden met een mindere breedte dan deze aangegeven als de minimum breedte voor een woning en welk bijvoorbeeld bestemd worden voor een inrij, is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

1.     de opening moet, aan de bouwlijn, worden afgesloten met een poort overbouwd met een muur, tot een hoogte van minstens de drie vijfden van de gemiddelde hoogte der aanpalende gebouwen.

2.     de vrijblijvende zijmuren, uitgevend op het onbebouwd gedeelte moeten afgewerkt zoals hiervoor is voorzien in paragraaf d. sub 7.

Artikel 12 – ZONES VOOR AANHORIGE GEBOUWEN

Gebouwen die aanleunen tegen achtergevels van hoofdgebouwen en met zelfde bestemming.

a.      Bebouwing:

        de aanhorige gebouwen mogen een breedte beslaan van niet meer dan 6/10 van de breedte van de achtergevels van de hoofdgebouwen. In geen geval mag echter de vrijblijvende ruimte achter hoofdgebouw minder bedragen dan 2m.

        De aanhorige gebouwen mogen aan één zijde op de erfscheiding worden gebouwd. De uiterste grens van deze zones is gelegen op 1,5m afstand achter de voorgevelbouwlijn der hoofdgebouwen.

b.      Hoogte de bebouwing in deze strook mag niet hoger zijn dan 3,50m gemeten vanaf straatpeil tot voet van het dak, met platte of schuine daken tot een helling van ten hoogste 45°. Op of tegen de erfscheiding mag de hoogte niet meer zijn dan 3,50m.

c.      Het oprichten van aanhorige gebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

Artikel 13 – ZONES VOOR KOEREN EN BIJGEBOUWEN

a.      Bestemming:

Voor het aanleggen van open koeren, alsmede voor het bouwen van dienstgebouwen, bergplaatsen, opslagplaatsen en werkplaatsen. Deze laatste in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b.      Bebouwing:

Met een oppervlakte van ten hoogste de twee derden van het in deze zone gelegen gedeelte van de eigendom en op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn, behoudens een strook even breed als toegelaten voor de aanhorige gebouwen waartegen zij mogen aansluiten.

c.      Hoogte:

Maximum hoogte tegen de erfscheidingen: 3m; hoger binnen een hellend vlak van 45° vertrekkend vanaf de eigendomsgrens op 3m, met een maximum van 6m.

d.      Materialen:

Muren in betonplaten en dakbedekkingen in gegolfde platen zijn verboden.

e.      Het oprichten van bijgebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

f.        Afsluitingen:

Afsluitingsmuren van eigendommen en erven mogen niet hoger zijn dan 2m.

Alle afsluitingsmuren moeten gemetseld worden en een dikte hebben van ten minste 18cm;

Betonplaten en alle andere materialen met mindere dikte dan 18cm zijn verboden, tenzij in metaaldraad of doorzichtig lattenwerk.

Voortuinafsluitingen, achter de hoofdgebouwen, is toegelaten draadafsluitingen aan betonpalen van maximum 1,50m hoogte en die aan de grondlijn mogen verbonden zijn door een betonplaat van ten hoogste 40cm hoogte.

Artikel 22 – ZONES “NON-AEDIFICANDI”

II.            In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

III.          Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

IV.               Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – ZONES VAN ACHTERUITBOUW

h.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

i.         Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

j.         Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

k.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

l.         Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen:

Niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

m.    Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

II.                  Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig 1987 op een perceel van circa 833m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen en meergezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is vastgesteld als bouwkundig erfgoed “Dorpswoning”.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

III.                Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van 1 lot.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 476m2 en een breedte van 12,60m aan de straatzijde. De bouwzone wordt ingetekend op de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op 3,00m van de linker perceelsgrens met een diepte van 15,00m. Het lot is voorzien voor een half open meergezinswoning.

Lot 2 is een bebouwd en heeft een oppervlakte van circa 357m2 en een breedte van circa 13,00m aan de straatzijde.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

d.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

e.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

f.        Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

g.      Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

h.      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

i.         Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

j.         Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

k.      Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

l.         Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

m.    Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

n.      Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

o.      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

p.      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

q.      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

r.        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

        Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

        Integan
Het advies van Integan afgeleverd op 1 oktober 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:

g.      De bouwheer/opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar het nieuw te plaatsen aansluitpunt, scheiding 79/81, conform de richtlijnen;

h.      De bouwheer/opdrachtgever dient Fluvius – operaties Integan minimum 6 maanden voor oplevering te contacteren om een aansluiting te kunnen realiseren.

 

        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 3 oktober 2019 onder referentie L-19-972/191022, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd);
  • De ontwikkeling ligt in centraal gebied, grenzend aan centraal gebied of in geoptimaliseerd buitengebied en er zijn enkel beperkte rioleringswerken en bijhorend sleufherstel van de bestaande wegenis binnen het openbaar domein.
  • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor een offerte over aan de ontwikkelaar;
  • Onvoorziene omstandigheden tijdens uitvoering van de werken die aanleiding geven tot een stijging van de kosten worden eveneens aangerekend aan de ontwikkelaar.

o        Voorwaarden: (onverminderd de bepalingen uit het ontwikkelingsreglement).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:

  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.
    • De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering door de ontwikkelaar.
    • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
  • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.
    • Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

        Proximus
Het advies van Proximus afgeleverd op 30 september 2019, luidt: gunstig.
Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn. Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

        Telenet
Het advies van Telenet afgeleverd op 17 oktober 2019 onder referentie 25043864, luidt: gunstig.
In dit gebied baat Telenet geen kabelinfrastructuur uit.

 

        Fluvius System Operator
Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 1 oktober 2019 onder referentie 316740_47393, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Een detailberekening betreffende de elektriciteit is bijgevoegd.

De loten mogen pas worden verkocht wanneer aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan en de facturen vereffend zijn. De gemeente wordt in kennis gebracht van zodra de voorwaarden voldaan zijn. De volledige projectreglementering is terug te vinden op www.fluvius.be.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 26 september 2019 tot 25 oktober 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Dorpstraat en Schoolstraat voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Mer-screening
    In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.
  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van 1 lot is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    In de verkavelingsvoorschriften wordt voorzien dat er minimum 1,5 parkeerplaats per woongelegenheid en 1 fietsstalplaats per slaapkamer en per woongelegenheid dient te worden voorzien.
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 1 bebouwd lot en 1 onbebouwd lot voor een halfopen bebouwing op een perceel van circa 833m2.
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Dorpskom Zuid deel 1. Het BPA bepaalt dat:

o        de kroonlijsthoogte van het hoofdgebouw maximum 6,50m mag bedragen. De verkavelingsvoorschriften voorziet een maximum hoogte van 7,00m

o        de hoogte van aanhorige gebouwen maximum 3,5m mag bedragen. De verkavelingsvoorschriften voorzien een maximum hoogte van 4,00m;

o        de aanhorige gebouwen mogen niet meer dan 6/10 van de breedte van de achtergevel van het hoofdgebouw bedragen. De verkavelingsvoorschriften voorziet een maximum breedte breder dan 6/10 van de achtergevel.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    De woning gelegen aan de Dorpstraat is opgenomen op de lijst bouwkundig erfgoed als “Dorpswoning”. De woning wordt niet gewijzigd.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Integan naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 8 december 2019 tot en met 6 januari 2020

Den Aard 1

het slopen van 2 kleine constructies en het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning

OMG 2019/555

van 9 december 2019 tot en met 7 januari 2020

Boterlaarbaan 22

het verkavelen van 1 lot

OVK 2019/14

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Aanpassingen openbare verlichting - Wijk Den Drijhoek

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Kasteeldreef 26 - Schilde - het vellen van 10 servische sparren - VB 2019/533

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 1954 - 1954/93

o        bezigheidstehuis voor motorisch gehandicapten - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 juli 1975 - 1975/79

o        uitbreiden "den home" - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1996 - 1996/245

o        bouwen van een woonproject - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2009 - 2009/11

  • Milieuvergunning(en)

o        lozing huisafvalwater - door college van burgemeester en schepenen - 25 augustus 1998 - melding 593

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 cipres - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 18 november 2019 - VB 2019/526

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Schilde op 10 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kasteeldreef 26.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 10 Servische sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 24 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 december 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand
    De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag handelt over het vellen van 10 servische sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Kasteeldreef 94 - de heer Jarl Vandenbroeke - het vellen van 4 cipressen, 1 spar en 3 dennen - VB 2019/537

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juni 1956 - 1956/76

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 januari 1961 - 1961/09

o        veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 maart 1985 - 1985/33

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juli 1988 - 1988/147

o        verbouwing van een vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 2009 - 2009/105

  • Milieuvergunning(en)

o        mazouttank 3000 l +lozing afvalwater in riolering -  door  college van burgemeester en schepenen - 12 mei 1992 - melding 57

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 4 dennen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 9 september 2019 - VB 2019/381

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jarl Vandenbroeke op 13 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kasteeldreef 94.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 cipressen, 1 spar en 3 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 24 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 december 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebieden volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 4 cipressen, 1 spar en 3 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de sparren een bomen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Eugeen Dierckxlaan 18A - Helena Lambrechts - het vellen van 9 sparren - VB 2019/542

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 december 1959 - 1959/202

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 juli 1969 - 1969/84

o        bouwen van een eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 april 2000 - 2000/71

o        bouwen openlucht zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 mei 2003 - 2003/117

o        verbouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 maart 2007 - 2007/69

o        bouwen van een tuinberging met overdekt terras bij bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 maart 2007 - 2007/106

o        het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning tot 2 appartementen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 2015 - 2015/94

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 november 1997 - 1997/6

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 kastanjeboom - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 11 juni 2018 - VB 2018/175

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Helena Lambrechts op 16 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Eugeen Dierckxlaan 18A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 9 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 november 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 januari 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebieden volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand
    De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag handelt over het vellen van 9 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Eugeen Dierckxlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.
  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Omgeving - Kotsbosweg 75 - Wouter Melens - het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 1 000 liter. - M 2019/588

 

 

Voorgeschiedenis

  • Milieuvergunning(en)

o        8 augustus 2005 - aktename door het college van burgemeester en schepenen van de melding 123 voor een propaangastank van 500 liter.

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een ééngezinswoning en het afbreken van de bestaande constructies - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 2019 - OMG 2019/158

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Wouter Melens, op 12 november 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kotsbosweg 75.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 1 000 liter.

De uiterste beslissingsdatum is 12 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Artikel 1. Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1. Bestemming

- Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

- Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

- Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2. Verkavelingen

Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3. Reliëfwijzigingen

Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten zijn toegelaten tot max. 50cm  t.o.v. het oorspronkelijk maaiveld op voorwaarde dat ze echter geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4. Waterzuivering en waterbeheer

- In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan volgende richtlijnen:

o het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van dot oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel.

- Zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5. Nutsvoorzieningen

Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.

Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.

Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.

Er is slechts één tank per eengezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6. Erfscheidingen

Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m.

Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen worden geplaatst: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.

Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7. Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1. Plaatsing van de gebouwen

Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

- de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

- de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

- de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2. Afmetingen van de gebouwen

- terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras;

- voorgevelbreedte: minimaal 5m;

- kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m;

- nokhoogte: maximaal 7,50m;

- kelderverdieping: niet toegestaan;

- bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3. Welstand van de gebouwen

Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a) Dakvorm

De daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°.

Dakuitbouwen zijn toegelaten tot max. 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak.

Dakoversteken komen max. 0,40m voorbij de bouwperimeter.

Schotelantennes zijn verboden.

Zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen.

Dakvlakvensters zijn toegelaten.

b) Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierpleister of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten.  Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4. Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximum verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet, …).

1.7.5. Beplantingen binnen de bouwstrook
Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.
Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m er rond.
De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.
Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

1.8. Specifieke voorschriften binnen de groene ruimte
Deze strook dient als groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alleen het gedeelte van de grond dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard, met een maximum van 15% van de zone.
Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m er rond. Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.
Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet, …).
Behoudens de afsluitingen vermeld onder 1.6 zijn alle constructies verboden. De afsluitingen op de rooilijn mogen niet hoger zijn dan 1m.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een terrein van 770m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een vroegere weekendzone Kotsbos.

De straat is een gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

Op 8 augustus 2005 nam het college van burgemeester en schepenen akte van de melding van een propaangastank van 500 liter.

Op 27 mei 2019 verleende het college van burgmeester en schepenen een omgevingsvergunning voor het afbreken van een bestaande constructie en het bouwen van een ééngezinswoning.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

17.1.2.2.1°

Een bovengrondse propaantank voor huishoudelijk gebruik. (Nieuw)

1000 l

De aanvraag gaat over het plaatsen van een bovengrondse propaangastank met een waterinhoud van 1.000 liter.
De propaangastank wordt ingeplant tot op 20m uit de rooilijn, op 3m van de linker perceelsgrens en tot op 5m van de woning.
Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De melding omvat de plaatsing van een propaangastank van 1 000 liter en ressorteert onder de indelingsrubriek 17.1.2.2.1 van bijlage 1 van Vlarem II voor wat betreft de exploitatie onder meldingsplichtige inrichtingen.
    Het betreft de opslag van één type gas wat maakt dat er niet dient voorzien te worden in compartimentering.
    De exploitant heeft de mogelijkheid mits het naleven van de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II om de propaangastank op wettelijke wijze te exploiteren.
    Er wordt niet voldaan aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
    De aangevraagde handelingen zijn niet conform met de geldende voorschriften:

o        de aangevraagde handelingen mogen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of vergunningen voor het verkavelingen van gronden, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van omgevingsvergunningen.

o        Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld. Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.

CONCLUSIE: De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn niet meldingsplichtig maar vergunningsplichtig en bovengronds verboden boven de 500 liter.

  • Watertoets
    Waterparagraaf: Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
  • Functionele inpasbaarheid
    Het plaatsen van een bovengrondse propaangastank van 1.000 liter is functioneel inpasbaar in deze omgeving.
  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    Een bovengrondse propaangastank van meer dan 500 liter is verboden. Een tank van meer dan 500 liter dient ondergronds aangebracht te worden.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De propaangastank wordt niet afgeboord met een streekeigen groenscherm. Het ontwerp integreert zich niet in het straatbeeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Voorstel onderhoudscontracten brandmeldinstallatie GLS De Wingerd en dorpshuis - Archina technics NV

 

 

Feiten en context

          Bij een veiligheidsinspectie van GLS De Wingerd bleek dat de brandmeldinstallatie een foutmelding weergaf. Mogelijk werkt de brandmeldinstallatie al geruime tijd niet meer. Om dit in de toekomst te vermijden, werd er bij de firma Argina Technics NV een onderhoudscontract opgevraagd, zodat er een jaarlijks nazicht uitgevoerd wordt en soortgelijke problemen in de toekomst vermeden kunnen worden.
Het basisonderhoudscontract voor GLS De Wingerd dat Argina Technics NV de gemeente aanbiedt, kost 170,50 euro exclusief btw of 206,31 euro inclusief btw.

          Ook voor het dorpshuis werd een onderhoudscontract aangevraagd.
Een basisonderhoudscontract voor dit gebouw kost 657,25 euro exclusief btw of 795,27 euro inclusief btw.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56, § 3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De afgelopen jaren werden er geregeld problemen vastgesteld met het brandmeldinstallatie van zowel het dorpshuis als GLS De Wingerd, waardoor een onderhoudscontract voor beide gebouwen aangeraden is.

          De herstellingen aan de brandmeldinstallatie van beide gebouwen werden door de firma Argina Technics NV uitgevoerd.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5/1/14/7

Algemene rekening

61030100

Beleidsveld

0800 - 0719

Bedrag

Visum financieel beheerder

206,31 euro inclusief btw - 795,27 euro inclusief btw

n.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist goedkeuring te verlenen aan de onderhoudscontracten voor de brandmeldinstallatie van de firma Argina Technics NV voor GLS De Wingerd en het dorpshuis.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Subsidies gehandicaptenverenigingen

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Subsidies seniorenverenigingen

 

 

Voorgeschiedenis

Subsidiereglement seniorenverenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014

 

Feiten en context

Vier erkende seniorenvereniging dienden een subsidieaanvraag in:

          Okra 's-Gravenwezel;

          Okra Schilde;

          Vlas;

          Ummagumma.

 

Juridische gronden

          Artikel 42 § 3. uit het gemeentedecreet
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverorderingen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

          Inleiding uit het subsidiereglement seniorenverenigingen
Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag (1419/4/3/7/4 "stimuleren van vrijwilligerswerk en ouderenzorg") en goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014 worden door het college van burgemeester en schepenen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgelegd.

 

Argumentatie

Elk dossier werd onderzocht en goedgekeurd.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.8.12

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0595

Bedrag

Visum financieel beheerder

3.900 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een subsidie te verlenen aan Okra 's-Gravenwezel van 387,77 euro.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een subsidie te verlenen aan Okra Schilde van 641,68 euro.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een subsidie te verlenen aan Vlas van 1.025,45 euro.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist een subsidie te verlenen aan Ummagumma van 1.845,09 euro.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Verslag raad mensen met een beperking

 

 

Feiten en context

Verslag vergadering raad mensen met een beperking 2 december 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 41, 13° van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen:

het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke raad voor mensen met een beperking van 2 december 2019 en beslist dit op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Verslag seniorenraad

 

 

Feiten en context

Verslag vergadering seniorenraad van 6 mei 2019 en 9 september 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 41, 13° van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen:

het inrichten van adviesraden en overlegstructuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke seniorenraad van 6 mei 2019 en 9 september 2019 en beslist dit op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Subsidies kampvervoer jeugd 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van de gemeenteraad van 25 augustus 2014
Goedkeuring subsidiereglement jeugdverenigingen.

          Beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2016
Goedkeuring aanpassing subsidiereglement jeugdverenigingen.

 

Feiten en context

          In 2018 fuseerden de twee erkende jeugdbewegingen Chiro Don Bosco en Chiro Gieke tot één Chirogroep: Chiro Giedo.

          Drie erkende jeugdbewegingen dienden een subsidieaanvraag in:

          Chiro Giedo;

          VVKSM St. Catharina Wezel;

          VVKSM St. Dominicus & St. Godelieve Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 42. § 3. van het gemeentedecreet
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Argumentatie

          Elk dossier werd onderzocht en goedgekeurd.

          Voorwaarden waaraan de werking moet voldoen om aanspraak te kunnen maken op subsidies kampvervoer:

          elke erkende jeugdvereniging die een jeugdvakantie inricht en die hiervoor een subsidie ontvangt, kan tevens een subsidie krijgen voor kampvervoer. De subsidie kan slechts eenmalig aangevraagd worden per werkjaar;

          de aanvraag verloopt samen met de aanvraag voor subsidies voor jeugdverenigingen en jongeren;

          het gemeentebestuur verleent een subsidie van 35,00 euro per deelnemend lid en leid(st)ers, met een maximum van 7.200,00 euro per erkende jeugdvereniging;

          jeugdbewegingen die een buitenlands kamp organiseren komen niet in aanmerking voor een subsidie kampvervoer.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.8.1

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0750

Bedrag

15.040,00 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist Chiro Giedo een subsidie van 3.745,00 euro toe te kennen voor kampvervoer.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist VVKSM St. Catharina Wezel (Scouts Wezel) een subsidie van 4.095,00 euro toe te kennen voor kampvervoer.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist VVKSM St. Dominicus & St. Godelieve Schilde (Scouts Schilde) een subsidie van 7.200,00 euro toe te kennen voor kampvervoer.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 09 12 2019

Projectsubsidie "Het vriendenhuis" - Think out of the Box

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via mail van Karina Van Bockstael op woensdag 25 september 2019

 

Feiten en context

Op zaterdag 14 december 2019 organiseert vzw Think out of the Box een kerstmarkt van het Vriendenhuis. Het Vriendenhuis is een Co-Housing project door de ouders zelf verwezenlijkt. Een thuis voor 12 jongvolwassenen met een mentale beperking doen jaarlijks enkele evenementen waaronder een kerstmarkt om geld in te zamelen zodat activiteiten, aankoop knutselmateriaal, uitvoeren van klusjes en dergelijke kunnen gebeuren.
De organisatie vraagt hiervoor ondersteuning van de gemeente Schilde in de vorm van een projectsubsidie van 2500 euro.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

          Negatief advies seniorenraad

          Voorwaardelijk positief advies jeugdraad

 

Argumentatie

          De organisatie verwacht een bedrag van 2.500 euro voor uitgaven

          De organisatie verwacht een bedrag van 5.000 euro aan inkomsten.

          De organisatie verwacht overeenkomstig hun geraamde inkomsten en uitgaven een winstbedrag van 2.500 euro.

          Het evenement maakt zonder ondersteuning van de gemeente Schilde reeds winst.

          De gemeente Schilde ondersteunt initiatieven ten voordele van het goede doel.

          De gemeente Schilde ondersteunt initiatieven die de samenhorigheid van de inwoners bevorderen.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.8.3 (stroomlijning van de ondersteuning voor gemeenschapsvormende activiteiten en verenigingen).

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0719

Bedrag

Visum financieel beheerder

2.500 euro

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om overeenkomstig het projectsubsidiereglement 70% van het gevraagde bedrag van 2.500 euro niet goed te keuren aangezien de organisatie een verwachte winst van 2.500 euro heeft.

 

 

Publicatiedatum: 17/12/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.