VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

4 februari 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 531 tot en met 588;

          de vastleggingen van 1 283 tot en met 1 381;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 15 tot en met 17;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 5 tot en met 5.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Johan Cooymans

 

 

Voorgeschiedenis

          E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Johan Cooymans op 22 januari 2019

 

Feiten en context

Johan Cooymans, Vinkenlaan 3, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Cobox vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming niet Nederlandstalig is, waardoor hij geen recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming niet Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

          Oprichting volgens Kruispuntbank op 2 januari 2018. De aanvraag is niet conform artikel 4 van het reglement want de aanvraag is later dan zes maanden na oprichting ingediend. Het BTW-nummer is pas aangevraagd vanaf 2019. Vanuit dat oogpunt is de aanvraag wel conform artikel 4 van het reglement ingediend. Het reglement is hieromtrent onduidelijk.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

250 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag van Johan Cooymans, Vinkenlaan 3, 2970 Schilde voor de onderneming Cobox goed en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 250 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Pilawan Grobben

 

 

Voorgeschiedenis

          E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Pilawan Grobben op 16 januari 2019

 

Feiten en context

Pilawan Grobben, Kattenberg 102, 2460 Kasterlee, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Kidz Rules vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming niet Nederlandstalig is, waardoor hij geen recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming niet Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

          Oprichting volgens Kruispuntbank is op 22 april 2018. De aanvraag is niet conform artikel 4 van het reglement, want de aanvraag is later dan zes maanden na oprichting ingediend.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

0 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag af van Pilawan Grobben, Kattenberg 102, 2460 Kasterlee voor de onderneming Kidz Rules en geeft geen toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Aanvraag premie startende ondernemer David Stuart

 

 

Voorgeschiedenis

          E-mail met aanvraagformulier starterspremie van David Stuart op 26 januari 2019

 

Feiten en context

David Stuart, Leopold Gabrielslaan 9, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Antwerp Travel Service vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming niet Nederlandstalig is, waardoor hij geen recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming niet Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

250 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed van David Stuart, Leopold Gabrielslaan, 2970 Schilde voor de onderneming Antwerp Travel Service en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 250 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Evaluatie proefopstelling Molenstraat tussen Ommegangstraat 31 en Molenstraat 76

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Verbouwing gemeentehuis - Onderzoeksopdracht - Aanstelling projectgroep ontwikkeling site gemeentehuis - Omschrijving onderzoeksopdracht - Prijsvraag adviesbureau

 

 

Voorgeschiedenis

In het kader van de opdracht “Verbouwen gemeentehuis volgens nieuw dienstverleningsconcept” werd een bestek met nr. 2018-033/TDU opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 334.500,00 euro excl. btw of 404.745,00 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

Om de financiële mogelijkheden van de site van het gemeentehuis te onderzoeken is het nuttig om voor deze onderzoeksopdracht prijs te vragen aan een adviesbureau om volgende opdrachten uit te voeren:

          een verkennend gesprek met de projectgroep

          de kostprijs te berekenen voor een nieuw te bouwen gemeentehuis

          de volgende twee scenario's te onderzoeken: enerzijds de ontwikkeling van de ganse site van het huidige gemeentehuis als opbrengsteigendom, anderzijds de combinatie van het bouwen van een nieuw gemeentehuis en de ontwikkeling van het resterende gedeelte van dit kadastraal perceel

          de toelichting van het eindrapport aan de projectgroep.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

Onderzoek van de financiële mogelijkheden voor de site van het gemeentehuis.

 

BESLUIT

Artikel 1. De projectgroep ter voorbereiding van de onderzoeksopdracht voor het verbouwen van het gemeentehuis wordt aangesteld.

Artikel 2. Aan de projectgroep zullen deelnemen: Dirk Bauwens, Peter Mendonck, Olivier Verhulst, Filip De Clercq en Liesbeth Michiel.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de omschrijving van de onderzoeksopdracht en beslist goedkeuring te geven aan de omschrijving van de opdracht.

Artikel 4. Er wordt een prijs voor deze opdracht gevraagd bij Advisers n.v., Schildersstraat 2 te 2000 Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Patrimonium - Friedadreef 17

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De heer Van Hooijdonck Ben die over de eigendom gelegen aan de Friedadreef 17 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 M 18 beschikt, wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. Deze eigendom is geschat aan de totaalprijs van 8.150 euro of 33,67 euro per m².

 

Feiten en context

De geschatte waarde van deze eigendom die een oppervlakte van 242 m² heeft , is geschat aan de totaalprijs van 8.150 euro of 33,67 euro per m² wat beneden de 35 euro per m² is die maximum gegeven wordt per m².

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/5/1/11/4

Algemene rekening

22100000

Beleidsveld

0621

Bedrag

Visum financieel beheerder

8.150 euro

N.V.T.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het akkoord met het uitgebrachte bod en maakt het dossier over aan de gemeenteraad ter goedkeuring.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Patrimonium - Aankoopakte - Salamander 15

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De heer Evrard Hubert die over de eigendom gelegen aan de Salamander 15 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 F10 beschikt, wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. Deze eigendom is geschat aan de totaalprijs van 6.000 euro of 36,585 euro per m². De gemeenteraad heeft in de vergadering van 17 september 2018 besloten om over te gaan tot de aankoop van deze eigendom aan de prijs van 5.740 euro of 35 euro per m².

 

Feiten en context

De notariële akte is opgemaakt.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

 

Argumentatie

Om de aankoop definitief te maken dient de notariële akte getekend te worden door de betrokken partijen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notariële akte en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Igean - Oproep deelname innovatieproject Kwaliteitskamer

 

 

Feiten en context

Steden en gemeenten worden vaak geconfronteerd met beeldbepalende bouwprojecten en zoeken naar een mogelijkheid om het gesprek rond kwaliteitsverbetering mogelijk te maken. Igean wenst mee een aanbod te realiseren en heeft daartoe de oprichting van een "Kwaliteitskamer" goedgekeurd.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De gemeente heeft voorlopig geen projecten die hiervoor in aanmerking komen.

          De gemeentelijke autonomie mag niet in het gedrang komen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen projecten voor te leggen en niet deel te nemen aan het innovatieproject "Kwaliteitskamer".

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Verlegging Knotsbosloop - Infovergadering voor aanpalende bewoners

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Pidpa - Afscheid Ronny Sabo - Verwelkoming Eddy Troosters

 

 

Feiten en context

De heer Ronny Sabo verlaat op 18 februari 2019 als directeur-generaal Pidpa om opgevolgd te worden door Eddy Troosters.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Pidpa in verband met het afscheid van Ronny Sabo die vervangen wordt door Eddy Troosters.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Groene Wandeling 13 - Guido Laurensse - verbouwen van de woning - OMG 2018/168 - standpunt gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunningen:

          5 augustus 1965 - vergunning - bouwen van een woning - sgr 196540

          5 januari 2009 - vergunning - verbouwen van de woning - 2008281

          Huidig dossier

          20 augustus 2018 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          21 september 2018 - betekening beroep bij deputatie

          14 januari 2019 - college van burgemeester en schepenen beslist niemand af te vaardigen voor de hoorzitting

 

Juridische gronden

Artikel 56 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

          Op 20 augustus 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen om de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

          Er werden tijdens de beroepsprocedure geen nieuwe plannen bijgebracht.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen blijft bij het standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de weigering op 20 augustus 2018.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - August Dilslei 24 - Peter Orens - het bouwen van meergezinswoningen met 2 wooneenheden - OMG 2018/512

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van 4 appartementen met bijhorende autostaanplaatsen en bergingen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juli 2011 - 2011/145

o        oprichten van serre - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 december 1974 - sgr1974/112

o        bouwen van dubbele garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 1973 - sgr1973/38

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 november 1968 - sgr1968/81

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Peter Orens, Heidestraat 59, 3550 Heusden-Zolder op 31 oktober 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres August Dilslei 24.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van meergezinswoningen met 2 wooneenheden.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 23 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 11 december 1957.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

BIJZONDER PLAN VAN AANLEG “MOLENVELD” K.B. 20.09.68

Artikel 2. ZONE VOOR GEGROEPEERDE BEBOUWING.

201. HOOFDGEBOUWEN.

     Bestemming: Woonhuizen, handelsinrichtingen.

     Bebouwing: Ofwel gegroepeerd volgens de aanduidingen op het plan; Ofwel alleenstaand of gegroepeerd tot maximum 6 woonhuizen volgens de grafische aanduidingen van een vooraf op te maken verkavelingsplan.
Afstand van de vrijstaande zijgevels tot de zijgrens van het perceel minimum 3 m. Geen zichtbare blinde gevels.

     Bouwbreedte:

a.      Aaneengebouwde woonhuizen en kopwoningen minimum 7 m.

b.      alleenstaande woonhuizen: minumum 8 m.

     Bouwdiepte: Zoals aangeduid op het plan.  Voor alleenstaande bebouwing kan afwijking worden verleend van de op het plan voorziene bouwdiepte tot een maximum van 15 m.

     Bouwhoogte: Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: 6 à 6,50 m. Andere hoogten kunnen toegestaan of opgelegd worden zo dit gewenst is voor aanpassing aan de bestaande gebouwen. In geval van alleenstaande bebouwing of van groepsbouw van een volledig woningblok kunnen andere hoogten toegelaten worden.

     Gevelmaterialen:

a.      gegroepeerde bebouwing: vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

b.      alleenstaande bebouwing: alle gevels in gevelsteen, natuursteen, baksteen geschilderd in lichte kleur, sierbezetting in lichte kleur. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan.

     Dak:

a.      gegroepeerde bebouwing: zadeldak, helling 35° tot 55°, op de basisdiepte van 10 m, de nok evenwijdig met de voorbouwlijn, de dakvlakken symmetrisch ten opzichte van het vertikaal vlak door de nok. Bij groepsbouw van een volledig woningblok kunnen hellingen van 15° tot 55° worden toegestaan.  Voor de kopwoningen kan een half schilddak of wolfdak worden toegestaan, op voorwaarde dat aan de twee kopwoningen dezelfde oplossing gegeven wordt.

b.      alleenstaande bebouwing: hellingen van 15° tot 55°.  Plat dak toegelaten op uitbouw.

     Dakbedekking: Ofwel pannen, kleur rood of zwart;  ofwel asbestleiën in horizontaal verband, kleur rood of zwart; ofwel, bij groepsbouw of alleenstaande bebouwing, natuurleiën; ofwel, bij groepsbouw of alleenstaande bebouwing; riet;  ofwel, voor flauw hellende daken, roofing met korrel.

     Dakvensters: Minimumafstand van de voorzijde tot het gevelvlak 0,40 m. minimumafstand tot het gevelvlak evenwijdig met de zijwangen 1 m.

10°Kroonlijsten: Verplicht, behalve bij rietbedekking. De voorgevel en de achtergevel dienen voorzien van een rechtlijnige en doorlopende kroonlijst. De vrijstaande zijgevel dient uitgevoerd ofwel met kroonlijst, ofwel, voor puntgevels, met gevelpannen of met overtekend dakvlak.
Uitsprong uit het gevelvlak:

a.      kroonlijst aan voorgevel 0,50 m;

b.      kroonlijst aan achtergevel, kroonlijst of overstekend dakvlak aan vrijstaande zijgevel 0,20 à 0,50 m;

c.      dakoversteek bij rietbedekking maximum 1 m.

11°Erkers: Enkel gelijkvloers.
Uitsprong uit het voorgevelvlak of uit het zijgevelvlak grenzend aan de achteruitbouwstrook: maximum 0,50 m in de achteruitbouwstrook.  Uitsprong uit het vlak van de overige vrijstaande zijgevels: maximum tot op 3 m afstand van de zijgrens van het perceel.  Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte.

12°Balkons: Uitsprong uit het gevelvlak maximum 0,50 m. Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte.

13°Uitsprongen: Maximum 0,30 m uit het gevelvlak.

14°Bouwperceel: De te vormen percelen haaks op de voorbouwlijn over de ganse diepte van de bouwstrook.
Maximumbreedte voor:

a.      alleenstaande bebouwing: 15 m;

b.      Kopwoningen: 9 m;

c.      aaneengesloten bebouwing: 6 m.

15°Worden bindend gemaakt voor het ganse woningblok door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd:

a.      de bouwhoogte;

b.      de kleur van de gevelmaterialen;

c.      de dakhelling en de nokhoogte;

d.      de aard en de kleur van de dakbedekking.

202. BIJGEBOUWEN I

     Bestemming: Dezelfde als die van de hoofdgebouwen

     Bouwhoogte: Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst maximum 3,50 m.

     Gevelmaterialen: Dezelfde als die van het hoofdgebouw.

     Dak: Plat.

     Kroonlijst: Uitsprong uit het gevelvlak 0,20 m.

203. BIJGEBOUWEN II

     Bestemming: Bergplaatsen, garages.

     Bebouwing: Volgens de aanduidingen op het plan.  Indien het bijgebouw niet wordt opgericht moet op de voorbouwlijn van dit bijgebouw een afsluitingsmuur in gevelmaterialen, hoogte 3 m, opgericht worden.

     Bouwhoogte: Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: 3 m.

     Gevelmaterialen: Vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

     Dak: Plat.

     Kroonlijst: Uitsprong uit het gevelvlak 0,30 m.

     Voor de gekoppelde zijgebouwen of de afsluitingsmuur wordt de kleur van de gevelsteen bindend gemaakt voor beide constructies door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd.

204. KOEREN EN TUINEN.

     Bebouwing: Bergplaatsen, duivenhokken, garages.
Inplanting op minimum 10 m afstand van de bouwstroken en van de andere zones.  Op verzoek van beide bouwheren kan vergunning worden verleend om tussen twee kopwoningen een garage gekoppeld in te planten vanaf 5 m uit de achteruitbouwstrook.  Maximumoppervlakte van de gezamenlijke constructies 25 m² per perceelbreedte van 3 m.

     Bouwhoogte: Maximum 3 m.

     Gevelmaterialen: Vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen.  Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan.  Overige gevels: baksteen.

     Daken: Plat.

     Afsluitingen: Muren in baksteen toegelaten indien niet zichtbaar vanaf de openbare weg.

     Voor de gekoppelde garages wordt de kleur van de gevelsteen bindend gemaakt voor beide constructies door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd.

205. ACHTERUITBOUWSTROOK.

     Bebouwing: Alle constructies verboden, op- en afritten inbegrepen.

Afsluitingen: Aan de openbare weg: muurtje in klampsteen hoogte 0,40 m. De posten naast de ingangen mogen opgetrokken worden tot een hoogte van 0,70 m.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 46m² op een perceel van circa 518m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van twee meergezinswoningen op een perceel van 518,00m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 6,00m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 7,00m op een kavelbreedte van 10,00m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,50m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 43° met een nokhoogte van 11,28m. De gevels worden opgetrokken in rood-wit genuanceerde gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met zwarte dakpannen.

Op 28,50m achter de woning en op de linker, rechter en achterste perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 2,50m diep, 10,00m breed en 3,00m hoog. De gevels worden bekleed met hout, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 130m².

De toegang tot het perceel is 3,00m breed. De oprit wordt aangelegd in kiezels en ligt op de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 28,00m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 264m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     
  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 14 januari 2019, luidt: gunstig.
    Er is voldoende Telenet infrastructuur aanwezig.
  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 24 december 2018 onder referentie PR1701251-01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op onderstaand artikel is een inbreuk vastgesteld:
    Art 2.1 Het appartement op het verdiep:

o        gelijkvloers = inkom / traphal / berging (traphal niet gecompartimenteerd

o        het eerste verdiep = leefruimte

o        het tweede verdiep = slaapruimten

Drie bouwlagen met een binnenverbindingstrap: een automatische branddetectie van het type totale bewaking

Hierdoor :

o        komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;

o        zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.

Rekening houdend met de vastgestelde inbreuk op de van toepassing zijnde wetgeving brengt de brandweerdienst een gunstig advies met opmerkingen uit inzake brandveiligheid.

 

  • Eandis System Operator
    Het advies van Eandis System Operator afgeleverd op 29 november 2018, luidt: gunstig.
    Op deze locatie is er geen behoefte aan een lokaal voor de oprichting van een middenspanningscabine. Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2 kVA per aansluiting en 22,2 kVA voor de algemene delen. Dit advies met referentie 46007824 blijft geldig tot 1 jaar na briefdatum.

Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 19 december 2018 onder referentie 1987372, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het advies is voorwaardelijk gunstig, er dient voldaan te worden aan de te volgen richtlijnen, voorwaarden en regelgeving.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Voorwaarden:

  • Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de August Dilslei.

o        De regenwaterputten met een totale inhoud van 10.000 liter voldoen aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw van één of meergezinswoningen.

o        De regenwaterputten dienen voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van wc’s en buitenkraantje.

o        De overloop van de regenwaterputten wordt aangesloten op een infiltratievoorziening per met minimum 1750 liter (effectief 10.000 liter) infiltratievolume en minimum 2,8m² infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden).

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval ..in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéafvoer naar het openbaar saneringswerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringswerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.

  • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
  • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
  • Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 26 november 2018, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. Het omgevingsproject is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 20 december 2018, luidt: gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn. Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 3 december 2018 tot 1 januari 2019.

Er werden 2 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

o        De oprit wordt voorzien in kiezelsteen. Dit kan erge geluidsoverlast veroorzaken aangezien er parkeergelegenheden voor 4 wagens wordt voorzien;

o        De bezwaarindieners zijn van mening dat er een zichtscherm aan de rechterzijde van het terras bij het appartement op de verdieping moet voorzien worden om de inkijk te beperken.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

o        Kiezelsteen is een toegestaan verhardingsmateriaal.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        De afstand tussen het terras en het aanliggende perceel bedraagt meer dan 1,90m zoals bepaald wordt in artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 10.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,16m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 2 woonentiteiten omvat moeten er 3 parkeerplaatsen worden voorzien. In totaal worden 4 parkeerplaatsen voorzien. De parkeerplaatsen zijn 2,50m breed en 5,50m diep. Er wordt fietsenberging voor 8 fietsen voorzien in de achtertuin. De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. De gebruikte gevelmaterialen voor het bijgebouw wijken echter wel af. De gevels van het bijgebouw worden opgetrokken in hout. Het BPA bepaalt dat de gevels opgetrokken moeten worden in gevelstenen.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de gebruikte materialen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 30cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimun 18,54m². De aanvraag voorziet een zichtscherm op de linker perceelsgrens bij het terras op de verdieping.
    De aanvraag voorziet 1 dakuitbouw van 1,70m langs de straatzijde. De afstand van de dakuitbouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt minimum 3,85m.
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Pidpa naleven;
  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Eandis System Operator naleven;
  • het appartement op de verdieping moet worden uitgerust met aan automatische branddetectie van het type totale bewaking die automatisch een aanduiding van de brandmelding geeft en waarvan de detectoren aangepast zijn aan de aanwezige risico’s;
  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 5.300 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,24m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Bij elke unit dient een afzonderlijke pompinstallatie worden voorzien in functie van de hemelwaterrecuperatie;
  • de woonunits dienen te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Kroondreef 11 - de heer Barry De Lee - het uitbreiden van een ééngezinswoning en het bouwen van een bijgebouw - OMG 2018/530

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 november 1953 - 1953/95

o        voltooien van landhuis met lichte uitbreiding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 september 1957 - 1957/118

o        verbouwing van bungalow tot landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 februari 1958 - 1958/19

o        aanbouwen bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 1960 - 1960/43

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 november 1963 - 1963/140

o        garage + duivenhok - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 februari 1964 - 1964/18

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 april 1969 - 1969/43

o        2 paviljoenen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 april 1969 - 1969/44

o        verbouwen van de  woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 april 1997 - 1997/08

o        conciërgewoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 1974 - 1974/170

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 eiken, 1 cipres en 1 spar - gedeeltelijk voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 7 mei 2018 - VB 2018/48

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Barry De Lee met als contactadres Kroondreef 11, 2970 Schilde op 14 november 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kroondreef 11.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van een ééngezinswoning en het bouwen van een bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 december 2018. De uiterste beslissingsdatum is 9 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1955.

Op het perceel zijn nog een aparte garage met tuinberging en kippenhok aanwezig die niet vergund zijn.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 147,7m² op een perceel van circa 3.056m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg.

Deze wordt vaak gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de 2 losstaande bijgebouwen (carport en kippenhok), de heraanleg van de verharding, het oprichten van een nieuw bijgebouw (garage) en het uitbreiden van de bestaande ééngezinswoning op een perceel van 3.056m².

De woning blijft ingeplant tot op 34,81m uit de rooilijn, tot op 2,04m rechter perceelsgrens en op 7,46m van de linker perceelsgrens.

De woning heeft een breedte van 21,07m op een kavelbreedte van 30,28m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,50m.

De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 4,10m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels van de uitbreiding aan de woning wordt uitgevoerd in hout, aluminium en glas.

Het dak is plat en is een groen dak.

De carport wordt ingeplant tot op 20m uit de rooilijn, 3m van de linker perceelsgrens en tot op 20,14m van de rechter perceelsgrens.

Het losstaand bijgebouw heeft een kroonlijsthoogte van 2,26m en een nokhoogte van 3,76m, het dak heeft een helling van 20°.

De gevels van het losstaand bijgebouw worden uitgevoerd in hout he dak wordt uitgevoerd in zink.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 252,75m².

De toegang tot het perceel is 3,5m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkerverharding en ligt op minimum 1,04m van de rechter perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 299,05m².

Er worden geen bomen gerooid maar wel verplant.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 11 januari 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Hiervoor dienen geen bomen geveld te worden. Boom nr. 2 een eik, staat zeer dicht aan de rand voor het realiseren van de uitgraving en steunmuren van de ondergrondse parking. Gezien de korte afstand zal een begeleiding van de werken en verzorging door een European Treeworker nodig zijn.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de bestaande bomen in goede gezondheid behouden blijven;

o        de bomen dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker, die voorafgaand aan de start van de uitvoering van de werken een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft.

o        wordt voldaan aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        de constructie van paden oprit op een zo groot mogelijke afstand van de stam van bomen te voorzien;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen.

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        om schade aan bestaande bomen bosrestant te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn conform het op te stellen bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000,00 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur.
 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 21 januari 2019 onder referentie DWAD-2018-1391, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

o        De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden;

o        De tuinzone niet ophogen.

3.      Verenigbaarheid met het watersysteem
Gezien het risico beperkt is tot het gevraagde project, dient de eigenaar zelf alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele waterschade in de uitbreiding en het bijgebouw te voorkomen. De tuin dient echter zijn functie als overstromingsgebied te behouden en mag niet opgehoogd worden. Volgens de plannen zijn er geen ophogingen in de tuinzone voorzien.

Mogelijk schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

-          Wijziging van infiltratie naar het grondwater

De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een infiltratievoorziening voorzien, zie punt 42.1.

4.      Voorwaarden en maatregelen

4.1.     Algemene wettelijke voorwaarden

4.1.1.     Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

4.1.2.     Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de regenwaterafvoerleiding en regenwater in de droogweerafvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een droogweerafvoerleiding.

4.1.1.      Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

De dakoppervlakte watert af naar een infiltratievoorziening.

Volgens de plannen wordt er een infiltratiesysteem met ondergrondse kratten vooropgesteld. Bijkomende informatie met betrekking tot de plaatsing (diepte onder maaiveld) en de afmetingen van de kratten ontbreekt op de plannen.

Om infiltrerend te werken is het belangrijk dat een infiltratievoorziening volledig boven de hoogste grondwaterstand (= gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) wordt geplaatst. Volgens de bodemkaart ligt deze grondwaterstand op 60cm diepte.

De werkelijke diepte van de grondwaterstand kan echter (licht) afwijken van deze kaartgegevens. Daarom wordt geadviseerd om de grondwaterstand in het voorjaar na te gaan en te kiezen voor een infiltratievoorziening die hier volledig boven geplaatst kan worden. Indien de grondwaterstand te hoog zou zitten voor een ondergrondse infiltratievoorziening, dient de infiltratievoorziening vervangen door een open ondieper systeem.

Voorwaarde:

5.      De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 17 december 2018, luidt: geen advies.
    Er is geen bos aanwezig. Er is een tuinstructuur op luchtfoto (en van oudsher) duidelijk waarneembaar.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 28 januari 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande DWA-riolering (DWA) en op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht (RWA) langsheen de Kroondreef.

o        Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater is het plaatsen van een regenwaterput niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

o        De afvoer van RWA dient te worden aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 6.746,75 liter (effectief 6.970 liter) infiltratievolume en minimum 11m² (effectief 14,64m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein t.h.v. de rooilijn.

o        Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

  • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
  • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 05 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 6.970 liter en een infiltratieoppervlakte van 11.64m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

-          Functionele inpasbaarheid
Het uitbreiden van een ééngezinswoning en het bouwen van een bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

-          Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

-          De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

-          Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

-          Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

-          Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 11cm boven de straatpas.

 

-          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden van de verbouwing en van het bijgebouw tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

4.2.            het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

4.1.3.      de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;

5.      het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 6.746,75 liter en een infiltratieoppervlakte van11m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-rioleringen naleven;
  • het advies van de provincie Antwerpen, dienst waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Zangerhey 5 en 7 - Coen Marian - het bijstellen van de verkaveling met een bouwzone op lot 1 uit een verkaveling van 2 loten - OVK 2018/10

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 april 1979 - 1979/44

o        afbraak bestaande woning + bouwen van een eengezinswoning + garage + zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 maart 2004 - 2004/26

o        bouwen van een losstaande garage bij eerder aangevraagde woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juni 2004 - 2004/139

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 januari 2005 - 2004/22

o        2 loten - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 mei 2017 - VV 2017/1

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Geert Meekers namens mevrouw Marian Coen, Chemin Des planchamps 36, 1066 Epalinges op 1 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Zangerhey 5 en 7.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het bijstellen van de verkaveling met een bouwzone op lot 1 uit een verkaveling van 2 loten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard 7 december 2018. De uiterste beslissingsdatum is 5 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.

 

  • Specifieke voorschriften

Het bijzonder plan van aanleg “Willecom” bepaalt:

I.– ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

b.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

c.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

d.      De minimum afstand tot de eigendomsgrenzen bedraagt 5m in de zone bestemd voor “landelijke bebouwing” op kavels van minimum 2.000m² oppervlakte en minimum 30m breedte.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

e.      Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

f.        Alle gevels of muren als onder e. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel  – Zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m

A.     Verkaveling.

  • Kaveloppervlakte: minimum 2.000m².
  • Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 30m

B.     Bebouwing

o        Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In dit laatste geval moeten de twee woningen opgericht worden en 1 architecturaal geheel vormen.

o        Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

o        Gevelbreedte: minimum 8m, maximum 2/3 der kavelbreedte aan de bouwlijn.

o        Bouwdiepte: maximum 20m tussen voorgevel en achtergevel.

o        Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

o        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op minimum 3m van de eigendomsgrenzen. Materialen en dakvorm overeenkomstig met dat van het hoofdgebouw.

o        Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonen palen zijn verboden.

o        Alle gebouwen in deze zone moeten afgedekt worden met daken van minstens 2 hellingen van minimum 35°, ter weerszijden afdalend van de noklijn.

Artikel 8 – zones van achteruitbouw

o        Bestemming

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

o        Bebouwing

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

o        Afsluiting langsheen de wegenis

Enkel toegelaten in hout, maximum 60cm hoogte, volgens een model vastgesteld voor het gehele gebied van het bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een verkaveling van 2 onbebouwd loten met een gezamenlijke oppervlakte van 4.015m².

De verkaveling is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als vrijstaande ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als vrijstaande ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor vrijstaande ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bijstellen van de verkaveling met een bouwzone op lot 1 uit een verkaveling van 2 loten. Op lot 1 wordt een bouwzone opgetekend.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 2.007m2 en een breedte van 31,20m aan de straatzijde. De bouwzone wordt voorzien op 10,00m uit de rooilijn, op 6,85m van de linker perceelsgrens en op 5,00m van de rechterperceelsgrens net een diepte van 25,00m.

Lot 2 blijft ongewijzigd. Het lot heeft een oppervlakte van circa 2.008m2 en een breedte van 31,20m aan de straatzijde.

De 2 loten zijn voorzien voor een open eengezinswoning.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 7 december 2018, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager dient een aanvraag in tot bijstelling van een verkaveling waarbij de aangeduide bouwzone voldoende rekening houdt met het principe van de minste milieuschade.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag de waardevolle bomen in goede gezondheid behoudt. Aan zijn bouwdossier dient een bomenbeschermingsplan toegevoegd te worden. Alle waardevolle bomen dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker, die het bouwproject aftoetst aan de bestaande bomen. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft.

o        wordt voldaan aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        de constructie van paden oprit op een zo groot mogelijke afstand van de stam van bomen te voorzien;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen.

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        om schade aan bestaande bomen bosrestant te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn conform het op te stellen bomenbeschermplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn : het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 4.000,00 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 14 december 2018 onder referentie 18-221658, luidt: gunstig.
    Deze bijstelling van verkaveling wordt uitgevoerd op percelen waar al een verkaveling vergund werd in 2005.

In 2017 werd de verkavelingsvergunning al gewijzigd.

Bij de aanvraag van de verkavelingsvergunning in 2015 werd door de verkavelaar voorzien in compensatie voor het bos, met uitzondering van 1.019m² te behouden beboste groene ruimte (compensatiedossier COMP/04/0459/AN). De voorziene compensatiemaatregel (bosbehoudbijdrage) is uitgevoerd.

De achterste zone wordt door de verkavelaar in voorliggende aanvraag aangeduid als te behouden beboste groene ruimte en wordt daarom niet gecompenseerd door de verkavelaar. Deze beboste groene ruimte bedraagt 1.019m², hetgeen overeenstemt met de voorgaande vergunningen. De te behouden beboste groene ruimte werd opgenomen in de verkavelingsvoorschriften.

o        Algemene opmerking woonparkgebieden:

Volgens de geldende plan van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplan liggen de betrokken percelen in woonparkgebied. In overeenstemming met de ruimtelijke bestemming dient het niet-bebouwbare gedeelte aangelegd te worden met hoogstammig groen (de aanwezige bomen moeten  bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijks. De aangevraagde ontbossing houdt niet automatisch in dat alle hoogstammige bomen binnen de ontboste oppervlakte mogen gerooid worden. Hierbij mag deze zone omgevormd worden tot tuin, mits het behoud en/of (her)aanplanting van hoogstammige bomen. Deze bomen zullen geen deel meer uitmaken van een bos, maar van een tuin.

Er bestaat zodoende geen enkele tegenstrijdigheid tussen enerzijds de ontbossing en anderzijds de voorschriften van het woonparkgebied. Het is aan de vergunningverlenende instantie om te bepalen welke bomen er behouden en/of aangeplant moeten worden om te voldoen aan de bestemmingsvoorschriften.

o        Algemene opmerking soortenbesluit:

Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het soortenbesluit). Bij het voeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich – voor men overgaat tot de uitvoering van de werken – van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan voor de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 7 januari 2019, luidt: gunstig.
    De bijstelling geeft geen aanleiding tot bijkomende voorwaarden vanuit oogpunt water.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 10 december 2018, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De kavels zijn aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet. Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Eandis System Operator
    Het advies van Eandis System Operator afgeleverd op 11 december 2018 onder referentie SCHI_47850, luidt: gunstig.
    Voor de verkaveling worden er geen kosten aangerekend, deze zijn reeds vereffend via HNW 303118. De verkavelaar heeft aan alle voorwaarden voldaan en wordt van dit schrijven op de hoogte gebracht.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 15 januari 2019, luidt: gunstig.
    Deze aanvraag handelt enkel over een aanpassing aan de te behouden eiken bomen en het definiëren van een bouwzone voor lot 1. Aan lot 2 worden geen wijzigingen uitgevoerd. Aan de grenzen van de verkaveling wordt niets gewijzigd. De aanvraag heeft dus geen betrekking op de afvoer van DWA en/of RWA. Er worden door Pidpa-Riolering geen bijkomende voorwaarden opgelegd.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 18 december 2018, luidt: gunstig.
    De nodige infrastructuur is aanwezig om de distributie van informatie- en communicatiesignalen te verzekeren. Er wordt van Telenet geen verdere verplichting opgelegd. Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitingskosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend. Aanvragen tot het verplaatsen van apparatuur zullen aan de aanvrager aangerekend worden.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    het bijstellen van de verkaveling met een bouwzone op lot 1 uit een verkaveling van 2 loten is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De bouwzone wordt voorzien op 6,85m van de linker perceelsgrens en op 5,00m van de rechterperceelsgrens.
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Kerkelei 39 en 41 - DE VOORKEMPEN - H.E. CVBA SO - het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten - zaak van de wegen - OMG 2018/606

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 september 1970 - 1970/108

o        veranderingswerken - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 januari 1933 - 1933/4

o        2 slaapkamers - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 september 1946 - 1946/61

o        slopen van 2 woningen - weigering door de deputatie - 16 juni 2011 - 2011/83

o        slopen van 2 woningen - vergunning door stedenbouw - 7 augustus 2012 - 2012/110

o        slopen van een vrijstaand verenigingenlokaal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 mei 2014 - 2014/71

o        plaatsen van 2 tijdelijke prefab chirolokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 augustus 2014 - 2014/72

o        het bouwen van 5 woongelegenheden (nieuwbouw appartementsgebouw) - weigering door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 2016 - 2015/272

 

Feiten en context

  • Op 21 december 2018 werd een dossier ingediend voor het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten.
    Het dossier werd volledig en ontvankelijk verklaard op 9 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 juni 2019.
  • Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft loopt gedeeltelijk in de zone voor openbare wegenis (artikel 2) volgens het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA Dorpskom Zuid deel 1 goedgekeurd op 25 februari 1959).
  • De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de zaak van de wegen vooraleer het college van burgemeester en schepenen een beslissing kan nemen.

 

Juridische gronden

  • Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
    De gemeenteraad is bevoegd voor de zaak van de wegen
  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    Beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.

 

Argumentatie

  • Het perceel is gelegen binnen de grenzen van het goedgekeurde BPA Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959. Een deel van het perceel is gelegen in de zone van artikel 2: openbare wegenis.
  • Het gedeelte van het perceel van circa 18,67m² dient kosteloos te worden overgedragen aan de gemeente. Alle kosten verbonden aan de grondafstand, notariële akte inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ingediende aanvraag voor het bouwen van een meergezinswoning met 4 woonentiteiten aan de Kerkelei 39 en 41 (OMG 2018/606).

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het dossier over te maken aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Turnhoutsebaan 540 - OV 2016/381 - arrest Hof van Beroep - standpunt gemeente

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Verdeling – attest – Vastgoedtransacties - Wijnegemsteenweg 81 - OV 2019/2

 

 

Voorgeschiedenis

          Omgevingsvergunning:

          5 juli 2018 - het bouwen van 19 grondgebonden eengezinswoningen - weigering - OMG 2018/302

          24 september 2018 - het college van burgemeester en schepenen heeft bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Wijnegemsteenweg 81 aangevraagd door notariskantoor Nouwkens & Portier. Het college van burgemeester en schepenen vraagt de aanleg van een bijkomende waterloop langsheen de straatzijde op het perceel van de aanvrager zoals aangeduid op plan. De aanleg van de waterloop dient te gebeuren op kosten van de aanvrager.

 

Feiten en context

          Op 8 januari 2019 vraagt Vastgoedtransacties een attest van verdeling aan voor Wijnegemsteenweg 81 (3de afdeling, sectie C, (afdeling 3, sectie C, nummers 77a deel, 81c, 82b en 82/2).

          De aanvraag heeft betrekking op (deel van) percelen gelegen in de gewestplanbestemming woongebied. Het perceel is niet gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan de gemeenteweg Wijnegemsteenweg.

          Het betreft de opsplitsing van (deel van) percelen in loten A, B, C, D.

          Lot D betreft een waterloop van het oude regime uit de atlas der waterlopen, Waterloop nr. 14. Lot D is eigendom van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en zal geruild worden voor lot C.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

          De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 september 2018 waarbij bezwaar werd geuit.

          De grondruil is noodzakelijk in functie van de lopende omgevingsvergunningsaanvraag.

          Er is een akkoord van VMM, eigenaar van waterloop nr. 14. De afdeling vastgoedtransacties Antwerpen is bezig met de voorbereiding van de akte.

          De oppervlakte van de bestaande waterloop (85,40 m²) wordt geruild voor een kleinere oppervlakte (16,23 m²). Het waterbergend vermogen op de percelen verkleint hierdoor.

          In functie van de waterhuishouding in het gebied is het aangewezen om het waterbergend vermogen op het perceel te behouden. De realisatie van een bijkomende waterloop is aangewezen. De waterloop kan aangelegd worden langsheen de straat op het perceel van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Wijnegemsteenweg 81, tenzij aan de voorwaarde in artikel 2 wordt voldaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen vraagt de aanleg van een bijkomende waterloop langsheen de straatzijde op het perceel van de aanvrager zoals aangeduid op plan. De aanleg van de waterloop dient te gebeuren op kosten van de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

RUP Turnhoutsebaan Oost - planning fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment)

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de visie goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de procedure en de lijst van de uit te nodigen firma's goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          19 februari 2018 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          4 juni 2018 - het college van burgemeester en schepenen stelt D+A Consult aan als ontwerpen voor de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan - Oost

          2 juli 2018 - startvergadering planteam

          10 oktober 2018 - tweede vergadering planteam

          5 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de facturatieschijven goed

          12 november 2018 - college van burgemeester en schepenen keurt een mobiliteitsonderzoek goed naast de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan Oost. Het college van burgemeester en schepenen stelt hiervoor studiebureau SUUNTA in samenwerking met D+A Consult nv aan

          23 november 2018: derde vergadering planteam

          30 november 2018 en 1 december 2018: telling van de in- en uitritten van de parkings en parkeerbezetting in functie van mobiliteitsonderzoek

          14 januari 2019 - goedkeuring start- en procesnota. Het college van burgemeester en schepenen beslist op 14 januari 2019 om te onderzoeken of het plangebied kan uitgebreid worden met de zone rond het uitvaartcentrum

          28 januari 2019 - college van burgemeester en schepenen beslist om het plangebied niet uit te breiden

 

Feiten en context

Na de opmaak van de start- en procesnota wordt een eerste participatiemoment georganiseerd. Het doel van een eerste participatie in een vroeg stadium van het proces is om zo het draagvlak en de kwaliteit van het uiteindelijke RUP te vergroten. Dit participatiemoment dient om inbreng te krijgen over de probleemstelling, de inhoudsafbakening en de scope van het voorgenomen plan en bijhorende effectbeoordelingen.

 

Juridische gronden

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Decreet van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten

          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen en het bestuurlijk toezicht.

 

Argumentatie

          De wetgeving voorziet een publieke raadpleging van 60 dagen en één participatiemoment welke dient aangekondigd te worden via de in de wetgeving aangegeven kanalen (Belgisch Staatsblad, dagbladen, website en aanplakking).

          Om het draagvlak te vergroten kan ervoor gekozen worden om:

          De eigenaars binnen het plangebied persoonlijk aan te schrijven.

          De grootste eigenaar binnen het plangebied voor aanvang van het participatiemoment uit te nodigen.

          Door de ligging van het plangebied in Schilde wordt gekozen voor de organisatie van een participatiemoment in Werf 44.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de eigenaars van percelen binnen het plangebied aan te schrijven.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de grootste eigenaar binnen het plangebied, De Biekorf, voor aanvang van het participatiemoment uit te nodigen.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het participatiemoment te laten doorgaan in Werf 44 te Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

De Groene Zes - RUP Woonparken - herbevestiging engagement tot opmaak RUP

 

 

Voorgeschiedenis

          Principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 13 september 2010 tot deelname door de gemeente Schilde aan de uitwerking van een gezamenlijke visie op de ruimtelijke beleidsterm ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 21 november 2011 van de samenwerkingsovereenkomst ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring van het strategisch project ‘Ambities Bebouwd Perifeer Landschap’ door de minister op 20 december 2011

          Tweede goedkeuring van het strategisch project ‘Bebouwd Perifeer Landschap Antwerpen’ voor de periode 2015 – 2018

          29 januari 2018 - Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor de opstart van het intergemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonparken en de detachering van een werknemer van een studiebureau. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring dat de gemeente Schilde formeel initiatiefnemer is voor de opmaak van het RUP Woonparken

          3 mei 2018 - stuurgroep "De Groene Zes"

          6 september 2018 - Raadscommissie Ruimte

          17 september 2018 - De gemeenteraad keurt het bestek, lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          15 oktober 2018 - Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst met de vijf aan te schrijven studiebureaus goed

          10 december 2018 - de procedure voor het intergemeentelijke RUP woonparken wordt stopgezet; er werden geen geldige offertes ingediend

          18 januari 2019 - stuurgroep "De Groene Zes"

 

Feiten en context

          In de mail van 28 januari 2019 vraagt de gebiedscoördinator van het strategisch project "De Groene Zes" een herbevestiging van het engagement tot opmaak van een intergemeentelijk RUP Woonparken.

          Er zal een nieuw bestek worden opgemaakt door de provincie Antwerpen onder een nieuwe aanbestedingsprocedure.

          De sterkte van een intergemeentelijk RUP is dat alle gemeenten de visie uit de toolkit woonparken zullen verankeren. Het geeft inwoners uit woonparken houvast en geeft gemeenten ook de kans om in het hele gebied een soortgelijk beleid uit te werken. Woonparkgebied stopt niet noodzakelijk aan de gemeentegrens, waardoor eenvormigheid in beleid.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

Argumentatie

          De toolkit Woonparken dat opgemaakt is voor de Groene Zes kent nog geen juridische verankering. Gelet op de verouderde BPA's en verkavelingen in de woonparken, is de gemeente vragende partij voor de opmaak van het intergemeentelijk RUP Woonparken.

          Een intergemeentelijk RUP zal kosten besparen. Tegelijkertijd respecteert een intergemeentelijk RUP de gemeentelijk autonomie, waardoor een intergemeentelijk RUP voldoende maatwerk toelaat.

          Op 29 januari 2018 gaf het college van burgemeester en schepenen reeds goedkeuring voor de opstart van het intergemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonparken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen herbevestigt het engagement tot opmaak van een intergemeentelijk RUP Woonparken.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

De Groene Zes - verwervingssubsidie Picardiëbos

 

 

Voorgeschiedenis

          Principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 13 september 2010 tot deelname door de gemeente Schilde aan de uitwerking van een gezamenlijke visie op de ruimtelijke beleidsterm ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 21 november 2011 van de samenwerkingsovereenkomst ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring van het strategisch project ‘Ambities Bebouwd Perifeer Landschap’ door de minister op 20 december 2011

          Tweede goedkeuring van het strategisch project ‘Bebouwd Perifeer Landschap Antwerpen’ voor de periode 2015 – 2018

          3 mei 2018 - stuurgroep "De Groene Zes"

          18 januari 2019 - stuurgroep "De Groene Zes"

 

Feiten en context

          Tijdens de stuurgroepvergadering van 18 januari 2019 werd besproken dat de gemeente Schilde een dossier zal indienen voor verwervingssubsidie voor "Picardiëbos".

          De subsidie behelst 40% van het totaalbedrag van de strategische verwerving van gronden, constructies of gebouwen. De Vlaamse overheid subsidieert sinds 2005 de projectcoördinatie van strategische projecten. Sinds 2009 kunnen actoren van deze strategische projecten ook aanvragen indienen voor een subsidie van de verwerving van gronden of constructies die bij de realisatie van het project een publieke functie krijgen. Voorwaarde hiervoor is dat er binnen het strategisch project duidelijke afspraken werden gemaakt voor het grondbeleid in het gebied. De dossiers in het kader van de verwervingssubsidie binnen het strategisch project "De Groene Zes" moeten ten laatste half februari 2019 ingediend worden.

          Het OCMW van Antwerpen deed in 2015 het aanbod aan de gemeente Schilde voor de aankoop van hun gronden in Schilde. Om budgettaire redenen werd toen niet op het aanbod ingegaan. Intussen hebben het Agentschap voor Natuur en Bos en VZW Natuurpunt zich akkoord verklaard voor de aankoop van vier van de vijf gebieden. Enkel voor het Picardiëbos is nog geen koper gevonden.

          Er zijn twee echter twee opties:

          De gemeente kan de grond aankopen via de verwervingssubidie.

          De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) koopt dit gebied aan via hun voorverkooprecht en maakt daarna met de gemeente afspraken rond beheer en gebruik.

          Het college van burgemeester en schepenen dient zich uit te spreken over volgende vragen:

          Of het bestuur een dossier wenst in te dienen voor verwervingssubsidie voor de aankoop van de gronden van het OCMW Antwerpen.

          Of men het gebied in haar totaliteit wil aankopen - inclusief de 4.000m² woongebied of dat men zich wil beperken tot het gedeelte parkgebied (10 ha). De waarde van het woongebied werd in 2015 door een landmeter geschat op 1.000.000 euro en met verkavelingsvergunning 1.250.000 euro. Het parkgedeelte alleen had toen een waarde van 500.000 euro.

          Indien het college van burgemeester en schepenen zou opteren om een verwervingsdossier in te dienen via De Groene Zes dan is het ook raadzaam om nieuw schattingsverslag op te maken. De toenmalige landmeter kan de oorspronkelijke schattingsverslagen op korte termijn actualiseren voor een bedrag van 750 euro inclusief BTW.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur.

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Besluit van 5 oktober 2007 betreffende verwervingssubsidies

 

Argumentatie

          De periode van goedkeuring van het strategisch project "De Groene Zes" loopt bijna ten einde. De kans op een derde verlenging is klein. De gemeente Schilde heeft binnen het strategisch project nog geen subsidieaanvraag ingediend.

          De aankoop van gronden van het "Picardiëbos" gelegen binnen de gewestplanbestemming parkgebied kan verantwoord worden binnen de visie van het strategisch project "De Groene Zes".

          Het Picardiëbos is een uniek bos, niet zozeer omwille van de ecologische redenen (naald- en gemengd loofbos) maar vooral omwille van de unieke liggen. Een bos zo centraal in het centrum van een gemeente is vrij uniek. Voor buurtbewoners is het dan ook een zeer waardevol gebied in het kader van hun natuurbeleving. Hierdoor biedt het ook tal van ontwikkelingskansen op het vlak van buurtparticipatie, speelbos, trage wegen verbinden, seniorenbos voor de nabij gelegen seniorenwoningen.

          Daarnaast vormt het gebied een soort van verbindingsgebied voor andere groene gebieden – Anti-tankgracht – domein Paters van Scheut. Mits een degelijk beheer kan de ecologische waarde ook nog verbeterd worden.

          De aankoop en ontwikkeling ervan is een meerwaarde voor de ganse omgeving en omwille van de reeds bestaande actieve buurtwerking kan dit een voorbeelddossier worden naar buurtparticipatie.

          Indien het college van burgemeester en schepenen zou opteren om een verwervingsdossier in te dienen via De Groene Zes dan is het ook raadzaam om nieuw schattingsverslag op te maken. De toenmalige landmeter kan de oorspronkelijke schattingsverslagen op korte termijn actualiseren voor een bedrag van 750 euro inclusief BTW.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord om het parkgedeelte van het Picardiëbos aan te kopen indien ze hiervoor de nodige verwervingssubsidies kan bekomen via De Groene Zes. Het gebied zou dan ingericht worden als buurtbos met een grote betrokkenheid in beheer en beleving naar de lokale buurtbewoners.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de diensten de opdracht om een dossier in te dienen en om een nieuw schattingsverslag op te laten maken bij de eerder aangestelde landmeter.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Ringdreef 49 - Gevers-Velghe - bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - SV 2016/176 - arrest Raad voor Vergunningsbetwistingen

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige attesten:

          27 mei 2013 - positief - bouwen van een woning - 2013/4

          27 juni 2016 - positief - bouwen van een woning - 2016/5

          Huidig dossier:

          6 februari 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          6 maart 2017 - betekening beroep bij deputatie

          23 mei 21017 - hoorzitting deputatie

          24 mei 2017 - beslissing deputatie

          22 juni 2017 - betekening beslissing deputatie

          15 mei 2017 - Beslissing van het college van burgemeester en schepenen om advies te vragen aan Meester Reiner Tijs met betrekking tot het houden van weidedieren voor hobbydoeleinden.

          18 mei 2017 - advies Meester Tijs van Forum advocaten

          10 juli 2017 - aanstelling Meester Tijs van Forum advocaten

 

Feiten en context

          De mail van Forum advocaten van 15 januari 2018 met het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 18 december 2018.

          De Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigt het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen, waarbij een stedenbouwkundige vergunning wordt verleend onder voorwaarden voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met geïntegreerde stalling van twee pony's op een perceel gelegen aan de Ringdreef 49 te Schilde.

          De Raad legt een termijn op aan de deputatie van vier maanden om een nieuwe beslissing te nemen.

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1. van het decreet van 24 april 2017 betreffende de omgevingsvergunning

De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning, genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 18 december 2018.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Artikel 23 tot 31van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Openbare onderzoeken over aanvragen volgens de gewone vergunningsprocedure

          Artikel 16 tot 29 van het besluit van 27 november 2015 betreffende de omgevingsvergunning

Openbare onderzoeken over aanvragen volgens de gewone vergunningsprocedure

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 3 februari 2019 tot en met 4 maart 2019 ten gevolgen van een wijzigingsaanvraag

Baron Delbekelaan 5

het verkavelen van een onbebouwd perceel in 4 loten

OVK 2018/4

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Heidedreef 62 - Yves Verlinden - het vellen van 4 weymouthdennen - VB 2018/575

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 augustus 1972 - 1972/123

o        zwembad (overdekt) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juni 1979 - 1979/99

o        het verbouwen van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 augustus 2016 - SV 2016/94

o        het afbreken van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 januari 2017 - SV 2016/208

o        het bouwen van een woning met garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 februari 2017 - SV 2016/233

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 augustus 1969 - 1968/5

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Yves Verlinden, Heidedreef 62, 2970 Schilde op 5 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Heidedreef 62.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 weymouthdennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 6 december 2018. De uiterste beslissingsdatum is 4 februari 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 4 weymouthdennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 22 januari 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
     

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied  en grenst aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s blijkt dat de aangevraagde bomen uitgegroeid zijn. Recent zijn gelijkaardige naburige exemplaren door stormwinden omgevallen. Er zijn sterke vermoedens dat deze overblijvende dennen onvoldoende stabiel zijn. Vellen is mits vervanging verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10. Deze vergunning wordt gekoppeld aan de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27/2/2017 waarbij beslist werd een bouwvergunning met nummer 2016233 te verlenen aan Verlinden, Heidedreef 62 2970 Schilde voor 20-tal bomen bestaande uit cipressen, berken en sparren mits heraanplanting met 5 inlandse hoogstammige loofbomen van 1ste grootte, plantmaat 10/12 en 5 van 2e grootte, plantmaat 8/10 cm en het stellen van een bankwaarborg.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10. Deze vergunning wordt gekoppeld aan de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27/2/2017 waarbij beslist werd een bouwvergunning met nummer 2016233 te verlenen aan Verlinden, Heidedreef 62 2970 Schilde voor 20-tal bomen bestaande uit cipressen, berken en sparren mits heraanplanting met 5 inlandse hoogstammige loofbomen van 1ste grootte, plantmaat 10/12 en 5 van 2e grootte, plantmaat 8/10 cm en het stellen van een bankwaarborg.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Boerendreef 8 - Didier Boonen - het vellen van 8 dennen, 1 esdoorn en 3 sparren - VB 2018/579

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 192 - Diana Philomena Lambrechts - het vellen van 3 lorken - VB 2019/18

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het plaatsen van een carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2002 - 2002/117

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 maart 1973 - sgr1973/24

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 september 1975 - sgr1975/76

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 20 oktober 1965 - sgr6

o        nieuwe verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 20 september 1963 - sgr6

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Diana Philomena Lambrechts, Wijnegemsteenweg 192, 2970 Schilde op 9 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Wijnegemsteenweg 192.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 lorken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 lorken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de aangevraagde 3 lorken sterk overhellen. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits gedeeltelijk vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 lork, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bij een boom van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van minstens 8,00m en mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 lork, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bij een boom van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van minstens 8,00m en mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Torfheidedreef 15 - Didier Holden - het vellen van 1 esdoorn - VB 2019/23

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 september 1990 - 1990/196

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 februari 1991 - 1991/21

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1985 - 1983/9

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Didier Holden, Torfheidedreef 15, 2970 Schilde op 11 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Torfheidedreef 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 esdoorn.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 esdoorn.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied doch grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s blijkt dat de aangevraagde esdoorn sterk overhellend is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bij een boom van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van minstens 8,00m en mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bij een boom van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van minstens 8,00m en mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Philippedreef 7 - bronbemaling - Jeroen Godschalk - M 2019/17

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        huis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 oktober 1952 - sgr1952/33

o        bouw van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 november 1999 - 1999/264

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 1999 - 1998/12

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jeroen Godschalk, Vooreel 30/C, 2380 Ravels op 9 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Philippedreef 7, Schilde.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor melden van een bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 4 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand
    Het betreft een perceel waar het college van burgemeester en schepenen op 23 november 1999 een stedenbouwkundige vergunning voor heeft afgeleverd. De vergunning omvatte de bouw van een eengezinswoning. Nadien werden er geen nieuwe vergunningen meer aangevraagd of vergund. Er werd geen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning teruggevonden voor een zwembad.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°b)1°

bronbemaling voor de bouw van een zwembad met een debiet van 8m³/uur x 24 uur x 20 dagen = 3.840 m³ totale hoeveelheid (Nieuw)

3.840 m³ gedurende de exploitatie

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling. Deze is nodig voor de bouw van een zwembad. Er is geen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning afgeleverd voor een zwembad op dit adres.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandregels.
    De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
    De melding bevat niet alle verplichte gegevens of bij te voegen stukken van het addendum zoals voorzien in artikel 136§1 van het omgevingsbesluit. Op het inplantingsplan ontbreken perceelsgrenzen, afmetingen en schaalverdeling, die maken dat er onvoldoende duidelijkheid is omtrent de inplanting van de inrichting.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Omgeving - Gillès de Pélichylei 19 - Bouwwerken Versnel BVBA - tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een ondergrondse parking - M 2019/26

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het bouwen van 6 appartementen met ondergrondse parking - vergunning door de deputatie - 22 februari 2018 - SV 2017/136

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 augustus 2001 - 2000/8

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bouwwerken Versnel BVBA, gevestigd Merksemsebaan 264, 2110 Wijnegem op 14 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Gillès de Pélichylei 19, Schilde.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een appartementsgebouw met ondergrondse parking.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25/01/2019. De uiterste beslissingsdatum is 14 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand
    Het betreft een terrein waarvoor de bestendige deputatie op 22 februari 2018 een stedenbouwkundige vergunning voor heeft afgeleverd. De vergunning omvat de bouw van een appartementsblok met 6 wooneenheden en een ondergrondse parking.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling van 40 m³/uur x 24 uur x 31 dagen = 29.760 m³/jaar (Nieuw)

29.760 m³/jaar

De tijdelijke bronbemaling is noodzakelijk voor de bouw van de kelderverdieping.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 25 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van 9 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot 4,5 meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van 40 m³/uur. De exploitant geeft aan dat de bronbemaling 31 dagen operationeel zal zijn. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 29.750 m³ wordt geschat. Omdat er geen baangracht of waterloop in de nabijheid van het terrein aanwezig is wil de exploitant het bemalingswater volledig via de riool afvoeren. In de aanvraag wordt niet gesproken over infiltratie op het terrein zelf. Gezien de perceelsoppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien of aftap door aanpalende. Verwacht wordt dat de bronbemaling op 20 februari 2019 zal starten.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen legt naast de algemene en sectorale voorwaarde ook de volgende bijzonder voorwaarde op:

  • het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren. De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem. De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop. De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt  voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden. Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Vraag gemeenteraad - ondersteuning dierendag

 

 

Feiten en context

Tijdens de gemeenteraadszitting van 21 januari 2019 werd de vraag gesteld of de gemeente ondersteuning kan geven bij de organisatie van een dierendag. Tijdens de toelichting werd gesteld dat het bestuur de organisatie op zich zal nemen.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

Argumentatie

          Dierenwelzijn is een thematiek die zowel bij de bevolking als bij de beleidsverantwoordelijken aan belang wint.

          Momenteel zijn er binnen de gemeente Schilde wel al een aantal initiatieven rond dierenwelzijn (zwerfpoezenbeleid - huisdierstickers- hondenlosloopweide) maar is er nog geen concreet afgebakend beleid rond dierenwelzijn.

          Aangewezen is om dus eerst een beleidskader te creëren.

          De organisatie van een dierendag, zoals vanuit de gemeenteraad werd voorgesteld, kan daar dan een uitvloeisel uit zijn. Of kan ook net een forum zijn van waaruit vertrokken wordt om een gemeentelijk beleid op te bouwen.

          Voorgesteld wordt om met de initiatiefneemster van de gemeenteraad en betrokken gemeentelijke diensten in maart te gaan samen zitten om na te denken over doelstellingen, mogelijke partners, scenario's, budgetten, data... om daarna tot een concreet stappenplan te komen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord met het voorstel vanuit de gemeenteraad om de organisatie van een dierendag mee te ondersteunen en op zich te nemen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de dienst milieu de opdracht om samen met andere gemeentelijke diensten en de initiatiefneemster voor een dierendag, in maart een overleg in te plannen. Het overleg dient te resulteren in een concreet initiatief rond dierenwelzijn met een stappenplan en budgetraming.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Procedure voor inrichting van hondenlosloopzones in de gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

          Principieel akkoord van de OCMW-raad van 19 juli 2018 om op haar gronden aan de Moerhoflaan-Dennenlaan een hondenlosloopzone in te richten.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 september 2018 om een buurtvergadering te organiseren voor de inrichting van een hondenlosloopzone in de Moerhoflaan-Dennenlaan.

 

Feiten en context

Tijdens de gemeenteraadzitting van 21 januari 2019 werd gevraagd naar de stand van zaken voor de inrichting van een hondenlosloopzone in Schilde. Er werd geantwoord dat opdracht werd gegeven aan de diensten om onderzoek te doen naar haalbare locaties en om een bevraging met buurtbewoners te organiseren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Tal van hondenbezitters zijn van mening dat een hond vrij moet kunnen rondlopen in de natuur. Daar staat tegenover dat de andere gebruikers van het openbaar domein, een niet aangelijnde hond vaak zien als een bedreiging van hun eigen veiligheid of deze van andere dieren of goederen. En in bepaalde situaties is dit ook effectief het geval met bijtincidenten, ongevallen, uitgebroken of verstoorde dieren,… tot gevolg. Het GAS-reglement stelt dat honden aangelijnd moeten zijn. Dit maakt dat hondeneigenaars er ook regelmatig op worden aangesproken of geverbaliseerd worden, vaak tot ergernis beide partijen. 

          Het inrichten van losloopzones voor honden in de gemeente komt tegemoet aan de verzuchtingen van beide partijen. Maar net zoals er voorstanders zijn voor dergelijke zones bestaat ook de kans dat bepaalde inwoners gekant zijn tegen de aanleg van dergelijke zone uit angst voor overlast (ref. eerder dossier De Pont). In die zin is het aangewezen om verschillende locaties te voorzien, zodat niet alle druk op één buurt wordt gelegd. Trouwens de meeste hondeneigenaars verkiezen een losloopzone op wandelafstand. 

          Voorgesteld wordt om volgende werkwijze te hanteren voor het inrichten van losloopzones:

          de diensten zullen einde februari een voorstel van locaties indienen op basis van de richtlijn van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het college van burgemeester en schepenen duidt in beide deelgemeenten een aantal geschikte locaties aan;

          het college van burgemeester en schepenen bepaalt op voorstel van de diensten welk budget ze wil vrijmaken voor de inrichting van de locaties (afrastering, bebording, beplanting, zitbank/vuilnisbak, ...) en representatie- en communicatiekosten. De gemeenteraad voorziet dit via begrotingswijziging;

          de gemeente voorziet een ontwerp van toegankelijkheidsreglement, een ontwerp van inrichting (basisschets) en voorstel van beheer/onderhoud;

          er wordt per locatie een buurtoverleg (april /mei) voorzien en dit volgens een vast stramien:

          op de locatie zelf – met een drankje;

          aanpalende bewoners /eigenaars worden aangeschreven, andere buurtwoners zijn ook welkom (inzet van hoplr) – ook de toekomstige gebruikers;

          in het bijzijn van een afgevaardigde van het college van burgemeester en schepenen en eventueel een “ervaringsdeskundige”;

          de buurt optimaliseert de basisschets,  het ontwerpreglement en het beheerplan naar hun noden en in consensus. De locatie zelf staat niet meer ter discussie;

          aanduiden van een eventuele peter of meter voor de locatie die aanspreekpunt is tussen buurt, hondeneigenaars en gemeente.

          met de resultaten van het buurtoverleg wordt een definitief ontwerp opgemaakt, dat door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd. Eventuele vergunningen worden aangevraagd. Dienst der werken of een aannemer zorgt voor de uitvoering. In heel positief ingestelde buurten kan een buurtbudget een optie zijn;

          aanleg tijdens de zomermaanden;

          een kleine officiële opening met de buurtbewoners en de toekomstige gebruikers van de losloopzone, wijkagent, afgevaardigde van de onderhoudsploeg;

          de eerste weken – maanden volgt een nauwgezette opvolging door gemeente en drie maanden na opening een rondvraag bij de buurt voor eventuele bijsturing.

          Omdat het OCMW van Schilde de grond in de Moerhoflaan reeds beschikbaar heeft gesteld voor de realisatie van een losloopzone, kan met deze locatie gestart worden. Bijsturing in het proces is dan nog mogelijk. De datum voor het eerste buurtoverleg wordt vastgelegd zodra ook de andere locaties gekozen zijn. Op deze manier wordt het project meer als een totaliteit gezien over de ganse gemeente.

          Bij dit project kan ook nog kruisbestuiving gedaan worden met andere bestaande initiatieven (hotspots-honden, zitbanken/vuilbakken, trage wegen…) of nog eventueel op te starten initiatieven (bermmeesters, Picardiënbos, bijenweiden, dierendag…). Ook dient rekening gehouden te worden met bepaalde gevoeligheden (hangjongeren, zwerfvuilproblematiek,...). Er zal dus ook betrokkenheid van verschillende diensten worden gevraagd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel voor de inrichting van hondenlosloopzones in de gemeente. 

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorgestelde werkwijze en planning en beslist principieel om bij een eerste budgetwijziging de nodige kredieten te voorzien.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

paddenoverzet - periode 2019 / 2024 - leveren van logistieke steun - samenwerking met Natuurpunt vzw en de milieuraad

 

 

Voorgeschiedenis

Op 2 september 2013 geeft het college van burgemeester en schepenen toestemming tot het leveren van logistieke steun aan de paddenoverzetactie van Natuurpunt vzw en de milieuraad voor de legislatuur periode 2013-2018.

 

Feiten en context

          Naar analogie met vorige jaren zal de gemeentelijke milieuadviesraad in samenwerking met de VZW Natuurpunt de Paddenoverzet organiseren.

          Naar analogie met voorgaande legislatuur wordt gevraagd of het gemeentebestuur bereid is om ook deze legislatuur logistieke steun te leveren. Deze bestaat onder meer uit :

          bekendmaking van de actie via het gemeentelijk informatieblad

          administratieve ondersteuning vanuit de milieudienst

          schermen zonder emmers plaatsen door de dienst der werken, afhankelijk van de weersomstandigheden meestal begin februari op sein van Natuurpunt

          Natuurpunt zal zelf wanneer de klimatologische omstandigheden beginnen gunstig te worden voor paddentrek, op de hoeken van de schermen ongeveer 20 emmers ingraven

          wanneer de klimatologische omstandigheden echt heel gunstig worden zal Natuurpunt een sein geven aan de milieudienst zodat de dienst der werken de resterende tussenemmers kan ingraven.

          wegkapitein machtiging voor zowel voor Dirk Van Alstein als voor Lode Rubberecht

          een zak met fluo-hesjes aanleveren

          een rol vuilzakken en twee tangen voor het verwijderen van zwerfvuil

          nadarhekkens met omleidingsborden.

 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

 

Argumentatie

          Vorige jaren werden met grote inzet van vele vrijwillige overzetters, kinderen en scholen duizenden padden, kikkers en salamanders overgezet waardoor kan gesteld worden dat de diversiteit aan natuurwaarde, biodiversiteit, in de gemeente verhoogd wordt.

          De soorten amfibieën die aan De Pont overgezet worden staan aangeduid als rode lijst soort (https://www.inbo.be/nl/rode-lijsten-vlaanderen). De meeste paddensoorten staan omschreven als 'Momenteel niet in gevaar'. Het verbeteren van de natuurfunctie, educatie- en voorbeeldfunctie is een na te streven doelstelling.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan de gemeentelijke diensten tot het leveren van logistieke steun aan de paddenoverzetactie van Natuurpunt vzw en de milieuraad voor de periode 2019-2024.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Vervangen betongoten - 2019-005/TDU - agenda gemeenteraad 18 februari 2019

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor het vervangen van betongoten.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90 1°

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

48.566,38 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2019-005/ voor vervangen van betongoten en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 18 februari 2019.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Leveren en plaatsen van grasdals - 2019-011/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor leveren en plaatsen van grasdals.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 25 februari 2019 om 10 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

19.686,70 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-011/TDU en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen van grasdals” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 19.686,70 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 25 februari 2019 om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Zeven van grond - 2019-012/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor zeven van grond.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 25 februari 2019 om 9.30 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/011

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

19.602,00 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-012/TDU en de raming voor de opdracht “zeven van grond” worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 19.602,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          F. Kennes bvba, Ulicotenseweg 66A te 2328 Hoogstraten;

          Simons Gebr. Nv-Openbare Werk., Antwerpsebaan 220 te 2040 Antwerpen 4;

          Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen;

          Boden Frans BVBA, Scham 74 te 2910 Essen;

          Buytaert BVBA, Hogenakkerhoekstraat 3 te 9150 Kruibeke.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 25 februari 2019 om 9.30 uur.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Budget toekenning subsidie schoolsportinfrastructuur Wingerd

 

 

Voorgeschiedenis

          Kennisname door college van burgemeester en schepenen op 5 februari 2018 van het project 'subsidie naschools openstellen van de schoolsportinfrastructuur' voor GLS De Wingerd.

          Beslissing door college van burgemeester en schepenen van 5 maart 2018
Akkoord met subsidieaanvraag bij Sport Vlaanderen voor renovatie turnzaal GLS De Wingerd.

          Kennisname door college van burgemeester en schepenen op 2 juli 2018 van toekenning van de subsidie van 78.200,86 euro voor renovatie turnzaal.

 

Feiten en context

          De subsidie wordt uitbetaald door Sport Vlaanderen op basis van ingediende facturen.

          De infrastructuurwerken dienen voorlopig opgeleverd te worden uiterlijk tegen 15 december 2019.

          Alleen kosten gemaakt in de periode van 27 februari 2018 tot en met 15 december 2019 komen in aanmerking voor subsidiëring.

          Het verwachte maximale investeringsbedrag in maart 2018 was 111.715,51 euro, waarvoor 78.200,86 euro subsidie gevraagd werd.

          Na verder onderzoek en plannen van de architect is er een budgettekort voor de oorspronkelijke plannen. De raming van de architect bedraagt 176.087,89 euro.

          Het college van burgemeester en schepenen ging oorspronkelijk akkoord met 33.514,65 euro aan eigen middelen voor dit project; terwijl dit met de huidige raming ongeveer 98.000 euro zal bedragen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.
 

Argumentatie

          De gemeente wil blijvend inzetten op het realiseren van voldoende sportinfrastructuur en de bestaande sportinfrastructuur verbeteren zodat maximaal openstellen mogelijk te maken.

          De aanpassing van kleedkamers, de opfrissing van het sanitair, het vergroten van de  bergruimte en de schilderwerken in turnzaal van GLS De Wingerd zijn nodig voor het naschools openstellen van de sportinfrastructuur.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.14.3 en 5.1.14.1

Algemene rekening

22103500

Beleidsveld

740-719

Bedrag

 

177.000 euro (voorfinanciering - 98.000 euro eigen middelen)

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de voorlopige raming van de architect voor de renovatie aan turnzaal GLS De Wingerd en met de uitbreiding van de gemeentelijke middelen tot 98.000 euro.

Artikel 2.  Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat het budget voor de renovatie van turnzaal GSL De Wingerd verschoven wordt en recht getrokken wordt met de eerste budgetwijziging. 

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Verhoging nominatieve toelage Carrousel

 

 

Voorgeschiedenis

          Sedert verschillende jaren organiseert Carrousel vzw de Carrousel parkavonden in augustus in 't Parkske in Schilde. Hiervoor hebben zij de voorbije legislatuur telkens een jaarlijkse nominatieve toelage van 11.000 euro ontvangen.
 

Feiten en context

          Carrousel vzw vraagt een verhoging van 4.000 euro per Carrousel avond (16.000 euro per jaar)

          Zij bieden hiervoor het volgende aan:

          een volledige werking die draait op 100% enthousiaste vrijwilligers;

          eventuele winsten worden terug geïnvesteerd in Carrousel;

          een garantie van betaalbare dranken op Carrousel;

          het bedrag voor de nieuwe toelage zou gelden voor 6 jaar. Geen vraag meer naar tussentijdse verhoging;

          kwalitatieve 'bekende' groepen op Carrousel;

          een samenwerking met kwaliteitsvolle leveranciers.
 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 41 23° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.

 

Argumentatie

          De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen;

          Carrousel vzw heeft de afgelopen jaren 2015, 2016, 2017 telkens afgesloten met een duidelijk verlies;

          Er is een duidelijke evolutie in de prijs van het podium waardoor de kostprijs met ongeveer 50% is gestegen;

          Er is een duidelijke evolutie in de prijs van het licht en geluid waardoor de kostprijs met ongeveer 100% is gestegen;

          De organisatie had een speciale prijsovereenkomst met hun vroegere licht en geluid leveranciers waardoor zij aan voordeligere prijzen konden boeken. Gezien het feit dat deze leverancier niet meer op de markt is, zijn zij genoodzaakt om naar een andere leverancier op zoek te gaan die hen markt conforme prijzen zal aanrekenen;

          Sponsoring is voor de organisatie niet meer evident geworden;

          Betaalbare bekende/kwaliteitsvolle groepen zijn erg moeilijk om te vinden;

          Ondanks de stijgende prijzen op evenementen is Carrousel vzw ervan overtuigd dat dranken op een evenement betaalbaar dienen te zijn en rekenen zij maar 2 euro voor hun basisdranken aan.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

Nog te bepalen

Algemene rekening

Nog te bepalen

Beleidsveld

Nog te bepalen

Bedrag

Visum financieel beheerder

16.000 EUR

Nog te bepalen

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een principiële goedkeuring te verlenen om de nominatieve toelage van Carrousel vzw te verhogen van 11.000 euro naar 16.000 euro voor vier avonden..

Artikel 2. De toelage wordt opgenomen in de overeenkomst en voorgelegd aan de eerstvolgende gemeenteraad nadat de adviezen bekomen zijn.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist hierover advies te vragen aan de cultuurraad.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 02 2019

Opvolging gemeenteraad - mededelingen 18 februari 2019

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst voor de gemeenteraad van 18 februari 2019 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 12/02/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.