VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

4 januari 2021

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Olivier Verhulst, verlaat de zitting vanaf agendapunt 6, artikel 27

Olivier Verhulst, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 7

Kathleen Krekels, verlaat de zitting vanaf agendapunt 15

Kathleen Krekels, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 16

Olivier Verhulst, verlaat de zitting vanaf agendapunt 17, artikel 27

Olivier Verhulst, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 18

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 31 december 2020 - Goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 31 december 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Lijst bestelbonnen en betaalloten - goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1 tot en met 192;

          de betaalloten van 1 tot en met 2.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - standpunt van gemeente - het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad en het herinrichten van de voortuinstrook - Oelegemsteenweg 33 - OMG 2020/128 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          vergunning - het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad en het herinrichten van de voortuinstrook - college van burgemeester en schepenen

          23 oktober 2020 - beroep ingediend bij de deputatie

 

Feiten en contexten

Op 16 november 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie door het Agentschap voor Natuur en Bos.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

De plannen blijven ongewijzigd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de omgevingsvergunning op 28 september 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist Marian Van Alphen af te vaardigen voor de hoorzitting.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - standpunt van gemeente - het herinrichten en aanleggen van riolering in de Cirkellaan, De Singel, Den Aard en de Baron Delbekelaan - OMG 2020/172 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          voorwaardelijke vergunning - het herinrichten en aanleggen van riolering in de Cirkellaan, De Singel, Den Aard en de Baron Delbekelaan - college van burgemeester en schepenen

          25 november 2020 - beroep ingediend bij de deputatie

 

Feiten en contexten

Op 16 december 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

De plannen blijven ongewijzigd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de omgevingsvergunning op 14 september 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de eisende partij uit te nodigen voor een overleg.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - standpunt van gemeente - het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met tuinhuis en een openlucht zwembad - Gillès de Pélichylei 42 - OMG 2020/333 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          voorwaardelijk vergund - het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met tuinhuis en een openlucht zwembad - college van burgemeester en schepenen

          27 november 2020 - beroep ingediend bij de deputatie

 

Feiten en contexten

Op 22 december 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

De plannen blijven ongewijzigd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de omgevingsvergunning op 26 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 8 woonentiteiten - Oudaen 7 - OMG 2020/389 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • verbouwen van een woning met constructieve ingrepen zonder wijziging van het bouwvolume - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 april 2010 - 2010/110
  • tuinhuisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 november 1982 - 1982/108

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Giuseppe Farris, op 19 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudaen 7.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 8 woonentiteiten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 24 juli 2020. De uiterste beslissingsdatum is 6 november 2020.
De aanvrager heeft op 3 november 2020 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 5 november 2020. De nieuwe uiterste beslissingsdatum is 5 januari 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning en bijgebouw aanwezig sinds 1976. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 263m² op een perceel van circa 2.378m².
Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen, meergezinswoningen, een school.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 8 woonentiteiten op een perceel van 2.378m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 11,65m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op 3,15m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 18,20m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 12,90,00m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in houten latwerk.

Op 14,24m achter de woning en op 3,75m van de rechter perceelsgrens wordt een open fietsenberging ingeplant. De fietsenberging is 15,95m diep, 2,50m breed en 2,60m hoog. De constructie wordt vervaardigd uit zwart gelakt staal.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 449,8m².

De toegang tot het perceel is 3,15m breed. De oprit wordt aangelegd in beton en ligt op minimum 0,81m van de linker perceelsgrens. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 252,0m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 3 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te slopen en appartementen te bouwen. Er dienen 2 bomen te worden geveld.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de bestaande bomen te behouden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen.

 

  • Gemeentelijke themaconsulent woonbeleid
    Op 24 juli 2020 werd er advies gevraagd. Volgens de gemeentelijke themaconsulent woonbeleid is het advies niet vereist.

 

  • Brandweer Malle

o        Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 25 augustus 2020 onder referentie PR 1900444-04, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

  • A: artikel 6.1.2.2. Brandwerendheid van schachtdeuren van de lift staat niet vermeld op de plannen.
  • A: artikel 6.8.5.2. Op volgende plaatsen dienen bijkomende snelblussers voorzien te worden:
    • Hal die toegang geeft tot de verschillende ondergrondse opbergruimtes;
    • Aan de noordelijke muur in de parkeergarage;
    • Ter hoogte van de poort (zuidelijke muur) van de parkeergarage.
  • D: artikel 3.3.8.3. Plannen van ondergrondse bouwlaag moet voorzien zijn aan ingangspoort op niveau -1 en aan de zelfsluitende toegangsdeur naar ondergrondse traphal op niveau o.

Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

  • A: artikel 4.2.2.4. De deuren die toegang geven tot de appartementen zijn op plan niet zelfsluitend.

Hierdoor:

  • Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;
  • Wordt de tussenkomst van de openbare hulpdiensten bemoeilijkt;
  • Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandweerpreventieverslag.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • Het voorzien van zelfsluitende deuren tussen appartement en hal;
  • Betere verdeling van snelblussers in ondergrondse bouwlaag;
  • Plannen van ondergrondse bouwlaag voorzien voor brandweerdiensten.

Betreffende elektrische voertuigen en hun laadvoorzieningen adviseert de brandweer de eigenaar/ beheerder van parkeergarages om volgende algemene praktische maatregelen te nemen om de kans op en de effecten van een brand in een (ondergrondse) parkeergarage te beperken:

  • Plaats voertuigen zo ver als mogelijk uit elkaar;
  • Parkeer elektrische voertuigen zo dicht mogelijk bij de in- of uitrit;
  • Plaats laadpalen
    • Zo dicht mogelijk bij de in- of uitrit;
    • Bij voorkeur onder afvoerkanalen of op goed geventileerde plaatsen;
    • Niet nabij (nood) uitgangen;
  • Zorg voor een deugdelijke aanrijbeveiliging van de laadpalen;
  • Pleeg direct onderhoud bij zichtbare defecten of beschadigingen van de laadvoorzieningen Gebruik alleen goedgekeurde en onbeschadigde laadkabels;
  • Plaats een noodstop/noodknop bij de toegang of strategische plaats, zoals bij calamiteiten de gehele laadvoorziening kan worden uitgeschakeld met één handeling;
  • Zorg voor een snelle detectie van een brand door het voorzien van een aan het risico aangepast detectiesysteem;
  • Zorg voor duidelijke instructies, zodat gebruikers van parkeergarages weten hoe zij moeten handelen bij calamiteiten.

o        Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 28 december 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

  • KB 7 juli 1994 – bijlage 2/1.
    • artikel 6.8.5.2 Er dienen 2 draagbare waterschuimblusser voorzien te worden in de parkeergarage;
  • Bijkomende adviezen van de brandweer - parkeergebouwen:
    • artikel 3.3.8.3 Plannen van ondergrondse bouwlaag moet voorzien zijn van ingangspoort op niveau -1 en aan de zelfsluitende toegangsdeur naar de ondergrondse traphal op niveau 0;

Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

  • KB 7 juli 1994 – bijlage 2/1
    • artikel 6.8.5.3.1 de huidige opstelling van de muurhaspels voldoet niet aan de wetgeving inzake brandpreventie. De huidige lengte van de muurhaspels maakt het onmogelijk om elk punt in het gebouw te bereiken met een waterstraal. De bouwheer heeft keuze tussen volgende opties:

o        op elke bouwlaag een haspel van 20m;

o        op -1 en 0 en haspel van 20m en op +2 een haspel van 30m.

Hierdoor:

  • is het niet mogelijk om vlug en efficiënt elk begin van brand te bestrijden om uitbreiding ervan te vermijden.

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandweerpreventieverslag.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • betere verdeling van de muurhaspels naar analogie wat er voorgesteld werd in de vorige aanvraag voor omgevingsvergunning;
  • betere verdeling van snelblussers in ondergrondse bouwlaag;
  • plannen van ondergrondse bouwlaag voorzien voor brandweerdiensten.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 6 augustus 2020 onder referentie 46862904, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op basis van het standaardvermogen van 9,2 kVA per wooneenheid en 22,2 kVA voor de algemene delen en eventuele commerciële panden is het project aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet.

Op basis van het standaardvermogen van 6 m³/h per wooneenheid is het project aansluitbaar op het bestaande gasnet.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 27 juli 2020, luidt: geen bezwaar.
    De percelen zijn niet gelegen binnen de beschermingszones van een drinkwaterwinning van Pidpa. Er zijn geen beperkende bepalingen van toepassing.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 19 augustus 2020 onder referentie L-21-125/192537, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:

o        de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

o        de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);

o        het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

o        deze lijst is niet limitatief.

  • Ligging volgens het zoneringsplan:

o        De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Oudaen.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien voor het onderhoud van gemeenschappelijke delen en onderhoud gemeenschappelijke tuin. Dit herbruik is ontoereikend. Gezien de mogelijkheid tot herbruik (8 wooneenheden) dienen alle wc’s en eventueel wasmachines mee aangesloten te worden voor herbruik. De inhoud van de regenwaterput dient in verhouding te staan tot het herbruik. Mogelijk dient de inhoud van de regenwaterput nog vergroot te worden.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 10.548,50 liter (effectief 11.349 liter) infiltratievolume en minimum 16,88m² (effectief 18,14m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van het te slopen gebouw dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen, (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 31 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o        Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus.

o        De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o        Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij de klantendienst van Proximus.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 31 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Er is een netuitbreiding nodig is om dit project aansluitbaar te maken.

De kosten van deze uitbreiding zijn ten laste van de aanvrager. Het technisch ontwerp en de offerte kan de aanvrager verkrijgen bij: Telenet BVBA Coax Build Support Liersesteenweg 4 2800 Mechelen 015/33.20.90 CBS@telenetgroup.be

Bij afbraak van gebouwen waarop Telenet kabels zijn bevestigd is het belangrijk om minstens 8 weken voor de start van de werken Telenet via 015/66.66.66 op de hoogte te brengen.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 3 augustus 2020 tot 1 september 2020.

Er werden 21 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      Een bezwaar handelt over het aantal bouwlagen. De aanvraag voorziet 4 bouwlagen. Het gebouw met 5 bouwlagen dat aan de overzijde van de straat voorzien werd, was binnen de contouren van een bestaand gebouw. Dit mag geen voorbeeld worden voor alle nieuwe appartementen.

2.      Door het project zal er langs 3 zijden inkijk zijn op de achterliggende percelen.

3.      Een appartementsblok met conflictueuze ontsluiting naar een doodlopende straat is functioneel niet inpasbaar.

4.      De typologie van de voorgestelde bebouwing wijkt sterk af van de bestaande bebouwing. Het project integreert zich hierdoor onvoldoende in de bestaande omgeving.

5.      Een bezwaar handelt over de negatieve mobiliteitsimpact. Het project biedt maar één ontsluiting via de Oudaen naar de Kerkstraat. Het project zal voor een ongeziene verkeersinfarct zorgen, naast het huidige verkeer.
Tijdens de spitsuren staat het verkeer op de Kerstraat al stil. Een bijkomende druk op de huidige, reeds penibele verkeerssituatie is niet wenselijk.

6.      Een mooi authentiek landhuis wordt afgebroken. Er zou niet hoger gebouwd mogen worden dan het origineel gebouw.

7.      Precedent voor het veralgemenen van 4 bouwlagen in het dorp.

8.      In de fijnstofstudie van Curieuzeneuzen scoorde de dorpskern nu al (donker)rood. Een nieuw project kan daar alleen maar in negatieve zin toe bijdragen.

9.      De waarde van de woningen in de straat zal sterk dalen, door enerzijds een toename van het aantal inwoners en anderzijds het verminderen van privacy.

10.  De aanvraag leidt tot meer verkeer in de Oudaen. Op termijn bestaat er zo een potentieel gevaar voor de buurt. Namelijk als zou blijken dat de Oudaen echt overbelast wordt, zou men toch een verbinding naar de Moerstraat kunnen overwegen.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      Doordat het perceel van de aanvraag voldoende groot is, is de ruimtelijke impact op de omgeving vergelijkbaar met andere projecten in de omgeving (v/t index van 0,66). Hierdoor zijn de 4 bouwlagen en volumewerking aanvaardbaar op het perceel.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

2.      Het gebouw wordt op circa 54m van de achterste perceelsgrens ingeplant. Deze afstand is voldoende groot om goed nabuurschap en privacy te waarborgen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

3.      Het perceel van de aanvraag is gelegen in woongebied en gelegen langsheen een voldoende uitgeruste openbare weg.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

4.      Aan de overzijde van de straat is een meergezinswoning in opbouw. In de ruimere omgeving komen meergezinswoningen voor.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

5.      In de toegevoegde mobiliteitstoets staat het volgende: door het voorzien van 8 woongelegenheden, zullen er tijdens de ochtendspits 2 extra wagens te verwachten zijn dit op een totaal van circa 92 wagens die in de huidige toestand de straat uitrijden tijdens de ochtendspits. Dit komt overeen met 2% meer wagens, wat dus nauwelijks effect heeft op de omgeving.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

6.      De 4 bouwlagen en volumewerking zijn aanvaardbaar in de dorpskern van ’s-Gravenwezel en dragen bij aan de verhoging van het ruimtelijke rendement binnen de woonkernen. Zie punt 1
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

7.      Zie punt 1.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

8.      Het bezwaarschrift is niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

9.      Het bezwaarschrift is niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

10.  Men kan geen rekening houden met veronderstellingen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Oudaen een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 11.349 liter en een infiltratieoppervlakte van 18,14m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 10 woonentiteiten is functioneel inpasbaar in deze omgeving, gelet op het grootschalig project aan de overzijde van de straat en daarnaast is het gelegen in de dorpskern van ’s Gravenwezel die gekenmerkt wordt door eengezinswoningen en meergezinswoningen. De aanvraag past binnen de beleidsnota dorpskernen van de gemeente.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 8 woonentiteiten omvat moeten er 12 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voorziet 15 parkeerplaatsen waarvan 1 toegankelijk is voor andersvaliden. De parkeerplaatsen zijn minimum 2,50m breed en 5,50m diep. Er wordt een open fietsenberging voor 35 fietsen voorzien in de tuin. De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet het bouwen van een bruto volume van meer dan 2.000m³. De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Er werden tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend.
    De totaal bebouwde oppervlakte (inclusief dakoversteken van meer dan 1m) bedraagt 449,8m² op een perceel van 2.378m² ofwel een b/t index van 0,19. De aanvraag voorziet echter 4 bouwlagen ofwel een v/t index van circa 0,66. De hoogte van het gebouw is in overeenstemming met deze van het gebouw aan de overzijde van de staat. De 4 bouwlagen en volumewerking zijn aanvaardbaar in de dorpskern van ’s-Gravenwezel en draagt bij aan de verhoging van het ruimtelijke rendement binnen de woonkernen. De aanvraag past binnen de ontwikkeling van het gebied rond Oudaen. De aanvraag voorziet in het maximaal behoud van het (hoogstammig) groen op het perceel, 70% van de totale perceelsoppervlakte wordt voorzien als groene ruimte. De open ruimte in de vorm een gemeenschappelijk tuin zorgt voor luchtigheid in het project. Deze dient maximaal gevrijwaard te blijven van bebouwing.
    Op 3 november 2020 diende de aanvrager een wijzigingsverzoek in. Het wijzigingsverzoek omvat naast enkele interne wijzigingen, het openstellen van een gedeelte van de tuinzone van circa 900m² voor het publiek tussen bepaalde tijdsintervallen overdag.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag wijzigt het bestaande grondniveau rond de nieuwe meergezinswoning. De nulpas wordt voorzien op 30cm boven de straatpas. Bovenop de parkeergarage wordt een teelaarde laag van 15cm voorzien.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Er wordt een gezamenlijke afvalberging voorzien. Elke woongelegenheid heeft een individuele berging van minimum 2,2m² in het appartement en een berging van minimum 2,3m² in de ondergrondse parkeergarage. Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 44,4m². De terrassen worden inpandig voorzien. Op de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen worden groene hagen voorzien. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent woonbeleid naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • de 12 autostaanplaatsen dienen steeds deel uit te maken van het project en mogen niet verhuurd of verkocht worden aan derden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 10.548,5 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,88m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • er dient te worden voldaan aan een financiële last van 20.000 euro (2.500 euro per woonunit) voor het onthardingsfonds. Hiermee kunnen acties uit het op te maken natuurplan gerealiseerd worden;
  • de voortuinstrook dient ingericht te worden met streekeigen groenaanplantingen en er mag geen bijkomende verharding geplaatst worden;
  • alle platte daken, met uitzondering van terrassen, dienen uitgevoerd te worden als groendaken voor het gedeelte dat niet voorzien wordt van hernieuwbare energietechnieken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - standpunt van gemeente en hoorzitting deputatie -  het regulariseren van de bestaande carport, 2 tuinhuizen, een houtberging en het aanleggen van een zwemvijver met bijkomende verharding - adres - OMG 2020/445 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          woning (met premie) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juni 1974 - 1974/56

          uitbreiden keuken - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 januari 2006 - 2006/17

          bijbouwen van een garage en verbouwen achtergevel woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 2009 - 2009/87

          Huidig dossier:

          Stilzwijgende weigering - het regulariseren van de bestaande carport, 2 tuinhuizen, een houtberging en het aanleggen van een zwemvijver met bijkomende verharding - college van burgemeester en schepenen

          9 november 2020 - beroep ingediend bij de deputatie

 

Feiten en contexten

          Dossiergegevens
Op 8 december 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie.
Op 21 december 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket van de deputatie over de hoorzitting van het bouwberoep. De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 1A.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van de bestaande carport, 2 tuinhuizen, een houtberging en het aanleggen van een zwemvijver met bijkomende verharding.

 

          Planologische context
Het goed ligt in woongebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

          Bestaande toestand
Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1974 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn er nog een carport, een tuinhuis en een tuinhuis met houtberging aanwezig.
De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 131,48m² op een perceel van circa 1.181,71m².
Het perceel is gelegen in de dorpskern.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open, halfopen en gesloten bebouwing.
Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.
Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

          Nieuwe toestand
De aanvraag gaat over het regulariseren van de bestaande carport, 2 tuinhuizen, een houtberging en het aanleggen van een zwemvijver met bijkomende verharding op een perceel van 1.181,71m².
De woning blijft ingeplant zoals eerder vergund.
Achter de woning is er een carport van 20,13m² gelegen tot op 1,41m van de linker perceelsgrens. De carport heeft een hoogte van 3,26m en een plat dak.
Achter de carport is een tuinhuis (tuinhuis 2) gelegen van 22,04m² tot op 1,70m van de linker perceelgrens. Dit tuinhuis heeft een kroonlijsthoogte van 2,05m en een nokhoogte van 2,53m. Achteraan het perceel is nog een tuinhuis (tuinhuis 1) met een houtberging gelegen met een totale oppervlakte van 25,77m². Deze constructie is tot op 0,27m van de achter perceelsgrens gelegen en tot op 4,83m van de linker perceelgrens. Deze constructie heeft een kroonlijsthoogte van 2m en een nokhoogte van 2,47m. Een akkoord van de achterbuur voor deze constructie is bijgevoegd.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 169,94m².
De toegang tot het perceel is 3,16m breed. De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwemvijver van 95,33m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 198,45m².
Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014. De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

          Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Picardiëlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

          Watertoets
Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

          Functionele inpasbaarheid
Het regulariseren van de bestaande carport, 2 tuinhuizen, een houtberging en het aanleggen van een zwemvijver met bijkomende verharding is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

          Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

          De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

          Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

          Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

          Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

          Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen geeft een gunstig advies.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van voormelde hoorzitting op 26 januari 2021 en beslist hiervoor niemand af te vaardigen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - het verbouwen van een woning en het plaatsen van een zwembad - Vloeyenbergdreef 30 - OMG 2020/457 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 mei 1971 - 1971/73

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Van Mechelen - Van Hinsbergh, op 27 augustus 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vloeyenbergdreef 30.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een woning en het plaatsen van een zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 8 januari 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m

2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

2.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation gelegen aan de Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verderzetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.

2.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

2.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone;

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.4. Afmetingen van de gebouwen

a)      Kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b)      Voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

Bij gekoppelde bebouwing:
Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.

c)      Bouwdiepte
Maximum 15m tussen voor- en achtergevel

d)      Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

2.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

2.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

2.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.

2.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

2.2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

2.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

2.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        de schaal van het plan;

o        de bestaande en de aangevraagde bebouwing;

o        de toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen;

o        alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen.

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

2.5. Verkavelingsvoorschriften

2.5.1. Kavelbreedte

Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.

2.5.2. Kaveloppervlakte

Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.

2.5.3. Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1971 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn nog twee bijgebouwen aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt 178,1m² op een perceel van circa 991,6m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een vrijstaande woning en het plaatsen van een ingebouwd zwembad op een perceel van 991,6m². De bestaande inplanting wordt integraal behouden. Is woning wordt ingeplant tot op 15,90m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 4m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 12m op een kavelbreedte van 20m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,50m. De kroonlijsthoogte bedraagt 4,65m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak met een nokhoogte van 8,35m. De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde bakstenen. Het dak wordt afgewerkt met oranje pannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief de twee bijgebouwen achteraan de tuin en oversteken groter dan 1m, bedraagt 178,1m².

De bestaande verharding blijft behouden. Achter de woning wordt een zwembad van 40m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 195,9m².

Er wordt één boom gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 30 november 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen, een zwembad te bouwen en 1 den te vellen. De den wordt beconcurreerd door een naast staande eik die op het buurperceel groeit.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 1 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen.

 

o        Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 15 oktober 2020 tot 13 november 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Vloeyenbergdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Aangezien de bestaande bebouwde oppervlakte behouden blijft is er geen bijkomende infiltratievoorziening of hemelwaterput nodig. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Bergen deel 2 – herziening. Het BPA bepaalt dat:

o        een bijgebouw op minimum 1m van de perceelgrens dient ingeplant te worden. De aanvraag voorziet de regularisatie van 2 bijgebouwen op 0,7m van de achter perceelsgrens;

o        maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimte, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden en dergelijke. De aanvraag voorziet een oprit, terras en zwembad met een gezamenlijke oppervlakte van 195,9m² op een perceel van circa 991,6m².

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen met betrekking tot de inplanting van de bijgebouwen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden. De afwijking van de totaal verharde oppervlakte is niet beperkt en aanvaardbaar op het perceel. Een gedeelte van de verharding en het zwembad worden geschrapt uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan. Deze zones dienen aangelegd te worden als groene ruimte. Mits voldaan wordt aan deze voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld. En is het project qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;

  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • een gedeelte van de verharding en het zwembad worden geschrapt uit de vergunning, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan. Deze zones dienen aangelegd te worden als groene ruimte.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - standpunt van gemeente - Het verkavelen in 7 loten voor open bebouwing - Pater Nuyenslaan 3 - OVK 2020/4 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          Voorwaardelijk vergund - Het verkavelen in 7 loten voor open bebouwing - college van burgemeester en schepenen

          6 november 2020 - beroep ingediend bij de deputatie

 

Feiten en contexten

Op 1 december 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

Argumentatie

De plannen blijven ongewijzigd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de omgevingsvergunning op 28 september 2020.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

RUP De Vogelenzang - ontwerp-RUP - voorlopige vaststelling - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          23 augustus 2016 - de gemeenteraad levert een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af aan de Vogelenzang BVBA, Wijnegemsteenweg 193 te Schilde

          4 september 2017 - goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van de lijst uit te nodigen firma's voor het bestek 2017-039

          18 september 2017 - goedkeuring van het bestek 2017-039 door de gemeenteraad

          29 november 2017 - gunning van de opdracht opmaak Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) De Vogelenzang aan Antea

          12 november 2018 - goedkeuring start- en procesnota

          28 januari 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist:

          De planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren

          Om volgende eigenaars van percelen persoonlijk aan te schrijven:

          grenzend aan het plangebied

          Victor Frislei, Vogelsank, Broekstraat en Wijnegemsteenweg (tussen Galgenstraat en Pater Nuyenslaan)

          Om het participatiemoment te laten doorgaan in het Dorpshuis in 's-Gravenwezel

          11 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

          25 februari 2019 - start publieke raadplegingsperiode

          13 maart 2019 - participatiemoment

          26 april 2019 - einde publieke raadplegingsperiode

          7 oktober 2019 - kennisname opmerkingen uitbater De Vogelenzang op verslag en besluit deze mee te nemen in verdere procedure RUP

          9 december 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist om niet akkoord te gaan met de meerprijs voor de wijziging van de buurtweg en besluit om de optie van de wijziging via een omgevingsvergunningsaanvraag te onderzoeken

          13 januari 2020 - het college van burgemeester en schepenen keurt de scopingsnota goed

          10 februari 2020 - vergadering planteam

          27 juli 2020 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorontwerp-RUP De Vogelenzang, de nota met opmerkingen van De Vogelenzang van 7 april 2020, de opmerkingen van studiebureau Antea van 22 april 2020, het bedrijfsvervoersplan met bijlage van 6 juli 2020 en het verslag van het overleg van 3 juli 2020. Het college van burgemeester en schepenen keurt de technische opmerkingen op de voorschriften goed. Het college van burgemeester en schepenen keurt de memo met voorstel tot aanpassingen op de voorschriften goed. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het voorontwerp-RUP voor te leggen aan een adviesronde. Het aangepaste voorontwerp-RUP wordt voorafgaande nogmaals voorgelegd aan het college van burgemeester ter goedkeuring.

          17 augustus 2020 - het college van burgemeester en schepenen keurt het voorontwerp-RUP goed en beslist om het voor te leggen aan een schriftelijke adviesronde.

          15 september 2020 - start schriftelijke adviesronde

          21 september 2020 - het college van burgemeester en schepenen zet maximaal in op de opmaak van het RUP De Vogelenzang met het oog op een correcte juridische oplossing en meester Reiner Tijs aan te stellen voor o.a. de juridische advisering bij de opmaak van het RUP De Vogelenzang.

          9 oktober 2020 - einde schriftelijke adviesronde

          23 november 2020 - het college van burgemeester en schepenen beslist het ontwerp-RUP De Vogelenzang over te maken aan de gemeenteraad tot voorlopige vaststelling en het dossier voor te leggen aan de raadscommissie.

          7 december 2020 - raadscommissie

 

Feiten en context

          De adviezen van de adviesinstanties uitgebracht tijdens de schriftelijke adviesronde werden verwerkt in het ontwerp-RUP.

          De opmerkingen van de advocaat werden verwerkt in het ontwerp-RUP.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

          Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM) van 5 april 1995 en latere wijzigingen.

          Decreet van 27 april 2007 inzake milieueffectenrapportage over plannen en programma's plan-m.e.r.-decreet

          Besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma's

          Decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten van 1 juli 2016

          Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerd planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectenbeoordelingen

          Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen

 

Argumentatie

          Relatie met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan: de gemeente Schilde wenst een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor de twee historische gegroeide horecazaken gelegen op het kruispunt Wijnegemsteenweg – Broekstraat. Doelstelling is het bieden van een eenduidig planologisch kader inzake de ontwikkelingsmogelijkheden van deze horecazaken waarbij randvoorwaarden worden opgelegd in functie van de aanpak van ruimtelijke knelpunten (bv. parkeerdruk). Het RUP vormt tevens een uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Schilde. Het plangebied maakt deel uit van het woonlint langs de Wijnegemsteenweg en op zijn beurt sluit het zo aan bij het woonpark ten noorden van het kasteeldomein Pulhof. “Binnen woonparken moet er een maximale verwevenheid zijn met andere – met wonen aanvaardbare –bestaande functies mits deze zodanig ingeplant en uitgewerkt zijn dat ze niet storen in het residentiele karakter: het gaat hier over bestaande (lokale) scholen, tennisbanen, restaurants, … Deze bestaande elementen worden beschouwd als een meerwaarde, verrijking van de woonparken en zullen optimale (indien het wonen aanvaardbare) kansen krijgen.” (GRS Schilde, B.S. 2006). Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘De Vogelenzang’ wordt opgemaakt op grond van bovenstaande algemene opzet uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande horecazaken worden met dit RUP bekeken. Onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan, strekt tot het instandhouden van twee bestaande horecazaken, op een manier die voor de omgeving geen, minstens geen onaanvaardbare, hinder teweeg brengt. Volledigheidshalve wordt vermeld dat de gemeenteraad op 23 augustus 2016 een planologisch attest afleverde voor de horecazaak De Vogelenzang. Bij arrest van 25 augustus 2020 oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat voormeld planologisch attest onwettig is. Voormeld planologisch attest, hoewel niet vernietigd, dient dan ook niet (langer) als rechtsgrond voor de opmaak van onderhavig gemeentelijk RUP. De redenen op basis waarvan de Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft geoordeeld dat het planologisch attest onwettig is, werden ter harte genomen bij de opmaak van het RUP (zie ook §1.5.1 Essentie uit het planologisch attest (GR 23/08/2018)).

          Waterparagraaf: overwegende dat in toepassing van artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 alle uitvoeringsplannen dienen te worden onderworpen aan een watertoets.

Het plangebied bevindt zich niet nabij een grondwaterwingebied of beschermingszone. Het plangebied is wel deels aangeduid als infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied is gedeeltelijk matig (type 2) en gedeeltelijk zeer (type 1) gevoelig voor grondwaterstroming. Het plangebied is volledig gelegen binnen een zone die zeer kwetsbaar is (Ca1) op de grondwaterkwetsbaarheidskaart. Er zijn geen waterlopen binnen of in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig. Het plangebied is voor een groot gedeelte gelegen in mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is wat betreft de bebouwing langs de Wijnegemsteenweg gelegen in centraal gebied (oranje arcering) volgens de zoneringsplannen van VMM. De achterliggende zone ter hoogte van de parking, landbouwzone en tuinzone is niet aangeduid.

Het planvoornemen betreft in hoofdzaak het behoud van bestaande infrastructuur van beide horecazaken. Enkel beperkte ondergrondse constructies / ruimtes worden verwacht.

Gezien de mogelijke overstromingsproblematiek in het plangebied kan ervan uitgegaan worden dat het extra verharden in functie van parking in deze zone een effect kan hebben op de overstromingsgevoeligheid van het gebied. Gezien het gebied ter hoogte van de parkinguitbreiding niet infiltratiegevoelig is, zal het effect op de infiltratiegevoeligheid van de bodem eerder beperkt zijn. Dit houdt in dat de maatregelen die moeten worden genomen eerder zullen kaderen in het opvangen en bufferen van afvloeiend hemelwater. Hierbij dient te worden gefocust op zowel hergebruik als op een vertraagde afvoer van overtollig hemelwater.

Elke omgevingsvergunning dient te voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

In het ontwerp-RUP De Vogelenzang wordt ervan uitgegaan dat elke omgevingsvergunning dient te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (5 juli 2013, B.S. 8.10.2013 en wijziging) en technisch achtergronddocumenten (en wijzigingen).

Binnen het ontwerp - RUP De Vogelenzang worden volgende aanbevelingen meegenomen:

          Oppervlakte verharding wordt strikt beperkt.

          Het plangebied is gelegen in ‘potentieel’ overstromingsgevoelig gebied. In het plan zal hier mee rekening worden gehouden door ‘het vrijwaren van voldoende ruimte dewelke ‘mag’ overstromen’ door beperken van oppervlakte verharding en beperken oppervlakte bebouwing.

          De parkeervakken moeten in het kerngedeelte in grasdallen worden uitgevoerd;

          De circulatiezones in het eerste deel van de parking moet voorzien worden in waterdoorlatend materiaal;

          Het tweede deel (overloopgedeelte) van de parking moet geheel in waterdoorlatend materiaal worden uitgevoerd, zowel de parkeervakken als de circulatiezones.

Indien wordt voldaan aan de geldende regelgeving en mits in achtneming van de aanbevelingen wordt er geen aanzienlijk effect verwacht inzake discipline water (grond-, oppervlakte- en afvalwater).

          Verkavelingen: binnen de plangrenzen van het RUP De Vogelenzang bevinden zich geen verkavelingen die volledig of gedeeltelijk dienen te worden opgeheven.

          Het ontwerp - RUP De Vogelenzang is in overeenstemming met de geldende structuurplannen en de relevante regelgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp-RUP De Vogelenzang en beslist het ontwerp-RUP voor te leggen aan de gemeenteraad tot voorlopige vaststelling.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - het afbreken van gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonunits, een kantoorruimte en een publieke parkeerzone - Turnhoutsebaan 209 en 211 - OMG 2020/153 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        10 autobergplaatsen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 1956 - 1956/107

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 1965 - 1965/79

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 december 1963 - 1963/143

o        scheimuur - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 december 1966 - 1966/138

o        werkplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 mei 1969 - 1969/52

o        uitbreiden van de woning en bouwen garage - weigering door college van burgemeester en schepenen - 9 augustus 1993 - 1993/77

o        winkel met appartement - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 april 1978 - 1978/36

o        uitbreiden van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1994 - 1993/234

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 19 april 1968 - 1968/4

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Kathy Verbeeck en de heer Stijn Dubois, op 23 maart 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudebaan 32-34, Turnhoutsebaan 209 en 211.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonunits, een kantoorruimte en een publieke parkeerzone.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 9 januari 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Turnhoutsebaan, goedgekeurd op 14 januari 1986.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Turnhoutsebaan bepaalt:

Art. 5. BOUWZONES (of bouwstroken)

1.      De bouwzones op het plan zijn begrensd:

-          ofwel door verplichte gevelbouwlijnen, wanneer de zonegrens samenvalt met de rooilijn;

-          ofwel door uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

2.      Alle vrijstaande zijgevels moeten op ten minste 3m afstand van de zijdelingse perceelgrens worden opgericht, behoudens afwijkende aanduiding op het bestemmingsplan.

3.      Behoudens andere aanduiding op het bestemmingsplan, wordt voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen zonder verdieping, en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het peil van voorliggende weg tot bovenrand kroonlijst), deze minimum-afstand tot de eigendomsgrens teruggebracht op 2m.

4.      De diepte van de verschillende bouwzones voor hoofdgebouwen is op het plan aangeduid (in meters), dit is de afstand tussen de voorgevelbouwlijn en de uiterste achtergevelbouwlijn van de hoofdgebouwen.

5.      Het dwarsprofiel van de hoofdgebouwen wordt bepaald door het aangeduide maximum toegelaten aantal bouwlagen en de aanduiding van de verplichte of toegelaten dakvorm, alsmede door de bij de bijzondere voorschriften voor de verschillende bouwzones gevoegde profielschema’s.

Deze dwarsprofielschema’s geven de maximum bebouwingshoogten en –diepten aan, gebeurlijk ook de minima.

Art. 6. BOUWLAGEN EN BOUWHOOGTE

1.      Aantal bouwlagen

-          het toegelaten maximum aantal bouwlagen is op het bestemmingsplan per bouwblok of huizenblok in een cirkeltje aangegeven;

-          het aantal bouwlagen is gelijk aan de som van het gelijkvloers en het aantal verdiepingen.

2.      Bouwhoogte

De maximum toegelaten bouwhoogte – hieronder in tabel 1 weergegeven - wordt bepaald in functie van het aantal bouwlagen.

De maximale bouwhoogte = (a) wordt gemeten vanaf het gemiddelde normale grondpeil van de plaats van inplanting van het gebouw of vanaf het gemiddelde peil van het voorliggende voetpad, tot aan de bovenkant der voor-, achter- of vrijstaande zijgevelbeëindiging (kroonlijst, deksteen, druiprand, dak, enz.). Vanaf deze gevels tot een maximale nokhoogte = (b) eveneens vanaf hetzelfde peil gemeten.

Tabel 1: maximale bouw- en nokhoogten volgens aantal bouwlagen:

Aantal bouwlagen

1

2

3

Maximum bouwhoogte (a)

4,00m

7,00m

9,00m

Maximum nokhoogte (b)

Volgens helling zadeldak maximum 45°

3.      Technische verdieping
Een eventuele “technische verdieping” is niet begrepen in het aantal bouwlagen.
Met “technische verdieping” wordt hier bedoeld, de afzonderlijke bouwlaag, die alle opbouwen (zoals lifthuisjes, schoorsteenkoppen, e.d.) groepeert. De “technische verdiepingen” mogen in geen geval voor bewoning of huisvesting bestemd worden.
Opbouw van “technische verdiepingen” is strikt beperkt tot op ten minste 3m afstand achter de voorgevel en van vrijstaande zijgevels, 2m binnen het vlak van de achtergevel en met een hoogte van maximum 2,50m boven de dakvloer.

4.      Dakruimte
Dakruimten kunnen aangewend worden voor hun normaal gebruik, hetzij als berging of als technische ruimte, hetzij als bijkomende woonruimten die deel uitmaken van het hoofdgedeelte van een woning op lager gelegen bouwlaag. In geen geval mag dak- of zolderruimte gebruikt worden als volledige of autonome huisvestingsgelegenheid.

Art. 7. GEVELMATERIALEN EN DAKBEDEKKINGEN

Bij de oprichting van nieuwbouw of bij veranderingswerken aan bestaande gebouwen, moeten de architectonische vormgeving en de keuze der gevelmaterialen en dakbedekkingen, de harmonische inpassing bij de bestaande omgeving en aanpalende gebouwen verzekeren.

Alle zichtbare gedeelten van gelijk welke gebouwen (dus zowel voor-, zij-, als achtergevels, schoorstenen enz.), behalve de gedeelten die door de aanbouw van een aanpalend gebouw bedekt zijn of zullen bedekt worden, moeten worden afgewerkt in gevelmaterialen welke overeenkomstig zijn met het karakter, de aard en de kleuren van de materialen der bestaande gebouwen, met uitsluiting van gevelbekledingen met glanzende materialen.

Alle in zicht blijvende gedeelten van zijgevels (door het verspringen van de bouwhoogte of van de bouwlijn) moeten door de zorgen van de begunstigde van de bouwtoelating afgewerkt worden met dezelfde gevelmaterialen als de hoofdgevels van de gebouwen waarvan zij deel uitmaken.

Art. 8. DAKVENSTERS

1.      Op vrijstaande gebouwen: steeds toegelaten.

2.      Op aaneengesloten gebouwen en kopgebouwen

a)      Gevallen waarin oprichting is toegelaten:

-          op het achterste dakvlak steeds toegelaten;

-          op het driehoekige dakvlak van een schilddak: steeds verboden;

-          op het voorste dakvlak: slechts toegelaten indien de dakhelling 40° overschrijdt.

b)      Plaats van oprichting:
Op 0,40m uit de snijlijn van het gevelvlak met het dakvlak en op minimum 1m afstand van de scheidsmuren en van de vrijstaande zijgevel.

c)      Afmetingen :

-          Maximumbreedte: 2/3 van de gevelbreedte met een maximum van 6m. per dakvenster;

-          Maximumhoogte (bovenkant kroonlijst): de helft van de dakhoogte van het hoofdgebouw.

Art. 9. KROONLIJSTEN *

1.      Bij vrijstaande gebouwen: lijstgoot is niet verplicht.

2.      Bij aaneengesloten gebouwen en kopgebouwen:

Behalve de topgevels moeten alle vrijstaande gevels, die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn en die niet op de perceelgrens zijn geplaatst, worden voorzien van een lijstgoot met een overstek van:

-          0,50m aan de voorgevel van een hoofdgebouw;

-          0,20m à 0,50m aan de overige gevels.

Art.10. UITSPRONGEN UIT HET GEVELVLAK VAN EEN HOOFDGEBOUW

A. Bij een aaneengesloten, gegroepeerde of gekoppelde bebouwing

1.      Uit de voorgevel:

a)      Erkers, balkons: maximumuitsprong 0,50m op minimum 2,50m boven het trottoirniveau en op minimum 0,50m afstand van het verlengde van elke scheidsmuur;

b)      Luifels: maximumuitsprong 1m op minimum 2,50m boven het trottoirniveau.

2.      Uit de vrijstaande zijgevel:
Alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet in de bouwvrije zijtuinstrook bevinden.

3.      Uit de achtergevel:

d)      Terrassen, balkons: uitsprong uit het voorziene profiel maximum 2m op minimum 2m afstand van elke perceelgrens;

e)      Erkers: uitsprong uit het voorziene profiel is verboden.

B. Bij vrijstaande bebouwing

Alle uitsprongen zijn toegelaten voor zover zij zich niet in een bouwvrije strook bevinden.

Art. 11. DAKVORMEN

-          In de bouwstroken, waar ten hoogste drie bouwlagen kunnen toegestaan worden, dit zijn bouwstroken palend aan de Turnhoutsebaan op het bestemmingsplan aangeduid met het cijfer 3 in een cirkeltje, is het zadeldak (dak met dubbele helling van 35° tot 45° en nok evenwijdig aan de straatgevel) verplichtend binnen de tussen twee pijltjes < > welke begin en einde van de bedoelde bouwstrook aanduiden waarin het cijfer 3 en waarboven het teken ^.
In de stroken waar de tussen twee pijltjes aangeduide cirkeltjes bekroond zijn met een teken — kan het plat dak toegestaan worden. Dit houdt in dat in deze laatste vermelde stroken ook het zadeldak kan toegestaan worden, mits inachtneming van wat hierna bepaald is onder paragraaf e)

-          In alle bouwstroken waar ten hoogste twee bouwlagen toegestaan worden, aangeduid met het cijfer 2 in een cirkeltje tussen twee pijltjes (welke begin en einde van de bedoelde bouwstrook aangeven), of waar – op welke plaats ook – minder dan 3 bouwlagen hoog gebouwd wordt, is het zadeldak verplichtend.
Het zadeldak is eveneens verplichtend in alle andere bouwstroken voor hoofdgebouwen binnen de zones voor open- en voor halfopen bebouwing, ook waar geen teken boven de bovenvermelde cirkeltjes geplaatst werd of waar deze laatste niet voorkomen.

-          De dakbasis van de hellende daken – dit zijn de zadeldaken evenwijdig aan de hoofdgevel – moet met één zijde samenvallen op de snijlijn met het voorgevelvlak, de achterzijde met het daaraan evenwijdige achtergevelvlak, tot een maximale diepte van 10m
De verder naar de achterzijde uitspringende bouwdelen kunnen voorzien worden van haaks op het hoofddak gerichte dakconstructies, d.i. als penetrerende zadel- of schilddaken, ofwel van platte daken.

-          De schuine dakhellingen zullen een hoek van ten minste 35° en ten hoogste 45° vormen met het horizontale vlak, met dien verstande dat de dakhellingen van de reeds bestaande gebouwen binnen een strook van aaneengesloten gebouwen algemeen maatgevend zijn voor de op te richten gebouwen binnen de zelfde bouwstrook.

-          De hoogte van de dakhellingen en van de nok mag ten opzichte van deze van het naastliggend gebouw verschillend zijn, met dien verstande dat de daardoor ontstane vrijstaande zijmuur, (“scheimuur” of “brandmuur”) als gevel afgewerkt en afgedekt wordt (met dezelfde materialen als de hoofdgevel) door de zorgen en op de kosten van de bouwer van het laatst toegelaten gebouw.

-          Op de plaatsen waar op het plan de scheiding is aangegeven tussen te zone met verplicht schilddak en de zone waarin het plat dak kan toegestaan worden dient steeds de goede overgang verzekerd te worden door een zijdelings afhellend dakvlak – schilddak – van het laatste – of eerst - gebouw met dak, afhellend tot op iets boven het aanpalend gebouw met plat dak. Gebeurlijke hoogteverschillen waardoor zichtbare gedeelten van scheidsmuren blijven bestaan zullen verplichtend in gevelsteen opgetrokken en behoorlijk afgewerkt worden, zoals bepaald sub. e).

-          Voor de aanhorige en bijgebouwen met niet meer dan één bouwlaag (dus enkel gelijkvloers) is de keuze tussen hellend dak of plat dak vrij.

Art. 14. PARKEER-, LAAD- EN STOPPLAATSEN *

I. Parkeerruimte

A. Algemene voorschriften

3.      Binnen de grenzen van het perceel waarop een gebouw wordt opgericht of verbouwd en binnen een bouwstrook dient tegelijkertijd een parkeerruimte te worden aangelegd met een minimale stallingcapaciteit zoals hierna bepaald onder punt 5.

4.      Indien het niet mogelijk of niet wenselijk is de vereiste parkeerruimte geheel of gedeeltelijk op het bouwperceel te voorzien kan, op eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, door het college van burgemeester en schepenen vergunning worden verleend om de parkeerruimte binnen een bouwstrook aan te leggen op een perceel of te voorzien in een gebouw dat gelegen is of zich bevindt in een straal van 400m², gemeten vanaf de grenzen van het bouwperceel, en waarover de aanvrager de beschikking heeft hetzij in eigendom, hetzij ingevolge overeenkomst zoals hierna bepaald onder B, 8, c.

5.      Indien de vereiste parkeerruimte, zoals bepaald onder de punten 1 en 2 hierboven, geheel of gedeeltelijk niet kan of mag worden aangelegd zal door de aanvrager een belasting of compensatoire vergoeding aan het gemeentebestuur moeten worden betaald naar rato van de ontbrekende parkeerruimte, zodra deze is vastgesteld door de gemeenteraad en goedgekeurd door de hogere overheid. In afwachting daarvan is het onderhavig lid niet van toepassing.

6.      De parkeerruimte, die niet in een gebouw is voorzien moet, met inbegrip van de toegangen, volledig worden aangelegd. Bij wijze van uitzondering volstaat evenwel bij groepsbouw van sociale woningen een aanleg ten belope van 60% van de vereiste parkeerruimte volgens de normen hierna bepaald. Bij het bouwen van bijkomende sociale woningen gelden de normen voor alle woongebouwen.

7.      Bepaling van de vereiste stallingscapaciteit :
Naast de eerste kolom die de aard of de bestemming van het goed opgeeft wordt in de tweede kolom opgelegd wat het aantal stallingsplaatsen is dat vereist is per eenheid die in de derde kolom wordt bepaald.
Deze berekeningswijze moet bij verbouwing enkel worden toegepast op de bijkomende eenheden, met dien verstande dat voor alle onderwijsinrichtingen slechts 1 stallingsplaats vereist is per bijkomende klas.

B. Opmerkingen

-          Berekening van de vloeroppervlakte
De vloeroppervlakte wordt buitenwerks gemeten tussen de onbeklede buitenwanden van de gevelmuren van alle ruimten die kunnen worden afgesloten, zonder rekening te houden met de onderbrekingen door scheidingsmuren of verticale dienstwegen.
De vloeren van de lokalen die zich beneden het terreinniveau bevinden worden evenwel niet meegerekend.
Wat de vloeren onder het dak betreft wordt alleen het gedeelte met een binnenwerks gemeten vrije hoogte van tenminste 2,20m meegerekend.

-          Minimale afmetingen van de parkeerruimte en van de toegangen

Opdat een stallingsplaats in aanmerking zou kunnen worden genomen bij de berekening van de stallingscapaciteit zijn de volgende minimale afmetingen vereist:

4.      1. voor boxengarages: 5,00m x 2,75m x 1,80m hoogte

5.      2. voor afgesloten ruimten: 4,50m x 2,25m x 1,80m hoogte

6.      voor stalling in open lucht: 5,50m x 2,50m

De minimumbreedte van de toegangen moet daarenboven overeenstemmen met die, aangegeven op de modellen onder letter D.

-          Toegankelijkheid van de stallingsplaats

Elke parkeerplaats moet aan de toegangsweg grenzen.

Bij wijze van uitzondering is het evenwel toegelaten bij woongebouwen parkeerplaatsen te voorzien die slechts kunnen worden ingenomen na eventuele verplaatsing van één ander autovoertuig.

-          Voor de toepassing van het voorschrift vermeld onder de letter A, punt 2, dient ermee rekening te worden gehouden dat een parkeerruimte slechts in aanmerking kan worden genomen voor zover zij nog niet werd geteld als parkeerruimte voor een ander gebouw. Daarenboven moet het eventuele gebouw waarin de parkeerruimte wordt voorzien opgericht zijn overeenkomstig een bouwvergunning die na 11 november 1964 is afgegeven.

-          Gebouwen die werden opgericht overeenkomstig een bouwvergunning die afgegeven werd vóór de voormelde datum kunnen evenwel in aanmerking worden genomen indien hun oorspronkelijke bestemming na die datum in garagebestemming werd gewijzigd. De nodige bewijsstukken moeten door de aanvrager worden voorgelegd.

-          Kantoren voor de uitoefening van een vrij beroep
De vloeroppervlakte van de kantoren, studies, kabinetten, wachtkamers, enz. die deel uitmaken van een woning die gedeeltelijk bestemd is voor de uitoefening van een vrij beroep wordt geteld in de oppervlakte van de woning waartoe zij behoren; zij wordt derhalve niet als kantooroppervlakte beschouwd.

-          Gebouwen waarvoor geen bepaalde norm is vastgesteld
Voor de gebouwen waarvan de bestemming niet voorkomt in de lijsten van letter A punt 5, moeten in voldoende mate parkeerplaatsen worden voorzien, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden.

-          De helling van een afrit naar een ondergrondse parkeerruimte mag, over een afstand van 5m gemeten vanaf de rooilijn, niet meer dan 4% bedragen.

Art. 16. ZONE VOOR GESLOTEN BEBOUWING

c)      Bestemming

-          Deze zone is hoofdzakelijk bestemd voor huisvesting.
Daarbij zijn eveneens toegelaten, doch enkel op de benedenverdieping dit is gelijkvloers: winkels, handelszaken, ontspanningsgelegenheden, kantoren, verzorgende of ambachtelijke bedrijven voor zover deze noch door hun omvang noch door voortgebracht lawaai of reuk enige hinder kunnen verwekken voor het normaal en rustig woongenot.

-          Worden niet toegelaten gebouwen met uitsluitende kantoorfunctie, behoudens voor gebouwen ten behoeve van openbaar bestuur.

-          Gegroepeerde en gemeenschappelijke autobergplaatsen kunnen toegelaten worden op voorwaarde dat zij toegang hebben vanaf een openbare weg die uitgerust is voor gemotoriseerd verkeer.

d)      Bebouwing

Aaneengesloten bouwwijze: elk gebouw is aan beide zijkanten begrensd door een gemeenschappelijke muur, opgericht op de perceelgrens.

Onderbrekingen in deze gesloten bouwrijen zijn toegelaten mits het voorzien van twee tegenover elkaar opgerichte zijgevels, afgewerkt in gevelmaterialen en op afstand van 3m vanaf de gemeenschappelijke zijdelingse perceelgrens en na vastlegging in een goedgekeurde verkaveling of geregistreerde overeenkomst tussen de betrokken eigenaars.

Indien de bestaande toestand voor een behoorlijke bebouwing een afwijking vereist kan, ten uitzonderlijke titel, een onderbreking van minder dan 2 x 3m in de bouwvrij toegelaten worden.

Indien autobergplaatsen voorzien worden, mogen deze niet meer dan de helft van de breedte van de gevel van het betreffende gebouw beslaan.

ARTIKEL 17: zone voor bijgebouwen en open ruimten:

1.      bestemming: tuinen, open ruimten, dienstgebouwen, bergplaatsen en werkplaatsen voor zover ze geen hinder vormen voor het rustig karakter der woonwijk.

2.      bebouwing: minimum een derde van de perceelsoppervlakte binnen deze zone moet aangelegd worden en effectief onderhouden worden als tuin en beplante ruimten.

In deze zone is het oprichten van een bijgebouw zonder hoofdgebouw bestemd tot bewoning op het betrokken eigendomsperceel niet toegelaten.

3.      bouwhoogte: maximum 1 bouwlaag (enkel gelijkvloers). De hoogte der gebouwen mag op de erfscheiding niet meer zijn dan maximum 3m ten opzichte van het normale grondpeil van de aangrenzende percelen.

4.      afsluitingen:

Behoudens de oprichting van gevels van bijgebouwen, kunnen afsluitmuren opgericht worden in baksteen met een maximum hoogte van 2m behoorlijk afgedekt en in gevelmaterialen afgewerkt, ofwel een groenblijvende haag (max. 2m hoog).

 

  • Bestaande toestand

Op de percelen zijn 4 woningen aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 718,89m² op een perceel van circa 4.614,28m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als handelspand met appartement.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: meergezinswoningen, handel en horeca.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonunits, een kantoorruimte en een publieke parkeerzone op een perceel van 4.614,28m². Het nieuwe gebouw wordt ingeplant tot op 3,66m uit de rooilijn, op 1,71m van de nieuwe rooilijn aan de rechterzijde van het gebouw en op de linker perceelsgrens. Het bebouw wordt in een L-vorm voorzien met telkens een voorgevel langs de bestaande en de nieuwe ontworpen rooilijn. De voorgevel van de het gebouw langs de Turnhoutsebaan heeft een breedte van 38,67m en de voorgevel langs de ontworpen rooilijn bedraagt 61,65m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt maximum 19,5m inclusief dakoversteken groter dan 1m. De kroonlijsthoogte bedraagt 13,15m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De dakverdieping wordt teruggetrokken voorzien. De gevels worden opgetrokken in wit/grijze baksteen, rode baksteen, beton en hout. Het dak wordt afgewerkt met extensief groendak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 1.453,29m².

Er wordt een oprit en 20 publieke parkeerplaatsen voorzien, deze worden overgedragen aan de gemeente. De verharding wordt voorzien in klinkers. De totale verharde oppervlakte (privaat en publiek) op het perceel bedraagt circa 1.216m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening
    Het advies van gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening afgeleverd op 28 oktober 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De gecoro staat positief tegenover verdichting en inbreiding en het voorzien van meergezinswoningen op deze locatie.
    Het project overschrijdt echter de draagkracht van de omgeving. Voornamelijk het inbreidingsgedeelte (blok C) wordt als te ruim en te hoog ervaren. Dit heeft effect op de inkijk, de lichtinval en het uitzicht op de aanpalende percelen. De gecoro vraagt zich af of de gemeente beseft wat de impact zal zijn op deze naastliggende gronden en dat dit een precedent zal zijn voor het invullen van binnengebieden. Wenst de gemeente een grotere dichtheid toe te laten in ruil voor parkeerplaatsen?
    Bijkomend merkt de gecoro volgende punten op:

o        Betreffende mobiliteit. Mobiliteit is een aandachtpunt en is in het ontwerp niet voldoende onderbouwd.

  • Zo wordt de aansluiting op de Turnhoutsebaan als problematisch ervaren. Er ontstaat een conflict tussen het aan- en afrijdende autoverkeer en de bestaande fiets/voetweg rechts van het perceel. De gecoro vraagt om een deftig breed fiets/voetpad te creëren. Dit is noodzakelijk voor een comfortabele verbinding en mobiliteit wat ook in het voordeel is van de toekomstige bewoners van het project.
  • Er worden 22 publieke parkeerplaatsen voorzien op het maaiveld. De gecoro vraagt zich af wie er gebruik zal maken van de parkeerplaatsen. In de Oude Baan is er reeds een parkeerdruk. Zullen deze parkeerplaatsen niet eerder gebruikt worden door omwonenden dan door bezoekers van de Turnhoutsebaan? Is de overdracht van de parking aan de gemeente een meerwaarde en is dit voldoende onderzocht?
  • De gecoro vraagt zich af hoe er moet gemanoeuvreerd worden naar de ondergrondse parking. De ruimte richting helling is vrij beperkt.
  • Betreffende de gevelhoogte. De gecoro is van mening dat de kroonlijsthoogte moet aansluiten aan het aanpalende pand links. De extra hoge verdiepingsvloeren (tot circa 3m) hebben een te afwijkend effect op de gevelopbouw ten opzichte van de omgeving wat niet wenselijk is.
  • De gecoro merkt op dat de mix aan wooneenheden niet divers genoeg is. Hierbij wordt verwezen naar de visie van de gemeente in de beleidsnota dorpskernen.
  • De gecoro vraagt zich af wat de kwaliteit is van de appartementen op het gelijkvloers langsheen de Turnhoutsebaan. Tevens vraagt ze zich af of andere functies dan wonen hier niet beter zouden passen. De gemeente zou hierbij moeten aangeven wat kan en niet kan.Tenslotte vraagt de gecoro of de bestaande gevel van de woning, Turnhoutsebaan 209, kan geïntegreerd worden in het project.

 

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 3 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning af te breken en een meergezinswoning bouwen met 31 woonunits. Op het perceel staat een waardevolle taxus die de moeite waard is om behouden te blijven.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het groene karakter van de gemeente te versterken door een heraanplanting uit te voeren met minstens 10 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 15 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        het behoud van de waardevolle taxus, zoals in oranje omcirkeld op het plan BA_Amaril_I_B_inplantingsplan(a)-voorwaarden;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven. Hierdoor dient het gebouw ingeplant te worden op een afstand van 7m van de perceelsgrens zoals in oranje aangeduid op het inplantingsplan nieuw - voorwaarden;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 4.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van taxus en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
Gemeentelijke themaconsulent woonbeleid

 

  • Het advies van gemeentelijke themaconsulent woonbeleid afgeleverd op 19 november 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Aan het gebouw worden nummers 207 (blok A) , 2O9 (blok B), 211 (kantoor), 213 ( blok C ingang 1), 213 A (blok C ingang 2), 213 B (blok C ingang 3) toegekend (geen inschrijving). De appartementen krijgen volgende huisnummering:

o        207 bus 1: gelijkvloers links (0.1);

o        207 bus 2: gelijkvloers rechts (0.2);

o        207 bus 3: eerste verdieping links (1.1);

o        207 bus 4: eerste verdieping rechts (1.2);

o        207 bus 5: tweede verdieping links (2.1);

o        207 bus 6: tweede verdieping rechts (2.2);

o        207 bus 7: derde verdieping (3.1);

o        209 bus 1: gelijkvloers (0.1);

o        209 bus 2: eerste verdieping (1.2);

o        209 bus 3: tweede verdieping (2.1);

o        209 bus 4: derde verdieping (3.1);

o        211: kantoor;

o        213 bus 1: gelijkvloers (0.1);

o        213 bus 2: eerste verdieping links (1.2);

o        213 bus 3: eerste verdieping midden (1.1);

o        213 bus 4: eerste verdieping rechts (1.3);

o        213 bus 5: tweede verdieping links (2.2);

o        213 bus 6: tweede verdieping midden (2.1);

o        213 bus 7: tweede verdieping rechts (2.3);

o        213 bus 8: derde verdieping links (3.1);

o        213 bus 9: derde verdieping rechts (3.2);

o        213 A bus 1: gelijkvloers links (0.2);

o        213 A bus 2: gelijkvloers rechts (0.3);

o        213 A bus 3: eerste verdieping links (1.4);

o        213 A bus 4: eerste verdieping rechts (1.5);

o        213 A bus 5: tweede verdieping links (2.4);

o        213 A bus 6: tweede verdieping rechts (2.5);

o        213 B bus 1: gelijkvloers links (0.4);

o        213 B bus 2: gelijkvloers rechts (0.5);

o        213 B bus 3: eerste verdieping links (1.6);

o        213 B bus 4: eerste verdieping rechts (1.7);

o        213 B bus 5: tweede verdieping (2.6).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het is niet toegestaan om andere of bijkomende huisnummering te gebruiken.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 22 juni 2020 onder referentie AV/123/2020/00409, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N120002 van 13.2 + 60 tot 13.3 + 9):

o        De rooilijn ligt op 22m uit de gevellijn overzijde volgens plan C/2081 KB 14 mei 1938;

o        De rooilijn valt samen met grens bestaande voorgevellijn op huisnummer 205;

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 0m;

o        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 22m uit de gevellijn overzijde.

Publiciteit:

o        Geen.

Gunstig advies onder voorwaarden

1)      Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

“Een vergunning kan worden geweigerd indien uit het verplicht in te winnen advies blijkt da het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:

Onwenselijk omwille van verkeersveiligheid

In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals de N12, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveilheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.

De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16 oktober 2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:

o        Er wordt slechts 1 toegang van maximum 4,5m breedte toegelaten. Voor sterk verkeersgenererende activiteiten is een toegang met een maximum breedte van 7m toegestaan.

o        Er dient bij verkavelingen gestreefd te worden naar één gemeenschappelijke ontsluiting door middel van een ventweg. Wanneer het aantal loten beperkt is, dien de toegangen zoveel mogelijk geclusterd te worden. Twee loten dienen ter hoogte van de tussenliggende perceelsgrens voorzien te worden van een gemeenschappelijke toegang van maximum 7m.

o        Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-verrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.

o        De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, ...).

o        Indien het perceel grenst aan een weg van lagere categorie, dient de toegang daar te worden voorzien, eveneens zover mogelijk verwijderd van het kruispunt.

o        Ter hoogte van kruispunten worden er geen nieuwe vestigingen van druk bezochte handelszaken of nieuwe gebouwen waarin een sterk verkeersgenererende functie wordt voorzien, aanvaard.

o        De toegang dient op minstens 70m van het kruispunt te worden voorzien.

o        Er kan geen toegang voorzien te worden ter hoogte van een onoverzichtelijke bocht.

o        Er is te weinig plaats op het perceel voor draaimanoeuvres zodat deze op een gevaarlijke manier op de gewestweg zullen uitgevoerd worden.

o        De zichtbaarheid voor het verkeer wordt gehinderd door een constructie.

o        Haaks parkeren achter de rooilijn wordt niet toegestaan (wel uitzondering mogelijk). Het is onwenselijk dat bestuurders achterwaarts de gewestweg dienen op te rijden om de parking te verlaten of het is onwenselijk dat bestuurders op de gewestweg dienen te manoeuvreren om het perceel veilig op of af te rijden.

Hoewel een privaat perceel een recht heeft om toegang te hebben tot de openbare weg, is de uitvoering van dit recht afhankelijk van de noodwendigheden eigen aan het openbaar domein. Het openbaar domein wordt in eerste instantie immers aangelegd met het oog op het algemeen belang. De inrichting van de openbare weg is steeds precair en men kan geen particulier recht op de bestaande of toekomstige inrichting van een openbare weg doen gelden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan de openbare weg in het algemeen belang moet worden aangelegd, namelijk met een minimum aan ontsluitingen en conflictpunten. De vergunningverlenende overheid kan bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet bepalen hoe de openbare weg zal moeten worden aangelegd. De breedte en de modaliteiten van de ontsluiting van een perceel naar de openbare weg worden bepaald door de wegbeheerder van deze openbare weg en niet door de vergunningverlenende overheid. Anders oordelen zou een bevoegdheidsoverschrijding inhouden.

Dat in de huidige vergunningsaanvraag voorziene ontsluiting zal dus onuitvoerbaar zijn, bij gebreke aan een akkoord hieromtrent door de wegbeheerder. Elke normaal en zorgvuldige vergunningverlenende overheid zal een project met een dergelijke ontsluiting niet vergunnen. Het getuigt immer van onzorgvuldig en kennelijk onredelijk bestuur om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren die niet uitvoerbaar zal zijn bij gebreke aan de mogelijkheid om te ontsluiten naar de openbare weg.

Het Agentschap Wegen en Verkeer wijst hierbij expliciet op de alternatieve ontsluitingsmogelijkheid via de weg van lagere categorie met name de Oudebaan. Een toegang voor de brandweer wordt hier reeds voorzien. Op deze wijze kan op een veiligere wijze worden ontsloten met minder hinder voor de openbare weg.

De gemeentewegen hebben een toegang verlenende functie waardoor toegangen inherent zijn aan dit type weg conform de inrichtingsprincipes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Het dienst order met betrekking tot toegangen (MOW/AWV/2012/16) bepaalt dat wanneer een perceel grenst aan een weg van lagere categorie de toegang daar dient te voorzien.

Op deze wijze wordt een veiligere wijze ontsloten met minder hinder voor het vlot verkeer en zonder bijkomende gevaarlijke conflictpunten te creëren ter hoogte van de gewestweg.

De Turnhoutsebaan is een zeer intensief gebruikte gewestweg zowel voor gemotoriseerd verkeer als voor zwakke weggebruikers. Het in- en uitrijden zal het verkeer belemmeren en betekent een bijkomend conflictpunt met de zwakke weggebruiker in een reeds zeer drukke omgeving. Bovendien impliceert het toestaan van een inrit via de gewestweg het wegvallen van een parkeerzone voor publiek gebruik. De parkeerplaatsen bevinden zich aan de kant van de Oudebaan.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig onder volgende voorwaarden:

De ontsluiting tot het perceel dient te gebeuren via de weg van lagere categorie met name de Oudebaan.

Algemene voorwaarden gewestweg

1)      Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

2)      Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

  • Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal vlak door de trottoirband reiken.

  • Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

  • Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

3)      Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

4)      In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5)      In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6)      Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

7)      Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …)

8)      De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

9)      De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …

11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15)Reliëfwijzigingen

  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16)Slopen

o        De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

o        Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.

o        De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

o        De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

o        De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

17)Publiciteit

o        Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.

o        Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.

o        Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.

o        Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.

o        Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

o        Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.

o        De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 2 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

o        A: art. 1.1 De toegang vanuit de Turnhoutsebaan voor de brandweervoertuigen is enkel mogelijk indien de oprit van de toegangsweg vrij gehouden wordt. Stilstaande of geparkeerde voertuigen op deze toegangsweg kunnen ook de toegang voor de brandweerdiensten bemoeilijken. We adviseren om het parkeren van bewoners en bezoekers op deze toegangsweg te verbieden met behulp van de nodige signalisatieborden.

o        Om te kunnen indraaien zal de oprit verbreed moeten worden met 2 m links en 1 m rechts van de opgetekende “Stalplaats Brandweer”; Hiervoor dienen de nodige signalisatieborden en wegmarkeringen voorzien te worden om het parkeren aan de Turnhoutsebaan te vermijden

o        A: art 1.1 De oprit ter hoogte van de Oudebaan zal verbreed en verdiept moeten worden om de wettelijke draaicirkels te respecteren. Ook zal met behulp van signalisatie en wegmarkeringen, de oprit steeds vrijgehouden moeten worden.

o        A: art. 6.8.2.2 Handblusser in berging 13 is niet logisch geplaatst. Deze dient verplaatst te worden naar het compartiment dat bergingen 11, 12 en 13 bedient.

o        A: art. 6.8.5.3.1 Bovenop de plaatsen die al voorzien zijn op plan moet een extra muurhaspel voorzien zijn in de kantoorruimte;

o        E: art. 3.3.2 Bouwheer voorziet een automatische branddetectie installatie. Deze dient te voldoen in ontwerp en uitvoering aan de norm NBN S 21-100-1.

Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

o        A art. 1.1 Op basis van de huidige plannen is het onmogelijk om vanuit de Oudebaan toegang te krijgen met een brandweervoertuig. De wettelijke draaicirkels worden niet gerespecteerd.

o        A: art. 4.2.2.4 Op de plannen zijn geen zelfsluitende deuren voorzien tussen de compartimenten en het gemeenschappelijk trappenhuis.

o        A: art. 4.2.2.5 Het trappenhuis van gebouw A dat het parkeerniveau met het evacuatieniveau is niet gescheiden van het trappenhuis dat de hogere verdiepen moet bedienen.

o        A: art 6.2.1.2 Op plan is er geen sas opgetekend voor 3 van de 5 liften die het ondergrondse niveau bedienen. De lift van gebouw B en de middelste lift van gebouw C voldoen wel aan de wettelijke bepalingen.

o        A: art. 6.8.5.4.2 De ondergrondse hydranten die zowel de Turnhoutsebaan als de Oudebaan bedienen, staan niet aangeduid op het inplantingsplan. Een bijkomende hydrant zal noodzakelijk zijn, indien de afstand tussen de meest afgelegen opstelplaats voor de brandweer op de toegangsweg tot zijn dichtstbijzijnde hydrant meer dan 50 m bedraagt.

o        E: art. 3.3.1 Bouwheer voorziet droog sprinklersysteem. Dit beveiligingstype is niet meer weerhouden in vigerende richtlijn.

o        E: art. 3.6.2 De opgetekende parkeerboxen dienen voorzien te zijn van ventilatieopeningen.

o        E: art. 3.8.2 Op de plannen is geen centrale controle- en bedieningspost voorzien.

Hierdoor:

o        Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;

o        Wordt de tussenkomst van de openbare hulpdiensten bemoeilijkt;

o        Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Verbreden en verdiepen van toegangsweg langs Oudebaan zodat de wettelijke minimale draaicirkels gerespecteerd kunnen worden.

o        Zelfsluitende deuren voorzien tussen woningen en gemeenschappelijke trappenhal.

o        Scheiding van trappenhal in gebouw A (-1 naar 0 vs. 0 naar +3).

o        Aanpassing ventilatie en sluitingsmechanisme deuren in afvalberging.

o        Aanbrengen van een SAS bij alle ondergrondse lifteningangen.

o        Aanduiding locatie hydranten. Inclusief bijkomende hydrant voorzien indien maximale afstandsregel van 50m niet gerespecteerd is.

o        De totale parkeergarage dient voorzien van een natte sprinklerinstallatie conform de geldende norm.

o        De parkeerboxen dienen voorzien te zijn van ventilatieopeningen.

o        Het voorzien van een centrale controle- en bedieningspost.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 17 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De klant heeft Fluvius laten weten pas samen te willen zitten wanneer de vergunning bekomen werd.

De voorwaarden van Fluvius zijn opgemaakt met de standaard vermogens. 

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 19 juni 2020 onder referentie L-20-933/192286, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

o        de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

o        de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);

o        het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

o        deze lijst is niet limitatief.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

o        De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Oudebaan.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van een buitenkraantje. Dit herbruik is ontoereikend. Gezien de mogelijkheid tot herbruik (31 appartementen) dienen alle toiletten en eventueel wasmachines mee aangesloten te worden voor herbruik. Het herbruik dient in verhouding te staan met de inhoud van de regenwaterput, mogelijk dient de inhoud van de regenwaterput dus nog vergroot te worden. Het herbruik dient herbekeken en aangepast te worden.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 34.649,87 liter (effectief 34.920 liter) infiltratievolume en minimum 55,44m² (effectief 61,48m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de te slopen bebouwing dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval ... in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • Aan de rechterzijde van het gebouw staat er op het rioleringsplan nog een aansluiting voor RWA getekend. Het is niet duidelijk wat hierop is aangesloten of hiervoor de nodige hemelwatervoorzieningen werden voorzien. Dit dient verduidelijkt/aangepast te worden.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 4 juni 2020, luidt: gunstig.
    De percelen liggen buiten de beschermingszone van Pidpa.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 8 juni 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan;

o        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste vande aanvrager;

o        Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus;

o        De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan;

o        Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij de klantendienst van Proximus.

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 8 juni 2020 tot 7 juli 2020.

Er werden 2 schriftelijke bezwaren, 2 schriftelijke gebundelde bezwaren en 4 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      de bezwaarindieners zijn van mening dat de aanvraag een impact zal hebben op de landelijke, dorpse leefomgeving.

2.      een bezwaar handelt over de parking langs de Oudebaan. De bezwaarindieners wensen dat er in de toekomst ook geen uitgang langs de Oudebaan voorzien wordt.

3.      de aanvraag is strijdig met artikel 4.4.9/1 van de VCRO. De bezwaarindieners zijn van mening dat ze niet in kennis gesteld, gecontacteerd of geraadpleegd zijn.

4.      de aanvraag is strijdig met de beslissing van de gemeenteraad van juni 2020. Er werd beslist dat eengezinswoningen de norm zijn en blijven.

5.      een bouwput van 5m diep zal voor enorme barsten en verzakkingen leiden aan het aanpalende gebouw dat enkel een kruipkelder heeft.

6.      door het zakken van de waterspiegel riskeren alle bomen en planten op het aanpalende perceel het te begeven.

7.      de bezwaarindieners zijn van mening dat de werken hinder zal veroorzaken. Tijdens de werkzaamheden zal het huis schudden en schokken hierdoor is praktijk uitoefening niet meer mogelijk.

8.      de aanvraag schendt de privacy van de omliggende woonhuizen, panden en tuinen door de hoogbouw (4 verdiepingen) met waardevermindering van de huidige omliggende woonhuizen als gevolg.

9.      de aanvraag zal nog meer verkeersproblemen zowel langs de Turnhoutsebaan, Oudebaan als de Picardiënlaan teweegbrengen.

10.  een bezwaar handelt over meer milieuvervuiling door de ondergrondse parking die dienst al doen voor meerdere wagens.

11.  groenzones moeten plaats maken voor de bouw van dure woonunits.

12.  een bezwaar handelt over de inplanting. De huizen langs de Oudebaan zijn 1,5m lager ingeplant dan het perceel van de aanvraag. De onredelijke hoogte van het nieuwe project zal hinder veroorzaken voor deze woningen.

13.  de grootschaligheid van de achterliggende vleugel is een inbreuk op de privacy van de rustige, groene tuinen en open ruimte in de omliggende percelen lang de Oudebaan. Dit zal leiden tot een waardevermindering van de omliggende woonhuizen en panden.

14.  het appartementsgebouw gaat leiden tot een echt verkeersinfarct met meer stilstaand verkeer in plaats van doorgaand verkeer en meer sluipverkeer in de omliggende straten.

15.  de bezwaarindiener heeft grote twijfels over de geluidsproductie van de technische installaties (ronkende airco’s op het dak etc.) die zullen worden gebruikt. Dit is ongepast grenzende aan een familiale woonstraat in het centrum van het dorp.

16.  Het voorzien van een openbare parking grenzend aan de Oudebaan zal het verstedelijkt karakter versterken. Dit zal geluidoverlast met zich meebrengen.

17.  de overloop dan de hemelwaterputten en infiltratie in de groen tuinzone mag geen probleem opleveren voor de achterliggende percelen die 2m lager gelegen zijn.

18.  de bezwaarindiener wenst dat alle werfverkeer langs de Turnhoutsebaan verloop, dat er enkel op weekdagen tussen 7 en 19uur gewerkt wordt en dat de ruwbouw wind en waterdicht is op 8maanden. Bijkomend wenst de bezwaarindiener ook dat de bronbemaling zo ver mogelijk van de Oudebaan geplaatst wordt.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      De aanvraag is gelegen langs de Turnhoutsebaan, een gewestweg. Deze wordt in de onmiddellijke omgeving gekenmerkt door meergezinswoningen van 2 tot 3 bouwlagen met een dak.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

2.      De parking zal overgedragen worden aan de gemeente en opgenomen worden in het politiereglement.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

3.      Alle aanpalende eigenaars, volgens de gegevens van het kadaster, zijn per aangetekende zending in kennis gesteld van de aanvraag voor de aanvang van het openbaar onderzoek.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

4.      De beleidsnota dorpskernen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 juni 2020 is enkel van toepassing op aanvragen die ingediend worden na de goedkeuring. Deze aanvraag werd via het omgevingsloket ingediend op 23 maart 2020.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

5.      De aanvraag is in samenwerking met een architect aangevraagd. De architect staat in voor de controle van de stabiliteit.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

6.      De aanvraag omvat geen bronbemaling.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

7.      De hinder van de bouwwerkzaamheden zijn tijdelijk van aard.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

8.      De vierde bouwlaag wordt enkel voorzien langs de Turnhoutsebaan. Naar de achterliggende percelen wordt de bouwhoogte afgebouwd. De terrassen worden op minimum 11,45m van achter perceelsgrens voorzien. Op de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen worden laag en middelhoog groene struiken met inheemse bomen voorzien. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

9.      De ontsluiting wordt langs de Turnhoutsebaan voorzien. De Turnhoutsebaan is een voldoende uitgeruste gewestweg waardoor de impact van bijkomende woonentiteiten beperkt zal zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

10.  het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

11.  Het perceel van de aanvraag is een reeds bebouwd perceel. Na de sloop en heropbouw zal 42% van het perceel worden ingericht als groene ruimte.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

12.  Het bebouw sluit aan bij de straatpas langs de Turnhoutsebaan. Zie punt 8.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

13.  Het bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard. Zie punt 8.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

14.  Zie punt 9.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

15.  De aanvraag voorziet geen airco’s of technische installaties. Men kan geen rekening houden met veronderstellingen.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

16.  De parking is beperkt in grootte en zal omringt worden met laag en middelhoog groen. Hierdoor zal de impact naar de omgeving beperkt zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

17.  E wordt een voldoende groot infiltratiesysteem voorzien om het hemelwater op eigen terrein te laten infiltreren.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

18.  Bouwwerkzaamheden dienen conform het GAS-reglement te gebeuren. Deze aanvraag voorziet geen bronbemaling.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Beslissing gemeenteraad inzake gemeentewegen

Het artikel 31 van het decreet omgevingsvergunning voorziet dat als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad hierover moet beslissen.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
De gemeenteraad heeft in de zitting van 16 november 2020, het volgende beslist:

o        De gemeenteraad beslist dat het gedeelte van het perceel van circa 1.191,78m² kosteloos moet worden overgedragen aan de gemeente.

o        De gemeenteraad beslist dat de toegangsweg, de parking en de omgevingsaanleg dient aangelegd te worden door de aanvrager.

Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

o        De kosten van de grondafstand, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

o        De kosten van aanleg van de toegangsweg, de parking en de omgevingsaanleg, studiekosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    De aanvraag voorziet in de aanleg van een publieke parking voor 22 personenwagens met een ontsluitingsweg langs de Turnhoutsebaan. Hiervoor werd een rooilijnplan toegevoegd aan de aanvraag.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 34.920 liter en een infiltratieoppervlakte van 61,48m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonunits, een kantoorruimte en een publieke parkeerzone is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 31 woonentiteiten omvat en ongeveer 210 m² kantoorruimte omvat moeten er 48 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voorziet 2 deelwagens en 40 parkeerplaatsen waarvan 3 toegankelijk zijn voor andersvaliden. De parkeerplaatsen zijn minimum 2,50m breed en 5,50m diep. Er wordt een fietsenberging voor 78 fietsen voorzien in de ondergrondse parkeergarage en een fietsenberging voor 20 fietsen op de gelijkvloers verdieping. De aanvraag voorziet in 2 deelwagens.
    De aanvraag voorziet een publieke parking met 20 parkeerplaatsen met een ontsluiting langs de Turnhoutsebaan. Het Agentschap Wegen en Verkeer wenst dat de ontsluiting gebeurt langs de Oudebaan. De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich hier niet bij aan. De parking wordt voorzien in functie van de winkels gelegen langs de Turnhoutsebaan. Een ontsluiting langs de Oudebaan zou een te grote impact hebben op de rustige woonstraat.
    De GECORO vraagt zich af wie gebruik zal maken van de parkings. De parkings zullen overgedragen geworden aan de gemeente, en bijgevolg opgenomen worden in het politiereglement.
    De GECORO vraagt zich af hoe er moet gemanoeuvreerd worden naar de ondergrondse parking. Aangezien de ruimte richting de helling vrij beperkt is. De aanvraag voorziet echter een obstakelvrije ruimte voor de inrit van de ondergrondse van minimum 10,8m.
    De GECORO merkt op dat er een conflict ontstaat tussen de aan- en afrit en de bestaande fiets en voet weg. De gemeentelijke omgevingsambtenaar sluit zich hier niet mee aan. Aangezien de oprit een breedte heeft van 7,18m waardoor 2 richtingsverkeer mogelijk is. En de bestaande voetweg wordt verbreed naar 1,47m op het perceel.
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften van het BPA. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Turnhoutsebaan.
    In een vergunning kunnen na openbaar onderzoek, afwijking worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag zoals voor in artikel 4.4.9/1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.

Het geldende BPA Turnhoutsebaan is ouder dan 15 jaar. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen gegronde bezwaren ingediend. De aanvraag voorziet een teruggetrokken 4de bouwlaag langs de Turnhoutsebaan. Langs de Turnhoutsebaan komen gebouwen voor met een gelijkaardig bouwprofiel en een vertrapte gevelhoogte. Door het voorzien van een toegangsweg vanaf de Turnhoutsebaan naar de achterliggende publieke parking is het aanvaardbaar om een extra voorgevel te voorzien langs de toegangsweg. Het gebouw wordt langs deze zijde voorzien van 3 bouwlagen die worden afgebouwd naar de achterliggende percelen. Hierdoor is de impact naar de achterliggende percelen beperkt.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    De bestaande woning gelegen aan de Turnhoutsebaan 209 is een markant gebouw, maar niet beschermd. De aanvraag voorziet de afbraak van deze woning. De GECORO stelt de vraag of de bestaande gevel niet geïntegreerd kan worden in het project. De bestaande woning is echter gelegen in de zone voor voetgangers en uitzonderlijk gemotoriseerd verkeer volgens het BPA Turnhoutsebaan. Bijgevolg is het aanvaardbaar dat de woning gesloopt wordt.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 40cm boven de straatpas. Bovenop de parkeergarage wordt een teelaarde laag van 5cm voorzien.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Er wordt een gezamenlijke afvalberging voorzien. Elke woongelegenheid heeft een individuele berging van minimum 2,40m². Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 11,66m². De terrassen worden op minimum 11,45m van achter perceelsgrens voorzien. Op de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen worden laag en middelhoog groene struiken met inheemse bomen voorzien. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
    De GECORO vraagt zich af of de kwaliteit van de gelijkvloers appartementen lang de Turnhoutsebaan wel voldoende is en of er andere functies dan woning niet beter zou passen. Langs de Turnhoutsebaan zijn meerdere gelijkvloerse wooneenheden. De wooneenheden zijn voldoende groot, hebben voldoende natuurlijke lichtinval en zijn gericht naar een private tuin. Hierdoor is de kwaliteit van de eenheden voldoende.
    De GECORO merkt op dat mix aan wooneenheden niet divers genoeg is. De aanvraag voorziet een mix van appartementen qua bewoonbare oppervlakte en aantal slaapkamers.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven, met uitzondering van de ontsluiting. De ontsluiting dient voorzien te worden langs de Turnhoutsebaan;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent woonbeleid naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;

o        het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 34.649,87 liter en een infiltratieoppervlakte van 55,44m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

o        de 40 autostaanplaatsen dienen steeds deel uit te maken van het project en mogen niet verhuurd of verkocht worden aan derden;

o        er dient te worden voldaan aan een financiële last van 62.000 euro (2.000 euro per woonunit) voor het onthardingsfonds. Hiermee kunnen acties uit het natuurplan gerealiseerd worden;

o        het gedeelte van het perceel van circa 1.191,78m² moet kosteloos worden overgedragen aan de gemeente. De kosten van de grondafstand, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager;

o        de toegangsweg, de parking en de omgevingsaanleg dient aangelegd te worden door de aanvrager. De kosten van aanleg van de toegangsweg, de parking en de omgevingsaanleg, studiekosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Intergemeentelijk RUP Woonparken - presentatie 18 december 2020 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          21 oktober 2019 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze intergemeentelijk RUP Woonparken goed

          20 april 2020 - het college van burgemeester en schepenen gunt de opdracht voor de opmaak van het intergemeentelijk RUP woonparken aan Sweco Belgium

          16 juni 2020 - startvergadering

          20 oktober 2020 - werkgroepvergadering

          17 november 2020 - werkgroepvergadering

          18 december 2020 - toelichting stand van zaken door Sweco aan bouwkamer

 

Feiten en context

          De e-mail van 18 november 2020 en de presentatie van 18 december 2020 van studiebureau Sweco met de stand van zaken en de te beantwoorden vragen.

          De nota van 28 december 2020 met voorstel tot antwoord.

 

Juridische gronden

          Artikel 2.2.1 - 2.2.25 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
De opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

          Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het geïntegreerde planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke, veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen

 

Argumentatie

De antwoorden op de vragen zijn belangrijk in functie van de opmaak van de startnota.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen en documenten van de werkgroepvergaderingen, de e-mail van het studiebureau van 18 november 2020, de presentatie van 18 december 2020 en de ontwerpnota van 28 december 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om akkoord te gaan met de ontwerpnota en formuleert volgende opmerkingen/antwoorden aan het studiebureau Sweco:

          categorie 4: Het is niet de bedoeling dat de gebieden onder categorie 4 onbebouwbaar worden gemaakt. Er moet eerder gedacht worden aan een (zeer) lage woondichtheid.
Het moet tevens mogelijk zijn om verschillende percelen samen te voegen om zo een gezamenlijk alternatief woonproject te realiseren.
Er moet aandacht worden besteed aan het versterken van belangrijke groenstructuren.
De bestaande woningen blijven behouden. De bestaande bouwmogelijkheden (conform het gewestplan) zijn reeds beperkt en moet hier behouden blijven.
Bepaalde principes moeten kunnen worden vertaald in de stedenbouwkundige voorschriften zonder te veel in detail te gaan.
Bijkomende opmerkingen:

          percelen verkaveling Den Aard: vallen deze onder categorie 4?

          Potentiële WORG’s (watergevoelige open ruimtegebieden): worden deze mee opgenomen in het RUP?

          ruimtekompassen: geen opmerkingen;

          bijkomende woonparkgebieden: gebied aan Hertebos bekijken zoals besproken tijdens de toelichting door Sweco;

          bijkomende studies: opmaak natuurplan;

          algemene houding: geen opmerkingen;

          detachering: geen opmerkingen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - het verbouwen van een toonzaal met bestemmingswijziging naar horeca en opslag, het plaatsen van een hoogspanningscabine en nieuwe publiciteit - Turnhoutsebaan 100 - OMG 2020/384 - kennisgenomen

 

 

Feiten en context

          Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door DELITRAITEUR NV, de heer Helmut Werner en mevrouw Nathalie Jacobs, op 17 juli 2020 ontvangen.

          De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 100.

          De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

          Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een toonzaal met bestemmingswijziging naar horeca en opslag, het plaatsen van een hoogspanningscabine en nieuwe publiciteit.

          Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 10 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 december 2020.

 

Juridische gronden

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

          Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de overschrijding van de beslissingstermijn en de stilzwijgende weigering van de stedenbouwkundige aanvraag van DELITRAITEUR NV, de heer Helmut Werner en mevrouw Nathalie Jacobs, voor het verbouwen van een toonzaal met bestemmingswijziging naar horeca en opslag, het plaatsen van een hoogspanningscabine en nieuwe publiciteit aan de Turnhoutsebaan 100.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Bouwen - openbaar onderzoek - kennisgenomen

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 30 december 2020 tot en met 28 januari 2021

Renier Sniederspad 3B

het verbouwen van de beschermde hoeve Spreeuwenborg van een tweewoonst naar een eengezinswoning

OMG 2020/639

van 30 december 2020 tot en met 28 januari 2021

Renier Sniederspad 3B

het verbouwen van een woning

OMG 2020/640

van 30 december 2020 tot en met 28 januari 2021

Wijnegemsteenweg 44

het afbreken van de bestaande bebouwing en het bouwen van een kantoorgebouw

OMG 2020/648

van 30 december 2020 tot en met 28 januari 2021

Puttenhoflaan 23

het verkavelen in 1 loten

OVK 2020/21

van 6 januari 2021 tot en met 4 februari 2021

Catharinadreef 6

het bijstellen van een verkaveling, het herverkavelen van een lot in een bebouwd en onbebouwd lot en de bouwzone wijzigen

OVK 2019/17

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Omgeving - het melden van een tijdelijke bronbemaling - Jachthoornlaan 13 - M 2020/713 - Goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • nieuwbouw woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 juni 1998 - 1998/124

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Kurt Pelgrims, op 11 december 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Jachthoornlaan 13.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 31 december 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1999 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn nog bijgebouwen aanwezig.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 113,75m² op een perceel van circa 703m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing en aangelegde tuinen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

Het perceel is gelegen aan een aangelegde weg die voorzien is van riolering. Er is geen baangracht aanwezig.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

Bronbemaling met een debiet van 150 m3/jaar – 10 m3 per uur (Nieuw)

150m³/jaar

De aanvrager voorziet een tijdelijke bronbemaling voor de realisatie van zwembad. De vergunningsaanvraag voor het zwembad is nog lopende.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Jachthoornlaan 13 een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Milieuaspecten

De bronbemaling bestaat uit 1 pompinstallatie met verschillende filters.
De pomp heeft een debiet van 10m³/uur en de exploitant geeft aan dat er maximum 30.000m³ zal opgepompt worden. Verwacht wordt dat de bemaling maximum 8 dagen zal duren wat maakt dat het effectief opgepompte debiet geschat wordt op 1.920m³.

Tijdens de bronbemaling is er kans op droogteschade of wateroverlast in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.

De aanvrager geeft aan het water te lozen in de riolering.

Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
  • De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.
  • De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop.
  • De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.
  • Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Europees onderzoeksproject klimaat - steunbrief - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Op 3 december 2020 ondertekende gemeente Schilde het Burgemeestersconvenant 2030.

 

Feiten en context

          Het provinciaal klimaatteam werkt momenteel aan een projectvoorstel binnen de Horizon 2020 Research and Innovation Call: "Developing end-user products and services for all stakeholders and citizens supporting climate adaption and mitigation”.

          Het project 'Climarches' zal tegen eind januari ingediend worden en heeft twee centrale doelstellingen:

          Een besluitvormingsmethodiek ontwikkelen die lokale overheden bijstaat bij het implementeren van klimaatmitigatie- en adaptatiemaatregelen uit hun SECAP, zodat lokale overheden beter prioriteiten kunnen stellen tussen de verschillende maatregelen en neveneffecten tegen elkaar kunnen afwegen.

          Daarnaast zal men in het project richtlijnen ontwikkelen die gemeenten begeleiden bij het zoeken, benaderen, betrekken en communiceren naar burgers, bedrijven, ... bij het nemen en uitvoeren van klimaatmaatregelen.

          Het provinciaal klimaatteam wil zoveel mogelijk “letters of support” uit de deelnemende regio’s verzamelen.

 

Juridische gronden

          Burgemeestersconvenant 2030

          Nationaal klimaat- en energieplan 2021 - 2030

 

Argumentatie

          Door de “letter of support” te ondertekenen ondersteunen we het project en de relevantie van het onderzoek.

          Er wordt geen actieve deelname of extra engagement van gemeente Schilde verwacht.

          Het project zal richtlijnen ontwikkelen die gemeente Schilde kan gebruiken om de burgers te betrekken in het klimaatactieplan 2030.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het project 'Climarches'.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een steunbrief te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Aanvraag eenmalige standplaats op wekelijkse markt te Schilde voor 12 januari 2021 - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van A Student Team van maandag 28 december 2020

 

Feiten en context

A Student Team vraagt een eenmalige standplaats op de wekelijke markt te Schilde voor de verkoop van zelf ontworpen agenda's die de focus leggen op het mentale welzijn van jongeren.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 5, 1° van de wet betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
De occasionele verkopen zonder commercieel doel, bepaald door de Koning, onder de voorwaarden die hij bepaalt, inzonderheid de occasionele verkopen door particulieren zijn niet aan de wet betreffende ambulante handel onderworpen.

          Artikel 7, § 1, 1° van het koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten
Dit artikel bevat een opsomming van de vereisten waaraan voldaan moet zijn om niet onder de bepalingen van de wet te vallen.

 

Argumentatie

          Het betreft een eenmalige standplaats.

          De agenda werd ontwikkeld in functie van het mentaal welzijn en de persoonlijke groei van de gebruiker.

          Een gedeelte van de winsten wordt gedoneerd aan goede doelen die zich inzetten voor het mentale welzijn van de jongeren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Team A Student zal gratis een éénmalige standplaats op de wekelijkse markt te Schilde toegewezen krijgen.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Keuringen elektrische installaties, liften en hef- en hijswerktuigen gemeente en AGB - 2020-048/TDU - gunning - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 23 november 2020.

Het college van burgemeester en schepenen verleende goedkeuring aan de lastenvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 21 december 2020 om 10 uur te bereiken.

          Volgende firma's dienden tijdig een offerte in:

          AIB - Vinçotte, Olieslagerslaan (Jan) 35 te 1800 Vilvoorde voor een totaal bedrag van 34.609,42 euro exclusief btw en 41.877,40 euro inclusief btw;

          B.T.I. VZW, Derbystraat 345 te 9051 Sint-Denijs-Westrem voor een totaal bedrag van 29.511,33 euro exclusief btw en 35.708,71 euro inclusief btw.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 21 december 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

gemeente: MJP000491 - AGB: MJP000581

Actie

gemeente: AC000150 - AGB: AC000231

Algemene rekening

6103010000

Beleidsveld

gemeente: 0119 - AGB: 0705

Bedrag

gemeente: 33.018,52 inclusief btw AGB: 2.712,58 inclusief btw

Visum financieel directeur

20/001

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 21 december 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Keuringen elektrische installaties, liften en hef- en hijswerktuigen AGB en gemeente 2020-2023” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder B.T.I. VZW, Derbystraat 345 te 9051 Sint-Denijs-Westrem.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nummer 2020-048/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Toetreding tot bibburen - goedkeuring

 

 

Feiten en context

          Sinds 2015 vormen de bibliotheken van Borsbeek, Malle, Ranst, Wijnegem, Wommelgem, Zandhoven en Zoersel samen de Interlokale vereniging Bibburen.

          Bibburen heeft sinds 2018 een gezamenlijk bibliotheekreglement.

          Het samenwerkingsverband zal door de omschakeling naar EBS nog nauwer worden en minder gemakkelijk omkeerbaar. Het uit- of toetreden van een gemeente zal dan gepaard gaan met een financiële kost.

          Alle gemeenten van Bibburen moeten het komende jaar hun engagement vernieuwen.

          Bibburen doet vanuit geografisch oogpunt een oproep aan Schilde om toe te treden tot Bibburen, deadline hiervoor is 1 november 2020.

          Het samenwerkingsmodel van Bibburen zal na omschakeling naar EBS de vorm krijgen van een regiobib. Eénmaal ingeschreven in één van de bibliotheken van het samenwerkingsverband, dan kan je in alle bibliotheken van het samenwerkingsverband terecht en materialen ontlenen.

          Het samenwerkingsverband wordt 1 financiële organisatie: boetes kunnen in alle bibliotheken worden betaald. Eén gemeente in het samenwerkingsverband wordt aangesteld als financiële organisatie die (half)jaarlijks een afrekening maakt. Een bezoeker die een hoge boete heeft openstaan wordt in alle bibliotheken van het verband geblokkeerd en moet eerst zijn/haar schuld vereffenen.

          Het bestaande reglement moet in zijn geheel worden overgenomen.

          Er wordt een actief engagement voor de verschillende projecten van Bibburen verwacht.

 

Juridische gronden

          Artikel 41 4° en 5° uit het decreet lokaal bestuur
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het oprichten van en het toetreden tot rechtspersonen en het beslissen tot oprichting van, deelname aan of vertegenwoordiging in agentschappen, instellingen, verenigingen en ondernemingen; het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247.

          Artikel 56 §3 1° uit het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgelegde algemene regels.

          Artikel 389 uit het decreet lokaal bestuur
Met het oog op de gemeenschappelijke behartiging van doelstellingen van gemeentelijk belang kunnen twee of meer gemeenten, onder de voorwaarden, vermeld in deze titel, samenwerkingsverbanden tot stand brengen met of zonder rechtspersoonlijkheid, met of zonder beheersoverdracht. De gemeenteraad of een gemeenteraadscommissie waakt over de afstemming van het beleid van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden op het gemeentelijk beleid.

          Artikel 392 uit het decreet lokaal bestuur
Twee of meer gemeenten kunnen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken. Met behoud van de toepassing van andersluidende decretale bepalingen kunnen andere rechtspersonen van publiek recht en privaat recht deelnemen aan de samenwerkingsverbanden, vermeld in het eerste lid. De samenwerkingsverbanden, vermeld in het eerste lid, heten interlokale verenigingen en ze voegen die term altijd toe aan hun naam. Als in een samenwerkingsverband, als vermeld in het eerste lid, andere overheden dan gemeenten deelnemen dan mag het zich, in afwijking van het derde lid, ook interbestuurlijk samenwerkingsverband noemen.

 

Argumentatie

          Vanuit de gezamenlijke organisatie van projecten poogt Bibburen haar inwoners beter te bereiken en de beschikbare middelen efficiënter in te zetten.

          De jaarlijkse thema-en jeugdactiviteiten van Bibburen zijn een vaste waarde.

          Het bestaande reglement in Schilde is aan vernieuwing toe.

          Toetreding tot Bibburen is voor de gemeentelijke bibliotheek Schilde een mooie opportuniteit vanwege de schaalvergroting en de vele thema-activiteiten, jeugdactiviteiten, wisselcollectie, vormingen en gezamenlijke communicatie.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000059

Actie

AC000187

Algemene rekening

6499999900

Beleidsveld

0703

Bedrag

Visum financieel directeur

3.000,00 euro (jaarlijks)

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de samenwerkingsovereenkomst bibburen en het huishoudelijk reglement bibburen te agenderen op de gemeenteraad van 18 januari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Damiaanactie stiftenverkoop - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Ingeschreven mail van Damiaan Actie van 23 december 2020

          Beslissing van het college van 2 september 2019

Gemeente Schilde ondertekende net zoals 97 gemeenten in België de engagementsverklaring van de SDG’s opgesteld door de VVSG

 

 

Feiten en context

          Op 29, 30 en 31 januari 2021 heeft normaal de nationale Damiaanactiecampagne plaats.

          Wegens corona is dit niet mogelijk.

          Damiaanactie biedt een alternatief. Ze willen een kartonnen display met stiften en opening voor geld op bepaalde plaatsen in het gemeentehuis en Werf 44 plaatsen.

          Mensen kunnen het gepaste bedrag of een donatie in de kartonnen houder steken.

          Het personeel moet daardoor geen geld wisselen of ontvangen.

          De opbrengst wordt op gepaste tijden en op afspraak afgehaald door dr. Tine De Meulenaere, medical advisor van Damiaanactie.

          Damiaanactie vraagt toelating om van 29 januari tot en met 26 februari kartonnen displays met stiften van de damiaanactie te plaatsen in diverse gemeentelijke gebouwen overeenkomstig de op dat moment geldende coronamaatregelen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Damiaanactie is een medische ontwikkelings-ngo die strijdt tegen de armoedeziektes: lepra, tuberculose en leishmaniasis. Ze hebben projecten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, maar ook in België.

          Per jaar krijgen een kleine 1.000 mensen in ons land de diagnose tbc.

          Damiaanactie voorziet extra hulp voor dakloze tbc-patiënten in België.

          IJveren voor goede gezondheid en welzijn voor alle mensen wereldwijd betreft SDG nummers:

          3: goede gezondheid en welzijn;

          17: partnerschap om doelstellingen te bereiken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om van 29 januari tot en met 26 februari kartonnen displays met stiften van de damiaanactie te plaatsen in diverse gemeentelijke gebouwen overeenkomstig de op dat moment geldende coronamaatregelen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist ook de handelaars op te roepen om aan deze actie deel te nemen gedurende die periode.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Subsidiereglement sportinfrastructuur voor sportverenigingen - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

8 april 2019: goedkeuring door college van burgemeester en schepenen om een subsidiereglement voor ondersteuning van sportinfrastructuur uit te werken voor sportverenigingen van Schilde

 

Feiten en context

          Schilde heeft nog geen subsidiereglement voor sportinfrastructuur.

          Een aantal sportverenigingen hebben nood aan vernieuwing of uitbreiding van de sportinfrastructuur van de gemeente Schilde.

          Ook sportverenigingen met eigen infrastructuur stellen regelmatig de vraag naar mogelijkheden omtrent subsidiëring van de sportinfrastructuur.

          Per jaar voorziet de gemeente een totaal budget van 50.000 euro voor deze infrastructuursubsidies, in 2021 is dit eenmalig 100.000 euro.

 

Juridische gronden

Artikel 40 § 3 uit het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Inspraak en advies

Positief advies sportraad 18 december 2020
De sportraad geeft een gunstig advies mits er enkel een toelage wordt toegekend aan infrastructuur op het grondgebied Schilde, er prioriteit wordt gegeven aan aanpassingswerken die de veiligheid garanderen en de toelage 75 procent van de totale werken mag bedragen (maximum blijft 12.500 euro per dossier.

 

Argumentatie

          De gemeente kampt met een tekort aan sportinfrastructuur en sportclubs hebben nood aan vernieuwende of uitgebreide sportinfrastructuur.

          Aanpassingswerken zijn noodzakelijk om de levensduur van de sportaccommodaties te verlengen. Werken in beheer van de sportclubs vergoten de verantwoordelijkheid van de verenigingen.

          Met behulp van een subsidiereglement voor sportinfrastructuur kan een sportvereniging enkele werken in eigen beheer doen (dit kan gaan over grote onderhoudswerken aan de bestaande sportinfrastructuur of (her)aanleg van sportvelden).

          De gemeente Schilde wil met dit subsidiereglement financiële steun bieden aan sportverenigingen om hun werking te verbeteren.

          Voorstel om het bedrag van de toelage vast te stellen op maximum 50% van de gemaakte kosten, met een maximum van 12.500 euro per sportvereniging.

          Controles worden in de procedure ingevoerd om de kwaliteit van de werken en aansprakelijkheid te waarborgen.

          Met de toekenning van subsidies voor sportinfrastructuur wordt rekening gehouden met de meerjarenplanning en conditiemeting.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

Actie

MJP001299

AC000054

Algemene rekening

6640000000

Beleidsveld

0742

Bedrag

Visum financieel directeur

100.000 euro (2021); 50.000 euro (2022-2025)

20/083 van 28 oktober 2020

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het subsidiereglement sportinfrastructuur verenigingen te agenderen op de gemeenteraad van 18 januari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Permanent Wandelparcours Bosgeuzen - januari en februari - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via mail op woensdag 2 december 2020 via Bosgeuzen Voorkempen.

 

Feiten en context

Wandelvereniging Bosgeuzen wenst naar aanleiding van het succes van het permanente wandelparcours dat de vereniging in november en december heeft georganiseerd een nieuw wandelparcours te organiseren startende vanaf de Sint-Catharinakerk te 's-Gravenwezel in januari en februari 2021. Op deze manier kunnen inwoners en bezoekers een aangename, ongecompliceerde Corona-vrije wandeling maken.
Wandelvereniging Bosgeuzen Voorkempen vraagt hiervoor toestemming aan de gemeente Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

In de huidige omstandigheden waarbij de vrijetijdsmogelijkheden van de lokale bevolking sterk worden beperkt in functie van het indijken van de coronapandemie is het aangeraden om een corona-vrij alternatief ter beschikking te stellen aan de lokale bevolking.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan Wandelvereniging Bosgeuzen Voorkempen voor de organisatie van een permanente coronavrije wandeling gedurende de maanden januari en februari 2021 en het plaatsen van permanente bewegwijzering onder voorbehoud van volgende voorwaarden:

          niet van bestaande paden af te wijken;

          geen afval achter te laten;

          de bewegwijzering niet aan bomen vast te nagelen;

          alle bewegwijzering ten laatste de dag na het evenement te verwijderen;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          Indien de route op private eigendommen loopt dient toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Opvolging gemeenteraad - mededelingen - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 14 december 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 04 01 2021

Gemeenteraad - dagorde van 18 januari 2021 - goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 18 januari 2021 te plaatsen:

OPENBARE VERGADERING

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 14 december 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          FINANCIËLE ZAKEN - BBC - Aanpassing meerjarenplan 2021 - 2025 M2 T4 kennisgenomen - Kennisname

          Openbare werken - Patrimonium - Aankoopakte - Driepikkel 4 - Besluit

          Openbare werken - Samenwerking met zorgbedrijf Antwerpen en gemeente Schilde - Intentieverklaring - Besluit

          Ruimte - Zaak van de wegen - het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte - Oudaen 9 - OMG 2020/414 - goedgekeurd - Besluit

          Mobiliteit - Aanvullend politiereglement op het wegverkeer met betrekking tot  een parkeer-en stationeerverbod - Openluchtschool Dennenhof - De Rentfort 9 tot 13 - Besluit

          Dienst de Werken - Afbraak gebouw Liersebaan - 2020-050/TDU

          Sport - Goedkeuring - Subsidiereglement sportinfrastructuur voor sportverenigingen - Besluit

 

 

Publicatiedatum: 12/01/2021