VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

20 januari 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Dirk Bauwens, verlaat de zitting vanaf agendapunt 6, artikel 27

Olivier Verhulst, is wnd voorzitter vanaf agendapunt 6

Dirk Bauwens, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 7

Olivier Verhulst, is schepen vanaf agendapunt 7

Kathleen Krekels, verlaat de zitting vanaf agendapunt 23

Kathleen Krekels, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 24

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 13 januari 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 13 januari 2020 mits volgende opmerking goed: Kathleen Krekels is niet aanwezig tijdens agendapunt 10.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de bestelbonnen van 202 tot en met 297.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Raadscommissie - dagorde van 3 februari 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen. De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 3 februari 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag raadscommissie van 2 december 2019

          RUIMTE - Beleidsnota dorpskernen - ontwerp

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Verslag kerkraad - O.L.V.-Ten-Hemel-Opgenomen - 23 december 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 57 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad en van het centraal kerkbestuur wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de vergadering, gelijktijdig aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan verstuurd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de zitting van de kerkraad O.L.V.-Ten-Hemel-Opgenomen van 23 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Stakingsaanzegging - 28 januari 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Op 13 januari 2020 stelt het ACOD-LRB, de algemene centrale der openbare diensten - lokale en regionale besturen, het bestuur schriftelijk in kennis van een stakingsdag op 28 januari 2020.

 

Juridische gronden

          Wet van 19 augustus 1948

Prestaties van algemeen belang in vredestijd.

          Wet van 11 juli 1990 en de bijlage, opgemaakt in Turijn op 18 oktober 1961

Goedkeuring van het Europees Sociaal Handvest.

          Hof van Cassatie, Nederlandse afdeling, derde Kamer

Erkenning door het Hof van Cassatie om geen arbeid te verrichten wegens staking.

 

Argumentatie

          In België zijn geen wettelijke bepalingen die het begrip staking definiëren.

          Er zijn voldoende aanwijzingen die aantonen dat het 'stakingsrecht' opgenomen is in ons positief recht.

          In de bekrachtiging van het Europees Sociaal Handvest is het recht om te staken als sociaal grondrecht opgenomen.

          Het recht om geen arbeid te verrichten wegens staking is ook erkend door het Hof van Cassatie.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stakingsaanzegging op 28 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vervoerregio - verslag en feedback vrachtroutenetwerk en voorstel de Lijn

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 7 januari 2020 van beleid vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

          Op 9 december 2019 ging een gemeentelijke sessie van Routeplan 2030 door in Brasschaat.

          De vervoerregio bezorgt het verslag aan het bestuur en vraagt feedback op het vrachtroutenetwerk en het nieuwe voorstel van De Lijn.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert het volgende:

          feedback vrachtroutenetwerk: een vrachtwagensluis richting Oelegem/Ranst staat op de planning;

          feedback De Lijn: opnemen van een tangentiële lijn richting Brasschaat.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vragen van vervoerregio Antwerpen bij het vrachtroutenetwerk en het nieuwe voorstel van De Lijn en beslist volgende feedback te geven:

          een vrachtwagensluis richting Oelegem/Ranst staat op de planning;

          opnemen van een tangentiële lijn richting Brasschaat in het nieuwe voorstel van De Lijn.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Haventracé - verslag werkbank 27 november 2019 - Oude Landen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 8 januari 2020 van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

Het verslag en de presentaties van de werkbank Haventracé van 27 november 2019 over de Oude Landen werden overgemaakt aan de besturen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om voor mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag en de presentaties van de werkbank Haventracé van 27 november 2019 over de Oude Landen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Oosterweelverbinding - plan Mer

 

 

Voorgeschiedenis

Brief van 19 december 2019 van de Vlaamse Overheid, afdeling gebiedsontwikkeling, omgevingsplanning en -projecten, team milieueffectrapportagebeheer, gericht aan BAM Antwerpen

 

Feiten en context

De Vlaamse Overheid bezorgde via BAM Antwerpen de goedkeuring van het project MER bij de Oosterweelverbinding

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om voor mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het goedkeuringsverslag van het project MER bij de Oosterweelverbinding in Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Werkbank Routeplan 2030 - 6 februari 2020

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 23 december 2019 van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

De vervoerregio nodigt de gemeenten uit voor de werkbank Routeplan 2030 die doorgaat op 6 februari 2020 met op de agenda:

          bespreking reeds genomen stappen;

          bespreking aangepaste plannota;

          verdere aanpak.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om voor mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te bekijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda van de werkbank Routeplan 2030 die doorgaat op 6 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Plaatsbeschrijving brandweerkazerne - Eugeen Diercklaan 23

 

 

Feiten en context

          In het kader van het dossier 'gebruiksvergoeding kazernes' heeft Brandweer zone Rand op 13 november 2019 een mail verstuurd met de vraag om een plaatsbezoek in te plannen.

          Het plaatsbezoek vond plaats op 4 december 2019 in het bijzijn van Majoor Peter Vermeulen, de patrimoniumbeheerder van de gemeente en de aanwezige brandweerman.

          Op 10 december 2019 heeft de gemeente het verslag van het plaatsbezoek ter goedkeuring ontvangen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het pand is eigendom van de gemeente.

          Het verslag bevat een aantal aanbevelingen tot herstelling. Deze herstellingen zijn van kleine aard.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de plaatsbeschrijving van 4 december 2019 goed en bezorgt Hulpverleningszone Rand een ondertekend exemplaar terug.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Extra twee laadpalen - Kerkstraat en Turnhoutsebaan

 

 

Voorgeschiedenis

27 juni 2016: het college van burgemeester en schepenen besliste om beroep te doen op

Fluvius voor de uitrol van elektrische laadinfrastructuur

 

Feiten en context

          Er werden reeds een aantal laadpalen in de gemeente geplaatst.

          De heer Bart Van Gorp van Fluvius geeft aan dat er de mogelijkheid is om nog twee extra laadpunten te plaatsen zonder kosten.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 1°van het decreet van het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgelegde algemene regels.

 

Argumentatie

          De verkeerscel stelt volgende locaties voor als bijkomende oplaadpunten:

          Laterale weg parking N12 tegenover Turnhoutsebaan 50-52, Schilde Bergen;

          Kerkstraat ter hoogte van nummer 20, ’s-Gravenwezel.

          In 's-Gravenwezel werd er tot op heden één laadpunt voorzien. Dit zou het tweede laadpunt zijn in de deelgemeente 's-Gravenwezel.

          De vraag naar laadpunten wordt alleen maar groter.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat een extra laadpunt wordt geplaatst op de laterale weg van de N12 ter hoogte van de Turnhoutsebaan 50-52, Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat een extra laadpunt wordt geplaatst aan de Kerkstraat in 's-Gravenwezel, ter hoogte van nummer 20.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Bouwkamer - agenda 2020

 

 

Voorgeschiedenis

          1 april 2019: het college van burgemeester en schepenen keurt het huishoudelijk reglement van de Bouwkamer goed

          8 april 2019: het college van burgemeester en schepenen keurt de data voor 2019 goed

 

Juridische gronden

Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

De data worden voor het kalenderjaar 2020 vastgelegd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt volgende data voor 2020 goed:

          Vrijdag 21 februari 2020 om 13 uur

          Vrijdag 13 maart 2020 om 13 uur

          Vrijdag 24 april 2020 om 13 uur

          Vrijdag 5 juni 2020 om 13 uur

          Vrijdag 19 juni 2020 om 13 uur

          Vrijdag 11 september 2020 om 13 uur

          Vrijdag 9 oktober 2020 om 13 uur

          Vrijdag 20 november 2020 om 13 uur

          Vrijdag 18 december 2020 om 13 uur

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Omgeving - Haksellaan 24 - de heer Lieven Costermans - het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - zaak van de wegen - OMG 2019/649

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige attest(en)

          het bouwen van een ééngezinswoning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 10 september 2018 - SA 2018/2

          Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

          het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 december 2019 - OMG 2019/358

 

Feiten en context

          Op 18 december 2019 werd een dossier ingediend voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning.

          Het dossier werd volledig en ontvankelijk verklaard op 14 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 27 juni 2020.

          Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft loopt gedeeltelijk in de zone voor openbare wegenis.

          De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de zaak van de wegen vooraleer het college van burgemeester en schepenen een beslissing kan nemen.

 

Juridische gronden

          Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
De gemeenteraad is bevoegd voor de zaak van de wegen

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.

          Artikel 8 van het decreet houdende de gemeentewegen
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

Het gedeelte van het perceel van circa 56,4m², gelegen in het artikel 3 Openbare Wegenis van het BPA Kotsbos Wijziging, dient kosteloos te worden overgedragen aan de gemeente. Alle kosten verbonden aan de grondafstand, notariële akte inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ingediende aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning aan de Haksellaan 24 (OMG 2019/649).

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het dossier over te maken aan de gemeenteraad van februari 2020 om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Bouwen - Constant Joossenslei 3 - Bouwwerken Versnel - slopen woning met bijgebouw en bouwen meergezinswoning - OMG 2019/266 - hoorzitting deputatie

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunningen:

          3 mei 1979 - vergunning - bouwen van een woning - 1979/51

          Huidig dossier

          30 september 2020 - vergunning - college van burgemeester en schepenen

          8 november 2019 - betekening beroep bij deputatie

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van voormelde hoorzitting op 18 februari 2020 en beslist hiervoor niemand af te vaardigen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Omgeving - Wouwersstraat 15 - Imvopo NV - het verbouwen van een woning - OMG 2019/462

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning + clubhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 1980 - 1980/46

o        uitbreiden skipiste en oprichting tennishal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 september 1988 - 1988/124

o        bouwen van een skibaan - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 februari 1972 - sgr1971/45

o        bijbouwen overdekt terras - weigering door de deputatie - 14 januari 1975 - sgr1974/48

o        bouwen van een dienstwoning en burelen bij bestaande paardenmanege - weigering door college van burgemeester en schepenen - 23 november 1999 - 1998/234

o        bouwen van een skipiste na sanering en verbouwen van bestaande piste. - vergunning door de deputatie - 22 december 2009 - 2009/16

o        het verbouwen en renoveren koetshuis - vergunning door de deputatie - 6 oktober 2016 - SV 2016/28

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Imvopo NV, op 10 september 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wouwersstraat 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een woning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 4 november 2019. De uiterste beslissingsdatum is 17 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het RUP zonevreemde woningen bepaalt:

Voorafgaandelijke algemene bepalingen

Artikel 0.1: Toepassingsgebied van de overdruk

De verordenende bepalingen zijn van toepassing op alle bestaande, niet-verkrotte, hoofdzakelijk vergunde woningen, inclusief de woningbijgebouwen en –aanhorigheden, met uitzondering van bestaande hoofdzakelijk vergunde constructies die definitief of voorlopig beschermd zijn als monument, of deel uitmaken van een krachtens wetgeving definitief of voorlopig beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap.

Het wonen moet de hoofdfunctie zijn. De verordenende bepalingen zijn niet van toepassing indien de woning binnen de totaliteit van de gebouwen een ondergeschikte of complementaire functie heeft.

Artikel 0.2: Aanvullend karakter van de voorschriften volgens de overdruk

In geval van een overdruk blijven de bestemming(en) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften volgens de grondkleur onverminderd van toepassing.

Artikel 0.3: Karakter en verschijningsvorm

Zowel bij het herbouwen, het verbouwen als het uitbreiden van een woning of een woningbijgebouw staat de contextuele inpassing voorop. Dit houdt in dat het gebouw ruimtelijk dient afgestemd te worden op de typologie van de woningen uit de omgeving en dat tegelijkertijd dient rekening gehouden te worden met de karakteristieken van het omgevende landschap.

Artikel 0.4: Overstromingsgebied

Bij het herbouwen of uitbreiden van een woning binnen overstromingsgebied moeten volgende principes opgevolgd worden:

        het vloerpeil moet overstromingsvrij voorzien worden;

        er mogen geen reliëfwijzigingen uitgevoerd worden;

        indien het voorzien van een veilig vloerpeil niet mogelijk is door middel van een aangepaste bouwwijze kan een reliëfwijziging enkel en alleen worden toegestaan indien de ruimte voor water zowel in volume als in oppervlakte gecompenseerd wordt.

Artikel 2: Perimeter noordelijke en oostelijke open ruimte en perimeter westelijke open ruimte

2.1. Artikel 2.a: ruimtelijk kwetsbaar gebied

Onderstaande stedenbouwkundige voorschriften zijn van toepassing voor alle bestaande, niet-verkrotte, vergunde of vergund geachte zonevreemde woningen die binnen de perimeter van de open ruimte gelegen zijn en volgens de bestemmingen van het gewestplan gelegen zijn in ruimtelijk kwetsbaar gebied

(met inbegrip van parkgebied en met uitzondering van recreatiegebied).

Artikel 2.a.0. BASISRECHTEN

Aan een bestaande, niet-verkrotte, vergunde of vergund geachte zonevreemde woning zijn volgende werken en handelingen toegestaan op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden niet toeneemt:

a)      het verbouwen van de woning, inclusief de bijgebouwen, binnen het bestaande bouwvolume;

b)      het herbouwen in geval van overmacht van de woningen, inclusief de bijgebouwen, binnen het bestaande bouwvolume.

Functiewijzigingen zijn niet toegestaan.

Niet-vergunningsplichtige werken zijn niet van toepassing

Artikel 2.a.1: Losstaande woningbijgebouwen

Losstaande woningbijgebouwen kunnen worden ingericht als garage, berging, tuinaccommodatie of private sportinfrastructuur, op voorwaarde dat deze functie gekoppeld is aan de woonfunctie.

Losstaande woningbijgebouwen in de tuinzone, zoals gedefinieerd in artikel 2.a.4, kunnen:

a)      verbouwd worden binnen het bestaande volume;

b)      herbouwd worden op dezelfde plaats binnen het huidige bouwvolume en met een maximum bouwvolume van 120m3.

c)      Herbouwd

Losstaande woningbijgebouwen buiten de tuinzone, zoals gedefinieerd in artikel 2.a.4 kunnen:

a)      verbouwd worden binnen het bestaande volume;

b)      in het geval van overmacht herbouwd worden op dezelfde plaats binnen het huidige bouwvolume en met een maximum bouwvolume van 120m3.

c)      herbouwd worden binnen de tuinzone binnen het huidige bouwvolume en met een maximum bouwvolume van 120m3.

Artikel 2.a.2: Functiewijzigingen

Het gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een woning, met inbegrip van de woningbijgebouwen, in toeristische logies met maximaal 8 tijdelijke verblijfsgelegenheden is toegestaan met uitsluiting van elke vorm van restaurant of café.

Artikel 2.a.3: Vergunde of geacht vergunde nevenfuncties

Vergunde of geacht vergunde constructies en gebouwen voor nevenactiviteiten bij een woning kunnen behouden blijven. Alle onderhouds- of instandhoudingswerken, renovatiewerken en verbouwingen binnen het bestaande bouwvolume zijn toegelaten. In het geval van overmacht is herbouw toegelaten. Bijkomende voorwaarde is dat de nevenfunctie vergund of geacht vergund is.

Artikel 2.a.4: Tuinzone

Rond de zonevreemde woning wordt een tuinzone aangeduid. De tuinzone strekt uit binnen een straal van 10,00m rond de woning.

Buiten de tuinzone

a)      zijn enkel levende hagen als afsluiting toegestaan al dan niet in combinatie met paal en draad;

b)      zijn alle vergunningsplichtige werken en handelingen in functie van het aanleggen van tuinen, terrassen en verhardingen verboden.

Artikel 2.a.5: Verhardingen en niet-overdekte constructies

Het aanbrengen van verhardingen is beperkt tot de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen.

Materialen die gebruikt worden voor verhardingen vanonder meer toegangen, parkings en terrassen zullen maximaal waterdoorlatend zijn. Indien er geen gebruik van waterdoorlatende materialen mogelijk is, zullen er specifieke maatregelen tot buffering en afvoer van hemelwater genomen worden.

Bijkomende niet-overdekte constructies zijn niet toegestaan.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds de periode tussen 1900 en 1918 volgens de gegevens van het kadaster. De totaal bebouwde oppervlakte bedraagt circa 344,84m² op een perceel van circa 7.676,22m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een manege.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, een manege en een boomkwekerij.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een woning op een perceel van 7.676,22m². De woning wordt ingeplant tot op 60,14m uit de rooilijn, op 7,54m van de rechter perceelsgrens en op 19,82m van de achter perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 25,23m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 13,60m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,75m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in donkerbruine handgevormbsaksteen.

Achter de woning en op 5,79m van de rechter perceelsgrens en op 10m van de achter perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 12,21m diep, 4,71m breed en 3,00m hoog. De gevels worden bekleed in donkerbruine handgevormbsaksteen, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 283,50m².

De toegang tot het perceel is 5,00m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 3,10m van de rechter perceelsgrens. Naast de woning wordt een terras van 76,50m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 461,50m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 9 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen niet aan de definitie van natuurgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de het groene karakter van het gebied. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 5 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 5 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is, dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 8 november 2019 onder referentie 19-221180, luidt: ongunstig.
    De aanvraag omvat de verbouwing van een bestaande zonevreemde woning. Er zullen door de ingreep geen natuurwaarden van belang geschaad worden.

Vanzelfsprekend dient strikt voldaan te worden aan de bepalingen en voorwaarden omtrent zonevreemde woningen en constructie (evenals zonevreemde functiewijzigingen) en indien van toepassing een gemeentelijk RUP zonevreemde woningen.

Wij wijzen er wel op dat enkel vergund of vergund geachte constructies behouden mogen worden. Onvergunde constructies die zich eventueel op het terrein bevinden, dienen afgebroken te worden.

Het is belangrijk dat de vergunningverlener (bij voorkeur na plaats bezoek) nagaat of het gebouw niet verkrot is. Op basis van de aanvraag heeft het Agentschap Natuur en Bos immers vastgesteld dat er leegstand en bouwval sinds meerdere jaren is. Een verkrotting beperkt mogelijks aanzienlijk de bouwrechten.

Op het perceel komt deels bos voor. Deze bosoppervlakte dient integraal behouden te worden. Het bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boom laag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

Het Agentschap voor Natuur en Bos gaat ervan uit dat de voorziene verbouwing (gelet op de vastgestelde verkrotting) niet beantwoordt aan het decretaal kader inzake, raden wij de vergunningverlenende overheid af om de vergunning toe te staan.

De bosoppervlakte op het perceel dient als bos behouden te worden. Het Bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er geen tuin kan aangelegd worden.

De vergunningverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van volgende voorwaarden:

o        Artikel 90bis Decreet Bosdecreet van 13 juni 1990;

o        Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 23 december 2019 onder referentie DWAD-2019-1363, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Algemene wettelijke voorwaarden

  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 14 november 2019 tot 13 december 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

o        Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wouwerstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid. Het ontwerp voorziet echter in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop naar de natuurlijke vijver.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het betreft een vergund geacht woning. Tijdens een plaatsbezoek werd vastgesteld dat de woning niet verkrot is volgens de definitie bepaalt in de VCRO. Het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 20cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • de bosoppervlakte op het perceel dient als bos behouden te worden. Het Bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er geen tuin kan aangelegd worden;
  • eventuele afsluitingen moeten uitgevoerd worden in levende hagen al dan niet in combinatie met paal en draad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Omgeving - Nieuwstraat 8 - Winderickx - Olivier - het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, de afbraak van 2 bestaande bijgebouwen en het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad - OMG 2019/495

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 augustus 1955 - 1955/103

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juni 1956 - 1956/68

o        bouwen van een bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 augustus 1959 - 1959/131

o        bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 oktober 1959 - 1959/156

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1977 - 1977/32

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Winderickx - Olivier, op 30 september 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Nieuwstraat 8.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, de afbraak van 2 bestaande bijgebouwen en het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 januari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die eraan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 15 – zones voor open bebouwing 750m²/15m en 1.000m²/20m

A.     Verkaveling

a)      Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20m.

b)      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750m²/15m en minimum 20m voor de zones gemerkt 1.000m²/20m.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 7m, maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

e.      Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1957.

Op het perceel zijn nog 2 bijgebouwen aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 112,65m² op een perceel van circa 921,10m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, de afbraak van 2 bestaande bijgebouwen en het bouwen van een poolhouse met een openluchtzwembad op een perceel van 921,10m².

De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op minimum 2m van de rechter perceelsgrens en op minimum 3,24m van de linker perceelsgrens. De maximum gevelbreedte van de woning heeft een breedte van 9,77m op een kavelbreedte van 16,61m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,93m. Het bestaande dak wordt afgebroken zodat er een volwaardige verdieping met zolder onder een hellend dak wordt opgebouwd. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,81m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 40° met een nokhoogte van 6,38m.

De gevels worden opgetrokken in witte metselwerk en zwart hout. Het dak wordt afgewerkt met riet.

Op 8,94m achter de woning en op de rechter perceelsgrens wordt een poolhouse ingeplant.

Het poolhouse is 10m diep, 3,89m breed en 3m hoog. De gevels worden bekleed in zwart hout, afgewerkt met een plat dak. Het plat dak is een groen dak met zonnepanelen. De zonnepanelen hebben een hellingsgraad van 35° t.o.v. het plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 171m².

De toegang tot het perceel is 3,15m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkerverharding en ligt op minimum 1,99m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 109,40m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 179,8m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

f.        Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

g.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

h.      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

i.         Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

j.         Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

k.      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

l.         Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

m.    Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

n.      Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

o.      Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

p.      Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

q.      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

r.        Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

s.      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

t.        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

4)      Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 9 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een bestaande constructie af te breken en een bestaande woning te verbouwen. Er dienen enkele minder waardevolle bomen te worden geveld. Op de locaties van de af te breken constructies en gevelde bomen kunnen nieuwe bomen worden geplant.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

B.     De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om het groene karakter te herstellen. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte  heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

e.      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

f.        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

g.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

h.      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

i.        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

j.        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

k.      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

l.        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, het toepassen van boombeschermings-maatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

f.        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 28 oktober 2019 onder referentie 191158 L-20-039, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Nieuwstraat.
  • Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater is het plaatsen van een regenwaterput niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • De RWA-afvoer wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 3.980 liter (effectief 5.950 liter) infiltratievolume en min. 6,37m² (effectief 16,02m²) infiltratie oppervlakte.
  • Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Er wordt aangesloten op de bestaande septische put.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de bestaande woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 27 oktober 2019 tot 25 november 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nieuwstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.950 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,02m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, de afbraak van 2 bestaande bijgebouwen en het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Dorpskom Zuid deel 2. Het BPA bepaalt dat:

o        alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van iedere eigendomsgrens, uitgezond de rooilijnen, verwijderd blijven. De aanvraag voorzien de uitbreiding van de woning op de verdieping tot op 2,78m van de rechter perceelsgrens;

o        de bouwdiepte maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel mag bedragen. De aanvraag voorziet een bouwdiepte van 15,93m;

o        de hoogte van een bijgebouw maximum 2,50m bedraagt. De aanvraag voorziet een bijgebouw met een hoogte van 3,00m;

o        bijgebouwen dienen ingeplant toe worden tot op 1m afstand van de eigendomsgrenzen. De aanvraag voorziet een bijgebouw ingeplant op de rechter perceelsgrens.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
De bestaande vergunde woning is reeds ingeplant tot op 2,69m van de rechter perceelsgrens vergund. Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.980 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,368m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Omgeving - De Loock 21 - de heer Michaël Matheussen - het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning - OMG 2019/606

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 september 1972 - 1972/131

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 oktober 1968 - 1968/13

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 23 september 2019 - OMG 2019/363

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer MIchaël Matheussen, op 22 november 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Loock 21.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 december 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1968/13 van 10 oktober 1968.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 1, 3 en 4 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – Bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwe

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – Bepalingen gemeenschappelijk voor de zones

“Gesloten, half-open en open bebouwing”

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

II. – Bepalingen betreffende de onderscheidende zones

Artikel 17 – Zones voor open bebouwing 2.000m²/30m

A.Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 2.000m²

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 30m

c.      Private wegen: in deze zone mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid noch ten laste van de Openbare Besturen kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.

Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.

Zij zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.

Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 8m, maximum 2/3 der kavelbreedte aan de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op minimum 3m van de eigendomsgrenzen. Materialen overeenkomstig artikel 5.

g.      Afsluitingen tussen de eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1974. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 280m² op een perceel van circa 2.526m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning op een perceel van 2.526m².

De woning blijft ingeplant tot op 15,38m uit de rooilijn, op 10,19m van de rechter perceelsgrens en op 5,78m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 23,55m op een kavelbreedte van 41m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 19,14m. De kroonlijsthoogte blijft behouden, ook de nokhoogte veranderd niet. Achteraan wordt een achterbouw afgebroken en een deel wordt aangebouwd, namelijk een overdekt terras. De gevels worden afgewerkt met pleisterwerk en deels bekleed met hout. Het dak wordt afgewerkt met rieten met oversteken. Er worden moderne dakkapellen voorzien in donkergrijze aluminium.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 280m².

De toegang tot het perceel is 4m breed. De oprit wordt aangelegd in kasseien en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen. Achter de woning wordt een terras van 68m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 248m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 9 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Voor het uitvoeren van de werken dienen enkele minder waardevolle bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen niet aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte  heraanplanting uit te voeren met minstens 4 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 4 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

h.      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 6 januari 2020 onder referentie L-19-757/191433, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen De Loock.

o        Volgens de bijgevoegde nota is de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater niet van toepassing op het dossier.

o        Er zijn wel twee regenwaterputten voorzien met elke een inhoud van 3.000 liter.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        De bestaande huisaansluiting van de bestaande woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Loock een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 92cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Wijnegemsteenweg 193 - bemiddeling in procedure Raad voor Vergunningsbetwistingen - dadingsovereenkomst - De Vogelenzang bvba - SV 2017/162

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          18 december 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          23 januari 2018 - betekening beroep bij deputatie

          22 maart 2018 - vergunning onder voorwaarden - deputatie

          14 mei 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om niet in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          1 juni 2018 - een buurtbewoner, de heer Dirckx, vordert de schorsing van de beslissing van de deputatie bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          12 juni 2018 - arrest over de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad verwerpt de vordering tot schorsing in zijn arrest

          6 augustus 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om tussen te komen in de procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          17 juni 2019 - het college van burgemeester en schepenen geeft meester Reiner Tijs de opdracht om bij de andere partijen na te gaan of een bemiddelingsprocedure mogelijk is en een verzoek tot bemiddeling voor te leggen aan de raad voor vergunningsbetwistingen.

          30 september 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist om mevrouw Marian Van Alphen en mevrouw Liesbeth Michiel af te vaardigen in de bemiddelingsprocedure, bijgestaan door meester Reiner Tijs.

          6 december 2019 - eerste bemiddelingsgesprek

 

Feiten en context

          Het ontwerp van dadingsovereenkomst houdt de volgende verplichting in, in hoofde van de gemeente Schilde:

          De GEMEENTE SCHILDE zorgt voor een verzegelde geluidsmeter raadpleegbaar door alle partijen die elke overtreding van de BVBA DE VOGELENZANG boven de 70 dB automatisch registreert.

          De GEMEENTE SCHILDE garandeert ten allen tijde de goede werking en raadpleegbaarheid van het automatische geluidsregistratiesysteem. Een aantasting van het geluidssysteem die niet te wijten is aan overmacht, maakt tevens een overtreding uit tegen deze dadingsovereenkomst.

          De dadingsovereenkomst wordt na een periode van een jaar door partijen geëvalueerd. De GEMEENTE SCHILDE neemt hiertoe het initiatief. Elke wijziging of aanvulling van huidige dadingsovereenkomst gebeurt uitsluitend schriftelijk.

          Het volgende bemiddelingsgesprek heeft plaats op 24 januari 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 4.8.2. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Raad voor Vergunningsbetwistingen doet als administratief rechtscollege, bij wijze van arresten, uitspraak over de beroepen die worden ingesteld tot vernietiging van vergunningsbeslissingen, zijnde uitdrukkelijke of stilzwijgende bestuurlijke beslissingen, genomen in laatste administratieve aanleg, betreffende het afgeven of weigeren van een vergunning.

          Artikel 42 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet)
De procedure van een bemiddeling.

          Artikel 95 tot en met 100 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit)
De werking van een bemiddelingsprocedure.

 

Argumentatie

          Het is geen taak van de gemeente om een geluidsmeter te plaatsen en ervoor te zorgen dat de goede werking en raadpleegbaarheid gegarandeerd is. In het kader van het gelijkheidsbeginsel zou de gemeente zich dan ook moeten engageren tot het plaatsen van een geluidsmeter bij alle horecazaken op het grondgebied van de gemeente. Dit moet een taak zijn voor de uitbaters van De Vogelenzang.

          De gemeente heeft het initiatief genomen tot opstart van een bemiddelingsprocedure. De gemeente kan ook het initiatief nemen tot het evalueren van de dadingsovereenkomst.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het volgende bemiddelingsgesprek dat plaatsvindt op vrijdag 24 januari.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen heeft volgende opmerkingen op de bemiddelingsprocedure:

          Het is de verantwoordelijkheid van de uitbaters van BVBA De Vogelenzang om een verzegelde geluidsmeter te plaatsen en te garanderen dat deze ten allen tijd werkt en raadpleegbaar is.

          De gemeente heeft het initiatief genomen om de bemiddelingsprocedure op te starten. De gemeente Schilde kan ook het initiatief nemen in de evaluatie van de dadingsovereenkomst.

          De overeenkomst wordt voor goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd als de andere partijen getekend hebben. De ondertekening van de overeenkomst gebeurt na goedkeuring door de gemeenteraad door burgemeester en algemeen directeur.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 24 januari 2020 tot en met 22 februari 2020

Haksellaan 24

het bouwen van een eengezinswoning

OMG 2019/649

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - Waterstraat 371a - bouwvergunning 2016/247

 

 

Voorgeschiedenis

Op 6 maart 2017 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Moorkens doet een aanvraag tot vrijgave van zijn bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2016/247.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2016/247 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Moorkens, Waterstraat 371a, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - Azalealaan 3 - Bouwvergunning 2017/223

 

 

Voorgeschiedenis

Op 29 januari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Vossen verzond per e-mail op 9 december 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 5.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/223.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/223 voor het volledige bedrag van 5.000 euro aan Vossen, Azalealaan 3, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - Rozenlaan 51 - Bouwvergunning 2017/272

 

 

Voorgeschiedenis

Op 12 maart 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Kas verzond per e-mail op 3 december 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/272.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/272 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Kas Rozenlaan 51, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - De Nachtegaal 24 - OMG 2018/577

 

 

Voorgeschiedenis

Op 1 april 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Müller verzond per e-mail op 16 december 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 2.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Bij nazicht blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de omgevingsvergunning OMG 2018/577.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning OMG 2018/577voor het volledige bedrag van 2.000 euro aan Müller, De Nachtegaal 24 Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - Gillès de Pélichylei 121 - bouwvergunning 2017/224

 

 

Voorgeschiedenis

Op 22 januari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Dedeckere verzond per e-mail op 23 december 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 2.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/224.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/224 voor het volledige bedrag van 2.000 euro aan Dedeckere Gillès de Pélichylei 121, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Vrijgave bankwaarborg - Turnhoutsebaan 29 - bouwvergunning 2016/92

 

 

Voorgeschiedenis

Op 24/8/2015, 22/8/2016 en 29 januari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om 3 vergunningen af te leveren onder voorwaarden. Op de bouwvergunning SV 2016/92 afgeleverd op 22/8/2016 werd een waarborg opgelegd. De andere vergunningen werden gekopppeld aan deze vergunning.

 

Feiten en context

Verheyen verzond per e-mail op15 december 2019 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit nazicht blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de 3 vergunningen .

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning SV 2016/92 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Verheyen Turnhoutsebaan 29, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Prijsvraag voor afbraak woningen - 2019-055/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 21 oktober 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden en de raming van deze opdracht, met name de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 21 oktober 2019 om de opdracht te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan deze opdracht:

          AABIK, Ter Stratenweg 7A te 2520 Oelegem;

          Van Buel Marc, Keerbaan 149 te 2160 Wommelgem;

          BVBA Verbo Beheer, Belpairestraat 28 te 2600 Berchem (Antwerpen).

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 4 november 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 3 maart 2020.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          Van Buel Marc, Keerbaan 149 te 2160 Wommelgem (33.000,00 euro excl. btw of 39.930,00 euro incl. 21% btw);

          AABIK, Ter Stratenweg 7A te 2520 Oelegem (23.550,00 euro excl. btw of 28.495,50 euro incl. 21% btw);

          BVBA Verbo Beheer, Belpairestraat 28 te 2600 Berchem (Antwerpen) (25.900,00 euro excl. btw of 31.339,00 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 5 november 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/011/004

Algemene rekening

22100000

Beleidsveld

0621

Bedrag

Visum financieel beheerder

28.495,50 euro incl. 21% btw

20/002

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 5 november 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “prijsvraag voor afbraak woningen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de prijs), zijnde AABIK, Ter Stratenweg 7A te 2520 Oelegem, tegen het nagerekende offertebedrag van 23.550,00 euro excl. btw of 28.495,50 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-055/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Snoeien van laanbomen - 2019-021/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 14 oktober 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen;

          Van de Velde, Het Goor 13 te 2243 Pulle;

          Lauwereys BVBA, Molenheide 80 te 2242 Pulderbos;

          Me-ander boomverzorging, Leeuwkensweg 40 te 2970 Schilde;

          Dimaco BVBA, Het Goor 13 te 2243 Pulle;

          Arbolarix, Molenstraat 112 te 2970 Schilde.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 4 november 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 3 maart 2020.

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen (38.773,00 euro excl. btw of 46.915,33 euro incl. 21% btw);

          Van de Velde, Het Goor 13 te 2243 Pulle (46.795,00 euro excl. btw of 56.621,95 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 5 november 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/012

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

46.915,33 euro incl. 21% btw

20/001

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 5 november 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “snoeien van laanbomen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen, tegen het nagerekende offertebedrag van 38.773,00 euro excl. btw of 46.915,33 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-021/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Verlichting op parking 't Appeltje

 

 

Voorgeschiedenis

          21 oktober 2019: besluit van gemeenteraad aangaande overdracht openbare verlichting

          15 november 2019: mail van OCMW met de vraag om verlichting te voorzien op de parking in de Kwekerijstraat

 

Feiten en context

De zichtbaarheid op de parking van kinderopvang het Appeltje in de Kwekerijstraat is zodanig slecht zodat de veiligheid in het gedrang komt.

 

Juridische gronden

Artikel 57 §3 van het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De kosten worden door Fluvius geraamd op tweeduizend negenhonderd euro en de betaling zal gebeuren in het kader van de beheersoverdracht van de openbare verlichting.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van de dienst Thuiszorg, OCMW en beslist goedkeuring te verlenen aan de plaatsing van verlichting op de parking in de Kwekerijstraat.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Leveren en plaatsen van straatmeubilair - 2018-038/TDU - perceel 2 - goedkeuring factuur

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 22 oktober 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Leveren en plaatsen van straatmeubilair - Perceel 2 (Leveren en plaatsen van straatmeubilair)” aan Belurba bvba, Heikant 5 te 3930 Hamont-Achel tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 321.474,60 euro excl. btw of 388.984,27 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De plaatsing van het meubilair kan slechts gebeuren na oplevering van perceel 1 voorbereidende werken. Belurba bvba heeft bij gunning alle materialen aangekocht en deels gemonteerd. Deze staan al lange tijd opgeslagen in hun magazijn. Belurba bvba factureert de posten voor het leveren van het meubilair, in afwachting van de plaatsing, voor een bedrag van 262.884 euro inclusief btw. Wij hebben bij Belurba bvba een stocktelling gehouden om vast te stellen dat het meubilair, al dan niet gemonteerd, aanwezig is hun magazijn. Wegens plaatsgebrek zijn nog niet alle meubels gemonteerd en wordt de productie hervat bij plaatsing. Middels deze factuur kan Belurba bvba de gemaakte kosten al deels doorrekenen. Het budget voor deze opdracht werd voorzien voor afrekening in 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 36 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

          Er is vastgesteld dat het meubilair, al dan niet gemonteerd, aanwezig is.

          De factuur betreft enkel het leveren in afwachting van de plaatsing.

          Het budget voor deze opdracht werd voorzien voor 2019.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

003/001/002/001

Algemene rekening

22500000

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel directeur

388.984,27 euro incl. btw

18/079

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de betaling van de factuur van Belurba voor de posten die de levering van het straatmeubilair omvatten en dit voor een bedrag van 262.884 euro inclusief 21% btw.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Prijs huren van site Vennebos - zomer en Pasen voor de vakantiewerking

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 01 2020

Aanvraag filmopnames VTM - Breeveld 4 - woensdag 22 januari 2020.

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Katrien Van den bossche, Zodiak Belgium, van 10 januari 2020

 

Feiten en context

In Breeveld 4 starten de opnames voor de VTM daily ‘Familie’. Deze opnames zullen doorgaan in Breeveld 4 2970 Schilde tussen 10.30 uur en 13.00 uur.

Hiervoor vraagt Zodiak Belgium toestemming om:

          tussen 10.30uur en 13.00uur het stukje straat aan de woning te blokkeren tijdens de opname van de scène;

          de passanten twee minuten te laten wachten tijdens de opname van de scène;

          om nadarhekken te plaatsen met borden enkel plaatselijk verkeer.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          gunstig advies mobiliteit

          gunstig advies politie

 

Argumentatie

Andere aanvragers kregen voor gelijkaardige aanvragen toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Zodiak Belgium om filmopnames te maken voor de VTM serie daily "Familie" mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          de weg wordt tussen 10.30 en 13.00 uur voor maximum 2 minuten afgesloten, aan weerszijde van de weg bij eventuele zijpaden wordt een steward geplaatst die wandelaars en fietsers tegenhoudt tijdens de opnames;

          tussen elke opname mogen wandelaars en fietsers passeren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om 4 nadarhekken te voorzien.

 

 

Publicatiedatum: 28/01/2020