College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020
Omgeving - Brasschaatsebaan 83B en 83C - Jay De Mulder - het aanleggen van een openlucht zwembad - M 2020/408
Voorgeschiedenis
- Stedenbouwkundige vergunning(en)
o het vellen van 5 oude bomen - vergunning door stedenbouw - 6 maart 2015 - 2015/10
o bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2015 - 2014/299
o het slopen van een vrijstaande woning met bijgebouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juli 2014 - 2014/112
- Verkavelingsvergunning(en)
o verkavelen in 2 kavels - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 2014 - 2014/1
- Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties
o het bouwen van 2 nieuwbouw ééngezinswoningen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2018 - OMG 2018/353
o het vellen van 1 den - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 16 september 2019 - VB 2019/398
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jay De Mulder, op 2 augustus 2020 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Brasschaatsebaan 83B en 83C.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad.
De uiterste beslissingsdatum is 1 september 2020.
- Planologische context
Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 2014/1 van 22 december 2014.
De verkaveling 2014/1 bepaalt:
Stedenbouwkundige voorschriften bij een verkavelingsaanvraag
1. Voorschriften bestemming
1.1. Bestemming hoofdgebouwen
1.1.A. Hoofdbestemming Hoofdgebouwen
Enkel ééngezinswoningen worden toegelaten als hoofdbestemming voor hoofdgebouwen
1.1.B. Nevenbestemming Hoofdgebouwen
Enkel functies complementair aan het wonen, vrij beroep zijn toegelaten.
Winkels, horeca, ambachtelijke bedrijven, recreatieve bedrijven (sportclubs, en dergelijke) en nijverheid zijn niet toegelaten.
1.2. Bestemming Bijgebouwen
Bijgebouwen enkel toegelaten binnen de op de plannen getekende zone en op minstens 1m van de grenzen (zie verkavelingsontwerp), met inbegrip van eventuele garage, tuinhuis, fietsenberging, serre, opslaghok voor vuilnisbakken, technieklokaal.
Ze moeten allen worden gebouwd met dezelfde beperkte dakhoogte.
1.3. Bestemming niet bebouwd gedeelte
- In hoofdzaak aan te leggen als tuinen met parkkarakter, waarbij bomen en stuiken een groot deel van de oppervlakte beslaan.
- Niet-overdekte zwembaden toegestaan.
- Geen tuinmuren toegestaan, behalve op de perceelsgrens in het verlengde van de gemeenschappelijke muur, achter de woningen, maximum 5m diepte, en 2m hoogte, af te werken in hetzelfde materiaal als de gevels.
- Verharding toegestaan voor een pad naar de voordeur, een inrit naar de garage, met voldoende ruimte om de auto te keren, voor het veilige uitrijden naar de drukke gewestweg, plus een verhard terras achter de woning.
2. Voorschriften Gebouwen
2.1. Voorschriften Hoofdgebouwen
2.1.A. Typologie
Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het type halfopen bebouwing gekoppelde woningen.
De twee woningen van elk bouwblok worden met dezelfde materialen gebouwd en moeten ook nadien dezelfde materialen blijven behouden, zodat het uiterlijk één samenhangend geheel vormt en blijft vormen.
De twee woningen van elk bouwblok worden met dezelfde bouwdiepte en bouwhoogte gebouwd en moeten ook nadien dezelfde diepte en hoogte blijven behouden, zodat het uiterlijk één samenhangend geheel vormt en blijven vormen.
De kroonlijsthoogten van de gekoppelde woningen zijn per bouwblok identiek.
2.1.B. Inplanting
Op het verkavelingsplan worden de bouwzones weergegeven, de normale afstanden worden in acht genomen.
Bouwlijn:
- Evenwijdig aan de straat zoals op het verkavelingsontwerp getekend, overgenomen van het BPA plan, op 15m achter de nu geldende rooilijn.
Bouwbreedte:
- Voorste gedeelte met voorgevel: 8m per woning, dus 16m per bouwblok.
- Achterste gedeelte met achtergevel: 7,5m per woning, dus 15m per bouwblok.
Bouwdiepte:
- Gelijkvloers en verdieping: 15m.
- Erkers: geen erkers toegelaten.
Zijgevel:
- De zijgevels bevinden zich ten opzichte van de zijgrens van het perceel.
- Voorste gedeelte met voorgevel: 3m.
- Achterste gedeelte met achtergevel: 3,5m voor lot 1 en de linker woning van lot2, voor de rechter woning op lot2 geldt, hoek rechtsachter op minimum 3m van de grens.
- En binnen de bouwstrook aangeduid op het verkavelingsontwerp.
2.1.C. Bouwvolume
Voorgevelbreedte
Minium 7m en maximum 8m per woning, dus minimum 14 en maximum 16m per blok van 2 gekoppelde woningen, zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp.
Bouwhoogte
7m, gemeten vanaf de maaiveldhoogte.
- De vloer van het gelijkvloers ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 15cm.
- De maaiveldhoogte is het gemiddelde van de maaiveldhoogtes van de punten die voor de perceelsgrenzen liggen, gemeten in de nok van de straat, verhoogd met 20cm.
- Op het platte dak zijn geen terrassen, schermen of balustrades toegestaan.
Bouwdiepte
- Maximaal 15m over de gehele hoogte.
- De bouwdiepte op de verdieping moet dezelfde zijn als op het gelijkvloers. Hierdoor zijn op de verdieping geen terrassen mogelijke.
- Eventuele overdekte terrassen of veranda’s op het gelijkvloers moeten binnen deze bouwdiepte vallen.
2.1.D Verschijningsvorm
Dak
- Plat dak.
- Hoge dakrand die de onzichtbare plaatsing van zonnepanelen en andere technische installaties mogelijk maakt, zodat het aanzicht voor de omgeving zuiver blijft.
- Geen uit de gevel uitkragende oversteken toegelaten, tenzij een luifel boven de inkomdeur en een zonnetent aan het terras van de achtergevel.
Dakbedekking
Alle duurzame, esthetische verantwoorde materialen zijn toegelaten.
Zonnepanelen zijn toegelaten als ze vanaf ooghoogte onzichtbaar zijn opgesteld.
Gevelmaterialen
- Gevelbaksteen, gevoegd of gelijmd, eventueel geschilderd of gekaleid.
- Plinten in baksteen, natuursteen of cementering.
- Crepi bepleistering niet toegelaten.
- Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouw baksteen niet toegestaan.
- Vlakke bekleding in platen of planken is toegelaten op maximaal 10% van de geveloppervlakte.
Waar een woning uitsteekt voorbij of boven de aanpalende woning of bijgebouw, worden zichtbare gevelvlakken afgewerkt in dezelfde gevelmaterialen als de eerstgenoemde woning of bijgebouw. Deze materialen mogen over de perceelsgrens reiken om een goede technische afwerking toe te laten. Gevelleien of zijn hiervoor niet toegestaan.
Schrijnwerk
- Ramen en deuren: hout, gebeitst of gelakt, aluminium, gemoffeld, pvc, staal gelakt.
- Kleur: geen felle kleuren toegestaan.
- Glas: kleurloos.
- Raamdorpels: natuursteen, hout of aluminium.
- Deurdorpels: arduin.
Technieken
- Tecnhieken zoals airco-toestellen, warmtepompen en schotelantennes of andere antennes mogen niet zichtbaar zijn vanaf de straat, enkel gelijkvloers te plaatsen in de tuin, omgeven met groenblijvende beplanting die hoger is dan de toestellen, of te plaatsen op het plan dak, onzichtbaar vanaf ooghoogte.
Geen leidingen van technieken toegestaan op de gevelvlakken.
Parkeren
- 1 garage en garagepoort toegelaten in de hoofdgebouwen.
- Benevens de inrit van de straat naar de garage is het toegelaten om in de voortuin nog 1 parkeerplaats aan te leggen, in de waterdoorlatende verharding.
Isolatienormen
- Voor deze verkaveling is E-60 vereist, aan te tonen via het EPB verslaggeving.
Dus:
De woningen dienen te beantwoorden aan een esthetisch verantwoorde vorm die zich inpast in de omgeving.
2.2. Voorschriften bijgebouwen
2.2.A. Inplanting
Binnen de op het verkavelingsplan getekende bouwzones.
2.2.B. Bouwvolume
Oppervlakte
De totale oppervlakte bedraagt maximaal 40m² per kavel en 20m² per woning.
Plaatsing
Op minstens 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 10m achter de achtergevelbouwlijn (dus op minstens 25m achter de voorgevel) per woning op te trekken op de eigen helft van de kavels.
Bouwhoogte
De bouwhoogte bedraagt 3m, de vloer van het bijgebouw ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 5cm.
Dak
Enkel plat dak is toegestaan:
- De platte daken van de bijgebouwen worden afgewerkt met groendaken.
Dakbedekking
Alle duurzame, esthetische verantwoorde materialen zijn toegelaten.
Gevelmaterialen
- Gevelbaksteen, gevoegd of gelijmd, eventueel geschilderd of gekaleid.
- Plinten in baksteen, natuursteen of cementering.
- Crepi bepleistering niet toegelaten.
- Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouw baksteen niet toegestaan.
- Duurzame houten bekleding toegelaten.
Schrijnwerk
- Ramen en deuren: hout, gebeitst of gelakt, aluminium, gemoffeld, pvc, staal gelakt.
- Kleur: geen felle kleuren toegestaan.
- Glas: kleurloos.
- Raamdorpels, hout, natuursteen of aluminimum.
- Deurdorpels: arduin.
Technieken
Vlak opgestelde zonnepanelen of zonnecollectoren zijn toegelaten als ze volledig binnen de dakrand vallen en dus onzichtbaar zijn vanaf het maaiveld.
- Dit is mogelijk door het platte dak in voorkomend geval lager te maken dan de dakrand van 3m.
3. Niet-bebouwd gedeelte
Het niet-bebouwde en niet verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heester en/of gras en als zodanig blijven behouden.
Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke en dit met maximum 5% van elke kavel voor elke woning.
Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend mag worden verhard en dit in waterdoorlatende verharding.
Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² per kavel dus 37,5m² per woning en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen en op 1m van de ½ van iedere kavel, gelegen in het verlengde van de gemene muur.
Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.
Volledige verhardingen zijn slechts toegelaten als terras en met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² per kavel en dus 50m² per woning.
3.1. Reliëfwijzigingen
Het terrein is vlak en er zijn geen reliëfwijzigingen toegestaan.
Hellende op- en afritten zijn niet toegelaten.
Beperkte ophogingen voor bouwtechnische aspecten zijn toegelaten.
3.2. Verhardingen
Verhardingen moeten beperkt blijven tot de bouwzone voor bij- en hoofdgebouwen en eventuele omranding van een zwembad.
Noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden en oprit mogen voorzien worden, omrand door groenaanleg.
Buiten deze bouwzones dient de tuin aangelegd te worden met groenaanplantingen.
Achter de woningen, grenzend tegen de achtergevel, kan een terras aangelegd worden in niet waterdoorlatende materialen, beperkt tot 20m².
3.3. Inrichtingelementen
Regenwaterrecuperatie
Per woning wordt er een regenwaterput voorzien van minimaal 5.000 liter, gevoed door het dak van het hoofdgebouw, waarbij men wc’s en buitenkranen hierop kan aansluiten conform de geldende wetgeving.
3.4. Afsluitingen
- Zwarte draadafsluitingen zijn toegestaan, maar deze mogen niet voorzien zijn van plastic of andere oppervlakten of stroken om ze te blinderen.
- Heidematten of open kastanjestakken zijn toegestaan.
- Betonnen, kunststoffen of gesloten houten afsluitingen niet toegestaan.
- Hoogtes: maximaal 1,2m in de voortuin, maximaal 2m achter de voorbouwlijn.
- Levende hagen zijn toegestaan.
- Tussen de tuinhelften van de gekoppelde woningen is draadafsluiting toegestaan.
3.5. Groen
Vellen van bomen
Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomstrek van 0,5m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de gemeente. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:
- Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij bijhorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid van de omgeving.
- De veiligheid der openbare werken en van de private en openbare eigendommen.
Open grachten
De bestaande open gracht blijft zoveel als mogelijk open. Per woning mag de bestaande gracht slechts over een breedte van 5m worden ingebuisd conform het gemeentelijk reglement.
Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:
Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m
2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen
2.1.1. Bestemmingen
Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.
De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verder zetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.
2.1.2. Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.
2.1.3. Plaatsing van de gebouwen
- Binnen de op plan aangeduide zone;
- Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;
- De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.
2.1.4. Afmetingen van de gebouwen
a) kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.
b) voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:
- Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn
- Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn
Bij gekoppelde bebouwing:
Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.
c) Bouwdiepte
Maximum 15m tussen voor- en achtergevel
d) Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².
2.1.5. Welstand van de gebouwen
Dakvorm
Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.
Materialen:
a) Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.
b) Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).
c) Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.
d) Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.
2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen
2.2.1. Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.
2.2.2. Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.
2.2.3. Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte: maximum 3m.
2.4. Welstand van de gebouwen
Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.
Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.
2.3. Aanleg van de zone
- Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.
- Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige” bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.
- De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.
- Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.
- Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke.
- Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.
- Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamelijke oppervlakte van 100m².
- Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.
2.4. Stedenbouwkundige aanvragen
Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:
1. Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:
- De schaal van het plan
- De bestaande en de aangevraagde bebouwing
- De toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen
- Alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen
2. Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten boen met vermelding van soort en aantal.
2.5. Verkavelingsvoorschriften
2.5.1. Kavelbreedte
Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.
2.5.2. Kaveloppervlakte
Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.
2.5.3. Vorm van de kavels
- Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.
- Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.
Op het perceel zijn er vandaag twee gekoppelde ééngezinswoningen aanwezig die vergund werden op 23 maart 2015.
De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 232m² op een perceel van circa 1.830m².
Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.
Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als twee gekoppelde ééngezinswoningen op 1 kavel.
Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.
De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg.
Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open.
Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
De aanvraag gaat over het aanleggen van een openlucht zwembad en het bouwen van een bijgebouw op een perceel van 1.830m².
De bestaande gekoppelde woningen blijven ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 3,04m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.
De vergunde afmetingen van de dubbelwoonst blijven behouden.
De toegang tot het perceel is 3m breed.
Achter de woning wordt een zwembad aangelegd maar het is niet duidelijk wat de afstand achter de woning is en de afstanden tot de zij perceelsgrenzen.
Het is niet duidelijk hoeveel de totale verharde oppervlakte op het perceel wordt.
Het is niet duidelijk of er bomen worden gerooid.
Juridische gronden
e) Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
f) Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
g) Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
h) Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
i) Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
j) Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Argumentatie
- Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Het plaatsen van een openluchtzwembad is niet meldingsplichtig maar vrijgesteld (onder bepaalde voorwaarden) of vergunningsplichtig.
De aanvraag voor het plaatsen van een openluchtzwembad bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:
Aanduiding van de bestaande bomen met vermelding van de soort en diameter (alle bomen hoger dan 5m of met een omtrek groter dan 50cm);
Alle afmetingen oppervlakte en soort verharding (ook de boord rondom het zwembad). De verharding mag maximum 10% per perceel zijn en 5% per woning. Hier mag de totale verharding slechts 91,5m² zijn en 183m² met de verharding van de gekoppelde buur. Het zwembad mag maximum 75m² zijn per kavel, dus samen met de gekoppelde buur.
Op het inplantingsplan dienen meer gegevens te worden aangeduid:
- de afstand van het zwembad tot de achterkant van de woning en tot de zij perceelsgrenzen;
- de kijkrichting van de bijvoegde foto’s moeten op het inplantingsplan worden aangeduid;
- een akkoord van de aanpalende buur vermits deze mee behoort tot lot 2 van de verkaveling.
Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
- Functionele inpasbaarheid
Het aanleggen van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.
- Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
- De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.
- Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.
- Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
- Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.
- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.
BESLUIT
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het intrekken van de melding.