VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

24 augustus 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Olivier Verhulst, verlaat de zitting vanaf agendapunt 16, artikel 27

Olivier Verhulst, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 17

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 17 augustus 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 17 augustus 2020 zonder opmerkingen goed.

Schepen Peter Mendonck onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 4.298 tot en met 4.400;

          de betaalloten van 138 tot en met 139.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Raadscommissie - dagorde 7 september 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen. De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 7 september 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag raadscommissie van 2 juni 2020;

          SECRETARIAAT - Toelichting jaarverslag PZ Voorkempen;

          MILIEU - Natuurplan - procesnota;

          VRIJE TIJD EN WELZIJNSZAKEN - CORONA - noodfonds verenigingen, armoede en kwetsbare doelgroepen;

          SOCIALE DIENST - COVID 19 extra middelen in strijd tegen armoede;

          SOCIALE DIENST - COVID 19 consumptiebudget voor kwetsbare doelgroep;

          VRIJETIJD EN WELZIJNSZAKEN – Academie Noord.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Verwerkingsovereenkomst Remmicom NV

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

          VVSG biedt een basismodel voor verwerkingsovereenkomsten in het kader van de GDPR.

          Remmicom NV heeft het VVSG basismodel gevolgd.

 

Juridische gronden

          Artikel 28, derde lid van de GDPR
De verwerking van persoonsgegevens door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijk recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.

          Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Omdat Remmicom NV in opdracht van gemeente Schilde persoonsgegevens verwerkt, is het nodig om een verwerkersovereenkomst af te sluiten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de verwerkingsovereenkomst met Remmicom NV goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen mandateert de burgemeester en de algemeen directeur om de verwerkingsovereenkomst met Remmicom NV namens de gemeente te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Moerstraat - fietsoversteekplaats en wegversmalling

 

 

Voorgeschiedenis

          24 juni 2020: overleg verkeerscel met Heilig Hart van Maria-instituut

          13 juli 2020: het college van burgemeester en schepenen beslist een wegversmalling en fietsoversteekplaats te voorzien in de Moerstraat ter hoogte van het Schranspad en vier jerseys te voorzien voor de inrichting van de wegversmalling

          19 augustus 2020: overleg verkeerscel met Heilig Hart van Maria-instituut en buurtvereniging Moerstraat/Zonnebos

 

Feiten en context

Tijdens het overleg van 19 augustus 2020 wordt er afgesproken de wegversmalling te beperken tot een dubbele jersey voor de fietsoversteekplaats, aan de rechterkant komende vanuit Zonnebos.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          De verkeerscel adviseert de wegversmalling te beperken tot één dubbele jersey, te plaatsen voor de fietsoversteekplaats, aan de rechterkant komende vanuit Zonnebos.

          Politiezone Voorkempen adviseert de verkeersborden A7a en A7b (aanduiding wegversmalling) te vervangen door verkeersborden B19 en B21 (voorrangsregeling).

 

Argumentatie

Het creëren van een verkeersveilige woon- en schoolomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de wegversmalling in de Moerstraat ter hoogte van het Schranspad te beperken tot één dubbele jersey, te plaatsen voor de fietsoversteekplaats, aan de rechterkant komende vanuit Zonnebos.

Artikel 2. Deze gewijzigde verkeerssituatie wordt aangeduid met verkeersborden F50, B1, B19 en B21.

Artikel 3. De proefopstelling wordt geëvalueerd in januari 2021 en wordt dan eventueel bestendigd.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Moerstraat - verslag 19 augustus 2020 - overleg HHVM en buurtvereniging Moerstraat/Zonnebos

 

 

Voorgeschiedenis

19 augustus 2020: overleg Heilig Hart van Maria-instituut en buurtvereniging Moerstraat/Zonnebos

 

Feiten en context

Buurtvereniging Moerstraat/Zonnebos uitte verschillende bezwaren tegen de inrichting van een wegversmalling ter hoogte van het Schranspad.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het overleg dat doorging op 19 augustus 2020 met Heilig Hart van Maria-instituut en buurtvereniging Moerstraat/Zonnebos.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Nutswerken - Fluvius - Turnhoutsebaan - Nieuw distributienet

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 5 augustus 2020 van Fluvius Regio Kempen, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Turnhoutsebaan, zoals aangeduid op de plannen met referentie HNW 344006 en DNW 2027921.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Aanleg van een nieuw distributienet.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Eandis met kenmerk 344006.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Nutswerken - Fluvius - Zandhovensebaan - Nieuw distributienet in verkaveling

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op van Fluvius Regio Kempen, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Zandhovensebaan zoals aangeduid op de plannen met referentie HNW321563 en DNW 20271813.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Uitbreiding van de leidingen naar aanleiding van verkaveling met zeven percelen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Eandis met kenmerk 321563 en het ontwerpplan met referentie DNW 20271813.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden;

          een aanvraag tot omgevingsvergunning in te dienen voor het oprichten van de cabine.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Nutswerken - Fluvius - Zandhovensebaan- Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 23 juli 2020 van Fluvius Regio Kempen, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Zandhovensebaan zoals aangeduid op de plannen met referentie VERK-18-03988.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Uitbreiding van de leidingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk VERK-18-03988.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Heraanleg Turnhoutsebaan van Wisselstraat tot grens Zoersel, N12 - Vaststelling einde der werken

 

 

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 17 december 2012 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Heraanleg Turnhoutsebaan van Wisselstraat tot grens Zoersel, N12 - module 13” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 3.115.481,24 euro excl. btw of 3.633.475,11 euro incl. btw.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15.

          Koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 3, § 1.

          De algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

          De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder heeft aan zijn verplichtingen voldaan.

          De ontwerper, Grontmij Vlaanderen nv, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde een proces-verbaal op van voorlopige oplevering, die plaatsvond op 25 augustus 2017.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vaststelling van het einde der werken bij de heraanleg Turnhoutsebaan van de Wisselstraat tot de grens Zoersel, N12.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het einde der werken openbaar te maken.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

N121 - bomenschade op privé

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder. De gemeente Schilde is opdrachtgevend bestuur.

          Het college van burgemeester en schepenen neemt als opdrachtgever van de werken kennis van het bomenrapport in zitting van 17 april 2020 en beslist om 21 onstabiele bomen die in dit rapport opgenomen zijn te kappen.

 

Feiten en context

          Op 19 juni 2020 meldt de eigenaar van Gillès de Pélichylei 66 dat er een boom op zijn perceel schade vertoont door de werken op het openbaar domein.

          Op 13 augustus meldt de eigenaar van Gillès de Pélichylei 70 dat er drie bomen op zijn perceel schade vertonen en afstervende zijn door de werken op het openbaar domein.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Eerder in dit dossier werden er 21 beproefd op basis van de uitgevoerde (graaf)werken. De meeste van deze bomen stonden op openbaar domein. Enkele bomen stonden ter hoogte van de nieuw gerealiseerde rooilijn op privé. Dit werd uitgevoerd door Colas.

          Gezien de werken bijna afgelopen zijn, kunnen er geen extra werken meer gevraagd worden aan Colas binnen de huidige opdracht.

          Door uitzonderlijke weersomstandigheden vertonen ook andere bomen buiten de werkzone, of directe omgeving hiervan, schade.

          De N121 is een gewestweg.

          Het openbaar domein is eigendom van Agentschap Wegen en Verkeer.

          Indien men schade heeft op privé terrein dient men dit aan te geven aan hun eigen verzekering.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van deze meldingen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist principieel dat de gemeente geen actie dient te ondernemen voor boomschade op privé terrein.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Omgeving - Oudaen 9 - COSTERMANS PROJECTEN NV en de heer David Costermans - het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte - OMG 2019/653

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Omgeving - Brasschaatsebaan 83B en 83C - Jay De Mulder - het aanleggen van een openlucht zwembad - M 2020/408

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het vellen van 5 oude bomen - vergunning door stedenbouw - 6 maart 2015 - 2015/10

o        bouwen van twee gekoppelde eengezinswoningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2015 - 2014/299

o        het slopen van een vrijstaande woning met bijgebouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juli 2014 - 2014/112

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        verkavelen in 2 kavels - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 2014 - 2014/1

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van 2 nieuwbouw ééngezinswoningen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2018 - OMG 2018/353

o        het vellen van 1 den - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 16 september 2019 - VB 2019/398

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jay De Mulder, op 2 augustus 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Brasschaatsebaan 83B en 83C.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad.

De uiterste beslissingsdatum is 1 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.
Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 2014/1 van 22 december 2014.

 

  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 2014/1 bepaalt:

Stedenbouwkundige voorschriften bij een verkavelingsaanvraag
1. Voorschriften bestemming

1.1.            Bestemming hoofdgebouwen

1.1.A. Hoofdbestemming Hoofdgebouwen

Enkel ééngezinswoningen worden toegelaten als hoofdbestemming voor hoofdgebouwen

1.1.B. Nevenbestemming Hoofdgebouwen

Enkel functies complementair aan het wonen, vrij beroep zijn toegelaten.

Winkels, horeca, ambachtelijke bedrijven, recreatieve bedrijven (sportclubs, en dergelijke) en nijverheid zijn niet toegelaten.

1.2.            Bestemming Bijgebouwen

Bijgebouwen enkel toegelaten binnen de op de plannen getekende zone en op minstens 1m van de grenzen (zie verkavelingsontwerp), met inbegrip van eventuele garage, tuinhuis, fietsenberging, serre, opslaghok voor vuilnisbakken, technieklokaal.

Ze moeten allen worden gebouwd met dezelfde beperkte dakhoogte.

1.3.            Bestemming niet bebouwd gedeelte

-          In hoofdzaak aan te leggen als tuinen met parkkarakter, waarbij bomen en stuiken een groot deel van de oppervlakte beslaan.

-          Niet-overdekte zwembaden toegestaan.

-          Geen tuinmuren toegestaan, behalve op de perceelsgrens in het verlengde van de gemeenschappelijke muur, achter de woningen, maximum 5m diepte, en 2m hoogte, af te werken in hetzelfde materiaal als de gevels.

-          Verharding toegestaan voor een pad naar de voordeur, een inrit naar de garage, met voldoende ruimte om de auto te keren, voor het veilige uitrijden naar de drukke gewestweg, plus een verhard terras achter de woning.

2.      Voorschriften Gebouwen

2.1.            Voorschriften Hoofdgebouwen

2.1.A. Typologie

Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het type halfopen bebouwing gekoppelde woningen.

De twee woningen van elk bouwblok worden met dezelfde materialen gebouwd en moeten ook nadien dezelfde materialen blijven behouden, zodat het uiterlijk één samenhangend geheel vormt en blijft vormen.

De twee woningen van elk bouwblok worden met dezelfde bouwdiepte en bouwhoogte gebouwd en moeten ook nadien dezelfde diepte en hoogte blijven behouden, zodat het uiterlijk één samenhangend geheel vormt en blijven vormen.

De kroonlijsthoogten van de gekoppelde woningen zijn per bouwblok identiek.

2.1.B. Inplanting

Op het verkavelingsplan worden de bouwzones weergegeven, de normale afstanden worden in acht genomen.

Bouwlijn:

-          Evenwijdig aan de straat zoals op het verkavelingsontwerp getekend, overgenomen van het BPA plan, op 15m achter de nu geldende rooilijn.

Bouwbreedte:

-          Voorste gedeelte met voorgevel: 8m per woning, dus 16m per bouwblok.

-          Achterste gedeelte met achtergevel: 7,5m per woning, dus 15m per bouwblok.

Bouwdiepte:

-          Gelijkvloers en verdieping: 15m.

-          Erkers: geen erkers toegelaten.

Zijgevel:

-          De zijgevels bevinden zich ten opzichte van de zijgrens van het perceel.

-          Voorste gedeelte met voorgevel: 3m.

-          Achterste gedeelte met achtergevel: 3,5m voor lot 1 en de linker woning van lot2, voor de rechter woning op lot2 geldt, hoek rechtsachter op minimum 3m van de grens.

-          En binnen de bouwstrook aangeduid op het verkavelingsontwerp.

2.1.C. Bouwvolume

Voorgevelbreedte

Minium 7m en maximum 8m per woning, dus minimum 14 en maximum 16m per blok van 2 gekoppelde woningen, zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp.

Bouwhoogte

7m, gemeten vanaf de maaiveldhoogte.

-          De vloer van het gelijkvloers ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 15cm.

-          De maaiveldhoogte is het gemiddelde van de maaiveldhoogtes van de punten die voor de perceelsgrenzen liggen, gemeten in de nok van de straat, verhoogd met 20cm.

-          Op het platte dak zijn geen terrassen, schermen of balustrades toegestaan.

Bouwdiepte

-          Maximaal 15m over de gehele hoogte.

-          De bouwdiepte op de verdieping moet dezelfde zijn als op het gelijkvloers. Hierdoor zijn op de verdieping geen terrassen mogelijke.

  • Eventuele overdekte terrassen of veranda’s op het gelijkvloers moeten binnen deze bouwdiepte vallen.

2.1.D Verschijningsvorm

Dak

-          Plat dak.

-          Hoge dakrand die de onzichtbare plaatsing van zonnepanelen en andere technische installaties mogelijk maakt, zodat het aanzicht voor de omgeving zuiver blijft.

-          Geen uit de gevel uitkragende oversteken toegelaten, tenzij een luifel boven de inkomdeur en een zonnetent aan het terras van de achtergevel.

Dakbedekking

Alle duurzame, esthetische verantwoorde materialen zijn toegelaten.

Zonnepanelen zijn toegelaten als ze vanaf ooghoogte onzichtbaar zijn opgesteld.

Gevelmaterialen

-          Gevelbaksteen, gevoegd of gelijmd, eventueel geschilderd of gekaleid.

-          Plinten in baksteen, natuursteen of cementering.

-          Crepi bepleistering niet toegelaten.

-          Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouw baksteen niet toegestaan.

-          Vlakke bekleding in platen of planken is toegelaten op maximaal 10% van de geveloppervlakte.

Waar een woning uitsteekt voorbij of boven de aanpalende woning of bijgebouw, worden zichtbare gevelvlakken afgewerkt in dezelfde gevelmaterialen als de eerstgenoemde woning of bijgebouw. Deze materialen mogen over de perceelsgrens reiken om een goede technische afwerking toe te laten. Gevelleien of zijn hiervoor niet toegestaan.

Schrijnwerk

-          Ramen en deuren: hout, gebeitst of gelakt, aluminium, gemoffeld, pvc, staal gelakt.

-          Kleur: geen felle kleuren toegestaan.

-          Glas: kleurloos.

-          Raamdorpels: natuursteen, hout of aluminium.

-          Deurdorpels: arduin.

Technieken

-          Tecnhieken zoals airco-toestellen, warmtepompen en schotelantennes of andere antennes mogen niet zichtbaar zijn vanaf de straat, enkel gelijkvloers te plaatsen in de tuin, omgeven met groenblijvende beplanting die hoger is dan de toestellen, of te plaatsen op het plan dak, onzichtbaar vanaf ooghoogte.

Geen leidingen van technieken toegestaan op de gevelvlakken.

Parkeren

-          1 garage en garagepoort toegelaten in de hoofdgebouwen.

-          Benevens de inrit van de straat naar de garage is het toegelaten om in de voortuin nog 1 parkeerplaats aan te leggen, in de waterdoorlatende verharding.

Isolatienormen

-          Voor deze verkaveling is E-60 vereist, aan te tonen via het EPB verslaggeving.

Dus:

De woningen dienen te beantwoorden aan een esthetisch verantwoorde vorm die zich inpast in de omgeving.

2.2.            Voorschriften bijgebouwen

2.2.A. Inplanting

Binnen de op het verkavelingsplan getekende bouwzones.

2.2.B. Bouwvolume

Oppervlakte

De totale oppervlakte bedraagt maximaal 40m² per kavel en 20m² per woning.

Plaatsing

Op minstens 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 10m achter de achtergevelbouwlijn (dus op minstens 25m achter de voorgevel) per woning op te trekken op de eigen helft van de kavels.

Bouwhoogte

De bouwhoogte bedraagt 3m, de vloer van het bijgebouw ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 5cm.

Dak

Enkel plat dak is toegestaan:

-          De platte daken van de bijgebouwen worden afgewerkt met groendaken.

Dakbedekking

Alle duurzame, esthetische verantwoorde materialen zijn toegelaten.

Gevelmaterialen

-          Gevelbaksteen, gevoegd of gelijmd, eventueel geschilderd of gekaleid.

-          Plinten in baksteen, natuursteen of cementering.

-          Crepi bepleistering niet toegelaten.

-          Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouw baksteen niet toegestaan.

-          Duurzame houten bekleding toegelaten.

Schrijnwerk

-          Ramen en deuren: hout, gebeitst of gelakt, aluminium, gemoffeld, pvc, staal gelakt.

-          Kleur: geen felle kleuren toegestaan.

-          Glas: kleurloos.

-          Raamdorpels, hout, natuursteen of aluminimum.

-          Deurdorpels: arduin.

Technieken

Vlak opgestelde zonnepanelen of zonnecollectoren zijn toegelaten als ze volledig binnen de dakrand vallen en dus onzichtbaar zijn vanaf het maaiveld.

-          Dit is mogelijk door het platte dak in voorkomend geval lager te maken dan de dakrand van 3m.

3.                  Niet-bebouwd gedeelte

Het niet-bebouwde en niet verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heester en/of gras en als zodanig blijven behouden.

Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke en dit met maximum 5% van elke kavel voor elke woning.

Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend mag worden verhard en dit in waterdoorlatende verharding.

Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² per kavel dus 37,5m² per woning en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen en op 1m van de ½ van iedere kavel, gelegen in het verlengde van de gemene muur.

Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

Volledige verhardingen zijn slechts toegelaten als terras en met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m² per kavel en dus 50m² per woning.

3.1.            Reliëfwijzigingen

Het terrein is vlak en er zijn geen reliëfwijzigingen toegestaan.

Hellende op- en afritten zijn niet toegelaten.

Beperkte ophogingen voor bouwtechnische aspecten zijn toegelaten.

3.2.            Verhardingen

Verhardingen moeten beperkt blijven tot de bouwzone voor bij- en hoofdgebouwen en eventuele omranding van een zwembad.

Noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden en oprit mogen voorzien worden, omrand door groenaanleg.

Buiten deze bouwzones dient de tuin aangelegd te worden met groenaanplantingen.

Achter de woningen, grenzend tegen de achtergevel, kan een terras aangelegd worden in niet waterdoorlatende materialen, beperkt tot 20m².

3.3.            Inrichtingelementen

Regenwaterrecuperatie

Per woning wordt er een regenwaterput voorzien van minimaal 5.000 liter, gevoed door het dak van het hoofdgebouw, waarbij men wc’s en buitenkranen hierop kan aansluiten conform de geldende wetgeving.

3.4.            Afsluitingen

-          Zwarte draadafsluitingen zijn toegestaan, maar deze mogen niet voorzien zijn van plastic of andere oppervlakten of stroken om ze te blinderen.

-          Heidematten of open kastanjestakken zijn toegestaan.

-          Betonnen, kunststoffen of gesloten houten afsluitingen niet toegestaan.

-          Hoogtes: maximaal 1,2m in de voortuin, maximaal 2m achter de voorbouwlijn.

-          Levende hagen zijn toegestaan.

-          Tussen de tuinhelften van de gekoppelde woningen is draadafsluiting toegestaan.

3.5.            Groen

Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomstrek van 0,5m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de gemeente. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

-          Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij bijhorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid van de omgeving.

-          De veiligheid der openbare werken en van de private en openbare eigendommen.

Open grachten

De bestaande open gracht blijft zoveel als mogelijk open. Per woning mag de bestaande gracht slechts over een breedte van 5m worden ingebuisd conform het gemeentelijk reglement.

 

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m

2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

2.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verder zetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.

2.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

2.1.3. Plaatsing van de gebouwen

  • Binnen de op plan aangeduide zone;
  • Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;
  • De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.4. Afmetingen van de gebouwen

a) kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b) voorgevelbreedte

Bij vrijstaande bebouwing:

  • Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn
  • Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

Bij gekoppelde bebouwing:

Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.

c) Bouwdiepte

Maximum 15m tussen voor- en achtergevel

d) Bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

2.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

2.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

2.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.

2.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

2.3. Aanleg van de zone

  • Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.
  • Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige” bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.
  • De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.
  • Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.
  • Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, en dergelijke.
  • Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.
  • Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamelijke oppervlakte van 100m².
  • Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

2.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

  • De schaal van het plan
  • De bestaande en de aangevraagde bebouwing
  • De toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen
  • Alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten boen met vermelding van soort en aantal.

2.5.            Verkavelingsvoorschriften

2.5.1.      Kavelbreedte

Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.

2.5.2.      Kaveloppervlakte

Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.

2.5.3.      Vorm van de kavels

  • Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.
  • Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel zijn er vandaag twee gekoppelde ééngezinswoningen aanwezig die vergund werden op 23 maart 2015.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 232m² op een perceel van circa 1.830m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als twee gekoppelde ééngezinswoningen op 1 kavel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een openlucht zwembad en het bouwen van een bijgebouw op een perceel van 1.830m².

De bestaande gekoppelde woningen blijven ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 3,04m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De vergunde afmetingen van de dubbelwoonst blijven behouden.

De toegang tot het perceel is 3m breed.

Achter de woning wordt een zwembad aangelegd maar het is niet duidelijk wat de afstand achter de woning is en de afstanden tot de zij perceelsgrenzen.

Het is niet duidelijk hoeveel de totale verharde oppervlakte op het perceel wordt.

Het is niet duidelijk of er bomen worden gerooid.

 

Juridische gronden

e)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

f)        Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

g)      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

h)      Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

i)        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

j)        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het plaatsen van een openluchtzwembad is niet meldingsplichtig maar vrijgesteld (onder bepaalde voorwaarden) of vergunningsplichtig.

De aanvraag voor het plaatsen van een openluchtzwembad bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

Aanduiding van de bestaande bomen met vermelding van de soort en diameter (alle bomen hoger dan 5m of met een omtrek groter dan 50cm);

Alle afmetingen oppervlakte en soort verharding (ook de boord rondom het zwembad). De verharding mag maximum 10% per perceel zijn en 5% per woning. Hier mag de totale verharding slechts 91,5m² zijn en 183m² met de verharding van de gekoppelde buur. Het zwembad mag maximum 75m² zijn per kavel, dus samen met de gekoppelde buur.

Op het inplantingsplan dienen meer gegevens te worden aangeduid:

  • de afstand van het zwembad tot de achterkant van de woning en tot de zij perceelsgrenzen;
  • de kijkrichting van de bijvoegde foto’s moeten op het inplantingsplan worden aangeduid;
  • een akkoord van de aanpalende buur vermits deze mee behoort tot lot 2 van de verkaveling.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het intrekken van de melding.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Omgeving - Egelvoortstraat 35 - mevrouw Tatum Segers - het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning - M 2020/426

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 1958 - 1958/127

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 maart 1959 - 1959/35

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 april 1962 - 1962/40

o        magazijn - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 maart 1969 - 1969/21

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Tatum Segers, op 11 augustus 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Egelvoortstraat 35.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning.

De uiterste beslissingsdatum is 10 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die eraan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14 – Zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – Zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1959 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn nog een atelier en garage aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 229,21m² op een perceel van circa 522m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning op een perceel van 522m².

Volgende werken worden aangevraagd:

d.      Een kleine uitbreiding op de gelijkvloers;

e.      Interne verbouwingen en wijzigingen;

f.        2 ramen in de achtergevel wijzigen;

g.      1 raam in de zijgevel wijzigt.

De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 7m op een kavelbreedte van 10,30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,42m.

De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 3,02m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde gevelsteen. Het dak is plat.

Op 3,58m achter de woning en op de linker perceelsgrens is een garage en atelier ingeplant.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 237,94m².

De toegang tot het perceel is 4,30m breed.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

4)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

5)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

6)      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

7)      Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

8)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

9)      Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

B.     Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning kan met een melding met de medewerking van een architect.

De aanvraag is conform met de geldende voorschriften van het BPA Dorpskom-zuid deel 1. De melding voldoet aan de voorwaarden van een melding.

De melding is gegrond.

 

e.      Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

f.        Functionele inpasbaarheid
Het verbouwen en uitbreiden van een bestaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

g.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

h.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

i.        Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

j.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

k.      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 52cm boven de straatpas.

 

l.        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Omgeving - Swaenebeecklaan 29 - Kelly Gillis - het verbouwen en renoveren van een bestaande ééngezinswoning - M 2020/429

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 december 1978 - 1978/190

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 1976 - sgr1976/45

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 maart 1976 - sgr83

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Kelly Gillis, op 12 augustus 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Swaenebeecklaan 29.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen en renoveren van een bestaande ééngezinswoning.

De uiterste beslissingsdatum is 11 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, sgr83 van 12 maart 1976.

 

  • Specifieke voorschriften

Verkaveling SGR 83 bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing in een gemengde woonzone (nummer 1 tot en met 31-

2.1.     Strook voor hoofdgebouwen

De diepte en voorgevelbouwlijn: zoals aangeduid op het verkavelingsplan

1.      Bestemming
Woningen.

2.      Bebouwingswijze
Vrijstaande.

3.      Plaatsing van de gebouwen

a)      Voor de hoekpercelen.

1)      Gevel gericht naar de voorgevelbouwlijn, een zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen met de voorgevelbouwlijn, ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn, en ermee evenwijdig zijn.

2)      Achtergevel ten opzichte van de voorgevelbouwlijn, op minimum 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook.

3)      Naar de straat gerichte zijgevel, zoals aangeduid op het verkavelingsplan.

4)      Niet naar de straat gerichte zijgevel, op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel.

b)      Voor niet-hoekpercelen

1)      Voorgevel

Een zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen met de voorgevelbouwlijn, ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn en ermee evenwijdig zijn.

2)      Achtergevel

Op minimum 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook.

3)      Zijgevels

Op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel.

Voor kavels 1 tot en met 8, 12, 23, 26, 30 en 31 moet de som der afstanden van elke zijgevel tot de perceelsgrens ten minste 1/3 bedragen van de perceelsbreedte.

4.      Afmetingen van de gebouwen

a)      Voorgevelbreedte

Minimum 7m: voor kavels 1 tot en met 8, 12, 23, 26, 30 en 31 maximum 2/3 van de perceelsbreedte.

2.2.            Strook voor binnenplaatsen en tuinen
Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel.

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing van de gebouwen

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw.

Op minimum 10m uit de achtergevelbouwlijn.

b)      Overige gevels

Op minimum 10m uit de rooilijn van de aangrenzende straat en verder.

Hetzij op de perceelsgrens, hetzij op minimum 3m afstand ervan, met dien verstande dat, indien de achtergrens van het perceel samenvalt met de zijgrens van een ander perceel, de plaatsing op die perceelsgrens slechts is toegelaten vanaf 10m uit het verlengde van de achtergevelbouwlijn bepaald voor dat ander perceel, behoudens de mogelijkheid van gekoppelde bebouwing ingevolge de bepalingen van artikel 1.05,8°.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de deksteen:

Maximum 3m.

4.      Welstand

a)      Dakvorm

1)      Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens: plat dak.

2)      Overige gebouwen: plat dak of schuin dak met een maximum helling van 60°.

b)      Materialen

b)      Voor gevels

Alle vrijstaande gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

c)      Voor bedekking van de schuine daken

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

c)           Aanleg van de strook

Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2.3.            Bouwvrije voortuinstrook

Diepte, gemeten vanaf de (ontworpen) rooilijn, zoals aangeduid op het verkavelingsplan.

3.      Bebouwing
Behoudens de afsluitingsmuurtjes voorzien in artikel 1.05,4°: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

4.      Welstand

Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

 

5.      Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1976 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn nog een schuur en een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 130,90m² op een perceel van circa 810m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

6.      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en renoveren van een bestaande ééngezinswoning op een perceel van 810m².

De woning is ingeplant tot op 10m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 4m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 12m op een kavelbreedte van 20m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De vergunde bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 2,75m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 7m.

De gevels werden opgetrokken in gevelsteen. Het dak werd afgewerkt met dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 130,90m².

Er zijn een gegevens in verband met de verharding op het perceel gekend.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

d)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

e)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

f)        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

g)      Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

h)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

i)        Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

c)      Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De aanvraag is niet duidelijk wat er precies wordt aangevraagd.

Hierdoor is het niet duidelijk of de aanvraag met en melding kan zonder architect.

Door de onduidelijkheid is het niet mogelijk de aanvraag te kunnen toetsen met geldende voorschriften van de verkaveling SGR 83 en ook niet aan de voorwaarden in verband met een melding.

De woning getekend op het inplantingsplan is niet conform met de vergunning van 1978.

Om de aanvraag te kunnen toetsen met de voorwaarden ontbreken:

a.      Bij een aanvraag dienen de plannen in pdf bestand toegevoegd worden;

b.      Elk plan dient als een apart pdf bestand toegevoegd te worden;

c.      Een apart bestaand en nieuw inplantingsplan met:

o        Alle bestaande/vergunde constructies met afmetingen en afstanden tot de zij perceelsgrenzen en tot de rooilijn;

o        Alle bestaande/vergunde verhardingen met afmetingen, oppervlakte en soort.

o        Een oprit mag maximum in 1 geheel 5m breed zijn;

o        De totale verharding (alles behalve bebouwing en gras) mag maximum 10% van het perceel zijn;

o        Alle verhardingen dienen tot op 3m van de eigendomsgrenzen verwijderd te blijven;

o        Op het inplantingsplan met kleur aanduiden welke muur er wordt afgebroken en welke terug wordt opgebouwd met afmetingen en eventueel in kleur aanduiden;

  • Indien de af te breken muur een draagmuur is dient de aanvraag in samenwerking met een architect te gebeuren en dient deze aanvraag ingetrokken te worden via het omgevingsloket.

d.      Een bestaand en nieuw grondplan met afmetingen en met:

o        Duidelijk aan te duiden welke muur wordt afgebroken en welke wort opgebouwd;

o        Duidelijk aanduiden welk ‘gat’ wordt dichtgemaak;

o        Duidelijk aanduiden welke zijdeur wordt verplaatst naar waar;

e.      Een bestaande en nieuwe geveltekening van de gevels die worden gewijzigd met afmetingen en met:

o        Af te breken en nieuw te bouwen gevel;

o        ‘gat’ dat wordt dicht gemaakt;

o        De  zijdeur die wordt verplaatst;

o        De te schilderen gevel;

f.        Een aparte legende met gevel- en dakmaterialen.

g.      Er werd slechts een bouwvergunning verleend voor een bouwdiepte tot 15m en niet meer. Uw plan komt niet overeen met de laatste vergunning (1978/190)

Gelet op de verkavelingsvoorschriften die slechts een bouwdiepte tussen voor- en achtergevel van 15m toestaan.

Vermits de melding onvoldoende gegevens bevat en de woning dieper is gebouwd dan vergund is de melding ongegrond.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen en renoveren van een bestaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Stedenbouwkundig attest - Hoeklaan 13 - Jan Koyen Geo - het bouwen van een woning - SA 2020/2

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jan Koyen Geo, met als adres Buizelstraat 22 te 2320 Hoogstraten, ontvangen op 13 februari 2020. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 2 maart 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Hoeklaan 13.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m errond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 959m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendwoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezins- en weekendwoningen.

De straat is een gemeenteweg en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over de nieuwbouw van een woning op een perceel van 959m².

De nieuwe woning dient te worden opgericht conform met de geldende voorschriften.

Het perceel is een vrij bebost perceel.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies gegeven op 13 maart 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag omvat een stedenbouwkundig attest voor een bebost perceel. Een latere aanvraag tot omgevingsvergunning zal dan ook een ontbossing met zich meebrengen. Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in recreatiegebied. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 8 november 2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.

In alle andere gevallen dient eerst een ontheffing van het ontbossingsverbod aangevraagd en verkregen te worden.

De aanvrager dient bijgevolg een ontheffing van het ontbossingsverbod aan te vragen. Ons agentschap zal de geplande ontwikkeling (op basis van een volledige aanvraag) op dat moment beoordelen. Gelet op de ecologische waarde van het bos, dient de aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod voldoende gemotiveerd te worden.

Indien de ontheffing verleend wordt, dan dient bij de navolgende aanvraag tot omgevingsvergunning een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd te worden.

Conclusie:

Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat er een verbod op ontbossing van toepassing is. Van dit verbod kan afgeweken worden als de aanvrager beschikt over een ontheffing van het ontbossingsverbod. Dergelijke aanvraag is echter niet ingediend.

De vergunningsverlenende overheid kan de vergunning slechts toekennen mits naleving van deze voorwaarden.

Onderstaande direct werkende normen zijn hierbij van toepassing:

artikel 90 bis Decreet van 13 juni 1990;

artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001.
 

  • Fluvius System Operator
    Op 3 maart 2020 werd er advies gevraagd. Er werd geen advies uitgebracht binnen de vervaltermijn van 30 dagen zodat er aan de adviesvereiste voorbij gegaan wordt.
     
  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies gegeven op 1 juli 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst op een onbebouwd bebost perceel een woning te bouwen. De bestaande bomen zijn niet weergegeven op het plan. De aangeduide bouwzone van meer dan 350m² houdt geen rekening met bestaande bomen zodat vermijdbare milieuschade zal ontstaan. Om esthetische redenen, rekening houdend met de aangrenzende bebouwde percelen dient de voorgevelbouwlijn op dezelfde afstand van de weg ingeplant worden zoals bebouwd perceel Hoeklaan nr 11.

o        het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;

o        de voorgevelbouwlijn op dezelfde afstand van de weg ingeplant worden zoals op bebouwd buurperceel Hoeklaan nr 11;

o        de bouwstrook te beperken tot 80m2;

o        de toegang, oprit inplanten met de minste milieuschade door rekening te houden met de waardevolle bestaande bomen.

 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 25 maart 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De kavel is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 8 april 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
    • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Specifieke voorwaarden:
  • Momenteel zijn er geen afvoermogelijkheden voor DWA en RWA naar het openbaar domein.
  • Er worden voorlopig geen voorwaarden opgelegd in het kader van deze aanvraag.
  • Eventuele op te leggen voorwaarden zullen deel uitmaken van een latere bouwaanvraag.

o          Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Telenet
    Het advies gegeven op 12 maart 2020, is geen advies.
    In het gebied van het stedenbouwkundig attest, Hoeklaan 13, baat Telenet geen kabelnetwerk uit. Hiervoor kan de aanvrager terecht b ij de lokale kabelmaatschappij.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag dient volledig conform met de geldende voorschriften te worden aangevraagd zodat het project aanvaardbaar is op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De voorschriften van het BPA dienen gevolgd te worden.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Hoogteverschillen zijn beperkt, worden op eigen terrein opgevangen en ze worden aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen dienen conform het bpa te zijn om de goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie
    Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
    Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig:

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        de voorschriften van het BPA Kotsbos herziening, naleven;

o        bij een eventuele aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning op deze eigendom dient er voldaan te worden aan de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        de oprit in 1 geheel mag maximaal 5m breed zijn, in meerdere delen te samen maximaal 6m breed. De oprit dient 3m van de eigendomsgrenzen verwijderd te zijn;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;

o        het advies van Pidpa Riolering naleven;

o        het advies van Pidpa naleven;

o        er dient nog een kosteloze grondafstand te gebeuren voor 75m²;

o        de voorgevelbouwlijn op dezelfde afstand van de weg ingeplant worden zoals op bebouwd buurperceel Hoeklaan nr. 11 (in het rood aangepast op het plan).

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan Jan Koyen Geo voor het bouwen van een woning in Hoeklaan 13, afdeling 1 sectie A nummers 152W3.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Stedenbouwkundig attest - Begonialaan 19 - Claes, Marc - bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw - SA 2020/4

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunningen:

o        8 november 2004 - vergunning - het kappen van bomen - 2004263

o        27 november 2006 - vergunning - bouwen van een alleenstaande woning met zwembad - 2005345

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Marc Claes, met als adres Veldlei 0015 te 2970 Schilde, ontvangen op 9 maart 2020. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 10 maart 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Begonialaan 19.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in  volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.     Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.     Bestemmingen

o        Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

o        De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

o        Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.     Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.     Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone.

o        Op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens.

o        Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

o        De som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.     Afmetingen van de gebouwen

a.      Kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      Voorgevelbreedte:

o        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn;

o        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.     Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm
Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

b.      Materialen

o        Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

o        Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempisch machiensteen)

o        Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

o        Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en de dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

1.2.     Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.     Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.     Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.     Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.     Welstand van de gebouwen

o        Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

o        Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.     Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, ...

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende materialen.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

1.4.     Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

a.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        de schaal van het plan;

o        de bestaande en de aangevraagde bebouwing;

o        de toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen;

o        alle op het terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm, gemeten op 1,50m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen.

b.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

1.5.     Verkavelingsvoorschriften

c.                  Kavelbreedte

Minimum 30m gemeten op de bouwlijn en rooilijn

d.                  Kaveloppervlakte

Minimum 2.000m²

e.                  Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop gemene scheidsmuren van twee gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

Artikel 2: Voortuinstrook

1.2.5.                  Bestemming en aanleg

o        Oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin met te worden aangelegd streekeigen hoogstammig en Iaagstammig groen, heesters en/of gras en aIs zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden Iangs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor het nemen van toegang tot gebouwen binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw, Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Alleen het gedeelte dat aIs toegang tot de gebouwen of aIs parkeerruimte wordt aangewend, mag verhard worden en dit met waterdoorlatende verharding.
Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        De parkeerplaatsen dienen geïntegreerd te worden in een groene inrichting voor de tuinen.

1.2.6.                  Bebouwing
Behoudens de afsluitingen op de perceelsgrenzen alle constructies verboden.

Artikel 3: Waterlopen

c.            Bestemming
Deze bestemming is bedoeld voor het vasthouden, bergen en afvoeren en voor het van het water en voor het behoud van de waterlopen met inbegrip van hun natuurlijke waarden.

d.           Toegelaten werken

o        Het plaatselijk overwelven van waterlopen door bruggen en soortgelijke constructies is enkel toegelaten voor het vervangen(herstellen) van de huidige overwelvingen.

o        Het aanbrengen van constructies met het oog op het regelen van de waterstand. Deze constructies mogen niet leiden tot de vorming van een vismigratieknelpunt.

o        Alle oeververstevigingswerken; ze dienen met natuurlijke en ecologisch verantwoorde materialen te gebeurens' bij voorkeur door beplanting met inheemse grondvast- houdende oevervegetatie.

o        Het ruimen van de waterlopenrekening houdend met de ecologische aspecten van de waterloop.

o        Afgravingen en andere ingrepen in functie van de waterhuishouding zijn toegelaten in de zone non-aedificandi langs de waterloop.

e.           Verboden werken

Volgende werken zijn niet toegelaten omdat zij niet verzoenbaar zijn met het karakter, de waardevolle kenmerken, de bestemming en het gebruik van de waterlopen:

o        het rechttrekken of inbuizen van de waterlopen;

o        het wegnemen of vernietigen van de natuurlijke water- en oevervegetatie; tenzij uit beheersdoeleinden of indien dit de loop van het water zodanig belemmert dat er overstroming dreigt;

o        het aanleggen van boven- en ondergrondse nutsleidingen en bijhorende installaties;

o        wijzigingen met negatieve impact op de natuurlijke structuur van de waterlopen (meandering, oeverstructuur, stoomkuilenpatroon....).

Artikel 4: Zone non-aedificandi

Deze zone moet vrijgehouden worden van bebouwing.

Voor de vergunde gebouwen binnen deze zone gelden de volgende ontwikkelingsperspectieven:

a.      Toegelaten werken:

o        instandhoudings- en onderhoudswerk, ook deze die betrekking hebben op de stabiliteit van het gebouw;

o        verbouwingen binnen het bestaande volume.

b.      Verboden werken:

o        uitbreiding van het bouwvolume binnen de zone non-aedificandi;

o        heropbouw na afbraak binnen de zone non-aedificandi.

Afsluitingen langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75m tot 1,00m vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,5m boven de begane grond.

Afgravingen en andere ingrepen in functie van de waterhuishouding zijn toelaatbaar zodat bijkomende waterberging gecreëerd kan worden.

Artikel 5: Groene ruimte

5.1.     Bestemming
Openbare groene ruimten bestaande uit grasvelden, hoogstammige bomen en streekeigen beplantingen.

5.2.     Bebouwing

Alle constructies en verhardingen verboden met uitzondering van de reeds bestaande en/of te plaatsen speeltuigen.

Artikel 6: Waardevolle panden

o        AI de waardevolle panden, die niet als monument beschermd zijn, zijn aangeduid op het bestemmingsplan.

o        AI deze panden krijgen in dit BPA een bescherming aIs waardevol pand. Dit houdt in dat de archetypische vormelijk een/of ruimtelijke elementen waaraan de betreffende panden hun waarde danken, behouden moeten blijven, zelfs wanneer deze elementen afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 1 die van toepassing zijn op deze panden.
Daarbij staan de vormelijke elementen niet op zich, maar wordt het gebouw aIs één geheel bekeken. Bedoeling is dat er gewaakt wordt over de historische, wetenschappelijke, socio-culturele en/of symbolische waarde van het gebouw.

o        Voor elke bouwaanvraag met betrekking tot een waardevol pand zaI advies gevraagd worden aan AROHM, dienst Monumenten en Landschappen.

o        Het is echter niet de bedoeling de gebouwen in hun bestaande toestand te bevriezen; maar eventuele aanpassingen, renovatie, restauratie en/of reconversie dienen te gebeuren op een bedachtzame, zorgzame en verantwoorde manier. AIs voorwaarde voor een verbouwing geldt dan eerst en vooral het respect voor de waardevolle elementen van het bestaande pand en respect voor het concept van het geheel.
Afbraak van gedeelten van deze waardevolle panden is niet uitgesloten voor zover de archetypische vormelijke en/of ruimtelijke elementen waaraan de betreffende panden hun waarde danken, behouden blijven.
Verbouwingswerken zijn mogelijk mits, via een grondige motivatie, kan aangetoond worden dat zij een kwaliteitsvolle vernieuwing en/of architecturale meerwaarde inhouden voor het gebouw of de omgeving.

o        De bescherming van deze 'waardevolle' panden beoogt uiteindelijk vooral de bewaring van het goed.
Indien een bouwtechnisch onderzoek echter zou uitwijzen dat volledige afbraak onvermijdelijk is, dan moet het nieuwe gebouw zich richten naar de voorschriften van de betreffende zone waarin het gebouw gelegen is.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 4.985m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door openbebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over de nieuwbouw van een woning met eventueel bijgebouw op een perceel van 4.985m².

De nieuwe woning dient te worden opgericht conform met de geldende voorschriften.

Het perceel is een vrij bebost perceel.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september  2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies gegeven op 16 maart 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag omvat een stedenbouwkundig attest voor een bebost perceel. Een latere aanvraag tot omgevingsvergunning zal dan ook een ontbossing met zich meebrengen.

Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woongebied. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 8 november 2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal dan ook een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd moet worden, zo niet is de aanvraag onvolledig.

Er werd voor deze adviesvraag stedenbouwkundig attest geen terreinbezoek afgelegd. Zodoende is het niet uit te sluiten dat bij een latere terreincontrole op basis van de aanvraag tot omgevingsvergunning bijkomende voorwaarden worden opgelegd in het kader van het soortenbesluit, natuurdecreet en/of bosdecreet.

Opmerking:

In het verleden werden 2 vergunningen tot ontbossing verleend, met ref. COMP/04/0439/AN en COMP/06/0074/AN. De te behouden (niet-compenserende) bosoppervlakte bedraagt 975m². Inden deze in een toekomstige aanvraag ontbost wordt (bv in functie van tuinaanleg of bouwen van constructies), dan is boscompensatie vereist. De resterende oppervlakte van het perceel is spontaan herbebost (na uitvoering van voorgaande vergunningen) en kan dan ook in het boscompensatievoorstel ingegeven worden als vrijgesteld.
Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd moten worden, zonet is de aanvraag onvolledig.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies gegeven op 30 juni 2020, is geen advies.
    Deze aanvraag valt buiten het toepassingsgebied voor kabeltelevisie.

 

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies gegeven op 23 juni 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Op het perceel staan slechts 2 eikenbomen die de moeite waard zijn om te behouden.
    het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • het behoud van de waardevolle bomen, twee eiken, zoals in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;
  • om de te behouden bomen voldoende overlevingskansen te bieden moet de uiterste voorgevelbouwlijn een afstand bewaren van minimum 5m tot de stam van de boom zoals in oranje aangeduid op het inplantingsplan voorwaarden;
  • de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;
  • voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag kan een heraanplanting worden opgelegd met een nader te bepalen aantal inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en tweede grootte plantmaat 8/10;
  • de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;
  • de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;
  • de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;
  • indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
  • de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;
  • aan de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag kan een bankwaarborg gevraagd worden van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen en behoud van de bos-parkstructuur.
  • Pidpa
    Het advies gegeven op 30 juni 2020, is geen advies.
    Er is geen uitbreiding van het drinkwaternetwerk nodig.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 16 april 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
    • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Specifieke voorwaarden:
  • Momenteel zijn er geen afvoermogelijkheden voor DWA en RWA naar het openbaar domein.
  • Er worden voorlopig geen voorwaarden opgelegd in het kader van deze aanvraag.
  • Eventuele op te leggen voorwaarden zullen deel uitmaken van een latere bouwaanvraag.
    • Algemene voorwaarden:
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Telenet
    Het advies gegeven op 30 juni 2020, is geen advies.
    Alle nodige infrastructuur is aanwezig om de distributie van de van de informatie- en communicatiesignalen te verzekeren.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met eventueel een bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag dient volledig conform met de geldende voorschriften te worden aangevraagd zodat het project aanvaardbaar is op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De voorschriften van het BPA Hof Ter Linden herziening dienen gevolgd te worden.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Hoogteverschillen zijn beperkt, worden op eigen terrein opgevangen en ze worden aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen dienen conform het bpa Hof ter Linden herziening te zijn om de goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie
    Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
    Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig:

o        het hoofdgebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        de voorschriften van het BPA Hof ter Linden herziening, zones voor landelijke bebouwing, naleven;

o        bij een eventuele aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning op deze eigendom dient er voldaan te worden aan de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        de oprit in 1 geheel mag maximaal 5m breed zijn, in meerdere delen te samen maximaal 6m breed. De oprit dient 3m van de eigendomsgrenzen verwijderd te zijn;

o        alle verhardingen op het perceel mogen maximum 10% van de perceelsoppervlakte zijn;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;

o        het advies van Pidpa Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan heer Marc Claes voor bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw in Begonialaan 19, afdeling 3 sectie C nummers 311R2.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Stedenbouwkundig attest - Picardiëlaan 109 - STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS - Stedenbouwkundig attest bouwen van een woning - SA 2020/5

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunningen:

o        20 oktober 1992 - vergunning - Nieuwe verkaveling - 19923

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS, met als adres Antwerpsesteenweg 209 te 2390 Malle, ontvangen op 26 maart 2020. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 21 april 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 109.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor Stedenbouwkundig attest bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1992/3 van 20 oktober 1992.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 749m² groot.

Het perceel is lot 6 van een vervallen verkaveling 1992/3.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en wonen in meervoud.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een woning op een perceel van 749m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17m.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Fluvius System Operator
    Het advies gegeven op 20 juli 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Het distributienet dient te worden uitgebreid en/of aangepast volgens plan:

o        Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:

  • de prijsofferte van 3.254,21 euro excl btw voor goedkeuring ondertekend teruggestuurd te worden, en de facturen vereffend zijn;
  • de bouwheer/opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar de bestaande aansluitpunten conform de richtlijnen;
  • de bouwheer/opdrachtgevern ons minimum 8 maanden voor oplevering te contacteren via 03.820.03.50 om een aansluiting te kunnen realiseren.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 3 juni 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
    • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de gemengde riolering langsheen de Picardiëlaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijke huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht).
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar;

o        De offerte dient aangevraagd te worde bij Pidpa-Riolering door de ontwikkelaar

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

  • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling.

o        Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworden voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:
    • De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies gegeven op 24 juni 2020, is voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft een open onbebouwd perceel. Het achterliggend buurperceel is bebost.  Om aansluiting te maken met het achterliggende bos is een beperkte heraanplanting met bomen mogelijk.

o        het uitvoeren van een heraanplanting met minstens 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte;

o        een bankgarantie te stellen van 1.500 euro ter garantie correcte uitvoering van de heraanplantingswerken.

 

  • Telenet
    Het advies gegeven op 7 augustus 2020, is geen advies.
    In het gebied waar het project zich bevindt, baat Telenet geen kavelnetwerk uit. Hiervoor kan u terecht bij de lokale kabelmaatschappij.

 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 17 juni 2020, is geen advies.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De kavel is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding dn 90 PVC.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gevel- en dakmaterialen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Ophogingen worden niet toegestaan. Het perceel dient aan te sluiten aan de aanpalende percelen.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie
    Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.
    Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig:

o        de woning dient ingeplant te worden tot op 8m uit de ontworpen rooilijn, op minimum 3m van de zijperceelgrenzen;

o        de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel mag maximum 17m zijn;
de kroonlijsthoogte van 7m kan worden voorzien met een plat dak of een schuin dak met een maximumhelling van 55°;
een losstaand bijgebouw maximum 40m²;

o        een oprit mag maximum 5m breed zijn in 1 geheel en 6m in 2 delen;

o        het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;

o        het advies van Fluvius naleven;

o        het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent een positief stedenbouwkundig attest aan Studiebureel Kris Mintjens, voor het bouwen van een woning op het eigendom, Picardiëlaan 109, afdeling 1 sectie D nummer 226T6.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 28 augustus 2020 tot en met 26 september 2020

Kerkelei 31

het aanbrengen van een kurklaag aan de voorgevel

OMG 2020/390

van 28 augustus 2020 tot en met 26 september 2020

August Dilslei 31

het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning

OMG 2020/392

van 24 augustus 2020 tot en met 22 september 202

Wijnegemsteenweg 92

het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 6 woonentiteiten en een ondergrondse garage

OMG 2020/385

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Plaatselijk vernieuwen van betonplaten - contract over 2 jaar - 2020-2021 - 2020-024/TDU - Starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 augustus 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Feiten en context

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 25 augustus 2020 te verzenden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

93.497,91 euro incl. btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “plaatselijke vernieuwen van betonplaten - contract over 2 jaar - 2020-2021” wordt opgestart.

Artikel 2. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Hens NV, Bredabaan 54 te 2990 Wuustwezel;

          Vermetten Wegenbouw nv, Industrieweg 11 te 2330 Merksplas;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle;

          Nelis Wegenbouw NV, Industrieweg - Noord 1178 te 3660 Opglabbeek;

          Emeric D'Hollander BV, Napelsstraat 108 te 2000 Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Plaatsen betongoten ter bescherming van de bermen - 2020-039/TDU - Starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 augustus 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Feiten en context

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 25 augustus 2020 te verzenden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

78.293,05 euro incl. btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “plaatsen betongoten ter bescherming van de bermen” wordt opgestart.

Artikel 2. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Soga NV, Aven Ackers 14 te 9130 Verrebroek;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Wawebo NV, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Aankoop kleine multifunctionele tractor met toebehoren - 2020-041/TDU - Starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 augustus goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Feiten en context

Er wordt voorgesteld om de plaatsingsprocedure op te starten en de uitnodigingen tot offerte op 25 augustus 2020 te verzenden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000772

Actie

AC000153

Algemene rekening

2480000000

Beleidsveld

0119

Bedrag

100.000 euro incl. btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking voor de opdracht “aankoop multifunctionele kleine tractor met toebehoren” wordt opgestart.

Artikel 2. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Luyckx NV, Abdijlaan 33 te 2960 Brecht;

          Thomas BVBA, Brusselsesteenweg 144 te 1785 Merchtem;

          Kenis nv, Terbeekseweg 11 te 2990 Loenhout.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

CORONA - Renteloze lening

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Uitleenboxen binnenspeelgoed

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 juli 2014
Erkenning 'Huis van het kind Schilde'

 

Feiten en context

          Huis van het kind Voorkempen is een samenwerking tussen Zoersel, Brecht, Zandhoven, Wijnegem, Schilde.

          Huis van het kind zet in op het welbevinden van kinderen, jongeren en hun ouders.

          Huis van het kind is een feitelijke vereniging van partnerorganisaties en de erkenning van het huis van het kind toegekend aan dit samenwerkingsverband.

          Alle subsidies en middelen zijn toegekend aan dit samenwerkingsverband.

          Het Huis van het kind Voorkempen krijgt 6.012,16 euro vanuit het actieplan maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in tijden van Corona. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal kwetsbare gezinnen per gemeente. De subsidie werden als volgt toegewezen:

          Brecht: 1.883,45 euro;

          Schilde: 930,64 euro;

          Wijnegem: 952,80 euro;

          Zandhoven: 672,13 euro;

          Zoersel: 1.573,23 euro.

          De middelen moeten aangewend worden voor de aankoop van materiaal ter ondersteuning van gezinnen.

          In november 2020 moet aan Kind & Gezin gerapporteerd worden hoe deze middelen werden besteed.

          Vanuit de werkgroep kinderarmoede van het Huis van het Kind Voorkempen is beslist om de subsidie in te zetten om spelmateriaal aan te kopen dat gemeenschappelijk gebruikt kan worden per gemeente.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassingen van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 31 van het kinderrechtenverdrag
Kinderen hebben recht op spel, rust, recreatie en creatieve activiteiten.

 

Inspraak en advies

Werkgroep kinderarmoede Huis van het kind Voorkempen

 

Argumentatie

          Schilde heeft een uitleendienst met groot sport- en spelmateriaal.

          Schilde heeft geen binnenspeelgoed voor kinderen tussen nul en twaalf jaar om te ontlenen.

          De ontlening van de project boxen met binnenspeelgoed kan mee opgenomen worden in het reglement voor het ontlenen van sport- en spelmateriaal.

          De aankoop van project boxen met binnenspeelgoed die ontleend kunnen worden is een duurzame investering.

          Wisselend speelgoed stimuleert de ontwikkeling en het creatief denken van kinderen.

          Schilde wil gezinnen in een moeilijk financiële situatie kansen bieden en ondersteunen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

000325

Actie

000196

Algemene rekening

000036

Beleidsveld

 

Bedrag

Visum financieel directeur

500

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan het Huis van het kind Voorkempen om met de subsidie van 930,64 euro binnenspeelgoed aan te kopen voor het vullen van projectboxen die ontleend kunnen worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming om 500 euro extra te investeren zodat er in totaal negen gevulde boxen kunnen aangekocht worden.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Nieuwe locatie voor het standbeeld van Lodewijk de Vocht op het Lodewijk de Vochtplein

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 23 juni 2020 van de heer Leuridan Ides met melding dat het standbeeld van Lodewijk de Vocht verplaatst en van sokkel gehaald is

 

Feiten en context

          Het standbeeld is verplaatst vanwege werken naast het Lodewijk de Vochtplein.

          De bouwheer verwijderde het standbeeld en de sokkel zonder toestemming.

          De bouwheer is verantwoordelijk voor het herplaatsen het standbeeld en de sokkel op de nieuwe locatie onder toezicht van de themaconsulent cultuur en in overleg met de dienst ruimtelijk ordening.

          Het standbeeld en de sokkel kunnen niet op de huidige locatie blijven staan.

          Er is rekening gehouden met de markt, kermis en andere evenementen die doorgaan op het plein en de ruime omgeving om te voorkomen dat het standbeeld in de weg staat. Na onderling overleg is er voor de best mogelijke locatie gekozen rekening houdend met de evenementen, maar ook met de zichtbaarheid van het standbeeld.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 56 § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Het voorstel van de nieuwe locatie is een meerwaarde voor het standbeeld omdat het dan beter zichtbaar is voor de toeschouwers en zo beter tot zijn recht komt. Ook staat het niet in de weg voor toekomstige evenementen die op en rond het plein plaatsvinden.

          Het standbeeld van Lodewijk de Vocht kijkt nu uit over het plein wat de houding van het standbeeld en de bedoeling van de beeldhouwer beter tot zijn recht laat komen. Ook voor de schoolgaande jeugd is het standbeeld nu zichtbaar wat hen dan weer wat cultuur en erfgoed bijbrengt.

          De nieuwe locatie situeert zich links naast het voetpad aan de achterzijde van de inkompoort van de gemeentelijke basisschool De Wingerd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om het standbeeld van Lodewijk de Vocht te laten plaatsen door de bouwfirma op de voorgestelde plaats aan het Lodewijk de Vochtplein.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de aannemer ingebreke te stellen zodat de toekomstige rechten van de gemeente Schilde gevrijwaard worden.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

CORONA - heropening zalen en lokalen - FASE 3

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen om alle activiteiten in gemeentelijke zalen en lokalen te verbieden tot en met 30 juni 2020

          Beslissing van de federale veiligheidsraad van woensdag 3 juni 2020 om enkele nieuwe versoepelingen door te voeren in de huidige federale maatregelen

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2020 om de gemeentelijke zalen en lokalen opnieuw ter beschikking te stellen aan door de gemeente Schilde erkende verenigingen onder de volgende voorwaarden:

          maximum 20 personen met inachtname van de afstandregels zoals bepaald door de federale maatregelen ter preventie van de verspreiding van COVID-19

          1 verhuur per dag per gemeentelijk gebouw en lokaal

          verhuur is tot 1 juli enkel mogelijk voor door Schilde erkende verenigingen

          een aanvraag moet steeds schriftelijk via het evenementenloket ingediend worden

          de huurder is zelf verantwoordelijk voor de poets na gebruik van de zaal. Reiniging door de gemeente kan dan op vaste tijdstippen gebeuren

          Beslissing van de federale veiligheidsraad van woensdag 24 juni 2020 om enkele nieuwe versoepelingen door te voeren in de huidige federale maatregelen

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 juni 2020 om de gemeentelijke zalen en lokalen opnieuw ter beschikking te stellen aan inwoners van de gemeente Schilde en door schilde erkende verenigingen onder de volgende voorwaarden:

          1 verhuur per zaal per dag

          huurders moeten een gebruik steeds aanvragen via het evenementenloket

          de huurder is zelf verantwoordelijk voor de poets en het gebruik van de zaal. Reiniging door de gemeente kan op vaste tijdstippen gebeuren

          Maximum 50 personen met inachtname van de afstandregels zoals bepaald door de federale maatregelen ter preventie van de verspreiding van COVID-19

          de zalen en lokalen mogen niet gebruikt worden voor dansfeesten, fuiven, activiteiten waarbij de benodigde niet kan worden gewaarborgd

 

Feiten en context

          Georganiseerde activiteiten mogen plaatsvinden met een maximum van 50 personen.

          Indoor-evenementen mogen plaatsvinden met een maximum van 100 personen.

          De richtlijnen omtrent veiligheidsafstanden moeten gegarandeerd worden.

          Vanaf september start een nieuw verenigingsjaar.

          Heel wat verenigingen maken gebruik van gemeentelijke zalen en lokalen voor hun geregelde werking.

          Heel wat gemeentelijke zalen en lokalen zoals de grote zaal (werf 44), dorpshuis, de Liebaert, de Wip worden vaak meermaals per dag gebruikt voor de algemene werking van verenigingen.

          De huidige maatregel van 1 verhuring per zaal per dag zal een hele grote impact hebben op de werking van verschillende verenigingen die al reeds beperkt is omwille van de huidige maatregelen tegen Corona.

          De gemeente heeft helaas niet voldoende zalen in het verhuurassortiment om alle verenigingen hun vaste werking te laten uitvoeren wanneer de zalen maar 1x per dag verhuurd mogen worden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 &3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 &3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Door de zalen meerdere keren per dag te verhuren bieden we de mogelijkheid aan de verenigingen van Schilde om in het verenigingsjaar 2020-2021 hun werking op een iets meer genormaliseerde manier te starten.

          Meermaals gebruik van de zalen en lokalen biedt een duidelijk perspectief voor de verenigingen van Schilde.

          Meermaals gebruik van de zalen en lokalen kan best beperkt blijven tot een maximum van 3 verhuringen per dag (ochtend, middag, avond).

          De tijdspanne tussen 2 verhuringen moet minimum een uur omvatten zodanig dat er geen vermenging van 2 gebruikersgroepen ontstaat.

          Het plaatsen van staanders met ontsmettingsalcohol in elke zaal lijkt een noodzakelijk investering om zo een goede handhygiëne bij de gebruikers te bevorderen. Deze staanders kunnen door de DDW gemaakt worden.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

001107

Actie

AC000176

Algemene rekening

6159999900

Beleidsveld

0989

Bedrag

Visum financieel directeur

400 euro (raming)

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de gemeentelijke zalen en lokalen vanaf 1 september meerdere keren per dag te verhuren aan particulieren en verenigingen onder de volgende voorwaarden:

          mondmaskerplicht in de zalen en lokalen;

          hanteren van de geldende afstandregels;

          een maximum van 50 personen in georganiseerd verband, 100 personen voor een culturele voorstelling of het maximum aantal personen opgelegd in het voor de huurder geldende sectorprotocol;

          er worden geen feesten, fuiven of activiteiten toegestaan waarbij de afstand niet kan worden gewaarborgd;

          de zaal mag meerdere keren met een maximum van 3 keer per dag gebruikt worden door de reservaties die nu al in het systeem staan genoteerd;

          nieuwe reservaties worden geweigerd indien de zaal al 1x die dag verhuurd is;

          een zaal mag maximum 3 per dag verhuurd worden: 1x 's ochtends, 1x 's middags, 1x 's avonds;

          er moet een minimum tijdspanne van 1u tussen de verschillende reservaties zijn om geen vermenging van de verschillende gebruikersgroepen te krijgen;

          de gemeente Schilde voorziet een staander met alcoholgel in elk gemeentelijk gebouw en lokaal dat kan verhuurd worden.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 24 08 2020

Gebruik Zaal de Vocht - PSR DE keerkring

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Anneleen Lauwers van PSR De Keerkring op vrijdag 31 juli 2020

 

Feiten en context

          PSR De Keerkring is een pyschosociaal revalidatiecentrum gevestigd op de Turnhoutsebaan 73 te 2970 Schilde.

          Omwille van de huidige corona-crisis zijn zij nog op zoek naar een extra lokaal waar zij de mogelijkheid hebben om groepssessies aan te bieden voor hun patiënten.

          Als sociale organisatie wensen zij hun werking aan hun deelnemers/patiënten zo goed mogelijk te kunnen verderzetten.

          De organisatie is op zoek naar een lokaal dat ze kunnen gebruik van maandag 31 augustus tot en met eind februari 2021. Dit zou telkens zijn voor maandagnamiddag, dinsdag voor- en namiddag, woensdag voor- en namiddag, donderdagnamiddag en vrijdagnamiddag.

 

Juridische gronden

Artikel 56 &3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Lokaal de Vocht van het dorpshuis kan mogelijk ter beschikking gesteld worden voor de organisatie.

          Lokaal de Vocht wordt gedurende de week maar zeer beperkt verhuurd.

          Gezien het beperkte budget van de sociale organisatie wordt voorgesteld om de huurprijs voor erkende verenigingen van 5 per verhuring te gebruiken.

          De gemeente Schilde erkent de psychosociale impact die de huidige coronacrisis met zich meebrengt en engageert zich om hierin ondersteuning te bieden in de mate van het mogelijke.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring aan PSR de Keerkring om zaal De vocht te huren aan het tarief van de door de gemeente Schilde erkende verenigingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/09/2020