VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

28 oktober 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 14 oktober 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 21 oktober 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 2.040 tot en met 2.076;

          de vastleggingen van 6.021 tot en met 6.259;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 94 tot en met 95;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 39.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Openbaarheid bestuursdocumenten

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 6 juli 2016 ondertekenen het GO! en de gemeente Schilde de verkoop/aankoop-belofte.

          Op 25 september 2019 ontvangt het gemeentebestuur een aangetekend schrijven van GO! met de mededeling dat zij de belofte wensen te verbreken.

          Op 25 september 2019 vindt een overleg plaats tussen Invento (GO!) en het gemeentebestuur.

          Op 30 september 2019 beslist het college van burgemeester en schepenen advies te vragen aan advocatenkantoor Schoups.

          Op 7 oktober 2019 neemt het college van burgemeester en schepenen kennis van het advies van meester Schoups en beslist zo snel mogelijk in overleg te gaan met het GO!.

 

Feiten en context

          Op 20 oktober 2019 ontvangt schepen Pascale Gielen een mail van een externe.  De bijlagen bij deze mail zijn de stukken die waren toegevoegd aan de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 oktober 2019.

          Op 15 oktober 2019 werd het verslag van het college van burgemeester en schepenen, inclusief de stukken, overgemaakt aan de gemeenteraadsleden.

          Op 15 oktober 2019 werd het verslag van het college van burgemeester en schepenen, exclusief de stukken, gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

Juridische gronden

          Artikel 29 van het decreet lokaal bestuur

          §1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.  De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten.

          §4. De gemeenteraadsleden, alsook alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging van de gemeenteraadsleden, alsook van alle andere personen als vermeld in het eerste lid wegens schending van het beroepsgeheim, overeenkomstig artikel 458 van het strafwetboek.

          Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur

          Artikel 27 en 29 zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van het college van burgemeester en schepenen.

          Overeenkomstig artikel 104 van de Nieuwe Gemeentewet zijn de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen niet openbaar.

          Overeenkomstig artikel 104 van de Nieuwe Gemeentewet worden alleen de beslissingen opgenomen in de notulen en in het register van de beraadslagingen, en kunnen alleen die beslissingen rechtsgevolgen hebben.  De notulen worden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.  De notulen worden uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen die volgt op de vergadering van het college van burgemeester en schepenen waarop de notulen zijn goedgekeurd naar of ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden op de wijze die bepaald is in het huishoudelijk reglement.

          Artikel II.34 van het bestuursdecreet
Tenzij de aanvraag betrekking heeft op milieu-informatie, wijzen de overheidsinstanties, vermeld in artikel II.28, § 1, een aanvraag tot openbaarmaking af als:

          3° de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de organen van de Vlaamse overheid, van de organen van de lokale overheden, van de organen van de instellingen met een publieke taak en van de organen van de milieu-instanties.

          Artikel II.29 van het bestuursdecreet
Wat de lokale overheden betreft, wordt de beslissing over de aanvraag tot openbaarmaking, onverminderd delegatie, genomen door de volgende personen:

          1° voor de gemeenten, de districten en de OCMW's: door de algemeen directeur.

          Artikel II.35 van het bestuursdecreet
Tenzij de aanvraag betrekking heeft op milieu-informatie, wijzen de overheidsinstanties, vermeld in artikel II.28, § 1, een aanvraag tot openbaarmaking af als ze van oordeel zijn dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen:

          1° een economisch, financieel of commercieel belang van de overheidsinstanties;

          4° de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid om een eerlijk proces te krijgen;

          5° het vertrouwelijke karakter van de handelingen van een overheidsinstantie als die vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, een audit die in uitvoering is of de politieke besluitvorming;

          Artikel 458 van het strafwetboek
Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in recht of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.

 

Argumentatie

          Een externe beschikt over stukken die niet werd opgevraagd in het kader van openbaarheid van bestuur.  

          Deze stukken vallen bovendien onder verschillende uitzonderingsgronden van het bestuursdecreet.

          Door deze stukken in de openbaarheid te brengen, is het gemeentelijk belang ernstig geschaad en de onderhandelingspositie van het gemeentebestuur ernstig verzwakt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de algemeen directeur klacht moet neerleggen tegen onbekenden bij de politie wegens schending van het beroepsgeheim.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Verslagen inspraakavond adviesraden

 

 

Feiten en context

Op 6 september 2019 en 26 september 2019 vonden twee inspraakavonden voor de adviesraden plaats.  De eerste avond had tot doel suggesties voor het meerjarenplan te verzamelen.  De tweede avond focuste op participatie.

 

Juridische gronden

Artikel 304 van het decreet lokaal bestuur

          §1. De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen.

          §5. De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm wordt gegeven aan de inspraak voor de gemeente en haar organen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van de inspraakavonden voor de adviesraden van 6 september 2019 en 26 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Jonas Van der Wee - GCS

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Jonas Van der Wee op 15 oktober 2019

 

Feiten en context

Jonas Van der Wee, Eekhoornlaan 37, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak GCS vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming niet Nederlandstalig is, waardoor hij geen recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming niet Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

250 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed van Jonas Van der Wee, Eekhoornlaan 37, 2970 Schilde voor de onderneming GCS en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 250 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Digitale woonstcontrole addendum

 

 

Voorgeschiedenis

Op 15 maart 2019 besloten Remmicom en Cipal te gaan samenwerken

 

Feiten en context

          Op 21 oktober 2019 keurde het college van burgemeester en schepenen het punt 'digitale woonstcontrole' goed.

          De goedgekeuring bevat de aanvraag van een uitbreiding van Remmicom software die gefactureerd wordt door Cipal met een maandelijkse huurprijs van 306,14 euro exclusief btw.

 

Juridische gronden

Artikel 42, §1 van de wet op de overheidsopdrachten
De werken of diensten kunnen alleen door een bepaalde ondernemer worden verricht omdat mededinging ontbreekt om technische redenen.

 

Argumentatie

          Het gebruik van het programma zorgt een efficiëntere manier van werken.

          De digitale woonstcontrole zal de papierstroom sterk verminderen en de dossiers kunnen snel geconsulteerd worden door de betrokken diensten.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/004/001

Algemene rekening

61429999

Beleidsveld

0130

Bedrag

Visum financieel beheerder

maandelijkse kostprijs 306,14 euro exclusief btw mogelijks onderhevig aan indexatie

19/065 van 24 oktober 2019

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de uitbreiding 'digitale woonst controle' aangekocht wordt voor een maandelijks bedrag van 306,14 euro exclusief btw.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Certificaat inbraakveilig - advies

 

 

Voorgeschiedenis

Op 17 juli 2019 vraagt de Politiezone Voorkempen advies aan het college van burgemeester en schepenen omtrent de invoering van het Certificaat Inbraakveilig.

 

Feiten en context

          Het Certificaat Inbraakveilig is een certificaat voor woningen die voldoen aan een aantal eisen op het gebied van inbraakpreventie. De eisen die het certificaat stelt, zorgen ervoor dat een inbreker langer de tijd nodig heeft om een woning binnen te komen. Als de woning voldoet aan de eisen, kan de bewoner het Certificaat zichtbaar aan de woning aanbrengen. Een inbreker denkt twee keer na voor hij in een woning probeert in te breken die is voorzien van het Certificaat.

          Een burger vraagt een diefstalpreventieadvies aan bij de lokale politie of preventiedienst. De diefstalpreventieadviseur gaat na of de woning aan alle eisen voldoet en geeft een schriftelijk advies. De burger voert de geadviseerde maatregelen uit. Vervolgens komt de diefstalpreventieadviseur nogmaals op huisbezoek. Als de woning voldoet aan alle eisen ontvangt de bewoner het Certificaat Inbraak Veilig. Dit attest blijft 10 jaar geldig. Daarnaast krijgt hij ook een sticker en een gevelplaatje dat de bewoner zichtbaar aan zijn woning bevestigt.

          De officiële instap gaat in vanaf het moment dat alle betrokken partijen het lokaal charter hebben ondertekend.

 

Juridische gronden

Artikels 119, 119bis en 135 van de Nieuwe Gemeentewet inzake de bevoegdheden op het vlak van de veiligheid en openbare rust

 

Argumentatie

          Inbraakbeveiliging moet niet geregeld worden via een omgevingsvergunningsaanvraag. Dit kan gebeuren via communicatie en preventie.

          Het reglement heeft als doelstelling dat de nieuwe woningen en gebouwen minstens drie minuten weerstand kunnen bieden bij een inbraakpoging. Het staat de aanvrager vrij om zelf een oplossing of materiaal voor te stellen om te voldoen aan de inbraakbeveiliging. De dienst ruimtelijke ordening kan niet oordelen of de aanvraag voldoet aan het gevraagde.

          In een vergunning kunnen voorwaarden, waaronder ook voorwaarden met betrekking tot inbraakbeveiliging worden opgelegd. Echter, voorwaarden moeten worden nageleefd en in het slechtste geval ook gehandhaafd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen adviseert inbraakbeveiliging aan te pakken via de communicatie en sensibilisatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist geen bijkomende voorwaarden op te leggen in omgevingsvergunningen omtrent inbraakbeveiliging.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Tijdelijke verharding - Jantoomesdreef

 

 

Voorgeschiedenis

Op 13 mei 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning afgeleverd voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en een woning bij een tuinbouwbedrijf op de eigendom gelegen aan de Oudebaan 181.

 

Feiten en context

          De Jantoomesdreef die toegang biedt aan betrokken eigendom is niet toegankelijk voor het tijdelijke en noodzakelijke werfverkeer door het vele slijk.

          De bouwheer vraagt om de Jantoomesdreef over een lengte van 40 meter vanaf 100 meter uit de Oudebaan te voorzien van een doek bedekt met steenpuin.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Voorwaardelijk gunstig advies van het OCMW.

 

Argumentatie

          De werf dient bereikbaar te zijn voor het werfverkeer.

          De Jantoomesdreef in zijn huidige toestand gebruiken maakt de wegenis alleen maar slechter.

          Deze werken zijn vrijgesteld van omgevingsvergunning omdat het volume van de reliëfwijziging kleiner is dan 30 kubieke meter en de reliëfwijziging op elke punt kleiner is dan een halve meter.

          Het voorwaardelijk gunstig advies van het OCMW:

          het OCMW draagt geen enkele kost, noch aansprakelijkheid;

          na het einde van de bouwwerken dient het steenpuin terug verwijderd te worden en dient de dreef in een degelijke, propere staat achtergelaten te worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met de tijdelijke wijziging van het reliëf op de Jantoomesdreef op voorwaarde dat de gebruikte materialen benor gekeurd zijn en op voorwaarde dat de voorwaarden opgelegd door het OCMW van Antwerpen worden nageleefd.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - Kerkstraat 36 - ORGANO BVBA - het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 19 appartementen en 2 handelspanden - OMG 2019/212

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door ORGANO BVBA gevestigd De Burburestraat 7, 2000 Antwerpen op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kerkstraat 36.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 19 appartementen en 2 handelspanden.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 28 oktober 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds de 1933 volgens de gegevens van het kadaster .

Op het perceel is een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 221m² op een perceel van circa 2.949,6m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als horeca.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: horeca, handen, eengezinswoningen en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoning met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden op een perceel van 2.949,6m².

o        Blok A bevat 5 woonunits en 143,4m² handelsruimte. Blok A wordt ingeplant tot op 3,8m uit de rooilijn, op de rechter perceelsgrens. De voorgevel van blok A heeft een breedte van 11,0m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 29,95m. De kroonlijsthoogte bedraagt 10,47m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichte natuursteen en donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als groendak.

o        Blok B bevat 2 woonunits en 329,1m² handelsruimte en herdenkingsplaats van Lodewijk De Vocht. De woning van Lodewijk De Vocht blijft behouden. De woning wordt intern verbouwd en uitgebreid aan de linkerzijde. De inplanting blijft behouden, de woning wordt ingeplant tot op 5,3m uit de rooilijn, op 15,2m de rechter perceelsgrens en op 18,1m van de linker perceelsgrens. De voorgevelbreedte van blok A van 14,30m wordt uitgebreid tot 21,4m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel van 14,5m wordt uitgebreid tot 22,7m. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 3,06m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als terrassen en groendak.

o        Blok C bevat 12 woonunits. Blok C wordt ingeplant tot op 28,0m uit de rooilijn, en op de linker perceelsgrens. Blok C heeft een breedte van 27,1m. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 30,9m. De kroonlijsthoogte bedraagt 10,91m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichte natuursteen en donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als groendak.

Op 5,70m van de rechter perceelsgrens en op 6,36m van de achterste perceelsgrens is een bestaand tuinpaviljoen ingeplant. Het tuinpaviljoen is 3,79m diep, 3,51m breed.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel bedraagt 1.268,8m². Inclusief oversteken groter dan 1m bedraagt de bebouwde oppervlakte op het perceel 1.348,0m².

De oprit tot het perceel is 7,0m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 0,8m van de linker perceelsgrens De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 533,8m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeenteraad
    De beslissing van de gemeenteraad uitgebracht op 16 september 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig

De gemeenteraad keurt een grondruil van circa 105,7m² grond (rood gemarkeerd op plan) in eigendom van de aanvrager voor 16,3m² grond (groen gemarkeerd op plan) in eigendom van de gemeente goed.

o        Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

De kosten van de grondruil, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager.

 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 28 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het project houdt rekening met de inplanting van de belangrijkste waardevolle bomen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 4.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals aangeduid op het inplantingsplan.

 

  • Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening
    Het advies van Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening afgeleverd op 14 oktober 2019, luidt: ongunstig.
    De GECORO is het type architectuur genegen. De GECORO geeft een negatief advies gebaseerd op volgende punten:
    Het bewaren van de villa is een meerwaarde in het project. De GECORO heeft geen bezwaar tegen het volume rechts, het volume achteraan + het creëren van een gevel aan het plein achteraan.

o        De GECORO merkt op dat de functie “handelsruimte herdenkingsplaats Lodewijk de Vocht” onduidelijk is. Betreft het een handelsruimte, een museum, …Hoe past het idee van de herdenking van Lodewijk de Vocht in dit concept? Is dit volume echt noodzakelijk voor het project? De GECORO stelt zich vragen bij het aanbouwen van een volume aan de villa.

o        De inplanting van het gebouw met betrekking tot de vloerpassen en de hoogte wordt in vraag gesteld. De GECORO stelt zich vragen bij de aansluiting van het project aan de straat, het plein achteraan en het toekomstige project links.

o        De GECORO merkt op dat er te weinig parkeerplaatsen worden voorzien. De handelszaken hebben geen parkeerplaatsen op de begane grond.

o        Er worden deelwagens voorzien in het project. Hoe wordt dit hardgemaakt naar de toekomst?

o        De GECORO merkt op dat er te weinig begroening wordt voorzien in de voortuin.

o        De GECORO merkt op dat de doorgang tussen straat en plein open en toegankelijk moet blijven.

o        De kwaliteit van de buitenruimtes aan het plein (op het gelijkvloers) is niet goed.

o        De afstand tot het linker aanliggende perceel van het achterste blok is niet voldoende.

o        De GECORO vraagt zich af of het appartement onder het dak van de villa voldoende kwalitatief is?

o        De GECORO stelt voor om de plaats van het standbeeld als last op te leggen in de vergunning.

o        De fietsenstalplaatsen achter de dubbele autorij in de kelder zijn quasi onbruikbaar. De GECORO stelt voor om een volwaardige afgesloten fietsenstalling te voorzien in de kelder voor de bewoners.

o        De GECORO stelt voor om geen garageboxen toe te laten in de kelder omdat dit de kans op niet gebruik (berging) vergroot.

o        De vraag wordt gesteld of de afvalberging in de kelder voldoende groot is.

o        De GECORO vraagt zich af hoe aan het brandweeradvies zal worden voldaan.

o        Wat is de afstand tot het huisje van de gemeente op het achterliggende grasveldje?

o        De GECORO vraagt om de afsluitingen van de terrassen ter hoogte van het openbaar domein maximaal doorzichtig te maken.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 4 september 2019 onder referentie AV/123/219/00414, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210001 van 5;8 + 41 tot 5.8 + 88):

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 7,5m;

o        De rooilijn ligt op 20m volgens plan KB 21 februari 1936;

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 0m;

o        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 20 meter uit de gevellijn van de overzijde volgens plan K.B.21 februari 1936.

Publiciteit:

o        Geen.

Gunstig advies onder voorwaarden

Conform artikel 3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

‘Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehandteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de Ruimtelijke ordening’.

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap.

Onwenselijk omwille van verkeersveiligheid

In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden

Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg, zoals de N121, na met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.

De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16 van 16 oktober 2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder meer de volgende voorwaarden oplegt:

o      Er wordt slechts 1 toegang van max 4,5m breedte toegelaten. Voor sterk verkeersgenererende activiteiten is een toegang met max. breedte van 7m toegestaan.

o      Er dient bij verkavelingen gestreefd te worden naar één gemeenschappelijke ontsluiting d.m.v. een ventweg. Wanneer het aantal loten beperkt is, dienen de toegangen zoveel mogelijk geclusterd worden. Twee loten dienen ten hoogte van de tussenliggende perceelsgrens voorzien te worden van een gemeenschappelijke toegang van maximum 7m.

o      Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-overrijdbare scheiding aangebracht te worden door de aangelande.De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande weginfrastructuur (incl. straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …).

De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende redenen:

Er wordt een toegang voorzien van 8.2m terwijl deze maximum 7m mag zijn.

Er dient een fysieke afscheiding geplaatst te worden aan blok A ter hoogte van de grens van het openbaar domein. Dit om te voorkomen dat hier geparkeerd zal worden.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig onder volgende voorwaarden:

Er is een toegang voorzien van meer dan 8m breed, dit dient aangepast te worden naar een toegang van maximum 7m.

Ter hoogte van blok A dient er een fysieke erfscheiding geplaatst te worden ter hoogte van de grens van het Openbaar domein.

Algemene voorwaarden gewestweg

1)      Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

2)      Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

o        Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

o        Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

o        Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

3)      Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

4)      In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5)      In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6)      Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

7)      Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen,…)

8)      De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

9)      De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater,…

11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15)Reliëfwijzigingen

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.

o        Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16)Slopen

o        De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

o        Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.

o        De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

o        De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

o        De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

17)Publiciteit

o      Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte  van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen  de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.

o      Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.

o      Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.

o      Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.

o      Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

18)Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.

19)De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 24 juni 2019 onder referentie PR 1701122-02, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op onderstaande opgesomde artikels zijn opmerkingen vastgesteld:

o        A: artikel 1.1. Zie voorbespreking bereikbaarheid;

o        B: artikel 6.8.5.4.3. Gezien de omvang van her complex is een bovengronds hydrant in de tuin voor blok C gewenst.

Hierdoor:

o        Wordt de tussenkomst van de openbare hulpdiensten bemoeilijkt;

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag met opmerkingen.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 24 mei 2019 onder referentie 46249634, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op deze locatie is er geen behoefte aan een lokaal voor de oprichting
    van een middenspanningscabine. De bijkomende wooneenheden kunnen worden aangesloten mits uitbreiding van het laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2 kVA per aansluiting, 22,2 kVA voor de algemene delen en 27,7 kVA voor de handelsruimten.

Dit advies blijft 1 jaar geldig.

Er is een gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 5 juni 2019 onder referentie 190483 L-19-491, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Kerkstraat.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien voor tuinaanleg, terrasonderhoud en groendakonderhoud.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 29.804 liter (effectief 29.930 liter) infiltratievolume en min. 48m² (effectief 52m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werden voorzien en staan vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande gebouw dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.
  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 18 juli 2019, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. Project is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 21 mei 2019 onder referentie 250033181-Sk, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Er zijn aanpassingen aan het kabelnet nodig om de loten te voorzien van informatie- en communicatiesignalen. Deze kosten zijn ten laste van de aanvrager.

Bij afbraak van gebouwen waarop Telenet kabels zijn bevestigd, is het belangrijk om minstens 8 weken voor de start van de werken Telenet op de hoogte te brengen (015/66.66.66).

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 28 mei 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 30 mei 2019 tot 28 juni 2019.

Er werd een schriftelijk bezwaar ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      Het bestaande BPA van de Kerkstraat bepaalt dat er enkel appartementen mogen komen aan de zijde van de onpare nummers tussen de Oudaen en Moerstraat. Aan de zijde van het project zijn appartementen niet toegestaan;

2.      Alle weekdagen is het centrum overladen met doorgaand verkeer, verkeer voor de middenstand.  De parkeerplaatsen aan de Kerkstraat zijn gebrekkig en veel te weinig. Zonder mobiliteitsplan kan dit project niet gerealiseerd worden;

3.      De huidige nutsvoorzieningen zijn onvoldoende;

4.      Door het project verdwijnt een groene oase en het vermassacreerd een historisch dorpszicht.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      Het perceel van de aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurd BPA, RUP of verkaveling. De aanvraag werd afgetoetst aan ‘de goede ruimtelijke ordening’ en principes uit de onmiddellijke omgeving zoals bouwhoogte, bouwdiepte, bouwdichtheid, …
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

2.      De Kerkstraat is een gewestweg met een doorgangsfunctie. De aanvraag voorziet 27 ondergrondse en 4 bovengrondse parkeerplaatsen. Twee van de bovengrondse parkeerplaatsen zijn voorzien voor een deelwagen (één voor de gemeenschap en één voor de vereniging van mede eigendom). De aanvraag voorziet 65 fietsstandplaatsen. De aanvraag voorziet de nodige maatregelen om de impact op de mobiliteit te beperken.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

3.      De aanvraag werd voorgelegd voor advies aan de nutsmaatschappijen. Het adviezen van de nutsmaatschappijen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

4.      Het pand is niet opgenomen op de inventaris bouwkundig erfgoed en is niet beschermd als dorpszicht of monument. Het pand heeft echter wel een beeldbepalend karakter. De aanvraag voorziet in het behoud en de renovatie van de woning. Het project houdt met de inplanting van de gebouwen rekening met de belangrijkste waardevolle bomen
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 29.930 liter en een infiltratieoppervlakte van 52m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 19 appartementen en 2 handelspanden is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 19 woonentiteiten omvat en ongeveer 456m² handelsruimte moeten er 39 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voorziet 27 ondergrondse en 4 bovengrondse parkeerplaatsen. Twee van de bovengrondse parkeerplaatsen zijn voorzien voor een deelwagen (één voor de gemeenschap en één voor de vereniging van mede eigendom). Het perceel van de aanvraag is gelegen op een strategische plaats in de gemeente waardoor er per deelwagen 4 parkeerplaatsen minder moeten voorzien worden. De aanvraag voldoet hieraan. De aanvraag voorziet 65 fietsstandplaatsen. De GECORO merkt op dat de fietsstalplaatsen achter de dubbele autorij in de kelder bijna onbruikbaar zijn.
    Op 25 oktober 2019 werd een wijzigingsverzoek ingediend door de eigenaar. Het wijzigingsverzoek bevat een bovengrondse fietsenberging met 15 fietsstandplaatsen.
    De aanvraag voorziet de nodige parkeerplaatsen op eigen terrein om het effect op de mobiliteit in de omgeving te beperken.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet het bouwen van een bruto oppervlakte van meer dan 500m² en een bruto volume van meer dan 2.000m³. De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Er werden tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend.
  • De totaal bebouwde oppervlakte (inclusief dakoversteken van meer dan 1m) bedraagt 1.348m² op een perceel van 2.950m² ofwel een b/t index van 0,45. De hoge dichtheid en volumewerking zijn aanvaardbaar in de dorpskern van ’s-Gravenwezel en draagt bij aan de verhoging van het ruimtelijke rendement binnen de woonkernen. De aanvraag voorziet in het maximaal behoud van het hoogstammig groen op het perceel, 36% van de totale perceelsoppervlakte wordt voorzien als groene ruimte. De open ruimte in de vorm van terrassen en tuinen zorgt voor luchtigheid in het project. Deze dient maximaal gevrijwaard te blijven van bebouwing. Tuinbergingen en dergelijke constructies dienen vermeden te worden.
    Op 25 oktober 2019 werd een wijzigingsverzoek ingediend door de eigenaar. Het wijzigingsverzoek bevat interne aanpassingen en het voorzien van extra groenaanleg in de voortuin. Op de gelijkvloers verdieping van Blok C worden twee gelijkvloers appartementen samengevoegd. Voor Blok A wordt een levende groene haag geplant en de oprit wordt versmalt naar 7m om tegemoet te komen aan het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Op het perceel is een vrijstaande ééngezinswoning (woning componist Lodewijk de Vocht) met kapel aanwezig, zonder beschermd statuut en niet opgenomen in de (vastgestelde) inventaris bouwkundig erfgoed. Dit betekent dat er geen juridische rechtsgevolgen gekoppeld zijn aan het gebouw. Het is echter een markant gebouw in de korpskern van ’s-Gravenwezel. De woning met achterliggende kapel blijft bewaard en zal worden gerenoveerd. Links van het gebouw wordt in een contrasterende stijl een laagbouwvolume toegevoegd. Deze zorgt voor de overgang tussen de villa en de achterliggende meergezinswoning.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 0,98m boven de straatpas zoals bepaalt in de bestaande woning. De 3 nieuwe bouwvolumes worden voorzien boven het maaiveld, conform de reeds bestaande woning en het bestaande terreinprofiel.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Per woonentiteit wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 5,5m².
    In de ondergrondse parkeergarage wordt een collectieve afvalberging van circa 14,5m² voorzien.
    Op de perceelsgrenzen wordt de bouwdiepte beperkt tot deze van de aanpalende gebouwen. Op 1,9m van de perceelsgrenzen wijkt de bouwdiepte of dakafwerking af van deze van de aanpalende gebouwen.
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het advies van Fluvius naleven;
  • het advies van Wegen en Verkeer naleven;
  • de 31 autostaanplaatsen dienen steeds deel uit te maken van het project en mogen niet verhuurd of verkocht worden aan derden;
  • er dient een deelwagen voorzien te worden voor de vereniging van mede eigendom;
  • er dient een deelwagen voorzien te worden voor de gemeenschap, die ten alle tijden bereikbaar en bruikbaar is voor derden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 29.804 liter en een infiltratieoppervlakte van 48m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woningunits dienen te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • er dient een bovengrondse hydrant in de tuin van blok C te worden geplaatst;
  • de toegang tot het perceel dient verkleind te worden tot 7m. Deze zone dient als groene ruimte aangelegd te worden;
  • ter hoogte van blok A op de grens met het openbaar domein dient een levende groene haag als een fysieke erfscheiding te worden voorzien;
  • de grond van circa 105,7m² (rood gearceerd op plan) in eigendom van de aanvrager dient geruild te worden voor 16,3m² grond (groen gearceerd op plan) in eigendom van de gemeente. De kosten van de grondruil, notariële kosten inbegrepen, vallen ten laste van de aanvrager;
  • de afsluitingen van de terrassen ter hoogte van het openbaar domein dienen in doorzichtig glas te worden uitgevoerd;
  • er dient een plaats in de tuin te worden voorzien voor het plaatsen van het standbeeld van Lodewijk de Vocht;
  • de dient te worden voldaan een financiële last van 2.000 euro per woonunit voor get onthardingsfonds, dat kan dienen voor de heraanleg van het Lodewijk de Vocht;
  • de studiekost bij participatie momenten verbonden aan de heraanleg van het Lodewijk de Vocht plein vallen ten laste van de aanvrager.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - Buizerdlaan 15 - Dirk Voorspools - het aanleggen van een oprit tot de voordeur en de garages - OMG 2019/431

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 september 1987 - 1987/170

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Dirk Voorspools, Buizerdlaan 15, 2970 Schilde op 27 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Buizerdlaan 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een oprit tot de voordeur en de garages.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Zuid Hertebos bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m.

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

     binnen de op plan aangeduide zone.

     op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 3m van de perceelsgrens.

     de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouw wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en dat van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters, zoals gevoegd in bijlage.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1988. Op het perceel is nog een bijgebouw aanwezig. De totale vergunde bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 373m² op een perceel van circa 2.076m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een oprit op een perceel van 2.076m².

De inplanting, afmetingen en afstanden van de woning blijven behouden zoals vergund in 1987.

De woning is ingeplant tot op 40m uit de rooilijn, op 6,16m van de rechter perceelsgrens en op 3,05m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 18,80m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt +/- 21m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,26m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 35° met een nokhoogte van 6,25m. De gevels werden opgetrokken in wit geschilderd metselwerk. Het dak wordt afgewerkt met leien.

Achteraan het perceel is een bijgebouw aanwezig die wordt afgebroken.

De totale bebouwde oppervlakte van de woning op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 373m².

De toegang tot het perceel is 2,08m breed. De oprit wordt aangelegd in betonklinkers met grasstrook en ligt op minimum 1m van de rechter perceelsgrens. Voor de woning is een terras van 57m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 210m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 14 oktober 2019, luidt: gunstig.
    Voor het uitvoeren van de werken dienen geen bomen te worden geveld.

 

  • Raadpleging aanpalende eigenaars

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een oprit tot de voordeur en garages is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - De Dreef van Hertebos 5 - mevrouw Hilde Rombouts - het regulariseren van de uitbreiding van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2019/469

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bijbouwen van solarium met terras - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 1975 - sgr1975/82
  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 augustus 1964 - sgr1964/55

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Hilde Rombouts, Wouwstraat 114, 2540 Hove op 11 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Dreef van Hertebos 5.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van de uitbreiding van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 30 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 29 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hertebos bepaalt:

Artikel 4 – Bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn.

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

Artikel 6– Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer, gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 7 – Zones voor open bebouwing

a.      Bestemming

Uitsluitend bestemd voor alleenstaande of twee aan twee gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbouwing van méér dan twee woningen vereist is om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven zijn toegelaten, in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter en de schoonheid der woonwijk.

b.      Bebouwing

1.      Afstand tot erfscheidingen: zie Art. 4.

2.      Bouwdiepte: maximum vijftien meter tussen voorgevel en achtergevel. (hoofdgebouw + bijgebouwen).

3.      Hoogte: ten minste drie meter vijftig cm (3,50 m) en ten hoogste zes meter vijftig cm (6,50 m), gemeten vanaf straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druiprand van het dak.
De twee aan twee te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben en tevens dezelfde dakvorm, dakhoogte en met vóór- en achtergevels in elkaars verlengde.
De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

4.      Gevelmaterialen: de aard en kleur van de gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok. Zie overigens artikel 5.

c.      Tuinen: dit zijn de niet bebouwde oppervlakten.

1.      Bestemming: in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2.      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste twee meter vijftig cm hoog (2,50 m) gemeten vanaf de grond tot bovenrand goot of druipeinde, zijn toegelaten. Deze gebouwtjes moeten op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens één meter afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten zijn verboden, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen en onderhoud overeenkomstig politieverordening. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3.      Afsluitingen: tussen de niet bebouwde eigendommen zijn verboden tenzij met paaltjes en metaaldraad, maximum één meter hoog. Betonpalen, betonblokken en betonplaten zijn verboden. Tussen de bebouwde eigendommen is het toegelaten gesloten afsluitingen te plaatsen van maximum 0.70 m hoogte en een afstand van 20 m achter de hoofdgebouwen, te maken in metaaldraad; betonplaten zij verboden.

Artikel 8 – Zones van achteruitbouw en non-aedificandi

a.      Bestemming: uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

b.      Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone “non-aedificandi”.

c.      Bebouwing: puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

d.      Afsluiting langsheen de wegenis: in metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

e.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

f.        Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1965.

Op het perceel zijn nog 2 bijgebouwen aanwezig. Deze bijgebouwen vallen onder het vrijstellingsbesluit.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 169,54m² op een perceel van circa 2.156m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van de uitbreiding van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 2.156m².

De woning blijft ingeplant tot op 13,17m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 4,13m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 11,75m op een kavelbreedte van 19,14m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 13,96m.

De uitbreiding heeft een hoogte van 2,38m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak

De gevels werden opgetrokken in aluminium met glas. Het dak werd afgewerkt met licht doorlatende platen.

Achter de woning zijn er 2 bijgebouwen.

Bijgebouw 1 heeft een breedte van 3m, een diepte van 6m en een hoogte van 2,80m.

Dit bijgebouw is tot op 1,82m van de linker perceelsgrens gelegen.

Bijgebouw 2 heeft een breedte en diepte van 4m. Het bijgebouw heeft een maximum hoogte van 3m en is tot op meer dan 1m van de zij perceelsgrenzen gelegen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 194,56m².

De toegang tot het perceel is 4m breed.

De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op minimum 4,39m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 35m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 134m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 14 oktober 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het perceel voldoet onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied. Er zijn slechts beperkte heraanplantingswerken mogelijk.
    Hierbij worden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        een bankwaarborg te voorzien van 1.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

g.      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 2 oktober 2019, luidt: gunstig.
Deze aanvraag betreft een regularisatie van een veranda die echter geen invloed heeft op de afvoer van DWA en/of RWA. De bestaande riolering blijft behouden. Er worden door Pidpa-Riolering geen bijkomende voorwaarden opgelegd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het regulariseren van de uitbreiding van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 22cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - Turnhoutsebaan 29 - Jef Verheyen - het aanleggen van een openlucht zwembad - OMG 2019/481

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        winkelhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 februari 1960 - 1960/32

o        woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 februari 1972 - 1972/13

o        het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met praktijk - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 augustus 2016 - SV 2016/92

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 augustus 1969 - 1968/5

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 wilgen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 21 oktober 2019 - VB 2019/480

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jef Verheyen met als contactadres Turnhoutsebaan 29, 2970 Schilde op 22 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 29.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 1, 3 en 4 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – Bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

b.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – Bepalingen gemeenschappelijk voor de zones

“Gesloten, half-open en open bebouwing”

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

II. – Bepalingen betreffende de onderscheidende zones

Artikel 17 – Zones voor open bebouwing 2.000m²/30m

A. Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 2.000m²

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 30m

c.      Private wegen: in deze zone mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid noch ten laste van de Openbare Besturen kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.

Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.

Zij zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.

Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 8m, maximum 2/3 der kavelbreedte aan de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op minimum 3m van de eigendomsgrenzen. Materialen overeenkomstig artikel 5.

g.      Afsluitingen tussen de eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel werd er op 22 augustus 2016 een ééngezinswoning met praktijk vergund.

De totale vergunde bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 250m² op een perceel van circa 2.176m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg.

Deze wordt vaak gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een openlucht zwembad op een perceel van 2.176m².

De vergunde afmetingen van de woning en van de verhardingen blijven behouden.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 250m².

Het zwembad van 3,6m x 12m wordt ingeplant achter een bestaand een bestaand muurtje tot op 15m achter de rooilijn.

Het zwembad is tot op 6m van de linker perceelsgrens gelegen.

Het zwembad heeft een diepte van 1,50m.

De toegang tot het perceel is 3,27m breed.

De oprit wordt aangelegd in prefabbeton en ligt op minimum 6m van de rechter perceelsgrens.

Voor de woning wordt een terras met zwembad van 54m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 155m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 14 oktober 2019, luidt: gunstig.
    Voor het uitvoeren van de werken dienen geen bomen te worden geveld.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 17 oktober 2019 onder referentie AV/123/2019005, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210002 van 11.3 + 21 tot 11.2 + 87):

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 40m van de overzijde van de gewestweg;

o        De rooilijn ligt op 20m volgens plan C/2081;

o        De rooilijn valt samen met grens openbaar domein;

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 15m;

o        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 35m volgens C/2081 (rekening houdend met het openbare (gemeentelijke) domein.

Publiciteit:

h.      Geen.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.

De septische putten dienen achter de bouwlijn geplaatst te worden.

Algemene voorwaarden gewestweg

  • Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:
  • Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;
  • Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.
  • Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:
  • Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

  • Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

  • Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.
  • Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

  • In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.
  • In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

  • Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.
  • Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …)
  • De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.
  • De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.
  • Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …

  • De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.
  • De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.
  • Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.
  • Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.
  • Reliëfwijzigingen
  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

  • Slopen

o        De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

o        Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.

o        De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

o        De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

o        De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

  • Publiciteit
  • Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.
  • Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.
  • Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.
  • Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.
  • Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

  • Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.
  • De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • advies Administratie Wegen en Verkeer naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - Smisheide 7 - de heer Filip De Belie - het plaatsen van een dakkapel aan de rechterzijde van de woning opgebouwd in houtskeletbouw - OMG 2019/490

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 april 1985 - 1985/60

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 28 juli 1982 - 1981/14

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Filip De Belie, Smisheide 7, 2970 Schilde op 25 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Smisheide 7.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een dakkapel aan de rechterzijde van de woning opgebouwd in houtskeletbouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonuitbreidingsgebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Artikel 4 Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing (nummers 1 tot 82)

4.1.            Strook voor hoofdgebouwen

Diepte 17m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, zoals aangeduid op het plan.

1)      Bestemming
Eengezinshuizen.

2)      Bebouwingswijze
Vrijstaande.

3)      Plaatsing van de gebouwen

a)      Voor de hoekpercelen

  • Gevel gericht naar de voorgevelbouwlijn.

Een zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen met de voorgevelbouwlijn, ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn, en ermee evenwijdig zijn.

  • Achtergevel ten opzichte van de voorgevelbouwlijn

Op minimum 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook.

  • Naar de straat gerichte zijgevel

Zoals aangeduid op het plan.

  • Niet naar de straat gerichte zijgevel

Op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel.
vrije plaatsing binnen de bouwstrook en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan.

b)      Voor de niet-hoekpercelen

  • Voorgevel

Een zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen met de voorgevelbouwlijn, ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn, en ermee evenwijdig zijn.

  • Achtergevel

Op minimum 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook.

  • Zijgevels

Op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel en binnen de bouwstrook op het plan.

4)      Afmetingen van de gebouwen

a)      Voorgevelbreedte

Minimum 7m, maximum zoals aangeduid op het plan.

b)      Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek: maximum 7m.

5)      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm

Schuin dak met een helling van 25° en 60°.

Plat dak is toegelaten op uitbouwen.

b)      Materialen

  • Voor gevels: alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in licht kleur.
  • Voor bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel, voor flauw hellende daken, dakvilt.
    1.          Strook voor binnenplaatsen en tuinen
      Tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel.

1)      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 10% van de perceels oppervlakte niet overschrijdt.

2)      Plaatsing van de gebouwen

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:
Op minimum 10m uit de achtergevelbouwlijn (behoudens die van de autogarages voorzien in artikel 1.05,8°).

b)      Overige gevels:

  • Binnen de bouwstrook aangeduid op het plan;
  • En verder, hetzij op de perceelsgrens, hetzij op minimum 3m afstand ervan, met dien verstande dat, indien de achtergrens van het perceel samenvalt met de zijgrens van een ander perceel, de plaatsing op die perceelsgrens slechts is toegelaten vanaf 10m uit het verlengde van de achtergevelbouwlijn bepaald voor dat ander perceel, behoudens de mogelijkheid van gekoppelde bebouwing ingevolge de bepalingen van artikel 1.05.8°.

3)      Bouwhoogte

Gemeten van het grondpeil tot de bovenkant van de deksteen:

Maximum 3m.

4)      Welstand

a)      Dakvorm

  • Gebouwen geplaatst op de perceelsgrens: plat dak.
  • Overige gebouwen: plat dak of schuin dak met een maximum helling van 45°.

b)      Materialen

  • Voor gevels

Alle vrijstaande gevels in gevelsteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

  • Voor bedekking van de schuine daken

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

c)      Aanleg van de strook

Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

4.3.            Bouwvrije voortuinstrook

Diepte, gemeten vanaf de (ontworpen) rooilijn en zoals aangeduid op het plan.

1)      Bebouwing

Behoudens de afsluitingsmuurtjes, voorzien in artikel 1.05,4°: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

2)      Welstand

Behoudens de toegangen tot de gebouwen dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

4.4.            Bouwvrije zijtuinstroken

Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel: 3m en zoals aangeduid op het plan.

1)      Bebouwing

Behoudens de afsluitingsmuurtjes en autogarages, zoals bepaald in ariktel 1.05,4° en 8°: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1986.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 99,9m² op een perceel van circa 600m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het plaatsen van een dakkapel aan de rechterzijde van de woning op een perceel van 600m².

De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9m op een kavelbreedte van 15m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 11,10m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,02m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 7,65m.

De gevels werden opgetrokken in roodbruine gevelsteen.

Het dak werd afgewerkt met dakpannen.

Er wordt een dakkapel geplaatst aan de rechterzijde van de woning, opgebouwd in houtskeletbouw en kleiner dan ¼ van he dakvlak van het dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 99,9m².

De toegang tot het perceel is 4,83m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 3m van de rechter perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 115m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

5)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

6)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

7)      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

8)      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

9)      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

10)Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

11)Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

12)Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

13)Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

14)Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

15)Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

16)Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

17)Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

18)Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

19)Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

d)      Er werden geen interne adviezen gevraagd.

e)      Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

3)      Functionele inpasbaarheid
Het plaatsen van een dakkapel aan de rechterzijde van de woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

4)      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

5)      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

6)      Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

7)      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

8)      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

9)      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

2)      het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Stedenbouwkundig attest - Picardiëlaan 111 - STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS - het bouwen van een woning - SA 2019/15

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunningen:

  • 20 oktober 1992 - vergunning - Vervallen verkaveling - 19923

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Studiebureel Kris Mintjens, met als adres Antwerpsesteenweg 209 te 2390 Malle, ontvangen op 10 september 2019. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 23 september 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 111.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 743m² groot.

Het perceel is lot 7 van een vervallen verkaveling 1992/3.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en wonen in meervoud.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een woning op een perceel van 743m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17m.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september  2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies gegeven op 3 oktober 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft een open onbebouwd perceel. Het achterliggend buurperceel is bebost.  Om aansluiting te maken met het achterliggende bos is een beperkte heraanplanting met bomen mogelijk:
  • het uitvoeren van een heraanplanting met minstens 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte;
  • een bankgarantie te stellen van 1500 euro ter garantie correcte uitvoering van de heraanplantingswerken.

 

  • Integan
    Het advies gegeven op 30 september 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:
  • De prijsofferte in bijlage voor goedkeuring ondertekend teruggestuurd te worden en de facturen vereffend zijn;
  • De bouwheer/opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar de bestaande aansluitpunten conform de richtlijnen;
  • De bouwheer/opdrachtgever dient Fluvius – operaties Integan minimum 6 maanden voor oplevering te contacteren om een aansluiting te kunnen realiseren.

 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 30 september 2019, is geen advies.
    Voor dit adres is er een uitbreiding van het drinkwaternet noodzakelijk.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 25 september 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Picardiëlaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/gracht/inbuizing zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o       Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o       De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.

o       De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o         De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Telenet
    Het advies gegeven op 8 oktober 2019, is geen advies.
    In dit gebied baat Telenet geen kabelnetwerk uit.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gevel- en dakmaterialen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
Ophogingen worden niet toegestaan. Het perceel dient aan te sluiten aan de aanpalende percelen.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        de woning dient ingeplant te worden tot op 8m uit de ontworpen rooilijn, op minimum 3m van de zijperceelgrenzen;

o        de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel mag maximum 17m zijn;

o        de kroonlijsthoogte van 7m kan worden voorzien met een plat dak of een schuin dak met een maximumhelling van 55°;

o        een losstaand bijgebouw maximum 40m²;

o        een oprit mag maximum 5m breed zijn in 1 geheel en 6m in 2 delen;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van Integan naleven;

o        het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan Studiebureel Kris Mintjens voor het bouwen van een woning in Picardiëlaan 111, afdeling 1 sectie D nummers 226S.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Stedenbouwkundig attest - Picardiëlaan 113 - STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS - het bouwen van een woning - SA 2019/16

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunningen:

o        5 september 1989 - vergunning - afbreken van bouwvallige woningen - 1989195

  • Verkavelingsvergunningen:

o        20 oktober 1992 - vergunning - Vervallen verkaveling - 19923

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Studiebureel Kris Mintjens, met als adres Antwerpsesteenweg 209 te 2390 Malle, ontvangen op 10 september 2019. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 23 september 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 113.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens het gewestplan Antwerpen van  3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 738m² groot.

Het perceel is lot 8 van een vervallen verkaveling 1992/3.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en wonen in meervoud.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een woning op een perceel van 738m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17m.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september  2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Integan
    Het advies gegeven op 30 september 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:
  • De prijsofferte in bijlage voor goedkeuring ondertekend teruggestuurd te worden, en de facturen vereffend zijn;
  • De bouwheer/opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar de bestaande aansluitpunten conform de richtlijnen;
  • De bouwheer/opdrachtgever minimum 6 maanden voor oplevering Fluvius – operatie Integan te contacteren om een aansluiting te kunnen realiseren.

 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 30 september 2019, is geen advies.
    Voor dit adres is er geen uitbreiding van het drinkwaternetwerk nodig.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 25 september 2019, is gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Picardiëlaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/gracht/inbuizing zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o        De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.
     
  • Telenet
    Het advies gegeven op 8 oktober 2019, is geen advies.
    In dit gebied baat Telenet geen kabelnetwerk uit.

 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies gegeven op 3 oktober 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft een open onbebouwd perceel. Het perceel grenst gedeeltelijk aan een achterliggend bebost buurperceel. Om aansluiting te maken met het achterliggende bos en tuinen is een beperkte heraanplanting met bomen mogelijk.

o        het uitvoeren van een heraanplanting met minstens 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 3 van tweede grootte;

o        een bankgarantie te stellen van 1500 euro ter garantie correcte uitvoering van de heraanplantingswerken.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gevel- en dakmaterialen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
Ophogingen worden niet toegestaan. Het perceel dient aan te sluiten aan de aanpalende percelen.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarden:

o        de woning dient ingeplant te worden tot op 8m uit de ontworpen rooilijn, op minimum 3m van de zijperceelgrenzen;

o        de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel mag maximum 17m zijn;

o        de kroonlijsthoogte van 7m kan worden voorzien met een plat dak of een schuin dak met een maximumhelling van 55°;

o        een losstaand bijgebouw maximum 40m²;

o        een oprit mag maximum 5m breed zijn in 1 geheel en 6m in 2 delen;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van Integan naleven;

o        het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent een positief stedenbouwkundig attest aan STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS voor het bouwen van een woning in Picardiëlaan 113, afdeling 1 sectie D nummers 226R6.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

De Nachtegaal 4 - Koenraad Lenie en Bieke Bekaert - inbuizing  baangracht - OV  2019/105

 

 

Voorgeschiedenis

          Omgevingsvergunning:

          16 september 2019 - bouwen van woning met openlucht zwembad - vergunning - 2019300

          Verkavelingsvergunningen:

          20 oktober 1965 - verkaveling - vergunning - SGR 22c

          26 oktober 2015 - wijziging verkaveling - vergunning - 2015/2

 

Feiten en context

De heer en mevrouw Lenie-Bekaert hebben op 18 oktober 2019 een aanvraag ingediend voor het inbuizen van de baangracht voor het eigendom De Nachtegaal 4.

 

Juridische gronden

Het gemeentelijk reglement op het inbuizen van de baangrachten goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 november 2011, aangevuld door de gemeenteraad in zitting van 19 maart 2012.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor het inbuizen van de baangracht voor maximum 5m voor het eigendom De Nachtegaal 4.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Dorpsstraat 6 - Marianne Elewaut - wijzigen huisnummering - SV 1962/137

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige dossiers:

          8 november 1962 - vergunning - magazijn met appartementen - 1962137

          2 september 1965 - vergunning - verbouwing - 1965104

          13 november 1970 - vergunning - bergplaats - 1970125

          26 november 1970 - vergunning - bergplaats - 1970132

          5 september 1978 - weigering - autobergplaatsen 1978150

 

Feiten en context

Mevrouw Marianne Elewaut vraagt om de huisnummering van Dorpsstraat 6 aan de passen. Het gelijkvloers dat vergund werd als magazijn wordt gebruikt door BVBA Maribau. In het appartement op de eerste verdieping is een persoon ingeschreven op hetzelfde nummer.

 

Juridische gronden

          Hoofdstuk 2 van het Algemeen politiereglement goedgekeurd door gemeenteraad op 29 april 1980 bepaalt richtlijnen over het toekennen en aanbrengen van huisnummers.

          Ministeriële omzendbrief van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister, Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1992, gecoördineerd 1 april 2002. De nummering van de gebouwen is een gemeentelijke bevoegdheid.

          Decreet betreffende het Centraal Referentieadressenbestand (CRAB) van 8 mei 2009 en latere wijzigingen. Het CRAB-decreet biedt het technische, juridische en organisatorische kader om het Centraal Referentieadressenbestand, in samenwerking met de gemeenten, uit te bouwen tot de authentieke geografische gegevensbestand voor adressen in het Vlaamse Gewest.

          Deel I, hoofdstuk 2, nummer 19b van de Algemene Onderrichtingen van 1 juli 2010 betreffende het houden van de bevolkingsregisters. Dit artikel bepaalt de richtlijnen die gemeente in acht moet nemen bij de nummering van de gebouwen.

 

Argumentatie

Het gelijkvloers en het appartement op de eerste verdieping hebben eenzelfde huisnummer dat problemen veroorzaakt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het huisnummer 6 op het gelijkvloers toe te kennen en op de eerste verdieping nummer 6 bus 1.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Hertendreef 3 - OMG 2019/100

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 1981 - 1981/23

          houten bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 januari 1984 - 1984/06

          Verkavelingsvergunning(en)

          nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1972 - 1972/6

          Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

          het uitbreiden van een vergunde ééngezinswoning met een fietsen-berging, het plaatsen van een zwembad en het regulariseren van een skateramp - weigering door college van burgemeester en schepenen - 14 januari 2019 - OMG 2018/419

          het uitbreiden van een vrijstaande woning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 2 juli 2018 - OMG 2018/152

          Huidig dossier

          6 mei 2019 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          6 augustus 2019 - hoorzitting deputatie

          8 augustus 2019 - vergunning - deputatie

          2 september 2019 - beroep raad voor vergunningsbetwistingen - college van burgemeester en schepenen, aanstelling meester Reiner Tijs.

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017

De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de raad voor vergunningensbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verzoekschrift tot vernietiging opgemaakt en ingediend door meester R. Tijs.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 27 oktober 2019 tot en met 25 november 2019

Nieuwstraat 8

het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning, de afbraak van 2 bestaande bijgebouwen en het bouwen van een poolhouse met een openlucht zwembad

OMG 2019/495

van 31 oktober 2019 tot en met 29 november 2019

Pater Nuyenslaan 3 tot en met 11

het verkavelen van een perceel in 8 loten bestemd voor het bouwen van een ééngezinswoning

OVK 2019/5

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - De Nachtegaal 4 - Annelies De Bie en Gravo NV - het melden van een tijdelijke bronbemaling. - M 2019/506

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        het wijzigen van de verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 oktober 2015 - 2015/02

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een ééngezinswoning met een openlucht zwembad - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 16 september 2019 - OMG 2019/300

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Annelies De Bie namens de firma Gravo NV gevestigd Ruiterijschool 14, 2930 Brasschaat op 4 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Nachtegaal 4.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 3 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een onbebouwd perceel van 2.134m² groot.

Het betreft lot 1 van de verkavelingswijziging 2015/2.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg en voorzien van een baangracht. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling voor de bouw van een woning met kelder

28.272m³/jaar

De aanvrager doet een melding voor een tijdelijke bronbemaling in functie van het bouwen van een woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. Voor het bouwproject werd eerder de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit bleek dat een positieve uitspraak mogelijk was voor de bouw van de woning indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd.

 

  • Milieuaspecten
  • De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 20 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van 5 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot max. 2,5 meter onder het maaiveld. De pomp heeft een debiet van 19 m³/uur. De exploitant geeft aan dat de totale duur van de bemaling op 4 maanden wordt geschat. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 56.544 m³ wordt geschat. Doordat de bemaling begin november start loopt deze over twee jaar en is er een maximum debiet van 28.272 m³/jaar. De bemaling zal plaats vinden tijdens de herfst- en wintermaanden waardoor er meer kans is op wateroverlast in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager geeft aan al het water te lozen via de baangracht vooraan het perceel. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-    

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Omgeving - Rozenhoek 2 - M 2019/539 van de firma Menbo NV- tijdelijke bronbemaling voor de voertuigenloods aan de Rozenhoek.

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        uitbouw zone openbaar nut 'rozenhoek' met bouw ondermeer de bouw van een voertuigenloods - vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 10 oktober 2014 - 2013/239

o        het wijzigen van gebouwen van de "zone openbaar nut rozenhoek" waarvoor reeds een stedenbouwkundige vergunning verleend werd - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 2015 - 2015/50

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 22 augustus 2016 - melding 454

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bouwbedrijf Menbo NV, gevestigd Spijker 65, 2910 Essen op 15 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Rozenhoek 2.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor een tijdelijke bronbemaling voor de bouw van een voertuigenloods.

De uiterste beslissingsdatum is 14 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 2 wijziging, goedgekeurd op 19 maart 1999.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

o        Op 10 oktober 2014 verleende de Vlaamse overheid een stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van een voertuigenloods aan de Rozenhoek in Schilde.

o        Op 11 mei 2015 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning voor het wijzigen van de gebouwen van de "zone openbaar nut Rozenhoek" waarvoor op 10 oktober 2014 een stedenbouwkundige vergunning verleend werd.

o        Op 22 augustus 2016 neem het college van burgemeester en schepenen akte van de melding van ingedeelde activiteiten in de voertuigenloods.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°b)1°

118m³/uur x 24 uur x 7 dagen x 4 weken = 79.296m³/jaar (Nieuw)

79.296m³/jaar.

De melding omvat de tijdelijke exploitatie van een bronbemaling voor de bouw van de fundering van de voertuigenloods. Na het voltooien van deze werken zal de bronbemaling worden stopgezet. De exploitant geeft aan dat dit een 4-tal weken in beslag zal nemen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. De melding is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Milieuaspecten
    De aanvrager geeft in de bemalingsnota aan dat deze wenst het grondwaterniveau te verlagen tot een diepte van circa 2,5 meter onder het maaiveld. De bronbemaling gebeurt met 1 putpomp en 48 filters met een maximum debiet van 118m³/uur. Dit resulteert in een dagelijkse oppomping van 2.832m³. Op basis van het maximum dagdebiet en het aantal pompdagen komt het maximum debiet op 79.296m³. In de bemalingsnota wordt geconcludeerd dat de bemaling geen ontoelaatbare invloed levert buiten de bouwput zelf, qua zettingshinder.
    De duur van bemaling wordt geschat op een 4-tal weken. Omdat de exploitant aangeeft zo snel mogelijk te starten zal de bemaling in de herfstperiode plaats vinden. Tijdens deze maanden is er minder kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat in de herfst eerder mogelijkheid is op wateroverlast.
    De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager geeft in de aanvraag aan een deel van het water te doen infiltreren via de aanwezige wadi op het terrein. Het overige water zal geloosd worden in de nabij geleden oppervlaktewater Klein Beek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

Hoofdstuk 5.53 van Vlarem II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:
Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.
De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop.
De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt  voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.
Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanpassingen openbare verlichting - Heidedreef

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2016 om 1281 lichtpunten om te bouwen naar het brandregime waarbij deze lichtpunten gedoofd worden tussen 23u en 6u.

          Beslissing van de gemeenteraad van 24 april 2017, na de evaluatie van 13 maart 2017, om 139 lichtpunten terug op volledig nachtregime te programmeren. Dit om de straten in de mate van het mogelijke te verlichten zodat men zich ook de hele nacht kan richten naar een lichtpunt (bijvoorbeeld doodlopende straten, scherpe bochten, ...)

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 oktober 2018 om 3 lichtpunten terug te ontsteken tussen 23u en 6u.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 maart 2019 om 9 lichtpunten terug te ontsteken tussen 23u en 6u.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 april 2019 om 8 lichtpunten terug te ontsteken tussen 23u en 6u.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2019 om 10 lichtpunten terug te ontsteken tussen 23u en 6u.

 

Feiten en context

          Er is een klacht over het brandregime in de Heidedreef. De klacht bevat de vraag om terug meer lichtpunten te ontsteken na 23u in de Heidedreef.

          Het principe is dat er na 23u zicht moet zijn van lichtpunt naar lichtpunt.

          Het aanpassen van 1 individueel lichtpunt kost 50 euro exclusief btw. Vanaf 3 lichtpunten wordt er 33 euro exclusief btw per lichtpunt aangerekend.

 

Juridische gronden

          Artikel 2, § 2 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenten trachten om op lokaal niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          In de Heidedreef branden momenteel enkel lichtpunten op kruispunten en in bochten.

          Het voorstel is om lichtpunt 172, 1040 en 233 terug te ontsteken zodat er na 23u zicht is van lichtpunt naar lichtpunt.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/5/1/16/4

Algemene rekening

22810000

Beleidsveld

0670

Bedrag

Visum financieel beheerder

181,50 euro inclusief btw

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om lichtpunt 172, 1040 en 233 terug te ontsteken tussen 23u en 6u.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de omschakeling te bundelen met een volgende aanpassing.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Fietsbib Velotheek

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019 om zich te engageren om in een intergemeentelijke werkgroep verder na te denken over de vormgeving van het project fietsbib

          Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst kinderfietsuitleendienst door de gemeenteraad van 20 augustus 2019

 

Feiten en context

          De officiële opening van de velotheek vindt plaats op woensdag 30 oktober 2019, met een persmoment om 13u30. Schepen Van Alphen zal hierop aanwezig zijn.

          De velotheek heeft twee antennepunten: één in Schilde en één in Malle. Het antennepunt dient enerzijds als promo voor de velotheek, anderzijds is het ook mogelijk om een fietsje uit te lenen in het antennepunt. Elk antennepunt heeft een drietal kinderfietsjes.

          In de intergemeentelijke werkgroep van de velotheek op 17 oktober 2019 werden de uitleenvoorwaarden besproken, gebaseerd op andere fietsuitleendiensten van 'Op Wielekes'.

          Elk kind tussen 2 en 12 jaar kan een fiets ontlenen voor een jaarlijkse bijdrage van 30 euro. Voor het tweede en elk volgende kind bedraagt dit 20 euro per jaar.  De waarborg per fiets bedraagt 20 euro met een maximum van 40 euro per gezin.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De gemeente wil de deelname van kansengroepen aan de velotheek bevorderen.

          Het antennepunt in elke gemeente moet toegankelijk en laagdrempelig zijn en bovendien een plaats waar veel gezinnen met jonge kinderen komen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de officiële opening van de velotheek in Zoersel op woensdag 30 oktober 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het antennepunt in Schilde in de inkomhal (gelijkvloers) van de bibliotheek te voorzien.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de ontleenvoorwaarden van de velotheek.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat houders van een vrijetijdspas+ 50% korting krijgen op het lidgeld en de waarborg.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Vrijwilligersvergoeding zomervakantie - correcties

 

 

Feiten en context

Tijdens de zomervakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren

Algemene rekening

62013000

Beleidsveld

0750 JEUGD

Bedrag

260 euro

Visum financieel beheerder

N.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 160 euro toe te kennen aan Chiara Rietjes, Rode Dreef 30, 2110 Wijnegem.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 80 euro toe te kennen aan Ali Reza, Puttenhoflaan 25, 2970 Schilde.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 20 euro toe te kennen aan Julie Sammels, Bethaniënlei 117, 2970 Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag straatfeest Koekoeksdreef op 23 november 2019 door Francis De Greef

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Koekoeksdreef van Francis De Greef van 23 november 2019.

 

Feiten en context

Francis De Greef vraagt toelating om op 23 november 2019 een straatfeest te organiseren in de Koekoeksdreef. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies mobiliteit

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Francis De Greef voor de organisatie van een straatfeest in de Koekoeksdreef op voorwaarde dat:

          De hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breed is;

          Voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Francis De Greef indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag straatfeest Beukenlaan op 10 november 2019 door Christel Oorts

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Beukenlaan van Christel Oorts van 10 november 2019.

 

Feiten en context

Christel Oorts vraagt toelating om op 10 november 2019 een straatfeest te organiseren in de Beukenlaan. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies mobiliteit

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Christel Oorts voor de organisatie van een straatfeest in de Beukenlaan op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breedte is;

          Voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Christel Oorts indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag straatfeest Elzendreef op 23 november 2019 door Anouk Schoenmackers

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Elzendreef van Anouk Schoenmackers van 23 november 2019

 

Feiten en context

Anouk Schoenmaeckers vraagt toelating om op 23 november 2019 een straatfeest te organiseren in de Elzendreef. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies mobiliteit

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Anouk Schoenmaeckers voor de organisatie van een straatfeest in de Elzendreef op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een doorgang van 4 meter breed is;

          Voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Anouk Schoenmaeckers indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag straatfeest Jagerande op 13 december 2019 door Rita Tutelaers

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Jagerande van Rita Tutelaers van 13 december 2019

 

Feiten en context

Rita Tutelaers vraagt toelating om op 13 december 2019 een straatfeest te organiseren in de Jagerande. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies mobiliteit

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Rita Tutelaers voor de organisatie van een straatfeest in de Jagerande op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breed is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Rita Tutelaers indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Aanvraag Mountainbike Toertocht - WTC SAS - 15 december 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen van Patrick Meskens, secretaris van WTC SAS 4 St. Job op 3 september 2019

 

Feiten en context

WTC SAS 4 St. Job organiseert op zondag 15 december 2019 een mountainbiketoertocht. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan WTC SAS 4 St.Job voor de organisatie van een mountainbiketoertocht op zondag 15 december 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Veldtoertocht - WTC Rap terug - 24 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen van Jeroen van Leeckwyck, secretaris van WTC Rap Terug Zandhoven vzw, op 2 september 2019

 

Feiten en context

WTC Rap Terug Zandhoven vzw organiseert op zondag 24 november 2019. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan WTC Schoten vzw voor de organisatie van een veldtoertocht op zondag 15 september 2019 en het plaatsen van bewegwijzering te houden met volgende voorwaarden;

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 10 2019

Bewegwijzering Fatimacenter - 9 en 10 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen op 7 oktober 2019 van vriendenkring Fatima Center vzw

 

Feiten en context

          Op 9 en 10 november 2019 organiseert Vriendenkring Fatimacenter VZW, een door de Gemeente Schilde erkende vereniging, voor de 20e maal een Kerst- en Geschenkenbeurs. Deze geschenkenbeurs heeft plaats in de refters van het Koninklijk Atheneum van Schilde. Aangezien deze locatie wat buiten het centrum van Schilde ligt, vreest de organisatie dat ze wat moeilijker te vinden is door potentiële bezoekers.

          De organisatie wenst daarom graag toelating om bewegwijzering naar deze locatie aan te brengen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De gemeente Schilde ondersteunt initiatieven die de sociale cohesie van de inwoners van Schilde bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan vriendenkring Fatima Center VZW om op 8 november 2019 tijdelijke bewegwijzering aan te brengen voor hun Kerst- en Geschenkenbeurs onder de volgende voorwaarden:

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/11/2019