VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

27 mei 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Tine Vervisch, verlaat de zitting vanaf agendapunt 5, artikel 27

Olivier Verhulst, is wnd algemeen directeur vanaf agendapunt 5

Tine Vervisch, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 6

Olivier Verhulst, is schepen vanaf agendapunt 6

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 20 mei 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 20 mei 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.286 tot en met 1.336;

          de vastleggingen van 3.439 tot en met 3.698;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 51 tot en met 52;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 20 tot en met 21.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Maatschappelijke zetel vzw Vriendenkring Brandweer

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van 19 mei 2019 van vzw Vriendenkring Brandweer Schilde

 

Feiten en context

          De bestuursleden van de toekomstige vzw Vriendenkring Brandweer Schilde vragen om het adres van de maatschappelijke zetel op het leslokaal van de brandweerkazerne in Schilde mogen plaatsen en hier bijgevolg gebruik van te maken.

          Het adres wordt dan: Eugeen Dierckxlaan 26 - 1e verdieping, 2970 Schilde.

          Voor het gebruik van deze ruimte werd een voorstel tot gebruiksovereenkomst opgesteld, naar analogie van enkele andere vzw’s binnen de brandweerzone.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Positief advies dienst Ruimte: ligt in woongebied en is een bestaand gebouw, waarin de Brandweer gevestigd is.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met de vestiging van de vzw Vriendenkring Brandweer Schilde op adres Eugeen Dierckxlaan 26 - 1e verdieping, 2970 Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met de inhoud van bijgevoegde gebruiksovereenkomst.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Te Deum 21 juli 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Brief van het Kabinet van de Gouverneur met de uitnodiging voor het zingen voor het Te Deum komt pas einde juni.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist jaarlijks de wijze waarop de viering wordt ingevuld door middel van een besluit door het college van burgemeester en schepenen.

 

Feiten en context

De misviering zal plaatshebben in de Sint-Guibertuskerk op zondag 21 juli 2019 om 11 uur.

Vorig jaar werd gekozen voor Taverne W44 als locatie voor een drink na de viering.

Er worden ongeveer een 40 personen verwacht.

 

Juridische gronden

          Wet van 27 mei 1890
De wet van 27 mei 1890 stelt dat 21 juli, verjaardag van de eedaflegging van Koning Leopold I, voortaan als Nationale Feestdag zou gelden.

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Omzendbrief VR 2015/37 (26 juni 2015) van de Vlaamse Regering
Richtlijnen voor de Vlaamse Regering, de diensten en instellingen van de Vlaamse overheid en de provincies, de gemeenten en districten voor de bevlagging van de openbare gebouwen en de uitvoering van het Vlaams volkslied.

          Artikel 130bis van de gecoördineerde wetten Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

 

Argumentatie

Rondvraag werd gedaan bij volgende gemeenten: Zoersel, Malle, Brecht, Ranst, Schoten, Wijnegem en Kapellen.

Zoersel, Ranst en Wijnegem organiseren niets op 21 juli, de andere gemeenten organiseren na de kerkdienst en het zingen van het Te Deum een drankje of een receptie voor gemeenteraadsleden en/of politie.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419.005.001.017.003

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

0101

Bedrag

Visum financieel beheerder

350 euro (raming)

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist na de kerkviering van 11 uur een drankje aan te bieden in taverne W44 te Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist hiervoor een uitnodiging te sturen naar alle personen, vermeld op de lijst met genodigden voor de 21 juli viering.

Artikel 3. De dienst der werken zorgt voor het uithangen van de vlaggen aan alle openbare gebouwen van de gemeente.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

City Screens - digitale schermen

 

 

Feiten en context

          City Screens verzorgt de communicatie van steden en gemeenten naar inwoners via ledschermen.

          Op 30 april 2019 heeft City Screens Group Belgium nv hierover een toelichting gegeven aan de schepen van lokale economie en aan de ambtenaar lokale economie.

          Het aanbod van City Screens bestaat uit:

          het plaatsen van 2 ledscreens op een locatie die de gemeente zelf kiest;

          waarbij gemeentelijke communicatie en advertenties van lokale ondernemers elkaar afwisselen;

          waarbij de gemeente een gebruiksvriendelijk platform ter beschikking krijgt gesteld;

          via een concessieovereenkomst met het gemeentebestuur van 15 jaar.

          Het aanbod van City Screens is kosteloos voor gemeente Schilde.

          Gemeente Schilde kan meer dan 2 ledscreens plaatsen. Dan betaalt gemeente Schilde de onderhoudskosten van het scherm. Dit komt op circa 3.500 euro per jaar.

          Er moet een bouwvergunning afgeleverd worden per locatie.

          Indien de borden aan een gewestweg worden geplaatst is een vergunning van Agentschap Wegen en Verkeer noodzakelijk.

          Gemeente Schilde staat in voor het plaatsklaar maken van de schermen (graafwerken, benodigde aansluitingen).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 56 § 3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beschikking over verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft.

 

Argumentatie

          City Screens is niet de enige leverancier die een dergelijk aanbod heeft.

          Er wordt op dit moment ook onderzoek gedaan om aan de buitenzijde van Werf 44 een groot bord of scherm te plaatsen voor extra promotie van alle activiteiten die plaatsvinden in Werf 44.

          Het beheer van een extra communicatiekanaal vraagt ook bijkomende personeelsinzet.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is voorstander van het plaatsen van digitale borden in de gemeente.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de markt te verkennen vooraleer een beslissing te nemen over het aanbod van City Screens.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om onderzoek te doen naar de ideale locatie voor de schermen, waarbij er één scherm is in het centrum van Schilde en één scherm in het centrum van 's-Gravenwezel.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van speelstraat Fazantenlaan - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 7 mei 2019 via evenementenapplicatie door een inwoner van de Fazantenlaan

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de organisatie van een speelstraat in de Fazantenlaan van 29 juni tot en met 12 juli 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. De Fazantenlaan wordt ingericht als speelstraat van zaterdag 29 juni tot en met vrijdag 12 juli 2019 telkens van 10 uur tot 21 uur.

Artikel 2. In de Fazantenlaan is het verboden te parkeren tussen 10 uur en 21 uur.

Artikel 3. De maatregelen worden ter kennis gebracht door verkeersborden C3 met onderbord “speelstraat van 10 uur tot 21 uur” en door verkeersborden E3.

Artikel 4. Voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en

politievoertuigen hebben te allen tijde recht van doorgang.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest in de Patrijzenlaan - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via evenementenapplicatie op 7 mei 2019

 

Feiten en context

Een inwoner van de Patrijzenlaan vraagt de straat te mogen afsluiten voor de organisatie van een straatfeest.

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de organisatie van een straatfeest in de Patrijzenlaan op 30 juni 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Patrijzenlaan af te sluiten op 30 juni 2019 van 14.30 uur tot 20 uur omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van Torekenskermis 2019. - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Lijst kermissen en feestelijkheden dienstjaar 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van Torekenskermis van 10 tot en met 15 oktober 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omschrijving

Ingevolge de inrichting van Torekenskermis op het Kerkplein op 12, 13 en 14 oktober 2019 zijn hierna vermelde bepalingen van toepassing van 10 oktober 2019 tot einde opkuis op 15 oktober 2019.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. Op het Kerkplein is alle verkeer verboden. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door verkeersborden C3.

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in volgende straten:

          op het Kerkplein, voor de ingang van de kerk;

          in de Schoolstraat, ter hoogte van de hoek met Dorpsstraat 53.

Artikel 3. Wegomlegging

Het verkeer op de Oelegemsteenweg en in de Schoolstraat wordt omgeleid via Liersebaan – Alfons Van den Sandelaan – van de Wervelaan.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenauto’s, brandweerauto’s en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Rijsblokstraat 6 - 8 - heraanleg parkeerstrook

 

 

Feiten en context

          Het college van burgemeester en schepenen besliste op 11 december 2017 het parkeervak ter hoogte van Rijsblokstraat 6 aan te passen omdat het onmogelijk is de garage uit te rijden als er tot op de rand van het parkeervak voor de woning geparkeerd wordt.

          Hetzelfde probleem stelt zich voor Rijsblokstraat 8.

          Het is aangewezen deze twee problemen gelijktijdig aan te pakken.

          Voorgesteld wordt de huidige parkeerstrook van 9 meter op te splitsen als volgt: 50 cm klinkers - 1 meter plantvak met boom - 6 meter parkeerstrook - 1 meter plantvak met boom - 50cm klinkers. Dit is conform de parkeerstrook ter hoogte van Rijsblokstraat 2 waardoor het eenvormig uitzicht van de straat behouden blijft.

          De werken zijn definitief aanvaard, de aanpassing kan uitgevoerd worden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de

door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies van de verkeerscel

 

Argumentatie

Het creëren van een verkeersveilige en aangename woonomgeving.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.13.11

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

4.907 euro, btw inbegrepen

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel voor aanpassing van de parkeerstrook ter hoogte van Rijsblokstraat 6 en 8 en beslist hiermee akkoord te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Seringenlaan 20 - witte bollen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 5 april 2019 van de schepen van mobiliteit

 

Feiten en context

Een inwoner van de Seringenlaan vraagt om witte bollen te plaatsen ter hoogte van Seringenlaan 20.

Uit plaatsbezoek blijkt dat er geen noodzaak aan het plaatsen van witte bollen is. Een elektriciteitspaal verhindert het afsnijden van de bocht en er wordt nauwelijks geparkeerd op de berm.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Negatief advies van de verkeerscel

 

Argumentatie

Het behoud van een eenvormig beleid bij het plaatsen van witte bollen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag voor het plaatsen van witte bollen ter hoogte van Seringenlaan 20 en beslist hieraan geen goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Subsidie verkeersveiligere schoolomgevingen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 29 maart 2019 van departement Mobiliteit en Openbare Werken Vlaanderen (MOW Vlaanderen)

 

Feiten en context

          De dienst MOW Vlaanderen biedt gemeenten de mogelijkheid om subsidies aan te vragen om de verkeersveiligheid in schoolomgevingen te verbeteren.

Hiervoor gelden volgende voorwaarden en regels:

          het gaat om snel uitvoerbare maatregelen zoals verkeerssignalisatie en kleine infrastructurele maatregelen;

          de werken moeten verricht zijn vanaf 1 januari 2019 en moeten uitgevoerd zijn binnen de zes maanden na toekenning van de subsidie;

          de maatregelen worden genomen binnen een straal van 100 meter rond de schooltoegang of tot het eerste kruispunt aan beide zijden als dat verder ligt dan 100 meter;

          de subsidie bedraagt maximaal 50% van de uitgaven die voor de subsidie in aanmerking komen met een maximum bedrag van 25.000 euro per schoolomgeving.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste op 23 juli 2018 volgende aanpassingen te doen in de schoolomgeving van Sint-Ludgardis:

          rijbaankussen ter hoogte van Heidedreef 56;

          fietssuggestiestroken in de Heidedreef vanaf de Kluisdreef tot aan de Seringenlaan;

          fietssuggestiestroken in de Gouwberg vanaf de Kluisdreef tot aan de Pater Nuyenslaan.

Het rijbaankussen wordt geraamd op 4.235 euro, BTW inbegrepen.

Het aanbrengen van fietssuggestiestroken werd op 20 mei 2019 gegund aan De Groote uit Deinze voor een bedrag van 58.110,25 euro, BTW inbegrepen.

Deze aanpassingen worden kortelings uitgevoerd.

Deze werken komen vermoedelijk niet in aanmerking voor subsidie wegens te ver verwijderd van de schooltoegang maar kan opgenomen worden in de aanvraag voor verdere opvolging.

          De school Wonderwijzer is vragende partij om de Kerkelei tussen de Waterlaatstraat en de Kleinveldweg in te richten als "school"straat.

Hiervoor dienen volgende aanpassingen gedaan te worden:

          bord "school"straat (C3 met onderbord "uitgezonderd bewoners" en onderbord "Kerkelei is schoolstraat");

          markering 30km/uur op de rijweg;

          octopuspaal met uitschuifbare paal aan de Waterlaatstraat;

          groenvoorziening  en/of bank aan de sociale woningen/Kleinveldweg als wegversmalling.

Deze aanpassingen worden voorlopig geraamd op 8.000 euro, BTW inbegrepen.

Dit project komt in principe in aanmerking voor subsidie maar moet nog goedgekeurd worden door het college van burgemeester en schepenen op basis van een definitieve raming en meer details betreffende de praktische afspraken met de school Wonderwijzer.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies van de verkeerscel.

 

Argumentatie

          Het creëren van een veilige schoolomgeving.

          Het verhogen van de financiële middelen van de gemeente door het aanvragen van een subsidie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mogelijkheid om subsidies aan te vragen voor het verhogen van de verkeersveiligheid in schoolomgevingen en beslist een subsidie aan te vragen voor:

          schoolomgeving Sint-Ludgardis in de Heidedreef;

          schoolomgeving Wonderwijzer in de Kerkelei.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Patrimonium - Aanstellen notaris - Karekiet 13

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de  problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de  onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m, dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van de eigendom gelegen aan de Karekiet 13 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 Y14 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 10.300 euro of 28,77 euro per m².

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt notaris Cootjans en Haagdorens aan om de notariële akte op te maken.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Rijkswachtkazerne - principieel akkoord ontwerp architect

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad van 18 december 2017 besliste om:

          principieel akkoord te gaan met het verlenen van een erfpacht aan de Wonderwijzer voor de site van de rijkswachtkazerne; de gemeenteraad mandateert het college van burgemeester en schepenen om hieromtrent onderhandelingen op te starten;

          akkoord te gaan met het uitbrengen van een bod, conform het bedrag zoals opgenomen in het schattingsverslag, op de site van Sint Wijbrecht.

          Op 21 december 2017 vond een overleg plaats met het schoolbestuur van de Wonderwijzer. Er werd afgesproken dat:

          het schoolbestuur zou onderzoeken of de nieuwe turnzaal kan geïntegreerd worden in het gebouw van de rijkswachtkazerne;

          de gemeente een raming zou maken voor de afbraak van het gebouw;

          de gemeente de voorwaarden van de bezetting ter bede zou nakijken;

          indien gewenst, de gemeente een schattingsverslag zou laten opmaken.

          Op 10 januari 2018 maakt het Ingenieur- en Architectenbureau Yskout-Gielis een geschiktheidsonderzoek over met betrekking tot de mogelijkheid om de nieuwe turnzaal te integreren in het gebouw van de rijkswachtkazerne.

          Op 18 januari 2018 maakt de omgevingsambtenaar haar advies over het geschiktheidsonderzoek over.

          Op 29 januari 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen:

          om aan te dringen op het behoud van tenminste de zichtbare gevels van de rijkswachtkazerne;

          dat de opmaak van een schattingsverslag niet aan de orde is, zolang er geen duidelijkheid is over het vervullen van de voorwaarde en de mogelijke aankoop van de site van Sint Wijbrecht;

          om de burgemeester en de gemeentesecretaris te mandateren om de onderhandelingen met het schoolbestuur te voeren.

          Op 31 januari 2018 vindt opnieuw een overleg met het schoolbestuur plaats. Er wordt afgesproken dat de architect van de turnzaal een overleg zal hebben met de omgevingsambtenaar. Het overleg vindt plaats op 19 februari 2018.

          Op 6 maart 2018 ontvangt het gemeentebestuur het asbestonderzoek van de rijkswachtkazerne.

          Op 8 maart 2018 vindt een overleg plaats met het schoolbestuur.

          Op 19 maart 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen advies te vragen aan de werkgroep erfgoed en de GECORO over het al dan niet behouden van de rijkswachtkazerne.

          Op 7 mei 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen aan het schoolbestuur van e Wonderwijzer te vragen op welke manier ze willen en kunnen omgaan met de suggesties van de GECORO en de werkgroep erfgoed.

          Op 10 augustus 2018 is de asbestinventaris bezorgd aan het schoolbestuur.

          Op 1 oktober 2018 beslist het college van burgemeester en schepenen om landmeter De Rop aan te stellen voor het opmaken van het schattingsverslag.

          Op 16 november 2018 werd de site samen met de landmeter bezocht voor de opmaak van het schattingsverslag.

          Op 11 februari 2019 ontvangt de gemeente het schattingsverslag van landmeter De Rop.

          Op 4 maart 2019 neemt het college van burgemeester en schepenen kennis van het verslag van de landmeter en beslist om dit niet te bezorgen aan het schoolbestuur om de onderhandelingspositie van de gemeente te vrijwaren.

 

Feiten en context

De school geeft aan tijdens de vergadering van 16 mei 2019 een principieel akkoord te willen over het ontwerp van de architect. Zij hebben graag deze zekerheid aangezien de gevraagde aanpassingen door de betrokken partijen extra kosten met zich meebrengen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De architect heeft rekening gehouden met de opmerkingen van de GECORO van 12 juni 2018 over het behoud van het karakter van de gevel, de muur en het dak.

          Ook zijn de aanpassingen van de omgevingsambtenaar, gevraagd tijdens het overleg met de architect van 19 oktober 2018, doorgevoerd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist principieel akkoord te gaan met het ontwerp van de architect voor de site van de rijkswachtkazerne.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen vraagt om overleg te plegen omtrent de gevelbekleding.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Rijkswachtkazerne - verslag vergadering

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Kerkstraat 36 - ORGANO BVBA - het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden - zaak van de wegen & GECORO - OMG 2019/212

 

 

Feiten en context

  • Op 30 april 2019 werd een dossier ingediend voor het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoning met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kerkstraat 36.
    De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
    Het betreft een aanvraag voor het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden.
    Het dossier werd volledig en ontvankelijk verklaard op 20 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 1 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is een woning aanwezig sinds de 1933 volgens de gegevens van het kadaster .
    Op het perceel is een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 221m² op een perceel van circa 2.949,6m².
    Het perceel is gelegen in de dorpskern.
    Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als horeca.
    Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.
    In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: horeca, handen, eengezinswoningen en meergezinswoningen.
    De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.
    De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.
    Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag gaat over het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden op een perceel van 2.949,6m².

o        Blok A bevat 5 woonunits en 143,4m² handelsruimte. Blok A wordt ingeplant tot op 3,8m uit de rooilijn, op de rechter perceelsgrens. De voorgevel van blok A heeft een breedte van 11,0m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 29,95m. De kroonlijsthoogte bedraagt 10,47m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichte natuursteen en donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als groendak.

o        Blok B bevat 2 woonunits en 329,1m² handelsruimte en herdenkingsplaats van Lodewijk De Vocht. De woning van Lodewijk De Vocht blijft behouden. De woning wordt intern verbouwd en uitgebreid aan de linkerzijde. De inplanting blijft behouden, de woning wordt ingeplant tot op 5,3m uit de rooilijn, op 15,2m de rechter perceelsgrens en op 18,1m van de linker perceelsgrens. De voorgevelbreedte van blok A van 14,30m wordt uitgebreid tot 21,4m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel van 14,5m wordt uitgebreid tot 22,7m. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 3,06m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als terrassen en groendak.

o        Blok C bevat 13 woonunits. Blok C wordt ingeplant tot op 28,0m uit de rooilijn, en op de linker perceelsgrens. Blok C heeft een breedte van 27,1m. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 30,9m. De kroonlijsthoogte bedraagt 10,91m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichte natuursteen en donker gebeitste houten latwerk. Het dak wordt afgewerkt als groendak.

Op 5,70m van de rechter perceelsgens en op 6,36m van de achterste perceelsgrens is een bestaand tuinpaviljoen ingeplant. Het tuinpaviljoen is 3,79m diep, 3,51m breed.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel bedraagt 1.268,8m². Inclusief oversteken groter dan 1m bedraagt de bebouwde oppervlakte op het perceel 1348,0m².
De oprit tot het perceel is 8,3m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 0,8m van de linker perceelsgrens De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 533,8m².
Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
    De gemeenteraad is bevoegd voor de zaak van de wegen
  • Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
    Beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.
  • Artikel 1.3.3. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft ingevolge de VCRO, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.

 

Argumentatie

  • De aanvraag tot omgevingsvergunning heeft een grote impact op de dorpskern van 's-Gravenwezel. Het dossier zal ter advies worden voorgelegd aan de GECORO.
  • De gemeenteraad moet zich uitspreken over volgende principes: de aanvraag voorziet een gebouw aan het Lodewijk De Vochtplein in het verlengde van de voorgevelbouwlijn van het project aan de Kerstraat 34 (OMG 2018/127, goedgekeurd op 28 oktober 2018). De aanvrager wenst 105,7m² grond (rood gemarkeerd op plan) in eigendom van de aanvrager te ruilen met 16,3m² grond (groen gemarkeerd op plan) in eigendom van de gemeente.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ingediende aanvraag voor het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoningen met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden aan de Kerkstraat 36 (OMG 2019/212).

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning ter advies voor te leggen aan de GECORO.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist de goedkeuring van de grondruil voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Kampdreef 29 - mevrouw Maryse Verbeeck - het regulariseren van de uitbreiding van de woning en het groter uitvoeren van een zwemvijver, het aanbouwen van een pergola - OMG 2019/46

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 april 1955 - 1955/45

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1975 - 1975/85

o        het aanleggen van een zwemvijver van 40m² - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 december 2009 - 2009/348

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het uitbreiden van een woning - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2018 - M 2018/206

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Maryse Verbeeck, Kampdreef 29, 2970 Schilde op 28 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kampdreef 29.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van de uitbreiding van de woning en het groter uitvoeren van een zwemvijver, het aanbouwen van een pergola.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 31 mei 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1956.

Op het perceel zijn nog een zwemvijver en een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 189,33m² op een perceel van circa 2.133m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over enerzijds de regularisatie van een uitbreiding van de woning en een groter uitgevoerde zwemvijver, anderzijds gaat het over het aanbouwen van een pergola op een perceel van 2.133m².

De woning blijft ingeplant tot op 20m uit de rooilijn, op 7,71m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 19,76m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20,03m.

De kroonlijsthoogte van de uitbouw bedraagt 3,40m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in cremekleurig geschilderde gevelsteen. De pergola heeft een hoogte van 3,20m en een plat dak. De pergola wordt uitgevoerd in zwarte aluminium en glas.

De zwemvijver van 74,80m² wordt geregulariseerd en is tot op 9,15m van de rechter perceelsgrens en tot op 9,85m van de linker perceelsgrens verwijderd.

Het tuinhuis achteraan het perceel wordt afgebroken.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 249,18m².

De toegang tot het perceel is 3,60m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt tot op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 411,82m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 14 mei 2019 onder referentie 19031 L-19-437, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
    • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
    • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
    • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website Pidpa);
    • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
    • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
    • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
    • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
    • De ontwikkeling is gelegen in het optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).

Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Dorpsstraat.
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht langsheen de Kampdreef.
  • Het plaatsen van een regenwaterput is niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening.
  • De gevraagde afwijking tot het niet plaatsen van een infiltratievoorziening wordt niet toegestaan. Noch de schaal van de werken, noch het opbreken van bepaalde verhardingen zijn een grondige motivatie tot het toekennen van deze afwijking. De verordening hemelwater di
  • De gevraagde afwijking tot het niet plaatsen van een IBA wordt niet toegestaan. Het plaatsen van een IBA is verplicht;
  • De DWA-afvoer dient verplicht aangesloten te worden op een IBA.
  • De IBA dient te voldoen aan de voorwaarden van Pidpa-Riolering.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de DWA-afvoer is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 8 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te regulariseren over de uitbreiding van de woning, het groter uitvoeren van een zwemvijver en het aanbouwen van een pergola. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen niet aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de mogelijke plaatsing van een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.114 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,91m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Een afwijking van de hemelwaterverordening is niet aanvaardbaar. Onder de voorwaarden van plaatsing van de infiltratievoorziening is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het regulariseren van de uitbreiding van de woning en het groter uitvoeren van een zwemvijver, het aanbouwen van een pergola is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet 411,82m² verharding. Dit is meer dan 10% van de perceelsoppervlakte. In de vergunning 1975/85 werd er 376m² verharding vergund. In de vergunning 2009/348 werd er 40m² bijkomende verharding vergund. In totaal werd er 416m² verharding vergund. De verharding van 411,82m² is aanvaardbaar op het perceel.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 27cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.030 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,85m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Kotsbosweg 75 - de heer Wouter Melens - het bouwen van een ééngezinswoning en het afbreken van de bestaande constructies - OMG 2019/158

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        regulariseren weekendverblijf - weigering door college van burgemeester en schepenen - 4 januari 1996 - 1995/20

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 8 augustus 2005 - melding 123

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Wouter Melens, Kotsbosweg 75, 2970 Schilde op 22 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kotsbosweg 75.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning en het afbreken van de bestaande constructies.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 4 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m errond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig die volgens het kadaster dateert van 1974.

Op 16 maart 1990 werd er een pv opgemaakt voor een houten bungalow.

Op 9 januari 1996 werd er een weigering afgeleverd voor de regularisatie van een weekendverblijf.

Op het perceel is ook nog een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 56m² op een perceel van 770m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een vroegere weekendzone Kotsbos.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een niet vergund weekendverblijf.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een niet vergund weekendverblijf.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor weekendverblijven of ééngezinswoningen.

De straat is een gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over enerzijds de afbraak van een chalet en losstaand bijgebouw en anderzijds het bouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 770m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 6m van de achter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 7,49m op een kavelbreedte van 35m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10m.

De kroonlijsthoogte bedraagt minimum 2,90m en maximum 3,49m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 30° met een nokhoogte van 6,12m.

De gevels worden opgetrokken in hout. Het dak wordt afgewerkt met dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 85m².

De toegang tot het perceel is 3,75m breed. De oprit wordt aangelegd in dolomiet en ligt op 0,40m van de linker perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 28,6m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

o        Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

o        Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

o        Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

o        Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

o        Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

o        Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

o        Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

o        Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

o        Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

o        Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

o        Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

o        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

o        Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 25 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een woning af te breken en op een andere locatie een nieuwe woning te bouwen. Er dienen enkele minder waardevolle bomen te worden geveld. Op de locatie van de af te breken woning zijn er mogelijkheden om nieuwe bomen te planten zodat voldaan wordt aan de voorwaarden van BPA Kotsbos.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

d.      het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld. Conform artikel 1.7.5. van de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Kotsbos dient een heraanplanting met minstens 6 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12, en 4 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10 te gebeuren;

e.      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

f.        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

g.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

h.      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

i.        indien bronbemaling nodig is, dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

j.        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

k.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

l.        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

m.    een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

o        Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 13 mei 2019 onder referentie DWAD-2019-0454, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

o        wijziging van infiltratie naar het grondwater.

De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een hemelwaterput met hergebruik en een infiltratievoorziening voorzien.
Omwille van de inkleuring van het perceel als effectief overstromingsgevoelig worden er geen ophogingen in de tuinzone toegestaan. Het terreinprofiel blijft volgens de plannen ongewijzigd. De grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering/kruipkelder van het gebouw dient integraal verwijderd.

  • Voorwaarden en maatregelen

-          Algemene wettelijke voorwaarden

  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

-          Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
    Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
    De dakoppervlakte (87,8 m²) watert af naar een hemelwaterput van 5.000 liter, die overloopt naar een infiltratievoorziening. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toilet en buitenkraan.
    Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst in de vorm van een ondergrondse infiltratiekratten. Om infiltrerend te werken is het belangrijk dat een infiltratievoorziening volledig boven de hoogste grondwaterstand (=gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) wordt geplaatst.
    Daarom wordt geadviseerd om de grondwaterstand in het voorjaar na te gaan en te kiezen voor een infiltratievoorziening die hier volledig boven geplaatst kan worden.
    Indien de grondwaterstand te hoog zou zijn voor het voorgestelde systeem dient dit vervangen door een ondieper infiltratiesysteem.
    Bij hoge grondwaterstanden is een open infiltratiesysteem, type WADI, diepte 30 cm de beste optie.
  • Voor de wijziging van overstromingsregime
    Gezien de gekende waterproblematiek en aangezien ergere overstromingen dan in het verleden niet zijn uit te sluiten kan geen sluitende garantie worden gegeven dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen. Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden. Dit betekent het plaatsen van de dorpel minimaal 30 cm boven het straatniveau.
    Volgens de plannen zijn er geen ophogingen voorzien. Omwille van de overstromingsgevoeligheid van het perceel word teen ophoging in de tuin vanuit oogpunt water ook niet toegestaan.
    Ophogingen dienen zich te beperken tot de woning, het terras en de toegang tot het gebouw.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden.

o        De dorpel minimaal 30 cm boven het straatniveau.

o        De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om waterschade in de woning te voorkomen.

o        De ophoging dient zich te beperken tot het gebouw en de toegang tot het gebouw

o        De grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering/kruipkelder van de woning dient integraal verwijderd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 864 liter en een infiltratieoppervlakte van 2,88m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van de bestaande constructies en het bouwen van een ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 19cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van het Departement Leefmilieu Integraal Waterbeleid naleven;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving;
  • de aan te leggen rioleringen en/of waterzuivering binnen de bovenvermelde omgevingsaanvraag moeten voldoen aan:

o        er wordt bij latere aanleg van openbare riolering slechts één aansluiting DWA voorzien per perceel;

o        bij latere aansluiting op de aan te leggen openbare riolering dient ter hoogte van de rooilijn een DWA-huisaansluitputje zonder stankafsluiter geplaatst te worden op het privaat domein. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op openblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze uitgevoerd door Pidpa;

o        een voldoende grote (volgens ‘waterwegwijzer bouwen en verbouwen’), goed werkende en vloeistofdichte voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de DWA-afvoer is verplicht. Bij voorkeur wordt de septische put op minimale afstand van de toiletten geplaatst om ook verstopping binnen de privé-rioolinstallatie maximaal te voorkomen. Zowel het fecale als het sanitaire afvalwater dienen op de septische put te worden aangesloten.

o        ingeval van infiltratievoorziening op open perceelsgrachten:

  • indien de overloop van de septische put voorlopig is aangesloten op achterliggende gracht of infiltratievoorziening dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden zodat in latere fase kan aangesloten worden op de aan te leggen openbare riolering in de straat;
  • ook al sluiten beide waterstromen aan op eenzelfde leiding of gracht t.h.v. de perceelsgrens, moeten de rioleringen RWA en DWA op het privaat domein volledig gescheiden aangelegd worden.
  • ingeval van overwelfde baangracht:

1)      bij tijdelijke aansluiting op overwelfde baangracht dient op de overloop een septische put ter hoogte van de rooilijn een DWA-huisaansluitputje zonder stankafsluiter geplaatst te worden op het privaat domein. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op het ogenblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze geplaatst door Pidpa;

2)      indien regenwater (RWA) niet via infiltratie of perceelsgrachten kan afgevoerd worden, dienen ingeval van overwelfde grachten ter hoogte van de rooilijn beide afvoerleidingen (RWA en DWA) aan te sluiten op een afzonderlijke huisaansluitputje (beide zonder stankslot). De afstand tussen de huisaansluitputjes mag niet groter zijn dan 1,00m en niet kleiner dan 0,50m. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op ogenblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze uitgevoerd door Pidpa. De deksels van de huisaansluitputjes mogen niet voorzien zijn van een bout ter vergrendeling;

3)      alle werken voor aansluitingen op het openbaar domein worden uitgevoerd door de onder toezicht van Pidpa-Riolering (zo ook op de overwelfde grachten). De aanvraag voor uitvoering van de werken op openbaar domein dient minstens 6 weken vooraf gericht aan Pidpa.

  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 695 liter en een infiltratieoppervlakte van 1,11m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Vijverlaan 9 - mevrouw Marie-Louise Francken en de heer Stefan Van den Bergh - het afbreken van een bestaande weekendwoning, het rooien van 3 hoogstammige bomen en het herbouwen van een nieuwe alleenstaande ééngezinswoning - OMG 2019/113

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        regulariseren weekendverblijf - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 oktober 1995 - 1995/264

o        bestemmingswijziging van weekendverblijf naar woongelegenheid - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juli 2014 - 2014/137

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Marie-Louise Francken, Vijverlaan 9, 2970 Schilde en de heer Stefan Van den Bergh, Vijverlaan 9, 2970 Schilde op 4 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vijverlaan 9.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van een bestaande weekendwoning, het rooien van 3 hoogstammige bomen en het herbouwen van een nieuwe alleenstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 4 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septische tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m er rond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1953.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 99,70m² op een perceel van circa 2.945m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendwoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: weekend- en ééngezinswoningen.

De straat is een gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van een bestaande weekendwoning, het rooien van 3 hoogstammige bomen en het herbouwen van een nieuwe alleenstaande ééngezinswoning op een perceel van 2.945m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 24,70m uit de rooilijn, op 5,20m van de rechter perceelsgrens, op 20,86m van de linker perceelsgrens en tot op 34,50m van de achter perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 14m op een kavelbreedte van 39,65m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10,45m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,40m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 7,50m.

De gevels worden opgetrokken in gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met sidings en dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 99,14m² (huis 79,98m² + 19,16m² overdekt terras).

De toegang tot het perceel is 4,50m breed.

De oprit wordt aangelegd in kiezelverharding en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen.

Achter de woning wordt een terras van 27,06m² aangelegd, voor de woning een klinkververharding van 55,93m².

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 248,75m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 25 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning af te breken en op een andere locatie een nieuwe woning te bouwen. Er dienen enkele minder waardevolle bomen te worden geveld. Op de locatie van de af te breken woning zijn er mogelijkheden om nieuwe bomen te planten zodat voldaan wordt aan de voorwaarden van BPA Kotsbos.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

d.      het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld. Conform artikel 1.7.5. van de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Kotsbos dient een heraanplanting met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12, en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10 aangeplant te worden;

e.      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

f.        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

g.      de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

h.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

i.        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

j.        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

k.      geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

l.        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

m.    om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

n.      een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

o        Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 15 mei 2019 onder referentie DWAD-2019-0462, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

o        wijziging van infiltratie naar het grondwater.

De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een hemelwaterput met hergebruik en een infiltratievoorziening voorzien.

Omwille van de inkleuring van het perceel als effectief overstromingsgevoelig worden er geen ophogingen in de tuinzone toegestaan. Het terreinprofiel blijft volgens de plannen ongewijzigd. De grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering/kruipkelder van het gebouw dient integraal verwijderd.

  • Voorwaarden en maatregelen
  • Algemene wettelijke voorwaarden
  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

o        Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
    Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
    De dakoppervlakte (87,8m²) watert af naar een hemelwaterput van 5.000 liter, die overloopt naar een infiltratievoorziening. Het opgevangen hemelwater wordt hergebruikt voor toilet en buitenkraan.
    Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst in de vorm van een ondergrondse infiltratiekratten. Om infiltrerend te werken is het belangrijk dat een infiltratievoorziening volledig boven de hoogste grondwaterstand (=gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) wordt geplaatst.
    Daarom wordt geadviseerd om de grondwaterstand in het voorjaar na te gaan en te kiezen voor een infiltratievoorziening die hier volledig boven geplaatst kan worden.
    Indien de grondwaterstand te hoog zou zijn voor het voorgestelde systeem dient dit vervangen door een ondieper infiltratiesysteem.
    Bij hoge grondwaterstanden is een open infiltratiesysteem, type WADI, diepte 30 cm de beste optie.
  • Voor de wijziging van overstromingsregime
    Gezien de gekende waterproblematiek en aangezien ergere overstromingen dan in het verleden niet zijn uit te sluiten kan geen sluitende garantie worden gegeven dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen. Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden. Dit betekent het plaatsen van de dorpel minimaal 30 cm boven het straatniveau.
    Volgens de plannen zijn er geen ophogingen voorzien. Omwille van de overstromingsgevoeligheid van het perceel word teen ophoging in de tuin vanuit oogpunt water ook niet toegestaan.
    Ophogingen dienen zich te beperken tot de woning, het terras en de toegang tot het gebouw.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden.

o        De dorpel minimaal 30 cm boven het straatniveau.

o        De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om waterschade in de woning te voorkomen.

o        De ophoging dient zich te beperken tot het gebouw en de toegang tot het gebouw

o        De grond die vrijkomt door de uitgraving van de fundering/kruipkelder van de woning dient integraal verwijderd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig, mits rekening wordt gehouden met de voorwaarden en maatregelen van het advies. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van een bestaande weekendwoning, het rooien van 3 hoogstammige bomen en het herbouwen van een nieuwe alleenstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 19cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor het buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 15.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 961,75 liter en een infiltratieoppervlakte van 1,54m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het bos, het betreft de oppervlakte op plan bestaande toestand in de aanvraag, welke niet werd aangeduid als 'bestaande open plek'
    Het Bosdecreet blijft hier van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat o.m. ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden. Als men later nog een bijkomende oppervlakte wil ontbossen, b.v. voor tuinaanleg, kan dit enkel mits een bouwvergunning, met compensatie voor de ontbossing en na advies van het Agentschap voor Natuur en Bos;
  • de aan te leggen rioleringen en/of waterzuivering binnen de bovenvermelde omgevingsaanvraag moeten voldoen aan:

o        er wordt bij latere aanleg van openbare riolering slechts één aansluiting DWA voorzien per perceel;

o        bij latere aansluiting op de aan te leggen openbare riolering dient ter hoogte van de rooilijn een DWA-huisaansluitputje zonder stankafsluiter geplaatst te worden op het privaat domein. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op openblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze uitgevoerd door Pidpa;

o        een voldoende grote (volgens ‘waterwegwijzer bouwen en verbouwen’), goed werkende en vloeistofdichte voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de DWA-afvoer is verplicht. Bij voorkeur wordt de septische put op minimale afstand van de toiletten geplaatst om ook verstopping binnen de privé-rioolinstallatie maximaal te voorkomen. Zowel het fecale als het sanitaire afvalwater dienen op de septische put te worden aangesloten.

o        ingeval van infiltratievoorziening op open perceelsgrachten:

  • indien de overloop van de septische put voorlopig is aangesloten op achterliggende gracht of infiltratievoorziening dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden zodat in latere fase kan aangesloten worden op de aan te leggen openbare riolering in de straat;
  • ook al sluiten beide waterstromen aan op eenzelfde leiding of gracht t.h.v. de perceelsgrens, moeten de rioleringen RWA en DWA op het privaat domein volledig gescheiden aangelegd worden.
  • ingeval van overwelfde baangracht:
    • bij tijdelijke aansluiting op overwelfde baangracht dient op de overloop een septische put ter hoogte van de rooilijn een DWA-huisaansluitputje zonder stankafsluiter geplaatst te worden op het privaat domein. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op het ogenblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze geplaatst door Pidpa;
    • indien regenwater (RWA) niet via infiltratie of perceelsgrachten kan afgevoerd worden, dienen ingeval van overwelfde grachten ter hoogte van de rooilijn beide afvoerleidingen (RWA en DWA) aan te sluiten op een afzonderlijke huisaansluitputje (beide zonder stankslot). De afstand tussen de huisaansluitputjes mag niet groter zijn dan 1,00m en niet kleiner dan 0,50m. Indien de plaatsing van huisaansluitputjes op privaat domein technisch niet mogelijk is, of indien huisaansluitputjes op ogenblik van de werken op openbaar domein niet zijn geplaatst, worden deze uitgevoerd door Pidpa. De deksels van de huisaansluitputjes mogen niet voorzien zijn van een bout ter vergrendeling;
    • alle werken voor aansluitingen op het openbaar domein worden uitgevoerd door de onder toezicht van Pidpa-Riolering (zo ook op de overwelfde grachten). De aanvraag voor uitvoering van de werken op openbaar domein dient minstens 6 weken vooraf gericht aan Pidpa.
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Epicialaan 3 - Denis Schaub - het regulariseren van een openlucht zwembad - OMG 2019/132

 

 

Voorgeschiedenis

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het regulariseren van een openlucht zwembad - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2019 - M 2019/45

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Denis Schaub met als contactadres Karel Janssensstraat 8, 2600 Antwerpen op 13 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Epicialaan 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 4 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1966. Op het perceel is nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 218,4m² op een perceel van circa 3.135m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een openlucht zwembad van 50m² op een perceel van 3.135m².

De inplanting van de woning blijft ongewijzigd. Aan de afmetingen van de woning wordt er niets gewijzigd.

Het tuinhuis vooraan in de tuin wordt afgebroken. Het bijgebouw achteraan in de tuin is vrijgesteld van vergunning.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 184,80m².

De toegang tot het perceel is 5,80m breed. Achter de woning werd een zwembad met boordstenen aangelegd van 97,63m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 224,91m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 25 april 2019, luidt: gunstig.
    De aanvraag voorziet geen te vellen bomen. Het perceel voldoet op vlak van groen aan de definitie van woonparkgebied.
     
  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 13 mei 2019, luidt: gunstig.
    De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 5), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 13 mei 2019 is gunstig.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het regulariseren van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Oudaen 72 - COSTERMANS PROJECTEN NV - het regulariseren van een meergezinswoning met 32 wooneenheden met ondergrondse parking naar een meergezinswoning met 28 wooneenheden met ondergrondse parkeergarage - OMG 2019/157

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        nieuwe verdieping op bestaande schoolgebouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 juni 2000 - 1999/245

o        uitbreiding fietsenparking (660 m\ verharding met dolomiet) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 februari 2001 - 2000/310

o        uitbreiding kamers in klooster - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2002 - 2001/356

o        uitbreiding kamers - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 oktober 2002 - 2002/214

o        afbraak bestaand gebouw en opbouw van klaslokalen met aanhorigheden - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juni 1977 - 1977/85

o        bouwen prefab lokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 september 1992 - 1992/176

o        uitbreiden van parking - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 februari 1991 - 1990/254

o        tuinhuisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1984 - 1984/77

o        opbouwen van brandwerend trappenhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 januari 1976 - sgr1976/08

o        kloosterbijbouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1960 - sgr1960/03

o        overdekte speelplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 augustus 1974 - sgr1974/61

o        drie nieuwe klassen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 oktober 1951 - sgr1952/01

o        plaatsen van mazouttank - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 augustus 1972 - sgr1972/62

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 oktober 1952 - sgr1952/32

o        complex slaap- en badkamers - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 januari 1962 - sgr1962/01

o        aanbouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 januari 1967 - sgr1966/74

o        verbouwen zolderverdieping tot slaapzaal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 mei 1971 - sgr1971/22

o        lavatory-vestiaire - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 april 1963 - sgr1963/15

o        afbraak bijgebouwen + bouwen leefruimte + aanpassen sanitair - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 december 2013 - 2013/191

o        nieuwbouw secundaire school, nieuwbouw basisschool (kleuters) enomgevingswerken voor heilig hart van maria instituut - vergunning door stedenbouw - 28 mei 2014 - 2014/20

o        aanleg weg begraafplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 september 2014 - 2014/140

o        het bouwen van een garage en carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juni 2016 - SV 2016/53

o        het slopen van bestaande bebouwing + bouwen van een meergezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 oktober 2017 - SV 2017/119

o        de aanleg van de toegangsweg, onderhoudspaden en een kleine uitbreiding van reeds aangelegde

o        speelplaats bij de nieuwbouw secundair - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 januari 2018 - SV 2017/212

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 16 november 2015 - melding 429

o        milieuvergunning - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 2 juni 2014 - 2014/62

o        53 - 364 - 247(3): uitbreiding met bakkerij wasserij de keukeninrichting bergplaats voor ontvlambare vloeistoffen. - gunstig door de deputatie - 7 november 1985 - 1985/674 - doos 20

o        318: hoge-drukstoomketel - gunstig door de deputatie - 19 juli 1983 - 19830523 doos 19

o        wasserij, keukeninrichting, bakkerij, schrijnwerkerij, compressor, motoren van samen 30 pk , omvormingspost van 80 kva en bergplaatsen voor 31.800 liter gasolie. - gunstig door de deputatie - 24 januari 1978 - 19771220 doos 16

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        melding van een mobiele breekinstallatie - aktename door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 2018 - M 2018/239

o        melding van een bronbemaling - aktename door college van burgemeester en schepenen - 1 oktober 2018 - M 2018/431

o        het slopen van bestaande bebouwing en het bouwen van een nieuw inkomgebouw en een zadeldak - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 9 juli 2018 - OMG 2018/158

o        het slopen van een bestaande bebouwing en het bouwen van een traphal - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 9 juli 2018 - OMG 2018/249

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door COSTERMANS PROJECTEN NV gevestigd Turnhoutsebaan 400, 2110 Wijnegem op 22 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudaen 72.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een meergezinswoning met 32 wooneenheden met ondergrondse parking naar een meergezinswoning met 28 wooneenheden met ondergrondse parkeergarage.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 2 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 1 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel vandaag is een meergezinswoning met ondergrondse parkeergarage in opbouw.

Op 2 oktober 2017 werd er een vergunning verleend voor het slopen van een deel van de bestaande gebouwen op deze site en het bouwen van een meergezinswoning met 32 wooneenheden en een ondergrondse parkeergarage met 48 parkeerplaatsen.

De totale bebouwde oppervlakte van het gebouw bedraagt +/- 1.260m² op een site waar ook nog een scholencomplex en een klooster aanwezig is.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, een schoolgebouw en een klooster.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door gesloten en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een meergezinswoning met 32 wooneenheden met een ondergrondse parkeergarage naar een meergezinswoning met 28 wooneenheden en een ondergrondse parkeergarage.

Het aantal woongelegenheden op het gelijkvloers en de eerste verdieping blijven onveranderd.

Het aantal parkeerplaatsen (48) in de kelderverdieping blijven ook onveranderd.

Volgende wijzigingen worden aangevraagd:

o        Op de tweede verdieping worden er 7 wooneenheden voorzien, voorheen 8;

o        Op de derde verdieping worden er 4 wooneenheden voorzien, voorheen 6;

o        Op de vierde verdieping worden er 2 wooneenheden voorzien, voorheen 3.

o        In de kelderverdieping zijn er 11 garageboxen. In elke garagebox worden er fietsenstallingen voorzien.

De overige afmetingen vergund in 2017 blijven behouden.

De totale bebouwde oppervlakte van dit gebouw op deze site bedraagt 1.260m².

De totale verharde oppervlakte bedraagt 1.079,42m², waarvan 241,8m² gelegen is voor de voorgevel en deel uitmaakt van het voetpad.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
     
  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 3 mei 2019 onder referentie 190309 L-19-386, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Oudaen.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten appartementen gelijkvloers en buitenkranen.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 25.500 liter (effectief 25.550) infiltratievolume en min. 44m² (effectief 60,80m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 24 april 2019 onder referentie PR 1700386-09, luidt: gunstig.
    De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 3 april 2019, luidt: geen bezwaar.
    De klant heeft een aansluiting op dit adres, indien nodig kan de klant bijkomend vermogen vragen via de website van Fluvius (www.Fluvius.be).

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 25.550 liter en een infiltratieoppervlakte van 60,80m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het regulariseren van een meergezinswoning met 32 wooneenheden en een ondergrondse parkeergarage naar een meergezinswoning met 28 wooneenheden en een ondergrondse parkeergarage is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
Het aantal parkeerplaatsen (48) zoals vergund op 2 oktober 2017 blijven behouden.
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag gaat louter over de indeling op verdieping 2, 3 en 4.
De buitenafmetingen blijven behouden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gevels werden reeds vergund op 2 oktober 2017, hieraan wordt niets gewijzigd.
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De voorwaarden opgelegd in de vergunning SV 2017/119 blijven gelden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 25.500 liter en een infiltratieoppervlakte van 44m² zodat aan de verordening voldaan wordt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - De Goudvink 38 - mevrouw Brigitte Henny en de heer Jente Willems - het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het aanleggen van een zwembad en het bouwen van een bijgebouw - OMG 2018/618

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 september 1961 - sgr1961/61

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 juni 1982 - 1982/17

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1984 - 1984/121

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 januari 1988 - 1988/14

o        afbraak bestaand gebouw + bouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1990 - 1989/238

o        plaatsen van een draadafsluiting met een hoogte van 3 meter op de gemeenschappelijke erfscheiding in de achtertuin - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2002 - 2002/137

o        verbouwing van een eengezinswoning + regularisatie van erker - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 september 2002 - 2002/142

o        heropbouw van de bestaande garage achteraan in de tuin - weigering door college van burgemeester en schepenen - 3 september 2007 - 2007/74

o        heropbouw van de bestaande berging/garage achteraan in de tuin. deze berging wordt berging/garage/hobbyruimte. - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 2007 - 2007/354

o        plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 mei 2008 - 2008/167

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 28 juli 1982 - 1981/14

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Brigitte Henny, Jan Baptist Pittoorsstraat 58, 2110 Wijnegem en de heer Jente Willems, Jan Baptist Pittoorsstraat 58, 2110 Wijnegem op 30 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Goudvink 38.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het aanleggen van een zwembad en het bouwen van een bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 februari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1981/14 van 28 juli 1982.
     
  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 1981/14 bepaalt:

Artikel 3 Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing in een woonpark (nummers 83 tot 95)

De percelen begrepen in deze verkaveling vallen binnen de grenzen van een woonpark. Dientegevolge moeten de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften als volgt worden aangevuld:

3.01. Bebouwing

Bebouwde oppervlakte maximum 250m², met inbegrip van eventueel afzonderlijke gebouwen.

3.02. Welstand van het perceel

Het niet bebouwde gedeelte van het perceel moet aangelegd worden met hoogstammig groen, het bestaande moet bewaard worden. Het groen aanbrengen langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten en dergelijke.

Artikel 5 Percelen bestemd voor vrijstaande bebouwing (nummers 83 tot 95)

5.01. Bouwstrook

Diepte: zoals aangeduid op het plan. Voorgevelbouwlijn: zoals aangeduid op het plan.

1.      Bestemming
Eengezinshuizen.

2.      Plaatsing van de gebouwen
a) Voor- en achtergevel:

Vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b) Zijgevels:

binnen de bouwstrook aangeduid op het plan.

3.      Afmetingen van de gebouwen

a)      Voorgevelbreedte

Minimum 8m en maximum zoals aangeduid op het plan.

b)      Bouwdiepte

Zoals aangeduid op het plan.

c)      Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek:

  • Hoofdgebouw: maximum 7m
  • Bijgebouwen: maximum 3m.

4.      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een helling tussen 25° en 60°.

b)      Materialen

  • Voor gevels: alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
  • Voor bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

5.      Aanleg van de strook

Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

5.02. Strook voor tuinen

Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel.

1.      Bebouwing en aanleg

Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt. Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2.      Plaatsing van de gebouwen

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:

Op minimum 10m achter de bouwstrook aangeduid op het plan.

b)      Overige gevels:

Op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de deksteen of de onderkant van de dakoversteek: maximum 3m.

4.      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 45°.

b)      Materialen

  • Voor gevels: alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in licht kleur.
  • Voor bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken: dakvilt.
    1.          Bouwvrije voortuinstrook

Diepte, zoals aangeduid op het plan.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten. Onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin te worden aangelegd. Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard.

5.4.            Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m. De breedte er bouwvrije zijtuinstroken is evenwel over de diepte van de bouwstrook zoals aangegeven op het plan.

5.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

c)      Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 2.099m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen

De straat is een voldoende uitgeruste doodlopende gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, een zwembad en een bijgebouw op een perceel van 2.099m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8m uit de rooilijn, op 3,37m van de rechter perceelsgrens en op 7,41m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 22m op een kavelbreedte van 53m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,30m.

De hoogte bedraagt 6,60m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in licht grijs gevelmetselwerk.

Het dak wordt deels afgewerkt door een groen dak.

Op 13m naast de woning en op 3,37m van de rechter perceelsgrens wordt een poolhouse ingeplant. Het bijgebouw is 8m diep, 4,3m breed en 3,35m hoog, gemeten vanaf het trottoirniveau.

De gevels worden bekleed in licht grijs/wit gevelmetselwerk, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 249,32m².

De toegang tot het perceel is 4m breed.

De oprit wordt aangelegd in betontegels en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen.

Aan de woning wordt een terras met zwembad van 99,08m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 199,08m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

c)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

d)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

e)      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

f)        Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

g)      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

h)      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

i)        Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

j)        Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

k)      Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

l)        Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

m)    Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

n)      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

o)      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

p)      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

q)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 2 mei 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft een bebost perceel met voornamelijk dennen en achteraan grenzend aan aan het wandelpad een aantal lindebomen.
    De aanvrager wenst enkel de strikt noodzakelijke bomen te vellen om de woning te kunnen bouwen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

6.      de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

2.      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

3.      geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

4.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

5.      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

6.      een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen.
 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 6 maart 2019 onder referentie 19-203526, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19- 203526.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 2.099m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudsbijdrage van 7.472,44 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 19 maart 2019 onder referentie 190184 L-19-284, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen De Goudvink.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 toiletten en 2 buitenkranen.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 3.675 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en min. 5,88m² (effectief 5,88m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 28 februari 2019 tot 29 maart 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.675 liter en een infiltratieoppervlakte van 5,88m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning, het aanleggen van een zwembad en het bouwen van een bijgebouw functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkavelingsvoorschriften van de verkaveling 1981/14.

o        Het bijgebouw wordt op minder dan 10m achter de achtergevel van de bouwstrook ingeplant.

o        Het bijgebouw heeft een hoogte van 3,35m boven de trottoirniveau.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.675 liter en een infiltratieoppervlakte van 5,88m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;

o        het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Beemdenlaan 52A, 52A-54 en 54 - de heer Frank Peeraer - het aanleggen van een wegenis (verharding) - OMG 2019/90

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 mei 1972 - 1972/69

o        bouwen van een nieuwbouw ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 maart 2013 - 2013/30

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 april 1971 - 1971/2

o        8 percelen halfopen bebouwing - vergunning door de deputatie - 25 oktober 2012 - 2012/2

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Frank Peeraer, Prins Boudewijnlaan 69, 2970 Schilde op 20 februari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Beemdenlaan 52A, 52A-54 en 54.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een wegenis (verharding).

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 2 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 1 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en agrarisch gebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het goed is volgens het van kracht zijnde gewestplan gelegen in agrarisch gebied.
    De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m. van een woongebied of op ten minste 100m. van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300m. en 100m. geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van landbouw- en bosgebieden.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Een deel van de aanvraag is gelegen in de verkaveling 2012/2.

De verkaveling 2012/2 bepaalt:

1.      Voorschriften bestemming

1.1. Bestemming hoofdgebouwen

1.1.A. Hoofdbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel ééngezinswoningen worden toegelaten, als hoofdbestemming voor hoofdgebouwen.

1.1.B. Nevenbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel functies complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie en vrij beroep zijn toegelaten. Winkels, horeca, ambachtelijke bedrijven, recreatieve bedrijven (sportclubs en andere) en nijverheid zijn niet toegelaten. Op het gelijkvloers worden dagvertrekken voorzien.

1.2. Bestemming bijgebouwen

Bijgebouwen enkel toegelaten binnen de op de plannen getekende zone (zie verkavelingsontwerp), met inbegrip van garage, tuinhuis, fietsenberging, serre, opslaghok voor vuilnisbakken, techniekenlokaal.

Minstens 30m² daarvan, met minstens 1 overdekte autostaanplaats is tegelijk met de woning te bouwen, vooraan in de ontworpen zone.

Ze moeten allen worden gebouwd met dezelfde dakhoogte.

1.3. Bestemming niet bebouwd gedeelte

o        In hoofdzaak aan te leggen als tuinen;

o        Zwembaden toegestaan voor de 50m diepte achter de rooilijn;

o        Geen overdekte zwembaden toegestaan;

o        Geen tuinmuren toegestaan, behalve op de perceelsgrens in het verlengde van de gemeenschappelijke muur, achter de woningen, maximum 5m diepte voorbij de bouwzone en 1,80m hoogte, af te werken in hetzelfde materiaal als de gevels.

2.      Voorschriften gebouwen

2.1. Voorschriften hoofdgebouwen

2.1.A. Typologie

Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het gegeerde type halfopen bebouwing.

2.1.B. Inplanting

o        Stedenbouwkundige voorschriften:

Op het verkavelingsplan worden bouwzones weergegeven, de normale afstanden worden in acht genomen.

o        Bouwlijn:

Verspringend zoals op het verkavelingsontwerp getekend.

o        Bouwbreedte:

Minimum 6,50m, maximum zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp.

o        Bouwdiepte:

  • Gelijkvloers: minimum 13m, maximum 17m. Eventuele overdekte terrassen of veranda’s moeten binnen deze bouwdiepte vallen.
  • Verdieping 1: minimum 9m, maximum 13m.
  • Dakverdieping: voet van het hellend dak: 9m.
  • Erkers:

-          In de voorgevel: toegestaan met maximum 50cm diepte en maximum 3m breedte, maximum hoogte tot aan de kroonlijsthoogte, minimaal 60cm van de perceelsgrens.

-          In de zijgevel: binnen de bouwzone, op minstens 3m van de zijgrens, maximum hoogte tot aan de kroonlijsthoogte.

-          In achtergevel: binnen de bouwzone en binnen de bouwhoogtes, minimaal 60cm van de perceelsgrens geen zijramen gericht naar de aanpalende woning.

  • Schoorsteen: in zijgevel tot 10cm uit het gevelvlak, met maximum breedte 1m.

o        Zijgevel:

  • De zijgevels bevinden zich op minimum 3m van de zijgrens van het perceel en binnen de bouwstrook aangeduid op het verkavelingsontwerp.

2.1.C. Bouwvolume

o        Stedenbouwkundige voorschriften

  • Voorgevelbreedte

Minimum 6,50m en maximum zoals weergegeven op het verkavelingsontwerp.

  • Bouwhoogte

Gelijkvloers: 3,50m gemeten vanaf de maaiveldhoogte

-          De vloer van het gelijkvloers ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 50cm.

-          De maaiveldhoogte is het gemiddelde van de maaiveldhoogtes van de punten die voor de perceelsgrenzen liggen, gemeten in de nok van de straat, verhoogd met 20cm. Op het platte dak boven het gelijkvloers zijn geen terrassen, schermen of balustrades toegestaan.

Verdieping 1: tussen 5,5m en 6,5m:

-          De kroonlijsthoogtes van 2 aanpalende woningen moet niet dezelfde zijn (om de woningen een eigen karakter toe te laten).

-          Op het platte dak boven de 1ste verdieping zijn geen terrassen, schermen of balustrades toegestaan.

Dak verdiepingen: minimum 5,5m tot maximaal 6,50m kroonlijsthoogte, plus hellend dak, nokhoogte maximaal 10m.

-          In het dak verdiep zijn geen terrassen toegestaan, ook als die binnen het dak profiel vallen.

  • Bouwdiepte

Gelijkvloers minimum 13m, maximum 17m.

-          Eventuele overdekte terrassen of veranda’s moeten binnen deze bouwdiepte vallen;

Verdieping 1: minimum 9m, maximum 13m;

Dak verdieping: voet van het hellend dak: 9m.

2.1.D. Verschijningsvorm

o        Stedenbouwkundige voorschriften

  • Dak

-          Gelijkvloers: plat dak waar geen verdieping boven het gelijkvloers komt.

-          1ste verdieping: plat dak waar geen verdieping boven het 1ste verdiep komt.

-          Dakverdieping:

      Hellend dak verplicht;

      Helling tussen 45° en 60°;

      Een steilere dakhelling dan 45° is enkel toegestaan als het profiel van dit dak nergens hoger komt dan bij een dak van 45°. Dit door de kroonlijsthoogte lager te leggen dan de maximaal toegelaten hoogte.

      Afgeknotte puntgevels toegestaan (om de hoogte van die gevel te verminderen).

      Kroonlijstbreedte, aan de dakvoeten maximum 60cm overstekend buiten de gevels: aan de puntgevels maximum 30cm.

      Aanzet van het hellend dak maximum 45cm buiten het gevelvlak, maar mits de nokhoogte nergens hoger is dan 11m en het dakprofiel nergens hoger komt dan dat van het dak van 45°.

      De kroonlijsten van de beide dakvlakken moeten even hoog zijn.

      Nokrichting: loodrecht op de voorgevelbouwlijn of evenwijdig hiermee.

  • Dakbedekking

Alle duurzame esthetisch verantwoorde materialen zijn toegelaten.

Fotovoltaïsche zonnepanelen zijn toegelaten.

  • Dakvenster

Dakvensters zijn toegelaten.

  • Dakkapellen of kijkuiten zijn toegelaten mits:

-          De maximale breedte per dakkapel 2,50m en de totale breedte van dakkapellen in een dakvlak maximum ½ van het dakvlak tussenafstand tussen dakkapellen minimum 80cm.

-          Hoogte van de voorwand maximaal 2m boven het dakvlak.

  • Gevelmaterialen

-          Gevelbaksteen gevoegd eventueel geschilderd of gekaleid;

-          Plinten in baksteen, natuursteen of cementering;

-          Crepibepleistering niet toegelaten;

-          Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouwbaksteen niet toegestaan;

-          Houten bekleding toegelaten op maximaal 20% van de geveloppervlakte;

-          Gevelsteen niet toegestaan, behalve op dakkapellen en dan enkel kleine natuurleien.

Waar een woning of bijgebouw uitsteekt voorbij of boven de aanpalende woning of bijgebouw worden zichtbare gevelvlakken afgewerkt in dezelfde gevelmaterialen als de eerstgenoemde woning of bijgebouw. Deze materialen mogen over de perceelsgrens reiken om een goede technische afwerking toe te laten. Gevelleien of plankenbekledingen zijn dus niet toegestaan, waar de woning of het bijgebouw voor het overige in gevelsteen is opgetrokken. Waar een woning gedeeltelijk in planken is bekleed, mogen deze ook doorlopen op de scheimuur.

  • Hellend dak

-          Pannen, gegolfd of plat, tegelpannen of natuurleien;

-          Bitumendichting, kunststofdichting, golfplaten of geprofileerde metalen platen, metalen strokenddaken of kunststof zink-imitatie-daken zijn niet toegestaan;

-          Hellende groendaken zijn niet toegestaan;

-          Dakgoten en regenpijpen in metaal: zink of koper, geen kunststof.

  • Plat dak

-          De platte daken boven bijgebouw en gelijkvloers worden afgewerkt met groendaken.

  • Schrijnwerk:

-          Ramen en deuren: hout, gebeitst of gelakt, aluminimum, gemoffeld, pvc, staal gelakt;

-          Kleur: geen felle kleuren toegestaan;

-          Glas: kleurloos;

-          Raamdorpels: baksteen, hout, natuursteen, of tegelpannen bij aluminium ramen: eventueel aluminium;

-          Deurdorpels: arduin.

  • Tecnieken

-          Technieken zoals airco-toestellen, warmtepompen en ventilatiegroepen en schotelantennes of andere antennes mogen niet zichtbaar zijn vanaf de straat, enkel gelijkvloers te plaatsen in de tuin, omgeven met groenblijvende beplanting die hoger is dan de toestellen;

-          Geen leidingen van technieken toegestaan op de gevelvlakken of hellende daken.

  • Parkeren

-          Geen garages en garagepoorten toegestaan in de hoofdgebouwen;

-          Naast de inrit (van de straat naar de garage) is het toegelaten om in de voortuin nog 1 parkeerplaats aan te leggen van maximum 3x6m in waterdoorlatende verharding.

  • Isolatienormen

Voor deze verkaveling is E70 vereist aan te tonen via de EPB verslaggeving.

  • Dus:

De woningen dienen te beantwoorden aan een esthetisch verantwoorde vorm die zich inpast in de omgeving. Voorkeur zal gegeven worden aan het gebruik van hernieuwbare materialen.

2.2. Voorschriften bijgebouwen

2.2.A. Inplanting

o        Stedenbouwkundige voorschriften

Binnen de op het verkavelingsplan getekende bouwzones.

2.2.B. Bouwvolume

o        Stedenbouwkundige voorschriften

  • Oppervlakte

De totale oppervlakte bedraagt maximaal 40m² en binnen de zone voor open carports aangeduid op het verkavelingsontwerp.

  • Afmetingen

Dit alles binnen de zone aangeduid op het verkavelingsontwerp.

  • Bouwhoogte

De bouwhoogte bedraagt 3m, de vloer van het bijgebouw ligt boven de maaiveldhoogte, minimum 2cm en maximum 10cm.

In afwijking op voorgaande bepalingen zijn houten tuinhuisjes toegestaan onder volgende voorwaarden:

-          Plat dak met een maximum hoogte van 3m;

-          Oppervlakte maximum 10m²;

-          Bij eventuele oprichting, verplicht binnen de resterende zone voorzien voor bijgebouwen (zie verkavelingsplan) te voorzien achter de garage.

2.2.C. verschijningsvorm

o        Stedenbouwkundige voorschriften

  • Dak

Enkel plat dak is toegestaan:

-          De platte daken boven bijgebouw worden afgewerkt met groendaken.

  • Dakbedekking

Bitumendichting of kunststofdichting, ondergestopt door het groendak (lage beplanting).

Fotovoltaïsche zonnepanelen zijn toegelaten.

  • Gevelmaterialen

-          Gevelbaksteen, gevoegd, eventueel geschilderd of gekaleid;

-          Plinten in baksteen, natuursteen of cementering;

-          Crepibepleistering niet toegelaten;

-          Betonstenen, cellenbetonsteen of snelbouwsteen niet toegestaan;

-          Houten bekleding toegelaten of maximaal 20% van de geveloppervlakte;

-          Gevelleien niet toegestaan.

  • Schrijnwerk

Enkel open carports.

  • Technieken

-          Technieken zoals airco-toestellen, warmtepompen, ventilatiegroepen en schotelantennes of ander antennes mogen niet zichtbaar  zijn vanaf de straat, enkel gelijkvloers te plaatsen in de tuin, omgeven met groenblijvende beplanting die hoger is dan de toestellen.

3.      Niet bebouwd gedeelte

3.1. Reliëfwijzigingen

o        Stedenbouwkundige voorschriften

Reliëfwijzigingen moeten beperkt blijven en mogen het karakter van de omgeving niet storen.

Hellende op- en afritten zijn niet toegelaten.

Ophogingen voor bouwtechnische aspecten zijn toegelaten.

3.2. Verhardingen

o        Stedenbouwkundige voorschriften

Noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden en oprit mogen voorzien worden, omrand door groenaanleg. Buiten deze bouwzones dient de tuin aangelegd te worden met groenaanplantingen.

Bijkomend kan een terras aangelegd worden in niet waterdoorlatende materialen, beperkt tot 20m² achter de woning op het gelijkvloers. Niet verplicht om tegen de achtergevel te leggen.

3.3. Inrichtingselementen

o        Stedenbouwkundige voorschriften

Regenwaterrecuperatie

Per lot wordt er een regenwaterput voorzien van minimaal 7.500liter, gevoed door alle hellende daken van het hoofdgebouw, waarbij men kranen en minstens 1 wc hierop aansluit conform de geldende wetgeving. Eventueel overtollig hemelwater wordt gescheiden afgevoerd naar de open gracht, niet naar de straatriolering.

3.4. Afsluitingen

o        Stedenbouwkundige voorschriften

-          Zwarte draadafsluitingen zijn toegestaan, maar deze mogen niet voorzien zijn van plastic of andere oppervlakten of stroken om ze te blinderen;

-          Heidematten of open kastanjes takken zijn toegestaan;

-          Betonnen, kunststoffen of gesloten houten afsluitingen niet toegestaan;

-          Hoogtes: maximaal 1,2m in de voortuin, maximaal 1,80m vanaf de voorbouwlijn naast en achter de woning, tot op 50m achter de rooilijn;

-          Levende hagen zijn toegestaan.

  • Vellen van bomen

Het is verboden van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de gemeente. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij bijhorende open ruimte en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid van de omgeving;

      De veiligheid der openbare werken en van de private en openbare eigendommen.

  • Open grachten

De bestaande open gracht blijft zoveel als mogelijk open. Per perceel mag de bestaande gracht slechts over een breedte van 4m worden ingebuisd (zie verkavelingsontwerp). Dit gebeurt volgens de gemeentelijke voorschriften.

 

  • Bestaande toestand

De aanvraag van de wegenis is deels gelegen op het perceel nr. 54 en deels op het perceel nr. 52A.

Op het perceel nr. 52A is vandaag een woning aanwezig sinds 2016.

Op het perceel zijn er nog een overdekte fietsen- en tuinberging en een zwembad aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 145,77m² op een perceel van circa 515,68m².

Op het perceel nr. 54 is vandaag een woning met bijgebouwen aanwezig.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning aanpalend aan nr. 52a.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een wegenis op 2 percelen nr. 54 en nr. 52a.

Er wordt een nieuwe verharding aangelegd op een erfdienstbaarheid.

Deze nieuwe verharding wordt uitgevoerd in grind.

De nieuwe verharding heeft een grondoppervlakte van 230m² waarvan 129m² in woongebied en 101m² in agrarisch gebied.

De nieuwe wegenis wordt aangelegd zodat de achterliggende percelen beter toegankelijk worden

De bestaande bebouwingen op beide percelen blijft behouden.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

      Departement Landbouw en Visserij - afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen
Het advies van Departement Landbouw en Visserij - afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen afgeleverd op 16 april 2019, luidt: gunstig.
Het betreft de aanleg van verharding op een erfdienstbare doorgang ter hoogte van de percelen aan de Beemdenlaan 52A en 54 ten voordele van de toegankelijkheid van een achterliggend weideperceel met kadastrale nummer sectie D, nr. 268B.

De uitvoering van de wegenis in een waterdoorlande grindverharding past binnen de landschappelijke en agrarische omgeving.

 

  • Raadpleging aanpalende eigenaars

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werd een schriftelijk bezwaar ingediend.

De bezwaren handelen over:

      Het plaatsen van grind en steenslag is niet aanvaardbaar. De bezwaar indiener kan enkel akkoord gaan met grasplaten, conform de dading van de vrederechter.

De bezwaren worden als volgt beoordeelt:

  • Volgens het proces-verbaal voor minnelijke schikking van 15 maart 2019 afgeleverd door het Vredegerecht van het kanton Brasschaat dient de doorgang over de volledige breedte en lengte verhard te worden met grasplaten van dergelijke kwaliteit, die voldoende gewicht kunnen dragen.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van en wegenis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    Er werd geen gegrond bezwaar ingediend met betrekken de soort verhardingsmateriaal. De verharding dient aangelegd te worden in grasplaten. Mits het naleven van deze voorwaarden integreert het onderwerp zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de verharding dient aangelegd te worden in grasplaten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Stedenbouwkundig attest - Kotsbosweg 33 - Vermeiren Frederik Frans Martha - aanvraag stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning - SA 2019/1

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Frederik Vermeiren, met als adres Bredabaan 1231 te 2930 Brasschaat, ontvangen op 12 februari 2019. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 18 februari 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kotsbosweg 33.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m er rond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 1.300,27m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het perceel is een hoekperceel in de Kotsbosweg.

De Kotsbosweg 35 wordt gebruikt als een weekendwoning.

De Kotsbosweg 31 wordt gebruikt als een weekendwoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezins- en weekendwoningen.

De straat is een gemeenteweg en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over de nieuwbouw van een woning op een perceel van 1.300,27m².

De nieuwe woning dient te worden opgericht conform met de geldende voorschriften.

Het perceel is een vrij bebost perceel.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september  2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies gegeven op 22 februari 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag omvat een stedenbouwkundig attest voor een bebost perceel. Een latere aanvraag tot omgevingsvergunning zal dan ook een ontbossing met zich meebrengen.

Volgens het BPA Kotsbos is het perceel gelegen in recreatiegebied. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 8 november 2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.

Er dient bijgevolg een ontheffing van het ontbossingsverbod aangevraagd en verkregen te worden, alvorens een omgevingsvergunning kan aangevraagd worden. Bij de aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod dient een duidelijk inplantingsplan van het nieuwe gebouw, met inbegrip van de beoogde tuindelen, toegevoegd te worden. Bij de latere aanvraag tot omgevingsvergunning dient een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd te worden.

Er werd voor deze adviesvraag stedenbouwkundig attest geen terreinbezoek afgelegd. Zodoende is het niet uit te sluiten dat bij een latere terreincontrole op basis van de aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod de ontheffing wordt geweigerd of dat bijkomende voorwaarden aan de eventuele ontheffing worden opgelegd in het kader van het soortenbesluit, natuurdecreet en/of bosdecreet.
Er dient een ontheffing van het ontbossingsverbod aangevraagd en verkregen te worden, alvorens een omgevingsvergunning kan aangevraagd worden. Bij de aanvraag tot ontheffing van het ontbossingsverbod dient een duidelijk inplantingsplan van het nieuw gebouw, met inbegrip van de beoogde tuindelen, toegevoegd te worden. Bij de latere aanvraag tot omgevingsvergunning dient daarnaast een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd te worden.
 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies gegeven op 15 mei 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Gunstig, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

o        Een eventuele ophoging is dan ook enkel toegelaten ter hoogte van de gebouwen zelf, het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden;

o        Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil voldoende hoog kiezen);

o        De eigenaar dient alle nodige voorzorgingsmaatregelen te nemen om waterschade in de woning te voorkomen;

o        Inname van ruimte voor water dient vermeden of effectief gecompenseerd op eigen terrein;

o        Verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

  • Wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien hoge grondwaterstanden een effectieve infiltratie kunnen bemoeilijken;
  • Wijziging van het overstromingsregime, aangezien gebouwd zal worden in effectief overstromingsgevoelig gebied.

o        Voorwaarden en maatregelen

  • Algemene wettelijke voorwaarden
  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

o        Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

4.2.1.      Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthouden-bergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

De door de gewestelijke steenbouwkundige verordening hemelwater opgelegde infiltratievoorziening dient hier best oppervlakkig en open aangelegd te worden (type wadi) aangezien volgens de bodemkaart hoge grondwaterstanden kunnen optreden.

Voorwaarde:

o        De door de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater opgelegde infiltratievoorziening dient hier best oppervlakkig en open aangelegd te worden (type wadi).

4.2.2.      Voor de wijziging van overstromingsregime

Door het oprichten van constructies en door ophogingen wordt overstroombare ruimte ingenomen, waardoor op die plaats geen overstromingswater geborgen kan worden. Dit kan er toe leiden dat het gevaar voor wateroverlast in de omgeving toeneemt. Om de overstromingsproblemen in de omgeving te beperken, moet het verlies van waterbergingsruimte dan ook vermeden worden of effectief gecompenseerd worden. Dit moet in de onmiddellijke omgeving gebeuren en minimum hetzelfde overstromingsvolume compenseren. Het verlies in waterbergingsruimte kan gecompenseerd worden door een oppervlakkige afgraving op het terrein (afgravingen onder het grondwaterniveau zijn echter niet effectief) en/of met een overstroombare kruipkelder onder de gebouwen.

Een eventuele ophoging is dan ook enkel toegelaten ter hoogte van de gebouwen zelf; het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden.

Voorwaarde:

o        Een eventuele ophoging is enkel toegelaten ter hoogte van de gebouwen zelf, het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden.

Op basis van eerder opgetreden overstromingen in combinatie met het digitaal hoogtemodel en het model van de Knotsbosloop blijkt dat de omgeving al te kampen had met wateroverlast. Ergere overstromingen dan in het verleden zijn ook niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.

Door het overstromingsrisico moet het vloerpeil van het toekomstig aan te leggen gebouw voldoende hoog gekozen worden, zodat deze overstromingsvrij gebouwd wordt. Bij de plaatsing van een hemelwaterput, ondergrondse (mest)kelder, ondergrondse brandstoftank, verwarmingsketel, moet er op gelet worden dat er geen verontreinigd overstromingswater de put kan binnendringen.

Voorwaarde:

o        Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil voldoende hoog kiezen).

o        De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen.
 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies gegeven op 21 maart 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager heeft op verzoek het inplantingsplan gewijzigd. De bouwstrook wordt beperkt in functie van een aantal waardevolle bomen zodat voldaan wordt aan het algemene principe van de minste milieuschade.
    Er kan akkoord gegaan worden mits toepassing van het gewijzigde inplantingsplan van 5 maart 2019 waarbij de bouwstrook wordt beperkt in functie van een aantal waardevolle te behouden bomen.
     
  • Pidpa
    Het advies gegeven op 15 mei 2019, is geen advies.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. De kavels zijn aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbende stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.
 

  • Fluvius System Operator
    Het advies gegeven op 21 maart 2019, is gunstig.
    Aan de overzijde is een net aanwezig.

De klant kan een aanvraag doen voor elektriciteit in recreatiezone.

Er is geen bezwaar.
 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag dient volledig conform met de geldende voorschriften te worden aangevraagd zodat het project aanvaardbaar is op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De voorschriften van het BPA dienen gevolgd te worden.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Hoogteverschillen zijn beperkt, worden op eigen terrein opgevangen en ze worden aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen dienen conform het bpa te zijn om de goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan heer Frederik Vermeiren voor aanvraag stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning in Kotsbosweg 33, afdeling 1 sectie A nummers 108H6 onder volgende voorwaarden:

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving;
  • de voorschriften van het BPA Kotsbos herziening, zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht naleven;
  • bij een eventuele aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning op deze eigendom dient er voldaan te worden aan de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • de oprit in 1 geheel mag maximaal 5m breed zijn, in meerdere delen te samen maximaal 6m breed. De oprit dient 3m van de eigendomsgrenzen verwijderd te zijn;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de provincie Antwerpen, dienst waterbeleid naleven;
  • het advies van Fluvius naleven.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Zangerhey 7 - verkavelingsattest -  OVK 2018/10

 

 

Voorgeschiedenis

          Vorig dossier:

          5 april 2018 - verkavelen in 2 loten - 2017/13

          Huidig dossier:

          4 februari 2019 - bijstellen van de verkaveling met een bouwzone op lot 1

 

Feiten en context

Immo Geysen vraagt om het afleveren van een verkavelingsattest.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte is afgeleverd.  Een attest kan enkel worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

 

Argumentatie

Er is voldaan aan de voorwaarden opgelegd in de omgevingsvergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1.  Het college van burgemeester en schepenen levert het verkavelingsattest af voor verkaveling 2018/10.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Huldekens 13 - beslissing deputatie - OMG 2018/259

 

 

Voorgeschiedenis

          Huidig dossier:

          17 september 2018 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          16 oktober 2018 - betekening beroep

          26 februari 2019 - hoorzitting beroep

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1. Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017.

De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de raad voor vergunningensbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie waarbij vergunning wordt verleend voor Huldekens 13.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 26 mei 2019 tot en met 24 juni 2019

Nieuwstraat 7

het afbreken van een vrijstaande woning met bijgebouw, het rooien van 3 bomen en het bouwen van een vrijstaande woning met bijgebouw

OMG 2019/220

van 19 mei 2019 tot en met 17 juni 2019

Frans De Beuckeleerlaan 8

het bouwen van twee ééngezinswoningen in een gesloten bebouwing

OMG 2019/120

van 22 mei 2019 tot en met 21 juni 2019

Wijnegemsteenweg 193

het regulariseren van een aanbouw voor een periode van 5jaar

OMG 2019/96

van 22 mei 2019 tot en met 21 juni 2019

Eugeen Van de Vellaan zn

het regulariseren van een garage en uitbreidingswerken aan een bijgebouw

OMG 2019/116

van 30 mei 2019 tot en met 28 juni 2019

Kerkstraat 36

het renoveren van een vrijstaande villa en het bouwen van twee meergezinswoning met in totaal 20 appartementen en 2 handelspanden

OMG 2019/212

van 30 mei 2019 tot en met 28 juni 2019

Paviljoendreef 19

het verbouwen en renoveren van een bestaande woning en bijhorende garage

OMG 2019/199

van 31 mei 2019 tot en met 29 juni 2019

Ter Maelenbaan 43

het plaatsen van een poort

OMG 2019/238

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Omgeving - Vraagheideweg 57- Simke Martine Willems - het plaatsen van een ondergrondse propaangatank - M 2019/217

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)
  • /
  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het bouwen van een woning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 5 december 2016 - SA 2016/13

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Simke Willems, Maalderijstraat 18, 2640 Mortsel op 30 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Vraagheideweg 57, Schilde.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een ondergrondse propaangastank.

De uiterste beslissingsdatum is 30 mei 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Het betreft perceel met een bestaande constructie op, die actueel niet bewoond is.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

16.10.1°

ondergrondse opslag van propaan 2400 liter (Nieuw)

2,4m³

17.1.2.2.1°

ondergrondse opsalg van propaan 2400 liter (Nieuw)

2400 liter

De aanvrager wenst een ondergrondse propaangastank van 2.400 l te plaatsen vooraan op het terrein. De tank gaat gebruikt worden voor de verwarming van de woning en voor het gasfornuis.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    Het betreft de opslag van propaangas wat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de verwarming van de woning en voor een gasfornuis.
    Er dient geen compartimentering voorzien te worden omdat de opslag beperkt blijft tot één type gas.
    Als de exploitant de tank op wettelijke wijze exploiteert, mag verwacht worden dat exploitatie geen overlast, hinder of veiligheidsrisico zal veroorzaken voor de omgeving of de omwonenden.
  • Watertoets
    De ondergrondse tank ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.
  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter.
    De melding omvat de plaatsing van een ondergrondse propaangastank van 2400 liter en ressorteert onder de indelingsrubriek 17.1.2.2.1 van bijlage 1 van Vlarem II. De aanvrager geeft zelf ook nog de meldingsrubriek 16.10.1 op. Het college van burgemeester en schepenen is aldus bevoegd om de melding te akteren.
    De voorschriften van het geldende BPA Kotsbos waarin het perceel is gelegen bepalen dat propaangastanks van met een volume van meer dan 500 liter ondergronds dienen aangebracht te worden. Per eengezinswoning of weekendverblijf is slechts één tank toegelaten. De aanvrager stelt dat de tank effectief ondergronds wordt gebracht en meldt ook slechts één tank. Er werden geen aktenames of vergunningen teruggevonden van eerder gemelde tanken.
    De bouw van de ondergrondse tank is in het kader van het vrijstellingsbesluit vrijgesteld van een omgevingsvergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Uitvoering bestek 2018-038/TDU - straatmeubilair - goedkeuring wijziging locaties in wijk 3 en wijk 7, meubilairtype, hoeveelheden, verhardingen en verdere planning

 

 

Voorgeschiedenis

          21 oktober 2013: college van burgemeester en schepenen geeft haar goedkeuring aan de adviesvraag over locaties van zitbanken/vuilnisbakken aan alle adviesraden.

          3 februari 2014: stuurgroep groene huisstijl verwerkt de adviezen van de verschillende adviesraden en maakt een globale visie en rapporteert deze aan het college van burgemeester en schepenen.

          10 februari2014: college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de adviezen van de verschillende adviesraden en laat aan deze adviesraden een antwoord. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de verdere planning en beslist opdracht te geven om een detailplan van inplanting op te maken. Het detailplan moet afgetoetst worden bij de verschillende betrokken diensten.

          18 december 2017: gemeenteraad keurt het bestek 2017-053/TDU en de raming voor het leveren en plaatsen van straatmeubilair goed.

          23 april 2018: college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de stopzetting van de procedure wegens geen geschikte offertes en beslist in dezelfde zitting een heropstart van dit bestek onder nieuwe nummer.

          22 oktober 2018: college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Leveren en plaatsen van straatmeubilair” aan VVS NV, Veldstraat 107 te 3500 Hasselt tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 177.353,30 euro excl. btw of 214.597,49 euro incl. 21% btw voor perceel 1 en aan Belurba bvba, Heikant 5 te 3930 Hamont-Achel-TYPE 1 OPTIE 1, tegen het nagerekende en verbeterde inschrijvingsbedrag van 321.474,60 euro excl. btw of 388.984,27 euro incl. 21% btw. In dit bestek is voorzien in het leveren van 35 picknickbanken waarvan 31 te plaatsen over het gehele grondgebied, het leveren van 106 zitbanken met rugleuning waarvan 96 te plaatsen, het leveren van 36 zitbanken zonder rugleuning waarvan 32 te plaatsen, het leveren van 173 afvalbakken waarvan 157 te plaatsen.

          De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2018-038/TDU.

          1 april 2019: college van burgemeester en schepenen geeft haar goedkeuring om een aantal aanpassingen door te voeren aan de locatielijsten van wijk 1, 2, 3, 5 en 6, het toepassen van alternatieve funderingstechnieken, het uitstel van plaatsing van enkele locaties en het organiseren van een communicatiemoment.

 

Feiten en context

          Het gehele grondgebied is ingedeeld in zeven wijken. Voor vijf wijken, wijk 1, 2, 3, 5 en 6 zijn de voorbereidingen voor de aannemer klaar. Per locatie werden gekleurde piketten aangebracht en werd een genummerde foto met GPS herkenning genomen.

          Tijdens de voorbereiding van de opdracht werd vastgesteld dat de plaatsingslijst die in 2013 werd opgesteld op sommige locaties niet meer voldoet aan de actuele noden. De noodzakelijke wijzigingen in 5 van 7 wijken werd door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 1 april 2019.

          De voorbereidingen ten behoeve van de aannemer van de twee resterende wijken, wijk 4 en 7, zijn inmiddels ook klaar. Per locatie werden gekleurde piketten aangebracht en werd een genummerde foto met GPS herkenning genomen.

          De aannemer van perceel 1 die de afbraak van het oude meubilair en het plaatsen van de funderingen uitvoert is gestart zoals afgesproken was op 15 mei 2019 in wijk 3 Breeveld / Putse Heide.

          De aannemer van perceel 1 heeft in overleg met de gemeente en met aannemer van perceel 2 zijn planningschema bezorgd.

          De planning met beide aannemers op korte termijn is om voor de start van het bouwverlof (15 juni 2019) de gehele wijk 3 afgewerkt te hebben zowel perceel 1 als 2.

          Beide aannemers bevestigen dat deze planning haalbaar is.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/2.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

          Op het gemeentelijk plantsoen met Mariabeeld tussen De Speelhofdreef en de Kasteeldreef en in de Schoolstraat ter hoogte van de school werd meubilair voorzien. Dit blijkt in de praktijk geen relevante of geen zinvolle plek te zijn. Er wordt voorgesteld om de plaatsing van nieuw meubilair te schrappen.

          Op enkele locaties zoals onder meer Bellevuedreef rotonde, kerkplein Schilde en kerkhof Schilde wordt een onevenwichtige verdeling vastgesteld omdat er te veel of te weinig voorzien is.

          Op enkele locaties zoals onder meer Schildehof staan nog grote herinrichtingswerken in uitvoerings- of planningsfase zodat uitstel van plaatsing aangewezen is.

          Op enkele locaties blijkt de ondergrond niet geschikt om het meubilair te verankeren. Bij de opmaak van het bestek was nog niet bekend aan welke vereisten de ondergrond moet voldoen voor het te gebruiken systeem van verankering in perceel 2.

          Op enkele locaties staat een verkeerde keuze van soort meubilair aangeduid.

          Alle wijzigingen van aantallen en verhardingen zijn voorzien in de meetstaat van het bestek omdat er vermoedelijke hoeveelheden opgegeven zijn.

          In de technische bepalingen van het bestek staat expliciet vermeld dat lijsten en locaties niet bindend zijn waardoor het bestuur onvoorziene noodzakelijke wijzigingen kan aanbrengen aan deze locaties.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende aanpassingen door te voeren aan de locatielijst van wijk 4 en 7:

          in de Bellevuedreef rotonde wijzigen in één zitbank zonder leuning en één vuilnisbak;

          in de Kasteeldreef Mariabeeld schrappen van één vuilnisbak;

          in de Rodedreef wijzigen in één zitbank met leuning;

          op het kerkplein wijzigen twee zitbanken zonder leuning en één vuilnisbak;

          op het kerkhof Schilde wijzigen in één zitbank zonder leuning en twee vuilnisbakken;

          in de Schoolstraat school schrappen van één zitbank zonder leuning en één vuilnisbak;

          in 't Parkske wijzigen in vier zitbanken met leuning en één zonder leuning ;

          in de Schildedreef / Baron Delbekelaan wijzigen in één zitbank met leuning en één vuilnisbak.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming om alternatieve funderingstechnieken toe te passen waar het noodzakelijk is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen geeft uitstel van plaatsing op locaties waar herinrichtingswerken in uitvoerings- of planningsfase zijn namelijk:

          pleintje Kasteeldreef;

          Schildehof.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Duurzaamheid - Elektrische laadinfrastructuur 2020 uitrol Fluvius

 

 

Voorgeschiedenis

4 juni 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om beroep te doen op Fluvius voor de uitrol van elektrische laadinfrastructuur

 

Feiten en context

          Fluvius vraagt of het gemeentebestuur ook voor 2020 beroep willen doen op Fluvius voor de uitrol van elektrische laadinfrastructuur. In 2017, 2018 en 2019 werd het lot laadpalen gegund aan de firma Allego, via Fluvius.

          Momenteel loopt de aanbesteding van het 4e lot, voor de plaatsing van de laadpalen in 2020.

 

Juridische gronden

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 dat de netbeheerders opdracht geeft om een basisinfrastructuur van 5.000 bijkomende laadpunten te voorzien tegen 2020.

 

Argumentatie

          De gemeente moet niets ondernemen om voor dit lot opnieuw via Fluvius te werken.

          Beroep doen op Fluvius resulteert in een ontzorging van aanbesteding tot onderhoud van de laadpalen voor het gemeentebestuur.

          Elektrische mobiliteit stimuleren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om terug beroep te doen op de aanbesteding en diensten van Fluvius voor de plaatsing van laadpalen en dus niets te ondernemen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Vrijgave bankwaarborg - Rodedreef 30 - WBKV17R498

 

 

Voorgeschiedenis

Op 8 februari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een kapvergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

De Brouwer verzond in opdracht van Snauwaert per e-mail op 13 mei 2019 een aanvraag tot vrijgave van zijn bankwaarborg.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de kapvergunning met nummer KV17R498.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van kapvergunning KV17R498 voor het volledige bedrag van 2.500 euro aan Snauwaert wonende Rodedreef 32.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Dierendag

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Juridische opvolging - RVS - Aerts - Moerstraat - Milieuvergunning

 

 

Voorgeschiedenis

          3 juli 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een geitenstal en voor het exploiteren van de geitenstal

          16 november 2017 - weigering deputatie zowel van de stedenbouwkundige aanvraag als van de milieuvergunningsaanvraag.

          Op 22 juni 2018 besliste het college van burgemeester en schepenen om tussen te komen in de procedure voor vergunningenbetwistingen voor de stedenbouwkundige vergunning.

          Op 11 maart 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om tussen te komen in een procedure bij de Raad van State inzake het administratief beroep tegen het weigeringsbesluit van de bestendige deputatie.

 

Feiten en context

Meester Reiner Tijs bezorgde op maandag 20 mei 2019 de toelichtende memorie aan de Raad van State in dit dossier.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de toelichtende memorie aan de Raad van State inzake het dossier Aerts milieuvergunning.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Koeistraat ter hoogte van Sint-Jobsteenweg - Verzoek om doorgang tussen palen te verbreden

 

 

Voorgeschiedenis

          Besluit van de gemeenteraad van 21 februari 2011

          E-mail van de mobiliteitsambtenaar van 28 juni 2016

          E-mail van de heer Heijnen van 9 mei 2019

 

Feiten en context

          De heer Van Heymbeeck vroeg mondeling op 2 mei 2019 om de doorgang tussen de twee paaltjes met borden te verbreden naar drie en halve meter.

          In 2016 werd door de heer Van Heymbeeck een eerste keer verzocht om de doorgang te verbreden zodat hier een koets kan passeren.

          De mobiliteitsambtenaar heeft dit verzoek behandeld en opdracht gegeven om de obstakelvrije ruimte te verbreden naar twee meter en half.

          De heer Van Hembeeck vraagt nu opnieuw een verbreding naar drie meter en half om hier met een huifkar door te kunnen.

          De bewoners van het perceel gelegen in de Koeistraat ter hoogte van de paaltjes laten weten dat zij hier niet mee akkoord gaan.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3. van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het is niet logisch dat de gemeente een aanpassing aan het openbaar grondgebied maakt op verzoek van één persoon.

          De gemeente is in het verleden al tegemoet gekomen aan het verzoek van de heer Van Heymbeeck, waarbij reeds rekening werd gehouden met de breedte van de koets.

          Bij nazicht ter plaatse met de landmeter van de gemeente werd vastgesteld dat er aanplantingen werden uitgevoerd op het openbaar domein.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de obstakelvrije doorgang tussen beide paaltjes in de Koeistraat vast te stellen op twee meter en half.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de aanplantingen op het openbaar domein verwijderd moeten worden nadat een overleg heeft plaatsgevonden met de eigenaars.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Voortijdige beëindiging concessie - Govaerts-Coates

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 3 mei 2019 voor een voortijdige beëindiging concessie op de begraafplaats te Schilde.

 

Feiten en context

De heer en mevrouw Coates-De Meulemeester, Hemelakkers 13 te 2930 Brasschaat, vroegen een voortijdige beëindiging van de grafconcessie aan voor Govaerts Joseph, geboren op 15 augustus 1911, overleden op 1 december 1990 en voor Coates Jessy, geboren op 6 maart 1928, overleden op 22 maart 2009 en voor Van Bauwel Paul, geboren op 30 augustus 1951, overleden op 27 februari 1972.

De procedure betreffende de voortijdige beëindiging van de concessie start op 3 mei 2019 en zal eindigen op 3 november 2019.

Aan het betrokken perceel wordt een aanplakking voorzien.

Na de procedure worden de grafmonumenten verwijderd.

 

Juridische gronden

          Raadsbesluit van 24 februari 1978

De raad delegeert de bevoegdheid tot het verlenen van concessies aan het college van burgemeester en schepenen.

Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder zijn erfgenamen en rechthebbenden kan een concessie voortijdig beëindigd worden.

Voor elke aanvraag is er een bekendmakingsprocedure die loopt vanaf het ogenblik van de aanvraag tot 6 maanden later.

Bezwaar kan ingediend worden door iedere belanghebbende tot 1 maand na het beëindigen van de aankondigingsperiode.

Het college van burgemeester en schepenen kan diegene die bezwaar aantekent als nieuwe concessiehouder aanduiden.

Bij een voortijdige beëindiging van een concessie kan het betaalde concessiebedrag noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.

          Artikelen 6,7§1 en 8, alinea 1 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

          Besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria

          Omzendbrief BA-2006/4 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd

 

Argumentatie

De aanvrager is op de hoogte van het feit dat de concessiehouder, zijn erfgenamen en/of nabestaanden verantwoordelijk blijven voor de concessie, zolang deze niet beëindigd is.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voortijdige beëindiging van de concessie voor Govaerts Joseph, geboren op 15 augustus 1911, overleden op 1 december 1990 en voor Coates Jessie, geboren op 6 maart 1928 en overleden op 22 maart 2009 en voor Van Bauwel Paul, geboren op 30 augustus 1951 en overleden op 27 februari 1972.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Heerlijk Vinnig 55 plussers (najaar 2019)

 

 

Voorgeschiedenis

Belissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 maart 2018
Goedkeuring van een nieuw project 'Heerlijk Vinnig' voor 55 plussers.

 

Feiten en context

          Het project loopt van 16 september tot 15 december 2019. Het aftrapmoment vindt plaats op donderdag 12 september in de oranjerie, met leuke activiteiten en een muziekgroepje.

          Tijdens deze weken kunnen alle 55 plussers uit Schilde gratis deelnemen aan diverse activiteiten (sport-workshops-lezingen, ...) rond gezondheid en bewegen.

          Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat regelmatig bewegen, gezonde voeding en het doorbreken van zitgedrag essentieel zijn voor een goede gezondheid.

          Voor dit project werd er een werkgroep opgericht met afgevaardigden van de verschillende seniorenverenigingen en de seniorenraad.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met
behoud van de toepassingen van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Seniorenraad en sportraad
Werkgroep Heerlijk Vinnig

 

Argumentatie

          Het gemeentebestuur wil beweging stimuleren en zitgedrag doorbreken bij 55 plussers.

          Het gemeentebestuur wil de algemene gezondheid en welzijn bevorderen en sociale integratie en ontmoetingskansen voor senioren creëren.

          Door het openstellen van activiteiten om het verenigingsleven kenbaar te maken en te stimuleren worden senioren en sportvereningen actief betrokken.

          Heerlijk vinnig is een samenwerking met het Molenerf en de seniorenraad en de dodoenstuin.

          Heerlijk vinnig is toegankelijk voor alle 55+ers.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4/6/5/6, 4/6/5/8, 4/7/2/4

 

 

 

 

Bedrag

Raming 2.000 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om het project 'Heerlijk Vinnig' voor 55 plussers ook in 2019 te organiseren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om voor het project 'Heerlijk Vinnig' geen inschrijvingskosten te vragen aan de deelnemers.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag bbq en oldtimerevent - Think out-of-the box - zaterdag 15 en zondag 16 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via evenementenapplicatie op 9 maart 2019 van Peter Ceulemans.

 

Feiten en context

Vzw Think out-of-the box diende op 9 maart 2019 een aanvraag in via de evenementenapplicatie voor de organisatie van een barbecue en oldtimerevent respectievelijk op 15 en 16 juni 2019. Vzw Think out-of-the box vraagt toelating om de Alfons van de Sandelaan af te sluiten tussen Dieghemveldweg en de Liersebaan op 16 juni van 08.00uur tot 18.00uur. ook vragen zij toelating om op 15 juni versterkte muziek te spelen vanaf 20.00uur tot 24.00uur.


Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies politie

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

 

Argumentatie

De vereniging kreeg voor dit evenement al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan vzw think out-of-the box voor de organisatie van een barbecue en oldtimerevent respectievelijk op 15 en 16 juni 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan vzw think out-of-the box tot het afsluiten van de Alfons van de Sandelaan tussen Dieghemveldweg en de Liersebaan op zondag 16 juni 2019 van 08.00 uur tot 18.00 uur op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          voetgangers en fietsers wel nog doorgang hebben;

          de bewoners op voorhand verwittigd worden;

          niet van de bestaande wegen af te wijken;

          geen afval achter te laten;

          de bewegwijzering niet aan bomen vast te nagelen;

          alle bewegwijzering ten laatste de dag na het evenement te verwijderen;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen, indien de route op private; eigendommen loopt dient toestemming gevraagd aan de betreffende eigenaars;

          geen constante hinder van het openbaar verkeer veroorzaken;

          de afstand van de tent tot het gebouw moet minstens 4 meter zijn;

          in de tent moet noodverlichting, pictogrammen nooduitgang, snelblusmiddelen aanwezig zijn.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Overeenkomst Derny op 19 augustus 2019 - gemeenteraad 17 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag evenement via evenementenapplicatie op 7 januari 2019

 

Feiten en context

Op 7 januari 2019 dient KWAC Wezel Sportief de aanvraag in voor het jaarlijkse weerkerend dernyspektakel dat dit jaar doorgaat op 19 augustus 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

          De afspraken tussen de gemeente en de organisatoren werden vorige jaren ook vastgelegd via overeenkomst.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.8.1

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

Bedrag

740

10.000 euro (5.000 euro te voorzien bij BW1)

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de overeenkomst met KWAC Wezel Sportief voor de organisatie van het Dernyspektakel op 19 augustus 2019 voor te leggen aan de gemeenteraad van 17 juni 2019, mits aanpassing van artikel 4 – de toelage in één keer uit te keren.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Verslag Algemene Vergadering Sportraad - 4 oktober 2018

 

 

Voorgeschiedenis

Driejaarlijkse algemene vergadering van de gemeentelijke sportraad

 

Feiten en context

Het verslag van de algemene vergadering van de sportraad van 4 oktober 2018 werd goedgekeurd op de algemene vergadering sportraad op 7 februari 2019.

 

Juridische gronden

Afdeling III, artikel 41 § 2.14° uit het decreet lokaal bestuur
Bevoegdheid gemeenteraad: inrichten van adviesraden en overlegstructuren.

 

Inspraak en advies

Algemene vergadering Sportraad

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de algemene vergadering van de gemeentelijke sportraad van 4 oktober 2018 en beslist dit op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Verslag Algemene Vergadering Sportregio Midden Provincie - jaarrekening en jaarverslag 2018

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeente Schilde participeert aan de actieve werking van de interlokale vereniging, sportregio Midden-Provincie (beslissing college op 12 maart 2018).

 

Feiten en context

          Sportregio Midden Provincie is een sportieve samenwerking tussen Sport Vlaanderen en 13-tal gemeenten uit de provincie Antwerpen.

          De gemeenteraad moet jaarlijks het jaarverslag en de jaarrekening goedkeuren.

 

Juridische gronden

Afdeling III, artikel 41 § 2.14° uit het decreet lokaal bestuur
Bevoegdheid gemeenteraad: inrichten van adviesraden en overlegstructuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de jaarrekening en jaarverslag 2018 van de interlokale vereniging Sportregio Midden-Provincie en beslist dit op de gemeenteraad van juni te agenderen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Verslag stuurgroep wijk-werken KINA

 

 

Voorgeschiedenis

          Principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 februari 2017 om zich te engageren om het wijk-werken op een intergemeentelijke manier aan te pakken

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 juli 2017 aangaande interesse in samenwerking met KINA

          Principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 oktober 2017 om te participeren in het samenwerkingsverband wijk-werken dat binnen de structuur van de OCMW vereniging KINA wordt opgestart. Akkoord met het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst en beslissing om de waarde van de wijk-werkcheque vast te leggen op 7,45 euro.

          Beslissing gemeenteraad van 16 oktober 2017
Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst Regionaal initiatief Wijk-werken KINA p.v.

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 18 december 2017 om de wijk-werk antenne Schilde te voorzien in het sociaal huis en deze op termijn mee te verhuizen naar het gemeentehuis. Het lokaal wordt gratis ter beschikking gesteld van het regionaal initiatief wijk-werken KINA.

 

Feiten en context

Op 16 mei 2019 ging de stuurgroep regionaal initiatief wijk-werken KINA door.

 

Juridische gronden

          Decreet betreffende de tijdelijke werkervaring, het regelen van stages en diverse bepalingen in het kader van de zesde staatshervorming van 9 december 2016

          Decreet wijk-werken van 5 juli 2017 en het principiële besluit van de Vlaamse Regering
betreffende wijk-werken van 7 juli 2017, die beiden in werking treden op 1 januari 2018.

          Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking of een OCMW
vereniging zoals vermeld in titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de stuurgroep regionaal initiatief wijk-werken KINA van 16 mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Permanente mountainbike parcours Schilde

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen op 20 november 2017 - permanente mountainbikeparcours uitwerken.

          Positief advies van sportraad 29 april 2019.

 

Feiten en context

          Sport Vlaanderen subsidieert gemeenten voor de aanleg van permanente bewegwijzerde mountainbike parcours.

          Samen met de wielerclub Blijf Jong, Sport Vlaanderen en het gemeentebestuur werd een parcours in Schilde uitgewerkt. Ook werden er verbindingslussen gemaakt naar Zoersel, Zandhoven, Ranst en Vorselaar.

          Sport Vlaanderen voorziet ondersteuning bij de ontwikkeling, uitwerking en financiering van alle materialen en tekende alle routes uit op een kaart.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3 1° uit het decreet binnenlands bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels

 

Inspraak en advies

          Kris Mertens - Sport Vlaanderen

          Sportraad

          Dienst ruimtelijke ordening en milieu

          Mountainbike verenigingen uit Schilde

 

Argumentatie

          Het aantal mountainbikers kent de laatste jaren een enorme groei. De vraag naar het ontwikkelen en bewegwijzeren van permanente moutainbikeroutes en toertochten neemt toe.

          Gemeente Schilde stimuleert haar inwoners om gezond te bewegen in de natuur en buitenlucht.

          Plan met voorstel van permanente mountainbikeparcours werd voorgelegd en nagekeken door agentschap natuur & bos en de diensten ruimtelijke ordening en milieu.
Om “in” het Drijhoekbos te rijden is er een aanpassing van het toegankelijkheidsreglement nodig. Vanuit milieu zal hiervoor gunstig advies gegeven worden.

          Ondersteuning door Sport Vlaanderen. Gemeente staat in voor het plaatsen van alle materialen, kosten voor officiële opening en onderhoud. Andere kosten zoals materialen (start panelen, wegwijzers, pijlen,...) worden gefinancierd en aangeleverd door Sport Vlaanderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de uitgewerkte mountainbike parcours in de gemeente Schilde en beslist om deze bewegwijzeringen te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Subsidie bovenlokale sportinfrastructuur

 

 

Voorgeschiedenis

Kennisname door het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 van de subsidie 'bovenlokale sportinfrastructuur' van Sport Vlaanderen en van de voorbereidingen tot aanvraag subsidie voor de nieuwe sporthal.

 

Feiten en context

          De Vlaamse Regering voorziet 10 miljoen euro in 2019 voor subsidie voor bovenlokale
sportinfrastructuur. Vlaanderen subsidieert tot 30% van het investeringsbedrag, met een maximum van 1,25 miljoen euro per project en investeringskost is minimaal 500.000 euro.

          De gemeente Schilde diende een subsidieaanvraag 'bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur' in voor de nieuwe sporthal.

          Op 17 mei 2019 werd de gemeente in kennis gesteld dat het dossier niet ontvankelijk is aangezien het niet voldoet aan de voorwaarde van bovenlokaliteit.

          Subsidieaanvragen voor bovenlokale sportinfrastructuur voor 2020 kunnen ingediend worden tot en met 31 maart 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3, 1° van decreet lokaal bestuur
De daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels zijn een bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen.

          Decreet houdende de ondersteuning van bovenlokale sportinfrastructuur en topsportinfrastructuur van 5 mei 2017

 

Argumentatie

          De gemeente heeft nood aan meer duidelijkheid over de genomen beslissing om in te schatten of een nieuwe aanvraag in 2020 mogelijk is.

          De mogelijkheid bestaat om tegen de beslissing van de Vlaamse Regering beroep in te stellen bij de Raad van State.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de onontvankelijkheid van het ingediende subsidieaanvraag 'bovenlokale sportinfrastructuur'.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag plaatsen reclameborden - Circus Pepino van 8 tot 24 juni 2019 en rondgang met radiowagen met dagen van optredens

 

 

Voorgeschiedenis

Brief/mail Circus Pepino van 19 november 2018

 

Feiten en context

Circus Pepino vraagt toelating om vanaf 8 juni 2019 reclameborden langs de wegen te mogen plaatsen. Ook vragen zij toelating om de dagen van de voorstelling van 10u tot 12u rond te rijden met een radiowagen.

 

Juridische gronden

          Circusreglement goedgekeurd gemeenteraad 19 maart 2012.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 2.3 §e tijdelijke reclame gemaakt door socioculturele en gelijkaardige manifestaties.

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag van Circus Pepino om vanaf 8 juni 2019 reclameborden langst de gemeentelijke wegen te plaatsen en om tijdens de dagen van de voorstellingen van 10 uur tot 12 uur rond te rijden met een radiowagen en beslist hiervoor toelating te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag straatfeest Patrijzenlaan op zondag 30 juni 2019 door Koen Schoonjans

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Patrijzenlaan van Koen Schoonjans van dinsdag 7 mei 2019.

 

Feiten en context

Koen Schoonjans vraagt toelating om op zondag 30 juni 2019 een straatfeest te organiseren in de Patrijzenlaan. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Koen Schoonjans voor de organisatie van een straatfeest in de Patrijzenlaa op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breedte is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Koen Schoonjans indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag Platten Tuub Toertocht - WTC Platten Tuub zaterdag 1 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie door Vervoort Dylan 'WTC Platten Tuub' van 9 mei 2019 op zaterdag 1 juni 2019.

 

Feiten en context

WTC Platten Tuub organiseert op zaterdag 1 juni 2019 een recreatieve fietstocht. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          Gunstig advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan WTC Platten Tuub voor de organisatie van een recreatieve fietstocht op zaterdag 1 juni 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden;

          aan de deelnemers moet een kaart met de route bezorgd worden, waarop ook aangegeven wordt dat ze het verkeersreglement dienen te respecteren;

          indien de bewegwijzering ook op het grondgebied van andere gemeenten wordt opgehangen, moet aan de desbetreffende gemeentebesturen ook toelating gevraagd worden om de pijlen op te hangen;

          voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          geen afval achter te laten;

          geen gebruik te maken van paden voorbehouden aan ruiters;

          indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag Kunst- en Brocantemarkt - zondag 9 juni 2019 door Bert De Breuker

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie voor de Kunst- en brocantemarkt door Bert De Breuker van de cultuurdienst op woensdag 27 maart 2019.

 

Feiten en context

Bert De Breuker vraagt toelating om op zondag 9 juni 2019 een Kunst- en brocantemarkt te organiseren aan de Oranjeri, de pont 45.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies politie

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De Kunst- en brocantemarkt gaat al jaren door aan de Oranjerie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Bert De Breuker voor de organisatie van een Kunst- en brocantemarkt aan de Oranjerie op zondag 9 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag wandel- of fietstocht Sint-Jobse Pedaalridders V.Z.W - vrijdag 14 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie  Jan Cox van  'Sint-Jobse Pedaalridders V.Z.W. op 8 april 2019.

 

Feiten en context

Sint-Jobse Pedaalridders V.Z.W. organiseert op vrijdag 14 juni 2019 een wandel- of fietstocht. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          gunstig advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan  Sint-Jobse Pedaalridders V.Z.W. voor de organisatie van een wandel- of fietstocht op vrijdag 14 juni 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden;

          aan de deelnemers moet een kaart met de route bezorgd worden, waarop ook aangegeven wordt dat ze het verkeersreglement dienen te respecteren;

          indien de bewegwijzering ook op het grondgebied van andere gemeenten wordt opgehangen, moet aan de desbetreffende gemeentebesturen ook toelating gevraagd worden om de pijlen op te hangen;

          voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          geen afval achter te laten;

          indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag wielerwedstrijd - Koninklijke Wieler-en Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel - zondag 23 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie door Marc Vermeiren van Koninklijke Wieler-en  Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel op 7 januari 2019.

 

Feiten en context

Koninklijke Wieler-en  Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel organiseert op zondag 23 juni 2019 een wielerwedstrijd. Het parcours loopt door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          voorwaardelijk gunstig advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Koninklijke Wieler-en  Atletiekclub Wezel Sportief 's-Gravenwezel voor de organisatie van een wielerwedstrijd op zondag 23 juni 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden;

          aan de deelnemers moet een kaart met de route bezorgd worden, waarop ook aangegeven wordt dat ze het verkeersreglement dienen te respecteren;

          indien de toertocht ook over gewestwegen loopt, dient er een goedkeuring verkregen te worden van het Agentschap Wegen en Verkeer;

          de organisator moet voldoende signaalgevers voorzien om de veiligheid van de deelnemers, de bezoekers en de verkeersdeelnemers te garanderen;

          indien de bewegwijzering ook op het grondgebied van andere gemeenten wordt opgehangen, moet aan de desbetreffende gemeentebesturen ook toelating gevraagd worden om de pijlen op te hangen;

          voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          geen afval achter te laten;

          indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 05 2019

Aanvraag Wezel Culinair & Calibri 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Aanvraag voor Wezel Culinair via evenementenapplicatie op 6 februari 2019

          Aanvraag voor Calibri via evenementenapplicatie op 6 februari 2019

          Aanvraag tot projectsubsidie via mail op 20 mei 2019

 

Feiten en context

          Van 5 september 2019 tot en met 8 september 2019 wenst de organisatie van Parelfeesten vzw te organiseren op de festivalweide, de Kaak, 's-Gravenwezel.

          Van 6 tot 8 september 2019 vindt op dezelfde locatie ook de organisatie van Wezel Culinair plaats.

          Parelfeesten vzw vraagt toestemming voor de organisatie van deze 2 evenementen.

          Parelfeesten vzw heeft een aanvraag ingediend voor een projectsubsidie van 25.000 euro.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met het behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

          Gunstig advies milieu

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4689

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0719

Bedrag

Visum financieel beheerder

5.000 euro

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent principiële goedkeuring aan Parelfeesten vzw voor de organisatie van Wezel Culinair en Calibri op 5, 6, 7 en 8 september 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring voor de jaarlijkse toelage van 5.000 euro.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om voor de vraag tot projectsubsidie advies te vragen bij de volgende adviesraden:

          seniorenraad;

          cultuurraad;

          jeugdraad.

 

 

Publicatiedatum: 04/06/2019