VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

19 augustus 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 5 augustus 2019 zonder opmerkingen goed.

Kathleen Krekels en Peter Mendonck onthouden zich.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.622 tot en met 1.689;

          de vastleggingen van 4.859 tot en met 4.980;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 71 tot en met 72;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 29 tot en met 29.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Sociale woningen - signaal vanuit het BCSD

 

 

Voorgeschiedenis

          Het bijzonder comité voor de sociale dienst van 20 juni 2019 heeft een bijkomend punt van mevrouw Scholiers (N-VA) besproken.

          De notulen van het bijzonder comité voor de sociale dienst van 20 juni 2019 werden op het comité van 18 juli 2019 goedgekeurd.

 

Feiten en context

Het bijzonder comité voor de sociale dienst wenst niet in te gaan op de vraag van mevrouw Scholiers (N-VA) om het advies te geven de gronden van de Moerhoflaan/Dennenlaan te laten ontwikkelen voor sociale woningen. Het bijzonder comité voor de sociale dienst is hiervoor niet bevoegd.

 

Juridische gronden

Artikel 113 van het decreet lokaal bestuur
Het bijzonder comité voor de sociale dienst kan op eigen initiatief of op verzoek een niet-bindend advies geven aan het college, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over het gemeente- of OCMW-beleid.

 

Argumentatie

Er zijn andere kanalen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besluit geformuleerd door het bijzonder comité van de sociale dienst.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Pop-upparticipatiewinkel - concept

 

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 304 §4 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen ook andere initiatieven nemen om de inspraak van de burgers te bevorderen.

          Artikel 304 §5 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad bepaalt bij reglement de wijze waarop concreet vorm gegeven wordt aan de inspraak, vermeld in paragraaf 1 tot en met 4, voor de gemeente en haar organen.

 

Argumentatie

          Het bestuur wil, zoals opgenomen in het coalitieakkoord, inzetten op participatie.

          Via het concept van een pop-upparticipatiewinkel kan het bestuur op korte termijn heel veel inspraak genereren.

          Er zal onder andere gevraagd worden naar inspraak in het meerjarenplan dat eind dit jaar goedgekeurd wordt. Op deze manier kent het meerjarenplan een meer gedragen start.

          Het concept van een pop-upparticipatiewinkel is nieuw in België en zal inspiratie bieden voor het nog op te stellen participatiereglement.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om dit najaar een pop-upparticipatiewinkel te openen langs de Turnhoutsebaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen vraagt dat de gadgets een duidelijke boodschap uitdragen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Raadscommissie - dagorde 2 september 2019

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen. De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 2 september 2019 te plaatsen:

          Secretariaat - Verslag raadscommissie van 3 juni 2019

          Openbare werken - Pidpa - overeenkomst Hidrosan

          Milieu - Verledding openbare verlichting Fluvius

          Mobiliteit - Voorstelling Routeplan 2030

          Kinderopvang - Kinderopvanglandschap in Schilde

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Raadscommissie - ontwerpverslag 3 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren. Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.             

 

Argumentatie

          De raadscommissie vond plaats op 3 juni 2019.

          Het ambt van secretaris werd waargenomen door Tine Vervisch, algemeen directeur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 3 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Adviesraad inwonerspanel - verslag 20 juni 2019

 

 

Feiten en context

Mail van waarnemend secretaris inwonerspanel op donderdag 25 juli 2019: verslag inwonerspanel van 20 juni 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 304 § 1 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten.

          Afsprakennota tussen het gemeentebestuur en het inwonerspanel bekrachtigd op 12 maart 2015

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de bijeenkomst van het inwonerspanel op 20 juni 2019 en beslist deze op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Aanvraag premie startende ondernemer Caroline Piraux

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Aanvraag premie startende ondernemer David De Craecker

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail met aanvraagformulier starterspremie van David De Craecker op 22 juli 2019

 

Feiten en context

David De Craecker, Den Hert 5, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Deco David vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming wel Nederlandstalig is, waardoor hij wel recht heeft op een verhoging van de premie met 50 euro.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 16 oktober 2017
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat zijn onderneming wel Nederlandstalig is.

          De naam van de onderneming is wel gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.4.1.3

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

300 euro

Visum financieel beheerder

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed van David De Craecker, Den Hert 5, 2970 Schilde voor de onderneming Deco David en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 300 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van slotfeest speelplein - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 12 augustus 2019 via e-mail

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het slotfeest van het speelplein op 23 augustus 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Eugeen Dierckxlaan tussen de Schoolstraat en de Nieuwstraat af te sluiten en parkeerverbod in te stellen op 23 augustus 2019 van 8 uur tot 18 uur omwille van het slotfeest van het speelplein.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist parkeerverbod in te stellen op de parking aan 't Parkske, Turnhoutsebaan 200 naar aanleiding van voormeld evenement.

Artikel 3. Deze maatregelen worden ter kennis gebracht met verkeersborden C3 en E3.

Artikel 4. Voorgaande bepalingen zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. een straatfeest - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 1 augustus 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in de Waterlaatstraat op 31 augustus 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Waterlaatstraat tussen de Kleinveldweg en de Kraanstraat af te sluiten op 31 augustus 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Kerkelei "school"straat - toegang voertuigen

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 1 juli 2019

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 29 juli 2019

 

Feiten en context

          In een "school"straat gelden specifieke verkeersregels.

          Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 22undecies, vermeldt het volgende:

"In de schoolstraten is de openbare weg voorbehouden voor voetgangers, rijwielen en speed pedelecs. Alleen voertuigen in het bezit van een vergunning afgegeven door de wegbeheerder, hebben toegang tot de schoolstraat. Uitrijden van de schoolstraat is toegelaten tenzij anders bepaald door de wegbeheerder."

          Het uitrijden van de schoolstraat is dus geen probleem. Voor het inrijden van de schoolstraat is een vergunning nodig afgeleverd door de wegbeheerder.

          In het betreffende gedeelte van de Kerkelei zijn er 22 woningen, appartementen inbegrepen. Met de bouw van de sociale woningen komen er 16 woningen bij.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het college van burgemeester en schepenen dient als wegbeheerder een beslissing te nemen over het al dan niet verlenen van een vergunning voor het inrijden van een schoolstraat.

          Indien uit een gemotiveerde aanvraag blijkt dat een toestemming noodzakelijk is voor het binnenrijden van de schoolstraat is dit niet meer als logisch.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vergunning te verlenen voor het inrijden van een schoolstraat op basis van een gemotiveerde aanvraag.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

van de Wervelaan - uitbreiding grasdals tot rond punt

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail op 15 maart 2019

 

Feiten en context

          Een inwoner van de van de Wervelaan vraagt uitbreiding van de grasdals voor zijn woning.

          Deze vraag werd behandeld door de verkeerscel op 5 april 2019. De verkeerscel besloot:

          eerst de aanwezige grasdals op te meten;

          uitbreiding enkel toe te staan in functie van evenementen in Werf 44.

          Bij opmeting blijkt er 374 lopende meter grasdals te liggen rond het kruispunt van de Wervelaan/Schoolstraat.

          Het is onmogelijk vast te stellen tot hoever bezoekers van Werf 44 parkeren.

          Betrokkene geeft op 7 juli 2019 via e-mail te kennen dat hij de grasdals vraagt om comfortabel te kunnen parkeren bij regenweer en het onderhoud van de berm te vergemakkelijken.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreeet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Negatief advies van de verkeerscel.

 

Argumentatie

Het beperken van verhardingen in de berm.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag om bijkomende grasdals te plaatsen in de van de Wervelaan, richting rond punt, en beslist hier niet op in te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Inhuldiging fietspad N121 en 125 jaar Takjes worden Boomen

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Afvaardiging vervoerregio - gemeentelijke sessie ontwerp plannota - 26 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 30 juli 2019 van Vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

          Vervoerregio Antwerpen nodigt de leden van de vervoerregioraad, de schepenen van mobiliteit en mobiliteitsambtenaren uit op een gemeentelijke sessie waarbij van gedachten kan gewisseld worden over het ontwerp van de plannota. Ook leden van de gemeenteraadscommissie zijn welkom.

          Voor Schilde gaat deze sessie door op donderdag 26 september 2019 van 9.30 uur tot 12.30 uur. De locatie is nog niet gekend.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §3, 9° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd  voor het vertegenwoordigen van de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies verkeerscel

 

Argumentatie

Het afvaardigen van een vertegenwoordiging van de gemeente.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitnodiging voor de gemeentelijke sessie rond het ontwerp plannota Routeplan 2030 die doorgaat op 26 september 2019 en beslist de gemeente te laten vertegenwoordigen door:

          Dirk Bauwens;

          Olivier Verhulst;

          Filip De Clercq;

          Liesbeth Michiel.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Conditiemetingen gemeentelijk patrimonium - goedkeuring resultaten

 

 

Voorgeschiedenis

          2 mei 2016: het college van burgemeester en schepenen beslist om conditiemetingen uit te voeren en meerjarenonderhoudsplanningen op te maken voor het gemeentelijk patrimonium.

          3 september 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de nodige budgetten te voorzien in de tweede budgetswijziging.

          22 oktober 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de elementenlijst, die als kader wordt gebruikt voor het uitvoeren van de conditiemeting, goed te keuren. Om de ondergrens voor alle bouw- en technische elementen te evalueren op basis van de uitgevoerde conditiemeting en om voor het gemeentehuis, het Dorpshuis, Werf 44 en 't Parkske, prioriteitenmatrix 2 te hanteren. Voor al de andere gebouwen is prioriteitenmatrix 1 van toepassing.

          19 november 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om het bestek met nr. 2018-066/TDU en de raming voor de opdracht "Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen" opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken, goed te keuren via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          3 december 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de toevoeging van Scilla, De Wip, Scouts 's-Gravenwezel en de Pagode aan het bestek met nr. 2018-066/TDU met de nieuwe raming van 40.109,56 euro incl. 21% btw voor de opdracht "Conditiemeting gemeentelijke gebouwen" opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken goed te keuren.

          18 februari 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om de opdracht “Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen” te gunnen aan Freestone NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel.

 

Feiten en context

          Freestone is op 26 maart 2019 gestart met de condietiemeting van het pilootproject: 't Parkske en Pagode. De geïnspecteerde elementen en resultaten van het pilootproject zijn donderdag 28 maart 2019 besproken zo op het einde tot een gewenst eindresultaat te komen.

          Op 1 april 2019 is Freestone verder gegaan met het inspecteren van de rest van het patrimonium.

          Op 17 juni 2019 heeft het bestuur de eindresultaten ontvangen. Deze zijn op 1 juli 2019 gepresenteerd aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de daden van beheer van gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de algemene regels die vastgesteld werden door de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De opdracht is afgerond en de gevraagde meerwerken zijn ingepland.

          Als de resultaten zijn goedgekeurd, kan er gestart worden met het uitwerken van de meerjarenonderhoudsplanning aan de hand van het voorgestelde budget.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de resultaten van de conditiemetingen en beslist dit te agenderen voor de raadscommissie van oktober 2019.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Conditiemeting gemeentelijke patrimonium meerwerk kerktoren 's-Gravenwezel

 

 

Voorgeschiedenis

          2 mei 2016: het college van burgemeester en schepenen beslist om conditiemetingen uit te voeren en meerjarenonderhoudsplanningen op te maken voor het gemeentelijk patrimonium.

          3 september 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de nodige budgetten te voorzien in de tweede budgetswijziging.

          22 oktober 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de elementenlijst, die als kader wordt gebruikt voor het uitvoeren van de conditiemeting, goed te keuren. Om de ondergrens voor alle bouw- en technische elementen te evalueren op basis van de uitgevoerde conditiemeting en om voor het gemeentehuis, het Dorpshuis, Werf 44 en 't Parkske, prioriteitenmatrix 2 te hanteren. Voor al de andere gebouwen is prioriteitenmatrix 1 van toepassing.

          19 november 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om het bestek met nr. 2018-066/TDU en de raming voor de opdracht "Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen" opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken, goed te keuren via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          3 december 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist om de toevoeging van Scilla, De Wip, Scouts 's-Gravenwezel en de Pagode aan het bestek met nr. 2018-066/TDU met de nieuwe raming van 40.109,56 euro incl. 21% btw voor de opdracht "Conditiemeting gemeentelijke gebouwen" opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken goed te keuren.

          18 februari 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om de opdracht “Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen” te gunnen aan Freestone NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel tegen het nagerekende offertebedrag van 29.525,44 euro excl. btw of 35.725,78 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

          Tijdens de voorstelling van de resultaten op 1 juli 2019 is er gevraagd om de kerktoren van 's-Gravenwezel ook mee op te nemen in de conditiemetingen voor de volledigheid.

          De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2018-066/TDU.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991
betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
betreffende het bestuurlijk toezicht

          Artikel 42, § 1, 1° a) van Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten
betreffende het goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet

          Artikel 38/1 van Koninklijk besluit van 14 januari 2013
betreffende de bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van Koninklijk besluit van 18 april 2017
betreffende de plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

          Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 2,88%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 30.375,44 euro excl. btw of 36.754,28 euro incl. 21% btw bedraagt.

 

Bijbestellingen+€ 850,00

Totaal excl. btw=€ 850,00

Btw+€ 178,50

TOTAAL=€ 1.028,50

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/5/1/14/7

Algemene rekening

61030100

Beleidsveld

0790

Bedrag

Visum financieel beheerder

€ 1028,50 incl. btw

19/005

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist goedkeuring te verlenen aan verrekening 1 van de opdracht “Conditiemetingen gemeentelijke gebouwen” voor het totaal bedrag in meer van 850,00 euro excl. btw of 1.028,50 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het exploitatiebudget van 2019, op budgetcode GEM/61030100/0790 (actie 1419/005/001/014/007).

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 193 - De Vogelenzang BVBA - het regulariseren van een aanbouw voor een periode van 5 jaar - OMG 2019/96

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Eugeen Van de Vellaan ZN - HIGH STARS COMPANY NV - het regulariseren en uitbreiden van bijgebouwen en het uitbreiden van verharding - OMG 2019/116

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Molenstraat 104 - Lizhen Huang - het verbouwen van een ééngezinswsoning, de heraanleg van de verharding rondom de woning en de regularisatie van een tuinhuis - OMG 2019/235

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 april 1954 - 1954/41

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Lizhen Huang, Molenstraat 104, 2970 Schilde op 8 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Molenstraat 104.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een ééngezinswoning, de heraanleg van de verharding rondom de woning en de regularisatie van een tuinhuis.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 19 augustus 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1955. Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte van de vergunde woning bedraagt +/- 61,42m² op een perceel van circa 565m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een ééngezinswoning, de heraanleg van de verharding rondom de woning en de regularisatie van een tuinhuis op een perceel van 565m².

De woning blijft ingeplant zoals vergund, op de rechter perceelsgrens en op 2,60m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 6,50m op een kavelbreedte van 9,10m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 9,45m. De kroonlijsthoogte en nokhoogte blijven behouden.

De gevels worden bepleisterd met crepi. De oude dakpannen en 2 schouwen worden verwijderd. Het dak wordt afgewerkt met nieuwe pannen en geïsoleerd met isolatieplaten.

2 schouwen worden verwijderd.

Achter de woning en op de rechter perceelsgrens is een tuinhuis en een betonnen terras ingeplant.

Het tuinhuis is 3,65m diep, 3,65m breed en 2,20m hoog.

De gevels worden bekleed in hout, afgewerkt met een roofing dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 74,74m².

De bestaande verharding wordt verwijderd en opnieuw aangelegd in tegels. De toegang tot het perceel is 2,6m breed en ligt op de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras aangelegd van 22,75m². De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 91,37m²

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Raadpleging aanpalende eigenaars

De aanpalende eigenaars werden aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een ééngezinswoning, de heraanleg van de verharding rondom de woning en de regularisatie van een tuinhuis is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Stedenbouwkundig attest - Blijde Inkomst 24 - Janssens-Keersmaekers Franz-Joseph Nicolaas - het bouwen van een ééngezinswoning - SA 2019/6

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Franz-Joseph Janssens-Keersmaekers, met als adres Vuurkruisenlaan 1 bus A001 te 2900 Schoten, ontvangen op 23 mei 2019. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 24 mei 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Blijde Inkomst 24.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een ééngezinswoning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Willecom bepaalt:

I.–Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

b.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

c.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

d.      De minimum afstand tot de eigendomsgrenzen bedraagt 5m in de zone bestemd voor “landelijke bebouwing” op kavels van minimum 2.000m² oppervlakte en minimum 30m breedte.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

e.      Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

f.        Alle gevels of muren als onder e. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel  – Zones voor landelijke bebouwing 2000m²/30m

A.     Verkaveling

  • Kaveloppervlakte: minimum 2000m².
  • Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 30m.

B.     Bebouwing

a)      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In dit laatste geval moeten de twee woningen opgericht worden en 1 architecturaal geheel vormen.

b)      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c)      Gevelbreedte: minimum 8m, maximum 2/3 der kavelbreedte aan de bouwlijn.

d)      Bouwdiepte: maximum 20m tussen voorgevel en achtergevel.

e)      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f)        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op minimum 3m van de eigendomsgrenzen. Materialen en dakvorm overeenkomstig met dat van het hoofdgebouw.

g)      Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonen palen zijn verboden.

h)      Alle gebouwen in deze zone moeten afgedekt worden met daken van minstens 2 hellingen van minimum 35°, ter weerszijden afdalend van de noklijn.

Artikel 8 – zones van achteruitbouw

a.      Bestemming

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

b.      Bebouwing

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis

Enkel toegelaten in hout, maximum 60cm hoogte, volgens een model vastgesteld voor het gehele gebied van het bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 1.275m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 1.275m².

De kavel heeft een oppervlakte van 1.275m² met een kavelbreedte van 20m en een kaveldiepte van maximum 66,50m

De woning zal worden ingeplant tot op 10m vanaf de rooilijn en tot op 5m van de linker- en rechterperceelsgrens.

De bebouwbare grondoppervlakte bedraagt 250m² met inbegrip van de bijgebouwen.

De woning heeft een gevelbreedte van maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De kroonlijst is maximum 7m hoog met een schuin dak.

De bouwhoogte is maximum 7m bij een plat dak.

De maximum bouwdiepte tussen voor- en achtergevel is 20m.

Het perceel is een vrij bebost perceel waarvan een deel van de bomen moet verwijderd worden.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september  2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies gegeven op 20 juni 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te bouwen. In de voortuin en op de rand van de aangeduide bouwzone staan waardevolle eiken. Om de overlevingskansen te waarborgen dient een afstand van min 5m rond de stam gevrijwaard blijven van bebouwing. De aanvrager van de omgevingsvergunning dient alle waardevolle bomen te laten onderzoeken door een european treeworker en een rapport van boombescherming bij zijn omgevingsvergunningsaanvraag toe te voegen.
    Er kan akkoord gegaan worden mits:

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag een aanvraag indient waarbij de woning ingeplant wordt op een afstand van 5m van de stam van de eik. Voor de waardevolle bomen dient een bomenbeschermplan bij zijn omgevingsvergunningsaanvraag bijgevoegd te worden uitsluitend opgesteld door een boomverzorger, Certified European Treeworker - Tree Technician.

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag kan een nader te bepalen heraanplanting met nieuwe bomen en of struiken opgelegd worden;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        de constructie van de paden en de oprit moet op een zo groot mogelijke afstand van de stam van bomen worden voorzien;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen.

o        de te behouden bomen en de eventuele laanbomen die ter hoogte van het perceel op de wegberm staan moeten afgeschermd worden met een afrastering zodat deze beschermd worden tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag dient een bankwaarborg te voorzien van 3000,00 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, conform aanbevelingen van het bomenbeschermplan en uitvoering van eventuele heraanplantingswerken.
 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 6 juni 2019, is gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het drinkwaterleidingnet in de openbare weg. De kavels zijn aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding.
     
  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 14 juni 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de bestaande gracht of inbuizing van de gracht (RWA) langsheen de Blijde Inkomst.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht).  Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of de inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o        De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.
     
  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies gegeven op 3 juni 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd moeten worden, zoniet dan is de aanvraag onvolledig.
     
  • Fluvius System Operator
    Op 24 mei 2019 werd er advies gevraagd. Er werd geen advies uitgebracht binnen de vervaltermijn van 30 dagen zodat er aan de adviesvereiste voorbij gegaan wordt.
     
  • Telenet
    Het advies gegeven op 3 juni 2019, is gunstig.
    De nodige infrastructuur is aanwezig om de distributie van informatie- en communicatie signalen te verzekeren.
     

Argumentatie

o        Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een ééngezinswoning met bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
Indien de aanvraag conform is met de voorschriften betreffende BPA Willecom, zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m, past het ontwerp in het straatbeeld en is het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

o        Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe woning dienen conform te zijn met de geldende voorschriften van het BPA Willecom, landelijke bebouwing 2.000m²/30m.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
Ophogingen worden niet toegestaan. Het perceel dient aan te sluiten aan de aanpalende percelen.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen dienen conform te zijn met de geldende voorschriften van het BPA Willecom, zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m.

 

o        Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan Franz-Joseph Janssens-Keersmaekers voor het bouwen van een ééngezinswoning in Blijde Inkomst 24, afdeling 3 sectie B nummers 149B onder volgende voorwaarden:

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • de voorschriften van het BPA Willecom, zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/30m, naleven;
  • bij een eventuele aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning op deze eigendom dient er voldaan te worden aan de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • de oprit in 1 geheel mag maximaal 5m breed zijn, in meerdere delen te samen maximaal 6m breed. De oprit dient 3m van de eigendomsgrenzen verwijderd te zijn;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van Pidpa Riolering naleven;
  • de bouwzone is in het rood aangepast op het inplantingsplan.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Conceptnota Provinciaal Beleidsplan Ruimte provincie Antwerpen

 

 

Feiten en context

          Van 20 augustus tot en met 18 oktober 2019 organiseert de provincie een publieke raadpleging en adviesronde over de conceptnota voor het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen (PBRA).

          De aankondiging dient te gebeuren in elke gemeente binnen de provincie.

          De aankondiging vindt plaats op dinsdag 6 augustus 2019. De verplichte aankondiging in de gemeente Schilde gebeurt door middel van:

          een aanplakking van de gele affiche op gemeentelijk informatiebord;

          een aankondiging op de website van de gemeente Schilde;

          een bericht in het gemeentelijk infoblad in de editie september - oktober 2019;

          informatiefolders aan het loket grondgebiedszaken.

          Het college van burgemeester en schepenen wordt om een schriftelijk advies gevraagd voor 18 oktober 2019.

          Op donderdag 12 september 2019 wordt een overleg georganiseerd voor de colleges en het departement Omgeving. Tijdens dit overleg kunnen mondeling suggesties, aanvullingen en/of opmerkingen gegeven worden over de inhoud van de conceptnota.

          Op donderdag 19 september 2019 en maandag 23 september 2019 vinden twee infomarkten voor het publiek plaats.

 

Juridische gronden

          Artikels 2.1.8. - 2.1.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De opmaak van het provinciaal beleidsplan ruimte

          Artikels 21 - 23 van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de publieke raadpleging en adviesronde betreffende de conceptnota Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 15 augustus 2019 - tot en met 13 september 2019

Kotseheide 28

het afbreken van de bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning

OMG 2019/364

van 15 augustus 2019 - tot en met 13 september 2019

Begonialaan 1

het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

OMG 2019/372

van 18 augustus 2019 tot en met 16 september 2019

August Dilslei 36

het bouwen van 2 duplex appartementen met een zwembad en poolhouse

OMG 2019/389

van 18 augustus 2019 tot en met 16 september 2019

Wouwerstraat 1

het herbouwen van een zonevreemde eengezinswoning en bijgebouw

OMG 2019/392

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Verledding openbare verlichting Fluvius - overdracht openbare verlichting

 

 

Voorgeschiedenis

26 juni 2017: eerste voorstel van Eandis voor de verledding van de openbare verlichting.

 

Feiten en context

          In 2018 zijn Eandis en Infrax samen gegaan en vormen ze Fluvius. Deze fusie heeft ervoor gezorgd dat de uitwerking van het nieuwe voorstel vertraging heeft opgelopen.

          Op 27 mei 2019 is Fluvius een presentatie komen geven over het nieuwe voorstel om het gemeentelijk verlichtingspark te verledden.

          Fluvius wil licht-als-dienst aanbieden om zo de openbare verlichting in Vlaanderen met een versneld tempo te verledden tegen 2030.

          Het voorstel is om de bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting over te dragen naar Fluvius zodat zij kunnen investeren in een versnelde verledding van het verlichtingspark.

          Voor de overname van het verlichtingspark gebeurt een waardering van deze installaties die gebaseerd is op een inventaris op datum van toetreding.

          De vergoeding van de inbrengwaarde gebeurt:

          een deel in cash (maximum 25% van de inbrengwaarde);

          een deel in nieuw te creëren niet-stemgerechtigde en niet-dividendgerechtigde OV-aandelen (minimum 75 % van de inbrengwaarde). Op de buitengewone algemene vergadering van december 2019 zal hiervoor een voorstel van statutenwijziging ter goedkeuring worden voorgelegd.

          Na inbreng komen alle nieuwe investeringen dus ten laste van Fluvius en in haar volle eigendom als activa.

          De overgenomen installaties zullen over een periode van maximum 12 jaar afgeschreven worden, gezien het plan om de verledding van Vlaanderen ten laatste tegen 2030 uit te voeren. De afschrijvingen van het gedeelte cash zullen volgens dit ritme verrekend worden.

          De kosten en opbrengsten worden jaarlijks verrekend via het resultaat.

          Er wordt een meerjarenplan opgesteld (door de gemeente en Fluvius overeengekomen) voor de uitrol van de investeringen. Dit meerjarenplan wordt minstens eenmaal per jaar verfijnd en omgezet in een concreet jaaractieplan.

          Onder openbare verlichting wordt verstaan de verlichting op of langs de openbare weg of terreinen die publiek toegankelijk zijn en die toebehoren aan de gemeente zelf:

          functionele verlichting, waarbij de functie het verlichten is van het openbaar domein;

          bakenverlichting, waarvoor het uitgestraalde licht van het verlichtingstoestel zelf dienst doet als 'optical guidance';

          monumentverlichting, waarvan de functie het verhogen is van de esthetische waarde van monumenten en ondersteuning geeft aan taken van de functionele verlichting. Het te verlichten monument moet gelegen zijn langs een openbare weg of plein.

          straatmeubilairverlichting, zijn aparte verlichtingsinstallaties in/op straatmeubilair en die eigendom zijn en in beheer van de gemeente.

          De lokale besturen kunnen ook nieuwe toevoegingen doen aan de openbare verlichting van semi-openbare ruimten en hun netten inbrengen. De mogelijkheid wordt per project bekeken. Onder semi-openbare verlichting wordt verstaan:

          openbare terreinverlichting, de verlichting van terreinen die vrij toegankelijk zijn voor het publiek en die eigendom zijn van de gemeente.

          architecturale verlichting, waarvan de functie het verhogen is van de esthetische waarde van monumenten. Het te verlichten monument moet gelegen zijn langs een openbare weg of plein.

          Het energieverbruik van de openbare verlichting kan ook als optie worden opgenomen in dit aanbod.

          Het voorziene budget voorziet een 1 op 1 vervanging van armaturen ouder dan 20 jaar.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1. van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Burgemeestersconvenant ondertekend op 19 mei 2015 en bekrachtigd tijdens de gemeenteraadzitting van 15 juni 2015.

          Klimaatactieplan goedgekeurd in de gemeenteraadzitting van 25 april 2016.

 

Argumentatie

          Het verlichtingspark van de gemeente zal in een versneld tempo verled worden waardoor de CO2-uitstoot eveneens zal dalen.

          Tussen het zelf investeren of via Fluvius die licht-als-dienst levert, resulteert over de periode van 2019 tem 2030 in een cashvoordeel van 1.060.165 euro.

          Bij overdracht zal Fluvius vanaf dan verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van verplaatsingsaanvragen en de afhandeling van schade door vandalisme of verkeersongelukken met vluchtmisdrijf. Dit resulteert automatisch in de ontzorging van een aantal taken van het gemeentelijk personeel.

          De bepaling van de prestatie-eisen en brandprogramma's (dimmen, doven enz.) blijft een bevoegdheid van de individuele gemeente. De gemeente bepaalt dus het ritme en de locatie waar een aanpassing/investering nodig is.

          In het totale budget is een financiële marge voorzien van 5% om op projectbasis semi-openbare led-verlichting extra te plaatsen zoals bijvoorbeeld bij monumenten en sportterreinen. De voorwaarde is wel dat deze extra verlichting moeten worden aangesloten op het openbaar net.

          Verder is er ook een marge van 15% marge ingebouwd om op bepaalde plaatsen te evolueren naar de nieuwe verlichtingsnorm.

          Een wijziging in de indeling in deelruimtes en/of toekenning van technische fiches heeft impact op de simulatie aantal kWh en investeringskosten.

          Als een gemeente wenst de masterplannen versneld te realiseren en hiervoor bijkomende investeringsmiddelen nodig zijn, kan de gemeente overwegen om middels een tussenkomst deze bijkomende investeringsmiddelen te voorzien. Er wordt samen onderzocht hoe dit kan gerealiseerd worden.

          Er zijn periodiek diverse rapporteringen voorzien (stand van zaken van het overeengekomen actieplan, effecten ervan op het energieverbruik en de CO2-uitstoot, investeringen en onderhoud, nieuwe trends, specifieke Fluvius-projecten m.b.t. openbare verlichting en Smart City-infrastructuur,…).

          Fluvius wil lokale besturen ondersteunen om hun Smart City-infrastructuur (netten, installaties, steunen, …) maximaal te valoriseren. De ondersteuning bestaat uit het beheer van de overeenkomsten met operatoren (bv. telecom) die gebruik willen maken van deze infrastructuur. Fluvius zal ervoor zorgen dat de installatie van applicaties (bv. camera’s, sensoren, verkeersgeleiding, telecominstallaties, …) en aansluiting op de netten veilig en correct uitgevoerd worden.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

 

Algemene rekening

 

Beleidsveld

 

Bedrag

Visum financieel beheerder

Ingeschatte bedrag aan investeringen, onderhoud en exploitatie voor de periode 2019-2030 bedraagt 2.986.097 euro.

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het reglement 'Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen', zoals opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Fluvius Antwerpen in zitting van 21 mei 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de beheersoverdracht inzake de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties, daaraan verbonden de automatische overdracht van de eigendom van de in de toekomst nog op te richten verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen gaat bijgevolg principieel akkoord met de uitbreiding van de huidige aansluiting van de gemeente bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ en zo deel te nemen aan het aanbod Fluvius Openbare verlichting (inclusief het energieverbruik van de openbare verlichting) en de opdrachthoudende vereniging te verzoeken om de ‘aanvaarding van de uitbreiding van deze aansluiting’ voor te leggen aan de eerstvolgende algemene vergadering.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de inbreng die de gemeente heeft gedaan overeenkomstig het artikel 9 van de statuten van Fluvius Antwerpen uit te breiden wat betreft:

          de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen;

          de semi-openbare verlichtinginstallaties die voldoen aan de vereisten die zijn weergegeven in het reglement.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord om de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen - op basis van een inventariswaarde 31 december 2018 -  tegen een inbrengwaarde van 64.799,00 euro in cash (zijnde 25% van de inbrengwaarde) en 194.398,00 euro in OV-aandelen (zijnde 75% van de inbrengwaarde) in te brengen bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.

De inbreng van de semi-openbare verlichting gebeurt op projectbasis na risicoanalyse en na het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels.

De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris (voor inbrengen die gebeuren per 1 januari 2020 zal dit wat betreft de voorafgaande actuele raming de inventaris zijn op 31 december 2019, waarna deze zal geactualiseerd worden ifv de effectieve datum van toetreding).

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen beslist om dit dossier te agenderen op de raadscommissie van 2 september 2019.

Artikel 7. Het college van burgemeester en schepenen beslist om dit te agenderen op de gemeenteraad van 16 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

World cleanup day 2019 - 21 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Vorige jaren werden reeds verschillende opruimacties door inwoners georganiseerd.

 

Feiten en context

De World cleanup day krijgt hoe langer hoe meer bekendheid. Verenigingen, scholen en inwoners nemen hieraan deel. Het bestuur heeft reeds eerste aanvraag van Micheline Duysens ontvangen.

De twee belangrijkste vragen van de initiatiefnemers zijn:

          of de gemeente wil voorzien in het nodige opruimmateriaal? Het materiaal is voorradig in het gemeentelijk magazijn;

          of de gemeente het ingezamelde afval wil afvoeren? Normaal gezien wordt er een container geplaatst aan een verzamelpunt.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Artikel 26 van het Materialendecreet

De gemeente heeft de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zoveel mogelijk te voorkomen en te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

 

Argumentatie

          Naar analogie met de vorige jaren ondersteunt de gemeente de vrijwilligers die opruimacties willen uitwerken.

          Het opruimmateriaal is gratis verkregen door Mooimakers.

          Door de inzet van de vrijwilligers wordt de gemeente properder.

          Voor de afvoer van het afval zullen er stortkosten aangerekend worden maar dit compenseert onze arbeidskosten voor het opruimen van sluikstort en zwerfvuil in de gemeente.

          De kosten kunnen verhaald worden op de reguliere afvalbudgetten.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.12.3

Algemene rekening

61399999

Beleidsveld

0390

Bedrag

Visum financieel beheerder

1.000 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de gemeente het opruimmateriaal en afvoer van het zwerfvuil voor haar rekening neemt met de World Cleanup Day op 21 september 2019 en dat de verdere organisatie en veranwoordelijkheid bij de initiatiefnemers ligt.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - De Kluis 41 - Chantal Van Reeth - het vellen van 1 eik - VB 2019/305

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 januari 1980 - 1979/177

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 eiken - gedeeltelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2019 - VB 2019/121

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Chantal Van Reeth, De Kluis 41, 2970 Schilde op 13 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Kluis 41.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 29 juli 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld;
  • er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten.

Indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met gebiedseigen bomen.

Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:

  • ofwel op een plantafstand van minimum 5 m van de kruin van de waterloop;
  • ofwel een eerste rij bomen op 0.75 m van de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m, zodat de waterloop met de machine bereikbaar blijft, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.

Volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen.

De waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom beschadigd is en inrotting vertoont. Hierdoor is er een beperkte levensverwachting en een verhoogd veiligheidsrisico. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 zomer- of wintereik plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Kempischveldweg 96 - Ronny Broeckx - het vellen van 1 eik en 1 berk - VB 2019/320

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 februari 1962 - 1962/08

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 mei 1969 - 1969/59

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 december 1985 - 1985/232

o        bouwen veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 oktober 2000 - 2000/287

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 februari 1995 - 1995/55

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 februari 1991 - 1991/19

o        zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 2004 - 2004/117

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 september 1985 - 1985/4

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ronny Broeckx met als contactadres Kempischveldweg 96, 2970 Schilde op 21 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kempischveldweg 96.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebieden met landelijk karakter en agrarische gebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in agrarische gebieden en woongebieden met landelijk karakter volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Onder “woongebied met landelijk karakter” wordt verstaan de landelijke dorpen, de landelijke gehuchten en de bestaande en af te werken lintbebouwing. Deze laatste wordt doorgaans ook “afwerkingsgebied” genoemd.

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd “voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven”. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, bedoeld in artikel 5.1.0. worden toegelaten.

Voor inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf – met inbegrip van de para-agrarische bedrijven – blijft de voorwaarde gelden dat zij slechts toelaatbaar zijn voorzover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied. Er dient dan ook steeds te worden onderzocht of zij bestaanbaar zijn met de bestemming van woongebied met landelijk karakter. Concreet betekent dit dat zij niet van aard mogen zijn de woon- of landbouwfunctie van het gebied te verstoren.

Het goed is volgens het van kracht zijnde gewestplan gelegen in agrarisch gebied.

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m. van een woongebied of op ten minste 100m. van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300m. en 100m. geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied met landelijk karakter. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk en 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied maar grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en de beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. Hierdoor zal er geen invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de bomen geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertonen die noodzaken om de bomen te moeten vellen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraagniet  in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Hofdreef 8 en 8A - Eric Jozef Joris - het vellen van 2 lorken - VB 2019/323

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 februari 1993 - 1993/34

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1996 - 1996/232

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1995 - 1995/110

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 april 1994 - 1994/44

o        tuinhuis - tuinmuur - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1994 - 1994/246

o        bouwen van een zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 maart 2002 - 2002/37

o        bouwen van een tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 april 1997 - 1997/69

o        plaatsen van een schuifpoort - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 november 2003 - 2003/257

o        wijzigen van uitvoeringsplan voor achtergevel, kelderverdieping en inplanting carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 december 2004 - 2004/329

o        nieuwbouw landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 augustus 2006 - 2005/369

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 december 1990 - 1990/12

  • Milieuvergunning(en)

o        oud dossier: opnieuw ingetekend - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 29 april 2002 - melding 42

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Eric Jozef Joris, Hofdreef 8/a, 2970 Schilde op 23 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hofdreef 8 en 8A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 lorken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 lorken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied maar grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is onvoldoende ruimte. Er is geen goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 lorken afgestorven zijn of uitgedund kunnen worden zodat omstaande bomen meer ruimte krijgen. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Ruitersdreef 27 - Margaretha Van kerckhoven - het vellen van 7 weymouthdennen - VB 2019/325

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 oktober 1988 - 1988/194

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 maart 1989 - 1989/48

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 augustus 1989 - 1989/174

o        zwembad + badhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 april 2004 - 2004/60

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 mei 1988 - 1988/8

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Margaretha Van kerckhoven, Ruitersdreef 27, 2970 Schilde op 26 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Ruitersdreef 27.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 7 weymouthdennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 7 weymouthdennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 7 weymouthdennen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 161 - Goedele Bastiaensen - het vellen van 3 eiken - VB 2019/327

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Goedele Bastiaensen, Wijnegemsteenweg 161, 2970 Schilde op 27 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Wijnegemsteenweg 161.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de 3 eiken aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 zomer- of wintereiken, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Morgenrood 17 - Erik Daems - het vellen van 2 sparren - VB 2019/328

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 december 1986 - 1986/226

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1967 - sgr24a

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Erik Daems, Morgenrood 17, 2970 Schilde op 27 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Morgenrood 17.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 september 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied doch grenst nietaan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 sparren aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Bellemond 13 - Bergen B&D BVBA - het vellen van 1 eik - VB 2019/333

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 april 1954 - sgr1954/13

o        bouwen landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 1970 - sgr1970/28

o        uitbreiden van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 november 1993 - 1993/245

o        bouwen zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 1998 - 1998/55

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bergen B&D BVBA, gevestigd Goorstraat 5, 2970 Schilde op 28 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Bellemond 13.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 zomereik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 zomer- of wintereik, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - van de Wervelaan 47 - Patrick Wouters - het vellen van 3 sparren - VB 2019/335

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Patrick Wouters, Van de Wervelaan 47, 2970 Schilde op 30 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in van de Wervelaan 47.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 september 2019.

 

  • Planologische context

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Vloeyenbergdreef 16 - Myriam Albert Vertenten - het vellen van 1 den - VB 2019/341

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Myriam Albert Vertenten met als contactadres Vloeyenbergdreef 16, 2970 Schilde op 2 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Vloeyenbergdreef 16.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op . De uiterste beslissingsdatum is .

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de den afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Omgeving - Oudebaan 159 - Raphaëlle Cordemans - het vellen van twee coniferen - VB 2019/342

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        60 woningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 juli 1954 - 1954/73

o        vergrotingswerken stal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 september 1955 - 1955/131

o        vergroting kippenhok - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 april 1962 - 1962/34

o        wasplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 oktober 1962 - 1962/126

o        was- en bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 augustus 1963 - 1963/88

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juni 1964 - 1964/94

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Raphaëlle Cordemans, Oudebaan 159, 2970 Schilde op 3 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Oudebaan 159.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van twee coniferen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 6 september 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 coniferen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en hun beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen een beperkte esthetische waarde hebben. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Exploitatievergunning ioniserende stralingen - Moerstraat 96 - Marc Van Woersem - tandarts

 

 

Feiten en context

Tandartsenpraktijk Marc Van Woersem bvba heeft een vast röntgentoestel van 70 kV en een tandheelkundige scanner van 99 kV. Hiervoor is een exploitatievergunning nodig bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FNAC).

 

Juridische gronden

          Wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agenschap voor Nucleaire Controle.

          Koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende Algemeen Reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, de artikelen 3, 5 en 8.

          Koninklijk besluit van 23 oktober 2009 tot bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de bescherming tegen ioniserende straling.

 

Argumentatie

          De vergunning werd opgemaakt bij FNAC op 26 juli 2019.

          De vergunning wordt verleend tot 25 juli 2034.

          De vergunning treedt in werking op 26 juli 2019.

          Er is geen reden voor beroep.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de exploitatievergunning van 26 juli 2019 van FANC voor twee röntgentoestellen voor de tandartsenpraktijk Marc Van Woersem bvba, Moerstraat 96, Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen beroep aan te tekenen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Exploitatievergunning ioniserende stralingen - Turnhoutsebaan 298 - Hugo Pairon - tandartsenpraktijk

 

 

Feiten en context

Hugo Pairon heeft 2 vaset röntgentoestellen van 70 en 90 kV. Hiervoor is een exploitatievergunning nodig bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FNAC).

 

Juridische gronden

          Wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agenschap voor Nucleaire Controle.

          Koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende Algemeen Reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, de artikelen 3, 5 en 8.

          Koninklijk besluit van 237 oktober 2009 tot bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de bescherming tegen ioniserende straling.

 

Argumentatie

          De vergunning werd opgemaakt bij FNAC op 7 augustus 2019.

          De vergunning wordt verleend tot 29 augustus 2019.

          De vergunning treedt in werking op 30 augustus 2019.

          Er is geen reden voor beroep.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de exploitatievergunning van 7 augustus 2019 van FANC voor twee vaste röntgentoestellen voor de tandartsenpraktijk Hugo Pairon, Turnhoutsebaan 298, Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen beroep aan te tekenen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

IGEAN - tarieven GFT en restafval

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 22 september 2003 besliste de gemeenteraad van Schilde om voor diverse taken en opdrachten beheersoverdracht te geven aan IGEAN milieu & veiligheid.

          Op 23 maart 2015 besliste de gemeenteraad van Schilde om de bestaande beheersoverdracht naar IGEAN uit te breiden met de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil. Hierbij wordt gebruik gemaakt van containers met chips en de aangeboden hoeveelheden worden gewogen.

          Op 15 juni 2015 besliste de gemeenteraad om het retributiereglement voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil met diftar goed te keuren. In dit reglement zijn de tarieven voor de afvalinzameling vastgelegd.

          Op 20 juni 2016 besliste de gemeenteraad om het retributiereglement voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil met diftar integraal te vervangen door een nieuw reglement. Dit nieuwe reglement behoudt de eerder vastgestelde tarieven maar laat ondermeer sociale correctie toe naar jonge gezinnen en mensen met veel afval omwille van medische redenen.

 

Feiten en context

De tarieven voor het ophalen van GFT-afval en huisvuil zijn ongewijzigd respectievelijk sinds 2012 en 2016. IGEAN meldt in haar mail van 30 juli 2019 dat de kosten voor ophaling en verwerking intussen wel zijn gewijzigd. Verschillende gemeenten in de regio zouden er op aandringen om de tarieven te evalueren, aldus IGEAN.

IGEAN stelt voor om deze evaluatie te doen met een adviesgroep. Bedoeling is om in oktober 2019 te komen tot uniforme voorkeurtarieven die door de raad van bestuur kunnen vastgesteld worden en daarna door de gemeenteraden worden goedgekeurd.

De adviesgroep zal bestaan uit schepenen van leefmilieu, milieuambtenaren en financiële directeurs van een 10-tal gemeenten.

 

Juridische gronden

          Artikel 26 van het materialendecreet van 23 december 2011
Elke gemeente draagt er, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, zorg voor dat de huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk worden voorkomen of hergebruikt, op regelmatige tijdstippen worden opgehaald of op een andere wijze worden ingezameld, en nuttig worden toegepast of verwijderd, overeenkomstig artikel 11, 12 en 13, § 2.

          Artikel 5.1.1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA)
De gemeenten passen het principe "de vervuiler betaalt" toe bij de berekening van de bijdrage in de kosten door de burger van het beheer van huishoudelijk afval dat via de gemeentelijke kanalen wordt ingezameld, rekening houdend met de werkelijke kosten overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.

          Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De gemeente Schilde werkt sinds de opstart in 2016 met de huidige diftartarieven. Of een tariefaanpassing effectief financieel noodzakelijk en zinvol is voor de gemeente Schilde is actueel nog niet bepaald. In het kader van de goede werking van de afvalophaling (voorkomen van afvaltoerisme en eenduidige communicatie) is één uniform tarief binnen hetzelfde werkingsgebied wel een belangrijk gegeven.

          Een aanpassing van de tarieven kan een belangrijke impact hebben op de perceptie van de inwoners op het gemeentelijk afvalbeleid. In die zin het belangrijk om vanuit de gemeente Schilde afvaardiging te hebben in de adviesgroep. Aangewezen is om IGEAN mee te delen dat er vanuit Schilde de schepen van leefmilieu zal deelnamen aan de vergaderingen en dat deze zich zal laten vervangen door de financieel directeur of de milieuambtenaar bij afwezigheid.

          Aan de deelnemers van het adviesgroep kan als opdracht meegegeven worden dat de evaluatie in de eerste plaats moet aantonen dat al het nodige is gedaan naar interne optimalisering van de kosten (ref. bestekken, personeelsinzet, communicatiebudget, afvalpreventie ...). Pas indien is aangetoond dat hierin geen winstfactoren meer mogelijk zijn, kan gekeken worden naar een tariefaanpassing. Optie daar is eerst een tariefverschuiving te onderzoeken en dan pas een tariefverhoging ten koste gaat van de bevolking.

          In de mail van IGEAN wordt niet verwezen naar de tariefzetting op de recyclageparken. Eenzelfde problematiek (kostenverhoging - uniformiteit ) doet zich ook daar voor. Komt nog bij dat een prijsherschikking in de ophaling aan huis invloed zal hebben op de aanvoer naar de recyclageparken en omgekeerd. In die zin is het logischer om beide reglementen samen onder de loop te nemen. Of kan IGEAN garanderen dat de tarieven voor de recyclageparken behouden worden, zoniet binnen welke tijdsbestek wordt ook daar een aanpassing verwacht. Ook over deze vragen dient de adviesgroep zich te buigen.

          Zinvol is om ook de gemeentelijke afgevaardigden in de raad van bestuur en algemene vergadering in kennis te stellen van de visie van het gemeentebestuur zodat deze hiermee rekening kan houden en dezelfde boodschap kunnen uitdragen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om schepen Olivier Verhulst af te vaardigen naar IGEAN voor de adviesgroep inzake de afvalretributie voor GFT en huisvuil. Hij zal door de financieel directeur of door milieuambtenaar vervangen worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft als opdracht mee voor de adviesgroep om eerst alle interne kostenbesparingen te onderzoeken vooraleer over te gaan tot een aanpassing van het retributiereglement. Tariefverschuiving heeft de voorkeur op tariefverhoging.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de vraag ook gesteld moet worden wat IGEAN plant naar de tariefzetting op het recyclageparken.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de afgevaardigden in de raad van bestuur en de algemene vergadering te briefen over de thematiek en met de opdracht om dezelfde visie te verkondigen als het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Toewijzing standplaatsen grote kermis te 's-Gravenwezel via spoedprocedure

 

 

Feiten en context

          Mevrouw Blockx van "Nie warm nie wille bvba" heeft een standplaats en een abonnement voor de grote kermis te 's-Gravenwezel.
Zij liet weten dat zij met haar frituur/smoutebollenkraam niet aanwezig kan zijn.

          De heer Raeymaekers wil met zijn frituur/smoutebollenkraam de lege standplaats innemen.

          Mevrouw Engels van "Harley-World" wenst een standplaats voor haar kramen kinderbasketspel en touwtje-trek op de grote kermis te 's-Gravenwezel.

          Er zijn meerdere vrije standplaatsen die niet opgevuld geraken.

 

Juridische gronden

Artikel 17 van het Koninklijk Besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, standplaatsen vacant blijven, kan overgegaan worden tot vervanging via spoedprocedure. Dit artikel vermeldt de voorwaarden en de bepalingen hierover.

 

Argumentatie

          Wanneer een kermisuitbater laat weten dat hij met zijn attractie niet aanwezig kan zijn, kan er via spoedprocedure in vervanging voorzien worden voor de duur van de kermis.

          Het is aangeraden om lege standplaatsen op te vullen.

          De aanvragers voldoen aan de voorwaarden.

 

BESLUIT

Artikel 1. De heer Raeymaekers en mevrouw Engels krijgen via spoedprocedure op de grote kermis te 's-Gravenwezel voor zijn frituur/smoutebollenkraam en haar attractie kinderbasket en touwtje trek standplaatsen toegewezen voor de duur van de kermis.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Regie sociale economie 2020-2025

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen van 6 januari 2014

Akkoord met het opnemen van de regierol sociale economie door KINA p.v. en beslissing om het project sociale economie mee op te nemen in de meerjarenplanning 2014-2019.

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen van 23 maart 2015 om in samenwerking met KINA en het OCMW een inventaris AS IS op te maken van het werkveld lokale sociale economie in Schilde.

 

Feiten en context

          Op 17 juni 2019 vond een overleg regie sociale economie plaats waarbij een terugblik werd gedaan op het werkjaar 2018 en het actieplan 2019 werd besproken.

          KINA neemt sinds 2014 de rol op als regisseur lokale economie, hetgeen mogelijk was door middel van een subsidie vanuit het departement Werk en sociale economie.

          Begin 2019 lanceerde het departement Werk en sociale economie een nieuwe oproep om de regierol voor periode 2020-2025 op te nemen.

          KINA vraagt input aan elk lokaal bestuur voor de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025. Dit meerjarenplan wordt in de loop van september/oktober aan het gemeentebestuur voorgelegd en een officieel engagement gevraagd zodat KINA het aanvraagdossier kan indienen.

          Deelnemende besturen van de regierol zijn verplicht hiernaar te verwijzen in het meerjarenplan.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §6, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt, hun statuten en de overeenkomsten die ze hebben gesloten met de gemeente.

 

Argumentatie

          Gemeenten of OCMW’s kunnen niet zelf, maar wel via een intergemeentelijk samenwerkingsverband een aanvraag indienen voor subsidiëring van de ondersteuning van initiatieven rond sociale economie.

          KINA wil de lokale behoeften aangaande sociale economie mee opnemen in het meerjarenplan en aanvraagdossier regierol sociale economie.

          De finale aanvraag van KINA moet ingediend worden begin januari 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist beroep te doen op KINA om de noden, behoeften en uitdagingen omtrent sociale economie mee in kaart te brengen.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Opfrissen zaal joS door Ummagumma

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen gaf op 9 mei 2016 de goedkeuring aan vzw Ummagumma om een werking uit te bouwen.

          Het college van burgemeester en schepenen gaf op 29 augustus 2016 de goedkeuring om vzw Ummagumma als erkende vereniging te beschouwen.

 

Feiten en context

          De werkingsmomenten van vzw Ummagumma vinden wekelijks plaats in feestzaal de joS, telkens op dinsdag en donderdag namiddag.

          Feestzaal de joS kan een schilderbeurt en enkele aanpassingswerken gebruiken, ook de graffiti-tekening mag verdwijnen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels;
 

Argumentatie

          De leden van vzw Ummagumma willen van de schilderwerken een teamversterkende activiteit maken.

          De materiaalkosten zijn ten laste van de gemeente.

          De schilderwerken gebeuren op vrijwillige, onbezoldigde basis.

          De kleurkeuze en de schilderwerken gebeuren in overleg met de dienst der werken en het evenementenloket, zodat het resultaat kwaliteitsvol is en geschikt voor alle gebuikers van feestzaal de joS.

          Er wordt samen met de dienst der werken een oplijsting gedaan van andere, kleine, aanpassingswerken.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.1.1.4 Realiseren van aanpassingswerken

Algemene rekening

2210 0007

Beleidsveld

0750

Bedrag

Visum financieel beheerder

1.000,00 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft vzw Ummagumma de toelating om zelf en onbezoldigd schilderwerken uit te voeren in feestzaal de joS.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat alle schilder-en aanpassingswerken in samenspraak verlopen met het evenementenloket en de dienst der werken zodat het resultaat kwaliteitsvol en geschikt is voor alle gebruikers van de feestzaal.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat de gemeente instaat voor de materiaalkosten van de schilder- en aanpassingswerken.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Vrijwilligersvergoeding - zomervakantie juli

 

 

Feiten en context

Tijdens de zomervakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° uit decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren

Algemene rekening

62013000

Beleidsveld

0750 JEUGD

Bedrag

4616,62

Visum financieel beheerder

N.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 130 euro toe te kennen aan Cedric Van den Wijngaert, Oudebaan 86B, 2970 Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 395 euro toe te kennen aan Abdul Ghazir Faizi, Puttenhoflaan 25, 2970 Schilde.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 160 euro toe te kennen aan Julie Sammels, Bethaniënlei 117, 2970 Schilde.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 188,64 euro toe te kennen aan Yara Schijnen, Het Schoemeke 15, 2970 Schilde.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 307,50 euro toe te kennen aan Mohsen Sadeqi, Puttenhoflaan 25, 2970 Schilde.

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Ping Jiang, Brasschaatsebaan 60, 2970 Schilde

Artikel 7. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 100 euro toe te kennen aan Amy Goossens, Kempischveldweg 81, 2970 Schilde.

Artikel 8. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 50 euro toe te kennen aan Sofie Coutenye, Veldvenne 5, 2970 Schilde.

Artikel 9. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 euro toe te kennen aan George Van Goethem, Kouwenbergdreef 18, 2970 Schilde.

Artikel 10. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 20 euro toe te kennen aan Stephanie Geyskens, Turnhoutsebaan 228, 2970 Schilde.

Artikel 11. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 20 euro toe te kennen aan Ella Van Opstraet, Eksterdreef 12, 2980 Halle/Zoersel.

Artikel 12. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 100 euro toe te kennen aan Arno Truyens, Kardinaal Cardijnlaan, 2520 Oelegem.

Artikel 13. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 188.64 euro toe te kennen aan Elian Coninx, Eksterdreef 14, 2980 Halle Zoersel.

Artikel 14. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 euro toe te kennen aan Elize Bonte, Waterstraat 81, 2980 Halle Zoersel.

Artikel 15. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 75 euro toe te kennen aan Elisa Spaans, Alice Nahonlei 22, 2900 Schoten.

Artikel 16. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 240 euro toe te kennen aan Chiara Rietjens, Rode Dreef 30, 2110 Wijnegem.

Artikel 17. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Luc Pardiaens, steenweg op oosthoven 102, 2360 Oud-turnhout.

Artikel 18. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 135 euro toe te kennen aan Stien Vyvey, Riemstraat 12, 2970 Schilde.

Artikel 19. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 150 euro toe te kennen aan Laure Van Aerschot, Fazantenlaan 10, 2970 Schilde.

Artikel 20. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 200 euro toe te kennen aan Louis Saeys, Schildesteenweg 19, 2520 Oelegem.

Artikel 21. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 15 euro toe te kennen aan Jolien Vekemans, Brasschaatsebaan 91, 2970 Schilde.

Artikel 22. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 125,76 euro toe te kennen aan Kaia Bonfilio, Prins Boudewijnlaan 43B, 2970 Schilde.

Artikel 23. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 75 euro toe te kennen aan Michelle Oorts, Duivenbergstraat 15, 3120 Tremelo.

Artikel 24. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 200 euro toe te kennen aan Syben Lacquaye, herbsteinlaan 18, 2520 Oelegem.

Artikel 25. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 40 euro toe te kennen aan Lucas Vanhaegendoren, John Kennedylaan 20, 2520 Oelegem.

Artikel 26. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 157,20 euro toe te kennen aan Jan Van den Heurck, Brasschaatsebaan 66, 2970 Schilde

Artikel 27. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 220.08 euro toe te kennen aan Kim Martens, Schaliënhoefdreef 54, 2970 Schilde.

Artikel 28. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 251.52 euro toe te kennen aan Sébastien-Philippe  Peeters, Jachthoornlaan 56, 2970 Schilde.

Artikel 29. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 100 euro toe te kennen aan Merin Vanhaegendoren, John Kennedylaan 20, 2520 Oelegem.

Artikel 30. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 115 euro toe te kennen aan Ali Reza, Puttenhoflaan 25, 2970 Schilde .

Artikel 31. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Femke Snels, Azalealaan 20, 2390 Oostmalle.

Artikel 33. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 62.88 euro toe te kennen aan Kris Lucas, Brouwerslaan 42, 2210 Wijnegem

Artikel 34. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 100 euro toe te kennen aan Nelson Pronker, Swaenebeecklaan 45, 2970 Schilde.

Artikel 35. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 57,20 toe te kennen aan Elien van Oekelen, De Reep 25, 2970 Schilde.

Artikel 36. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 toe te kennen aan Lien Geudens, Molenstraat 91, 2970 Schilde.

Artikel 37. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 62.88 toe te kennen aan Griet Meeusen, Matthias Joostenslaan 37, 2980 Zoersel.

Artikel 38. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 62.88 toe te kennen aan Robbe Bequet, Molenstraat 27, 2970 Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Overeenkomst sporthal MPI zonnebos (Invento)

 

 

Voorgeschiedenis

          16 april 2018: Brief Invento aan gemeente Schilde "huurovereenkomst sporthal/mediatheek Vennebos"

          25 augustus 2014: goedkeuring door de gemeenteraad van de overeenkomst sporthal en mediatheek Vennebos

 

Feiten en context

          Gemeente Schilde en Invento sloten een huurovereenkomst af voor huur sporthal en mediatheek Vennebos die in werking trad op 1 september 2014, en dit voor een periode van vijf jaar. De overeenkomst zal ten einde komen op 31 augustus 2019.

          Invento schreef de gemeente Schilde een brief op 16 april 2018 over de problematiek van de mediatheek, dit ten gevolge van de groei en een verslag van de preventieadviseur. Invento wil de mediatheek verbouwen tot klassen, met als gevolg de tafeltennisclub (TTK Schilde) hier niet meer kan sporten vanaf 1 september 2019.

          Invento maakte een voorstel overeenkomst op tussen Invento en Gemeente Schilde voor verhuur sporthal MPI zonnebos in 's-Gravenwezel als alternatief voor TTK Schilde.

          De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van twee jaar, aanvang nemend op 19 augustus 2019, en eindigend op 31 augustus 2021. De huurprijs werd berekend op de aantal gevraagde uren van TTK Schilde en bedraagt jaarlijks 7.602 euro. De huurder (Gemeente Schilde) betaalt maandelijks 760,20 euro aan Invento, inclusief kosten en lasten. Extra uren/dagen worden aangerekend aan 12 euro per uur per zaaldeel en zijn afhankelijk van de beschikbaarheid.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3. 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 5 uit het decreet flankerend onderwijsbeleid
De gemeenten die sociale voordelen verlenen aan scholen van het eigen schoolbestuur, zijn verplicht dezelfde voordelen toe te kennen aan de scholen van de andere schoolbesturen, gelegen op hun grondgebied als die erom verzoeken. Zij mogen geen enkel onderscheid maken tussen de leerlingen, welke scholen die ook bezoeken.

 

Argumentatie

          Schilde kampt met een te kort aan sport infrastructuur. Tot op heden werd sporthal MPI zonnebos niet verhuurd aan de gemeente of andere sportclubs.

          Erkende sportclub TTK Schilde heeft een nieuwe locatie nodig voor hun sport tafeltennis uit te oefenen.

          MPI Zonnebos is bereid om haar sporthal te verhuren en een overeenkomst af te sluiten met gemeente Schilde voor een periode van twee jaar. Dit is alvast een tijdelijke oplossing voor TTK Schilde.

          De verhuurder voert alle herstellingen uit die noodzakelijk zijn omwille van veiligheidsredenen (evacuatie, brandveiligheid en keuring elektriciteit) en in functie van de nutsvoorzieningen (water, elektriciteit en verwarming).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5/1/20/3

 

 

Beleidsveld

610080000-0740

Bedrag

7.602 euro per jaar (= 760,20 euro per maand)

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de huurovereenkomst met Invento voor huur Sporthal MPI Zonnebos voor een periode van twee jaar, aanvang nemend op 19 augustus 2019.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Haalbaarheidsstudie zwembad sportregio Midden Provincie 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Haalbaarheidsstudie (2016) intergemeentelijke zwembadinfrastructuur regio Kempen (gefaald)

          Brief van gemeente Wijnegem van 17 oktober 2017 in verband met sluiting zwembad op 1 december 2019

          Beslissing college van burgemeester en schepenen 13 november 2017 - Sluiting zwembad Wijnegem

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 11 december 2017 - intergemeentelijk zwembad omliggende gemeentebesturen

          Beslissing college van burgemeester en schepenen 4 maart 2019 - Zwembad Wijnegem verlenging – investeringskost

 

Feiten en context

          Op de vorige intergemeentelijke overlegmomenten werd met de buurtgemeentes drie locaties voor een nieuw zwembad te bouwen voorgesteld.

          Zwembad Wijnegem zal sluiten in december 2019.

          Op vraag van enkele gemeenten (Zoersel, Zandhoven, Ranst, Wijnegem, Wommelgem en Schilde) zal een haalbaarheidsstudie worden uitgevoerd door de sport consulenten en zullen de mogelijkheden voor intergemeentelijke zwembadinfrastructuur in kaart gebracht worden in de Kempische regio rond de betrokken gemeenten. De voorgestelde sites zijn locatie Hubo Schilde, locatie zwembad Wijnegem en locatie zwembad Pulderbos.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

          1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §5 uit het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen houdt een volledig en geactualiseerd overzicht bij van:

          3° alle gemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt, hun statuten en hun overeenkomsten.

 

Inspraak en advies

Sportdiensten van de buurgemeenten

 

Argumentatie

          Leerlingen moeten kunnen blijven zwemmen; deze verplichting is voorzien in de eindtermen voor lagere scholen. Ook het verenigingsleven en de brede bevolking hebben nood aan zwembadinfrastructuur.

          De investerings- en exploitatiekosten van een zwembad voor één gemeente overstijgen de financiële draagkracht.

          De beslissing over de sluiting van het zwembad Wijnegem maakte overleg met omliggende gemeenten over een toekomstig intergemeentelijk zwembad noodzakelijk.

          De verwachting van de haalbaarheidsstudie houdt een antwoord op volgende onderzoeksvragen in:

          Locatie onderzoek (Schilde, Wijnegem of Zandhoven).

          Wat is de bestaande situatie van het zwemgebeuren in de regio: wie gaat waar zwemmen? Frequentie?

          Wat is de behoefte aan zwembadwater?

          Welke locatie(s) komen het best in aanmerking voor een nieuw intergemeentelijk zwembad(en)?

          Welke verdeelsleutels zijn mogelijk?

          De haalbaarheidsstudie door een extern bureau geeft een groot kostenplaatje. Dit initiatief werd al in 2016 genomen, maar zonder vervolg.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat gemeente Schilde deelneemt aan de haalbaarheidsstudie die de sportconsulenten van de middenprovincie zelf gaan uitvoeren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om de scholen uit Schilde te bevragen voor deze haalbaarheidsstudie.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Aanvraag afsluiten Schoolstraat filmopnames de Luizenmoeder II donderdag 22 augustus 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via mail door Productiehuis Lecter Scripted Media van 2 juli 2019.

 

Feiten en context

Productiehuis Lecter Scripted is bezig met de opnames van een tweede seizoen van de Luizenmoeder. Op donderdag 22 augustus 2019 hebben zij extra opnames gepland waarvoor zij onderstaande vergunningen aanvragen:

          de Schoolstraat van de Petrus Bogaertslaan tot aan het kruispunt Leopold Gabriëlslaan volledig afsluiten van 7.30 uur tot 15.00 uur;

          toelating om de cast, crew en decor stukken op de straat te plaatsen;

          toelating om vuurkorven op straat te plaatsen deze zijn controleerbaar/ doofbaar.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          gunstig advies politie

          gunstig advies mobiliteit

 

Argumentatie

Andere aanvragers kregen voor gelijkaardige aanvragen toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Productiehuis Lecter Scripted Media voor het:

          afsluiten van de Schoolstraat van de Petrus Bogaertslaan tot het kruispunt van de Leopold Gabriëlslaan van 7.30 uur tot 15.00 uur;

          om cast, crew en decorstukken op de straat te plaatsen;

          om vuurkorven op straat te plaatsen die controleerbaar en doofbaar zijn.
op voorwaarde dat:

          er enkel met zuiver hout vuur maken.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Aanvraag straatfeest Waterlaatstraat op 31 augustus 2019 door Michel Wuyts

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Waterlaatstraat van Michel Wuyts van donderdag 1 augustus 2019.

 

Feiten en context

Michel Wuyts vraagt toelating om op zaterdag 31 augustus 2019 een straatfeest te organiseren in de Waterlaatstraat. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies milieu

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Michel Wuyts voor de organisatie van een straatfeest in de Waterlaatstraa op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breed is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Michel Wuyts indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Aanvraag gebruik de Schans - Brandweer Antwerpen - vrijdag 6 september 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Bart Cockx, inzetleider RED-team van zondag 28 juli 2019.

 

Feiten en context

Brandweer Zone Antwerpen vraagt om op vrijdag 6 september 2019 de Schans te mogen gebruiken voor een oefening met het RED-team.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies milieu

 

Argumentatie

Het is een vereniging buiten Schilde.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan het RED-team van Brandweer Zona Antwerpen voor het gebruik van de Schans voor een brandweeroefening op vrijdag 6 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Projectsubsidie Wezel Culinair/Calibri

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag projectsubsidie ontvangen op 20 mei 2019 via mail.

 

Feiten en context

          Op 5, 6, 7 en 8 september 2019 vindt op het terrein van de kaak in 's-Gravenwezel Wezel Culinair en Calibri plaats.

          De organisatie heeft dit jaar een nieuwe locatie uitgekozen in plaats van het Lodewijk de Vochtplein zoals vorige jaren.

          Door een verplaatsing van het evenemententerrein komen er ook heel wat bijkomende kosten kijken.

          De organisatie vraagt in dit opzicht een projectsubsidie van 25 000 euro aan.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

          Negatief advies vrijetijdsdienst

          Negatief advies cultuurraad

          Negatief advies seniorenraad

 

Argumentatie

          De organisatie krijgt al reeds een nominatieve toelage van 5000 euro toegekend voor het project waardoor zij overeenkomstig het 'projectsubsidiereglement' geen recht hebben om voor hetzelfde project nog een projectsubsidie aan te vragen.

          Het geraamde verlies overstijgt het gevraagde projectsubsidiebedrag.

          Het project is een duidelijke vorm van een commercieel evenement.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

NVT

Algemene rekening

NVT

Beleidsveld

NVT

Bedrag

Visum financieel beheerder

25.000 euro

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen projectsubsidie toe te kennen aan de organisatie van Wezel Culinair/Calibri.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de verhoging van de nominatieve toelage met 5000 euro vanaf 2019 ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van september.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 19 augustus 2019

Huur Feestzaal de Caters - Bram Lancsweert - uitzondering reglement

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Bram Lancsweert op donderdag 1 augustus 2019.

 

Feiten en context

          Bram Lancsweert had als inwoner van Schilde graag de feestzaal de Caters gehuurd op zaterdag 11 juli 2020.

          Overeenkomstig het huidige reglement kan een particulier maar 6 maanden op voorhand reserveren.

          Concreet betekent dit dat zij pas in januari 2020 de zaal kunnen reserveren.

          Indien de zaal reeds bezet blijkt te zijn op dat moment, zal het erg moeilijk zijn om nog een een geschikte locatie te vinden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Particuliere zalen zijn vaak reeds meer dan een jaar op voorhand gereserveerd.

          Particuliere zalen zijn qua prijsverhouding een stuk duurder.

          De zaal is momenteel beschikbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om toestemming te geven aan Bram Lancsweert om feestzaal de Caters te huren op zaterdag 11 juli 2020.

 

 

Publicatiedatum: 27/08/2019