VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

23 november 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Olivier Verhulst, verlaat de zitting vanaf agendapunt 28

Olivier Verhulst, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 30

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 16 november 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 16 november 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 5.744 tot en met 5.785;

          de betaalloten van 179 tot en met 182.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Raadscommissie - dagorde 7 december 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen. De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 7 december 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag raadscommissie van 3 november 2020;

          ALGEMEEN DIRECTEUR - BBC - Aanpassing meerjarenplan;

          GRONDGEBIEDSZAKEN - RUP Vogelenzang;

          PERSONEEL - Uitvoering sectoraal akkoord - koopkrachtverhoging en verhoging tweede pensioenpijler.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Raadscommissie - verslag 3 november 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren. Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.

 

Argumentatie

De raadscommissie vond plaats op 3 november 2020.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 3 november 2020.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Seizoenskompas

 

 

Feiten en context

          Monitoring is het systematisch en continu verzamelen van relevante gegevens om gericht op te volgen of de (beleids)doelstellingen gerealiseerd worden en de dienstverlening goed verloopt.  Dit stelt het bestuur in staat om te weten of het op koers zit om de doelstellingen te bereiken.

          Een adequaat en effectief monitoringsysteem voor lokale besturen voldoet onder andere aan volgende doelstellingen rond organisatiebeheersing:

          de organisatie weet over welke informatie en rapporten ze wil beschikken om de realisatie van haar doelstellingen en haar dienstverlening op te volgen;

          de organisatie gebruikt de gerapporteerde informatie als sturingsinstrument.

 

Juridische gronden

          Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn, het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau over:

          de vervulling van de volgende opdrachten: de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact en het debiteurenbeheer;

          de thesaurietoestand, de liquiteitsprognose, de beheerscontrole en de evolutie van de budgetten;

          de financiële risico's.

          Artikel 181 van het decreet lokaal bestuur
Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de werking van de diensten van de gemeente en het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie.  Het managementteam bewaakt de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, alsook de interne communicatie, overeenkomstig het organisatiebeheersingssysteem, vermeld in artikel 217 tot en met 220.

          Artikel 219 van het decreet lokaal bestuur
Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgelegd door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam.  Het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing.  De rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

 

Argumentatie

          De organisatie beschikt over rapporten waarmee ze een duidelijk zicht heeft op de interne werking en de dienstverlening.

          Leidinggevenden krijgen periodieke rapportages met betrouwbare gegevens die belangrijk zijn om de werking en de output van hun dienst op te volgen.

          De organisatie stuurt de dienstverlening bij op basis van de evaluatie van de rapportagegegevens.

          De rapporten worden besproken in het managementteam en voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het seizoenskompas van het derde trimester van 2020.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Afsprakennota - evaluatie

 

 

Voorgeschiedenis

          Advies van het managementteam van 16 januari 2019 omtrent de aandachtspunten voor de nieuwe afsprakennota.

          Bespreking van de afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019.

          Advies van het managementteam van 13 februari 2019 om de bespreking verder uit te werken in een aantal principes.

          Op 25 maart 2019 beslist het college van burgemeester en schepenen de afsprakennota goed te keuren.

          Op 25 maart 2019 beslist het vast bureau de afsprakennota goed te keuren.

          Op 3 april 2019 beslist het managementteam de afsprakennota goed te keuren.

          Op 2 mei 2019 beslist het bijzonder comité voor de sociale dienst de afsprakennota goed te keuren.

 

Feiten en context

          Er is een jaarlijkse evaluatie van de afsprakennota voorzien.

          Omwille van de Coronacrisis kon de geplande aanpak, die werd goedgekeurd door het managementteam van 11 maart 2020 niet doorgaan.  Het college van burgemeester en schepenen keurde de aanpak goed op 16 maart 2020.

 

Juridische gronden

Artikel 171 §2 van het decreet lokaal bestuur

Ten minste na iedere volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de algemeen directeur mede namens het managementteam een afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, met het bijzonder comité voor de sociale dienst en met de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het managementteam met het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester, het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst samenwerken om de beleidsdoelstelling te realiseren, en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

 

Argumentatie

          De evaluatie van de afsprakennota zal in eerste instantie via een online bevraging voor alle individuele leden van het managementteam en het college van burgemeester en schepenen. 

          Na de verwerking van de resultaten zal in 2021 een gezamenlijk moment gepland worden voor de bespreking.

          De evaluatie van de afsprakennota wordt best extern begeleid.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanpak van de evaluatie van de afsprakennota.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

BBC - Aanpassing MJP 2021 - 2025

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad van 16 december 2019 keurde het meerjarenplan 2020-2025 goed.

          De gemeenteraad van 26 oktober 2020 keurde de aanpassing meerjarenplan 2020 goed.

 

Feiten en context

          De rekening 2019 is ingebracht in het meerjarenplan 2020-2025.

          Er wordt - volgens de decretale bepalingen - een financieel evenwicht bereikt, het geraamd beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief en de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: 21° het goedkeuren van het meerjarenplan en de aanpassingen ervan van een autonoom gemeentebedrijf.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: 18° de bevoegdheden van de gemeenteraad, vermeld in artikel 263, 265, 266, 267, 269 en 304, § 6.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanpassing en toelichting van het meerjarenplan 2021-2025 en beslist deze aan de gemeenteraad van 14 december 2020 voor te leggen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Uitvoering sectoraal akkoord - koopkrachtverhoging en verhoging tweede pensioenpijler

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 1 januari 2011 is de tweede pensioenpijler voor alle contractuele medewerkers vastgelegd op 1%. Het gemeentebestuur heeft hiervoor een contract afgesloten met Ethias die deze pensioenfondsen beheert.

          De gemeenteraad besliste op 18 december 2017 om de tweede pensioenpijler voor alle contractuele medewerkers op te trekken tot 2,5%

          Gsd-v (Gemeenschappelijke sociale dienst lokale besturen in Vlaanderen) stelt jaarlijks middelen (VIA - middelen) ter beschikking van de lokale besturen om de koopkracht van de werknemers te verhogen.  Schilde zette deze middelen tot op heden in voor de tweede pensioenpijler voor contractuele (VIA) medewerkers.

 

Feiten en context

          Aan gemeente en OCMW Schilde zijn voor 2020 respectievelijk 62.744,87 euro en 27.759 euro VIA5 middelen toegekend. Voor 2021 worden gelijkaardige bedragen verwacht.

          Aan gemeente en OCMW Schilde zijn respectievelijk 6.794,46 euro en 4.087,75 euro VIA4-restmiddelen toegekend voor een verhoging van de tweede pensioenpijler.

          De jaarlijkse bijdrage aan de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers aan 3% wordt voor 2021 geraamd op 87.000,00 euro voor het gemeentebestuur en 37.000,00 euro voor het OCMW.  De verhoging van 2,5% naar 3% komt dus neer op ongeveer 14.500 euro voor de gemeente en 6.150,00 euro voor het OCMW. Dit bedrag is voorzien in de ramingen voor BBC2021-2025.

          Het sectoraal akkoord moet door alle lokale besturen uitgevoerd worden. Specifiek voor Schilde is dit beperkt tot een verplichte recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro.  Elk personeelslid krijgt vanaf 1 januari 2020 jaarlijks een recurrente koopkrachtverhoging van 200 euro per VTE. Dat bedrag wordt toegekend via een verhoging van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques, via de invoering of verhoging van een ecocheque, via de invoering van cultuur- of sportcheques, via de invoering van lokale handelaarsbonnen (cadeaucheques of geschenkcheques), of door een combinatie van die cheques.

          Voor de gemeente voorziet de personeelsformatie 135,21 en voor het OCMW 60,05  medewerkers in dienst in 2021. Het bedrag om 200 euro jaarlijks per VTE uit te keren is voorzien in de ramingen voor BBC2021-2025.

          De federale pensioendienst voorziet een korting op de tweede pensioenpijler wanneer het bestuur de tweede pensioenpijler tot 3% verhoogt vanaf 2021. Dit opent het recht op een korting tot 50% voor de bijdrage die het bestuur betaalt voor deze tweede pensioenpijler. Besturen die niet aan deze voorwaarde voldoen, worden bovendien gesanctioneerd door een verhoging van de responsabiliseringsbijdrage.  De korting die het ene lokaal bestuur in voorkomend geval geniet wordt gefinancierd door de verhoging van de responsabiliseringsbijdrage van de andere besturen die niet aan de wettelijke voorwaarden voor een tweede pensioenpijler voldoen. Deze vermindering is daarom onder voorbehoud: ze kan maar effectief toegepast worden als er voldoende andere lokale besturen zijn die een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd zijn en niét aan de voorwaarden van de Wet Bacquelaine voldoen. Dit zal pas eind 2022 definitief afgerekend worden.

 

Juridische gronden

          Vlaams sectoraal akkoord VIA middelen
In de Vlaamse Intersectorale Akkoorden (kortweg VIA) leggen de werkgevers- en werknemersorganisaties samen met de Vlaamse overheid afspraken vast om de arbeidsvoorwaarden in de non-profitsector te verbeteren. Om die afspraken te kunnen uitvoeren, ondersteunt de Vlaamse overheid de werkgevers financieel.
Op 8 juni 2018 werd het vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA 5) voor de non-profitsector gesloten. Door dat akkoord trekt de Vlaamse overheid vanaf 2018 extra geld uit (de zogenaamde VIA-middelen). De sociale partners hebben afgesproken om ook het niet-VIA-personeel dezelfde voordelen toe te kennen.

          Omzendbrief sectoraal akkoord voor de lokale en provinciale besturen van 28 mei 2020
Het sectoraal akkoord werd afgesloten voor het kalenderjaar 2020 en kreeg de goedkeuring van de Vlaamse Regering op 10 april 2020. Alle lokale en provinciale besturen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal akkoord vallen, moeten het globaal uitvoeren.

          Wet 30 maart 2018 met betrekking tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen

          Artikel 56. §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Inspraak en advies

Dit voorstel wordt voorgelegd aan het bijzonder onderhandelingscomité (BOC) op 30 november 2020.

 

Argumentatie

          Zowel de Vlaamse als de federale overheid geven financiële ondersteuning om de lokale besturen aan te moedigen de tweede pensioenpijler te verhogen.

          Het bestuur werkt van bij aanvang mee aan de koopkrachtverhoging van medewerkers via de VIA-middelen en komt daardoor in aanmerking voor verdere financiële ondersteuning voor de huidige koopkachtverhogingen.

          De medewerkers van gemeente en OCMW Schilde ontvangen het maximumbedrag van 8 euro per dag voor de maaltijdcheques, waardoor hiervoor geen koopkrachtverhoging moet uitgevoerd worden.

          De koopkrachtverhoging van 200 euro per medewerker (aangepast aan prestatiebreuk en tewerkstellingsduur) via eco-cheques is operationeel en fiscaal de meest eenvoudige werkwijze en ondersteunt de milieudoelstellingen van het bestuur.

          Het bestuur hanteert reeds de afgesproken minimale bijdragevoet tweede pensioenpijler van 2,5% waardoor er voor 2020 geen verhoging moet voorzien worden.

          Door de tweede pensioenpijler vanaf 2021 te verhogen naar 3% krijgt het bestuur de kans een korting van 50% te ontvangen voor deze kosten. Samen met de VIA middelen kan deze korting er voor zorgen dat de volledige kost van de tweede pensioenpijler en de koopkrachtverhoging vergoed wordt door de hogere overheid.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

diverse

Actie

AC000105 t.e.m. AC000118

Algemene rekening

6223000000 - bijkomende werkgeversbijdragen tweede pensioenpijler bij 3% ipv 2,5%

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

14.500,00 euro gemeente

  6.150,00 euro OCMW

nvt

 

 

MJP

diverse

Actie

AC000105 t.e.m. AC000118

Algemene rekening

6223000000 - federale korting werkgeversbijdragen tweede pensioenpijler

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

-47.350,00 euro gemeente

-20.140,00 euro OCMW

nvt

 

 

MJP

MJP000219 en MJP000319

Actie

AC000115

Algemene rekening

6230099900 - koopkrachtverhoging 200 euro per VTE

Beleidsveld

diverse

Bedrag

 

Visum financieel directeur

27.042,00 euro gemeente

12.010,00 euro OCMW

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen steunt het voorstel om de verplichte recurrente jaarlijkse 200 euro koopkrachtverhoging per vte uit te keren in ecocheques en beslist dit voor te leggen aan het BOC, gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen is akkoord met het voorstel om de tweede pensioenpijler voor de contractuelen vanaf 2021 te verhogen naar 3% en beslist dit voor te leggen aan het BOC, gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor dat de verhoging van de tweede pensioenpijler opnieuw onderhandeld wordt als de toelage van de Vlaamse overheid of de korting van de federale overheid wegvalt.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist dit te agenderen voor de raadscommissie van december 2020.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Deontologische code voor het personeel van gemeente en OCMW Schilde

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 26 april 2018 is een training morele oordeelsvorming gegeven in het gemeentehuis, specifiek gericht op personeelsmedewerkers. Deze opleiding is gegeven door een lesgever van governance & integrity België, dat samenwerkt met VVSG en Diverscity.

          De lesgever heeft een tool voorgesteld waarmee managementteams, leidinggevenden en besturen op basis van 10 vragen een quickscan integriteit kunnen doen voor hun organisatie. Op basis daarvan krijgen zij advies op maat dat kan inspireren voor de vervolgstappen van het integriteitsbeleid.

          Het managementteam heeft op 2 mei 2018 beslist in te gaan op de uitnodiging om de quickscan integriteit in te vullen ter voorbereiding van de opmaak van de deontologische code. Het rapport is op 21 juni 2018 opgemaakt.

          Het managementteam besliste op 7 november 2018 de werkgroep deontologie samen te stellen om onder begeleiding van governance & integrity België te werken aan de opmaak van de deontologische code voor gemeente- en OCMW personeel.

          De werkgroep kwam vier maal samen tussen 16 januari 2019 en 29 maart 2019 om de samenstelling van het document voor te bereiden.

          Het managementteam nam op kennis 30 september 2020 kennis van het ontwerpdocument en besliste dit voor te leggen aan de interne leesgroep met vrijwillige leden. De leden van het managementteam gaven feedback over het document.

          De leesgroep gaf op 28 oktober 2020 feedback over het document.

 

Feiten en context

Het ontwerpdocument werd aangevuld met de feedback en voorlopig geagendeerd op het Bijzonder onderhandelingscomité van 30 november 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 193 van het decreet lokaal bestuur met ingang van 1 januari 2019
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen een gezamenlijke deontologische code vast voor het personeel.

          Artikel 56. §1. van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

          De organisatie wil ondersteuning bieden aan medewerkers in deontologisch gevoelige situaties.

          Een deontologische code moet gedragen zijn en helder gecommuniceerd worden binnen de organisatie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp van deontologische code voor het personeel van gemeente en OCMW, adviseert dit positief en beslist dit voor te leggen aan het bijzonder onderhandelingscomité, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Kerst in Schilde en 's-Gravenwezel

 

 

Voorgeschiedenis

Vanuit het gemeentebestuur werd er reeds voorzien in feestverlichting, extra verlichting in bomen, kerststallen en extra bomen op de pleinen.

 

Feiten en context

Tijdens de feestdagen willen we voor de handelaars en onze inwoners nog extra kerstsfeer creëren en promotie maken voor de lokale handelaars:

          muziek in de winkelstraten (Turnhoutsebaan - Kerkstraat - Wijnegemsteenweg);

          extra kerstbomen in het straatbeeld;

          bezoek van de kerstman en kerstvrouw tijdens het weekend van 19 december (als de winkels weer open mogen);

          wandelzoektocht voor de kinderen langs de handelaars op Turnhoutsebaan - Kerkstraat - Wijnegemsteenweg waar ze kerstfiguren moeten zoeken in de etalages. Als zij de kleurplaat binnenbrengen krijgen ze een leuk speeltje;

          promotiecampagne via sociale media. Inwoners kunnen een foto maken van wat zij de mooiste kerst-etalage vinden in de gemeente en deze delen via sociale media.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Het voorstel werd besproken met een aantal handelaars in de werkgroep rond Kerst in Schilde. Advies was om zoveel mogelijk bij lokale handelaars aan te kopen.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om, zeker in tijden van corona, de handelaars een extra ruggensteuntje te geven door promotie te maken voor het lokaal shoppen en de sfeer te verhogen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000708

Actie

AC000028

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

500

Bedrag

Visum financieel directeur

40.000 euro (raming)

 

 

MJP

MJP000710

Actie

AC000028

Algemene rekening

6139999900

Beleidsveld

0119

Bedrag

Visum financieel directeur

4.500 eeuro (raming)

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aankoop van extra kerstbomen en decoratie goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepen beslist om muziek te voorzien in de winkelstraten (Turnhoutsebaan - Kerkstraat - Wijnegemsteenweg).

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de organisatie van de wandelzoektocht voor kinderen goed te keuren.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de promotiecampagne via sociale media waar inwoners een foto van de mooiste kerst-etalage kunnen posten goed te keuren.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het bezoek van de kerstman en -vrouw tijdens het weekend van 19 en 20 december 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 21

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 21 in dewelke werd ontvangen op 30 oktober 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 21 in dewelke werd ontvangen op 30 oktober 2020.

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 3.124.856,47

Bedrag verrekeningen

 

€ 109.616,91

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 3.234.473,38

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 2.320.787,14

Prijsherzieningen

+

€ -44.549,72

TOTAAL

=

€ 2.276.237,42

Huidige vorderingsstaat

 

€ 90.205,43

Prijsherzieningen

+

€ -2.415,44

TOTAAL

=

€ 87.789,99

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 2.410.992,57

Prijsherzieningen

+

€ -46.965,16

TOTAAL

=

€ 2.364.027,41

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 10 november 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 21 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor een bedrag van 87.789,99 euro excl. btw of 106.225,88 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 2.364.027,41 euro excl. btw of 2.860.473,39 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie/raming 1419/003/004/003/009).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 22

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 22 in dewelke werd ontvangen op 30 oktober 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 3.124.856,47

Bedrag verrekeningen

 

€ 109.616,91

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 3.234.473,38

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 2.410.992,57

Prijsherzieningen

+

€ -46.965,16

TOTAAL

=

€ 2.364.027,41

Huidige vorderingsstaat

 

€ 276.743,09

Prijsherzieningen

+

€ -4.707,40

TOTAAL

=

€ 272.035,69

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 2.687.735,66

Prijsherzieningen

+

€ -51.672,56

TOTAAL

=

€ 2.636.063,10

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 10 november 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 22 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor een bedrag van 272.035,69 euro excl. btw of 329.163,19 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 2.636.063,10 euro excl. btw of 3.189.636,58 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie/raming 1419/003/004/003/009).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 23

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 23 in dewelke werd ontvangen op 2 november 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 3.124.856,47

Bedrag verrekeningen

 

€ 109.616,91

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 3.234.473,38

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 2.687.735,66

Prijsherzieningen

+

€ -51.672,56

TOTAAL

=

€ 2.636.063,10

Huidige vorderingsstaat

 

€ 260.434,04

Prijsherzieningen

+

€ -3.198,13

TOTAAL

=

€ 257.235,91

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 2.948.169,70

Prijsherzieningen

+

€ -54.870,69

TOTAAL

=

€ 2.893.299,01

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 12 november 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 23 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor een bedrag van 257.235,91 euro excl. btw of 311.255,46 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 2.893.299,01 euro excl. btw of 3.500.892,04 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie/raming 1419/003/004/003/009).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Heraanleg Schoolstraat en omgeving - VMM subsidie

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepen keurt op 18 februari 2008 het erelooncontract aan Infrabo goed.

 

Feiten en context

Op 9 november 2020 komt het bericht van VMM binnen dat dit dossier opgenomen wordt in het voorstel van het volgend subsidieprogramma.

Hierbij worden er twee voorwaarden gesteld:

          het voorontwerp van de riolering moet dit jaar nog ingediend worden;

          gunning dient uiterlijk eind oktober 2021 te gebeuren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De kans dat dossier naar de toekomst toe nog eens opgenomen wordt in een subsidieprogramma is bijzonder klein. Indien hier niet wordt op ingegaan, kan er vermoedelijk nooit meer aanspraak gemaakt worden op rioleringssubsidies. Gezien de voorwaarden van VMM zijn er deadlines die in een dossier met normale doorlooptijden nooit gehaald worden.

          Om te bekijken wat realistisch is komt de stuurgroep, Pidpa en het studiebureau op vrijdag 20 november 2020 samen.

          In dit overleg zal de focus gelegd worden op de riolering te vernieuwen van de Turnhoutsebaan tot de Rozenhoek. De mogelijkheid om de bovenbouw te vernieuwen van de Turnhoutsebaan tot de grens met Oelegem wordt besproken.

          Het Kerkplein wordt hierbij niet meegenomen. Een participatietraject zal met zulke krappe timing ook niet mogelijk zijn. Het klassieke communicatietraject zal gehanteerd te worden.

          Timing in grote lijnen:

          start der werken: voorjaar 2022;

          voorbereidende nutswerken eind 2021;

          eind oktober 2021 gunnen;

          of indienen eind december 2020.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van dit gegeven.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Studieopdracht herinrichting doortocht N12 - besprekingsverslag

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen van 13 maart 2017 is akkoord met de gunning aan Sweco, Arenbergstraat 13, bus1 te 1000 Brussel door het Agentschap Wegen en Verkeer.

          Het college van burgemeester en schepenen van 21 september 2020 keurt het plan van aanpak goed.

 

Feiten en context

Overleg met stuurgroep op 30 oktober 2020.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het besprekingsverslag.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen maakt voorbehoud in functie van het draagvlak bij omwonenden en middenstand voor het project.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Patrimonium - besparingsoefening

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 2019 keurde de gemeenteraad het meerjarenplan goed.  Hierin is het realiseren van een administratief centrum van de toekomst (AC000053) voorzien.  De voorwaarde die hieraan gekoppeld werd, is dat er door verkoop van vastgoed 1,5 miljoen euro inkomsten moeten gegenereerd worden en een efficiëntiewinst van 10% op de exploitatiekosten moet gerealiseerd worden.

          Beslissing van het managementteam van 25 augustus 2020 om de basisprincipes goed te keuren en het geheel te bespreken tijdens het volgende managementteam

          Advies van het managementteam van 1 september 2020:

          9.010.811 euro van het exploitatiebudget te gebruiken voor de te realiseren besparing van 10%;

          de financiële impact van de reeds geplande projecten te monitoren; het managementteam engageert zich om regelmatig hierover te rapportering via de verplichte rapporteringen (meerjarenplan en organisatiebeheersing;

          de realisatie van het administratief centrum van de toekomst als prioritaire doelstelling verder aan te pakken.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 1 september 2020 om voor eind november 2020 de beslissingen te nemen aangaande de verkoop van het vastgoed voor een bedrag van 1.500.000 euro.

          Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 28 september 2020 van het verslag van het overleg van 18 september 2020 tussen het college van burgemeester en schepenen en het managementteam.

 

Feiten en context

          Op 16 oktober 2020 vond een overleg plaats met de werkgroep waarbij verschillende pistes werden besproken.

          Op 12 november 2020 werden de verschillende voorstellen en aanpak besproken op het managementteam.

 

Juridische gronden

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
De volgende bevoegdheden kunnen door de gemeenteraad niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:

          11° de daden van beschikking over onroerende goederen, behalve die, vermeld in artikel 56, § 3, 8°, b)

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

          1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels;

          8° de daden van beschikking:

          a) over roerende goederen, met uitzondering van het aangaan van de dadingen;

          b) over verhuring, concessie, pacht, jacht- en visrechten van meer dan negen jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft

          Artikel 181 van het decreet lokaal bestuur
Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie.

 

Argumentatie

          Om tot de concrete besparingen te komen, zullen de verschillende pistes verder moeten worden uitgewerkt.

          Organisatiebreed overleg om de impact van de verschillende voorstellen correct in beeld te brengen is noodzakelijk.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000781

Actie

AC000053

Algemene rekening

 

Beleidsveld

 

Bedrag

Visum financieel directeur

1.500.000 euro ontvangsten

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de besparingsvoorstellen uitgewerkt door de projectgroep van 16 oktober 2020 en beslist akkoord te gaan met de verdere uitwerking van de voorstellen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Lijst voor werken 2021 die voortvloeien uit MJOP

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 2 mei 2016 beslist het college van burgemeester en schepenen om conditiemetingen uit te voeren en een meerjarenonderhoudsplanning op te maken voor het gemeentelijk patrimonium.

          Op 17 juni 2019 ontvangt het bestuur de eindresultaten van de conditiemetingen. Deze zijn op 1 juli 2019 gepresenteerd aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.

          Op 9 december 2019 verleent het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan”, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Op 5 oktober 2020 verleent het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring aan de gunning van Freestone voor de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan”.

 

Feiten en context

          Naar aanleiding van de conditiemetingen werd een lijst opgesteld voor 2021 met werken aan het gemeentelijk patrimonium die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan. Deze lijst werd met Freestone besproken. Freestone zal deze werken in een bestek(ken) gieten en de werken mee opvolgen.

          Voor 2021 werd er een budget voorzien van 60.000 euro voor de renovatie van De Zonnebaars. Dit budget zal mee toegevoegd worden aan het budget voor de werken van 2021 die voortvloeien uit het MJOP.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de daden van beheer van gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de algemene regels die vastgesteld werden door de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          In de lijst met werken voor 2021 werd de nadruk gelegd op dringende werkzaamheden op basis van de conditiestaat van het onderdeel van een gebouw. Dit om de staat van de gemeentelijke gebouwen naar een betere conditie te verheffen.

          De gebruikers van de Drie Rozen, de Zonnebaars, de Pastorij en KSK Schilde zullen op voorhand op de hoogte gesteld worden van de geplande werken aan het gebouw.

          Indien de lijst met werken wordt goedgekeurd, kan Freestone starten met het uitwerken van de bestekken aan de hand van de voorgestelde lijst met werken voor 2021.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000755

Actie

AC000056

Algemene rekening

2210150000 Administratieve gebouwen - buitengewoon onderhoud - gemeenschapsgoederen

Beleidsveld

0050 - Patrimonium zonder maatschappelijk doel

Bedrag

Visum financieel directeur

Geraamde kosten 640.000 euro inclusief BTW + 60.000 euro inclusief BTW Zonnebaars

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de lijst voor 2021 voor de werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Update schattingsverslag Picardiëbos

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 12 maart 2015 werd het schattingsverslag voor Picardiëbos grond parkgebied opgemaakt.

          Op 20 oktober 2015 werd het schattingsverslag voor Picardiëbos grond woongebied opgemaakt.

          Op 4 februari 2019 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord om het parkgedeelte van het Picardiëbos aan het kopen indien ze hiervoor de nodige

verwervingssubsidies kan bekomen via het strategisch project De Groene Zes.

          Op 4 februari 2019 gaf het college van burgemeester en schepenen de diensten de opdracht om een dossier in te dienen en om een nieuw schattingsverslag op te laten maken.

          Op 25 februari 2019 werd een update van het schattingsverslag voor Picardiëbos grond parkgebied opgemaakt.

 

Feiten en context

          Schattingsverslagen zijn twee jaar geldig. Het schattingsverslag voor het parkgedeelte is dus nog van kracht.

          Het studiedossier werd ingediend.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

          Besluit van 5 oktober 2007 betreffende verwervingssubsidies

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen wenst een nieuw schattingsverslag te laten opmaken voor Picardiëbos.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft de diensten de opdracht om een nieuw schattingsverslag voor het Picardiëbos, gedeelte woongebied, op te laten maken bij de eerder aangestelde landmeter.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Baron Delbekelaan 26 - Verbeke - De Greef - het bouwen van een alleenstaande ééngezinswoning met een losstaande bijgebouw - OMG 2020/213

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige attest(en)

  • aanvraag stedelijk attest voor het bouwen van een woning - positief door college van burgemeester en schepenen - 26 augustus 2019 - SA 2019/5

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Verbeke - De Greef, op 28 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Baron Delbekelaan 26.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een alleenstaande ééngezinswoning met een losstaande bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het stedenbouwkundig attest 2019/5 bepaalt:

Stedenbouwkundige voorschriften

1.      Voorschriften bestemming

1.1.            Bestemming hoofdgebouw(en)

1.1.A. Hoofdbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel een open ééngezinswoning, met inbegrip van zorgwoningen worden toegelaten.

1.1.B. Nevenbestemming hoofdgebouw(en)

Enkel functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep zijn toegelaten, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is:

Daarnaast moet worden voldaan aan alle van de volgende vereisten:

1)      De woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie;

2)      De complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100m².

1.2.            Bestemming bijgebouw(en)

Bijgebouwen dienen gebouwd te worden binnen de aangeduide zone op het bijgevoegde plan.

Zone voor bijgebouwen bevindt zich op minimaal 10m achter de maximale achtergevelbouwlijn en op 3m van alle overige grenzen.

Enkel bijgebouwen zoals tuinbergingen, overdekte terrassen, ingebouwde zwembaden al dan niet met inbegrip van poolhouses/sauna en hobbyserres zijn toegelaten binnen de aangegeven bouwzone voor bijgebouwen en voor zover zij opgericht worden na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Garages of carports worden opgericht binnen de zone voor hoofdgebouwen.

De gezamenlijke oppervlakte van alle hoofd- en bijgebouwen samen mag niet meer zijn dan 350m².

1.3.            Bestemming niet bebouwd gedeelte

Private tuinen

  • Verhardingen

De verharde toegangen tot de gebouwen dienen tot het strikte minimum te worden beperkt en zoveel mogelijk uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen.

Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van terrassen, opritten, tuinpaden, zwembaden en andere verharde oppervlakten (waterdoorlatende materialen zoals kiezels, grasdals, … worden ook als verharding beschouwd).

Verharde oppervlakten dienen minimaal 3m van de perceelsgrens te blijven.

  • Afsluitingen

Op de bestaande en nieuwe perceelsgrenzen dienen bestaande perceelsscheidingen behouden te worden of nieuwe perceelsscheidingen in overleg en overeenstemming met de buren opgericht te worden.

Hagen kunnen worden aangeplant op de perceelsgrens mits toestemming van de beide buren of op 0,5m uit de perceelsgrens.

  • Groenvoorziening

Het perceel is gelegen in woonparkgebied waarbij de focus op groen gelegen is.

Het niet bebouwde gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen of dient het bestaande hoogstammig groen behouden te worden.

Nieuw aangeplante hoogstammige bomen dienen op minimaal 3m van de perceelsgrens aangeplant te worden.

2.      Voorschriften gebouwen

2.1.            Voorschriften hoofdgebouw(en)

2.1.A.     Typologie

Open bebouwing.

Er mag maximaal gebouwd worden binnen het maximale gabarit (zie toelichting maximaal gabarit):

  • Maximale bouwdiepte: 20m
  • Maximale kroonlijsthoogte: 7m
  • Maximale nokhoogte: 11,5m
  • Bouwvrije voortuinstrook: 20m
  • Bouwvrije zijtuinstrook: 5m.

Dakvensters en dakkapellen zijn toegelaten in schuine dakvlakken. Deze dienen op minimum 1m afstand van de zijgevels opgericht te worden en de bovenkant van deze dakvensters of- kapellen is maximum de helft van de dakhoogte.

De gezamenlijke oppervlakten van alle hoofd- en bijgebouwen samen mag niet meer zijn dan 10% van de totale perceelsoppervlakte.

Voor de bebouwde oppervlakte wordt er gerekend met een dakoppervlakte met uitzondering van luifels tot maximum 1m. Luifels groter dan 1m worden meegerekend.

2.1.B.     Inplanting

Op het plan wordt de maximale zone voor het hoofdgebouw vastgesteld en aangeduid:

  • Voorgevelbouwlijn

De voorgevelbouwlijn is op 20m achter de rooilijn gelegen.

  • Achtergevels:

Maximaal 20m achter de voorgevelbouwlijn.

  • Zijgevels:

Op minimaal 5m van de zijdelingse perceelsgrenzen.

Men is niet verplicht om de bouwzone volledig te bebouwen.

De gezamenlijke oppervlakte van alle hoofd- en bijgebouwen samen mag niet meer zijn dan 350m².

2.1.C.     Bouwvolume

  • Gabarit

Kroonlijsthoogte maximaal 7m, nokhoogte maximaal 11,5m.

  • Vloerpeil

Maximum 0,3m boven straatniveau.

2.1.D.     Verschijningsvorm

  • Gevelmaterialen

Alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur of baksteen geverfd in lichte kleur, doch oplettend dat het totaal één harmonieus geheel vormt.

  • Dakvorm en – bedekking

Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

Voor de bedekking van de schuine daken: pannen of leien.

Zonnepalen en- boilers zijn eveneens toegelaten op zowel schuine als platte daken.

Dakvensters en dakkapellen zijn toegelaten in schuine dakvlakken. Deze dienen op minimum 1m afstand van de zijgevels opgericht te worden en de bovenkant van deze dakvensters of -kapellen is maximaal de helft van de dakhoogte.

2.2.            Voorschriften bijgebouw(en)

2.2.A.     Inplanting

Op het plan wordt de zone voor bijgebouwen aangegeven.

De gezamenlijke oppervlakte van alle hoofd- en bijgebouwen samen mag niet meer zijn dan 350m².

De gevel gericht naar het hoofdgebouw dient op minimum 30m uit de voorgevelbouwlijn geplaatst te worden (of 10m achter de maximale achtergevellijn).

De bijgebouwen dienen op minimaal 3m afstand van alle perceelsgrenzen ingeplant te worden.

2.2.B.     Bouwvolume

De nok-/kroonlijsthoogte van bijgebouwen dient beperkt te blijven.

Bijgebouw op 3m van de perceelsgrens:

  • Schuin of plat dak mogelijk
  • Kroonlijsthoogte: maximum 3m
  • Nokhoogte: maximum 4,5m.

2.2.C.     Verschijningsvorm

Alle gevels in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur of baksteen geverfd in lichte kleur, doch oplettend dat het totaal één harmonieus geheel vormt.

Voor de bedekking van de schuine daken: pannen of leien in horizontale rijen of riet. Voor platte daken is dakvilt toegelaten.

Zonnecellen en -boilers zijn eveneens toegelaten.

2.3.            Voorschriften duurzaam bouwen en kwaliteitsaspecten

Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg.

Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen toegelaten mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is.

3.      Niet-bebouwd gedeelte

3.1.            Reliëfwijzigingen

Lichte reliëfwijzigingen zijn toegelaten.

Wijzigingen van het reliëf mogen geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen.

Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende eigendommen zonder overlast te creëren van deze percelen.

3.2.            Verhardingen

Noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden mogen voorzien worden, omrand door groenaanleg.

Enkel de gedeelten van de grond die als toegang tot de gebouwen worden aangewend mogen worden verhard.

Buiten deze bouwzones dient de tuin aangelegd te worden met aanplantingen van hoogstammig groen (of het bestaande bestand dient behouden te worden) en als dusdanig worden gehandhaafd.

De verharde toegangen tot de gebouwen dienen tot het strikte minimum te worden beperkt en zoveel mogelijk uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen.

Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van terrassen, opritten, tuinpaden, zwembaden en andere verharde oppervlakten (waterdoorlatende materialen zoals kiezels, grasdals, … worden ook als verharding beschouwd). Luifels kleiner dan 1m die niet meegeteld zijn in bebouwde oppervlakte worden meegeteld in de verharde oppervlakte.

Verharde oppervlakten dienen op minimaal 3m van de perceelsgrens te blijven.

3.3.            Inrichtingselementen

Onbebouwde, vrije stroken dienen maximaal voorzien te worden als tuinen.

Een zwembad of tuinvijver kunnen opgericht worden op voorwaarde dat ze opgenomen worden binnen de groenstructuren van de tuin (sober element).

Tuinbergingen enkel in de voorziene zone voor bijgebouwen en volgens de geldende voorschriften. Garages (of overdekte autostaanplaatsen) dienen te worden voorzien binnen de zone voor bijgebouwen of binnen de zone voor hoofdgebouwen.

Functies zoals onder andere natuurlijke overgroeid gedeelte ten behoeve van schaduw van een terras en dergelijke zijn toegelaten.

Kleine speeltuigen voor kinderen kunnen aanzien worden als inrichtingselementen en mogen voorkomen in de niet bebouwde delen. Voor de materialen zijn toegelaten deze van het hoofdgebouw, hout of metaal.

Alle andere constructies zijn verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

3.4.            Afsluitingen

Op de perceelsgrenzen zijn draadafsluitingen en/of groenaanplantingen mogelijk.

Bestaande, vergunde afsluitingen dienen behouden te blijven of worden in samenspraak met de naburige eigenaar vernieuwd.

Op nieuwe grenslijnen worden nieuwe afsluitingen opgericht

Nieuwe afsluitingen

  • Aard

Afsluitingen mogen bestaan uit houten palen met dwarsplanken of – balken, palen met draadwerk, als dan niet voorzien van een betonplaat van maximum 40cm en levende hagen. De scheiding dient een groene scheiding te zijn in samenspraak en samenwerking met de aanpaler.

  • Afmetingen

Afsluitingen: maximale hoogte 2m.

3.5.            Mobiliteit

Een autostaanplaats (garage, carport …) is mogelijk in de zone voor bijgebouwen of binnen de zone voor hoofdgebouwen.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 6.060m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een alleenstaande ééngezinswoning met een losstaand bijgebouw op een perceel van 6.060m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 25m uit de rooilijn, op 15,30m van de rechter perceelsgrens en op 5m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 25m op een kavelbreedte van 45,30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10,60m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,20m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 10,27m.

De gevels worden opgetrokken in gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met dakpannen.

Op 50m vanaf de rooilijn en op 3m van de rechter perceelsgrens wordt een bijgebouw ingeplant.

Het bijgebouw is een poolhouse met tuinberging.

Het bijgebouw is 18,26m diep, 7,70m breed.

Het bijgebouw heeft een kroonlijsthoogte van 2,53m en een nokhoogte van 4,49m².

De gevels worden bekleed in gevelsteen, afgewerkt met een pannendak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 349,60m².

De toegang tot het perceel is 3m breed.

De oprit wordt aangelegd in waterdoorlatend materiaal en ligt op minimum 5m van de rechter perceelsgrens.

Rondom de woning wordt er verharding van 60,32m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 205,32m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen

o        Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 14 juli 2020, luidt: ongunstig.
De aanvraag is niet conform het stedenbouwkundig attest 2019/5. De aanvraag voorziet een andere inplanting voor de woning dan is bepaald in het stedenbouwkundig attest SA 2019/5, goedgekeurd op 26 augustus 2019. In het stedenbouwkundig attest werd de bouwzone verkleind aan de linker zijde om meer bestaande bomen te kunnen behouden. De aanvraag voorziet in deze zone de inplanting van de woning en het vellen van deze bomen. De bestaande toegang met onderbuizing en verharding wordt niet gebruikt.

o        Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 14 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een woning te bouwen die afwijkt van het stedenbouwkundig attest.
Uit het bomenadvies blijkt dat in functie van maximale boombescherming de woning alsnog aan de linkerzijde van de bouwzone in te planten. De bestaande toegang met onderbuizing en verharding wordt niet gebruikt. De extra kosten voor verplaatsing zijn ten laste van de aanvrager.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;
  • de bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;
  • het behoud van de aangeduide boszones, de resterende bestaande bomen;
  • de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;
  • de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;
  • de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;
  • bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
  • indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;
  • de extra kosten voor verplaatsing van de onderbuizing gracht zijn ten laste van de aanvrager;
  • geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;
  • om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;
  • een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 22 juni 2020 onder referentie 20-2117801, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-211780.

o        De te ontbossen bosoppervlakte bedraagt 3.165m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De resterende bosoppervlakte 2.895m² moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

o        De bosbehoudbijdrage van 22.914,60 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 5 augustus 2020 onder referentie DWAD-2020-0796, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

o        Wijziging van infiltratie naar het grondwater aangezien er een actueel onbebouwde oppervlakte bebouwd en verhard wordt.

o        Voorwaarden en maatregelen

  • Algemene wettelijke voorwaarden
  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Er dient rekening gehouden met de voorschriften die geformuleerd staan in de Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen (VMM) (Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelingsinstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties, aanvullingen met betrekking tot de herwaardering van grachtenstelsels, hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en andere aanvullingen en updates).
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.
  • Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).
    Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:
  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
    Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
    De dakoppervlakte (210m²/ 140m² = 350m²) watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter, die overloopt naar infiltratievoorziening.
    Het hemelwater wordt herbruikt voor toiletspoeling en buitenkraan.
    Het verplichte hergebruik van hemelwater d.m.v. een pomp en apart leidingcircuit moet opgenomen worden in de vergunning en wordt bij voorkeur na de werken gecontroleerd door de gemeente.
    De bodemkaart geeft aan dat gedurende een significant deel van het jaar hoge grondwaterstanden voorkomen. De geplande infiltratievoorziening dreigt hierdoor niet effectief te zijn. Het diepe infiltratiesysteem dient daarom vervangen te worden door een open en ondiepe infiltratievoorziening (type wadi of infiltratiekom). Het diepe infiltratiesysteem kan enkel behouden blijven indien aangetoond wordt met peilbuismetingen dat de voorjaarsgrondwaterstand voldoende diep aanwezig is.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het diepe infiltratiesysteem dient vervangen te worden door een open ondiepe infiltratievoorziening (type wadi of infiltratiekom);

o        het diepe infiltratiesysteem kan enkel behouden blijven indien aangetoond wordt met peilbuismetingen dat de voorjaarsgrondwaterstand werkelijk voldoende diep aanwezig is.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 1 juli 2020 onder referentie L-20-974/192337, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande DWA-riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen de Baron Delbekelaan.
  • Hiertoe dient de DWA-afvoer aangesloten te worden op het bestaande DWA-huisaansluitputje voor het betreffende perceel.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toilet en buitenkraantje (volgens plan). In de aanstiplijst hemelwater staan enkel buitenkraantjes vermeld, dit is onvoldoende. Minstens alle toiletten en eventueel wasmachines dienen aangesloten te worden voor herbruik.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 7.250 liter (effectief 7.500 liter) infiltratievolume en minimum 11,6m² (effectief 16,8m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 21 juni 2020 tot 20 juli 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Het tweede openbaar onderzoek werd gehouden naar aanleiding van een wijzigingslus door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 27 september 2020 tot 26 oktober 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Baron Delbekelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 5 augustus 2020 is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een alleenstaande ééngezinswoning met een losstaande garage is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet het ontbossen van meer dan 500m². De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
    De aanvraag voorziet een andere inplanting voor de woning dan deze bepaalt in het stedenbouwkundig attest SA 2019/5, goedgekeurd op 26 augustus 2019. In het stedenbouwkundig attest werd de bouwzone verkleind aan de linker zijde om meer bestaande bomen te kunnen behouden. Er werd een wijzigingsverzoek ingediend op 16 september 2020. Het wijzigingsverzoek bevatten een boomadvies van een European Treeworker. Het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen is voorwaardelijk gunstig. Bijgevolg is de aangepaste inplanting aanvaardbaar op het perceel.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 0,5cm boven de straatpas.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 7.250 liter en een infiltratieoppervlakte van 11,60m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Huldekens 17 - Beirinck - Van Laere - het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - OMG 2020/340

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Beirinck - Van Laere, op 25 juni 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Huldekens 17.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en natuurgebieden volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied, nrs. 1 tot en met 16, 21 tot en met 25,27, 29 tot en met 69, 71 tot en met 97 en 102 tot en met 242)

2.1.     Bouwstrook

1.      Bestemming
Woningen.

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel: vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels: op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek:

a)      hoofdgebouw: maximum 7m;

b)      bijgebouwen: maximum 3m.

7.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

8.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing

a)      Gevel: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Overige gevels: op minimum 3m afstand van der perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondplein tot bovenkant deksteen of onderkant dakoversteek: maximum 3m.

4.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

5.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.3.     Bouwvrije voortuinstrook
Diepte zie plan

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.4.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m, met dien verstande dat de som van de breedte der beide zijtuinstroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is nog een tuinberging aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 16m² op een perceel van circa 3.115m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als braakliggend terrein

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als ééngezinswoning

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een vrijstaande nieuwbouwwoning op een perceel van 3115m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 23,20m uit de rooilijn, op 5m van de rechter perceelsgrens en op 5m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 20m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12,65m. De kroonlijsthoogte bedraagt 7.41m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in baksteen. Het dak wordt afgewerkt met EPDM met ballast, terrasbeplanking en zonnepanelen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 241m².

De toegang tot het perceel is 4,40m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers. Achter de woning wordt een terras van 63m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 253m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 17 november 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst op een bebost perceel te bouwen. Een deel van het bos blijft behouden. De inplanting van de woning voldoet aan het principe van de minste millieuschade.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

c)      voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

2.      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

3.      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

4.      de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

5.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

6.      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

7.      indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

8.      geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

9.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

10.  om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

11.  een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

2.      Agentschap voor Natuur en Bos
Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 10 november 2020 onder referentie 20-220427, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-220427.
  • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.915m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
  • De resterende bosoppervlakte 1.000m² moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid of boomlaag uit te voeren.
  • De ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid.
  • De bosbehoudbijdrage van 10.398,45 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudbijdrage zal rechtstreeks door ons Agentschap worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 21 augustus 2020 tot 19 september 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Huldekens een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 12,70m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van voorschriften van de verkaveling sgr24a. De verkaveling bepaalt dat de maximum kroonlijst 7,00m mag bedragen. De aanvraag voorziet een kroonlijsthoogte van 7,41m.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 0cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 4.525 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,24m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de afvoerleidingen van fecaliën dient aangesloten te worden op een septische put.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Silvesterlaan 8 - Bulinckx - Somers - het bouwen van een villa - OMG 2020/352

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bulinckx - Somers, op 2 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Silvesterlaan 8.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een villa.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 20 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 3 december 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 2.427m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een villa op een perceel van 2427m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 5,65m van de rechter perceelsgrens en op 5m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 20,45m op een kavelbreedte van 31,11m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,35m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 10,98m. De gevels worden opgetrokken in wit gekaleide gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met rode Boomse dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt +/- 170,11m².

De toegang tot het perceel is 4m breed. De oprit wordt aangelegd in dolomiet en ligt op minimum 0,68m van de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 25m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 231m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 17 november 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst op een bebost perceel, met voornamelijk dennen, een woning te bouwen. De aanvrager wenst alles te ontbossen op enkele loofbomen na. Omdat het bebouwd buurperceel nr. 4 en het achterliggend perceel Bellemond nr. 5 nog zeer sterk bebost zijn is het om stabiliteitsredenen niet verdedigbaar om een volledige ontbossing toe te staan. Vermits er een gunstig compensatiedossier is voor het hele perceel is een vertuining naar een bos- parkachtige structuur mogelijk en haalbaar door in het dennenbos een dunning toe te staan. Deze dunningswerken dienen nog door de aanvrager met een nieuwe omgevingsvergunning aangevraagd te worden.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het behoud van de aangeduide bos-parkstructuur over een afstand van 25m gemeten vanaf de achterperceelsgrens, zoals in oranje aangeduid op het plan: rooiplan-voorwaarden. De te behouden bos-park zone is uitdunbaar via een nog in te dienen nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag.  In de tuinzone is de waardevolle boom te behouden;

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.500 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 3 september 2020 onder referentie 20-216420, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het bijgevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-216420.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 2.427m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage van 8.882,82 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort worden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 september 2020 onder referentie L-21-206/192660, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:

o        de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

o        het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);

o        de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);

o        het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);

o        de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;

o        deze lijst is niet limitatief.

  • Ligging volgens het zoneringsplan:

o        De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA zal dienen aangesloten te worden op een IBA (individuele behandeling van afvalwater).
  • De IBA dient te voldoen aan de voorwaarden van Pidpa-Riolering.
  • De RWA en het effluent van de IBA dienen afgevoerd te worden naar de open gracht langsheen de Silvesterlaan.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting buitendienstkranen. Dit herbruik is ontoereikend. Minstens dienen ook alle wc’s en eventueel wasmachines mee aangesloten worden voor herbuik.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 3.800 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en minimum 6,08m² (effectief 8,08m²) infiltratie oppervlakte.
    De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn.
    Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van alle afvalwater is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan. De minimum inhoud dient 3.000 liter te bedragen.
  • De overloop dient aangesloten te worden op de IBA (waterzuiveringsinstallatie).
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

o        Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 8 oktober 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de gewestelijke verordening hemelwater. 

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 30 augustus 2020 tot 28 september 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Silverlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,08m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Hof ter Linden herziening. Het BPA bepaalt dat de dakhelling maximum 45° mag bedragen. De aanvraag voorziet een dakhelling van 50°
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 10cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.800 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,08m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de afvoerleidingen van fecaliën dient aangesloten te worden op een septische put.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Wijnegemsteenweg 92 - Bouwwerken Versnel BVBA - het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 6 woonentiteiten en een ondergrondse garage - OMG 2020/385

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 april 1954 - sgr1954/509
  • bergplaats voor diepvrieswagens - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 november 1982 - 1982/39
  • verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 juli 1982 - 1982/78

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bouwwerken Versnel BVBA, op 17 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 92.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 6 woonentiteiten en een ondergrondse garage.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 14 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 27 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 20 september 1968.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds de periode tussen 1900 en 1918 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel zijn nog twee duiventillen aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 191,95m² op een perceel van circa 1.575,44m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen en meergezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door (half) open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 6 woonentiteiten en een ondergrondse garage op een perceel van 1.575,44m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 6,00m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 20,64m op een kavelbreedte van 23,64m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 9,45m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat. De gevels worden opgetrokken in lichtgrijze gevelsteen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel bedraagt 286,69m².

De toegang tot het perceel is 3,00m breed. De oprit ligt op minimum 0,94m van de rechter perceelsgrens. Achter de meergezinswoning worden twee terrassen van telkens 18,90m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 156,4m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 18 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst bestaande gebouwen af te breken en meergezinswoning te bouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Om het groene gemeentelijke karakter te versterken kan een beperkte heraanplanting met bomen uitgevoerd worden.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het groene karakter van de gemeente versterken door een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 4 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
Gemeentelijke themaconsulent woonbeleid

 

  • Het advies van gemeentelijke themaconsulent woonbeleid afgeleverd op 16 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Aan het gebouw wordt nummer 92 toegekend (geen inschrijving). De appartementen krijgen volgende huisnummering:

o        92 bus 1: gelijkvloers links (0.1);

o        92 bus 2: gelijkvloers rechts (0.2);

o        92 bus 3: eerste verdieping links (1.1);

o        92 bus 4: eerste verdieping rechts (1.2);

o        92 bus 5: tweede verdieping links (2.1);

o        92 bus 6: tweede verdieping rechts (2.2).

Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Het is niet toegestaan om andere of bijkomende huisnummering te gebruiken.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 18 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Parkeergebouw

Betreffende elektrische en hun laadvoorzieningen adviseert de brandweer de eigenaar/beheerder van parkeergarages om volgende algemene praktische maatregelen te nemen om de kans op en de effecten van een brand in een (ondergrondse) parkeergarage te beperkten:

o        Plaats voertuigen zo ver mogelijk uit elkaar.

o        Parkeer elektrische voertuigen zo dicht mogelijk bij de in- of uitrit.

o        Plaats laadpalen:

  • Zo dicht mogelijk bij de in- of uitrit.
  • Bij voorkeur onder afvoerkanalen of op goed geventileerde plaatsen.
  • Niet nabij (nood)uitgangen.

o        Zorg voor een deugdelijke aanrijdbeveiliging van de laadpalen.

o        Pleeg direct onderhoud bij zichtbare defecten of beschadigingen van de laadvoorzieningen. Gebruik alleen goedgekeurde en onbeschadigde laadkabels.

o        Plaats een noodstop/noodknop bij de toegang of strategische plaats, zodat bij calamiteiten de gehele laadvoorziening kan worden uitgeschakeld met één handeling.

o        Zorg voor een snelle detectie van een brand door het voorzien van een aan het risico aangepast detectiesysteem.

o        Zorg voor duidelijke instructies, zodat gebruikers van parkeergarages weten hoe zij moeten handelen bij calamiteiten.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 3 september 2020 onder referentie 46889121, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op basis van het standaardvermogen van 9,2kVA per wooneenheid en 22,2kVA voor de algemene delen en eventuele commerciële panden is uw project aansluitbaar op het bestaande elektriciteitsnet.
    Op basis van het standaardvermogen van 6m³/h per wooneenheid is uw project aansluitbaar op het bestaande gasnet.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 7 september 2020, luidt: gunstig.
    De percelen zijn niet gelegen binnen de beschermingszones van een drinkwaterwinning van Pidpa. Er zijn geen beperkende bepalingen van toepassing. 

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 september 2020 onder referentie L-21-205/192648, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Wijnegemsteenweg.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten gelijkvloers en buitenkranen. Wij adviseren dat alle toiletten en eventueel wasmachines mee aangesloten worden voor herbruik.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 8.874,75 liter (effectief 8.858 liter) infiltratievolume en minimum 14,15m² (effectief 16,56m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn.
    Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de te slopen woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe aansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • Standaard huisaansluiting: een huisaansluiting met een diameter van 160mm waarbij de bovenkant van de buis 50cm onder het maaiveld ligt ter hoogte van de rooilijn.
  • De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 4 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

o        Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

o        Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor oplevering dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus.

o        De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

o        Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

Na de werken kunnen de bewoners eenvoudig aansluiten op de nutsvoorzieningen voor telefonie-, internet- en televisiediensten. Hiervoor kan de aanvrager terecht bij de klantendienst.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 18 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Er is een netuitbreiding nodig om dit project aansluitbaar te maken.

De kosten van deze uitbreiding zijn ten laste van de aanvrager.

  • Het technisch ontwerp en de offerte kan de aanvrager verkrijgen bij Telenet.
  • Bij afbraak van gebouwen waarop Telenet kabels zijn bevestigd is het belangrijk om minstens 8 weken voor de start van de werken Telenet op de hoogte te brengen.
  • Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 24 augustus 2020 tot 22 september 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijnegemsteenweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 8.858 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,56m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 6 woonentiteiten en een ondergrondse garage is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 6 woonentiteiten omvat, moeten er 9 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voorziet 9 parkeerplaatsen waarvan 1 toegankelijk voor andersvaliden. De parkeerplaatsen zijn minimum 2,60m breed en 5,50m diep. Er wordt een fietsenberging voor 17 fietsen voorzien in de kelder. De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet het oprichten van een gebouw met een bruto volume van meer dan 2.000m³. De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen bezwaren ingediend.
    De aanvraag voorziet de inplanting op 6m uit de rooilijn, in tegenstelling van de aanpalende gebouwen die ingeplant zijn op de rooilijn. Hierdoor kan er een groen voortuinstrook aangelegd worden. Om het groene karakter van de gemeente te bewaren en het hitte-eiland effect te verbeteren dient de voortuinstrook ingericht te worden met streekeigen groenaanplanting en mag er geen bijkomende verharding geplaatst worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 32cm boven de straatpas. Bovenop de parkeergarage wordt een teelaarde laag van 60cm voorzien.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Er wordt een gezamenlijke afvalberging voorzien. Elke woongelegenheid heeft een individuele berging van minimum 8,10m². Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 18,90m². De terrassen worden inpandig voorzien. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent woonbeleid naleven;
  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 8.844,75 liter en een infiltratieoppervlakte van 14,15m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de 9 autostaanplaatsen dienen steeds deel uit te maken van het project en mogen niet verhuurd of verkocht worden aan derden;
  • er dient te worden voldaan aan een financiële last van 2.500 euro per woonunit voor het onthardingsfonds. Hiermee kunnen acties uit het natuurplan gerealiseerd worden;
  • de voortuinstrook dient ingericht te worden met streekeigen groenaanplantingen en er mag geen bijkomende verharding geplaatst worden;
  • alle platte daken, met uitzondering van terrassen, dienen uitgevoerd te worden als groendaken voor het gedeelte dat niet voorzien wordt van hernieuwbare energietechnieken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - van de Wervelaan 8-20 - het afbreken van de bestaande woningen en het bouwen van 3 meergezinswoningen met in totaal 29 woonentiteiten - advies GECORO - OMG 2020/397

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          wijziging dak - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 september 2000 - 2000/267

          het aanleggen van een zwemvijver en terras - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 oktober 2012 - 2012/210

          bouwen van eiken bijgebouw in de tuin - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 juni 2012 - 2012/118

          bouwen van een openluchtzwembad van 35 m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 juni 2009 - 2009/156

          het plaatsen van een afdak voor motorhome - weigering door college van burgemeester en schepenen - 6 juni 2011 - 2011/44

          regularisatie veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 maart 2010 - 2010/62

          veranderingswerken aan de voorgevel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 april 2006 - 2006/95

          bouwen van een doorzichtig afdak met glazen tochtwanden - weigering door college van burgemeester en schepenen - 30 januari 2006 - 2005/160

          herstelling voorgevel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 september 1955 - 1955/126

          winkel en woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 september 1986 - 1986/51

          bouwen appartementen, winkels en garages - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 september 1988 - 1988/151

          het bouwen van een eiken bijgebouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 november 2012 - 2012/243

          villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 augustus 1951 - 1951/55

          verbouwen van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1989 - 1989/98

          uitbreiden van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 oktober 1990 - 1990/234

          prefab-garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 1983 - 1983/21

          woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 1977 - 1977/104

          landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juni 1977 - 1977/14

          aanleggen van een plantenserre in glas - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 april 2003 - 2003/110

          woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 december 1975 - 1975/193

          bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 oktober 1996 - 1996/289

          verbouwen van de woning - weigering door de deputatie - 6 maart 1997 - 1996/112

          verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juni 1974 - 1974/57

          aanleg zwembad + rooien bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 2001 - 2001/354

          premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juni 1959 - 1959/93

          premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 november 1956 - 1956/153

          villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 november 1950 - 1950/92

          Verkavelingsvergunning(en)

          wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door stedenbouw - 23 mei 1973 - 1973/12

          nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 20 maart 1969 - 1969/2

          Stedenbouwkundige attest(en)

          woongebied - negatief door college van burgemeester en schepenen - 8 augustus 2000

 

Feiten en context

Dossiergegevens
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Koen De Meyer, STEEN VASTGOED NV en Van Wellen Real Estate Development NV, op 24 juli 2020 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres van de Wervelaan 10, 12, 14, 16, 20 en 8.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande woningen en het bouwen van 3 meergezinswoningen met in totaal 29 woonentiteiten.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 10 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 december 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 1.3.3. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 1 september 2009
Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft ingevolge deze codex, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 maart 2020
Punten kunnen op de agenda van de GEDORO worden geplaatst door het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de voorzitter of alle leden.

 

Argumentatie

          De aanvraag heeft een grote impact op de omgeving en op de goede ruimtelijke ordening van de kern van Schilde.

          Het college van burgemeester en schepenen kan de GECORO om advies vragen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de omgevingsvergunningsaanvraag OMG 2020/397 voor te leggen aan de GECORO voor advies.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Oudaen 9 - het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte - advies GECORO en zaak van de wegen - OMG 2020/414

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          uitbreiding fietsenparking (660 m\ verharding met dolomiet) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 februari 2001 - 2000/310

          uitbreiden van parking - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 februari 1991 - 1990/254

          Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

          het tijdelijk aanleggen van een werfweg, fietspad en voetpad tijdens de afbraak- en bouwwerken - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 9 juli 2018 - OMG 2018/261

 

Feiten en context

          Dossiergegevens
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door COSTERMANS PROJECTEN NV en de heer David Costermans, op 5 augustus 2020 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudaen 9.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 oktober 2020. De uiterste beslissingsdatum is 4 april 2021.

 

          Planologische context
Het goed ligt in woongebieden, woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde en woonuitbreidingsgebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
de gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

          Bestaande toestand
Het betreft onbebouwd woonuitbreidingsgebied van circa 36.854m² groot.
Het perceel is gelegen in de dorpskern.
In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, meergezinswoningen en een school.
Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen: Oudaen en Moerstraat. Beiden zijn voldoende uitgerust en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.
Het perceel is gelegen in een beschermd dorpsgezicht.
Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

          Nieuwe toestand
De aanvraag gaat over het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking (project zone: 23.483m²) en het bestendige van circa 13.371m² als groene ruimte op een perceel van 36.854m². Er worden geen bomen gerooid.

          Het groepswoningbouwproject
De aanvraag voorziet 3 bouwvolumes die ondergronds verbonden zijn doormiddel van een parkeergarage. Er worden 42 woonunits en 84 autostaanplaatsen voorzien

          Blok 1 wordt ingeplant tot op 21,98m van de Oudaen, op 20,9m van de perceelsgrens met Oudaen 7 perceelsgrens en op 19,4m voor blok 3. Blok 1 is 39,3m breed en 18,50m diep.

          Blok 2 wordt ingeplant tot op 21,98m van de Oudaen, op 135m van de nieuwe perceelsgrens aan de Moerstraat en op 15,80m rechts van blok 1. Blok 2 is 41,2m breed en 18,50m diep.

          Blok 3 wordt ingeplant tot op 8,32m van de Moerstraat, op 16,6m van de perceelsgrens met Moerstraat 12A, op 26,2m van de perceelsgrens met Moerstraat 14 en op 19,4m voor blok 3. Blok 1 is 60,4m breed en 18,50m diep.

Alle gebouwen hebben 4 bouwlagen en zijn afgewerkt met een platdak. De maximum hoogte bedraagt 13,60m. De gevels worden opgetrokken in beige/grijze natuursteen. De daken worden deels voorzien als intensieve groendaken.
De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 2.452,36m².
De toegang tot het perceel bevindt zich lang de Moerstraat, de uitrit bevindt in de Oudaen.

          Een park
Er wordt een open groen park aangelegd. Het park wordt aangelegd tussen de publieke parking en het groepswoningbouwproject. Centraal in het park wordt een wadi voorzien als infiltratiebekken voor het volledige bouwproject. Het park zal geheel publiek toegankelijk zijn.

          De gemeenteweg en publieke parking
De rijweg wordt verlegd zodat het gemotoriseerd verkeer gescheiden wordt van de zwakke weggebruikers ter hoogte van het einde van de pastorij. De nieuwe rijweg sluit achteraan terug aan op de bestaande rotonde. Er wordt een groenbuffer met “kiss and ride-strook” voorzien tussen de rijweg en het fiets- en voetpad.
Aan de andere zijde van de rotonde wordt de publieke parking ingeplant. De publieke parking bevat 78 parkeerplaatsen, waarvan 5 voorbehouden plaatsen voor andersvalide. De parking wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding.
De bestaande wandelpaden, het Koosterpad en de Hoefkensweg worden niet gewijzigd.

 

Juridische gronden

          Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning
De gemeenteraad is bevoegd voor de zaak van de wegen

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Beslissingen die de wet, het decreet of het uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt.

          Artikel 8 van het decreet houdende de gemeentewegen
Niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.

          Artikel 1.3.3. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft ingevolge de VCRO, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De aanvraag tot omgevingsvergunning heeft een grote impact op de dorpskern van 's-Gravenwezel. Het dossier zal ter advies worden voorgelegd aan de GECORO.

          De gemeenteraad moet zich uitspreken over voorgelegde principes: de aanvraag voorziet de heraanleg van de gemeenteweg Oudaen op een andere plaats. De aanvragers wensen de parking en het park over te dragen aan de gemeente (zoals in blauw gearceerd op het plan BA_OPENBAARDOMEIN_I_N_08_rooilijnplan). Het onderhoud van het park en wegenis wordt voorzien door de gemeente.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ingediende aanvraag voor het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte aan de Oudaen 9 (OMG 2020/414).

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning ter advies voor te leggen aan de GECORO.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist de goedkeuring van de grondoverdracht en heraanleg van de Oudaen voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Turnhoutsebaan 319-321 - het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonentiteiten- advies GECORO - OMG 2020/481

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige vergunning(en)

          overdekte parkeerruimte - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 oktober 1993 - 1993/214

          Omgevingsvergunning(en) - verkavelen gronden of bijstellen

          het verkavelen in 6 loten - voorwaardelijk vergund door deputatie - 17 februari 2020 - OVK 2019/12

 

Feiten en context

Dossiergegevens
Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Christophe Jacobs en CODIC BELGIQUE - CODIC BELGIE NV, op 7 september 2020 ontvangen.
De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 319/321 en 321.
De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.
Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande gebouwen en het bouwen van een meergezinswoning met 31 woonentiteiten.
Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 6 oktober 2020. De uiterste beslissingsdatum is 19 januari 2021.

 

Juridische gronden

          Artikel 1.3.3. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 1 september 2009
Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft ingevolge deze codex, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 maart 2020
Punten kunnen op de agenda van de GECORO worden geplaatst door het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de voorzitter of alle leden.

 

Argumentatie

          De aanvraag heeft een grote impact op de omgeving en op de goede ruimtelijke ordening van de kern van Schilde.

          Het college van burgemeester en schepenen kan de GECORO om advies vragen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de omgevingsvergunningsaanvraag OMG 2020/321 voor te leggen aan de GECORO voor advies.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

RUP De Vogelenzang - ontwerp - RUP - voorlopige vaststelling en raadscommissie

 

 

Voorgeschiedenis

          23 augustus 2016 - de gemeenteraad levert een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af aan de Vogelenzang BVBA, Wijnegemsteenweg 193 te Schilde

          4 september 2017 - goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van de lijst uit te nodigen firma's voor het bestek 2017-039

          18 september 2017 - goedkeuring van het bestek 2017-039 door de gemeenteraad

          29 november 2017 - gunning van de opdracht opmaak Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) De Vogelenzang aan Antea

          12 november 2018 - goedkeuring start- en procesnota

          28 januari 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist:

          De planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren

          Om volgende eigenaars van percelen persoonlijk aan te schrijven:

          grenzend aan het plangebied

          Victor Frislei, Vogelsank, Broekstraat en Wijnegemsteenweg (tussen Galgenstraat en Pater Nuyenslaan)

          Om het participatiemoment te laten doorgaan in het Dorpshuis in 's-Gravenwezel

          11 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

          25 februari 2019 - start publieke raadplegingsperiode

          13 maart 2019 - participatiemoment

          26 april 2019 - einde publieke raadplegingsperiode

          7 oktober 2019 - kennisname opmerkingen uitbater De Vogelenzang op verslag en besluit deze mee te nemen in verdere procedure RUP

          9 december 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist om niet akkoord te gaan met de meerprijs voor de wijziging van de buurtweg en besluit om de optie van de wijziging via een omgevingsvergunningsaanvraag te onderzoeken

          13 januari 2020 - het college van burgemeester en schepenen keurt de scopingsnota goed

          10 februari 2020 - vergadering planteam

          27 juli 2020 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorontwerp-RUP De Vogelenzang, de nota met opmerkingen van De Vogelenzang van 7 april 2020, de opmerkingen van studiebureau Antea van 22 april 2020, het bedrijfsvervoersplan met bijlage van 6 juli 2020 en het verslag van het overleg van 3 juli 2020. Het college van burgemeester en schepenen keurt de technische opmerkingen op de voorschriften goed. Het college van burgemeester en schepenen keurt de memo met voorstel tot aanpassingen op de voorschriften goed. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het voorontwerp-RUP voor te leggen aan een adviesronde. Het aangepaste voorontwerp-RUP wordt voorafgaande nogmaals voorgelegd aan het college van burgemeester ter goedkeuring.

          17 augustus 2020 - het college van burgemeester en schepenen keurt het voorontwerp-RUP goed en beslist om het voor te leggen aan een schriftelijke adviesronde.

          15 september 2020 - start schriftelijke adviesronde

          21 september 2020 - het college van burgemeester en schepenen zet maximaal in op de opmaak van het RUP De Vogelenzang met het oog op een correcte juridische oplossing en meester Reiner Tijs aan te stellen voor o.a. de juridische advisering bij de opmaak van het RUP De Vogelenzang.

          9 oktober 2020 - einde schriftelijke adviesronde

 

Feiten en context

De adviezen van de adviesinstanties uitgebracht tijdens de schriftelijke adviesronde werden verwerkt in het ontwerp-RUP.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en inhoud van ruimtelijke uitvoeringsplannen.

          Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM) van 5 april 1995 en latere wijzigingen.

          Decreet van 27 april 2007 inzake milieueffectenrapportage over plannen en programma's plan-m.e.r.-decreet

          Besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectenrapportage over plannen en programma's

          Decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten van 1 juli 2016

          Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2017 betreffende het geïntegreerd planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectenbeoordelingen

          Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen

 

Inspraak en advies

          Volgende adviezen werden gegeven tijdens de schriftelijke adviesronde:

          Het Agentschap Onroerend Erfgoed - 9 oktober 2020 -geen advies

          Het Agentschap voor Natuur en Bos - 21 oktober 2020 -gunstig advies zonder voorwaarden

          Provincie Antwerpen - 1 oktober 020 - voorwaardelijk gunstig advies

          Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening Schilde - 29 september 2020 - gunstig advies met voorwaarden

          Departement Omgeving - 8 oktober 2020 - geen advies

          Departement Landbouw en Visserij - 8 oktober 2020 - gunstig advies met voorwaarden

          Departement Mobiliteit en Openbare Werken - 12 oktober 2020 (laattijdig) - gunstig advies zonder voorwaarden

          Advies van Forum Advocaten van 26 oktober 2020 - motivering van het RUP De Vogelenzang na het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 augustus 2020.

 

Argumentatie

          Motivering: Het ontwerp - RUP De Vogelenzang wordt conform artikel 2.2.18.§1 tweede lid VCRO opgemaakt op grond van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Het plangebied is overeenkomstig het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gelegen in de hoofdruimte 'Groengordel - deel I'.

In het richtinggevend gedeelte van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt als algemeen beginsel het hierna volgende bepaald: binnen de woonparken moet er een maximale verwevenheid zijn met andere - met wonen aanvaardbare - bestaande functies mits deze zodanig ingeplant en uitgewerkt zijn dat ze niet storen in het residentiële karakter: het gaat hier over bestaande (lokale) scholen, tennisbanen, restaurants, ... Deze bestaande elementen worden beschouwd als een meerwaarden, verrijking van de woonparken en zullen optimale (binnen het wonen aanvaardbare) kansen krijgen. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet toegelaten.

De horecazaken 'De Vogelenzang' en 'The Old Birdy' betreffen beiden bestaande functies binnen het plangebied. Beiden worden beschouwd als een meerwaarde en verrijking van de woonparken en bestaande omgeving. Het succes van beide horecazaken heeft echter tot gevolg dat de bestaande (vergunde) constructies onvoldoende capaciteit hebben om hun bezoekers te verwelkomen. De instandhouding van deze horecazaken vereist dan ook concrete uitbreidingsmogelijkheden voor de huidige bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van het residentiële karakter in de omgeving.

Daarnaast wordt de omgeving, ingevolge de exploitatie van beide horecazaken, geconfronteerd met een parkeerdruk en met een geluidstoename. Dit heeft tot gevolg dat het residentiële karakter en de rust in de omgeving onder druk komt te staand. De instandhouding van beide horecazaken, met respect voor de omgeving, vereist derhalve dat ook hieromtrent voorschriften worden voorzien.

Het RUP De Vogelenzang strekt tot het instandhouden van deze bestaande functies, op een manier die voor de omgeving geen, minstens geen onaanvaardbare, hinder teweeg brengen.

De gemeenteraad heeft op 23 augustus 2016 een planologisch attest afgeleverd voor de horecazaak De Vogelenzang. Bij arrest van 25 augustus 2020 oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen dat voormeld planologisch attest onwettig is. Voormeld planologisch attest, hoewel niet vernietigd, kan dan ook niet langer als rechtsgrond voor de opmaak van het RUP gelden. Wel worden de opmerkingen van de Raad voor Vergunningsbetwistingen die verband houden met de wettigheid van dit attest en die van belang kunnen zijn bij de zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming van het RUP, meegenomen bij de uitwerking van het RUP.

          Waterparagraaf: overwegende dat in toepassing van artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 alle uitvoeringsplannen dienen te worden onderworpen aan een watertoets.

Het plangebied bevindt zich niet nabij een grondwaterwingebied of beschermingszone. Het plangebied is wel deels aangeduid als infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied is gedeeltelijk matig (type 2) en gedeeltelijk zeer (type 1) gevoelig voor grondwaterstroming. Het plangebied is volledig gelegen binnen een zone die zeer grondwaterkwetsbaar is. Het plangebied is voor een groot gedeelte gelegen in mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is tenslotte gelegen in centraal gebied volgens de zoneringsplannen van VMM. In de onmiddellijke omgeving van het plangebied bevinden zicht geen waterlopen.

Het gebied wordt als zeer grondwaterstromingsgevoelig gebied (type 1) gekarteerd. Het plan betreft in hoofdzaak het behoud van bestaande infrastructuur van beide horecazaken. Bijkomende ondergrondse constructies worden dan ook niet verwacht. Ondergrondse constructies dienen in omvang en diepte te worden beperkt.

Gezien de mogelijke overstromingsproblematiek in het plangebied kan ervan uitgegaan worden dat het extra verharden in functie van parking een effect kan hebben op de overstromingsgevoeligheid van het gebied. Gezien het gebied ter hoogte van de parkinguitbreiding niet infiltratiegevoelig is zal het effect op de infiltratiegevoeligheid van de bodem eerder beperkt zijn. Maatregelen die moeten worden genomen kaderen eerder in het opvangen en bufferen van afvloeiend hemelwater met de focus op hergebruik en vertraagde afvoer van overtollig hemelwater.

Elke omgevingsvergunning dient te voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Binnen het ontwerp - RUP De Vogelenzang worden volgende aanbevelingen meegenomen:

          verhardingen moeten maximaal in waterdoorlatende materialen worden uitgevoerd;

          het plangebied is gelegen in 'potentieel' overstromingsgevoelig gebied. In het plan zal hier mee rekening worden gehouden door 'het vrijwaren van voldoende ruimte dewelke 'mag' overstromen, 'het beperken van ophogingen of innemen van bergingsruimte', 'het beperken van de verhardingsgraad', ...

          in de stedenbouwkundige voorschriften van het ontwerp - RUP De Vogelenzang wordt opgenomen dat:

          de parkeerplaatsen moeten worden uitgevoerd in grasdallen;

          de circulatiezones in het kerndeel van de parking zijn te voorzien in waterdoorlatende materialen;

          het tweede deel (overloopgedeelte) van de parking moet geheel in grasdallen uitgevoerd worden, zowel de parkeervlakken als de circulatiezones.

Indien wordt voldaan aan de geldende regelgeving en mits in achtneming van de aanbevelingen kan in alle redelijk worden geoordeeld dat het ontwerp - RUP De Vogelenzang verenigbaar is met het watersysteem en geen schadelijke effecten op de waterhuishouding zal veroorzaken.

          Verkavelingen: binnen de plangrenzen van het RUP De Vogelenzang bevinden zich geen verkavelingen die volledig of gedeeltelijk dienen te worden opgeheven.

          Het ontwerp - RUP De Vogelenzang is in overeenstemming met de geldende structuurplannen en de relevante regelgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het ontwerp - RUP De Vogelenzang over te maken aan de gemeenteraad tot voorlopige vaststelling.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het dossier voor te leggen aan de raadscommissie op 7 december 2020.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

RUP Turnhoutsebaan Oost - voorontwerp - RUP - plan-MER plicht en plenaire vergadering

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de visie goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de procedure en de lijst van de uit te nodigen firma's goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          19 februari 2018 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          4 juni 2018 - het college van burgemeester en schepenen stelt D+A Consult aan als ontwerpen voor de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan - Oost

          2 juli 2018 - startvergadering planteam

          10 oktober 2018 - tweede vergadering planteam

          5 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de facturatieschijven goed

          12 november 2018 - college van burgemeester en schepenen keurt een mobiliteitsonderzoek goed naast de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan Oost. Het college van burgemeester en schepenen stelt hiervoor studiebureau SUUNTA in samenwerking met D+A Consult nv aan

          23 november 2018: derde vergadering planteam

          30 november 2018 en 1 december 2018: telling van de in- en uitritten van de parkings en parkeerbezetting in functie van mobiliteitsonderzoek

          14 januari 2019 - goedkeuring start- en procesnota. Het college van burgemeester en schepenen beslist op 14 januari 2019 om te onderzoeken of het plangebied kan uitgebreid worden met de zone rond het uitvaartcentrum

          28 januari 2019 - college van burgemeester en schepenen beslist om het plangebied niet uit te breiden

          4 februari 2019 - college van burgemeester en schepenen keurt de planning van fase 1 goed

          25 februari 2019 - college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

          8 juli 2019 - overleg planteam over aanzet scopingnota

          5 augustus 2019 - college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het planteam

          19 & 20 november 2019 - extra infomoment voor buurtbewoners per zone

          18 december 2019 - overleg planteam

          30 januari 2020 - bilateraal overleg departement Omgeving, provincie Antwerpen, Agentschap voor Natuur en Bos, AWV en MOW

          9 maart 2020 - college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de geformuleerde standpunten mits enkele aanpassingen.

          8 juni 2020 - het college van burgemeester en schepenen beslist om het RUP niet op te splitsen in deelplannen.

          15 juni 2020 - overleg BIMMO

          30 juni 2020 - overleg BIMMO

          5 augustus 2020 - overleg AWV en MOW met betrekking tot de mobiliteitsstudie

          12 november 2020 - overleg BIMMO

 

Feiten en context

          Studiebureau D+A bezorgt de gemeente de afgeronde mobiliteitsstudie, de scopingsnota versie advies team-MER en het voorontwerp - RUP.

          BIMMO bezorgt op 17 november 2020 per mail de opmerkingen op de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot artikel 4, 5 en 6.

          Nota 20201117_memo004_opmerkingen_aanvulling.pdf geeft een overzicht van de opmerkingen op de scopingsnota versie plenaire vergadering / versie advies team-MER en de stedenbouwkundige voorschriften versie plenaire vergadering.

          De scopingsnota bouwt voort op de startnota en bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Door het opmaken van de scopingnota wordt er richting gegeven aan het onderzoek voor wat betreft het plan zelf en de effecten.

Indien in de startnota gemotiveerd wordt dat het plan geen aanzienlijke effecten kan hebben, dan moet de dienst Mer dit in de scopingnota bevestigen voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp-RUP. De dienst Mer zal bij de beoordeling rekening houden met de adviezen en de resultaten van de participatie.

De goedgekeurde scopingsnota en mobiliteitsstudie worden gepubliceerd op de website en opgeladen op het DSI - platform.

          Het voorontwerp - RUP kan worden besproken op een plenaire vergadering of enkel worden voorgelegd aan een schriftelijke adviesronde.

De plenaire vergadering is niet meer verplicht maar facultatief, dit om flexibiliteitsredenen en om tegemoet te komen aan een efficiënt planningsproces voor elke soort van RUP. Een plenaire vergadering dient om het ontwerpplan waarbij de resultaten van de uitgevoerde effectbeoordelingen mee zijn opgenomen te bespreken met de adviesinstanties. Voor RUP’s waar geen knelpunten aanwezig zijn, heeft een formele plenaire vergadering in principe geen meerwaarde. Daartegenover zijn er planningsprocessen waarbij door omstandigheden meerdere plenaire vergaderingen noodzakelijk zijn vooraleer overeenstemming kan bekomen worden bij alle betrokken actoren. Dit wordt beslist door de Vlaamse Regering (bij gewestelijke RUP's, de deputatie (bij provinciale RUP’s) of het college van burgemeester en schepenen (bij gemeentelijke RUP’s). In het geval geen plenaire vergadering wordt georganiseerd, krijgen de betrokken adviesinstanties tijdens het planningsproces formeel de mogelijkheid om hun advies schriftelijk uit te brengen, vooraleer over de voorlopige vaststelling wordt beslist.

 

Juridische gronden

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

 

Argumentatie

          In de scopingnota werden de adviezen en inspraakreacties verwerkt en wordt aangegeven welke overwegingen hierbij hebben meegespeeld. De resultaten van de mobiliteitsstudie werden eveneens meegenomen.

          De mobiliteitsstudie en de scopingsnota versie advies team - MER dienen te worden voorgelegd aan het team MER met betrekking tot de plan-MER-plicht.

          Gezien de complexiteit van het dossier is het aangewezen om een plenaire vergadering te organiseren waarop het voorontwerp-RUP Turnhoutsebaan Oost kan besproken worden met de adviesinstanties.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mobiliteitsstudie, de scopingsnota versie advies team - MER en het voorontwerp - RUP.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de e-mail van 17 november 2020 van BIMMO en de nota van 17 november 2020 met opmerkingen op het voorontwerp - RUP.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen keurt de scopingsnota versie advies team - MER en de mobiliteitsstudie goed en beslist deze over te maken aan het team - MER met betrekking tot de plan - MER plicht.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen keurt de nota van 17 november 2020 met opmerkingen mits bemerkingen goed.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen keurt het voorontwerp - RUP goed mits aanpassingen zoals opgenomen in de nota van 17 november 2020.

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen beslist het voorontwerp - RUP ter advies voor te leggen aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO).

Artikel 7. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een plenaire vergadering te organiseren waarop het voorontwerp - RUP Turnhoutsebaan zal worden besproken. De plenaire vergadering zal doorgaan op donderdag 17 december om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

RUP Turnhoutsebaan - Oost - meerjarenplanning

 

 

Feiten en context

Ruimtelijke uitvoeringsplan RUP Turnhoutsebaan Oost

          MJP 001201 RUP - Turnhoutsebaan Oost. Budget:

          2020: 20.000,00 euro

          2021: 20.000,00 euro

          2022: 32.000,00 euro

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Het plangebied van het RUP Turnhoutsebaan - Oost omvat een recreatiezone die in aanmerking komt voor het bouwen van een gemeentelijke sporthal. Door de hoogdringendheid van deze sporthal is het belangrijk dat het RUP zo snel mogelijk wordt gerealiseerd.

          Door prioriteit te geven aan het RUP Turnhoutsebaan Oost zal dit consequenties hebben:

          op het budget: het budget van 2022 zal (deels) moeten voorzien worden in 2021;

          op andere projecten: zullen mogelijks in tijd naar achteren schuiven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het RUP Turnhoutsebaan Oost prioriteit te geven.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige budget vrij te maken in 2021 bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 26 november 2020 tot en met 25 december 2020

Bunder 8

het regulariseren van een openlucht zwembad, verhardingen en een tuinmuur om en rond de bestaande woning

OMG 2020/617

van 26 november tot en met 25 december 2020

Lijsterdreef 4

het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning en regularisatie van een bijgebouw

OMG 2020/566

van 16 november 2020 tot en met 15 december 2020

Torfheidedreef 4 en 6

het bijstellen van de perceelsgrensen van lot 24, 25 en 26

OVK 2020/22

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Recht van voorkoop - aanbieding pand - Huldekens 38

 

 

Feiten en context

          De panden die opgenomen zijn in het leegstandsregister of in de lijst onbewoonbare woningen, worden bij verkoop aangeboden door de VLM via het e-voorkooploket.

          Het recht van voorkoop is een instrument voor de overheidsinstellingen om hun opdracht van openbaar nut te realiseren op hun werkingsdomeinen (onder andere natuurbehoud, ruimtelijke ordening, woonbeleid, waterbeleid, scheepvaart, enz...)

          Op 17 november 2020 werd een nieuwe aanbieding gemeld onder nummer 128382.

          De aanbieding betreft een pand dat op de leegstand staat en een aanpalend onbebouwd perceel. In de overeenkomst is opgenomen dat de ene verkoop verbonden is aan de andere verkoop, en dat het voorkooprecht voor beide goederen samen moet worden aangeboden.

 

Juridische gronden

          Titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Artikel 85 tot en met 89 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Titel 3, hoofdstuk 1, artikel 27 tot en met 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen
Bepaling betreffende recht van voorkoop

          Artikel 56, §3. 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgesteld algemene regels.

 

Argumentatie

          Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woonparkgebied.

          Het perceel leent zich omwille van de ligging en de richtlijnen niet om een opdracht van algemeen nut te realiseren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het voorkooprecht niet uit te oefenen

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanbiedingsdossiers niet te agenderen op het vast bureau.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Recht van voorkoop - aanbieding pand - Turnhoutsebaan 20

 

 

Feiten en context

          De panden die opgenomen zijn in het leegstandsregister of in de lijst onbewoonbare woningen, worden bij verkoop aangeboden door de VLM via het e-voorkooploket.

          Het recht van voorkoop is een instrument voor de overheidsinstellingen om hun opdracht van openbaar nut te realiseren op hun werkingsdomeinen (onder andere natuurbehoud, ruimtelijke ordening, woonbeleid, waterbeleid, scheepvaart, enz....)

          Op 18 november 2020 werd een nieuwe aanbieding gemeld onder nummer 128460

 

Juridische gronden

          Titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Artikel 85 tot en met 89 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
Bepalingen betreffende recht van voorkoop

          Titel 3, hoofdstuk 1, artikel 27 tot en met 30 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen
Bepaling betreffende recht van voorkoop

          Artikel 56, §3. 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgesteld algemene regels.

 

Argumentatie

          Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woongebied en ligt in het BPA Ruiterskuil.

          Het perceel leent zich omwille van de ligging en de richtlijnen niet om een opdracht van algemeen nut te realiseren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het voorkooprecht niet uit te oefenen

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanbiedingsdossiers niet te agenderen op het vast bureau.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Molenstraat 131 - Erwin Smulders - het vellen van 1 Amerikaanse eik - VB 2020/585

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 april 1966 - 1966/39

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Erwin Smulders op 21 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Molenstraat 131.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 Amerikaanse eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 4 januari 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door (half)open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 Amerikaanse eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Molenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aan de stamvoet inrottingsverschijnselen vertoont. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - gemeente Schilde - het vellen van 1 berk op de wegberm ter hoogte van de Speelhofdreef 41 - VB 2020/597

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 27 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk op de wegberm ter hoogte van de Speelhofdreef 41.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 11 januari 2021.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 4, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 berk op de wegberm.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Speelhofdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aftakelend is als gevolg van tonderzwamaantasting. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: . Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - gemeente Schilde - het vellen van een Zweedse lijsterbes op de wegberm ter hoogte van de De Zevenster 30 - VB 2020/598

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 27 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van een Zweedse lijsterbes op de wegberm ter hoogte van de De Zevenster 30.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 11 januari 2021.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van een lijsterbes.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Zevenster een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Jagershoek 14 - Bergen Boomverzorging BVBA - het vellen van 1 den - VB 2020/603

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • verbouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 mei 1988 - 1988/109
  • het aanleggen van een zwembad in open lucht - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 juli 2004 - 2004/177
  • verbouwing bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 augustus 2001 - 2001/219
  • buitenverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 januari 1958 - 1958/06

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bergen Boomverzorging BVBA op 29 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Jagershoek 14.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 11 januari 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Jagershoek een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Kroondreef 5A - Joris Ecran - het vellen van 2 Amerikaanse eiken - VB 2020/605

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        nieuwbouw woning zonder inpandig zwembad - weigering door college van burgemeester en schepenen - 15 december 2008 - 2008/311

o        afbreken van woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 oktober 2006 - 2006/289

o        het bouwen van een bijgebouw, zwembad en het vellen van 5 bomen - vergunning door de deputatie - 20 oktober 2016 - SV 2016/44

o        een nieuwbouw ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 juli 2009 - 2009/139

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 juli 1969 - 1969/76

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 2007 - 2006/13

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 november 2007 - 2007/17

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Joris Ecran op 29 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kroondreef 5A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 Amerikaanse eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 19 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 18 januari 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 Amerikaanse eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kroondreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Waterstraat 205 - de heer Arne Van Gemert en DCA NV - Melden van een tijdelijke bronbemaling - M 2020/559

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        afbreken manege-woning met stallen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juli 2008 - 2008/149

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1968 - 1968/128

o        manege - weigering door college van burgemeester en schepenen - 4 december 1971 - 1971/131

o        paardenstal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1973 - 1973/34

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 december 2008 - 2008/8

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Arne Van Gemert en DCA NV, op 6 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Waterstraat 205.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een bebouwd perceel van 8.784m² groot.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwingen met aangelegde tuinen.
Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.
De straat is voorzien van een baangracht en er ligt riolering.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

Bemaling voor de bouw van een kelder. (Nieuw)

9.184 m³/jaar

De aanvrager voorziet een tijdelijke bronbemaling voor het bouwen van een kelder.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  • Watertoets

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Milieuaspecten

De pomp heeft een debiet van 5,4m³/uur en de exploitant geeft aan dat er maximum 9.184m³ zal opgepompt worden.

Tijdens de bronbemaling is er kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.

De aanvrager geeft aan het water te lozen in de gracht.
Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     art. 53.3 van Vlarem II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
  • De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.
  • De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop.
  • De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.
  • Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Reeweide 3 - Theodorus Voortmans - het melden van een tijdelijke bronbemaling - M 2020/596

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        aanleggen van een tuinvijver met biologische plantenfilter met een oppervlakte van 50m² en een cirkelvormig filtergedeelte met straal 3m - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 maart 2007 - 2007/51

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 december 1993 - 1993/253

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 april 1990 - 1988/3

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Theodorus Voortmans, op 27 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Reeweide 3.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 26 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen. Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een bebouwd perceel van 1.937m² groot.
De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing met aangelegde tuinen.
Het perceel is gelegen in een residentiële woonwijk.
De straat is voorzien van een baangracht.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

Bronbemaling rond filter van zwemvijver voor renovatie van filter. (Nieuw)

1.000m³/jaar

De aanvrager voorziet een tijdelijke bronbemaling voor werken aan een bestaande zwemvijver.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

  • Watertoets

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Milieuaspecten

De bronbemaling bestaat uit 1 pompinstallatie.
De exploitant geeft aan dat er maximum 1.000m³ zal opgepompt worden.

Tijdens de bronbemaling is er kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.

Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

Voor het perceel ligt een baangracht waar het water kan geloosd worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

Artikel 53.3 van Vlarem II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

  • Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.
  • De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.
  • De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop.
  • De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.
  • Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Omgeving - Dobbelhoefseweg 2 - de heer Walter Verhoeven - het melden van een ondergrondse propaangastank van 1.600 liter - M 2020/599

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • het bouwen van een woning met carport en het kappen van bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 februari 2018 - SV 2017/233

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Walter Verhoeven, op 28 oktober 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Dobbelhoefseweg 2.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een ondergrondse propaangastank van 1.600 liter.

De uiterste beslissingsdatum is 27 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Het opheffen van de (alternatieve) reservatie- en erfdienstbaarheden voor het Duwvaartkanaal Oelegem - Zandvliet, goedgekeurd op 5 december 2003.Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het is een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen die dienen als weekendverblijf.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

17.1.2.2.1°

Propaangastank (Nieuw)

1.600 liter

De aanvraag gaat over het plaatsen van een ondergrondse propaantank van 1.600 liter.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Er wordt voldaan aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

De aangevraagde handelingen zijn conform met de geldende voorschriften.

 

  • Watertoets

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een ondergrondse propaangastank van 1.600l is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De propaangastank is gelegen in de groene ruimte waar enkel de toegang tot een gebouw wordt toegestaan.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De propaangastank wordt niet afgeboord met een streekeigen groenscherm. Het ontwerp integreert zich niet in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoud het bestaande grondniveau.

 

  • Milieuaspecten

Een opslagplaats voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3.000 liter ressorteert onder de klasse 3-inrichtingen van bijlage I van Vlarem II.

De melding omvat de plaatsing van een ondergrondse gastank van 1600 liter en deze zou gebruikt worden voor de opslag van propaangas. Propaangas wordt gerangschikt als een gevaarlijk gas in de groep 1 omdat het gas gekenmerkt is met gevarenpictogram GHS02 (ontvlambaar). Daarnaast is het ook als GHS04 gekenmerkt, zijnde houder onder druk.

Het propaangas wordt voor huishoudelijke doeleinden gebruikt.

Mits de exploitant de geldende algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II naleeft kan de exploitatie op een veilige en milieutechnisch verantwoorde wijze gebeuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-     Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-     Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-     Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-     Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-     Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-     art. 5.16.6 Vlarem II

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Subsidieaanvraag - natuurpunt 2020/87 gronden De Haar

 

 

Voorgeschiedenis

Op 18 mei 2020 keurde gemeenteraad van Schilde het subsidiereglement voor de aankoop van ecologisch waardevolle gronden goed.

 

Feiten en context

Door VZW Natuurpunt Schijnvallei werd op 30 juli 2020 een aanvraag voor subsidie ingediend en aangevuld met stukken op 1 oktober 2020 en 3 november 2020.
Het betreft een subsidieaanvraag voor de gronden aan de Haar.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassingen van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De aanvraag werd getoetst aan het reglement van de gemeenteraad.

          Uit het nazicht van de stukken blijkt dat de aanvraag volledig is.

          Met de ingediende stukken wordt voldoende aangetoond dat de aankoop ressorteert binnen de doelstellingen van het subsidiereglement.

          Het subsidiereglement bepaalt dat de subsidie maximum 10 % van de aankoopsom bedraagt. Hierdoor dient de subsidie beperkt te worden tot 62.894,90 euro.

          Uit het nazicht van de stukken blijkt dat aanvraag tot subsidie kadert binnen de bepalingen van het reglement.

          Binnen het beschikbare begrotingskrediet is er voldoende budget beschikbaar voor de uitbetaling.

          VZW Natuurpunt Schijnvallei voegde extra nog een engagementsverklaring toe voor een wandelweg en eventuele fietsweg tussen de Fortsteenweg en de antitankgracht.

          Er wordt gunstig advies gegeven voor de toekenning van de subsidie.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP 0660

Actie

AC 000008

Algemene rekening

6640000000

Beleidsveld

680

Bedrag

Visum financieel directeur

89.658,73 euro nog beschikbaar

20/096 van 18 november 2020

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de subsidieaanvraag van Natuurpunt Schijnvallei VZW en het rekenblad ter controle van de aanvraag en het visum van de financieel directeur.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de bijkomend ingediende engagementsverklaring.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de aanpassing van het subsidiebedrag naar 62.894,90 euro en de uitbetaling ervan aan Natuurpunt Schijnvallei VZW voor de aankoop van de gronden gelegen aan De Haar.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Adviesverlening ‘Politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 19 november 1987 paste de gemeenteraad het bestaande politiereglement van Schilde van 29 april 1980 aan met nieuwe maatregelen inzake preventie van brand, ontploffing en wateroverlast.

          Sinds 1 januari 2015 is de Brandweer Zone Rand actief. De gemeente Schilde maakt deel uit van deze brandweerzone.

 

Feiten en context

          Op 14 oktober 2020 stuurde de Brandweer Zone Rand een formele adviesvraag uit naar al de aangesloten gemeenten. De adviesvraag handelt over de politieverordening die door de zoneraad op 3 juli werd voorgesteld. Deze politieverordening omvat de maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen. Degelijke verordening is noodzakelijk om in de ganse zone een uniform en efficiënt brandpreventiebeleid te voeren in deze inrichtingen alsook voor evenementen.

          De Brandweer Zone Rand vraagt om tegen 1 december 2020 de opmerkingen op de verordening en de bijlagen te bezorgen. De zoneraad zal op basis daarvan de finale verordening en bijlagen vaststellen. Om rechtsgeldig te worden dient de gemeenteraad de verordening en bijlagen goed te keuren.

 

Juridische gronden

          Artikel 119 en 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente is bevoegd voor politieverordeningen.

          Artikel 4 van de wet van 30 juli 1979 inzake preventie van brand en ontploffing
De gemeenteraad kan verordeningen inzake preventie en ontploffingen uitvaardigen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Inspraak en advies

Het ontwerp van politieverordening en bijlage 1 tot en met 3 werd besproken op het veiligheidsoverleg van 12 november 2020. Er werden nadien geen bijkomende opmerkingen door de leden meer geformuleerd.

 

Argumentatie

          Het huidige geldende politiereglement van Schilde inzake brandpreventie dateert van 1987 en is toe aan actualisatie.

          Omdat de brandweer zonaal gestructureerd is, is een gezamenlijk preventiebeleid ook opportuun. En in die zin is ook één gezamenlijke politieverordening aangewezen.

          Door de leden van het veiligheidsoverleg werden nog een aantal vragen gesteld en voorstellen gesuggereerd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het ontwerp van politieverordening houdende maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand in publiek toegankelijke inrichtingen alsook de bijlage 1, 2 en 3.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij de vragen en suggesties tot aanpassing van het veiligheidsoverleg en beslist om deze over te maken aan de Brandweer Zone Rand.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Milieuraad - verslag - 26 oktober 2020

 

 

Feiten en context

De milieuraad van Schilde bezorgde het verslag van haar besloten vergadering van 26 oktober 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 13 van de afsprakennota van 26 februari 2015 tussen het gemeentebestuur en de gemeentelijke milieuadviesraad
De adviesraad bezorgt de verslagen van de algemene vergadering aan het secretariaat van de gemeente. Het verslag wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en op het extranet gepubliceerd.

          Artikel 8 § 6 van het statuut van de gemeentelijke milieuadviesraad goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 juni 2016
Het ondertekende verslag wordt binnen de veertien dagen overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke milieuadviesraad van 26 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde - 2019-053/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 21 maart 2016 werd de ontwerpopdracht voor de opdracht “Renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde” gegund aan Carlier bvba, Langstraat 65 te 2260 Tongerlo. In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2019-053/TDU opgesteld door de ontwerper, Carlier bvba, Langstraat 65 te 2260 Tongerlo.

          Op 17 februari 2020 verleende de gemeenteraad goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

          op 2 juli 2020 werd de aankondiging van opdracht 2020-522997 gepubliceerd  op nationaal niveau.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 4 augustus 2020 om 14.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 2 december 2020.

          Er werden 5 offertes ontvangen:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (168.101,10 euro excl. btw of 203.402,33 euro incl. 21% btw);

          A.A.G. NYS bvba, Zandbergen 3 te 2480 Dessel (169.245,05 euro excl. btw of 204.786,51 euro incl. 21% btw);

          Caethoven Wegenbouw bvba, Heike 5 te 2350 Vosselaar (194.659,54 euro excl. btw of 235.538,04 euro incl. 21% btw);

          Hertsens NV wegenwerken, Lindenstraat 304 a te 2070 Zwijndrecht (199.150,34 euro excl. btw of 240.971,91 euro incl. 21% btw);

          Verbruggen NV, Venakkerstraat 10/1 te 2400 Mol (197.939,30 euro excl. btw of 239.506,55 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 5 november 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001173

Actie

AC000140

Algemene rekening

2200000007

Beleidsveld

0990

Bedrag

203.402,33 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

20/092

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 5 november 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde” wordt gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de prijs), zijnde ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen, tegen het nagerekende offertebedrag van 168.101,10 euro excl. btw of 203.402,33 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-053/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Keuringen elektrische installaties, liften en hef- en hijswerktuigen 2021-2023 - 2020-048/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          De gemeente is verplicht ieder jaar een groot aantal keuringen uit te laten voeren met betrekking tot de elektrische installaties van gebouwen, de liften en hef- en hijswerktuigen.

          Voor elke keuring werd een aparte bestelbon opgemaakt. Een intensieve opvolging van alle keuringen was hierdoor een vereiste.

          Om toekomstgericht werk en tijd te besparen, werd voorgesteld de keuringen te bundelen en deze te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt maandag 21 december 2020 om 10 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten,

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

          De kostenraming werd opgesteld aan de hand van de prijzen die de gemeente de afgelopen jaren heeft betaald. Door alle keuringen voor de volgende drie jaar van de gemeente en het AGB op te lijsten kan een betere prijs bekomen worden.

          Het keuringsorganisme zal zelf de keuringen moeten opvolgen waardoor dit de gemeente veel werk en tijd bespaart.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

gemeente: MJP000491 - AGB: MJP000581

Actie

gemeente: AC000150 - AGB: AC000231

Algemene rekening

6103010000

Beleidsveld

gemeente: 0119 - AGB: 0705

Bedrag

gemeente: 28.491,47 euro incl. btw - AGB: 10.235,84 euro incl. btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2020-048/TDU en de raming voor de opdracht “Keuringen elektrische installaties, liften en hef- en hijswerktuigen AGB en gemeente 2020-2023” wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt voor de gemeente 23.546,67 exclusief en 28.491,47 euro inclusief btw en voor het AGB Schilde 8.459,37 euro exclusief en 10.235,84 euro inclusief btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          AIB - Vinçotte, Olieslagerslaan (Jan) 35 te 1800 Vilvoorde;

          O.C.B. VZW, Koningin Astridlaan 60 te 2550 Kontich;

          B.T.I. VZW, Derbystraat 345 te 9051 Sint-Denijs-Westrem.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op maandag 21 december 2020 om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Werkingssubsidies erkende verenigingen VTW 2020

 

 

Voorgeschiedenis

          Goedkeuring van het reglement erkenning verenigingen door de gemeenteraad van 24 augustus 2015

          Goedkeuring van de aanpassing aan het subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten door de gemeenteraad van 25 april 2016

          Goedkeuring van de aanpassing van het reglement erkenning verenigingen door de gemeenteraad van 24 oktober 2016

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 23 december 2019

Subsidieverdeling erkende socio-culturele verenigingen

          Beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2016

Goedkeuring aanpassing subsidiereglement jeugdverenigingen.

          Beslissing college van burgemeester en schepenen van 16 december 2019

Subsidieverdeling erkende jeugdverenigingen

          Goedkeuring van het subsidiereglement voor erkende sportverenigingen door de gemeenteraad van 25 augustus 2014

          Goedkeuring van de aanpassing van het erkenningsreglement voor erkende sportverenigingen door de gemeenteraad van 20 juni 2016

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 december 2019

Subsidieverdeling erkende sportverenigingen 2019

          Subsidiereglement seniorenverenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen van 9 december 2019

Subsidieverdeling erkende seniorenverenigingen

          Subsidiereglement gehandicaptenverenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 augustus 2014

          Aanpassing subsidiereglement gehandicaptenverenigingen goedgekeurd door gemeenteraad van 25 april 2016

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 december 2019

Subsidieverdeling erkende gehandicaptenverenigingen

 

Feiten en context

          Er dienden 39 erkende socio-culturele verenigingen een subsidiedossier in voor 2020.

          Er dienden 5 erkende jeugdverenigingen een subsidiedossier in voor 2020.

Er dienden 26 erkende sportverenigingen een subsidiedossier in voor 2020.

          25 erkende sportverenigingen ontvangen hetzelfde subsidiebedrag als in 2019. TC Brabo ontvangt hetzelfde subsidiebedrag als in 2018, dit was het laatst ingediend dossier exclusief coronajaar 2020.

          Er dienden 4 erkende seniorenverenigingen een subsidiedossier in voor 2020.

          Er dienden 3 erkende gehandicaptenverenigingen een subsidiedossier in voor 2020.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassingen van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeenten subsidies kunnen krijgen voor het uitvoeren van een cultuurbeleidsplan voor een bibliotheek of een cultuurcentrum.

 

Argumentatie

          De gemeente wil erkende verenigingen ondersteunen door het uitkeren van subsidies.

          Door de berekening van de subsidies niet te baseren op de dossiers van 2020 maar op het laatst ingediende dossier (2019 of vroeger) wil de gemeente de verenigingen ondersteunen in wat een moeilijk jaar was omwille van de coronacrisis.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000021

Actie

AC000201

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

0709

Bedrag

Visum financieel directeur

17.495,03 euro

 

 

 

MJP

MJP000019

Actie

AC000201

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

0750

Bedrag

Visum financieel directeur

70.000 euro

20/098 van 19/11/2020

 

 

MJP

MJP000020

Actie

AC000201

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

0740

Bedrag

Visum financieel directeur

51.218,33 euro

20/098 van 19/11/2020

 

 

MJP

MJP000023

Actie

AC000174

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

0959

Bedrag

Visum financieel directeur

3.900 euro

 

 

 

MJP

MJP000022

Actie

AC000201

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

0911

Bedrag

Visum financieel directeur

3.900,00 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de werkingssubsidies voor de erkende socio-culturele verenigingen op basis van de subsidiebedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier:
Vlaamse volksbeweging (dossier 2018)168,45 euro
Koor probaat 284,31 euro
Gezinsbond 's-Gravenwezel507,66 euro
Markant566,22 euro
Neos671,11 euro
Davidsfonds Schilde680,73 euro
Argus Bridge Schilde690,34 euro
El Ritmo Enciende vzw105,46 euro
Heemkundige Kring Scilla vzw: 1.619,74 euro
Heemkring De Drie Rozen1.398,61 euro
Vrije Verenigde Vrienden332,36 euro
Jubilateekoor320,18 euro
K.V.L.V.901,68 euro
Harmonie Takjes worden Boomen386,84 euro
Kon. Handbooggilde St.-Sebastiaan906,05 euro
Femma Schilde812.65 euro
Parochiale Vrouwenbeweging 's-Gravenwezel513,01 euro
Schaakkring Boris Spassky308,34 euro
Toneelkring "Kunst Adelt"378,82 euro
Uyt Jonsten Versaemt250,24 euro
V.V.K.B. Mieke Stout399,77 euro
Amnesty International301,95 euro
Dansclub 2000818,53 euro
St.-Catharinakoor 's-Gravenwezel280,93 euro
Vrienden van de Fotografie365,44 euro
De Hobbyboerkes170,43 euro
De Vlijtige Liesjes73,82 euro
Bloemsierkunst Schilde114,05 euro
Vokem koor239,24 euro
Atelier Schilde(rs)hof301,27 euro
Landelijke Gilde Schilde-'s-Gravenwezel331,49 euro
Wijnclub Chardonnay106,23 euro
Early Riders TVMC578,17 euro
Videoclub Cycloop196,58 euro
Pasar377,31 euro
KWAC- Wezel Sportief80,82 euro
Buurtvereniging Moerstraat219,23 euro
Buurtvereniging Steynhoeve219,26 euro
Krommenaas512.71 euro

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de werkingssubsidies voor de erkende jeugdverenigingen op basis van de subsidiebedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier:
Chiro Giedo8.097,87 euro
Jeugdmuziekatelier Guido van Arezzo6.420,55 euro
VVKSM St. Dominicus & St. Godelieve Schilde13.433,99 euro
VVKSM St. Catharina Wezel10.787,49 euro
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de toelage van het kampvervoer voor de erkende jeugdverenigingen op basis van de bedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier:
Chiro Giedo3.745,00 euro
VVKSM St. Dominicus & Sit. Godelieve Schilde7.200,00 euro
VVKSM St. Catharina Wezel4.095,00 euro

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de werkingssubsidies, op basis van de bedragen van 2019 en het toegepaste watervalsysteem binnen het subsidiereglement, voor de Uitleendienst van 14.874,10 euro

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van het subsidiereglement voor erkende jeugdverenigingen een subsidie toe te kennen aan jeugdhuis Pagode van 1250,00 euro.

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de werkingssubsidies voor de erkende sportverenigingen op basis van de subsidiebedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier:
BOT vzw452.19 euro
Bosgeuzen-Voorkempen vzw488,92 euro
TK Rust Roest5.413.25 euro
LRV St. Guibertus289,56 euro
KSK 's-Gravenwezel-Schilde10.267.11 euro
TTK Schilde vzw2.052,99 euro
TTK 's-Gravenwezel624.90 euro
TW BlijfJong vzw555,85 euro
Turnkring Streven vzw757,87 euro
De Zonnebaars vzw347,62 euro
VOS2.929,39 euro
WC De Schilde523,12 euro
WC De Spildoren322,13 euro
Taekwondo Chon Ji vzw4.121,76 euro
Schilde Diabolos Rugbyclub vzw7.916,73 euro
ZVC Schilde120,19 euro
SAC vzw2.944,62 euro
Gladiators883,49 euro
Tai Chi Qigong625,66 euro
De Bosklappers503,11 euro
Schermkring Lafayette1.307,55 euro
Pagode United530,10 euro
Turning Point Balletschool1.286,09 euro
Venneputvissers100,00 euro
Alberta FC Schilde3.084,83 euro
TC Brabo2.769,28 euro

Artikel 7. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uitzonderlijke verdeling van de werkingssubsidies voor de erkende seniorenverenigingen op basis van de subsidiebedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier:
Okra 's-Gravenwezel387,77 euro
Okra Schilde641,68 euro
Vlas1.025,45 euro
Ummagumma1.845,09 euro

Artikel 8. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de uitzondering op de subsidiereglementen voor de erkende socio-culturele verenigingen, jeugdverenigingen, sportverenigingen en seniorenverenigingen voor de uitbetaling van de werkingsubsidies 2020 waarbij rekening gehouden wordt met de subsidiebedragen van 2019 en/of het laatst ingediend subsidiedossier te agenderen op de gemeenteraad van 14 december 2020.

Artikel 9. Het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van het subsidiereglement voor de erkende gehandicaptenverenigingen een subsidie te verlenen van 1.300 euro per vereniging aan: Samana Schilde, Vereniging voor Volwassen Mindervaliden en VZW Think out of the box.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

CoderDojo Schilde - testactiviteit

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 5 oktober 2020
Goedkeuring voor het ombouwen project "Digidoe" om te bouwen tot een "CoderDojo Schilde".

 

Feiten en context

          De activiteiten van CoderDojo Belgium vallen onder de protocollen jeugdwerk.

          CoderDojo Schilde wil een eerste proefactiviteit organiseren in zaal de JoS om hun werking en materiaal te testen.

          De huidige protocollen jeugdwerk zijn van kracht tot en met zondag 13 december 2020.

          De vrijwilligers zijn vragende partij om in de kerstvakantie op 22 december deze proefactiviteit te organiseren.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor 1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Actie 2 van het Vlaams STEM actieplan 2012 - 2020
Versterken van leraren, opleiders en begeleiders.

          Protocollen jeugdwerk, code rood
Voor -12 jarigen kan er georganiseerd vrijetijdsaanbod (jeugd-sport-cultuur) volgens de voorgeschreven regels.

          Groepen van max. 50 personen zonder social distancing tussen de deelnemers (kinderen).

          Begeleiding draagt altijd een mondmasker

          Activiteiten met overnachtingen zijn tijdelijk ook niet meer toegestaan voor -12.

 

Inspraak en advies

Advies van de Intergemeentelijk noodplanningscoördinator.

 

Argumentatie

          Deze activiteit kan georganiseerd worden met een beperkte groep kinderen.

          Onder code rood van het protocol jeugdwerk is deze activiteit realiseerbaar.

          De nodige materialen om deze activiteit te organiseren zijn voorhanden.

          Alle veiligheidsmaatregelen van de protocollen jeugdwerk gedurende code rood zullen gevolgd worden:

          vrijwilligers dragen mondmaskers en houden afstand;

          alcoholgel zal worden voorzien;

          het materiaal zal worden ontsmet voor, tijdens en na de activiteit;

          ouders mogen hun kinderen alleen afzetten en er zal een ruime kiss en ride voorzien worden om samenscholingen te voorkomen.

          Ouders en kinderen zoeken naar alternatieve manieren van opvang en activiteiten.

          Gemeente Schilde wil een gevarieerd vrije tijdsaanbod aanbieden aan kinderen.

          Een proefactiviteit is nodig alvorens we de werking structureel organiseren.

          Bijkomende jeugdwerkregels die na deze beslissing van kracht zouden zijn, zullen ook worden gevolgd gedurende de activiteit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring aan de CoderDojo Schilde voor het organiseren van een eenmalige proefactiviteit op 22 december van 14 tot 17 uur. De activiteit beperkt zich tot 6 deelnemers met een leeftijd van maximum 12 jaar en 3 volwassen begeleiders. De geldende regels van de protocollen jeugdwerk dienen gevolgd te worden gedurende deze activiteit.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Toekomst beeldende kunsten

 

 

Voorgeschiedenis

          Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2020 van de vraag van Wijnegem om aan te sluiten voor het structuuronderdeel beeldende en audiovisuele kunsten en van de voor- en nadelen van een overschakeling.

          Bespreking van de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in de raadscommissie van september 2020

          Kennisname door het college van burgemeester en schepenen van 14 september 2020 van de standpunten van de directeur van Academie Noord en de directeur van de Academie Wijnegem-Zoersel-Schilde omtrent de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in Schilde.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 september 2020 om een SWOT op te maken omtrent beide opties zodat de beslissing kan geagendeerd voor de gemeenteraad van oktober 2020.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2020 om de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in Schilde te agenderen op de raadscommissie van november 2020.

          In de raadscommissie van november 2020 werd de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in Schilde besproken.

 

Feiten en context

          Deeltijds Kunstonderwijs in Schilde omvat woord, muziek en beeld.

          Voor het aanbod van woord en muziek, heeft de gemeente een samenwerking met de academie van Wijnegem. Voor het aanbod van beeldende en audiovisuele kunsten, is er een samenwerking met Academie Noord uit Brasschaat.

          De academie van Wijnegem heeft sinds het schooljaar 2018-2019 ook beeldende en audiovisuele kunsten (BAK) opgenomen in haar programma en stelt de vraag aan Schilde of er interesse is om ook voor dit structuuronderdeel aan te sluiten.

 

Juridische gronden

          Hoofdstuk 3 van het decreet deeltijds kunstonderwijs van 28 februari 2018

Structuur van het deeltijds kunstonderwijs

          Artikel 53 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Argumentatie

          Op de raadscommissie van november 2020 werd de toekomst van het deeltijds kunstonderwijs nogmaals besproken.

          De gemeente wil duidelijkheid bieden aan beide academies omtrent de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in Schilde.

          De gemeente wil een weloverwogen keuze maken omtrent de toekomst van beeldende en audiovisuele kunsten in Schilde.

          Ten laatste op 31 december 2020 moet de eventuele opzeg gebeuren aan Academie Noord.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de huidige stand van zaken met betrekking tot de toekomst van het deeltijds kunstonderwijs in Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 23 11 2020

Retributiereglement Sportpunt De Caters

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring gebruikersreglement Sportpunt de Caters op het college van burgemeester en schepenen op 3 maart 2008 en gemeenteraad op 17 maart 2008.

 

Feiten en context

          Het gebruik van sportaccommodaties die de gemeente ter beschikking stelt aan sportverenigingen, scholen en andere wordt in reglementen geregeld. Een gebruikersreglement wijst een gebruiker op rechten en plichten, die aan het gebruik van de sportaccommodatie verbonden zijn.

          Voor de buitensportterreinen gelegen aan de Moerstraat (Sportpunt De Caters) werd in het verleden nog geen retributiereglement opgemaakt.

          Schilde atletiek club (SAC) en Diabolos Rugby betalen geen huur of financiële bijdrage voor gebruik velden, pistes, sanitair, kleedkamers en cafetaria. Atletiek traint 12 uur per week en rugby 9 uur per week op De Caters. Andere sportclubs betalen wél een financiële bijdrage of huur voor gebruik van sportvelden of sportzalen.

          De looppiste is openbaar voor iedereen. Individuele lopers komen af en toe sporten op hetzelfde moment dat de SAC training heeft, hetgeen discussies veroorzaakt.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de

gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies sportraad opmaak retributiereglement op 4 september 2019 - Sportpunt De Caters

          Positief advies sportraad retributiereglement op 17 januari 2020 - Sportpunt De Caters

          Positief advies betrokken sportclubs (SAC en Diabolos) op 4 november 2020

 

Argumentatie

          De retributiereglementen voor huur sportinfrastructuur gelijktrekken voor de verschillende sportverenigingen.

          In het nieuw retributiereglement is het voorstel dat de gebruikers (rugby en atletiek) 1,5 euro per uur betalen voor gebruik cafetaria en 1,5 euro voor gebruik sanitair.

          Een aangepast gebruikersreglement, nieuw retributiereglement en financiële bijdrage voor gebruik cafetaria en sanitair geeft SAC de mogelijkheid tot exclusief gebruik van de buitensport terreinen tijdens hun trainingsuren.

          Sportclubs atletiek en rugby werden op de hoogte gebracht van nieuw retributie reglement.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de opmaak van een retributiereglement en aanpassing van het gebruikersreglement voor sport infrastructuur Sportpunt de Caters.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het retributiereglement voor Sportpunt De Caters te agenderen op de gemeenteraad van 18 januari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 01/12/2020