VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

28 januari 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Kathleen Krekels, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 4

Peter Mendonck, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 19

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 21 januari 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van het college van burgemeester en schepenen van 21 januari 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 451 tot en met 530;

          de vastleggingen van 733 tot en met 1.282;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 12 tot en met 14;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 4 tot en met 4.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Afvaardiging mandataris in stuurgroep Streekplatform Voorkempen

 

 

Voorgeschiedenis

Op 11 januari 2019 heeft het bestuur een brief ontvangen van IGEAN met de vraag om een afvaardiging van een mandataris te voorzien voor de stuurgroep Streekplatform Voorkempen.

 

Juridische gronden

          Decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001, zoals gewijzigd

          Omzendbrief BA 2002/01 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking

          Statuten van IGEAN milieu & veiligheid

 

Argumentatie

Telefonisch contact opgenomen met mevrouw Veerle Van Reusel, verantwoordelijke voor dit platform. De vraag is om de schepen van mobiliteit hiervoor af te vaardigen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat Olivier Verhulst afgevaardigde wordt vanuit gemeente Schilde voor de stuurgroep Streekplatform Voorkempen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Inrichten bijkomende vergadering in meeting.net

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 6 juli 2015 keurde het college van burgemeester en schepenen de lastvoorwaarden, de gunningswijze en de uit te nodigen firma's goed voor de aankoop van software om papierloos vergaderen te implementeren.

          Op 14 december 2015 gunde het college van burgemeester en schepenen de opdracht aan Remmicom.

          Op 21 januari 2019 ontving het bestuur een offerte om 3 huidige vergaderingen in te richten onder een andere naam en vorm.
 

Feiten en context

Er dienen extra vergaderingen te worden toegevoegd aan het bestaande pakket. Dit voor één raadscommissie in plaats van drie, het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en de besluiten van de voorzitter van het bijzonder comité.

 

Juridische gronden

Artikel 57, §3, 5° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als het gaat om een opdracht van dagelijks bestuur.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.4.1.

Algemene rekening

614299999

Beleidsveld

0110

Bedrag

 

Visum financieel beheerder

éénmalige kost 1391,50 euro inclusief btw - 30,25 euro inclusief btw maandelijkse onderhoudskost

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de offerte voor inrichting van bijkomende vergadering in meeting.net.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Bewegwijzering restaurant Brabohoeve

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail door Pascale Jacobs voor restaurant Brabohoeve

 

Feiten en context

Restaurant Brabohoeve vraagt bewegwijzering op volgende plaatsen:

          Kleine Waterstraat ter hoogte van Fun en Hubo gecombineerd met kruispunt Kleine Waterstraat/Noorderlaan;

          kruispunt Gillès de Pélichylei/Kerkstraat gecombineerd met kruispunt Noorderlaan/Moerhoflaan.

Het bewegwijzeringsplan Schilde van november 2013 en dat van Agentschap Wegen en Verkeer legt volgende voorwaarden op voor het plaatsen van bewegwijzering naar horeca:

          maximum twee routes;

          vanaf een weg voor doorgaand verkeer;

          vanop een afstand van maximum twee kilometer;

          restaurants gelegen buiten de bebouwde kom mogen niet bewegwijzerd worden in de bebouwde kom.

Conclusie:

          de bewegwijzering in de Kleine Waterstraat ter hoogte van Fun en Hubo werd al geplaatst door AWV op de N12;

          bewegwijzering aan Kleine Waterstraat/Noorderlaan voldoet aan de voorwaarden van het bewegwijzeringsplan;

          het kruispunt Gillès de Pélichylei/Kerkstraat voldoet niet aan de voorwaarden:

          de afstand tot het restaurant bedraagt meer dan 2 kilometer namelijk 3 kilometer;

          het kruispunt bevindt zich in de bebouwde kom terwijl restaurant Brabohoeve buiten de bebouwde kom gelegen is;

          bewegwijzering aan Noorderlaan/Moerhoflaan voldoet aan de voorwaarden van het bewegwijzeringsplan.

 

Juridische gronden

          Bewegwijzeringsplan gemeente Schilde van november 2013

          Bewegwijzeringsplan voor gewestwegen

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies van de verkeerscel voor zover de aanvraag beantwoordt aan de voorwaarden van het bewegwijzeringsplan.

 

Argumentatie

Het visualiseren van een horecazaak

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag voor bewegwijzering door restaurant Brabohoeve en beslist goedkeuring te verlenen voor het plaatsen van bewegwijzering op volgende locaties:

          Kleine Waterstraat/Noorderlaan;

          Noorderlaan/Moerhoflaan.

Artikel 2. De borden worden door de gemeente besteld, geplaatst en onderhouden. De kosten vallen ten laste van de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Uitzonderlijk vervoer Arcturo

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail door Arcturo bvba op 10 januari 2019

 

Feiten en context

          Arcturo bvba vraagt op 10 januari 2019 toelating voor de organisatie van uitzonderlijk vervoer vanaf Merksemsebaan 270 in Wijnegem tot de ter Stratenweg 24 in Ranst.

          De afmetingen van het transport zijn: 28,50m lengte, 4,50m breedte, 4, 60m hoogte. Gewicht: 123,40 ton.

          Het voorgesteld traject in Schilde is N12 - Schoolstraat - Puttenhoflaan - Oelegemsteenweg.

 

Juridische gronden

          Artikel 135 §2, 1° van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988

De gemeente is verplicht om in de veiligheid te voorzien in alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen en straten.

De gemeente heeft de plicht om de orde te handhaven op plaatsen waar veel mensen

samenkomen.

Het college van burgemeester en schepenen kan alle activiteiten verbieden die de openbare orde in het gedrang brengen.

          Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen

Niemand mag een uitzonderlijk voertuig in het verkeer brengen op de openbare weg zonder voorafgaande, uitdrukkelijke vergunning van de minister of zijn gemachtigde.

 

Argumentatie

          De aangegeven route is goed berijdbaar.

          De toelating kan verleend worden mits toelating van de bevoegde minister.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Arcturo bvba om uitzonderlijk vervoer te organiseren van de Merksemsebaan 270 in Wijnegem tot de Ter Straetenweg 24 in Ranst langs de N12 - Schoolstraat - Puttenhoflaan - Oelegemsteenweg onder volgende voorwaarden:

          de gemeente wordt minimum 24 uur vooraf verwittigd van het transport;

          het transport verloopt 's nachts indien mogelijk;

          vergunning is ook verleend door de minister van mobiliteit.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer n.a.v. feestmarkt in de Schoolstraat - 1 mei 2019 - Goedkeuring

 

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de feestmarkt op 1 mei 2019 in de Schoolstraat.

 

BESLUIT

Artikel 1. Door de feestmarkt op 1 mei 2019 zijn hierna vermelde bepalingen van toepassing op 1 mei 2019 tot einde opkuis.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. In de Schoolstraat is alle doorgaand verkeer verboden tussen de Turnhoutsebaan en de van de Wervelaan op 1 mei 2019 vanaf 6 uur tot 20 uur. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door verkeersborden C3.

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in de Schoolstraat tussen de Turnhoutsebaan en de van de Wervelaan op 1 mei 2019 vanaf 6 uur tot 20 uur.

Artikel 3. De wegomlegging

Het verkeer in de Schoolstraat wordt omgeleid via de Turnhoutsebaan en de van de Wervelaan.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Gemeente Schilde/Van Lommel - gunstig vonnis

 

 

Voorgeschiedenis

          Begin oktober 2012: Raymond Muylle bezorgt een dossier met kaartmateriaal en ondertekende getuigenissen over het openbaar gebruik van de trage weg tussen Koeistraat en Kaaistraat

          8 oktober 2012: het punt wordt verdaagd door het college van burgemeester en schepenen

          15 oktober 2012: het college van burgemeester en schepenen beslist om op 29 oktober ter plaatse de situatie te gaan bekijken

          29 oktober 2012: schepenen Keller en Fierens bekijken samen met de mobiliteitsambtenaar de situatie ter plaatse

          12 november 2012: het college van burgemeester en schepenen beslist om de eigenaar (de heer Vanlommel) schriftelijk aan te manen om het pad terug open te stellen

          15 november 2012: brief aan de heer Vanlommel met ultimatum tot 15 december 2012 om weg vrij te maken

          14 december 2012: antwoord van de heer Vanlommel. Hij gaat niet akkoord met onze zienswijze, en beschouwt dit als privéterrein

          7 januari 2013: 4 opties vanuit dienst mobiliteit:

          de heer Vanlommel uitnodigen om de zaak te bespreken;

          een 2de brief aan de heer Vanlommel met een meer dwingend karakter. Indien hij zelf niet opruimt, opdracht geven aan de diensten om de versperring op te ruimen;

          klacht indienen bij het Vredegerecht;

          de zaak laten vallen.

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de heer Vanlommel uit te nodigen

          7 maart 2013: gesprek met de heer Vanlommel, die bij zijn standpunt blijft

          11 maart 2013: drie opties vanuit dienst mobiliteit:

          een tweede brief aan de heer Vanlommel met een meer dwingend karakter. Indien hij zelf niet opruimt, opdracht geven aan de diensten om de versperring op te ruimen;

          klacht indienen bij het Vredegerecht;

          de zaak laten vallen.

Het college van burgemeester en schepenen beslist om een brief met een meer dwingend karakter te sturen.

          15 maart 2013: brief aan de heer Vanlommel, met ultimatum tot 15 april om de weg vrij te maken

          12 april 2013: brief van de heer Vanlommel blijft bij zijn standpunt.

          22 april 2013: twee opties vanuit dienst mobiliteit:

          een tweede brief aan de heer Vanlommel met een meer dwingend karakter. Indien hij zelf niet opruimt, opdracht geven aan de diensten om de versperring op te ruimen;

          klacht indienen bij het Vredegerecht.

Het college van burgemeester en schepenen beslist om advies in te winnen van de Werkgroep Mobiliteit

          27 mei 2013: advies Werkgroep Mobiliteit:

geen rechtszaak aanspannen, maar aan de klager overbrengen dat hij zelf een rechtszaak kan aanspannen indien hij vindt dat zijn rechten worden geschonden door de afsluiting van het pad op privéterrein.

Het college van burgemeester en schepenen volgt dit advies, en beslist een brief naar de heer Muylle te sturen om dit mee te delen

          29 mei 2013: brief aan de heer Muylle

          31 juli 2013: brief van de heer Muylle, waarin hij de gemeente in gebreke stelt indien hij niet voor 7 september 2013 een afdoende en concreet antwoord krijgt. In dat geval zal hij de gemeente Schilde en de eigenaars laten dagvaarden

          12 augustus 2013: beslissing CBS: versperring laten verwijderen door de dienst der werken

          20 augustus 2013: brief aan de heer Vanlommel met melding dat de dienst der werken de weg zal vrijmaken indien dit niet door hem gebeurt voor 1 september

Brief aan de heer Muylle met melding van beslissing college van burgemeester en schepenen

          27 augustus 2013: gesprek met de heer Vanlommel door gemeentesecretaris en mobiliteitsambtenaar.

          2 september 2013: brief van de heer Vanlommel, niet akkoord met wegnemen versperring

          9 september 2013: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van brief Vanlommel en handhaaft beslissing van 12 augustus 2013

          23 september 2013: het college van burgemeester en schepenen neemt beslissing over het af te voeren zand

          24 september 2013: brief aan de heer Vanlommel met melding dat versperring tijdens week 40 zal verwijderd worden

          1 oktober 2013: brief van Ponet & De Vleeschauwer, advocaat van de heer Vanlommel

          3 oktober 2013: de dienst der werken verwijdert de versperring

Ploegbaas groen spreekt met eigenaar, die zegt zich erbij neer te leggen

          7 oktober 2013: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van Ponet & De Vleeschauwer

          11 oktober 2013: brief aan Ponet & De Vleeschauwer, dat de zaak als afgehandeld wordt beschouwd

          22 oktober 2013: de heer Vanlommel plaatst een hek om de toegang te versperren

          4 november 2013: brief van Ponet & De Vleeschauwer dat de heer Vanlommel niet akkoord gaat met de verwijdering en dat hij een hek laat zetten

          Brief van de heer Muylle met een klacht over het juist geplaatste hek

          18 november 2013: het college van burgemeester en schepenen beslist om meester Verstraete aan te stellen

          16 december 2013: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van meester Verstraete en beslist een procedure op te starten voor de vrijmaking van de weg op basis van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet

          8 december 2014: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het vonnis van de vrederechter van 18 november 2014 en vaardigt Dirk Bauwens en Ria Vinckx af naar de afstapping ter plaatse op 17 december 2014

          29 december 2014: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het proces-verbaal van de vrederechter van 17 december 2014

          9 november 2015: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het deskundigenverslag

          14 maart 2016: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de project syntheseconclusie

          22 augustus 2016: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de conclusie van tegenpartij Muylle

          10 april 2017: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de conclusie van de vrederechter

          5 februari 2018: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gerechtsdeskundige

          19 maart 2018: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gerechtsdeskundige, de conclusie van Verstraete advocaten en de conclusietermijnen van het vredegerecht

          23 juli 2018: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de conclusie van de vrederechter

          3 september 2018: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de syntheseconclusie na definitief deskundig verslag van 16 mei 2018 van meester E. Willems, advocaat van de heer Van Lommel en van de tweede aanvullende tevens syntheseconclusie van 23 augustus 2018 van meester S. Boschmans, advocaat van Golf & Country Club Rinkven vzw en beslist een definitief standpunt in te nemen om dit dossier te kunnen afronden.

 

Feiten en context

Verstraete Advocaten heeft op 10 januari 2019 het gunstig vonnis bezorgd.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen inlichten over het gunstig vonnis waardoor dit dossier kan afgesloten worden.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het gunstig vonnis in het dossier Gemeente Schilde/Van Lommel.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Behoud en samenstelling verkeerscel

 

 

Voorgeschiedenis

Tijdens de legislatuur 2013-2018 werd een werkgroep verkeerscel opgericht.

De verkeerscel geeft voorafgaand advies over te behandelen punten door het college van burgemeester en schepenen en door de gemeenteraad.

De verkeerscel bestaat uit volgende leden:

          burgemeester;

          schepen van mobiliteit;

          beleidscoördinator grondgebiedszaken;

          ambtenaar dienst mobiliteit;

          verkeersdeskundige politie Voorkempen

 

Feiten en context

          Het huidige bestuur wenst de werking van de verkeerscel te behouden en deze te laten bestaan uit dezelfde leden.

          Het eerste overleg gaat door op 1 februari 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 7° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt.

 

Argumentatie

De verkeerscel bereidt de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad voor.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voortzetting van de werking van de verkeerscel en haar samenstelling.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Nutswerken  - Proximus - N121 - Uitvoering van telecommunicatiewerken

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 16 januari 2019 van Proximus, Lange Nieuwstraat 106 te 2000 Antwerpen voor het uitvoeren van telecommunicatiewerken ter hoogte van de N121, zoals aangeduid op bijgevoegde plannen met referentie JMS 308441/N0001.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          De code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen, door de gemeenteraad op 7/12/2001 bekrachtigd.

 

Argumentatie

Vernieuwing van de leidingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Proximus met referentie JMS 308441/N0001.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Nutswerken - Eandis - Brasschaatsebaan - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 22 januari  van Eandis, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Brasschaatsebaan, zoals aangeduid op bijgevoegde plannen met referentie HNW 280073/ DNW 20257792.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          De code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen, door de gemeenteraad op 7/12/2001 bekrachtigd.

 

Argumentatie

Vernieuwing van de leidingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Eandis met kenmerk 280073 en de ontwerpplannen HNW 280073 - DNW 20257792.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Eandis - Dringende vervanging gascabine - Desaffectatie perceel

 

 

Feiten en context

Om de omliggende wijken te kunnen voeden, dient de gascabine in de Kasteeldreef vervangen te worden door een groter exemplaar. Het perceel dat eigendom is van de gemeente Schilde is volgens het gewestplan gelegen in woonparkgebied. Als dit perceel kan worden overgedragen naar het openbaar domein, hoeft er geen zakelijk recht te worden afgesloten tussen de gemeente Schilde en Eandis. Er wordt verkozen om dit perceel uit het patrimonium van de gemeente Schilde te halen via desaffectatie door de gemeenteraad. Iveka hoeft dan geen omgevingsvergunning aan te vragen om de gascabine te vervangen door een groter exemplaar. Als Eandis ooit ophoudt te bestaan, worden alle eigendommen teruggegeven aan de gemeente waar de cabine staat.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Door de desaffectatie van het privaat naar het openbaar domein moet er door Iveka geen omgevingsvergunning te worden aangevraagd en kan de vervanging van de gascabine sneller gebeuren om zo de omliggende wijken te kunnen voorzien van energie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt gegeven aan Eandis om de bestaande cabine te vervangen door een groter exemplaar.

Artikel 2. Het dossier wordt overgemaakt aan de gemeenteraad om het perceel te desaffecteren volgens het opmeetplan van landmeter Francis Koyen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Vernieuwen openbare verlichting aan het gemeentehuis door Eandis

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 september 2016.

 

Feiten en context

          Eandis heeft de gemeente in oktober 2018 een uitgewerkt plan voor de vernieuwing van de openbare verlichting aan het gemeentehuis bezorgd.

          Momenteel is alles voorzien om te doven ’s nachts tussen 23u en 6u behalve in het weekend.

          Aangezien er regelmatig avondvergaderingen plaatsvinden die kunnen uitlopen tot na 23u, is het aangewezen om een aantal lichtpunten op het nachtregime te programmeren. Deze lichtpunten branden dan de ganse nacht en zorgen voor een algemene verlichting van de belangrijkste doorgangen en locaties.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels

 

Argumentatie

Het gemeentehuis wordt extra verlicht met de sfeerverlichting die geïntegreerd zit in het plein voor het gemeentehuis. Toch is het aangewezen om de volgende lichtpunten niet te doven:

          Lichtpunt 447: het rondpunt en doorgang naar het gemeentehuis verlicht

          Lichtpunt 457: de parking en ingang van de politie verlicht

          Lichtpunt 460: de parking van het personeel en de fietsenstalling verlicht

          Lichtpunt 2596: de grote parking verlicht vanuit het midden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om lichtpunten 447, 457, 460 en 2596 niet te doven en dus op nachtregime te zetten. Alle andere lichtpunten blijven op het geplande weekendregime staan.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Morgenrood 35 - de heer Michel Budin en mevrouw Wendy Vanhout - het verbouwen van een bestaande vrijstaande woning - OMG 2018/513

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 maart 1969 - sgr1969/16

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1967 - sgr24a

o        nieuwe verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 1997 - 1996/11

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Michel Budin, Wommelgemsteenweg 15, 2110 Wijnegem en mevrouw Wendy Vanhout, Wommelgemsteenweg 15, 2110 Wijnegem op 1 november 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Morgenrood 35.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande vrijstaande woning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 22 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 7 maart 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, sgr24a van 4 april 1967.
     
  • Specifieke voorschriften

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied, nrs. 1 tot en met 16, 21 tot en met 25,27, 29 tot en met 69, 71 tot en met 97 en 102 tot en met 242)

2.1.     Bouwstrook

1.      Bestemming
Woningen

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel: vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels: op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek:

a)      hoofdgebouw: maximum 7m;

b)      bijgebouwen: maximum 3m.

7.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

8.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing

a)      Gevel: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Overige gevels: op minimum 3m afstand van der perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondplein tot bovenkant deksteen of onderkant dakoversteek: maximum 3m.

4.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

5.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.3.     Bouwvrije voortuinstrook
Diepte zie plan

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.4.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m, met dien verstande dat de som van de breedte der beide zijtuinstroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1971.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 212m² op een perceel van circa 1.301m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die doodloopt.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een op een bestaande vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 1.301m².

De woning blijft ingeplant tot op 14,15m uit de rooilijn, op 3,99m van de rechter perceelsgrens en op 6,13m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 15,62m op een kavelbreedte van 25,74m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 22,58m.

Het bestaande dakvolume wordt verwijderd om een nieuw volume op te bouwen tot een volwaardig verdiep.

De hoogte wordt 6,95m afgewerkt met een plat dak.

Het overdekt terras heeft een hoogte van 4,36m en een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in grijs genuanceerde gevelsteen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 200m².

De toegang tot het perceel is 3,50m breed.

De oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en ligt op minimum 3,20m van de linker perceelsgrens.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 130m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

6.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

7.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

8.      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

9.      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

10.  Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

11.  Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

12.  Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

13.  Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

14.  Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

15.  Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

16.  Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

17.  Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

18.  Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

19.  Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

20.  Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

c)      Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 11 januari 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van bomen onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

c)      wordt voldaan aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter onvoldoende om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een bijkomende heraanplanting uit te voeren met minstens 1 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

2.      de heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

3.      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dienen bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8,00m aangeplant te worden en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

4.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig een het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

5.      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

6.      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

7.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

8.      geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

9.      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

10.  indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving.
 

2.      Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 15 januari 2019 onder referentie DWAD-2018-1299, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Gunstig, mits rekening gehouden wordt met punt 3 (verenigbaarheid watersysteem) en met de voorwaarden en maatregelen opgelegd in punt 4, in het bijzonder met de daar vermelde aandachtspunten, aanbevelingen en voorwaarden:

o        Het bestaande maaiveldpeil van de tuinzone in mogelijk overstromingsgevoelig gebied dient behouden te blijven;

o        Het verplichte hergebruik van hemelwater door middel van een pomp en apart leidingcircuit moet opgenomen worden in de vergunning en wordt bij voorkeur na de werken gecontroleerd door de gemeente;

o        De infiltratievoorziening dient boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst te worden. Een open infiltratievoorziening (WADI) is de beste optie wanneer het perceel een hoge voorjaarsgrondwaterstand heeft;

o        Er dient minstens voldaan aan de gewestelijke verordening hemelwater.

3.      Verenigbaarheid met het watersysteem
Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:

-          Wijziging van infiltratie naar het grondwater.

De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een hemelwaterput en een infiltratievoorziening voorzien, zie punt 4.2.1.

Omwille van de inkleuring van de tuin als mogelijk overstromingsgevoelig worden er geen ophogingen in de tuinzone toegestaan. Het terreinprofiel blijft volgens de plannen ongewijzigd.

4.      Voorwaarden en maatregelen

4.1.     Algemene wettelijke voorwaarden

4.1.1.     Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

4.1.2.     Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren

Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

4.1.1.      Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).

Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

4.2.1.      Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater.

Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterverordening inzake hemelwaterputten en andere. Verder moet voldaan worden aan artikel 6.2.2.2.1.2. §4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.

De dakoppervlakte van woning watert af naar een hemelwaterput van 10.000 liter, die overloopt naar een infiltratievoorziening. Hergebruik van het hemelwater is wettelijk verplicht. Hergebruik werd niet aangeduid op de plannen. Het is aangewezen om minstens die gelijkvloerse toiletten en een buitenkraan aan te sluiten op de hemelwaterput.

Voorwaarde:

o        Het verplichte hergebruik van hemelwater door middel van een pomp en apart leidingcircuit moet opgenomen worden in de vergunning en wordt bij voorkeur na de werken gecontroleerd door de gemeente.

Er wordt een infiltratievoorziening (oppervlakte 6,29m² en volume 3.925 liter) geplaatst. Verdere specificaties ontbreken op de plannen. Om infiltrerend te werken is het belangrijk da teen infiltratievoorziening volledig boven de hoogste grondwaterstand (= gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) wordt geplaatst.

Uitgaande van de bodemkaart hebben we in de winter te maken met heel hoge grondwaterstanden. De werkelijke diepte van de grondwaterstand kan echter (licht) afwijken van deze kaartgegevens. Daarom wordt geadviseerd om de grondwaterstand in februari/maart  na te gaan en de verplichte infiltratievoorziening hierop af te stemmen. Een open infiltratievoorziening (type WADI) is de beste optie wanneer het perceel een hoge voorjaarsgrondwaterstand heeft.

Voorwaarde:

o        De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden. Een open infiltratievoorziening is de beste optie wanneer het perceel een hoge voorjaarsgrondwaterstrand heeft.

3.      Agentschap voor Natuur en Bos
Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 27 november 2018, luidt: geen advies.
Bebouwd perceel zonder bos. Geen adviesvereiste.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 2 december 2018 tot 31 december 2018.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 05 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.925 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,28m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkavelingsvoorschriften. De verkavelingsvoorschriften bepalen dat de bouwdiepte maximaal 20,00m mag bedragen. De aanvraag voorziet een bouwdiepte van 22,22m tussen voor en achtergevel.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien gelijk met de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van de provincie Antwerpen, dienst waterbeleid naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.925 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,28m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 1 - EG RETAIL (BELGIUM) BVBA - het aanpassen en aanbrengen van de nodige publiciteit horend bij een bezinestation - OMG 2018/515

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        oprichten van appartementen en winkel - weigering door college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 1965 - sgr1965/27

o        luifel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juli 1979 - 1979/53

o        uithangborden - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 augustus 1979 - 1979/54

o        benzinestation - vergunning door de deputatie - 28 december 1965 - sgr1965/58

o        verbouwen van servicestation - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 augustus 1996 - 1996/89

o        plaatsing niet verlichte reclame de post (postpunt) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 maart 2009 - 2009/66

o        regulariseren plaatsing broodautomaat - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 2015 - 2014/237

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 1 augustus 1962 - sgr2

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 27 juli 1995 - 1995/28

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 22 september 2008 - melding 222

o        milieuvergunning - gunstig door de deputatie - 25 maart 2013 - melding 357

o        milieuvergunning -  door de deputatie - 16 maart 2015 - 2014/64

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door EG RETAIL (BELGIUM) BVBA gevestigd Kapelsesteenweg 71, 2180 Antwerpen op 6 november 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanpassen en aanbrengen van de nodige publiciteit horend bij een benzinestation.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 december 2018. De uiterste beslissingsdatum is 16 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebieden en landschappelijk waardevolle agrarische gebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het reclamereglement bepaalt:

Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen

Toepassing:

Niemand mag in principe zonder voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen op grondgebied van de gemeente Schilde publiciteit aanbrengen.

Artikel 2.2.

Voor de toepassing van deze bouwverordening wordt onder verstaan de navermelde vormen van reclame en/of aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare wegen en voetwegen met erfdienstbaarheden:

1.      Lichtreclames;

2.      Lichtkranten;

3.      Onverlichte reclames;

4.      Uithangborden;

5.      Panelen, panelen windschermen en schutsels met aankondigingen en/of reclames;

6.      Reclamekarren- en kasten geplaatst op de openbare of op privé-eigendom;

7.      Schildering van teksten en/of reclames;

8.      Aanbrengen van verlichting of spots met publicitair spandoeken, vlaggen en wimpels met reclame.

Artikel 2.3.

Deze bouwverordening is uitsluitend van toepassing op die vanaf de openbare wegen en voetwegen met openbare erfdienstbaarheden waarneembare reclames, uithangborden en andere publiciteitsmiddelen.

Vallen niet onder toepassing van deze bouwverordening:

1.      de panelen of losse letters, waarop enkel de naam, het beroep en de activiteiten worden vermeld van diegene die het pand waaraan deze aanduidingen worden aangebracht bewonen of hun beroep uitoefenen of er een handelszaak in uitbaten, op voorwaarde dat de totale oppervlakte van het omschrijvingsprofiel ervan niet meer dan 0,25m² bedraagt en de uitsprong uit het gevelvlak maximum 0,10m is. Onder omschrijvingsprofiel wordt verstaan de rechthoek die de reclame zal omschrijven, vasthechtingspunten inbegrepen;

2.      teksten en/of reclame die geschilderd zijn op het glasoppervlak van het gebouw waarin een handelszaak gevestigd is voor zover deze teksten of reclame niet meer dan 1/3 van het glasoppervlak beslaan en voor zover deze teksten worden aangebracht op het niveau van de begane grond;

3.      notariële aanplakbiljetten;

4.      verkiezingspubliciteit gevoerd tijdens een verkiezingsperiode;

5.      tijdelijke reclame gemaakt door socioculturele en gelijkaardige manifestaties;

6.      de op een onroerend goed aangebrachte aankondiging van verkoop of verhuring van dat goed;

7.      opschriften van de gereglementeerde vrije beroepen (naamborden) en aanplakbrieven die uitsluitend een godsdienstige of wijsgerige overtuiging uitdrukken;

8.      aanplakbrieven aangebracht ter uitvoering van een wet- of reglementbepaling en aanplakbrieven door openbare of ministeriële ambtenaren aangebracht op vastgestelde plaatsen.

Artikel 2.4.

Zoneomschrijving

Voor de toepassing van deze bouwverordening wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende zones volgens de bestemmingen voorzien in het gewestplan Antwerpen KB. 5 oktober 1979 en aanvullingen.

1.      Zone I
Woongebied

2.      Zone II

o        Woonuitbreidingsgebied

o        Woongebied met landelijk karakter

o        Woonpark

o        Woongebied met culturele waarde

o        Agrarisch gebied

o        Groengebied (natuurgebied, parkgebied, bosgebied, bufferzones)

o        Speelbossen

o        Recreatiegebied (zones voor verblijfsrecreatie en dagrecreatie)

o        Zones voor openbaar nut

o        Zone voor golfterreinen

o        Zone voor serviceresidentie

3.      Zone III

o        Industrie- en dienstverleningsgebied

o        Ambachtelijke zone en K.M.O zone

Artikel 2.5.

Er kan geen vergunning worden verleend voor:

1.      Reclames, uithangborden en andere publiciteitsmiddelen die om esthetische redenen onverantwoord zijn in relatie tot het gebouw of de omgeving. Bijzondere aandacht zal gegeven worden aan publiciteit in de omgeving van beschermde monumenten en in beschermde landschappen of dorpsgezichten.

2.      Het aanbrengen van publiciteit boven daken.

3.      Het aanbrengen van lichtkranten en lichtreklames voorzien van flits-, knipperlichten of aan- en uitgaande lichten.

4.      Het aanbrengen van enige publiciteit op gebouwen die uitsluitend voor bewoning dienen, tenzij op blinde zijgevels en waarvan de maximale oppervlakte verder in deze verordening wordt artikel 2.17. Vlaggen en wimpels ter gelegenheid van een promotiecampagne van maximum twee maanden worden toegelaten.

5.      Het aanleggen van enige visuele publiciteit achter het vensterraam of –ramen op de verdieping van gebouwen en andere bouwwerken, zelfs wanneer er op het gelijkvloers een handel of een ambacht wordt uitgeoefend, behalve wanneer op deze verdieping een handel, nijverheid of dienst gevestigd is.

6.      Het achterlaten op de openbare weg of op privaat eigendom van reclamekarren- en kasten. Reclamekasten worden toegelaten voor promotiecampagnes met beperkte duur (maximum twee maanden) voor zover ze betrekking hebben op een handelszaak op wiens eigendom of huurpand ze staan.

7.      Het aanbrengen van publiciteit op leegstaande panden en op onbewoonbaar of ongezonde verklaarde woningen.

8.      Het aanbrengen van publiciteit op of tegen kunstwerken langs openbare wegen.

9.      Hoofdstuk 3: vergunningen-aanvragen

Hoofdstuk 4: oprichtingsvoorwaarden

§ 2 Alleenstaande publiciteitsconstructies op privé-eigendom

A. Van toepassing in de zone I

Artikel 2.12

Vergunning kan worden verleend voor het plaatsen van alleenstaande publiciteitsconstructies in de voortuinstrook, mits het landschap of het straatbeeld niet geschaad wordt en mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

a.      de publiciteit moet betrekking hebben op de handelsactiviteiten die in het gebouw wordt uitgeoefend;

b.      publiciteit voor derden wordt derhalve verboden met uitzondering voor de producten en merknamen die er verkocht worden.

c.      één bord per inrichting;

d.      de oppervlakte van het bord moet beperkt blijven tot maximum -2,00 m² en de hoogte tot maximum 6 m

e.      de constructie mag niet geplaatst worden in de bouwvrije zijtuinstroken en moet volledig achter de rooilijn

f.        blijven zodanig dat geen enkel gedeelte voorbij de rooilijn uitsteekt;

g.      op de hoek van 2 straten mag de constructie niet geplaatst worden binnen een hoekafschuining van 5 m

h.      gemeten op de rooilijn van de 2 straten. De constructie mag het uitzicht van het verkeer niet hinderen.

i.         alleenstaande publiciteitsconstructies op onbebouwde percelen zijn verboden.

§5 Publiciteit op gebouwen en andere bouwwerken, die voor handels- of nijverheidsdoeleinden worden aangewend

II Publiciteit in het vlak van de gevel

A Van toepassing in de zone I

Artikel 2.22

Vergunning kan worden verleend voor het aanbrengen van publiciteit in het vlak van de gevel waartegen zij steunt, op gebouwen en andere bouwwerken, die voor handels- of nijverheidsdoeleinden worden aangewend, voor zover zij uitsluitend betrekking heeft op een activiteit uitgeoefend in deze gebouwen, de benaming van de inrichting of producten enmerken welke hier verkocht worden.

De publiciteit dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

1.      enkel op de voorgevel van de gebouwen;

2.      de publiciteit mag geen enkele vensteropening geheel of gedeeltelijk bedekking;

3.      de publiciteit mag geen constructieve onderdelen bedekken welke belangrijk zijn voor de vormgeving van het gebouw;

4.      plaats en oppervlakte

a.      De publiciteit mag net boven het peil van de vensterdorpels op de 1ste verdieping uitsteken of mag niet hoger dan 5m aangebracht worden indien hier geen ramen zijn. De publiciteit moet gevat zijn in een kader met als maximum afmetingen 1m hoogte en de breedte van de gevel.

b.      Indien geen publiciteit haaks op de gevel aangebracht mag er publiciteit in het vlak van de gevel tussen de ramen op de 1ste verdieping geplaatst worden. De publiciteit moet gevat zijn in een kader met als maximum afmetingen: breedte 1m en hoogte begrepen tussen 2,50m en 7m vanaf het voetpad en in geen geval hoger dan de ramen op de 1ste verdieping.

c.      De oppervlakte dient beperkt te worden tot 3m².

5.      fosforescerende of gelijksoortige procedés zijn niet toegelaten;

6.      de maximum uitsprong op het gevelvlak is, beperkt tot 0,50m.

§ 6 – Lichtreclames

Artikel 2.25

De publiciteit in het vlak van de gevel en haaks op de gevel zoals vermeld in artikel 2.19, 2.20, 2.21, 2.22, 2.23 en 2.24 mag verlicht worden door een inwendige of uitwendige lichtbron.

1.      Lichtreclames voorzien van flits- of knipperlichten zijn niet toegelaten.

2.      Aan- en uitgaande lichtreclames zijn niet toegelaten.

3.      Lichtreclames die de weggebruikers verblinden of in dwaling brengen, die verkeerstekens voorstellen of nabootsen zodat ze met deze tekens kunnen worden verward of die de doelmatigheid ervan verminderen, zijn verboden.

4.      Lichtreclames met een rode of groene kleur of kleurweerkaatsing zijn verboden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten. Dit verbod geldt niet voor het groen kruis dat geplaatst wordt aan apotheken.

5.      Elektrische installaties moeten conform zijn met de wettelijk bepalingen terzake en gekeurd door een wettelijk erkend keuringsorganisme. Een attest van de keuring dient aan het college van burgemeester en schepenen te worden voorgelegd.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een service station van Texaco aanwezig sinds 1967.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 215m² op een perceel van circa 749m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het perceel is een hoekperceel tussen de Wijnegemsteenweg en De Kaak.

Het aanpalende perceel langsheen de Wijnegemsteenweg wordt gebruikt als een meergezinswoning met 1 handelspand, 1 kantoorruimte en een bijgebouw met 6 garages.

Het aanpalende perceel langsheen De Kaak wordt gebruikt als een landbouw perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: meergezinswoningen en handelspanden.

De Kaak is een voldoende uitgeruste gewestweg die vaak wordt gebruikt als doorgangsweg.

De Wijnegemsteenweg is een voldoende uitgeruste gemeenteweg die vaak wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half-open en gesloten bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanpassen en aanbrengen van de nodige publiciteit op een perceel van 749m².

De bestaande constructie (service gebouw en luifel) blijven onveranderd zoals eerder vergund.

De aanvraag omvat de volgende werken:

o        Het wijzigen van het luifelbord met volgende afmetingen:

1) het vervangen luifelbord 1(11m x 0,45m);

2) het vervangen luifelbord 2 (15m x 0,9m);

3) het vervangen luifelbord 3 (10m x 0,9m);

4) het vervangen logo Esso (2,5m x 0,45m)

5) het vervangen logo Esso (2,5m x 0,9m)

6) het plaatsen van 2 waves (bij elke pomp 1);

7) het plaatsen van een koala aan een luifelkolom;

8) het vervangen van een totem paal met een hoogte van 3,87m (voorheen 7,5m). De totem paal wordt op een andere plaats ingeplant. De totem paal wordt ingeplant tot op 3m van de eigendomsgrens.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 215m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

10.  Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

11.  Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

12.  Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

13.  Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

14.  Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

15.  Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

16.  Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

17.  Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

18.  Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

19.  Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

20.  Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

21.  Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

22.  Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

23.  Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

24.  Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

7.      Er werden geen interne adviezen gevraagd.
 

6.      Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 15 januari 2019 onder referentie AV/123/2018/00500, luidt: gunstig.
Er word teen gunstig advies verleend gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzonder voorwaarden.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Algemene voorwaarden gewestweg

  • Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

  • Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

o        Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

o        Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

o        Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

  • Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

  • In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.
  • In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies ( zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

  • Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.
  • Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen,…)
  • De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privédomein afvloeit.
  • De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.
  • Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater,…

  • De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.
  • De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.
  • Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.
  • Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.
  • Reliëfwijzigingen
  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

  • Slopen
  • De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.
  • Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.
  • De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.
  • De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.
  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.
  • De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.
  • Publiciteit
  • Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte  van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen  de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.
  • Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.
  • Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.
  • Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.
  • Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,n60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

  • Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.
  • De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210001 van 5.6 + 98 tot 5.7 + 48):

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 10m;

o        De rooilijn ligt op 10m volgens vigerende wegnormen.

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 8m;

o        De bouwlijn ligt op 18m.

Publiciteit:

o        Afmeting 3,870 x 1,5 (totem) boodschap: Esso, verlicht: inwendig, inplanting: vrijstaand, ten opzichte van de rooilijn: tussen de rooi- en bouwlijn.

o        Afmeting: 2,500 x 0,9 (op luifel tankstation), boodschap: Esso, verlicht: niet, inplanting: op het dak, ten opzichte van der rooilijn: tussen de rooi- en bouwlijn.

o        Afmeting: 1,650 x 0,5, boodschap: Synergie, verlicht: niet, inplanting: vrijstaand, ten opzichte van de rooilijn: tussen de rooi- en bouwlijn.

o        Afmeting: 1,065 x 0,445, boodschap: poster, verlicht: niet, inplanting: vrijstaand, ten opzichte van de rooilijn: tussen de rooi- en bouwlijn.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanpassen en aanbrengen van de nodige publiciteit horend bij een benzinestation is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Turnhoutsebaan 180 - Nathalie Delronge - het regulariseren van 2 reclameborden - OMG 2018/544

 

 

Voorgeschiedenis

Perceelnummer: (afd. 2) sectie C 77 E

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        heropbouw van vernield gedeelte van woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 maart 1953 - 1953/44

o        het restaureren en uitbreiden van een bestaand gebouw - vergunning door de deputatie - 9 juni 2011 - 2010/284

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 31 augustus 2015 - melding 422

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Nathalie Delronge, Heistse Hoekstraat 10/c, 2220 Heist-op-den-Berg op 19 november 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 180.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van 2 reclameborden.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 november 2018. De uiterste beslissingsdatum is 28 januari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Turnhoutsebaan, goedgekeurd op 14 januari 1986.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Specifieke voorschriften

Het reclamereglement bepaalt:

Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen

Toepassing:

Niemand mag in principe zonder voorafgaande en uitdrukkelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen op grondgebied van de gemeente Schilde publiciteit aanbrengen.

Artikel 2.2.

Voor de toepassing van deze bouwverordening wordt onder verstaan de navermelde vormen van reclame en/of aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare wegen en voetwegen met erfdienstbaarheden:

1.      Lichtreclames;

2.      Lichtkranten;

3.      Onverlichte reclames;

4.      Uithangborden;

5.      Panelen, panelen windschermen en schutsels met aankondigingen en/of reclames;

6.      Reclamekarren- en kasten geplaatst op de openbare of op privé-eigendom;

7.      Schildering van teksten en/of reclames;

8.      Aanbrengen van verlichting of spots met publicitair spandoeken, vlaggen en wimpels met reclame.

Artikel 2.3.

Deze bouwverordening is uitsluitend van toepassing op die vanaf de openbare wegen en voetwegen met openbare erfdienstbaarheden waarneembare reclames, uithangborden en andere publiciteitsmiddelen.

Vallen niet onder toepassing van deze bouwverordening:

1.      de panelen of losse letters, waarop enkel de naam, het beroep en de activiteiten worden vermeld van diegene die het pand waaraan deze aanduidingen worden aangebracht bewonen of hun beroep uitoefenen of er een handelszaak in uitbaten, op voorwaarde dat de totale oppervlakte van het omschrijvingsprofiel ervan niet meer dan 0,25m² bedraagt en de uitsprong uit het gevelvlak maximum 0,10m is. Onder omschrijvingsprofiel wordt verstaan de rechthoek die de reclame zal omschrijven, vasthechtingspunten inbegrepen;

2.      teksten en/of reclame die geschilderd zijn op het glasoppervlak van het gebouw waarin een handelszaak gevestigd is voor zover deze teksten of reclame niet meer dan 1/3 van het glasoppervlak beslaan en voor zover deze teksten worden aangebracht op het niveau van de begane grond;

3.      notariële aanplakbiljetten;

4.      verkiezingspubliciteit gevoerd tijdens een verkiezingsperiode;

5.      tijdelijke reclame gemaakt door socioculturele en gelijkaardige manifestaties;

6.      de op een onroerend goed aangebrachte aankondiging van verkoop of verhuring van dat goed;

7.      opschriften van de gereglementeerde vrije beroepen (naamborden) en aanplakbrieven die uitsluitend een godsdienstige of wijsgerige overtuiging uitdrukken;

8.      aanplakbrieven aangebracht ter uitvoering van een wet- of reglementbepaling en aanplakbrieven door openbare of ministeriële ambtenaren aangebracht op vastgestelde plaatsen.

Artikel 2.4.

Zoneomschrijving

Voor de toepassing van deze bouwverordening wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende zones volgens de bestemmingen voorzien in het gewestplan Antwerpen KB. 5 oktober 1979 en aanvullingen.

1.      Zone I
Woongebied

2.      Zone II

o        Woonuitbreidingsgebied

o        Woongebied met landelijk karakter

o        Woonpark

o        Woongebied met culturele waarde

o        Agrarisch gebied

o        Groengebied (natuurgebied, parkgebied, bosgebied, bufferzones)

o        Speelbossen

o        Recreatiegebied (zones voor verblijfsrecreatie en dagrecreatie)

o        Zones voor openbaar nut

o        Zone voor golfterreinen

o        Zone voor serviceresidentie

3.      Zone III

o        Industrie- en dienstverleningsgebied

o        Ambachtelijke zone en K.M.O zone

Artikel 2.5.

Er kan geen vergunning worden verleend voor:

1.      Reclames, uithangborden en andere publiciteitsmiddelen die om esthetische redenen onverantwoord zijn in relatie tot het gebouw of de omgeving. Bijzondere aandacht zal gegeven worden aan publiciteit in de omgeving van beschermde monumenten en in beschermde landschappen of dorpsgezichten.

2.      Het aanbrengen van publiciteit boven daken.

3.      Het aanbrengen van lichtkranten en lichtreclames voorzien van flits-, knipperlichten of aan- en uitgaande lichten.

4.      Het aanbrengen van enige publiciteit op gebouwen die uitsluitend voor bewoning dienen, tenzij op blinde zijgevels en waarvan de maximale oppervlakte verder in deze verordening wordt artikel 2.17. Vlaggen en wimpels ter gelegenheid van een promotiecampagne van maximum twee maanden worden toegelaten.

5.      Het aanleggen van enige visuele publiciteit achter het vensterraam of –ramen op de verdieping van gebouwen en andere bouwwerken, zelfs wanneer er op het gelijkvloers een handel of een ambacht wordt uitgeoefend, behalve wanneer op deze verdieping een handel, nijverheid of dienst gevestigd is.

6.      Het achterlaten op de openbare weg of op privaat eigendom van reclamekarren- en kasten. Reclamekasten worden toegelaten voor promotiecampagnes met beperkte duur (maximum twee maanden) voor zover ze betrekking hebben op een handelszaak op wiens eigendom of huurpand ze staan.

7.      Het aanbrengen van publiciteit op leegstaande panden en op onbewoonbaar of ongezonde verklaarde woningen.

8.      Het aanbrengen van publiciteit op of tegen kunstwerken langs openbare wegen.

9.      Hoofdstuk 3: vergunningenaanvragen

Hoofdstuk 4: oprichtingsvoorwaarden

§ 2 Alleenstaande publiciteitsconstructies op privé-eigendom

A. Van toepassing in de zone I

Artikel 2.12

Vergunning kan worden verleend voor het plaatsen van alleenstaande publiciteitsconstructies in de voortuinstrook, mits het landschap of het straatbeeld niet geschaad wordt en mits te voldoen aan volgende voorwaarden:

a.      de publiciteit moet betrekking hebben op de handelsactiviteiten die in het gebouw wordt uitgeoefend;

b.      publiciteit voor derden wordt derhalve verboden met uitzondering voor de producten en merknamen die er verkocht worden;

c.      één bord per inrichting;

d.      de oppervlakte van het bord moet beperkt blijven tot maximum -2,00m² en de hoogte tot maximum 6 m;

e.      de constructie mag niet geplaatst worden in de bouwvrije zijtuinstroken en moet volledig achter de rooilijn blijven zodanig dat geen enkel gedeelte voorbij de rooilijn uitsteekt;

f.        op de hoek van 2 straten mag de constructie niet geplaatst worden binnen een hoekafschuining van 5m gemeten op de rooilijn van de 2 straten. De constructie mag het uitzicht van het verkeer niet hinderen;

g.      alleenstaande publiciteitsconstructies op onbebouwde percelen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een gebouw aanwezig 1953.

Voor het gebouw werd een vergunning verleend tot restaurant.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 554m² op een perceel van circa 2.995m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

 

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning met bankfiliaal.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als handelshuis.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- meergezinswoningen en handelspanden.

De straat is een voldoende uitgeruste gewestweg.

Deze wordt vaak gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half-open en gesloten bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is gelegen in het beschermd monument en dorpsgezicht “herenhuis Tollenberg en omgeving”.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van 2 reclameborden op een perceel van 2.931m².

De 2 reclameborden hangen aan de metalen afsluiting vooraan het perceel.

Bord 1 heeft een breedte van 1,20m en een hoogte van 1m.

Bord 1 betreft een zwart bord van 1,20m² met witte letters voor Tollenberg interieur en design.

Bord 2 heeft een breedte van 1,20m en een hoogte van 1.

Bord 2 betreft een zwart bord van 1,20m² met witte letters voor Castello restaurant.

Een betreft 2 reclameborden voor 2 inrichtingen.

Er dienen geen bomen te worden gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

10.  Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen
Het advies van Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen afgeleverd op 19 december 2018 onder referentie 4.002/11039/101.3, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het stads- en dorpsgezicht herenhuis Tollenberg met omgeving werd bij het koninklijk besluit van 3 september 1981 beschermd omwille van zijn artistieke en historische waarden.

De volgende direct werkende normen zijn van toepassing:

h.      Bepalingen uit het onroerenderfgoeddecreet:

  • Actief behoudsbeginsel (artikel 6.4.1);
  • Passief behoudsbeginsel (artikel 6.4.3).

i.         Bepalingen uit het onroerend erfgoedbesluit en het beschermingsbesluit:

  • Artikel 6.2.5. 3° e) het aanbrengen, vervangen of wijzigen van opschriften, publiciteitsinrichtingen of uithangborden, met uitzondering van verkiezingspubliciteit en met uitzondering van publiciteitsinrichtingen, waarbij wordt bekendgemaakt dat het goed te koop of te huur is, op voorwaartse dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4m².
  • Artikel 5 van het beschermingsbesluit: artikel 5: - onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 6 december 1976 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten, stads- en dorpsgezichten, worden voor de behartiging van het algemeen belang de volgende beperkingen aan de rechten van de eigenaars gesteld: behoudens geldig verleende machtiging, overeenkomstig de bepalingen van het artikel 5 van het decreet van 3 maart 1976, is het verboden.
  • Op de hogervermelde percelen de werken uit te voeren vermeld in artikel 44 van de wet van 29 maart 1962, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw;
  • De ordonnantie en het uitzicht van de percelen en van de zich erop bevindende onroerende goederen te wijzigen.

Beoordeling

Plaatsen van twee panelen met zaakgebonden publiciteit. Op de plannen staan ook werken aangeduid op het hoofdgebouw zoals herstel daken. Dit lijkt een kopie van de plannen nieuwe toestand van de bouwvergunning uit 2011. Deze werken worden verder niet omschreven en zijn reeds uitgevoerd. Wij veronderstellen dat deze werken dus geen deel uitmaken van huidige bouwaanvraag en worden in dit advies niet beoordeeld.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

De aangevraagde handelingen worden onder voorwaarden gunstig geadviseerd omdat zij anders afbreuk doen aan de bescherming en

  • In strijd zijn met het passief behoudsbeginsel (artikel 6.4.1.) en/of
  • In strijd zijn met de bepalingen uit het onroerend erfgoedbesluit
  • Plaatsen van panelen met zaakgebonden publiciteit.

De voorziene panelen zijn in overeenstemming met het afwegingskader publiciteit. Dit afwegingskader bepaalt dat zaakgebonden publiciteit mogelijk is binnen een beschermde context. De vormgeving, locatie, grootte, omvang en dergelijke moeten afgestemd zijn op de erfgoedcontext. Plaatsing op een erfgoedelement, zoals een hekwerk in een parkomgeving, is te vermijden. Voor de site Tollenberg is het hekwerk echter wel de meest aangewezen plaats om zaakgebonden publiciteit te plaatsen. Een losstaand reclamepaneel of paneel aangebracht op het hoofdgebouw zou op deze site meer storen dan de zijdelen van het hekwerk. Bovendien zijn de panelen sober qua vormgeving en is hun grootte en kleurstelling afgestemd op het hekwerk Aangezien het hekwerk zelf een erfgoedelement is, mag de bevestiging van de panelen geen schade veroorzaken aan het erfgoed.

  • Restauratiewerken hoofdgebouwen. De aanvraag is onduidelijk of deze werken binnen huidig dossier worden aangevraagd. Het dossier bevat onvoldoende informatie om de werken te beoordelen. Indien restauratiewerken uitgevoerd worden, kan dit via een schriftelijke toelating rechtstreeks bij het agentschap Onroerend Erfgoed Antwerpen worden aangevraagd.

De voorwaarden waar aan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat de aanvraag niet meer in strijd is met de bovengenoemde bepalingen uit de onroerend erfgoed regelgeving, die door de vergunningverlener opgenomen moeten worden in de vergunning zijn:

  • De bevestiging van de reclamepanelen mag geen schade toebrengen aan het historisch hekwerk.
  • De ingreep moet reversibel zijn.

Dit advies geldt enkel als toelating voor de gunstig geadviseerde handelingen, mits voldaan wordt aan de bovenvermelde voorwaarden.

 

11.  Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 26 december 2018 onder referentie AV/123/2018/00463, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Er wordt een gunstig advies verleend gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de rijweg:

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 10,25m;

o        De rooilijn valt samen met grens openbaar domein;

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 0m;

o        De bouwlijn ligt op grens openbaar domein.

Publiciteit:

o        Afmeting: 1,2 x 0,103 x 1, boodschap: Tollenberg interieur – design – lifestyle – woonontwerp – Peter Deckers – Pure Home Concepts – De Backer Haarden – Smart living – Label 180 – Belgian wine watchers – glas van doren, verlicht: niet, inplanting: vrijstaand, ten opzichte van rooilijn: achter de bouwlijn;

o        Afmeting: 1,2 x 0,103 x 1 boodschap: Casello restaurant – bar, verlicht niet, inplanting: vrijstaand, ten opzichte van rooilijn: achter de bouwlijn.

Er wordt een gunstig advies verleend gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en bijzondere voorwaarden.

Algemene voorwaarden gewestweg

1)      Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

2)      Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

o        Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal vlak door de trottoirband reiken.

o        Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

o        Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

3)      Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

4)      In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5)      In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6)      Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

7)      Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …)

8)      De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privédomein afvloeit.

9)      De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …

11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15)Reliëfwijzigingen

  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16)Slopen

  • De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.
  • Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.
  • De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.
  • De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.
  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.
  • De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

17)Publiciteit

  • Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.
  • Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.
  • Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.
  • Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.
  • Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

  • Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.
  • De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

12.  Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen
Het advies van Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen afgeleverd op 19 december 2018 onder referentie 4.002/11039/101.3, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het stads- en dorpsgezicht herenhuis Tollenberg met omgeving werd bij het koninklijk besluit van 3 september 1981 beschermd omwille van zijn artistieke en historische waarden.

De volgende direct werkende normen zijn van toepassing:

a)      Bepalingen uit het onroerenderfgoeddecreet:

  • Actief behoudsbeginsel (artikel 6.4.1);
  • Passief behoudsbeginsel (artikel 6.4.3).

b)      Bepalingen uit het onroerend erfgoedbesluit en het beschermingsbesluit:

  • Artikel 6.2.5. 3° e) het aanbrengen, vervangen of wijzigen van opschriften, publiciteitsinrichtingen of uithangborden, met uitzondering van verkiezingspubliciteit en met uitzondering van publiciteitsinrichtingen, waarbij wordt bekendgemaakt dat het goed te koop of te huur is, op voorwaartse dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4m².
  • Artikel 5 van het beschermingsbesluit: artikel 5: - onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 6 december 1976 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten, stads- en dorpsgezichten, worden voor de behartiging van het algemeen belang de volgende beperkingen aan de rechten van de eigenaars gesteld: behoudens geldig verleende machtiging, overeenkomstig de bepalingen van het artikel 5 van het decreet van 3 maart 1976, is het verboden.

o        Op de hogervermelde percelen de werken uit te voeren vermeld in artikel 44 van de wet van 29 maart 1962, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedenbouw;

o        De ordonnantie en het uitzicht van de percelen en van de zich erop bevindende onroerende goederen te wijzigen.

Beoordeling

Plaatsen van twee panelen met zaakgebonden publiciteit. Op de plannen staan ook werken aangeduid op het hoofdgebouw zoals herstel daken. Dit lijkt een kopie van de plannen nieuwe toestand van de bouwvergunning uit 2011. Deze werken worden verder niet omschreven en zijn reeds uitgevoerd. Wij veronderstellen dat deze werken dus geen deel uitmaken van huidige bouwaanvraag en worden in dit advies niet beoordeeld.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

De aangevraagde handelingen worden onder voorwaarden gunstig geadviseerd omdat zij anders afbreuk doen aan de bescherming en

-          In strijd zijn met het passief behoudsbeginsel (artikel 6.4.1.) en/of

-          In strijd zijn met de bepalingen uit het onroerend erfgoedbesluit

  • Plaatsen van panelen met zaakgebonden publiciteit.

De voorziene panelen zijn in overeenstemming met het afwegingskader publiciteit. Dit afwegingskader bepaalt dat zaakgebonden publiciteit mogelijk is binnen een beschermde context. De vormgeving, locatie, grootte, omvang en dergelijke moeten afgestemd zijn op de erfgoedcontext. Plaatsing op een erfgoedelement, zoals een hekwerk in een parkomgeving, is te vermijden. Voor de site Tollenberg is het hekwerk echter wel de meest aangewezen plaats om zaakgebonden publiciteit te plaatsen. Een losstaand reclamepaneel of paneel aangebracht op het hoofdgebouw zou op deze site meer storen dan de zijdelen van het hekwerk. Bovendien zijn de panelen sober qua vormgeving en is hun grootte en kleurstelling afgestemd op het hekwerk Aangezien het hekwerk zelf een erfgoedelement is, mag de bevestiging van de panelen geen schade veroorzaken aan het erfgoed.

  • Restauratiewerken hoofdgebouwen. De aanvraag is onduidelijk of deze werken binnen huidig dossier worden aangevraagd. Het dossier bevat onvoldoende informatie om de werken te beoordelen. Indien restauratiewerken uitgevoerd worden, kan dit via een schriftelijke toelating rechtstreeks bij het agentschap worden aangevraagd.

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om ervoor te zorgen dat de aanvraag niet meer in strijd is met de bovengenoemde bepalingen uit de onroerend erfgoed regelgeving, die door de vergunningverlener opgenomen moeten worden in de vergunning zijn:

  • De bevestiging van de reclamepanelen mag geen schade toebrengen aan het historisch hekwerk.

De ingreep moet reversibel zijn.

Dit advies geldt enkel als toelating voor de gunstig geadviseerde handelingen, mits voldaan wordt aan de bovenvermelde voorwaarden.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het regulariseren van 2 reclameborden is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag voldoet grotendeels aan de reclamevoorschriften. De aanvraag wijkt echter wel af van het aantal borden. Volgens het reclamereglement mag er maar 1 reclamebord per inrichting. Er werd slechts 1 inrichting (restaurant) vergund dus kan er maar 1 reclamebord toegestaan worden.
In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Een afwijking op een gemeentelijke verordening kan niet toegestaan worden.
 

o        Visueel-vormelijke elementen
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

Motivering:

Het reglement maakt geen onderscheid tussen vergunde en feitelijke inrichting. In voorliggend geval acht het college het toelaatbaar om de vergunning af te leveren gelet op het gegeven dat er in de feiten twee inrichtingen zijn. De borden zijn bovendien mooi ingepast in de omgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Verdeling – attest – Vastgoedtransacties - Wijnegemsteenweg 81 - OV 2019/2

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Verdeling – attest – notaris Buytaert - Albert Van Dyckstraat 3 - OV 2019/4

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige aanvragen:

          8 oktober 2007 - bouwen van een woning - vergunning - 2007320

          Verkavelingen:

          19 november 2002 - nieuwe verkaveling - vergunning - 200219

 

Feiten en context

          Op 15 januari 2019 vroeg notaris Buytaert een attest van verdeling aan voor Albert Van Dyckstraat 3

          Het perceel is gelegen in woonuitbreidingsgebied volgens gewestplan Antwerpen. Het perceel is  gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en in een goedgekeurde verkaveling 2002/19.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Albert Van Dyckstraat.

          Kavel 4 met bijhorende woning zal apart verkocht worden. Het van het huidige kadastrale perceel nummer 404 N voor een oppervlakte van bij benadering 2304 m² zal verder ontwikkeld worden in een groter project samen met andere naburige percelen.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

De splitsing is conform de voorschriften van het geldende BPA en de goedgekeurde verkaveling.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Albert Van Dyckstraat 3.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Van de Wervelaan 49 - ROMA PROMOTIONS/DE BACKER - oprichten appartementsgebouw en ondergrondse parkeergarage - verzoekschrift - SV 2006/264

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning op 27 november 2006 aan Roma Promotions bvba voor het bouwen van appartementen en ondergrondse parkeergarage aan de van de Wervelaan 49.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans, woonachtig van de Wervelaan 47, stellen verzoek tot annulatie van de vergunning in bij de Raad van State. De Raad van State velt arrest op 2 februari 2011 (arrest met nummer 210.937). De vergunning wordt vernietigd wegens strijdigheid met de voorschriften van het BPA Dorpskom - Zuid deel I. De procedure moet hernomen worden door de gemeente vanaf het openbaar onderzoek.

          Het college van burgemeester en schepenen van 30 mei 2011 weigert vergunning aan Roma Promotions bvba.

          Roma Promotions bvba stelt beroep in bij de deputatie van provincie Antwerpen. Er wordt vergunning onder voorwaarden verleend op 1 september 2011.

          De heer en mevrouw Wouter - Heymans dienen een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

          De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 29 mei 2012 (arrest met nummer RvVb/A/2012/0213). De vergunning van de deputatie wordt geweigerd wegens het niet afdoende motiveren. De deputatie moet een nieuwe beslissing nemen.

          De deputatie verleent opnieuw vergunning op 3 augustus 2012.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans dienen voor de tweede maal een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 13 oktober 2015 (arrest met nummer RvVb/A/1516/0101). De Raad vernietigt de beslissing van de deputatie van 3 augustus 2012.

          De deputatie neemt op 28 januari 2016 een nieuwe beslissing. Geen vergunning wordt verleend.

          Roma Promotions bvba dient een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 29 mei 2018 (arrest met nummer RvVb/A/1718/0904). De Raad vernietigt de beslissing van de deputatie van 28 januari 2016.

          De deputatie neemt op 04/10/2018 een nieuwe beslissing. Vergunning wordt verleend.

          Naast de procedure tegen de stedenbouwkundige vergunning wordt er een procedure gevoerd bij de burgerlijke rechtbank:

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans dagvaarden Roma Promotions bvba op 25 oktober 2007 voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen tot staking der werken. De gemeente Schilde wordt gedagvaard in tussenkomst en gemeenverklaring in de procedure op 6 februari 2008. De vordering wordt zonder voorwerp verklaard in het vonnis van 5 januari 2009.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans gaan in hoger beroep. Het Hof van Beroep te Antwerpen verklaart de vordering ongegrond op 10 april 2012.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans stellen een voorziening in Cassatie. Bij arrest van 15 mei 2014 wordt deze gegrond bevonden. Het arrest van het Hof van Beroep van 10 april 2012 wordt vernietigd en de zaak wordt opnieuw verwezen naar het Hof van Beroep in Brussel. Het gezag van gewijsde van het vonnis van 5 januari 2009 bestaat aldus nog steeds.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans heractiveren middels dagvaarding van 9 december 2016 de nieuw te voeren beroepsprocedure.

          De inleidende zitting van 2 januari 2017 wordt uitgesteld naar 20 februari 2017 om Roma Promotions bvba toe te laten de gemeente Schilde te dagvaarden in tussenkomst en gemeenverklaring.

          Op 7 februari 2017 ontvangt de gemeente Schilde een dagvaarding in tussenkomst en gemeenverklaring van Roma Promotions bvba. De inleidende zitting vindt plaats in het Hof van Beroep Brussel op 20 februari 2017.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist op 13 februari 2017 om meester Reiner Tijs aan te stellen.

          De gemeente wordt gedagvaard op 27 april 2017 door de familie BORGHGRAEF, eigenaar van het appartement van de Wervelaan 49/2.

          De gemeente wordt gedagvaard op 30 mei 2017 door de heer en mevrouw De Backer - Lauwers, eigenaar van het appartement van de Wervelaan 49/3.

          De gemeente wordt gedagvaard op 6 juli 2017 door de heer en mevrouw, Craen, Laureys, Baert, Dello en Van de Velde, eigenaar van de appartement van de Wervelaan 49/5.

          Op 27 november 2017 beslist het college van burgemeester en schepenen om Roma Promotions te dagvaarden in het dossier gemeente Schilde / Craen.

          Op 18 december 2017 beslist het college van burgemeester en schepenen om Roma Promotions te dagvaarden in het dossier gemeente Schilde / Borghgraef.

          Het college van burgemeester en schepenen neemt op 14 januari 2019 kennis van de verzending van het dossier gemeente Schilde / Borghgraef naar de rol in afwachting van een uitspraak van de Raad van Vergunningsbetwistingen met betrekking tot de lopende vernietigingsprocedure.

 

Feiten en context

          Op 4 januari 2019 ontvangt de gemeente een gerechtsbrief in het dossier gemeente Schilde / De Backer met het verzoek tot bepaling van nieuwe termijnen om conclusie te nemen. De heer en mevrouw Wouters - Heymans hebben hoger beroep aangetekend op 28 december 2018 tegen het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 oktober 2018. De eisende partij vraagt de verzending van het dossier naar de rol in afwachting van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Tevens vraagt de eisende partij om bijkomende conclusietermijnen op te leggen aan de partijen. De eisende partij stelt volgende termijnen voor:

          voor De Backer - Lauwers: 30 maart 2019

          voor de gemeente Schilde en de curator: 30 mei 2019

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 9° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigt de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Argumentatie

          Het advies van Forum Advocaten van 3 januari 2019 met betrekking tot het dossier gemeente Schilde / Borghgraef: 'persoonlijk maak ik mij alvast de bedenking dat het dossier hiermee (voor lange tijd) wordt uitgesteld, waarbij op een later tijdstip de procedure in eerste aanleg én eventueel ook in graad van beroep nog zal dienen te worden gevoerd. Bovendien hadden eisende partijen op het ogenblik van dagvaarding evenmin zekerheid over het al dan niet definitief verlenen van de gevraagde stedenbouwkundige vergunning, een proceshouding die wij steeds aan tegenpartij hebben verweten. Ik zou persoonlijk dan ook durven aandringen op behandeling. De kans is evenwel reëel dat de voorzitter hier niet op zal ingaan."

          De mail van Forum Advocaten van 11 januari 2019 waarbij in zitting van 8 januari 2019 in het dossier gemeente Schilde / Borghgraef waarbij het verzoek tot verzending naar de rol werd ingewilligd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het verzoek van de eisende partij om het dossier gemeente Schilde / De Backer naar de rol te verzenden in afwachting van een uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het voorstel tot conclusietermijnen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Van de Wervelaan 49 - ROMA PROMOTIONS/CRAEN - oprichten appartementsgebouw en ondergrondse parkeergarage - verzoekschrift - SV 2006/264

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning op 27 november 2006 aan Roma Promotions bvba voor het bouwen van appartementen en ondergrondse parkeergarage aan de van de Wervelaan 49.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans, woonachtig van de Wervelaan 47, stellen verzoek tot annulatie van de vergunning in bij de Raad van State. De Raad van State velt arrest op 2 februari 2011 (arrest met nummer 210.937). De vergunning wordt vernietigd wegens strijdigheid met de voorschriften van het BPA Dorpskom - Zuid deel I. De procedure moet hernomen worden door de gemeente vanaf het openbaar onderzoek.

          Het college van burgemeester en schepenen van 30 mei 2011 weigert vergunning aan Roma Promotions bvba.

          Roma Promotions bvba stelt beroep in bij de deputatie van provincie Antwerpen. Er wordt vergunning onder voorwaarden verleend op 1 september 2011.

          De heer en mevrouw Wouter - Heymans dienen een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

          De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 29 mei 2012 (arrest met nummer RvVb/A/2012/0213). De vergunning van de deputatie wordt geweigerd wegens het niet afdoende motiveren. De deputatie moet een nieuwe beslissing nemen.

          De deputatie verleent opnieuw vergunning op 3 augustus 2012.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans dienen voor de tweede maal een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 13 oktober 2015 (arrest met nummer RvVb/A/1516/0101). De Raad vernietigt de beslissing van de deputatie van 3 augustus 2012.

          De deputatie neemt op 28 januari 2016 een nieuwe beslissing. Geen vergunning wordt verleend.

          Roma Promotions bvba dient een verzoekschrift tot vernietiging in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad voor Vergunningsbetwistingen velt arrest op 29 mei 2018 (arrest met nummer RvVb/A/1718/0904). De Raad vernietigt de beslissing van de deputatie van 28 januari 2016.

          De deputatie neemt op 04/10/2018 een nieuwe beslissing. Vergunning wordt verleend.

          Naast de procedure tegen de stedenbouwkundige vergunning wordt er een procedure gevoerd bij de burgerlijke rechtbank:

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans dagvaarden Roma Promotions bvba op 25 oktober 2007 voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen tot staking der werken. De gemeente Schilde wordt gedagvaard in tussenkomst en gemeenverklaring in de procedure op 6 februari 2008. De vordering wordt zonder voorwerp verklaard in het vonnis van 5 januari 2009.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans gaan in hoger beroep. Het Hof van Beroep te Antwerpen verklaart de vordering ongegrond op 10 april 2012.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans stellen een voorziening in Cassatie. Bij arrest van 15 mei 2014 wordt deze gegrond bevonden. Het arrest van het Hof van Beroep van 10 april 2012 wordt vernietigd en de zaak wordt opnieuw verwezen naar het Hof van Beroep in Brussel. Het gezag van gewijsde van het vonnis van 5 januari 2009 bestaat aldus nog steeds.

          De heer en mevrouw Wouters - Heymans heractiveren middels dagvaarding van 9 december 2016 de nieuw te voeren beroepsprocedure.

          De inleidende zitting van 2 januari 2017 wordt uitgesteld naar 20 februari 2017 om Roma Promotions bvba toe te laten de gemeente Schilde te dagvaarden in tussenkomst en gemeenverklaring.

          Op 7 februari 2017 ontvangt de gemeente Schilde een dagvaarding in tussenkomst en gemeenverklaring van Roma Promotions bvba. De inleidende zitting vindt plaats in het Hof van Beroep Brussel op 20 februari 2017.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist op 13 februari 2017 om meester Reiner Tijs aan te stellen.

          De gemeente wordt gedagvaard op 27 april 2017 door de familie BORGHGRAEF, eigenaar van het appartement van de Wervelaan 49/2.

          De gemeente wordt gedagvaard op 30 mei 2017 door de heer en mevrouw De Backer - Lauwers, eigenaar van het appartement van de Wervelaan 49/3.

          De gemeente wordt gedagvaard op 6 juli 2017 door de heer en mevrouw, Craen, Laureys, Baert, Dello en Van de Velde, eigenaar van het appartement van de Wervelaan 49/5.

          Op 27 november 2017 beslist het college van burgemeester en schepenen om Roma Promotions te dagvaarden in het dossier gemeente Schilde / Craen.

          Op 18 december 2017 beslist het college van burgemeester en schepenen om Roma Promotions te dagvaarden in het dossier gemeente Schilde / Borghgraef.

          Het college van burgemeester en schepenen neemt op 14 januari 2019 kennis van de verzending van het dossier gemeente Schilde / Borghgraef naar de rol in afwachting van een uitspraak van de Raad van Vergunningsbetwistingen met betrekking tot de lopende vernietigingsprocedure.

 

Feiten en context

          Op 15 januari 2019 ontvangt de gemeente een gerechtsbrief in het dossier gemeente Schilde / Craen met het verzoek tot bepaling van nieuwe termijnen om conclusie te nemen. De heer en mevrouw Wouters - Heymans hebben hoger beroep aangetekend op 28 december 2018 tegen het besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 4 oktober 2018. De eisende partij vraagt de verzending van het dossier naar de rol in afwachting van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Tevens vraagt de eisende partij om bijkomende conclusietermijnen op te leggen aan de partijen. De eisende partij stelt volgende termijnen voor:

          voor Craen: 30 maart 2019.

          voor de gemeente Schilde en de curator: 30 mei 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 9° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigt de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Argumentatie

          Het advies van Forum Advocaten van 3 januari 2019 met betrekking tot het dossier gemeente Schilde / Borghgraef: 'persoonlijk maak ik mij alvast de bedenking dat het dossier hiermee (voor lange tijd) wordt uitgesteld, waarbij op een later tijdstip de procedure in eerste aanleg én eventueel ook in graad van beroep nog zal dienen te worden gevoerd. Bovendien hadden eisende partijen op het ogenblik van dagvaarding evenmin zekerheid over het al dan niet definitief verlenen van de gevraagde stedenbouwkundige vergunning, een proceshouding die wij steeds aan tegenpartij hebben verweten. Ik zou persoonlijk dan ook durven aandringen op behandeling. De kans is evenwel reëel dat de voorzitter hier niet op zal ingaan."

          De mail van Forum Advocaten van 11 januari 2019 waarbij in zitting van 8 januari 2019 in het dossier gemeente Schilde / Borghgraef waarbij het verzoek tot verzending naar de rol werd ingewilligd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het verzoek van de eisende partij om het dossier gemeente Schilde / Craen naar de rol te verzenden in afwachting van een uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het voorstel tot conclusietermijnen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

RUP De Vogelenzang - planning fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment)

 

 

Voorgeschiedenis

          23 augustus 2016 voor - de gemeenteraad levert een voorwaardelijk gunstig planologisch attest af aan de Vogelenzang BVBA, Wijnegemsteenweg 193 te Schilde.

          4 september 2017 - goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen van de lijst uit te nodigen firma's voor het bestek 2017-039.

          18 september 2017 - goedkeuring van het bestek 2017-039 door de gemeenteraad.

          29 november 2017 - gunning van de opdracht opmaak RUP De Vogelenzang aan Antea.

          12 november 2018 - goedkeuring start- en procesnota.

 

Feiten en context

Na de opmaak van de start- en procesnota wordt een eerste participatiemoment georganiseerd.

Het doel van een eerste participatie in een vroeg stadium van het proces is om zo het draagvlak én de kwaliteit van het uiteindelijke RUP te vergroten. Dit participatiemoment dient om inbreng te krijgen over de probleemstelling, de inhoudsafbakening en de scope van het voorgenomen plan en bijhorende effectbeoordelingen.

 

Juridische gronden

          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

          De wetgeving voorziet een publieke raadpleging van 60 dagen en één participatiemoment welke dient aangekondigd te worden via de in de wetgeving aangegeven kanalen (Belgisch Staatsblad, dagbladen, website en aanplakking).

          Om het draagvlak te vergroten kan ervoor gekozen worden om de buurtbewoners persoonlijk aan te schrijven.

          Door de ligging van het plangebied in 's-Gravenwezel wordt geopteerd voor de organisatie van een participatiemoment in het Dorpshuis.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om volgende eigenaars van percelen persoonlijk aan te schrijven:

          grenzend aan het plangebied.

          Victor Frislei, Vogelsank, Broekstraat en Wijnegemsteenweg (tussen Galgenstraat en Pater Nuyenslaan).

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het participatiemoment te laten doorgaan in het Dorpshuis in 's-Gravenwezel

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

RUP Turnhoutsebaan Oost - uitbreiding plangebied

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de visie goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de procedure en de lijst van de uit te nodigen firma's goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          19 februari 2018 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          4 juni 2018 - het college van burgemeester en schepenen stelt D+A Consult aan als ontwerpen voor de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan - Oost

          2 juli 2018 - startvergadering planteam

          10 oktober 2018 - tweede vergadering planteam

          5 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de facturatieschijven goed

          12 november 2018: college van burgemeester en schepenen keurt een mobiliteitsonderzoek goed naast de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan Oost. Het college van burgemeester en schepenen stelt hiervoor studiebureau SUUNTA in samenwerking met D+A Consult nv aan

          23 november 2018: derde vergadering planteam

          30 november 2018 en 1 december 2018: telling van de in- en uitritten van de parkings en parkeerbezetting in functie van mobiliteitsonderzoek

          14 januari 2019 - goedkeuring start- en procesnota.

 

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen beslist op 14 januari 2019 om te onderzoeken of het plangebied kan uitgebreid worden met de zone rond het uitvaartcentrum.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

          De percelen rechts en achter het perceel van het uitvaartcentrum, Turnhoutsebaan 492 zijn respectievelijk gelegen in agrarisch gebied en natuurgebied. De percelen zijn aangeduid als habitatrichtlijngebied. Het advies van het Agentschap Natuur en Bos dient voorafgaandelijk (voortoets) gevraagd te worden over de opmaak van een Passende Beoordeling (grondige studie).

          De uitbreiding van het plangebied kan enerzijds een oplossing bieden voor de parkeerproblematiek van het uitvaartcentrum, maar kan anderzijds de RUP procedure verlengen en complexer maken.

          De uitbreiding van het plangebied is niet voorzien in het bestek en brengt een meerkost met zich mee.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het plangebied niet uit te breiden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Turnhoutsebaan 540 - OV 2016/381 - arrest Hof van Beroep

 

 

Voorgeschiedenis

          11 augustus 2016: dagvaarding voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen betreffende de belasting op leegstand, verwaarlozing en verkrotting van gebouwen op het pand, Turnhoutsebaan 540, aanslagjaar 2015.

          22 augustus 2016: besluit van het college van burgemeester en schepenen tot aanstelling van Meester Cornelis van Solid Advocaten.

          31 mei 2017: vonnis rechtbank van eerste aanleg Antwerpen betreffende het aanslagbiljet heffing leegstand 2015.

          3 juli 2017: kennisgeving ingesteld hoger beroep.

          26 oktober 2017: dagvaarding voor de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen betreffende de belasting op leegstand, verwaarlozing en verkrotting van gebouwen op het pand, Turnhoutsebaan 540, aanslagjaar 2016.

          6 november 2017: besluit van het college van burgemeester en schepenen tot aanstelling van Meester Cornelis van Solid Advocaten.

          5 november 2018: gerechtsbrief van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen betreffende de belasting op leegstand, verwaarlozing en verkrotting van gebouwen op het pand, Turnhoutsebaan 540, aanslagjaar 2017.

          12 november 2018: besluit van het college van brgemeester en schepenen tot aanstelling van Meester Cornelis van Solid advocaten.

 

Feiten en context

          De mail van 17 januari 2019 van Meester Cornelis met het arrest van het Hof van Beroep van 15 januari 2019 betreffende de aanslag leegstand 2015 en een samenvatting van het arrest.

          De mail van 22 januari 2019 van Meester Cornelis met de vraag:

          Of de gemeente al dan niet berust in het arrest.

          Welk standpunt de gemeente inneemt aangaande de eventuele subsidiaire aanslag.

          Wat het standpunt is inzake de hangende procedures betreffende de aanslagjaren 2016 en 2017.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 9° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen vertegenwoordigt de gemeente in gerechtelijke en buitengerechtelijke gevallen en beslissingen over het in rechte optreden namens de gemeente.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mails van meester Cornelis en het arrest van het Hof van Beroep.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 24 januari 2019 tot en met 22 februari 2019

Schoolstraat 79

het bouwen van een meergezinswoning met 3 wooneenheden

OMG 2018/583

van 31 januari 2019 tot en met 1 maart 2019

Waterlaatstraat 66

het bouwen van 2 meer gezinswoningen met 2 wooneenheden

OMG 2018/613

van 31 januari 2019 tot en met 1 maart 2019

Riemstraat 76

het regulariseren van een terrasoverdekking aan het clubhuis en het aanleggen van 2 padel velden

OMG 2018/591

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

20 jarig bestaan SVK 't SaS - uitnodiging

 

 

Feiten en context

Sociaal verhuurkantoor het SaS heeft een uitnodiging gestuurd ter gelegenheid van hun 20-jarig bestaan. De receptie met persvoorstelling gaat door op 8 februari 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §2, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad

 

Argumentatie

          SvK het Sas is onze partner in de regio voor het sociaal verhuren van privé woningen.

          De gemeente zal vertegenwoordigd zijn op deze avond.

          Er wordt voorgesteld om een attentie te voorzien om af te geven die bij deze gelegenheid past.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.17.3

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

0101

Bedrag

Visum financieel beheerder

50

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de aankoop van een gepaste attentie voor het 20-jarig bestaan van SvK 't Sas.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Kouwenbergdreef 4 - Judith Dieleman - het vellen van 1 berk, 2 eiken, 1 den en 1 trompetboom - VB 2018/573

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 oktober 1955 - 1955/135

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 februari 1954 - 1954/13

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 mei 1970 - 1970/54

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 maart 1975 - 1974/209

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 februari 1984 - 1984/05

o        zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 april 2004 - 2004/85

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 april 2006 - 2005/5

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Judith Dieleman, Kouwenbergdreef 4, 2970 Schilde op 3 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kouwenbergdreef 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk, 2 eiken, 1 den en 1 trompetboom.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 6 december 2018. De uiterste beslissingsdatum is 4 februari 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk, 2 eiken, 1 den en 1 trompetboom.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en na plaatsbezoek blijkt dat 2 eiken geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken hebben. Ze staan op minder dan 2m van de erfgrenzen maar zijn duidelijk ouder dan de 30 jarige verjaringstermijn. De eiken op het vergund inplantingsplan staan in rood omcirkeld. De overige aangevraagde bomen zijn afgestorven of staan onderdrukt door omstaande bomen en kunnen om die reden als dunning geveld worden. Deze staan aangeduid in groen omcirkeld.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De 2 eiken, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moeten behouden blijven. Een abnormale drastische snoei, kandelabersnoei is verboden. De overige aangevraagde bomen, groen omcirkeld, mogen geveld en vervangen worden.
  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de vergunde bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren. Bij bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • De 2 eiken, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moeten behouden blijven. Een abnormale drastische snoei, kandelabersnoei is verboden. De overige aangevraagde bomen in groen omcirkeld mogen geveld en vervangen worden.
  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de vergunde bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren. Bij bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Schaliënhoefdreef 57 - Alexander Van den Plas - het vellen van 1 berk - VB 2018/611

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 januari 1972 - 1972/05

o        bouwen veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 april 2001 - 2001/109

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 januari 1983 - 1983/125

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 18 november 1965 - 1965/8

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Alexander Van den Plas, Schaliënhoefdreef 57, 2970 Schilde op 25 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Schaliënhoefdreef 57.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s, blijkt dat de berk een tweesprong berk betreft met een vergelijkbare problematiek als een plakoksel. De boom heeft een beperkte esthetische waarde en kan vervangen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de tweesprongberk een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de tweesprongberk een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Gouwberg 9 - Mathias Janssens - het vellen van 1 den en 1 ceder - VB 2018/614

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 december 1961 - 1961/171

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 oktober 1975 - 1975/176

o        uitbreiden met zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 maart 1992 - 1992/13

o        verbouwen en uitbreiden - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 november 1987 - 1987/216

o        het verbouwen van een villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 november 2017 - SV 2017/164

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Mathias Janssens met als contactadres Gouwberg 9, 2970 Schilde op 26 december 2018 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Gouwberg 9.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 den en 1 ceder.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 den en 1 ceder.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
    Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s blijkt dat de aangevraagde bomen afgestorven zijn. Vellen is mits vervanging verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - De Dreef van Zonnebos 11 - Luc Spruyt - het vellen van 1 lork - VB 2019/3

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1967 - sgr1967/32

o        verbouwing van villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 1977 - 1977/164

o        uitbreiden landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 mei 1974 - sgr1974/45

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 maart 1973 - sgr1973/23

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1967 - sgr1967/33

o        zwemvijver van 40m² - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 oktober 2010 - 2010/290

o        bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 oktober 2014 - 2014/198

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1967 - sgr24a

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Luc Spruyt, De Dreef van Zonnebos 11, 2970 Schilde op 1 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Dreef van Zonnebos 11.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 lork.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 lork.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Na onderzoek van de stukken uit het dossier en op basis van plaatsbezoek werd vastgesteld dat de lork geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertoont. Er is geen abnormaal risico vast te stellen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraagniet  in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De lork moet behouden blijven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - wegberm Boerendreef 14 - gemeente Schilde - het vellen van 1 eik - VB 2019/4

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 3 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik op wegberm ter hoogte van Boerendreef 13.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze is ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte, een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en foto’s, blijkt dat de eik afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - Kleinbeekweg 5 - Hilda Maria De Bie - het vellen van 17 bomen - VB 2019/9

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 19 februari 1971 - 1971/30

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 september 1971 - 1971/112

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 1973 - 1973/44

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 1973 - 1973/45

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 december 1973 - 1973/234

o        regularisatie voor aanbouw aan woning en open zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juni 1997 - 1997/180

o        slopen en herbouwen bijgebouw van een alleenstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 juni 2003 - 2003/17

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 1980 - 1980/93

o        regularisatie van een buitenzwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 juli 2003 - 2003/148

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 april 1977 - 1977/94

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 29 november 1968 - 1968/16

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Hilda Maria De Bie, Turnhoutsebaan 63, 2970 Schilde op 6 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kleinbeekweg 5.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 17 bomen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 januari 2019. De uiterste beslissingsdatum is 8 maart 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied en woonuitbreidingsgebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied en woonuitbreidingsgebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen. Deze zijn ingebed in een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 17 bomen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied doch grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voor vele bomen onvoldoende ruimte, een slechte verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, foto’s en na plaatsbezoek blijkt dat 1 es geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken heeft en als enige boom voldoende toekomstverwachting heeft. Deze staat op het vergund inplantingsplan in rood omcirkeld.

De overige bomen zijn afgestorven of staan onderdrukt door omstaande bomen en kunnen om die reden als dunning of misvorming geveld en vervangen worden. Deze staan aangeduid in groen omcirkeld.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De es, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moet behouden blijven.

De overige aangevraagde bomen, groen omcirkeld, mogen worden geveld mits vervanging.

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 4 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
    Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:

  • De es, rood omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moet behouden blijven.

De overige aangevraagde bomen in groen omcirkeld kunnen mogen worden geveld mits vervanging.

  • Gezien de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 4 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2,00m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
    Bomen van eerste grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand minstens 8,00m en mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5,00m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - De Pont 20 - de heer Thomas Christian Pacco - melding van een bronbemaling - M 2019/5

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 1960 - 1960/103

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1968 - 1968/130

o        garage en overdekt terras - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 augustus 1973 - 1973/157

o        houten garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 maart 1974 - 1974/58

o        karrekot - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juni 1974 - 1974/108

o        renovatie van een bestaande woning en slopen van garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 2009 - 2008/416

o        slopen van een bestaande woning en nieuwbouw eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 juni 2010 - 2010/185

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • bouwgrond - positief door  college van burgemeester en schepenen - 25 september 2017 - SA 2017/10
  • het bouwen van een woning - positief door  college van burgemeester en schepenen - 29 januari 2018 - SA 2017/15
  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een eengezinswoning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 2018 - OMG 2018/174

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Thomas Christian Pacco, Italiëlei 209, 2000 Antwerpen op 3 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Pont 20.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor melding van een bronbemaling.

Het dossier is ontvankelijk en volledig. De uiterste datum voor aktename is 2 februari 2019.

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 4, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand
    Het betreft een perceel waar het college van burgemeester en schepenen op 25 juni 2018 een omgevingsvergunning voor afleverde. De vergunning omvat de bouw van een eengezinswoning.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling

minder dan 30 000 m³/jaar.

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling. Deze is nodig voor de bouw van de woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop en 32 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van 6 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot 2,9 meter onder het maaiveld. De pomp heeft een debiet van 8 m³/uur. De exploitant verwacht dat er een tal-30 dagen zal gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 5760 m³ wordt geschat. Verwacht wordt dat de bronbemaling op 28 januari 2019 zal starten. De duur van bemaling wordt geschat op een 30-tal dagen. Tijdens deze  maanden is er minder kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat in de winter er eerder mogelijkheid is op wateroverlast. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager geeft aan dat al het water te lozen via het bestaande grachtenstelsel van De Pont. De omgeving is uitgerust met een grachtenstelsel waarop het water moet aangesloten worden. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.
  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgevoelig gebied. De bronbemaling is niet van die aard dat het een verminderde infiltratie van regenwater in de bodem tot gevolg heeft zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.
  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen verbonden aan de melding.
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:
    - de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.
    - de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.
    - de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen legt naast de algemene en sectorale voorwaarde ook de volgende bijzonder voorwaarde op:

          het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren. De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop. De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt  voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden. Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving -  - FODIO BVBA en de heer Jan  De Beenhouwer - melding van een bronbemaling - M 2019/6

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het bouwen van 13 woningen - vergunning door de deputatie - 5 april 2018 - SV 2017/111

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door FODIO BVBA gevestigd Turnhoutsebaan 277, 2110 Wijnegem en de heer Jan De Beenhouwer, Turnhoutsebaan 277, 2110 Wijnegem op 3 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Reep 2-12.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Het betreft een aanvraag voor melding van een bronbemaling.

Het ingediende dossier werd gecontroleerd op volledigheid.
De uiterste beslissingsdatum is 2 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand
    Het betreft een onbebouwd terrein, waar de bestendige deputatie van Antwerpen op 5 april 2018 in beroep een voorwaardelijke vergunning voor afleverde. De vergunning omvat de bouw van 13 woningen.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

 

rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling

5.000 m³/jaar

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling op een centrale plaats op het perceel. De  bronbemaling is nodig voor het uitgraven van een oude waterput die centraal op het perceel nog aanwezig zou zijn.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 6 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van meer dan 4 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot maximum 4 meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van maximum 10m³/dag. De exploitant verwacht dat er een 7 dagen zal gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 1680 m³ wordt geschat. Verwacht wordt dat de bronbemaling in februari 2019 zal starten. De duur van bemaling wordt geschat op een 7- tal dagen. Tijdens deze maanden is er minder kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat in de winter er eerder mogelijkheid is op wateroverlast. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager geeft aan dat al het water te lozen via een bestaande rioolkolk. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is in infiltratie te voorzien.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen legt naast de algemene en sectorale voorwaarde ook de volgende bijzonder voorwaarde op:

          het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren. De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem. De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop. De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt  voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden. Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Omgeving - de heer Didier De Buyser - het melden van een bronbemaling - Bethaniëlei 11- M 2019/16

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 september 1966 - 1966/107

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1973 - 1972/192

o        afbreken van een bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 mei 2005 - 2005/154

o        bouwen van een eengezinswoning na afbraak van de bestaande constructies - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 juni 2005 - 2005/167

o        nieuwbouw eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 februari 2006 - 2005/355

o        regularisatie van een eengezinswoning (dossier 2005/167) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 september 2006 - 2006/252

o        het gedeeltelijk ophogen van perceel bouwgrond - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 september 2007 - 2007/280

  • Milieuvergunning(en)

o        Melding van een IBA - college van burgemeester en schepenen - 31 maart 2008 - melding 198

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het uitbreiden van een ééngezinswoning en het aanleggen van een zwembad - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 18 juni 2018 - OMG 2018/237

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Didier De Buyser, Bethaniëlei 11, 2970 Schilde op 8 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres, Bethaniëlei 11, Schilde.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft het melden van een bronbemaling.

Na controle werd vastgesteld dat het ingediende dossier volledig is. De uiterste beslissingsdatum is 8 februari 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4. en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand
    Op 18 juni 2019 verleende het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning aan De Buyser Didier, voor het uitbreiden van een ééngezinswoning en de bouw van een zwembad.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad (Nieuw)

25m ³/dag

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling.  Deze is nodig voor de bouw van het zwembad.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop en 12 aanzuigpunten aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diept van 4 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot 2 meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van 25 m³/dag. De exploitant verwacht dat er een 21 dagen zal gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 525 m³ wordt geschat. Verwacht wordt dat de bronbemaling op 01 februari 2019 zal starten. De duur van bemaling wordt geschat op een 21- tal dagen. Tijdens deze  maanden is er minder kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. Daar staat tegenover dat in de winter er eerder mogelijkheid is op wateroverlast. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.
    De aanvrager geeft aan dat al het water te lozen via het bestaande grachtenstelsel van de Bethaniëlei. De omgeving is uitgerust met een grachtenstelstel waarop het water moet aangesloten worden. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied en een bronbemaling is niet van die aard dat het een verminderde infiltratie van  regenwater in de bodem tot gevolg heeft zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3,§3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

- de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM.

- de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53.

- de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen legt naast de algemene en sectorale voorwaarde ook de volgende bijzonder voorwaarde op:

  • het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door een dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren. De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit systeem.De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop. De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt  voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden. Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Duurzaamheid - REG premies december 2018

 

 

Feiten en context

          9 januari 2019: Eandis stuurt een lijst door van de premies die zij uitbetaalde afgelopen maand. In deze lijst kunnen volgende maatregelen voorkomen: hoogrendementsbeglazing, warmtepomp, zonneboiler.

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Hanssen, Zwaneweg 39;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Wensel, G. de Pélichylei 43;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Ravijts, Treemblok 23;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Croonen, Fazantenlaan 19;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Van Goethem, Jachthoornlaan 68;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door Maes, Zandhovensebaan 23;

          aanvraag premie plaatsing gascondensatieketel door De Smedt, A. Dilslei 26.

 

Juridische gronden

          Subsidiereglement rationeel energiegebruik van 16 juni 2014 waarin de voorwaarden worden beschreven om een premie te bekomen.

          Samenwerkingsprotocol met Eandis, goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 april 2011, waarin staat dat Eandis maandelijks een lijst bezorgt met premieaanvragen waarvan zij hun premie hebben uitbetaald. Gemeente Schilde baseert zich op deze lijst om de gemeentelijke premie uit te betalen.

 

Argumentatie

          Gemeentelijke premies zijn een stimulans voor minder CO2-uitstoot en kadert in het burgemeestersconvenant (- twintig % CO2 tegen 2020).

          Aanvragen gascondensatieketels voldoen aan de voorwaarden van het subsidiereglement.

 

Financiële gevolgen

 

BBC actie

002.001.012.002

Bedrag

1.125,30 euro

Registratiesleutel

 

Visum financieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de premies voor december 2018, in verband met het REG-subsidiereglement, voor een totaal bedrag van 1.125,30 euro uit te betalen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Overdracht standplaats - Steenwegkermis te Schilde

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van de heer en mevrouw Corebunders - Julien van 10 januari 2019.

 

Feiten en context

De heer Bart Corebunders, Heiststeenweg 69 te 2580 Beerzel neemt de attractie koortje trek van mevrouw Marie-José Julien, Heiststeenweg 69 te 2580 Beezel over. Hierbij worden het abonnement en de standplaats op Steenwegkermis te Schilde mee overgegeven.

 

Juridische gronden

Artikel 18 § 1 en § 2 van het koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
De natuurlijk persoon of rechtspersoon die één of meerdere attracties uitbaat is gemachtigd bij stopzetting zijn standplaats over te laten als de overnemer de attractie uitgebaat op de overgedragen standplaats overneemt en voldoet aan de voorwaarden. De overdracht is slechts geldig wanneer de burgemeester, zijn afgevaardigde of de concessionaris vastgesteld heeft dat de overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht van artikel 10.

 

Argumentatie

          De verkoper van de attractie is gemachtigd de standplaats van de attractie mee over te geven als de overnemer dit wenst.

          De overnemer voldoet aan de voorwaarden tot overdracht.

 

Kennisname

De heer Bart Corebunders neemt de attractie koortje trek van mevrouw Marie-José Julien over. De standplaats en het abonnement voor Steenwegkermis worden mee overgedragen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Plaatselijk herstellen van wegen- 2019-007/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor het plaatselijk herstellen van wegen

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 18 februari 2019 om 10 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/011

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

30.250 euro incl. btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-007/TDU en de raming voor de opdracht “Plaatselijk herstellen van wegen”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 30.250 euro incl. btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 18 februari 2019 om 10 uur.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Diverse herstellingen van voet- en fietspaden - 2019-008/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor diverse herstellingen aan voet- en fietspaden.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 18 februari 2019 om 9.30 uur voorgesteld

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 46, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 15 (toegang voorbehouden aan sociale werkplaatsen en ondernemers die de sociale en professionele integratie van kansarmen of personen met een handicap tot doel hebben) en artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/011

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

30.250 euro incl. btw

wordt afgeleverd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nr. 2019-008/TDU en de raming voor de opdracht “Diverse herstellingen van voet- en fietspaden”, opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 30.250 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3. Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Gebroeders Sebreghts BVBA, Berkenlaan 48 te 2980 Zoersel;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle;

          Boden B.V.B.A., Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 18 februari 2019 om 09.30 uur.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Vlaanderen Feest 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Jaarlijks organiseert de gemeente Vlaanderen feest tussen 1 en 10 juli.

 

Feiten en context

          Vlaanderen feest laten doorgaan op zondag 7 juli 2019.

          Vlaanderen Feest op het domein van heemkundige kring Scilla en Think out of the box laten plaatsvinden.

          Vlaanderen feest 2019 organiseren in het thema 'oude Belgen' waarin het ontstaan van Schilde centraal staat.

          Activiteiten aanbod voor heel de familie in samenwerking met verschillende verenigingen: Sint-Sebastiaans gilde, Mieke Stout, jeugdbewegingen, Vlaamse volksbeweging en de landelijke ruiters vereniging.

          Geen inschrijvingen voor gratis maaltijd, maar doorlopend eten van het spit en betalende zoete snacks.

          Drinken zal voorzien en verkocht worden door heemkundige kring Scilla en Think out of the box.

          Kinderen met een volle stempelkaart belonen met een gratis zoete snack.

          Vlaanderen feest gaat door op het domein aan heemhuis Scilla en Think out of the box.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Om subsidies te ontvangen dient Vlaanderen feest te worden georganiseerd tussen 1-10 juli.

          Lokale verenigingen geven mee invulling aan het programma.

          Verenigingen hebben een groot netwerk, expertise en materialen in het vooropgestelde thema.

          Er kan een publicatie gemaakt worden over de historie van Schilde, dat vanaf het evenement ter beschikking gesteld kan worden.

          De kosten worden gedrukt, doordat de heemkundige kring zijn lokaal en materiaal ter beschikking stelt en activiteiten door lokale verenigingen verzorgd worden.

          Er is minder logistiek werk voor de dienst der werken en dienst cultuur.

          Er zal een gevarieerd aanbod zijn voor heel de familie: zoekopdrachten met oude afbeeldingen van de straten, wip schieten, volksspelen, sjorring, juwelenkistje en schild maken, ...

          Een stempelkaart voor kinderen zorgt ervoor dat families langer op locatie blijven.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/004/006/005/005

Algemene rekening

 

Beleidsveld

0719

Bedrag

Visum financieel beheerder

7.500 euro (raming)

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt principieel het concept Vlaanderen feest 2019 goed en geeft toestemming aan de dienst cultuur om het verder uit te werken met de lokale verenigingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Aanvraag projectsubsidie TWB oprichting jeugdorkest

 

 

Feiten en context

          Op 28 december 2018 werd een aanvraag voor het bekomen van een projectsubsidie ingediend door de vereniging Takjes worden bomen..

          De socio-culturele vereniging Takjes worden bomen gaat een jeugdorkest oprichten in Schilde.

          Het project is in samenwerking met Harmonie Verenigde Vrienden en gemeentelijke academie voor muziek en woord.

          Het project beoogt in Schilde een structureel werkend jeugdorkest uit te bouwen dat samenwerkt met de twee harmonieën van Schilde.

          Het jeugdorkest krijgt een belangrijke plaats tijdens het feestjaar 2020, waarin Takjes worden bomen zijn 125 jarig bestaan viert.

 

Juridische gronden

          Decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokaal cultuurbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeenten subsidies kunnen krijgen voor het uitvoeren van een cultuurbeleidsplan voor een bibliotheek of een cultuurcentrum.

          Projectsubsidiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 augustus 2017.

 

Inspraak en advies

Positief advies van de raad voor cultuur van 23 januari 2019.

 

Argumentatie

          De gemeente wil erkende verenigingen, inwoners of projectgroepen ondersteunen door het verlenen van projectsubsidies.

          Samen muziek spelen verbindt jongeren.

          Het project is laagdrempelig doordat er geen lid- of deelname geld gevraagd wordt.

          De uitgaven worden op 2.585 euro geraamd.

          De inkomsten worden op 500 euro geraamd.

          Om het geraamde verlies te compenseren, vragen de organisatoren een projectsubsidie van 2.085 euro.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4/6/8/3

Algemene rekening

64930000

Beleidsveld

0719

Bedrag

 

2.085 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een projectsubsidie van 2.085 euro toe te kennen aan de erkende vereniging Takjes worden bomen voor het oprichten van een jeugdorkest.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Concessie Rozenhoek - protest energiefactuur

 

 

Voorgeschiedenis

          Goedkeuring door de gemeenteraad op 24 april 2017 van de concessieovereenkomst tussen KSK 's-Gravenwezel-Schilde en de gemeente Schilde aangaande sportcomplex Rozenhoek.

          E-mail van KSK 's-Gravenwezel-Schilde van 17 januari 2019 als tegenprotest op de energiefacturen sportcomplex Rozenhoek.

 

Feiten en context

          Vanaf 24 april 2017 kreeg KSK 's-Gravenwezel-Schilde de concessie van sportcomplex Rozenhoek.

          In de concessieovereenkomst tussen 's-Gravenwezel-Schilde en de gemeente Schilde staan de wederzijdse rechten en plichten.

          Op 6 juli 2017 ging het plaatsbezoek Rozenhoek door.

          50% van de energiekosten wordt vanaf 24 april 2017 aangerekend aan KSK 's-Gravenwezel-Schilde.

          Op 15 januari 2019 kreeg KSK 's-Gravenwezel-Schilde een factuur voor de energiekosten voor water en elektriciteit.

          De aangerekende kosten voor water bedragen 337,57 euro voor 2017 en 588,74 euro voor 2018.

          De aangerekende kosten voor elektriciteit bedragen 5.666,81 euro voor 2017. De eindafrekening elektriciteit 2018 werd nog niet ontvangen.

          KSK 's-Gravenwezel-Schilde protesteert tegen de facturen aangezien de site Rozenhoek niet in regel gebracht werd op het gebied van infrastructuur.

          Vanaf de getekende concessieovereenkomst werd onder andere een asbestonderzoek van het dak van de kantine uitgevoerd,  de schuifpoort hersteld en een bijkomende opslagplaats voor trainingsmateriaal gecreëerd.

          KSK 's-Gravenwezel-Schilde ontving voor het werkingsjaar 2017-2018 8.041,27 euro subsidie van de gemeente Schilde.

          KSK 's-Gravenwezel-Schilde sloot een overeenkomst met FC Bacchus, FC Alberta Schilde en FC Nova voor het gebruik van sportcomplex Rozenhoek. In totaal heeft KSK 's-Gravenwezel-Schilde hiervan jaarlijks 1.500 euro inkomsten.

          Voor sportcomplex De Kaak werd een vergelijkbare concessieovereenkomst afgesloten met rugbyclub Diabolos.

 

Juridische gronden

Artikel 3, 4 en 14 van de Concessieovereenkomst, goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 april 2017

De concessiehouder verklaart het in concessie gegeven sportcomplex bezichtigd te hebben, akkoord te gaan met de staat waarin het zich bevindt en het als zodanig te aanvaarden.

Er wordt een oplijsting gemaakt van de structurele tekortkomingen van de infrastructuur met de prioritair aan te pakken herstellingen en de verantwoordelijkheden van de concessiehouder- en gever hieromtrent.

De gebruikskosten (water, elektriciteit, gas), zijn voor 50% ten laste van de concessiegever en 50% ten laste van de concessiehouder.

 

Argumentatie

          KSK 's-Gravenwezel-Schilde betaalt geen concessievergoeding voor sportcomplex Rozenhoek.

          KSK 's-Gravenwezel-Schilde krijgt jaarlijkse werkingssubsidies van de gemeente Schilde.

          Rugbyclub Diabolos betaalt consequent de energiefacturen van sportcomplex De Kaak.

          De gemeente wil gelijkwaardige behandeling van de sportclubs die een concessieovereenkomst met de gemeente hebben.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het protest van KSK 's-Gravenwezel-Schilde van 17 januari 2019 op het energiefactuur Sportcomplex Rozenhoek.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een overleg te plannen met KSK 's-Gravenwezel-Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Aanvraag plaatsen reclameborden voor circus Barones.

 

 

Voorgeschiedenis

Brief Circus Barones van 19 november 2018

 

Feiten en context

Circus Barones vraagt toelating om mobiele reclame panelen naast de gemeentelijke wegen te plaatsen.

 

Juridische gronden

          Circusreglement goedgekeurd gemeenteraad 19 maart 2012;

          Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen;

          Artikel 2.3 §e tijdelijke reclame gemaakt door socioculturele en gelijkaardige manifestaties.

 

Argumentatie

De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aanvraag van Circus Barones om mobiele reclame panelen langs de gemeentelijke wegen in Schilde en beslist hiervoor toelating te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Aanvraag straatfeest Veldvenne op 17 augustus 2019 door Bert Penne

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Veldvenne van Bert Penne van 13 december 2018.

 

Feiten en context

Bert Penne vraagt toelating om op 17 augustus 2019 een straatfeest te organiseren in de Veldvenne. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

          Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Bert Penne voor de organisatie van een straatfeest in de Veldvenne op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Bert Penne indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Aanvraag herdenkingsplechtigheid NSB - 16 februari 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via mail ontvangen van Luc Bouvin op maandag 21 januari 2019

 

Feiten en context

Op 16 februari 2019 houdt de Nationale Strijdersbond België (NSB) hun jaarlijkse statutaire provinciale NSB-vergadering in het Hof van Wezel.
Voorafgaand houden zij een kleine herdenkingsplechtigheid aan het monument der gesneuvelden. Deze herdenking duurt hoogstens een 20-tal minuten. De organisatie vraagt hiervoor de toelating.

 

Juridische gronden

Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet

De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

 

Argumentatie

De organisatie kreeg in het verleden al herhaaldelijk toelating voor dergelijke evenementen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan de organisatie van de Nationale Strijdersbond België voor de organisatie van een herdenkingsmoment aan het monument der gesneuvelden op 16 februari 2019.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 28 01 2019

Aankoop nieuwe chalets

 

 

 

Feiten en context

          De gemeente Schilde beschikt momenteel over 5 chalets die voor verschillende evenementen en feestelijkheden doorheen het jaar gebruikt worden. De huidige chalets zijn ongeveer 12 jaar.

          Door de tand des tijds en het veelvuldige gebruik zijn de huidige chalets beschadigd en dringend aan vervanging toe.

          Er zijn 3 offertes opgevraagd door de dienst der werken voor nieuwe chalets:

          Algonkin verhuur: 2000 euro exclusief btw per chalet + 185 euro vervoerskosten

          All events bvba: 4719 euro exclusief btw per chalet

          All party tents: 2309 euro exclusief btw
 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

 

Argumentatie

          Het gebruik van nieuwe chalets tijdens de gemeentelijke evenementen zorgt voor een professionele uitstraling van de gemeente Schilde.

          De voorgestelde chalets zijn makkelijker in opbouw en afbraak

          Algonkin verhuur komt als de beste prijs/kwaliteit naar voren.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

51135

Algemene rekening

23000000

Beleidsveld

0710

Bedrag

Visum financieel beheerder

10185 euro

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om goedkeuring te geven voor de aankoop van 5 nieuwe chalets via Algonkin verhuur.

 

 

Publicatiedatum: 05/02/2019