VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

14 oktober 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Marian Van Alphen, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 7

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 7 oktober 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 7 oktober 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.941 tot en met 2.003;

          de vastleggingen van 5.871 tot en met 5.970;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 89 tot en met 91;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 37.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Adviesraad inwonerspanel - verslag 18 september 2019

 

 

Feiten en context

Mail van André Vanweddingen, secretaris inwonerspanel, op maandag 23 september: verslag inwonerspanel 18 september 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 304 § 1 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad voert een beleid op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten.

          Afsprakennota tussen het gemeentebestuur en het inwonerspanel bekrachtigd op 12 maart 2015

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de bijeenkomst van het inwonerspanel op woensdag 18 september 2019 en beslist deze op het GRIP te plaatsen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Resultaten snelheidsmetingen maart/mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Tijdens de periode van 26 maart tot 9 mei 2019 werden snelheidsmetingen uitgevoerd in de Louis Mariënlaan, Koeputten, Kleinveldweg en Kraanstraat.

 

Feiten en context

De snelheidsmetingen leverden volgende resultaten op:

          Louis Mariënlaan 12 (plaatselijk verkeer):

          V85 = 44 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 512

          Koeputten 12 (plaatselijk verkeer)

          V85 = 41 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 622

          Kleinveldweg 14

          V85 = 38 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 304

          Kraanstraat 26 (plaatselijk verkeer)

          V85 = 58 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 797

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          geen structurele ingrepen uit te voeren in de Louis Mariënlaan, Koeputten en Kleinveldweg;

          controle te laten uitvoeren door de politie in de Kraanstraat.

 

Argumentatie

Het verhogen van de verkeersveiligheid en zorgen voor een aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de resultaten van de snelheidsmetingen in de Louis Mariënlaan, Koeputten, Kleinveldweg en Kraanstraat en beslist:

          geen structurele ingrepen die te maken hebben met de snelheid te doen in de Louis Mariënlaan, Koeputten en Kleinveldweg;

          regelmatig controle te laten uitvoeren door de politie in de Kraanstraat.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Resultaten snelheidsmetingen juni/juli 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Tijdens de periode van 11 juni tot 4 juli 2019 werden snelheidsmetingen uitgevoerd in Schutbocht, Leeuwerikendreef, Drijhoekdreef, Uilendreef en Koekoeksdreef.

 

Feiten en context

De snelheidsmetingen leverden volgende resultaten op:

          Schutbocht 9/Den Aard:

          V85 = 52 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 705

          Leeuwerikendreef 7:

          V85 = 59 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 838

          Drijhoekdreef 17:

          V85 = 57 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 765

          Uilendreef 17:

          V85 = 59 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag:1.060

          Koekoeksdreef 54:

          V85 = 29 km/uur

          gemiddeld aantal voertuigen per dag: 324

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          geen structurele ingrepen uit te voeren in de Schutbocht aangezien het hier enkel plaatselijk verkeer betreft;

          overleg te plannen met het Agentschap Wegen en Verkeer Antwerpen (AWV) en het gemeentebestuur van Zoersel over de aanpak van de wijk Drijhoek.

 

Argumentatie

Het verhogen van de verkeersveiligheid en zorgen voor een aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de resultaten van de snelheidsmetingen in de Schutbocht, Leeuwerikendreef, Drijhoekdreef, Uilendreef en Koekoeksdreef en beslist:

          geen structurele ingrepen te doen in de Schutbocht;

          overleg te organiseren met het Agentschap Wegen en Verkeer en gemeente Zoersel over de wijk Drijhoek.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Knip Oudebaan - ontwerp enquête na proefperiode

 

 

Voorgeschiedenis

          1 oktober 2018: het college van burgemeester en schepenen verleent principiële goedkeuring voor het invoeren van een knip als proef in de Oudebaan net voorbij de Kapellei (Zoersel) en apotheker Naessens-Cleeren (Schilde).

          3 december 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist een brief met enquêteformulier te bezorgen aan de betrokken inwoners.

          14 januari 2019: het college van burgemeester en schepenen verleent principiële goedkeuring voor het invoeren van een knip in de Oudebaan ter hoogte van huisnummer 17 als proefopstelling gedurende zes maanden ingaand op 1 februari 2019.

          1 februari 2019 blijkt administratief niet haalbaar. De proefopstelling wordt geplaatst op 19 maart 2019.

 

Feiten en context

          De proefperiode van zes maanden is voorbij.

          De betrokken inwoners mogen hun mening geven over de proefopstelling met eventueel het bestendigen van de knip als gevolg. Hiervoor werd in samenwerking met gemeente Zoersel een ontwerpbrief en enquêteformulier opgesteld.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies verkeerscel

 

Argumentatie

Het verhogen van de verkeersveiligheid en het creëren van een aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de ontwerpbrief en enquêteformulier bij het invoeren van een knip in de Oudebaan, gedeelte N12/Waterstraat, en beslist hieraan goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Inname voet- en fietspaden door goederen en reclameborden middenstanders

 

 

Voorgeschiedenis

          Vaststellingen door dienst mobiliteit op 17 juli 2019

          Melding door inwoner via e-mail op 3 september 2019

 

Feiten en context

          Op het voet- en fietspad langs de Turnhoutsebaan en Wijnegemsteenweg worden regelmatig goederen en reclameborden geplaatst door handelaars die hierdoor de aandacht willen vestigen op hun zaak.

          Dergelijke hindernissen op het openbaar domein brengen de veiligheid van de voetgangers en fietsers in het gedrang: voetgangers moeten uitwijken voor de hindernis en komen zo op het fietspad terecht. Dit levert gevaarlijke situaties op.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          de handelaars schriftelijk aan te sporen minimum 1 meter voetpad vrij te houden, aanpalend aan het eventueel aanliggende fietspad;

          de handelaars een termijn te geven van twee weken om hun medewerkers van deze regel op de hoogte te brengen;

          een herhaling te sturen indien nodig met een termijn van 1 week;

          als hieraan geen gevolg gegeven wordt, alle hindernissen weg te halen en te stockeren in het magazijn waar ze na afspraak kunnen afgehaald worden;

          de dienst mobiliteit een mandaat te geven om dergelijke situaties op te volgen.

 

Argumentatie

          Het verhogen van de veiligheid van voetgangers en fietsers.

          Kordaat en consequent optreden is noodzakelijk om de handelaars op hun verantwoordelijkheid te wijzen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het plaatsen van hindernissen op voet- en fietspaden door handelaars en beslist de handelaars schriftelijk bewust te maken dat minimum 1 meter voetpad, aanpalend aan het eventueel aanliggende fietspad, vrij moet gehouden worden. Voor elke inname van het openbaar domein moet toelating gevraagd worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist naar Domino’s een brief te sturen omtrent de inname van het openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Bouw voertuigenloods - Goedkeuring verrekening 1

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 8 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Bouw voertuigenloods” aan Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen tegen het nagerekende offertebedrag van 1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-073.

 

Juridische gronden

       Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c) (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure).
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/3 (Vervanging van de opdrachtnemer).
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

 

HV in meer

 

€ 12.824,43

Totaal excl. btw

=

€ 12.824,43

Btw

+

€ 2.693,13

TOTAAL

=

€ 15.517,56

Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 1,12%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 1.162.830,94 euro excl. btw of 1.407.025,44 euro incl. 21% btw bedraagt.

Motivering voor deze verrekening:

supplement voor het afvoeren van uitgegraven grond naar erkende stortplaats in plaats van transport naar tijdelijke opslagplaats van de bouwheer (artikel 02.02.22).

De leidend ambtenaar de heer Filip De Clercq verleende gunstig advies.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/014/002

Algemene rekening

22100007

Beleidsveld

0119

Bedrag

Visum financieel beheerder

12.824,43 exclusief BTW

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Bouw voertuigenloods” voor het totaal bedrag in meer van 12.824,43 euro excl. btw of 15.517,56 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22100007/0119 (actie 1419/005/001/014/002).

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Kluisdreef 4 - mevrouw Katrien Colyn - het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2019/442

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel.

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Katrien Colyn, Louis Mariënlaan 2A/8, 2970 Schilde op 29 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kluisdreef 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen. De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

Artikel 1 – Het bijzonder plan van aanleg nummer 3 Schilde Bergen gemeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan. De voorschriften betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben voorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gemeentelijke bouwverordening.

Artikel 2 – openbare wegen

a.      De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of door onteigening.

b.      De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplantingen en dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting.

c.      Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die rechtstreeks palen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbare weg, waarvan de rooilijnen door het gemeentebestuur zijn vastgesteld en waarvan de aanleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn overeenkomstig de eisen die hieraan door het gemeentebestuur gesteld worden.

Artikel 3 – kavelgrenzen

a.      Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

b.      Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van twee of meer tegen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels der gebouwen.

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen;

d.      voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 19 – zones voor landelijke bebouwing 3.000m²/50m.

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 3.000m².

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 50m.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande woningen.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 12m, maximum de helft der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op ten minste 3m van de eigendomsgrenzen.

f.        Uitsluitend tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijke welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1960.

Op het perceel is er nog een garage aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 529m² op een perceel van circa 3.030m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is een hoekperceel tussen de Gouwberg en de Kluisdreef.

Het aanpalende perceel langsheen de Gouwberg wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Kluisdreef wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Beide straten zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen.

Deze worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 3.030m².

De woning blijft ingeplant tot op minimum 11,17m uit de rooilijn van de Kluisdreef, op 15,48m uit de rooilijn van de Gouwberg en op 7,02m van de rechter perceelsgrens.

Intern worden er verbouwen gedaan.

Het dak boven het bestaande zwembad wordt herbouwd, momenteel is dit ingestort.

De gevels van het zwembad worden iets opgetrokken om het nieuwe dak te kunnen isoleren.

Het dak boven de garage is ook ingestort. Boven de garage wordt op het verdiep voorzien met een plat dak.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 34,90m op een kavelbreedte van 57,40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20,85m.

De uitbreiding heeft een hoogte van 6,13m, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in gevelpleister in lichte kleur en deels met hout in zwarte kleur. Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 529m².

De toegang tot het perceel is 5m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen. Naast de woning zijn 2 terrassen van 89m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 213m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 3 oktober 2019, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Er dienen geen bomen geveld te worden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 17 september 2019 onder referentie 190991 L-19-878, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Kluisdreef.
  • De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 toiletten, 1 wasmachine, 2 binnenkranen en 1 buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 1.875 liter (effectief 3.000 liter) infiltratievolume en min. 3m² (effectief 3m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet wel aandacht besteden dat de infiltratie voorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • Indien geen open hemelwaterlichaam aanwezig is en theoretisch geen RWA aansluiting nodig is als gevolg van infiltratie, dient toch één RWA aansluiting voorzien te worden als voorzorgsmaatregel in het geval van overloop van de infiltratievoorziening.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

o        het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 1.875 liter en een infiltratieoppervlakte van 3m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        het advies van de Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Stedenbouwkundig attest - Picardiëlaan 80 - STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS - het bouwen van een woning - SA 2019/10

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunningen:

  • 20 oktober 1992 - vergunning - Vervallen verkaveling - 19923

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Studiebureel Kris Mintjens, met als adres Antwerpsesteenweg 209 te 2390 Malle, ontvangen op 24 juli 2019. Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk verklaard op 19 augustus 2019.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Picardiëlaan 80.

Het betreft een aanvraag van een stedenbouwkundig attest voor het bouwen van een woning.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in volgens het gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979.

Het goed ligt niet binnen de grenzen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en vervallen verkaveling, 1992/3 van 20 oktober 1992.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 950m² groot.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en wonen in meervoud.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een woning op een perceel van 950m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 13m op een kavelbreedte van 19m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17m.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 5.3.1. §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009
    Het stedenbouwkundig attest geeft op basis van een plan aan of een overwogen project in redelijkheid de toets aan de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening zal kunnen doorstaan. Het wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
    Dit uitvoeringsbesluit regelt de aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen.

 

Inspraak en advies

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies gegeven op 26 augustus 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning dient een sluitend boscompensatievoorstel toegevoegd te worden, zo niet is de aanvraag onvolledig.

 

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies gegeven op 2 september 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft een bebost perceel. Op het plan staat de bouwzone aangeduid. Er staan in de tuinzone enkele waardevolle bomen die de moeite waard zijn om te behouden. Om die reden dient de bouwzone te worden beperkt tot 13m.
    het niet-bebouwbare gedeelte van het perceel aanleggen met hoogstammig groen, het bestaande bewaren. Het groen aanbrengen langs alle zijden van het perceel, afgezien van de nodige toegangen;
  • beperken van de bouwzone tot een afstand van 13m zoals aangeduid op het bomenplan-voorwaarden;
  • behoud van waardevolle bomen en boszone over een afstand van 15m zoals aangeduid op het bomenplan-voorwaarden;
  • correcte opmeting, behoud en uitvoeren van boombeschermende en verzorgende maatregelen van alle te behouden waardevolle bomen;
  • afhankelijk van de ingediende omgevingsvergunning kan een heraanplanting met een nader te bepalen aantal streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte opgelegd worden;
  • een bankgarantie te stellen van 3.000 euro ter garantie correcte uitvoering bosbehoud, heraanplantingswerken.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies gegeven op 4 september 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Picardiëlaan.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/gracht/inbuizing zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o        De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Pidpa
    Het advies gegeven op 3 oktober 2019, is geen advies.
    Voor dit dossier is er geen uitbreiding van het drinkwaternet noodzakelijk.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies gegeven op 19 augustus 2019, is voorwaardelijk gunstig.
    Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:
  • De bouwheer/opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar onze bestaande aansluitpunten ten hoogte van rooilijn scheiding nr. 78/80 conform de richtlijnen.

 

  • Telenet
    Het advies gegeven op 24 september 2019, is geen advies.
    Hier is geen telenet kabelnetwerk aanwezig.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de gewestelijke hemelwaterverordening te worden nageleefd.

 

o        Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

o        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

o        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

o        Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

o        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

o        Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

o        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

  • Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepaling, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarden:

o        de woning dient ingeplant te worden tot op 8m uit de ontworpen rooilijn, op minimum 3m van de zijperceelgrenzen;

o        de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel mag maximum 13m zijn, zoals in het oranje aangepast op het inplantingsplan;

o        de kroonlijsthoogte van 7m kan worden voorzien met een plat dak of een schuin dak met een maximumhelling van 55°;

o        een losstaand bijgebouw maximum 40m²;

o        een oprit mag maximum 5m breed zijn in 1 geheel en 6m in 2 delen;

o        het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;

o        het advies van Fluvius naleven;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent positief stedenbouwkundig attest vergunning aan STUDIEBUREEL KRIS MINTJENS voor het bouwen van een woning in Picardiëlaan 80, afdeling 1 sectie D nummers 274T onder volgende voorwaarden:

  • de woning dient ingeplant te worden tot op 8m uit de ontworpen rooilijn, op minimum 3m van de zijperceelgrenzen;
  • de bouwdiepte tussen voor- en achtergevel mag maximum 13m zijn, zoals in het oranje aangepast op het inplantingsplan;
  • de kroonlijsthoogte van 7m kan worden voorzien met een plat dak of een schuin dak met een maximumhelling van 55°;
  • een losstaand bijgebouw maximum 40m²;
  • een oprit mag maximum 5m breed zijn in 1 geheel en 6m in 2 delen;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van Fluvius naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Conceptnota Provinciaal Beleidsplan Ruimte provincie Antwerpen - advies

 

 

Voorgeschiedenis

          De provincieraad keurde op 23 mei 2019 een eerste versie van het Beleidsplan Ruimte, de conceptnota, goed

          Van 20 augustus tot en met 18 oktober 2019 organiseert de provincie een publieke raadpleging en adviesronde over de conceptnota voor het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen (PBRA)

          Het college van burgemeester en schepenen wordt om een schriftelijk advies gevraagd voor 18 oktober 2019

          Op donderdag 12 september 2019 werd een overleg georganiseerd voor het college van burgemeester en schepenen en het departement Omgeving

          Op donderdag 19 september 2019 en maandag 23 september 2019 vonden twee infomarkten voor het publiek plaats

 

Feiten en context

          Het Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen (PBRA) bestaat enerzijds uit de strategische visie voor de lange termijn en anderzijds uit een set van beleidskaders die op middellange termijn zorgen voor de uitvoering van die visie.

          De strategische visie vormt de basis van de beleidskaders en bevat onder meer 4 ruimtelijke principes. Deze vier ruimtelijke principes worden vertaald in zeven strategieën:

          zuinig ruimtegebruik, om meer te doen met dezelfde ruimte;

          veerkracht, zodat we flexibel kunnen omgaan met veranderingen in de toekomst;

          nabijheid en bereikbaarheid, zodat we ons in eerste instantie minder, maar ook duurzaam verplaatsen;

          eigenheid, want de ene plek is de andere niet.

          Het opzet en de doelstellingen worden verder verfijnd in de conceptnota van de beleidskaders. Ze geven een antwoord op de vraag: “Wat wil de provincie Antwerpen bereiken tegen 2050?” De provincie Antwerpen start met drie beleidskaders:

          de ruimtelijke vertaling van de strategische visie, om die visueel te kunnen weergeven;

          levendige kernen, om te komen tot een netwerk van dorps- en stadskernen rond multimodale verkeersknopen en met aandacht voor levenskwaliteit;

          verdichten en ontdichten van de ruimte, om bebouwde ruimte efficiënter te gebruiken, open ruimte te versterken en versnippering tegen te gaan.

          De doelstellingen worden per beleidskader inhoudelijk uitgewerkt in de volgende fasen van de opmaak van het PBRA. In elk beleidskader worden bij de verdere uitwerking naar voorontwerp concrete acties geformuleerd om het beleidskader uit te voeren.

 

Juridische gronden

          Artikels 2.1.8. - 2.1.10 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De opmaak van het provinciaal beleidsplan ruimte.

          Artikels 21 - 23 van het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning

 

Argumentatie

          In eerste instantie wordt de ruimte vandaag geanalyseerd, hoe deze wordt ingevuld en gebruikt. Enkele belangrijke uitdagingen worden aangekaart en er wordt onderzocht aan de hand van het cultuurlandschap hoe de ruimte in de provincie Antwerpen wordt gebruikt. De cultuurlandschapskaart geeft een beschrijving van de verschillende gebieden in de provincie op een gedetailleerde manier. Het is echter niet mogelijk om op een leesbare manier in te zoomen op het grondgebied van de gemeente Schilde.

          Vandaag zijn er een aantal gemeentelijke planningsprocessen lopende:

          Ruimtelijke Uitvoeringsplan (RUP) De Vogelenzang

          RUP Turnhoutsebaan Oost;

          Masterplan / RUP Schildestrand;

          Strategisch project “De Groene Zes” (Intergemeentelijk RUP Woonparken, …).

De verdere acties die volgens uit het BPRA kunnen mogelijks een impact hebben op deze lopende procedures.

          De gemeente Schilde maakt deel uit van het stadsregionaal overlegorgaan vervoersregio Antwerpen. Bij de vervoersregio wordt er nagedacht over vraagstukken rond mobiliteit, maar ook ruimtelijke ordening. De vraag wordt gesteld over er bij de opmaak van het BPRA werd rekening gehouden met of overlegd met de vervoersregio.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de conceptnota Provinciaal Beleidsplan Ruimte Antwerpen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft volgend advies aan de deputatie van de provincie Antwerpen:

          de cultuurlandschapskaart zo op te maken dat er op gemeentelijk niveau kan worden ingezoomd;

          op gemeentelijk niveau zijn er een aantal planningsprocessen lopende: RUP De Vogelenzang, RUP Turnhoutsebaan-Oost, masterplan/RUP Schildestrand en het intergemeentelijk strategisch project 'De Groene Zes'. Er wordt gevraagd om rekening te houden de visie en uitgangspunten uit deze lopende processen;

          Schilde maakt deel uit van het stadsregionaal overleg orgaan vervoersregio Antwerpen. Er wordt de vraag gesteld of bij de opmaak van de beleidsnota overleg gepleegd of in dialoog werd gegaan met de vervoersregio.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Paviljoendreef zn - Somers Landmeetkundig Studie- en Expertisebureau BVBA - het verkavelen van een bebost perceel in 3 bouwloten voor open bebouwing - OVK 2019/4

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 1974 - sgr67

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Frank Somers namens Somers Landmeetkundig Studie- en Expertisebureau BVBA met als contactadres Spartalaan 27 te 2980 Zoersel op 29 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Paviljoendreef zn.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van een bebost perceel in 3 bouwloten voor open bebouwing.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 4 juli 2019. De uiterste beslissingsdatum is 17 oktober 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd bebost perceel van 8.100m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van een bebost perceel in 3 bouwloten voor open bebouwing.

Elk lot heeft een oppervlakte van circa 2.700m² en een breedte van 30,0m aan de straatzijde.

Alle loten zijn voorzien voor open eengezinswoningen. De bouwzone wordt ingetekend op 15,0m uit de rooilijn, op 5,0m van de rechter perceelsgrens en op 5,0m van de linker perceelsgrens met een diepte van 20,0m. De achterste 45,0m van elk lot wordt voorzien als een te behouden beboste groene ruimte. In de eerste 45,0m zullen bij de individuele bouwaanvragen bomen worden gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 3 oktober 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een perceel op te splitsen in 3 loten. Bij de inplanting van bouwzone en noodzakelijke toegangen dient het principe van de minste milieuschade toegepast te worden. Voor lot 3 is met de inplanting van de bouwzone onvoldoende rekening gehouden met de bestaande waardevolle bomen. De bouwzone dient op een andere plaats ingeplant,  te worden, op een kortere afstand naar de straatzijde toe. Voor lot 2 is het aangewezen om de aangeduide bouwzone te beperken zodat voldoende afstand bewaard wordt tot de bestaande waardevolle bomen. De toegangswegen houden voor sommige loten onvoldoende rekening met bestaande waardevolle bomen of laanbomen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het behoud van de aangeduide boszone en in de tuinzone de waardevolle bomen, (voornamelijk eiken, beuken) zoals in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;

o        de bouwzone voor lot 2 en 3 beperken en wijzigen om voldoende afstand te bewaren tot de bestaande waardevolle bomen eiken en beuken omcirkeld in oranje;

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag dient de inplanting van het tracé van de oprit of toegangswegen te voorziet met de minste milieuschade bij voorkeur buiten de kroonprojectie van de te behouden bomen zoals aangeduid met oranje pijlen;

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag een boombeschermingsplan uitsluitend opgesteld door een gecertificeerd European Treeworker toevoegt aan zijn aanvraag;

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag moet een heraanplantingsvoorstel toevoegen aan zijn aanvraag met een nader te bepalen billijk aantal standplaatsgeschikte hoogstammige loofbomen van eerste en tweede grootte plantmaat 10/12 zodat voldaan wordt aan de definitie van woonparkgebied;

o        de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag dient een bankgarantie te stellen van 4.000 euro ter garantie van een correcte uitvoering van de te vellen en de te behouden bomen of bos, toepassing van het boombeschermingsplan en uitvoering heraanplantingswerken;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 13 september 2019 onder referentie 19-215560, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Algemene opmerking woonparkgebieden

Volgens het geldende plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan liggen de betrokken percelen in woonparkgebied. In overeenstemming met de ruimtelijke bestemming dient het niet-bebouwbare gedeelte aangelegd te worden met hoogstammig groen (de aanwezige bomen moeten bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aangevraagde ontbossing houdt niet automatisch in dat alle hoogstammige bomen binnen de ontboste oppervlakte mogen gerooid worden. Hierbij mag deze zone omgevormd worden tot tuin, mits het behoud en/of (her)aanplanting van hoogstammige bomen. Deze bomen zullen dus geen deel meer uitmaken van een bos, maar van een tuin.
Er bestaat zodoende geen enkele tegenstrijdigheid tussen enerzijds de ontbossing en anderzijds de voorschriften van het woonparkgebied. Het is aan de vergunningverlenende instantie om te bepalen welke bomen er behouden en/of aangeplant moeten worden om te voldoen aan de bestemmingsvoorschriften.

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-215560.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 4.050m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De bosbehoudbijdrage van 28.836 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning gestort te worden.

o        De op het verkavelingsplan aangeduide niet-openbare beboste groene ruimtes over een oppervlakte van 4.050m² worden integraal opgenomen in de verkavelingsvoorschriften. Deze beboste groene ruimtes moeten als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren. Bijkomende ontbossing in de op het verkavelingsplan aangeduide groene ruimtes is slechts mogelijk na het wijzigen van de verkavelingsvergunning.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 12 september 2019 onder referentie 334083_47336, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De loten mogen pas worden verkocht wanneer aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan en de facturen vereffend zijn. De gemeente wordt hiervan in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 28 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het project is een uitbreiding van het distributienet nodig. Er zal een dossier opgestart worden en van zodra wij beschikken over alle nodige informatie zal er een kostenraming worden opgemaakt die wordt verstuurd naar de gemeente. Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aftakking of een aanpassing van de bestaande aftakking(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 2 september 2019 onder referentie 190891 L-19-807, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Dorpsstraat.
  • De DWA-afvoer zal dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Paviljoendreef. Voor de loten 1 en 2 zal hiervoor een DWA-riolering dienen aangelegd te worden die zal aansluiten op de bestaande gemengde riolering langsheen de Paviljoendreef. Dit volledig ten laste van de ontwikkelaar.
  • De RWA-afvoer van de loten van de verkaveling zal dienen aangesloten te worden op de gracht of inbuizing van de gracht langsheen de Paviljoendreef.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Ook de nieuw aan te leggen DWA-riolering is volledig ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
    • De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.
    • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
  • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.
    • Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:
    • De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 18 september 2019 onder referentie 25042755, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De studiedienst stelde vast dat er een netuitbreiding nodig is om alle loten van dit project aansluitbaar te maken.

Er werd een offerte opgesteld en ter goedkeuring doorgestuurd naar de aanvrager. In deze offerte houden we rekening met het aanleggen van nutsleidingen in overleg met andere nutsmaatschappijen. Dit is kostenbesparend en beperkt de hinder. Telenet stemt de uitvoeringstermijnen dan ook af op de planning van de andere werken.

Deze vaststelling omvat niet de aftak- en aansluitkosten van de abonnee. Deze worden met de latere abonnee verrekend.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 14 juli 2019 tot 12 augustus 2019.

Er werd een digitaal bezwaar ingediend.

De bezwaren handelen over:

  • De omschrijving ‘... de door de gemeente Schilde gehanteerde basisnormen voor stedenbouwkundige voorschriften van toepassing zijn ...’. Dit is te ruim geformuleerd, men dient te verwijzen naar de bouwvoorschriften van de Paviljoendreef of naar woonparkgebied;
  • De functies complementair aan het wonen zoals handel, horeca, dienstverlening en ambachtelijke bedrijven zijn niet toegelaten in Paviljoendreef of Philippedreef;
  • De Paviljoendreef bestaat uit een centrale private weg, tevens is er een aparte laterale weg met publiek karakter. Dit is niet geschikt voor de toegang tot de private percelen;
  • Met verdere bebouwing zou de onverharde weg omgezet kunnen worden naar een verharde weg;
  • Het is niet zeker dat de nodige nutsvoorzieningen voldoende aanwezig zijn, wat aangeeft dat het niet de bedoeling is de percelen te bebouwen.

De bezwaren worden als volgt beoordeelt:

  • De Paviljoendreef is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA of RUP. Bij de toelichting in de verkavelingsvoorschriften wordt er verwezen naar de gebruikelijke normen in woonparkzone alsook de voorschriften van de achtergelegen goedgekeurde verkaveling.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • Enkel een vrij beroep, kantoorfunctie of functie die geen abnormale hinder teweegbrengen zijn toegestaan als nevenfunctie.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • Het betreft een private weg met publiek karakter. Tijdens het openbaar onderzoek is de eigenaar van de weg aangeschreven. De eigenaar diende geen bezwaar in.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • De verharding van de weg behoord niet tot de aanvraag. Men kan geen rekening houden met veronderstellingen.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • Tijdens de lopende procedure werd advies gevraagd aan de nutsmaatschappijen. Deze adviezen zijn voorwaardelijk gunstig.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van een perceel in 3 loten voor open eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel worden theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 3 loten voor open bebouwing op een perceel van circa 8.100m². De bebouwingsdichtheid bedraagt 3,7 woningen/ha.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Telenet naleven;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Riemstraat 76 - Campo Dirk - regulariseren terrasoverdekking en aanleggen padelvelden - beslissing deputatie - OMG 2018/591

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          6 mei 2019 - vergunning - college van burgemeester en schepenen

          24 september 2019 - hoorzitting deputatie

          26 september 2019 - weigering - deputatie

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017
De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij Raad voor vergunningenbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie waarbij weigering werd verleend voor Riemstraat 76.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Wijnegemsteenweg 193 - SV 2017/162 - aanstelling bemiddelaar in Procedure voor Vergunningsbetwistingen - De Vogelenzang bvba - SV 2017/162

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          18 december 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          23 januari 2018 - betekening beroep bij deputatie

          22 maart 2018 - vergunning onder voorwaarden - deputatie

          14 mei 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om niet in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          1 juni 2018 - een buurtbewoner, de heer Dirckx, vordert de schorsing van de beslissing van de deputatie bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          12 juni 2018 - arrest over de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De Raad verwerpt de vordering tot schorsing in zijn arrest

          6 augustus 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om tussen te komen in de procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen

          17 juni 2019 - het college van burgemeester en schepenen geeft meester Reiner Tijs de opdracht om bij de andere partijen na te gaan of een bemiddelingsprocedure mogelijk is en een verzoek tot bemiddeling voor te leggen aan de raad voor vergunningsbetwistingen.

          18 september 2019 - op de zitting bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen stemt de verzoekende partij alsnog in met het opstarten van een bemiddelingsprocedure.  Hierdoor wordt de zaak verdaagd met zes maanden. Er zal in een tussenarrest een intern bemiddelaar worden aangesteld. Liesbeth Michiel en Marian Van Alphen worden aangesteld als bemiddelaars. Ze worden hierin bijgestaan door meester Reiner Tijs

 

Feiten en context

          Tussenarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 1 oktober 2019.

          Aanstelling door de Raad van Eddie Clybouw als intern bemiddelaar.

 

Juridische gronden

          Artikel 4.8.2. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Raad voor Vergunningsbetwistingen doet als administratief rechtscollege, bij wijze van arresten, uitspraak over de beroepen die worden ingesteld tot vernietiging van vergunningsbeslissingen, zijnde uitdrukkelijke of stilzwijgende bestuurlijke beslissingen, genomen in laatste administratieve aanleg, betreffende het afgeven of weigeren van een vergunning.

          Artikel 42 van het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet)
De procedure van een bemiddeling.

          Artikel 95 tot en met 100 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit)
De werking van een bemiddelingsprocedure.

 

Kennisname

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de e-mail van meester Reiner Tijs van 4 oktober 2019:

          Eddie Clybouw wordt door de Raad aangesteld als intern bemiddelaar. De bemiddelingsopdracht zal een einde nemen op 3 april 2020;

          De behandeling van de zaak wordt verdaagd naar de openbare zitting van 31 maart 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het tussenarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 1 oktober 2019.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

tweede openbaar onderzoek van 13 oktober 2019 tot en met 11 november 2019

Haksellaan 24

het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning

OMG 2019/358

van 17 oktober 2019 tot en met 15 november 2019

Waterlaatstraat 6

het verbouwen van een bestaande ééngezinszwoning in halfopen bebouwing

OMG 2019/367

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Leegstand - Beroep opname leegstand handelszaken

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen over de aanstelling onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden voor leegstaande en verwaarloosde woningen en gebouwen

          3 juni 2019 - kennisname van het college van burgemeester en schepenen van de leegstand en opname handelszaken in het leegstandsregister gebouwen

 

Feiten en context

          In uitvoering van het reglement over de leegstaande woningen en gebouwen van 16 oktober 2018 is de jaarlijkse controle op vermoeden van leegstand uitgevoerd op gebouwen volgens de definitie in artikel 2, 8°.

          De eigenaars van de panden die opgenomen zijn in het leegstandsregister werden met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de opname en de beroepsprocedure.

 

Juridische gronden

          Artikel 4, §3 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
De gemeente is aangesteld als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

          Artikel 2.2.6. van het Decreet Grond- en Pandenbeleid, van 27 maart 2009
Bepalingen met betrekking tot leegstand en het leegstandsregister.

          Gemeentelijk reglement over de leegstaande woningen en gebouwen van 16 oktober 2017
Het reglement bepaalt de regels over leegstaande gebouwen en/of woningen, het leegstandsregister en de leegstandsbelasting.

          Artikel 56, § 3 van het decreet lokaal bestuur van 1 januari 2019
De gemeenteraad kan bij reglementen bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

          De dossiers waarvoor een beroep werd aangetekend, werden op basis van de ingediende stukken of via feitenonderzoek onderzocht. Er wordt voorgesteld om het beroep al dan niet te aanvaarden.

          Wanneer de reden tot beroep aanvaard wordt zal het pand geschrapt worden uit het leegstandsregister.

          Wanneer de reden tot beroep niet aanvaard wordt zal het pand bijgevolg blijven in het leegstandsregister.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de lijst van de ontvangen beroepen met het resultaat van het onderzoek en beslist deze goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Vraag van IGEAN tot aanpassing van het retributiereglement voor het recyclagepark

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad beslist op 19 oktober 2015 over te gaan tot een uitbreiding van de beheeroverdracht van de gemeente Schilde aan IGEAN voor de uitvoering van diftar op het recyclagepark

          De gemeenteraad keurt op 22 februari 2016 het retributiereglement goed voor het recyclagepark

          De gemeenteraad geeft op 21 maart 2016 haar goedkeuring aan een uitbreiding van de bestaande beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid waardoor IGEAN milieu & veiligheid vanaf 1 april 2016 de exploitatie van het recyclagepark overneemt en verbouwd tot een intergemeentelijk recyclagepark

          Op 2 mei 2017 opent het nieuw aangelegde recyclagepark in Schilde

 

Feiten en context

          Op 23 september 2019 vond er een bijeenkomst plaats van schepenen van leefmilieu voor de recyclageparken in de regio Noord. Tijdens deze vergadering worden de relevante afvalcijfers besproken en een voorstel tot aanpassing van het bestaande retritubtiereglement. Reden tot aanpassen is het feit dat met name de personeelskosten en de verwerkingskosten sterk gestegen zijn en dat de inkomsten van de retributie niet meer in verhouding staat tot de uitgaven. IGEAN voorziet ook een voorstel tot jaarlijkse prijsaanpassing zodat bijsturingen in de toekomst beperkter zouden zijn.

          Op 27 september 2019 stuurt IGEAN per mail een werknota en een powerpoint-presentatie uit naar de betrokken gemeenten in het samenwerkingsverband.

          IGEAN vraagt om het tegen 14 oktober 2019 de opmerkingen van het college van burgemeester en schepenen te doen toekomen zodat ze het op 23 oktober 2019 in de raad van bestuur kunnen behandelen. Bedoeling van IGEAN is om op 1 januari 2020 van start te kunnen gaan met nieuwe en uniforme tarieven op de recyclageparken. En dit zowel voor de tarieven die gelden voor particulieren als voor de KMO. Om dit te realiseren dient elke deelnemende gemeente dus uiterlijk in de gemeenteraad van december 2019 een aanpassing te doen van het bestaande retributiereglement.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

          De verwerking van afval, los van de wijze van bedrijfsvoering, is effectief duurder is geworden. Ook zonder bevoegdheidsoverdracht zou de gemeente geconfronteerd geweest zijn met hogere onkosten op bepaalde fracties.

          Om een aanzuigeffect van afval van buiten de gemeente te voorkomen is het belangrijk om dezelfde tarieven binnen de intergemeentelijke recyclageparken te hanteren.

          De prijszetting die IGEAN voorstelt is logisch omdat de duurste afvalfracties het zwaarste belast worden.

          Een jaarlijkse indexatie helpt mee om een correcte verhouding tussen inkomsten en uitgaven te behouden. Jaarlijkse aanpassingen vragen extra inspanning inzake communicatie.
Waar eerder uitzonderlijke prijsaanpassingen tot gevolg hebben dat ze een gedragswijziging kunnen teweeg brengen (afvalvoorkoming en afvalsortering), zal dit bij jaarlijkse aanpassingen eerder een gewenningseffect creëren zonder aanpassingen in gedrag.

          Globaal gesproken zijn de inwoners tevreden met de werking van het intergemeentelijk containerpark en het principe van de vervuiler betaalt. Ook voor de gemeente is de intergemeentelijke werking een voordeel omwille van de lagere kosten en de zogenaamde "ontzorging". Een meer transparante en meer betrokken bedrijfsvoering zal resulteren in een constructievere samenwerking.

          De kostenverhoging dient open en duidelijk gecommuniceerd te worden naar de bevolking. Hierbij dient door IGEAN aangetoond te worden dat eerst alle andere middelen die kostenbesparend zijn zeer grondig zijn doorgevoerd (sensibilisatie, kostendrukkend werken in bestekken, nieuwe markten en werktechnieken aanboren ...).

          Er kan overwegen worden om een tegemoetkoming te doen naar de bevolking door het optrekken van de vrijstelling voor het groenafval. Voor de gemeente is dit wel een dubbele verliespost. Enerzijds omdat meer gezinnen vrijgesteld worden van de retributie en anderzijds door het optrekken van de eenheidsprijs. Het optrekken van de vrijstelling van 300 naar 500 kg maakt dat de gemeente in plaats van 8.150 euro een 45.000 euro aan inkomsten mist, terwijl de extra inkomsten op een 100.000 euro worden geraamd. Omdat er ook een groot deel grote aanleveraars zijn, wordt voorgesteld om bij een aanvoer van bijvoorbeeld meer dan 2 ton per jaar de retributie op te trekken naar het tarief van de KMO.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.3.2.2

Algemene rekening

70100030

Beleidsveld

309

Bedrag

Visum financieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen voelt zich gedwongen om de tarieven aan te passen en beslist om aan de raad van bestuur van IGEAN haar ongenoegen te uiten over de gang van zaken.  IGEAN moet:

          meer duidelijkheid geven over de wijze van indexatie en eventuele aanpassing naar een niet-jaarlijks systeem;

          een plan voorleggen waarbij ze de gemeenten meer betrekt bij hun voorafgaande besluitvorming (bestekken en keuzes inzake bedrijfsvoering) zodat gemeenten al van in de beginfase inspraak hebben;

          een systeem van tegemoetkoming zoeken, dat niet weegt op de algemene rekening en toch naar bewoners die weinig afval hebben en goed sorteren een beloning genereert;

          een efficiëntie-oefening plannen binnen de zes maanden zodat de werkingskosten gerationaliseerd worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist IGEAN te vragen om de vrijstelling voor het groenafval op te trekken tot 400 kg per jaar en vanaf een aanvoer van meer dan 2000 kg per jaar automatisch het KMO-tarief van groenafval toe te passen, ook voor particuliere aanvoer. Het voorstel is om dit over het hele werkingsgebied uit te rollen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Vraag van IGEAN tot aanpassing van het retributiereglement voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil met diftar

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad doet op 23 maart 2015 bevoegdheidsoverdracht van de inzameling van GFT+ en huisvuil aan IGEAN

          De gemeenteraad keurt op 16 juni 2015 het retributiereglement goed voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil met diftar

          De gemeenteraad past op 19 oktober 2015 de bevoegdheidsoverdracht aan IGEAN inzake de inzameling van GFT+ en huisvuil aan

          De gemeenteraad past op 20 juni 2016 het retributiereglement aan voor de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en huisvuil met diftar

          Op 01 januari 2016 start de selectieve inzameling en verwerking van GFT+ en

          huisvuil met diftar

          Op 17 december 2018 beslist de gemeenteraad om het retributiereglement te verlengd tot 31 december 2019

 

Feiten en context

          Op 19 september 2019 organiseerde IGEAN een bijeenkomst van de adviesgroep “dfitar huis-aan-huis". De kosten voor de afvalinzameling zijn de afgelopen jaren gestegen, terwijl de retributies niet werden aangepast. Hierdoor staan de inkomsten niet meer in verhouding tot de uitgaven aldus IGEAN. Om hieraan tegemoet te komen stelt IGEAN een aanpassing voor van de tarieven in het bestaande retributiereglement.

          Tijdens deze vergadering worden de relevante afvalcijfers besproken en werden drie voorstellen tot aanpassing van het bestaande retributiereglement onderzocht. Ook werd een voorstel tot jaarlijkse indexatie mee opgenomen.

          In een tweede overleg op 3 oktober 2019 kiest de adviesgroep voor de optie waarbij zowel voor het gebruiksrecht, de ledigingskost en de verwerking een prijsverhoging van 20% wordt doorgevoerd.

          Op 8 oktober 20019 laat IGEAN per email het finale voorstel aan de betrokken gemeenten in het samenwerkingsverband.

          IGEAN zal dit voorstel 16 oktober 2019 aan het adviescomité milieu voorleggen en op 23 oktober 2019 aan de Raad van Bestuur.

          Bedoeling van IGEAN is om op 1 januari 2020 van start te kunnen gaan met nieuwe en uniforme tarieven. Om dit te realiseren dient de gemeente dus uiterlijk in de gemeenteraad van december 2019 een aanpassing te doen van het bestaande retributiereglement.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

          Ook zonder bevoegdheidsoverdracht van het afvalophaling naar IGEAN zou de gemeente geconfronteerd geweest zijn met hogere onkosten voor de afvalverwerking.

          In 2018 werden er met de retributie 596.042 euro inkomsten gegenereerd. Deze inkomst dekten 78 % van de uitgave. Met de voorgestelde prijsverhoging raamt IGEAN de extra inkomsten op 94.249 euro. Dit is ongeveer 91% kostendekkend.

          Recentelijk stelde IGEAN ook een verhoging voor van de retributie op de recyclageparken. Om maximaal in te zetten op afvalsortering dient een breng-methode naar de recyclageparken voor de bevolking goedkoper te zijn dan een inzameling aan huis. Dit maakt dat het tarief van het huisvuil dient opgetrokken te worden naar 0,25 euro per kg dit naar analogie met het nieuwe tarief van grofvuil op het recyclagepark.

          Schilde maakt mee deel uit van een intergemeentelijke afvalinzameling, wat maakt dat een uniforme tariefzetting essentieel is om afvaltoerisme tussen gemeenten onderling te voorkomen.

          Het voorstel van de adviesgroep van IGEAN voorziet dat het gebruiksrecht voor de 40 liter containers hetzelfde blijft. Op die manier worden kleine gezinnen en goede sorteerder gevrijwaard van een te hoge prijsstijging.

          Het voorstel voor een jaarlijkse indexatie vraagt ook jaarlijkse communicatie naar de bevolking.

          Jaarlijkse tariefaanpassingen via indexatie creëren een gewenningseffect, terwijl occasionele maar wezenlijke prijsaanpassingen een - tijdelijke - gedragswijziging tot gevolg kunnen hebben (afvalvoorkoming en afvalsortering).

          Globaal gesproken zijn de inwoners tevreden over de intergemeentelijke afvalinzameling met diftar en het principe van de vervuiler betaalt. Ook voor de gemeente is de intergemeentelijke werking een voordeel omwille van de lagere kosten en de zogenaamde "ontzorging". Wel kan de komende tijd nog ingezet worden op een meer transparante en meer betrokken bedrijfsvoering wat zal resulteren in een constructievere samenwerking.

          Een kostenverhoging dient open en duidelijk gecommuniceerd te worden naar de bevolking. Hierbij dient IGEAN aan te tonen dat eerst alle andere middelen die kostenbesparend zijn zeer grondig zijn doorgevoerd (sensibilisatie, kostendrukkend werken in bestekken, nieuwe markten en technieken aanboren ...).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1.1.2.3

Algemene rekening

73322000

Beleidsveld

0020

Bedrag

Visum financieel beheerder

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om IGEAN  - Wouter Meersman - uit te nodigen om een toelichting te geven aan het college van burgemeester en schepenen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

GAS-reglement - evaluatie en voorstel tot aanpassing

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Kampdreef 35 - Bergen B & D BVBA - het vellen van 2 lorken en 1 spar - VB 2019/414

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bergen B & D BVBA, gevestigd Goorstraat 5, 2970 Schilde op 21 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kampdreef 35.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 lorken en 1 spar.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 lorken en 1 spar.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel ligt niet in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Hertendreef 7 - Luc Vleugels - het vellen van 3 eiken en 2 sparren - VB 2019/444

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 augustus 1990 - 1990/183

o        de uitbreiding van een vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 januari 2004 - 2003/220

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 16 juni 1981 - 1981/1

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Luc Vleugels, Hertendreef 7, 2970 Schilde op 30 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hertendreef 7.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 eiken en 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 eiken en 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Kouwenbergdreef 1 - de heer Bert Stas - het vellen van 3 sparren en 1 berk - VB 2019/446

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1972 - 1972/182

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1983 - 1982/112

o        verbouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 maart 1990 - 1990/47

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 november 1950 - 1950/91

o        regulariseren van zwembad en aanleggen verharding - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 februari 2011 - 2011/19

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 februari 2012 - 2011/304

o        afbraak bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 februari 2009 - 2009/32

o        het bouwen van een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 december 2015 - 2015/191

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 september 2009 - 2009/3

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 spar - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2018 - VB 2018/147

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Bert Stas met als contactadres Wildert 94, 2170 Antwerpen op 1 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kouwenbergdreef 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 sparren en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 sparren en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de bomen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Rozenlaan 18 - Ronald Van Der Auwera - het vellen van 5 dennen en 1 berk - VB 2019/451

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        nieuwbouwwoning-afbraak tennisterrein - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 november 1998 - 1998/290

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1950 - sgr1950/28

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1958 - sgr1958/17

o        bouwen van een poolhouse - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 september 2006 - 2006/259

  • Milieuvergunning(en)

o        stookolietank 2000 l -  door  college van burgemeester en schepenen - 19 december 1992 - melding 334

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ronald Paulina Van Der Auwera, Kerkhofweg 5, 2980 Zoersel op 2 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Rozenlaan 18.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 5 dennen en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 5 dennen en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Mosthoevendreef 3 - Jan Nys - het vellen van 1 Zelkova - VB 2019/452

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        aanbouwen aan woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 april 2000 - 2000/136

o        bouwen van een alleenstaande woning en afbraak bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 2008 - 2007/256

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 december 1972 - 1972/187

o        bouwen van een tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 juli 1996 - 1996/203

o        zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 september 1975 - 1975/146

o        bouwen van een 'welnesshouse' en zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 november 2007 - 2007/281

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 1972 - 1971/28

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 september 1980 - 1980/5

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1967 - 1967/11

o        verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1967 - 1967/12

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jan Nys, Mosthoevendreef 3, 2970 Schilde op 4 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Mosthoevendreef 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 Zelkova.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 Zelkova.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied maar grens niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is  niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Gillès de Pélichylei 62A - Glenn Van den Bosch - het vellen van 1 beuk - VB 2019/458

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een carport en afdak - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 september 1997 - 1997/213

o        bouwen van een carport met afdak - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 december 1997 - 1997/274

o        regularisatie tuinhuis en vijver - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 januari 1996 - 1995/137

o        lichtreklame - weigering door college van burgemeester en schepenen - 14 juli 1981 - 1981/13

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 april 1989 - 1989/86

o        aanpassingsplan bouwaanvraag 1973/127 bouwen van woning + zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 januari 1975 - sgr1974/114

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 februari 1973 - sgr1973/06

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 1973 - sgr1973/36

o        bouwen van woning met zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 april 1973 - sgr1973/127

o        vergroten van garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 november 1969 - sgr1969/91

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 februari 1964 - sgr1964/13

o        het bouwen van een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 2010 - 2010/292

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 maart 1989 - 1989/4

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 augustus 2004 - 200416

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Glenn Van den Bosch, Gillès de Pélichylei 62a, 2970 's Gravenwezel op 8 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Gillès de Pélichylei 62A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 september 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 20 september 2019, luidt: gunstig.
Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert gunstig betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aangetast is door slijmvloed en afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Dennenlaan 8 - Sonja De Vries - het vellen van 1 ceder - VB 2019/466

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 september 1968 - 1968/113

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 januari 1972 - 1972/10

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 september 1976 - 1976/149

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 september 1980 - 1980/121

o        regulariseren van een veranda en verbouwen van een zolder naar woonruimte - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 september 2008 - 2008/228

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 10 mei 1968 - 1968/7

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Sonja De Vries, Dennenlaan 8, 2970 Schilde op 11 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Dennenlaan 8.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 ceder.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 ceder.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de ceder een beperkte esthetische waarde heeft en vervangen kan worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: . Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Prins Boudewijnlaan 37 - Eugeen Peeters - het vellen van 3 dennen, 1 eik en 1 berk - VB 2019/467

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Eugeen Peeters, Prins Boudewijnlaan 37, 2970 Schilde op 11 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Prins Boudewijnlaan 37.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 dennen, 1 eik en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 dennen, 1 eik en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s en plaatsbezoek blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Omgeving - Speelhofdreef 21 - Eugeen Peeters - het vellen van 18 sparren - VB 2019/468

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 mei 1968 - 1968/62

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 1980 - 1980/109

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Eugeen Peeters met als contactadres Speelhofdreef 21, 2970 Schilde op 11 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Speelhofdreef 21.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 18 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 30 november 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 4, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 18 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 4 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 4 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Asfalteringswerken Vraagheideweg en Vijverlaan- 2019-036/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 mei 2019 de ontwerpopdracht voor de opdracht “Asfalteringswerken Vraagheideweg en Vijverlaan” toe te wijzen aan Carlier bvba, Langstraat 65 te 2260 Tongerlo.

          In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. 2019-036/TDU opgesteld door de ontwerper, Carlier bvba, Langstraat 65 te 2260 Tongerlo.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 140.477,50 euro excl. btw of 169.977,78 euro incl. 21% btw.

          De gemeenteraad verleende in zitting van 17 juni 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 24 juni 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel;

          Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands;

          Colas Noord NV, Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 5 augustus 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 3 december 2019.

          Er werden 4 offertes ontvangen:

          Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands (94.025,45 euro excl. btw of 113.770,79 euro incl. 21% btw);

          Colas Noord NV, Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem (85.740,18 euro excl. btw of 103.745,62 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (103.932,54 euro excl. btw of 125.758,37 euro incl. 21% btw);

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel (96.527,35 euro excl. btw of 116.798,09 euro incl. 21% btw).

          De eventuele onderhandelingen en verbeteringen resulteerden in volgende eindoffertes:

          Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands (94.025,45 euro excl. btw of 113.770,79 euro incl. 21% btw);

          Colas Noord NV, Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem (81.859,75 euro excl. btw of 99.050,30 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (101.858,74 euro excl. btw of 123.249,08 euro incl. 21% btw);

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel (96.527,35 euro excl. btw of 116.798,09 euro incl. 21% btw).

          De omgevingsvergunning voor deze werken is op 7 oktober 2019 afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 10 september 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

Gunning van deze opdracht alvorens de beroepstermijn van de omgevingsvergunning verstreken is, kan leiden tot schadevergoeding indien de opdracht onuitvoerbaar wordt.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22500500

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

116.798,09 euro incl. 21% btw
19/056

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 10 september 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het aanbestedingsverslag en de status van de omgevingsvergunning.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de beroepstermijnen niet af te wachten. Als er tijdens deze periode beroep wordt aangetekend en de vergunning nietig verklaard wordt, is de opdracht niet uitvoerbaar en heeft de uitvoerder recht op een schadevergoeding van 10% indien de opdracht reeds toegekend is.

Artikel 5. De opdracht “Asfalteringswerken Vraagheideweg en Vijverlaan” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel, tegen het onderhandelde bedrag van 96.527,35 euro excl. btw of 116.798,09 euro incl. 21% btw.

Artikel 6. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-036/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Leveren van brandstof voor dienstvoertuigen - 2019-054/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor leveren van brandstof voor dienstvoertuigen

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 28 oktober 2019 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/015/003

Algemene rekening

61600040

Beleidsveld

0119

Bedrag

50.000 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-054/TDU en de raming voor de opdracht “Leveren van brandstof voor dienstvoertuigen” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 50.000 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Kuwait Petroleum Belgium nv, Brusselstraat 59 bus 1 te 2018 Antwerpen;

          Lukoil Belgium nv, Medialaan 50 te 1800 Vilvoorde;

          Total nv, Handelsstraat 93 te 1040 Brussel (Etterbeek).

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 28 oktober 2019 om 10.00 uur.

Artikel 5. Het krediet zal voorzien worden in het budget van 2020.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Snoeien van laanbomen - 2019-021/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor snoeien van laanbomen.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 4 november 2019 om 10.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/012

Algemene rekening

61035100

Beleidsveld

0200

Bedrag

48.406,05 euro incl. 21% btw

Visum financieel beheerder

wordt aangevraagd bij gunning

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-021/TDU en de raming voor de opdracht “Snoeien van laanbomen” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 48.406,05 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen;

          Van de Velde, Het Goor 13 te 2243 Pulle;

          Lauwereys BVBA, Molenheide 80 te 2242 Pulderbos;

          Me-ander boomverzorging, Leeuwkensweg 40 te 2970 Schilde;

          Dimaco BVBA, Het Goor 13 te 2243 Pulle;

          Arbolarix, Molenstraat 112 te 2970 Schilde.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 4 november 2019 om 10.00 uur.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Aanvraag eenmalige standplaats op wekelijkse markt te 's-Gravenwezel voor preventiestand politie

 

 

Feiten en context

Mevrouw Claudia Bogaerts inspecteur bij de Lokale Politie Voorkempen vraagt een eenmalige standplaats op onze wekelijke markt te 's-Gravenwezel op 16 oktober 2019 voor de preventiecampagne "1 Dag Niet".

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56, § 3, 3° van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Het betreft een eenmalige actie.

          Er is voldoende ruimte op de wekelijkse markt te 's-Gravenwezel beschikbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. De Lokale Politie zal op 16 oktober 2019 kosteloos een eenmalige standplaats voor hun preventiestand "1 Dag Niet" op de wekelijkse markt te 's-Gravenwezel toegewezen krijgen.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Toewijzing standplaats 1 Torrekenskermis te Schilde via spoedprocedure

 

 

Feiten en context

          De heer en mevrouw Prospero-Lainez hebben een standplaats en een abonnement voor Torrekenskermis te Schilde.
Zij lieten weten dat hij met zijn frituur/smoutebollenkraam niet aanwezig zullen zijn.

          De heer Jeffrey Vlasselaerts wenst een standplaats voor zijn frituur/smoutebollenkraam op Torrekenskermis te Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 17 van het Koninklijk Besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, standplaatsen vacant blijven, kan overgegaan worden tot vervanging via spoedprocedure. Dit artikel vermeldt de voorwaarden en de bepalingen hierover.

 

Argumentatie

          Wanneer een kermisuitbater laat weten dat hij met zijn attractie niet aanwezig kan zijn, kan er via spoedprocedure in vervanging voorzien worden voor de duur van de kermis.

          Het is aangeraden om lege standplaatsen op te vullen.

          De heer Vlasselaerts voldoet aan de voorwaarden.

 

BESLUIT

Artikel 1. De heer Jeffrey Vlasselaerts krijgt via spoedprocedure op de Torrekenskermis te Schilde voor zijn frituur/smoutebollenkraam een standplaats toegewezen voor de duur van de kermis.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Huur Museum Albert Van Dyck

 

 

Voorgeschiedenis

Brief Departement Cultuur, Jeugd & Media in verband met de huur van het Museum Albert Van Dyck van 27 augustus 2019.

 

Feiten en context

          Op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap werd een krediet gereserveerd voor de huur van een museum voor de collectie Albert Van Dyck.

          Overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de gemeente Schilde, getekend op 4 oktober 1997, waarbij een regeling getroffen wordt voor de bewaring van de collectie kunstwerken.

          Het financiële luik wordt geregeld in artikel 6 en 7.

          De Vlaamse Gemeenschap betaalt gedurende 30 jaar minstens 29.747,22 euro per jaar.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van de Vlaamse Gemeenschap aan de gemeente Schilde inzake de huur van het Museum Albert Van Dyck voor de collectie van Albert Van Dyck en de schuldvordering van in totaal 29.747,22 euro voor de periode van 1 januari tot 31 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Vrijwilligersvergoeding zomervakantie - correcties

 

 

Feiten en context

Tijdens de zomervakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad;

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren

Algemene rekening

62013000

Beleidsveld

0750 JEUGD

Bedrag

91,44 euro

Visum financieel beheerder

N.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Elisa Spaans, Alice Nahonlei 22, 2900 Schoten.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 31,44 euro toe te kennen aan Elian Coninx, Eksterdreef 14, 2980 Halle Zoersel.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Aankoop grond Waterstraat/Oudebaan

 

 

Feiten en context

Het perceel op de hoek van de Oudebaan en de Waterstraat is ingekleurd op het gewestplan als 'gebied voor dagrecreatie'.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3 1van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

 

Argumentatie

Een perceel dat kan dienen als gebied voor dagrecreatie is een potentiële interessante aankoop voor een lange termijn uitbouw van gemeentelijke vrijetijdsinfrastructuur.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om onderhandelingen met de eigenaars op te starten voor de aankoop het perceel op de hoek van de Waterstraat en de Oudebaan.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Aanvraag Chirobal & Chirofuif 2019 - 25 oktober 2019 en 26 oktober 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 27 juli 2019

 

Feiten en context

Chiro Guido organiseert naar jaarlijkse gewoonte een chirobal en een Chirofuif. Vrijdagaovond 25 oktober 2019 vindt het chirobal plaats en op zaterdagavond 26 oktober 2019 vindt de chirofuif plaats. De organisatie vraagt toestemming voor de organisatie van dit evenement en een afwijking op de geluidsnormen.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Het omgevingsdecreet van 25 april 2014 en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten en wijzigingen;

          Het Vlaams reglement van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen  inzake milieuhygiëne;

          Hoofdstuk 6.7 van VLAREM
De milieuvergunningsvoorwaarden voor niet ingedeelde muziekactiviteiten

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies brandweer

 

Argumentatie

          Chiro Schilde heeft in het verleden al reeds toestemming verkregen voor gelijkaardige evenementen.

          De gemeente wenst de sociale cohesie tussen jongeren te bevorderen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om toestemming te verlenen aan Chiro Guido Schilde voor de organisatie van het Chirobal op vrijdag 25 oktober 2019 en de Chirofuif op zaterdag 26 oktober 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een afwijking van de geluidsnormen toe te staan aan Chiro Guido Schilde voor de organisatie van het Chirobal en de Chirofuif onder de volgende voorwaarden:

          het geluidsniveau van de elektronisch versterkte muziek mag maximum 95DB(A)LAeq, 15min bedragen op vrijdag 25 oktober 2019 vanaf 20.30 uur tot 2 uur (zomeruur) op zaterdag 26 oktober 2019. Tussen 2 en 3 uur (zomeruur) zaterdag 26 oktober 2019 dient het geluidsniveau beperkt te worden tot 90dB(a);

          het geluidsniveau van de elektronisch versterkte muziek mag maximum 95DB(A)LAeq, 15min bedragen op zaterdag 26 oktober vanaf 20.30 uur tot 2 uur (zomeruur) op zondag 27 oktober 2019. Tussen 2 en 3 uur (zomeruur) zondag 27 oktober dient het geluidsniveau beperkt te worden tot 90dB(a);

          na deze uren mag geen muziek meer gespeeld worden;

          de organisator dient de VLAREM II voorwaarden in art. 5.32.2.2 bis, §1,1)12) en 3) en §2 strikt te respecteren;

          de organisator dient de buurt schriftelijk op de hoogte te brengen van het evenement;

          een afschrift van de vergunning zal overgemaakt worden aan de toezichthoudende politiediensten;

          de vergunninghouder dient een kopie van deze vergunning ter allen tijde ter beschikking te houden van de bevoegde controlerende diensten.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Aanvraag verkoop chrysanten - vanaf 27 oktober 2019 tot en met 1 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Kevin Van der Linden van maandag 7 oktober 2019.

 

Feiten en context

Kevin Van der Linden vraagt toelating voor de verkoop van chrysanten aan het kerkhof van Schilde en 's-Gravenwezel vanaf 27 oktober 2019 tot en met 1 november 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Andere aanvragers kregen voor gelijkaardige aanvragen al eerder toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Kevin Van der Linden voor de verkoop van chrysanten aan het kerkhof van Schilde en 's-Gravenwezel vanaf 27 oktober 2019 tot en met 1 november 2019.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 14 10 2019

Summerville 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Ruben Bastiaens van Avalanche Events ontvangen op dinsdag 24 september 2019

 

Feiten en context

Avalanche Events BVBA wenst graag het evenement Summerville te organiseren in de gemeente 's-Gravenwezel. Het evenement zou bestaan uit 2 aspecten: een zomerbar en een EK-dorp. De zomerbar heeft een verwachte maximumcapaciteit van 150 personen. Het EK-dorp zou een maximumcapaciteit hebben die in samenspraak met de gemeente en hulpdiensten wordt bepaald. Het evenement zou plaatsvinden op de locatie waar momenteel Wezel Culinair plaatsvindt, weide De Kaak. De organisatie vraagt toelating voor de organisatie van dit evenement.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De data van opbouw, verloop en afbraak vallen aansluitend aan de huidige data van Wezel Culinair. Op deze manier vindt er gedurende juni, juli, augustus doorlopend een evenement plaats met hoge aantallen bezoekers met bijgevolg de nodige overlast voor de omwonende met betrekking tot parkeergelegenheid en geluidsoverlast.

          Brasserie W44 heeft bevestigd dat zij gedurende de periode dat het Europees Kampioenschap voetbal ook een scherm en open bar wensen te organiseren aan Werf 44. Dit zou ervoor zorgen dat er 2 evenementen omtrent het EK tegelijkertijd plaatsvinden.

          De gemeente Schilde ondersteunt graag de lokale horeca-zaken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen besluit om geen toestemming te verlenen aan Avalanche Events om het evenement "Summerville" te organiseren in de gemeente Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 29/10/2019