VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

3 februari 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Ilse Konings, wnd algemeen directeur;

verontschuldigd

Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 27 januari 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 27 januari 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 463 tot en met 639;

          het betaallot van 5.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Barbecue personeel

 

 

Voorgeschiedenis

De werkgroep personeelsfeest organiseerde vorig jaar op 6 september 2019 voor het eerst een gezamenlijke barbecue voor het personeel en het bestuur.

 

Feiten en context

Deze organisatie is was een ideaal moment om het personeel van de gemeente en het OCMW verder kennis te laten maken met elkaar. Het bewees afgelopen half jaar al dat dit de integratie en samenwerking alleen maar ten goede kwam.

Het is een gezellige samenkomst van alle collega's, buiten de werkuren in een gemoedelijke sfeer, en zo kunnen ook de collega's van de buitendiensten die vaak permanentie hebben tijdens andere samenkomsten of vergaderingen erbij zijn.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3.3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Nieuwe wet op overheidsopdrachten van 17 juni 2017
Er moeten drie prijzen aangevraagd worden indien de prijs meer bedraagt dan 2.500 excl. btw en minder is dan 15.000 euro excl. btw.

 

Argumentatie

          Leuk evenement waar personeels- en bestuursleden op een niet-formele manier elkaar kunnen ontmoeten.

          Als locatie is de Oranjerie wel een leuke locatie. We opteren voor vrijdag 12 juni omdat op dinsdag 9 juni daar de receptie doorgaat van de 60-jarigen dus de tent die we daarvoor huren kan tot zaterdagochtend blijven staan en voor de 2 events gebruikt worden.

          Het evenement vindt plaats buiten de werktijden. Alle personeels- en bestuursleden kunnen vrijblijvend deelnemen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

Actie

MJP000033

AC000163

Algemene rekening

6143001000

Beleidsveld

0110

Bedrag

Visum financieel beheerder

raming 3.200 euro

n.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de organisatie van een barbecue voor het personeel en de bestuursleden van de gemeente en het OCMW op 12 juni 2020 in de Oranjerie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het opvragen van prijzen aan verschillende traiteurs uit onze regio: Luc Fransen, Salsifie, traiteur Sigrid (Vloeyenbergdreef) voor 3 stukken vlees per persoon, saladebar, brood en twee warme sauzen inclusief het gebruik van borden, bestek en wijnglazen voor 15 euro per persoon (inclusief BTW).

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het bestellen van drank bij brouwer Matheussen J en Co uit Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Jaarverslag klachtenmanagement 2019

 

 

Feiten en context

In 2019 zijn er dertien meldingen van inwoners beoordeeld als formele klacht

 

Juridische gronden

          Hoofdstuk 5 van het bestuursdecreet van 7 december 2018
Dit hoofdstuk handelt over de taken van het lokaal bestuur en de voorgeschreven termijnen in de behandeling van klachten, meldingen en voorstellen.

          Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stel de gemeentelijke reglementen vast.

          Artikel 302 van het decreet lokaal bestuur

Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn organiseert bij reglement een systeem van klachtenbehandeling.

          Artikel 303 §1 en 3 van het decreet lokaal bestuur
Het systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het OCMW georganiseerd op ambtelijk niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur neemt dat op in het organisatiebeheersingssysteem.

De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad over de klachten ingediend tegen de gemeente.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het jaarverslag 2019 aangaande klachten en beslist dit te agenderen op de gemeenteraad van maandag 17 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Vrachtwagensluis - definitieve beslissing - gemeenteraad

 

 

Voorgeschiedenis

          19 maart 2019: overleg tussen politie Voorkempen, gemeente Schilde en gemeente Schoten over het invoeren van gemeentegrensoverschrijdende vrachtwagensluizen

          15 april 2019: het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met:

          tonnagebeperking tot 5 ton, uitgezonderd laden en lossen

          aanpassing van de signalisatie

          beperken van de whitelist tot voertuigen van De Lijn, hulpdiensten en gemeentediensten

 

Feiten en context

          In Schilde loopt het traject van de vrachtwagensluis langs de Sint-Jobsteenweg en Fortsteenweg.

          Op de Fortsteenweg geldt momenteel een tonnagebeperking tot 3,5 ton.

          De tonnagebeperking in de vrachtwagensluis in Sint-Job-in't-Goor werd vastgesteld op 5 ton.

          Politiezone Voorkempen bezorgde op 18 december 2019 een signalisatieplan aan de gemeente Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert op 10 januari 2020 het volgende:

          aanpassen van de signalisatie vanaf het kruispunt N121/Sint-Jobsteenweg;

          optrekken van tonnagebeperking tot 5 ton;

en dit om volgende redenen:

          het doortrekken van de tonnagebeperking tot aan het kruispunt N121/Sint-Jobsteenweg in plaats van te starten aan het kruispunt Sint-Jobsteenweg/Fortsteenweg is noodzakelijk  om de vrachtwagensluis te laten werken;

          het is aangewezen om binnen een vrachtwagensluis dezelfde tonnagebeperking te hanteren.

 

Argumentatie

Het creëren van een verkeersveilige en aangename woonomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stand van zaken over de vrachtwagensluis en beslist:

          de signalisatie aan te passen vanaf het kruispunt N121/Sint-Jobsteenweg;

          de tonnagebeperking te verhogen tot 5 ton;

          een aanvullend politiereglement voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Aanvullende verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van de inrichting van een woonerf aan de Kasteeldreef - gemeenteraad

 

 

Voorgeschiedenis

          6 januari 2020: het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de planning van de werken bij de heraanleg van het plein aan de Kasteeldreef

          13 januari 2020: het college van burgemeester en schepenen beslist om het plein aan de Kasteeldreef in te richten als woonerf

 

Feiten en context

Het plein aan de Kasteeldreef leent zich ertoe om ingericht te worden als woonerf. Hierbij gelden volgende regels voor het gebruik van de openbare weg:

          voetgangers mogen de ganse breedte van de openbare weg gebruiken, spelen zijn er eveneens toegelaten;

          bestuurders mogen voetgangers niet in gevaar brengen of hinderen, desnoods moeten zij stoppen;

          voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos hinderen;

          de snelheid is beperkt tot 20 km per uur;

          parkeren is verboden behalve:

          op plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkering of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P op aangebracht is;

          op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat;

          mogen de stilstaande of geparkeerde voertuigen rechts of links ten opzichte van hun rijrichting opgesteld worden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 22bis over verkeer in woonerven

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de inrichting van een woonerf in de Kasteeldreef.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de inrichting als woonerf van het plein aan de Kasteeldreef via een aanvullend politiereglement voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den Aard en Baron Delbekelaan - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 oktober 2014 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor de opdracht “Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den aard en Baron Delbekelaan” aan TALBOOM ART - ARCHITECTUUR & TECHNOLOGIE BV BVBA, Alfons Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs;

 

Juridische gronden

  • Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
  • Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018
  • Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
  • Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
  • Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36
  • Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
  • Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

          Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den aard en Baron Delbekelaan” een bestek met nr. T114389 werd opgesteld door de ontwerper, TALBOOM ART - ARCHITECTUUR & TECHNOLOGIE BV BVBA, Alfons Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs.

          Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.774.985,91 euro excl. btw. Het aandeel van Pidpa Hidrosan bedraagt 2.387.823,11 euro excl. btw waarvan 1.070.758,43 euro excl. btw subsidieerbaar en 1.317.064,67 euro excl. btw niet-subsidieerbaar. Het aandeel ten laste van de gemeente bedraagt 387.162,81 euro excl. btw of 468.467,00 euro incl. 21% btw.

          Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

00668

Actie

000009

Algemene rekening

224000700

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel directeur

468.467,00 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de wijze van gunnen, het bestek, plannen en raming van de  “Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den aard en Baron Delbekelaan”, opgesteld door de ontwerper, TALBOOM ART - ARCHITECTUUR & TECHNOLOGIE BV BVBA, Alfons Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale raming bedraagt 2.774.985,91 euro excl. btw. Het aandeel van Pidpa Hidrosan bedraagt 2.387.823,11 euro excl.btw waarvan 1.070.758,43 euro excl. btw subsidieerbaar en 1.317.064,67 euro excl. btw niet-subsidieerbaar. Het aandeel ten laste van de gemeente bedraagt 387.162,81 euro excl. btw of 468.467,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de wijze van gunnen, het bestek, plannen en raming van de  “Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den aard en Baron Delbekelaan”, opgesteld door de ontwerper, TALBOOM ART - ARCHITECTUUR & TECHNOLOGIE BV BVBA, Alfons Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs door te verwijzen ter goedkeuring naar de eerstvolgende gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Offerte Fluvius - rioleringswerken Cirkellaan - voorbereidende werken

 

 

Voorgeschiedenis

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 oktober 2014 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor de opdracht “Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den aard en Baron Delbekelaan” aan TALBOOM ART - ARCHITECTUUR & TECHNOLOGIE BV BVBA, Alfons Meersmansdreef 1 te 2870 Puurs

 

Feiten en context

Naar aanleiding van wegeniswerken en rioleringswerken dient Fluvius het middenspanningsnet, laagspanningsnet en gasnet te verplaatsen.

Hiervoor heeft Fluvius een offerte met referentie '311859_41469' aan Pidpa Hidrosan overgemaakt en een offerte met referentie '311859_414668' aan de gemeente overgemaakt. Het aandeel voor Pidpa Hidrosan bedraagt 43.925,61 euro vrij van btw. Het gemeentelijk aandeel bedraagt 25.871,16 euro vrij van btw.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Deze voorbereidende werken aan de infrastructuur van Fluvius zijn noodzakelijk voor de rioleringswerken en wegeniswerken.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

1011

Actie

158

Algemene rekening

2250 0007 00

Beleidsveld

064

Bedrag

Visum financieel directeur

25.871,16 euro

20/004 van 30/01/2020

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de offerte van Fluvius aan Pdipa Hidrosan met referentie '311859_414669' voor een bedrag van 43.925,61 euro vrij van btw.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de offerte aan de gemeente met referentie '311859_414668' voor een bedrag van 25.871,16 euro vrij van btw goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Wijnegemsteenweg 142B - Denkens - Diddens en LOGOS BVBA - het bouwen van een woning met kantoor - OMG 2019/432

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 januari 1979 - 1978/8

o        verkavelingswijziging, betreft enkel wijziging bestemming hoofdgebouw lot 1 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 oktober 2016 - VV 2016/7

  • Omgevingsvergunning(en) - verkavelen gronden of bijstellen
  • het wijzigen van de bestemming van het hoofdgebouw voor lot 2 - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 6 mei 2019 - OVK 2019/2

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Denkens - Diddens en LOGOS BVBA, op 27 augustus 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 142B.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een woning met kantoor.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 30 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1978/8 van 9 januari 1979.

 

  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 1978/8 (goedgekeurd op 5 januari 1979) bepaalt:

Artikel 1. Algemene bepalingen

05. Algemeen geldende voorschriften

Parkeerruimte

1.      Bepaling van de vereiste stallingscapaciteit
Binnen de grenzen van het perceel waarop een gebouw wordt opgericht en binnen een bouwstrook dient tegelijkertijd een parkeerruimte te worden voorzien met de volgende minimale stallingscapaciteit:

a.      één personenwagen per woning voorzien in het op te richten gebouw;

b.      één personenwagen per 50m² of fractie van 50m² vloeroppervlakte van alle lokale bestemd voor of betrekking hebben op een handelsexploitatie.

2.      Voorwaarde waaraan de parkeerruimte moet voldoen

a.      Minimale afmeting per wagen:

1.        voor boxengarages: 5m x 2,75m x 1,80m hoogte;

2.        voor afgesloten ruimten: 4,50m x 2,25m x 1,80m hoogte;

3.        in open lucht: 5,50m x 2,50m.

b.      Inrichting:
Elke parkeerplaats moet aan de toegangsweg grenzen. Bij wijze van uitzondering is het evenwel toegelaten bij woongebouwen parkeerplaatsen te voorzien die slechts kunnen worden ingenomen na eventuele verplaatsing van één andere autovoertuigen.

Artikel 2. Percelen bestemd voor gegroepeerde bebouwing (lot 1 t/m 3)

01. Bouwstrook

Diepten, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, 17m

1.      Bestemming voor lot 1
ééngezinshuis met kapperzaak

2.      Bebouwing
overeenkomstig de aanduidingen op het plan.

3.      Plaatsing van de gebouwen

a)      voorgevel
op de voorgevelbouwlijn gelegen op 8m uit de rooilijn.

b)      Vrijstaande zijgevel van een kopwoning
op minimum 3m afstand van de zijgrens van het perceel.

4.      Afmetingen
a) voorgevelbreedte

o        Aaneengesloten gebouw(en): de levende perceelsbreedte

o        Kopgebouw(en): minimum 6m

b)      bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst.

o        Voorgevel: 6m

o        Overige gevels:

  • Tot een diepte van 9m: dezelfde als die van de voorgevel;
  • Tussen 9m en 13m diepte: maximum dezelfde hoogte als die van de voorgevel;
  • Eventuele overige diepte: maximum 3,50m

5.      Welstand van de gebouwen

a)      Dakvorm

o        Op een diepte van 9m: zadeldak (voor kop- of hoekgebouwen eventueel uitgevoerd als half schild- of wolfsdak) met de nok evenwijdig aan de voorgevelbouwlijn.

Helling van de dakvlakken: minimum 15°, maximum 35°.

o        Eventuele overige bouwdiepte: plat dak.

b)    Materialen

o        Voor gevels:

o        Zichtbaar vanaf de openbare weg: gevelsteen. Geen vrijstaande blinde gevels.

o        Overige: baksteen.

o        Voor bedekking van de schuine daken: ofwel pannen ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen.

02. Strook voor binnenplaatsen en tuinen

Zone tussen de strook voor hoofdgebouwen en de achtergrens van het perceel

c)      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 25% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt indien het perceel bestemd is voor een aaneengesloten gebouw en 10% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt indien het perceel bestemd is voor een kopgebouw.

d)      Plaatsing van de gebouwen

a.      Gevels gericht naar het hoofdgebouw: op minimum 10m uit de achtergevelbouwlijn.

b.      Overige gevels: hetzij op de perceelsgrens, hetzij op minimum 3m afstand ervan. Indien de achtergrens van het perceel samenvalt met de zijgrens van een ander perceel, de plaatsing op die perceelsgrens is slechts toegestaan vanaf 10m uit het verlengde van de achtergevelbouwlijn bepaald voor dat andere perceel.

e)      Hoogte
Gemeten van het grondpeil:

a.      Tot de bovenkant van de deksteen: maximum 3m.

b.      Tot de bovenkant van de nog van een zadeldak: maximum 6m, men dien verstande dat de hoogte van het gebouw daarenboven moet begrepen zijn binnen een hoek van 45°, gemeten vanaf 3m boven het grondpijl op 3m afstand van elke perceelsgrens.

f)        Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

i.          Gebouwen geplaatst op de perceelgrens: plat dak.

ii.         Overige gebouwen: plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 45°.

b.      Materialen

i.          Gevels: gevelsteen voor gevels zichtbaar vanaf de openbare weg en baksteen voor overige gevels.

ii.         Bedekking van de schuine daken: pannen, rechthoekige leien in horizontale rijen, dakvilt voor flauw hellende daken.

03. Bouwvrije voortuinstrook

Diepte, gemeten vanaf de (ontworpen) rooilijn

o        Bebouwing
behoudens de uitsprongen en de afsluitingsmuurtjes: alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

De verkaveling OVK 2019/2 (goedgekeurd op 6 mei 2019) bepaalt:
De functie van Lot 2: het oprichten van een kantoor met bovenliggende woonst

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 618,64m² groot.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een woning met kantoor op een perceel van 618,64m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8,0m uit de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 8,50m op een kavelbreedte van 8,50m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,0m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,00m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van circa 33° met een nokhoogte van 9,05m. De gevels worden opgetrokken in grijs genuanceerde gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met grijze dakleien.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 144,50m².

Achter de woning en op de linker perceelsgrens wordt een patio ingeplant.

De toegang tot het perceel is 2,50m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 0,50m van de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een parking met 5 parkeerplaatsen en fietsenstalling van 157m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 231m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

c)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

d)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

e)      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

f)        Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

g)      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

h)      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

i)        Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

j)        Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

k)      Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

l)        Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

m)    Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

n)      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

o)      Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

p)      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

q)      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

o        Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 15 januari 2020 onder referentie PR 1700356-03, luidt: gunstig.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 14 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Door de omvang van het project is het voor ons heden onmogelijk een gedetailleerde studie te maken. Er zijn geen vermogens van elektriciteit en/of aardgas gekend. Deze gegevens zijn noodzakelijk om tot een realistische studie te komen. Graag hadden wij met de bouwheer en mogelijk ander betrokkenen (andere nutsmaatschappijen) rond de tafel gezeten om alle waarden concreet in te vullen. Er is er aardgasnet aanwezig voor residentieel gebruik. Dit advies blijft geldig tot 1 jaar na briefdatum.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 6 november 2019, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. Het project is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aansluiting of een aanpassing van de bestaande aansluiting(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 18 november 2019 onder referentie 191234 L-20-097, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen de Wijnegemsteenweg.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en een buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 2.756 liter (effectief 3.000 liter) infiltratievolume en minimum 4,42m² (effectief 7,39m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 14 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 9 november 2019 tot 8 december 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Wijnegemsteemweg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,39m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een woning met kantoor is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 1 woonentiteiten omvat en ongeveer 75m² kantoorruimte omvat moeten er 3 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voorziet 5 parkeerplaatsen.
    Er wordt een open fietsstalplaats voor 6 fietsen voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling VK 1978/8. De verkaveling bepaalt dat de hoogte gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant kroonlijst voor de voorgevel maximum 6m en voor de achtergevel een hoogte van 3,50m. De aanvraag voorziet een voorgevel met een hoogte van 6,10m gemeten vanaf de straatpas en een achtergevel met een hoogte van 3,45m gemeten vanaf de straatpas.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 15cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Er wordt een terras van 17m² voorzien op de eerste verdieping. Het terras wordt ingeplant op 1,9m van de linker perceelsgrens.
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.756 liter en een infiltratieoppervlakte van 4.42m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de functie wonen en kantoor vormen een geheel. Beide functies zijn niet afsplitsbaar en dit zowel in verkoop als verhuur;
  • de woning mag enkel worden bewoond door een persoon die verbonden is aan het bedrijf gevestigd in de kantoorruimte;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Schaliënhoefdreef 39 - de heer Andrzej Ignatowicz en KCS BVBA BVBA - het bouwen van een meergezinswoning met twee woonentiteiten - OMG 2019/448

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 oktober 1989 - 1989/13

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Andrzej Ignatowicz en KCS BVBA BVBA, op 2 september 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Schaliënhoefdreef 39.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een meergezinswoning met twee woonentiteiten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Ruiterskuil bepaalt:

I.– ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen waarlangs het bouwen er respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

b.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

c.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – BEPALINGEN GEMEENSCHAPPELIJK VOOR DE ZONES

“GESLOTEN, HALF-OPEN en OPEN BEBOUWING”

Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 15 – Zones voor open bebouwing 750m²/15m en 1.000m²/20m.

A.Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750m²/15m en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000m²/20m.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750m²/15m en minimum 20m voor de zones gemerkt 1.000m²/20m.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 7m, maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      Bestemming: behoudens e woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad. Maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag.

Betonpalen dikker dan 10cm. Betonblokken en betonpalen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 1.317m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een meergezinswoning met twee woonentiteiten op een perceel van 1.317m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 8,0m uit de rooilijn, op 3,0m van de rechter perceelsgrens en op 4,0m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 11,29m op een kavelbreedte van 18,82m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,0m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,36m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichtgrijze natuursteen beplating.

Op 18,24m achter de woning en op 5,95m van de linker perceelsgrens wordt een garage ingeplant. De garage is 6,25m diep, 6,40m breed en 3,00m hoog. De gevels worden bekleed in antracietkleurige gevelmetselwerk, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 282,93m².

De toegang tot het perceel is 3,0m breed. De oprit wordt aangelegd in dolomiet en ligt op minimum 1,0m van de linker perceelsgrens. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 240m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 21 januari 2020, luidt: ongunstig.
    De aanvrager wenst een woning te bouwen op een bebost perceel met een aantal waardevolle eiken. Bij de inplanting van de woning, de verharding en de garage werd onvoldoende rekening gehouden met deze bestaande waardevolle bomen.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 4 december 2019 onder referentie 19-220998, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het bijgevoegd compensatieformulier met kenmerk: 19-220998.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.317m² Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage van 9.535,08 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning gestort worden.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 5 december 2019 onder referentie PR 1900489-01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bij onderstaande opgesomde artikels werden opmerkingen gemaakt:

A: artikel 4.2.2.3. Op iedere bouwlaag wordt de verbinding tussen het compartiment en het trappenhuis verzekerd door een deur El130.

Meegegeven in de begeleidende nota, niet terug te vinden op de plannen!

Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

A: artikel 5.1.1. De technische berging in de kelder dient te worden voorzien van een deur El130.

Hierdoor:

4)      Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;

5)      Is het niet mogelijk om vlug en efficiënt elke begin van brand te bestrijden om uitbreiding ervan te vermijden;

6)      Zijn niet alle maatregelen getroffen om schadelijke gevolgen van een brand te beperken.

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag mits naleving van opmerkingen.

 

  • Pidpa
    Het advies van Pidpa afgeleverd op 4 november 2019, luidt: gunstig.
    Er is geen uitbreiding nodig van het distributienet in de openbare weg. Project is aansluitbaar op de bestaande hoofdleiding van het drinkwaternet.

Op verzoek van de belanghebbenden stuurt Pidpa de kostenraming voor de nieuwe aansluiting of een aanpassing van de bestaande aansluiting(en) rechtstreeks aan de betrokkenen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 14 november 2019 onder referentie 191220 L-20-090, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Schaliënhoefdreef;

o        De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw van een of meer andere gebouwen dan ééngezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m²;

o        De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 3 toiletten en dubbele dienstkraan tuin;

o        De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 4.825 liter (effectief 6.644 liter) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondewaterniveau;

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehoudsinstallatie (septische put) op d afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan;

o        De afvoer van DWA en RWA dient op privaat strikt gescheiden te zijn tot op de rooilijn, deze mogen niet eerder samengebracht worden. Dit dient aangepast te worden;

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht;

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht;

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.
  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 12 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 14 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op deze locatie is er geen behoefte aan een lokaal voor de oprichting van een middenspanningscabine. Wij kunnen de bijkomende wooneenheden aansluiten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2 kVA per aansluiting en 22,2 kVA voor de algemene delen. Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.
    Dit advies blijft geldig tot 1 jaar na briefdatum.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Om dit dossier administratief in orde te brengen en de uitvoering te kunnen opstarten dient:

o        De bouwheer /opdrachtgever de nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar onze bestaande aansluitpunten conform de richtlijnen.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 8 november 2019 tot 7 december 2019.

Er werden 4 schriftelijke bezwaren, 4 schriftelijke gebundelde bezwaren en 10 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      De Schaliënhoefdreef is een straat met een residentieel karakter. In de straat is geen enkele meergezinswoning aanwezig. Door het bouwen van een meergezinswoning zal het rustige, kindvriendelijke en autoluwe karakter van de straat verstoord worden en hierdoor de goede ruimtelijke ordening in het gedrang komen.

2.      De aanvraag is strijdig met het bijzonder plan van aanleg Ruiterskuil. De bestemming voor bebouwing is uitsluitend alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar bebouwde gebouwen.

3.      De straat is niet voorzien of dergelijke woonvormen. Door het ontbreken van fiets- en voetpaden, extra parkeergelegenheid, snelheid remmers en voldoende straatverlichting.

4.      Een meergezinswoning zal extra verkeerslast met zich meebrengen en hierdoor de veiligheid van de zwakke weggebruiker in gevaar brengen.

5.      De bezwaarindiener is van mening dat het toelaten van een meergezinswoning in een straat van uitsluitend eengezinswoningen een precedent zal scheppen voor de toekomst.

6.      De bezwaarindiener stemt niet in met de afwijking tot bouwhoogte van het bijgebouw van 3m. De hoogte zal het esthetische zicht belemmeren.

7.      Op het plan zijn de verkeerde maten en boomsoorten genoteerd.

8.      Een inpandig terras zal akoestische overlast veroorzaken.

9.      De bezwaar indiener wenst dat er aan de voorzijde van de eerste verdieping melkglas wordt geplaatst om inkijk in de voortuinen aan de overzijde van de straat te beperken.

10.  Een bezwaarschrift handelt over het verkleinen van de ecologische voetafdruk. De aanvraag voorziet de meest innovatieve energetische voorzieningen.

 

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      De bestemming van de gebouwen in de onmiddellijke en ruimere omgeving is uitsluitend een eengezinswoning. Het voorzien van een meergezinswoning is niet verenigbaar met de goede ruimtelijk ordening.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

2.      In een vergunning kunnen na openbaar onderzoek, afwijking worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag zoals voor in artikel 4.4.9/1 van de VCRO. De aanvraag word onderworpen aan een openbaar onderzoek en wordt getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Zie punt 1.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

3.      Het perceel heeft een lage knooppunt waarde en zal een ongunstig effect hebben op de mobiliteit in de omgeving.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

4.      Door het ontbreken van fiets- en voetpaden en de lage knooppuntwaarde zal de aanvraag een ongunstig effect hebben op de mobiliteit in de omgeving.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

5.      Zie punt 1.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

6.      De afwijking met betrekking tot de hoogte van het bijgebouw is beperkt. Het bijgebouw wordt voorzien op voldoende afstand van de perceelsgrens hierdoor zal de visuele impact beperken zijn.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

7.      Er werd advies gevraagd aan de milieuambtenaar. Tijdens een plaats bezoek werd niet vastgesteld dat de bomen foutief staan opgetekend.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

8.      Men kan geen rekening houden met veronderstellingen. Inpandige terrassen zijn niet verboden.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk en ongegrond.

9.      De afstand tussen de ramen en het aanliggende percelen en de rooilijn bedraagt meer dan 1,90m zoals bepaald wordt in artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

10.  Het bezwaarschrift is niet stedenbouwkundig van aard.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schaliënhoefdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 6.644 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,92m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het BPA ruiterkuil bepaalt dat de bestemming uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In een vergunning kunnen na openbaar onderzoek, afwijking worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften van een BPA voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag zoals voor in artikel 4.4.9/1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan worden voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoedwaarden.
    Het geldende BPA Ruiterskuil dateert van 8 januari 1958 en is ouder dan 15 jaar. Tijdens het openbaar onderzoek werden gegronde bezwaren ingediend. In de onmiddellijke en ruimere omgeving van het perceel van de aanvraag komen uitsluitend vrijstaande eengezinswoningen voor. Het bouwen van een vrijstaande meergezinswoning is functioneel niet inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    Omdat het project 2 woonentiteiten omvat moeten er 3 parkeerplaatsen worden voorzien. De aanvraag voldoet hieraan. Het perceel van de aanvraag is gelegen in buurt met een lage knooppunt/waarden. De straat is niet voorzien van een fiets en of voetpad. De perceel is niet gelegen in de buurt van winkels, scholen of openbaar vervoer. Bijgevolg zal de aanvraag een ongunstig effect hebben op de mobiliteit is in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Ruiterskuil. Het BPA bepaalt dat:

o        de hoogte van het bijgebouw maximum 2,50m mag bedragen. De aanvraag voorziet een bijgebouw met een hoogte van 3,00m.

o        de voorgevel maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn mag bedragen. Het perceel van de aanvraag loopt breed uit naar achteren. De breedte van de voor en achtergevel zijn verschillend. De maximum gevelbreedte bedraagt 17,26m, met een kavelbreedte van 18,82 gemeten op de voorgevelbouwlijn.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen met betrekking tot de hoogte van het bijgebouw beperkt is en hierover  tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De afwijking met betrekking tot de gevelbreedte is echter niet beperkt. Hierover werden tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend. De afwijking kan niet worden toegestaan.
De aanvraag past niet in het straatbeeld.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De milieuambtenaar heeft een ongunstig advies gegeven. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de bestaande waardevolle bomen. De omgevingsambtenaar sluit zich aan bij dit advies.
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 60cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Er wordt een gezamenlijke afvalberging voorzien. Elke woongelegenheid heeft een individuele berging. Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 25m². De terrassen worden inpandig voorzien. Op de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen worden groene hagen voorzien. De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - De Dreef van Hertebos 42 - de heer Ahmet Kislali - het bouwen van een ééngezinswoning met garage en een openlucht zwembad - OMG 2019/574

 

 

Voorgeschiedenis

Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het perceel

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Ahmet Kislali, op 8 november 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Dreef van Hertebos 42.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning met garage en een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 december 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 februari 2020.
De aanvrager heeft op 9 januari 2020 een wijzigingsaanvraag ingediend. Na controle werd de wijzigingsaanvraag goedgekeurd op 10 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum blijft 3 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hertebos bepaalt:

Artikel 4 – Bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn.

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

Artikel 6– Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer, gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 7 – Zones voor open bebouwing

a.      Bestemming

Uitsluitend bestemd voor alleenstaande of twee aan twee gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbouwing van méér dan twee woningen vereist is om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven zijn toegelaten, in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter en de schoonheid der woonwijk.

b.      Bebouwing

1.      Afstand tot erfscheidingen: zie Art.4.

2.      Bouwdiepte: maximum vijftien meter tussen voorgevel en achtergevel. (hoofdgebouw + bijgebouwen).

3.      Hoogte: ten minste drie meter vijftig cm (3,50m) en ten hoogste zes meter vijftig cm (6,50m), gemeten vanaf straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druiprand van het dak.
De twee aan twee te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben en tevens dezelfde dakvorm, dakhoogte en met vóór- en achtergevels in elkaars verlengde.
De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

4.      Gevelmaterialen: de aard en kleur van de gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok. Zie overigens artikel 5.

c.      Tuinen: dit zijn de niet bebouwde oppervlakten.

1.      Bestemming: in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2.      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste twee meter vijftig cm hoog (2,50m) gemeten vanaf de grond tot bovenrand goot of druipeinde, zijn toegelaten. Deze gebouwtjes moeten op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens één meter afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten zijn verboden, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen en onderhoud overeenkomstig politieverordening. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3.      Afsluitingen: tussen de niet bebouwde eigendommen zijn verboden tenzij met paaltjes en metaaldraad, maximum één meter hoog. Betonpalen, betonblokken en betonplaten zijn verboden. Tussen de bebouwde eigendommen is het toegelaten gesloten afsluitingen te plaatsen van maximum 0.70 m hoogte en een afstand van 20m achter de hoofdgebouwen, te maken in metaaldraad; betonplaten zij verboden.

Artikel 8 – Zones van achterbouw en non-aedificandi

a.      Bestemming: uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

b.      Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone “non-aedificandi”.

c.      Bebouwing: puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

d.      Afsluiting langsheen de wegenis: in metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum ZESTIG cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

e.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

f.        Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een onbebouwd perceel van 1.642m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel aanpalend langsheen de Gillès de Pélichylei wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het perceel aanpalend langsheen de Sint Hubertuslaan wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning met garage en een openlucht zwembad op een perceel van 1.642m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op meer dan 15m uit de rooilijn langsheen de Gillès de Pélichylei, op 10m uit de rooilijn langsheen de Dreef van Hertebos en tot op meer dan 3m va, de zij perceelsgrens. De gevel van de woning heeft een breedte van 18,30m op een kavelbreedte van 36m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,50m. De hoogte bedraagt minimum 3;35m en maximum 6,19m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in grijze gevelsteen. Het dak is plat.

Op 10 uit de rooilijn langsheen de Sint Hubertuslaan en tot op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen wordt een garage ingeplant. De garage is 6m diep, 5m breed en 3,5m hoog.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 250m².

De toegang tot het perceel is 1m en 5m breed. Beide toegangen zijn tot op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen gelegen. De toegang langsheen de Dreef van Hertebos wordt aangelegd in dolomiet en de toegang langsheen de Sint Hubertuslaan wordt aangelegd in klinkerverharding. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 58,16m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 137,36m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 20 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te bouwen. Op het perceel staan vele waardevolle bomen op plan aangeduid als beuk. Vele aangeduide bomen zijn geen beuken maar eiken. Er kunnen 3 waardevolle bomen bewaard worden door onder meer het tracé van de oprit te wijzigen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

o        al de te behouden bomen dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het plan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        het behoud van alle te behouden bomen die buiten de bouwzone staan aangevuld met aangevuld met de waardevolle bomen, (voornamelijk eiken, beuken) zoals in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen, zwembad aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven, zoals in oranje aanduid op het plan;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 5.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen conform het op te maken boombeschermingsplan door een Certified European Treeworker.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos

o        Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 16 december 2019 onder referentie 19-223670, luidt: ongunstig.
De aanvraag omvat een ontbossing.
Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woongebied. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 8 november 2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.
Er is in de aanvraag echter geen boscompensatievoorstel toegevoegd. De vergunningsaanvraag is bijgevolg onvolledig.
Conclusie
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met de onderstaande bepalingen (direct werkende normen conform de Vlaamse Codex).
Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13 juni 1990.
Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001.
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.

o        Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 24 januari 2020 onder referentie 19-223670, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-223670.
  • De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.642m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.
  • De bosbehoudbijdrage van 11.888,08 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 13 december 2019 onder referentie AV/123/2019/00718 1, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210001 van 6.8 + 36 tot 6.8 + 60):

  • De grens van het openbaar domein is geschat op 11,5m;
  • De rooilijn ligt op 11,5m volgens plan MB 26 maart 2014;
  • De zone van achteruitbouw bedraagt 8m;
  • De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 19,5m.

Publiciteit:

  • Geen.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig betreffende voorliggende aanvraag gezien de aanvraag in overeenstemming is met de algemene en de bijzondere voorwaarden.

Algemene voorwaarden gewestweg

o        Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

o        Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;

o        Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

o        Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

  • Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

  • Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

  • Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

o        Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

o        In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

o        In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies ( zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

o        Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

o        Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen, …)

o        De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

o        De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

o        Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater, …

o        De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

o        De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

o        Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

o        Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

o        Reliëfwijzigingen

  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

o        Slopen

o        De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

o        Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.

o        De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

o        De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

o        De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

o        Publiciteit

o        Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen  de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.

o        Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.

o        Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.

o        Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.

o        Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

o        Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.

o        De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 18 december 2019 onder referentie L-20-236/191401, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Sint-Hubertuslaan.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en een buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 4.750 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en min. 7,6m² (effectief 8,1m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 16 december 2019 onder referentie 19-223670, luidt: ongunstig.
    De aanvraag omvat een ontbossing.
    Volgens het gewestplan is het perceel gelegen in woongebied. Volgens artikel 90bis van het Bosdecreet (laatst gewijzigd bij decreet van 8 november 2014) kan ontbossing voor algemeen belang, of in woongebied of industriegebied, of gelegen in een goedgekeurde verkaveling, vergund worden mits compensatie.
    Er is in de aanvraag echter geen boscompensatievoorstel toegevoegd. De vergunningsaanvraag is bijgevolg onvolledig.
    Conclusie
    Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met de onderstaande bepalingen (direct werkende normen conform de Vlaamse Codex).
    Artikel 90 bis Decreet Bosdecreet van 13 juni 1990.
    Artikel 2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing van 16 februari 2001.
    Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Dreef van Hertebos, de Gillès de Pélichylei en de Sint Hubertuslaaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,08m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een ééngezinswoning met garage en een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.
     
  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas is gelijk met de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 4.750 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,6m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • de bomen zoals in oranje aangeduid dienen bewaard te blijven;
  • het tracé van de oprit dient aangepast te worden in functie van het behoud van de boom.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Hagedoornlaan 29 - Dries Van Ackerbroeck - het afbreken van een bestaande veranda en het bouwen van een nieuwe veranda - M 2020/20

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Kluisdreef 7 - Bernaerts & Palmans BVBA - het verkavelen van 1 lot - OVK 2019/7

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 augustus 1955 - 1955/102

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • het afsplitsen van een kavel - negatief door  college van burgemeester en schepenen - 25 november 2019 - SA 2019/4

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bernaerts & Palmans BVBA op 12 september 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kluisdreef 7.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van 1 lot.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

Artikel 1 – Het bijzonder plan van aanleg nummer 3 Schilde Bergen gemeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan. De voorschriften betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben voorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gemeentelijke bouwverordening.

Artikel 2 – openbare wegen

a.      De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of door onteigening.

b.      De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplantingen en dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting.

c.      Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die rechtstreeks palen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbare weg, waarvan de rooilijnen door het gemeentebestuur zijn vastgesteld en waarvan de aanleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn overeenkomstig de eisen die hieraan door het gemeentebestuur gesteld worden.

Artikel 3 – kavelgrenzen

a.      Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

b.      Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van twee of meer tegen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels der gebouwen.

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen;

d.      voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 18 – zones voor landelijke bebouwing 3.000m²/40m

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum drieduizend vierkante meter.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum veertig meter.

c.      In deze zones mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere ingesloten kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid van de Openbare Besturen noch te hunnen laste kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.
Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.
Deze wegen zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.
Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de twee woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 10m, maximum de helft der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op ten minste 3m van de eigendomsgrenzen.

g.      Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig op een perceel van circa 7.815m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen: Kluisdreef en Goudberg. Beiden zijn voldoende uitgerust en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van 1 lot.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 3.945m2 en een breedte van 50,99m aan de Kluisdreef en een breedte van 53,01m aan de Gouwberg. Dit lot is voor een open bebouwing. De bouwzone wordt ingetekend op 15,00m uit de rooilijn langs de Kluisdreef, op 10,00m uit de rooilijn langs de Gouwberg, op 25,00m van de achter perceelsgrens en op 28,7m van de rechter perceelsgrens met een diepte van 20,00m.

Lot 2 is een bebouwd lot met een oppervlakte van circa 3.870m2 en een breedte van 51,64m aan de Kluisdreef.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 20 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst op een bebouwd perceel 1 lot af te splitsen. De aangeduide bouwzone is aanvaardbaar op een locatie met beperkte milieuschade. Er dienen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting.

C.     indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

D.     geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

E.     de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

F.      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

G.    aan de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van een woning zal een bankwaarborg opgelegd worden van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen.

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 5 november 2019 onder referentie 330627_47486, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor dit project dienen geen werken uitgevoerd te worden binnen het project zelf, maar er zijn wel forfaitaire kosten verschuldigd voor investeringen buiten het project vereist om dit project aansluitbaar te maken op het distributienet.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De loten mogen pas worden verkocht als aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan en de facturen vereffend zijn. De gemeente wordt hiervan in kennis gesteld zodra de voorwaarden voldaan zijn.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 22 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-221103.

a.      De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.625m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

b.      De bosbehoudbijdrage van 8.823,75 euro binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruikt mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

c.      De op het verkavelingsplan aangeduide openbare/niet-openbare beboste groene ruimtes over een oppervlakte van 1.528m² mag integraal opgenomen in de verkavelingsvoorschriften. Deze beboste groene ruimtes moeten als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid-, of boomlaag uit te voeren. Bijkomende ontbossing in de op het verkavelingsplan aangeduide groene ruimtes is slechts mogelijk na het wijzigen van de verkavelingsvergunning.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 14 november 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 18 november 2019 onder referentie 25037983, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    In het gebied waar deze verkavelings- of bouwaanvraag zich situeert, baat Telenet echter geen kabelinfrastructuur uit. Hiervoor kunt u terecht bij de lokale kabelmaatschappij.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 14 november 2019 onder referentie 191221 L-19-426, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

h.      beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Kluisdreef.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa door de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:
  • De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moet door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.3
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 8 november 2019 tot 7 december 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kluisdreef en Goudberg voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van 1 lot is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel wordt theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 1 loten voor open bebouwing op een perceel van circa 7.815m2. De bebouwingsdichtheid bedraagt 2,6 woningen/Ha.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Eugeen van de Vellaan zn - Bernaerts & Palmans BVBA en de heer Marijn Palmans - het verkavelen in 3 loten - OVK 2019/13

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bernaerts & Palmans BVBA en de heer Marijn Palmans op 13 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Eugeen van de Vellaan zn.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen in 3 loten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 december 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 februari 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 2 herziening bepaalt:

Artikel 2: Zones voor landelijke bebouwing 750m²/15 en 1.000m²/20m

2.1. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

2.1.1. Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden. Het benzinestation gelegen aan de Brasschaatsebaan 47 kan zijn activiteiten verderzetten. Verbouwing van de bestaande gebouwen binnen het bestaande volume is toegelaten. Bij stopzetting van deze activiteiten krijgt het gebied enkel een woonfunctie.

2.1.2. Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

2.1.3. Plaatsing van de gebouwen

o        Binnen de op plan aangeduide zone;

o        Op minstens 3m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen;

o        De som van de afstanden van de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

2.1.4. Afmetingen van de gebouwen

a)      Kroonlijsthoogte
Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.
Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b)      Voorgevelbreedte
Bij vrijstaande bebouwing:

o        Minimaal 7m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        Maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn

Bij gekoppelde bebouwing:
Minimaal 6m gemeten evenwijdig met de bouwlijn.

c)      c) Bouwdiepte
Maximum 15m tussen voor- en achtergevel

d)      d) Bebouwbare oppervlakte
De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel (met inbegrip van bijgebouwen) voor percelen groter dan 2.000m².
Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

2.1.5. Welstand van de gebouwen

Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen. Bij gekoppelde bebouwing zijn de dakvormen identiek.

Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneen gebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen).

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d)      Indien gebouwd wordt tegen een bestaande woning, dan moet de aard der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

2.2. Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

2.2.1. Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken, serres, tuinhuisjes en zwembaden.

2.2.2. Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 1m van de perceelsgrenzen en op minstens 20m achter de voorgevelbouwlijn.

2.2.3. Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte: maximum 3m.

2.2.4. Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximum helling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

2.3. Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters en/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden, en dergelijke.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3m van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

2.4. Stedenbouwkundige aanvragen

Elke stedenbouwkundige aanvraag waarbij bomen dienen gekapt te worden dient vergezeld te zijn van:

1.      Een gedetailleerd plan van de bestaande beplanting binnen een zone van 15m rond het gebouw. Daarop dient vermeld te worden:

o        de schaal van het plan;

o        de bestaande en de aangevraagde bebouwing;

o        de toegangswegen, parkeerplaatsen en andere verhardingen;

o        alle op terrein aanwezige bomen met een stamomtrek van meer dan 50cm gemeten op 1,5m hoogte of waarvan de hoogte minstens 5m bedraagt, met vermelding van de te rooien, te behouden bomen.

2.      Een heraanplantingsplan met aanduiding van de aan te planten bomen met vermelding van soort en aantal.

2.5. Verkavelingsvoorschriften

2.5.1.Kavelbreedte

Op de bouwlijn en rooilijn. Minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20 voor zone gemerkt 1.000/20.

2.5.2. Kaveloppervlakte

Minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20.

2.5.3. Vorm van de kavels

o        Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

o        Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van 2 gekoppelde woningen worden opgetrokken, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels van de woningen.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 2.361m² groot.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open, halfopen en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen in 3 loten.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 785m2 en een breedte van 16,0m aan de straatzijde.

Lot 2 heeft een oppervlakte van circa 787m2 en een breedte van 16,0m aan de straatzijde.

Lot 3 heeft een oppervlakte van circa 789m2 en een breedte van 16,0m aan de straatzijde.

Alle loten zijn voorzien voor open eengezinswoningen. De bouwzone wordt ingetekend op 10,0m uit de rooilijn, op 3,0m van de rechter perceelsgrens en op 3,0m van de linker perceelsgrens met een diepte van 15,0m.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 15 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een perceel op te splitsen in 3 loten. Er dienen bomen te worden geveld. Tussen de op plan aangeduide te vellen bomen staat er 1 acacia die de moeite waard is om te behouden. Op de verschillende loten kunnen nieuwe bomen worden geplant.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: de aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Er zijn mogelijkheden  om nieuwe bomen aan te planten. Afhankelijk van wat per lot in een latere fase aangevraagd wordt met een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag voor het effectief bouwen van de woning kan aan de indiener een heraanplanting opgelegd worden met een nader te bepalen aantal inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en tweede grootte plantmaat 8/10;

o        in de voortuinzone staat 1 waardevolle boom, een acacia, te vellen aangeduid die de moeite waard is om te behouden. Deze staat aangeduid in oranje omcirkeld op het inplantingsplan voorwaarden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        per lot zal aan de aanvrager van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het bouwen van de woning een bankwaarborg opgelegd worden van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 23 januari 2020 onder referentie 19-224190, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-224190.

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.352m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet.

o        De bosbehoudbijdrage van 7.341,36 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 9 januari 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Er werd een offerte voor kabeltv bijgevoegd met kenmerk: VERK-19-07258.
    Er werd een offerte voor elektriciteit bijgevoegd met kenmerk: 338214_47535.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 6 januari 2020 onder referentie L-20-255/19142, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:
  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” Pidpa-Riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Eugeen van de Vellaan.

o        Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering door de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs

o        Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.

o        Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

o        De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o        De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 20 december 2019, luidt: gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de bouwheer een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn. Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 13 december 2019 onder referentie 25046382, luidt: gunstig.
    In het gebied waar deze verkavelings- of bouwaanvraag zich situeert, baat Telenet echter geen kabelinfrastructuur uit. Hiervoor kunt u terecht bij de lokale kabelmaatschappij.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Eugeen van de Vellaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de verordening hemelwater te worden nageleefd.

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van een perceel in 3 loten voor open eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel wordt theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 3 loten voor open bebouwing op een perceel van circa 2.361m2. De bebouwingsdichtheid bedraagt 12,7 woningen/Ha.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van Fluvius System Operator naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Raadscommissie ruimte 3 februari 2020 - goedkeuring presentatie beleidsnota dorpskernen

 

 

Voorgeschiedenis

          8 december 2019: overleg met college van burgemeester en schepenen

          13 januari 2020: het college van burgemeester en schepenen beslist om de ontwerp beleidsnota voor te leggen aan de raadscommissie ruimte van 3 februari 2020, de gecoro en de provincie.

 

Feiten en context

          Beleidsnota meergezinswoningen versie 31 oktober 2017 werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 november 2017.

          De beleidsnota werd herwerkt naar een beleidsnota dorpskernen versie 13 januari 2020.

 

Juridische gronden

Artikels 49 tot 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad over de werking van raadscommissies.

 

Argumentatie

De presentatie geeft een overzicht van de belangrijkste items uit de beleidsnota dorpskernen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de presentatie voor de raadscommissie van 3 februari 2020 goed.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 23 januari 2020 tot en met 21 februari 2020

Eugeen van de Vellaan 80

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning met open lucht zwembad en poolhouse

OMG 2019/641

van 23 januari 2020 tot en met 21 februari 2020

De Kluis 2

het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een bijgebouw

OMG 2019/634

van 26 januari 2020 tot en met 24 februari 2020

Oudaen 9

het ontwikkelen van een woonuitbreidingsgebied met een groepswoningbouwproject met de aanleg van een park en het verleggen van een gemeenteweg en parking en het bestendige van een groene ruimte

OMG 2019/653

van 31 januari 2020 tot en met 29 februari 2020

Waterstraat 349

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning

OMG 2019/659

van 1 februari 2020 tot en met 1 maart 2020

Frans De Beuckeleerlaan 27

het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een grondgebonde eengezinswoning en meergezinswoning met twee woonentiteiten

OMG 2019/621

van 2 februari 2020 tot en met 2 maart 2020

Pater Nuyenslaan 1

Het uitbreiden en verbouwen van een bestaande woning, de regularisatie van een carport en regularisatie van een tuinpaviljoen

OMG 2020/12

van 3 februari 2020 tot en met 3 maart 2020

Wijnegemsteenweg 103

het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande ééngezinswoning, het afbreken van het bestaand bijgebouw en het bouwen van een nieuw bijgebouw

OMG 2019/660

van 3 februari 2020 tot en met 3 maart 2020

Schoolstraat 81

het slopen van de bestaande constructies en het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten

OMG 2019/624

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

GECORO - verslagen vergaderingen 27 november 2019 en 17 december 2019

 

 

Feiten en context

De goedgekeurde verslagen van de vergadering van de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) van 27 november 2019 en 17 december 2019 werden bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

Artikel 13 van de afsprakennota van 26 februari 2015 tussen het gemeentebestuur en de GECORO
De adviesraad bezorgt de verslagen van de vergadering aan het secretariaat van de gemeente. Het verslag wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en op het extranet gepubliceerd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verslagen van de GECORO van 27 november 2019 en 17 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

GECORO - advies beleidsnota dorpskernen

 

 

Feiten en context

          Op 21 januari 2020 werd de ontwerp beleidsnota dorpskernen voorgelegd aan de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) voor advies.

          Het advies van de GECORO wordt, onder voorbehoud van de goedkeuring tijdens de volgende vergadering, aan het college van burgemeester en schepenen overgemaakt.

 

Juridische gronden

Artikel 13 van de afsprakennota van 26 februari 2015 tussen het gemeentebestuur en de GECORO
De adviesraad bezorgt de verslagen van de vergadering aan het secretariaat van de gemeente. Het verslag wordt geagendeerd op het college van burgemeester en schepenen en op het extranet gepubliceerd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van de GECORO van 21 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Sociaal woonbeleidsconvenanten - vraag VMSW bijkomende sociale huurwoningen bovenop BSO

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 18 maart 2009 werd het Decreet grond- en pandenbeleid goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dit decreet (en latere wijzigingen) voorziet onder meer het sociaal objectief per gemeente. Dit sociaal objectief legt het aantal te realiseren sociale huurwoningen vast die de gemeenten dienen te verwezenlijken tegen 2025.

          Brief van 19 december 2018 van agentschap Wonen-Vlaanderen dat gemeente Schilde wordt ingedeeld in categorie 2a, na beoordeling van de plan van aanpak in de Voortgangstoets 2018.

 

Feiten en context

In de brief van 9 december 2019 vraagt de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal wonen (VMSW) aan de gemeente of ze zich wil engageren om bovenop het bindend sociaal objectief (BSO) bijkomende sociale huurwoningen te realiseren. Zo ja, is er een sociaal woonbeleidsconvenant nodig om aanspraak te maken op gesubsidieerde financiering.

Het antwoord dient uiterlijk tegen 15 februari overgemaakt te worden per mail.

 

Juridische gronden

          Artikel 4, §3 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
De gemeente is aangesteld als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

          Afdeling 2, Decreet betreffende het Grond- en Pandenbeleid van 27 maart 2009,

Bindend sociaal objectief.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2011
Bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets.

 

Argumentatie

          In het plan van aanpak toont te gemeente dat het inspanningen levert om het BSO tijdig te behalen.

          Gezien de tijdspanne en het aantal nog te realiseren projecten, meent de gemeente zich niet te kunnen engageren om bovenop het BSO bijkomende sociale huurwoningen te kunnen realiseren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om zich niet te engageren voor bijkomende sociale huurwoningen bovenop het BSO.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Karekiet 26 - Peeters Steven - vellen van 4 eiken - standpunt van gemeente - VB 2019/556

 

 

Voorgeschiedenis

          Milieuvergunning(en)

          16: uitbaten van een zwemgelegenheid - gunstig door de deputatie - 13 juni 1958 - 19560426 - doos 5

          propaangastank 500 l - door college van burgemeester en schepenen - 19 oktober 1993 - melding 496

          propaangastank 1600 l - door college van burgemeester en schepenen - 29 november 1994 - melding 526

 

Feiten en contexten

Op  30 januari 2020 heeft het gemeentebestuur een schrijven ontvangen via het omgevingsloket over het bouwberoep ingesteld bij de deputatie door Steven Peeters.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014. De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie en blijft bij zijn standpunt bij de aflevering van de weigering op 16 december 2019.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Koeputten 2 - Gemeente Schilde - het vellen van 1 moersascipres op de wegberm ter hoogte van Koeputten 2 - VB 2019/627

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Gemeente Schilde op 5 december 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Koeputten 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 moerascipres op de wegberm ter hoogte van Koeputten 2.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 december 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 februari 2020.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 moerascipres op de wegberm ter hoogte van Koeputten 2.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Koeputten een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom schade veroorzaakt aan oprit van het aangrenzende perceel. De problematiek is niet verzorgbaar. Vellen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Constant Joossenslei 38 - de heer Santiago Escutia Montalban - het vellen van 8 bomen - VB 2019/631

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Santiago Escutia Montalban op 6 december 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Constant Joossenslei 38.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 8 bomen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 december 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 februari 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 11 december 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 8 bomen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Constant Joossenslei een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en hun beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en na een plaatsbezoek blijkt dat 2 esdoorns en 1 eik geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken heeft. Deze staan op het inplantingsplan oranje omcirkeld. De overige bomen zijn afgestorven of staan onderdrukt door omstaande bomen en kunnen om die reden als dunning geveld worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

De twee esdoorns en 1 eik, oranje omcirkeld op het inplantingsplan, moeten behouden blijven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Reeboklaan 16 - Peter Schadick - het vellen van 1 eik - VB 2019/648

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 mei 1964 - sgr1964/38

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 juni 1983 - 1983/77

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 september 1963 - sgr7

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Peter Schadick op 18 december 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Reeboklaan 16.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 17 maart 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Reeboklaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. Het snoeien van de afgestorven takken zal niet als een gemis ervaren worden. Hierdoor zal er geen invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de zomereik geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertoont. De boom vertoont enkele afgestorven takken. De boom vertoont een goede knopvorming en de kroonvorm blijft evenwichtig gevormd. De boom vellen is een niet noodzakelijke disproportionele oplossing welke niet in verhouding staat tot de vastgestelde problematiek. Een verzorging door snoei van het dode hout, uitsluitend uitgevoerd door een gespecialiseerd European Treeworker, is een realistische oplossing.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Parklaan 11 - Benedicte De Winter - het vellen van 2 sparren - VB 2020/16

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 juni 1958 - sgr1958/10

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Benedicte De Winter op 14 januari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Parklaan 11.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 28 maart 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Parklaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - August Dilslei 64 - BERGEN B & D BVBA - het vellen van 1 eik - VB 2020/17

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 april 1961 - sgr1960/49
  • bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1968 - sgr1968/21
  • bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 april 1989 - 1989/56

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door BERGEN B & D BVBA op 16 januari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in August Dilslei 64.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 28 maart 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 11 december 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de August Dilslei een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aangetast is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Renier Sniederspad 66 - Raf Peeters - het vellen van 3 dennen en 1 cipres - VB 2020/24

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        weekendverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 januari 1996 - 1996/08

o        regulariseren weekendverblijf - weigering door college van burgemeester en schepenen - 11 maart 1997 - 1997/48

o        bouwen weekend-huisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 juli 2001 - 2000/412

o        bouwen van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 november 2003 - 2003/168

o        bouwen woning + afbraak bestaande constructies - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 september 2007 - 2007/244

o        bouwen van een eengezinswoning met beperkt woonrecht - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2008 - 2007/371

  • Milieuvergunning(en)

o        propaangastank 1600 l -  door  college van burgemeester en schepenen - 9 juli 1996 - melding 550

o        individueel waterzuiveringsstation (iba) - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 2 maart 2009 - melding 238

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        de regularisatie van het bestaande gebouw, de functiewijziging van een weekendwoning naar een woning en het afbreken van een tuinberging - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 26 augustus 2019 - OMG 2019/268

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Raf Peeters op 21 januari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Renier Sniederspad 66.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 dennen en 1 cipres.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 28 maart 2020.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Het opheffen van de (alternatieve) reservatie- en erfdienstbaarheden voor het Duwvaartkanaal Oelegem - Zandvliet, goedgekeurd op 5 december 2003.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide, goedgekeurd op 16 september 1993.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Putse Heide Wijziging 2006, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 dennen en 1 cipres.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat Renier Sniederspad een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en hun beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of overhellend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Omgeving - Berkenlaan 8 - Laurence Van Gestel - het vellen van 3 dennen - VB 2020/26

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 mei 1952 - sgr1952/14

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 juli 1979 - 1979/48

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 december 1995 - 1995/254

o        bouwen van een garage met carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 1996 - 1996/101

o        verbouwen vrijstaande woning + aanleggen zwembad + 2 tuinhuizen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 maart 2004 - 2004/95

o        verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 februari 2011 - 2010/361

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 beuk - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 13 januari 2020 - VB 2019/610

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Laurence Van Gestel op 22 januari 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Berkenlaan 8.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 januari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 28 maart 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Berkenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op 13/1/2020 werd op dezelfde locatie een vergunning afgeleverd voor een door zwam aangetaste beuk. Als de beuk geveld wordt, komen de dennen plots onbeschut te staan.  Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de dennen onstabiel kunnen worden. Vellen en vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - januari 2020 - Kleinveldweg 10 - De Zevenster 36

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft op 15 en 28 januari 2020 een burgemeesterbesluit uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen. Conform de afspraak met het college van burgemeester en schepenen dienen deze "schriftelijke instemmingen" op de eerstvolgende zitting aan het college van burgemeester en schepenen ter kennisgeving te worden gebracht.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissing is nodig voor de veiligheid van onze inwoners.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de burgemeesterbesluiten voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein op volgende adressen:

          Kleinveldweg 10;

          De Zevenster 36.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Aanvraag eenmalige standplaats op wekelijkse markt te Schilde en te 's-Gravenwezel voor Heilig Hart van Maria-Instituut

 

 

Voorgeschiedenis

Twee brieven van mevrouw Juliette Kockx van 7 januari 2020

 

Feiten en context

Mevrouw Juliette Kockx vraagt een eenmalige standplaats op onze wekelijke markten te Schilde en te 's-Gravenwezel voor de verkoop van handzeep en badzout vanwege het project Vlajo Mini-onderneming Savon met nummer M19M023.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 7 van het koninklijk besluit betreffende de uitoefening  en de organisatie van ambulante activiteiten
Dit artikel bevat en opsomming van de voorwaarden waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen om tijdelijk een standplaats op de markt of het openbaar domein te bekomen.

          Artikel 16.g. van het gemeentelijk reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein.
De personen die verkopen realiseren zonder commercieel karakter binnen het kader van de acties bedoeld in artikel 7 van voornoemd KB van 24 september 2006, kunnen een standplaats innemen, toegewezen aan de verantwoordelijke van de actie. Desgevallend kunnen zij deze innemen buiten de aanwezigheid van deze.

 

Argumentatie

          Het betreft een actie met een educatief karakter georganiseerd vanuit de school.

          Elk jaar ontvangt de gemeente een nieuwe aanvraag van andere leerlingen van het Heilig Hart van Maria-Instituut waar de vorige jaren telkens goedkeuring aan verleend werd.

 

BESLUIT

Artikel 1. Mevrouw Juliette Kockx zal met haar (mede)leerlingen zal op 11 februari en 11 maart 2020 een eenmalige standplaats op de wekelijkse markten te Schilde en te 's-Gravenwezel toegewezen krijgen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Herroeping besluit werfwagen herinrichten als boekencontainer

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 april 2013

 

Feiten en context

          In het verleden werd de werf van de dienst der werken in functie van de werken zo veel mogelijk vrijgemaakt. Vanwege een beslissing van 22 april 2013 met betrekking tot het opknappen en herinrichten van een werfwagen tot boekencontainer, staat er nog steeds een werfwagen op de werf van de dienst der werken.

          De dienst der werken heeft de afgelopen jaren geen mogelijkheid gehad dit besluit uit te voeren wegens andere prioriteiten.

          Het voorgaande besluit van het college van burgemeester en schepenen lijkt intussen niet meer actueel te zijn.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Inspraak en advies

Positief advies van de dienst vrijetijd- en welzijnzaken

 

Argumentatie

          De werfwagen is in heel slechte staat en deze in orde brengen zal redelijk wat kosten met zich meebrengen.

          Aangezien hier ook veel werkuren aan besteed moeten worden, is het niet mogelijk deze werfwagen binnen afzienbare tijd in orde te brengen.

          Het containerpark valt nu onder het beheer van Igean.

          De gemeente beschikt intussen over een aantal boekenruilkasten die aan gemeentelijke gebouwen geplaatst werden en hetzelfde principe beogen.

          De andere werfwagens werden in het verleden allemaal verkocht en ook voor deze werfwagen werd al interesse getoond.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de nota die goedgekeurd werd op 22 april 2013 met betrekking tot de herinrichting van een werfwagen tot boekencontainer, te herroepen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Aankoop van een hakselaar - 2019-058/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Bestek voor aankoop van een hakselaar.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 3 maart 2020 om 14.00 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016  en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten,

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000800

Actie

AC000136

Algemene rekening

2300000000

Beleidsveld

0119

Bedrag

31.460,00 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2019-058/TDU en de raming voor de opdracht “aankoop van een hakselaar” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 31.460,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Luyckx NV, Abdijlaan 33 te 2960 Brecht;

          Van Dyck Marcel Belgium NV, Provinciebaan 71 te 2235 Houtvenne;

          Thomas BVBA, Brusselsesteenweg 144 te 1785 Merchtem;

          Espritt bvba, Diestsesteenweg 712 te 3010 Kessel-Lo (Leuven).

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 3 maart 2020 om 14.00 uur.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Onderhoud van goten, straten, voet- en fietspaden en parkings met veegmachine - 2020-003/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor onderhoud van goten, straten, voet- en fietspaden en parkings met veegmachine.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

          Als uiterste datum voor het indienen van de offertes wordt 2 maart 2020 om 9.30 uur voorgesteld.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016  en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000457

Actie

AC000143

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

98.082,60 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2020-003/TDU en de raming voor de opdracht “onderhoud van goten, straten, voet- en fietspaden en parkings met veegmachine” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 98.082,60 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Jacobs NV, Industrielaan 27 te 2250 Olen;

          Road Sweeper Renting bvba, Hofstraat 24 te 3980 Tessenderlo;

          Kempisch Veegbedrijf bvba, Hoogstraatseweg 175 te 2990 Loenhout;

          De Bree Cleaning nv, Krommewege 31G te 9990 Maldegem.

Artikel 4. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op maandag 2 maart 2020 om 9.30 uur.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Begraafplaats Schilde - verplaatsen afvalbakken - goedkeuring

 

 

Feiten en context

Erfgoed Voorkempen is samen met de cultuurdienst bezig aan een beheersplan voor de kerk, begraafplaats van Schilde en omringende omgeving. Langs de ingang aan de Puttenhoflaan staan er afvalbakken voor restafval tussen de eiken. Deze geven een onverzorgde indruk en Erfgoed Voorkempen vraagt of de vuilbakken verplaatst kunnen worden naar Den Bieshof, de andere ingang aan het kerkplein. Hier is mogelijkheid toe mits vellen van een gedeeltelijk afgestorven conifeer. Rondom de afvalbakken kan een beukenhaag geplaatst worden om deze nog meer van het zicht te onttrekken.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De afvalbakken aan de ingang langs de Puttenhoflaan geven een onverzorgde indruk.

          Er is plaats aan de ingang langs Den Bieshof mits vellen van een deels afgestorven conifeer.

          De vuilbakken kunnen nog meer aan het zicht onttrokken worden door het aanplanten van een beukenhaag.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van Erfgoed Voorkempen om de afvalbakken op begraafplaats Schilde te verplaatsen van ingang Puttenhoflaan naar ingang Den Bieshof en beslist hieraan goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde - 2019-053/TDU - agenda gemeenteraad 17 februari 2020

 

 

Feiten en context

Bestek voor de renovatie en herinrichting voor de begraafplaats te Schilde volgens het ontwerp van Carlier bvba.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen (limiet van 135.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000773

Actie

AC000140

Algemene rekening

2200000700

Beleidsveld

0990

Bedrag

253.356,76 euro incl. btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2019-053/TDU voor renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 17 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Bevolkingscijfer op 01 januari 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Jaarlijks geeft FOD Binnenlandse zaken, Algemene Directie Instellingen en Bevolking het globaal bevolkingscijfer per gemeente op 1 januari. Dit globaal cijfer bevat het aantal personen ingeschreven in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister en het wachtregister.

 

Feiten en context

De grafiek die opgemaakt wordt door het Rijksregister geeft een overzicht van de bevolkingsloop in de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 4§3 decreet lokaal bestuur
Het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente wordt vastgesteld op basis van de bevolkingsaantallen van de gemeente. Dit zijn het aantal personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen op 1 januari van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen plaats vinden.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis dat op 1 januari 2020 het bevolkingscijfer is vastgesteld op 19.879. Er is een bevolkingsgroei van +230.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Huur van herbruikbare wisselbekers

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 1 januari 2020 is er vanuit de Vlaamse Regering een nieuwe VLAREMA wetgeving omtrent het gebruik van cateringmateriaal.

          Vanaf 1 januari 2020 is het gebruik van plastic wegwerpbekers voor eenmalig gebruik verboden op publieke openbare evenementen, tenzij de eventorganisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 90% van de verpakkingen gescheiden wordt voor recyclage.

          Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in plastic wegwerpbekers voor eenmalig gebruik.

          Op 10 januari 2020 heeft Maarten Van den Bergh van het evementenloket deelgenomen aan een info-sessie van VZW De Enter:

          Zij hadden het voorstel om in samenwerking met verschillende gemeentebesturen: een op maat uitgewerkt voorstel omtrent herbruikbare bekers, inclusief de aankoop van een industriële wasinstallatie op te starten.

          Brief ontvangen van IGEAN op 24 januari 2020 waarbij zij vragen aan het college van burgemeester en schepenen om een besluit te nemen omtrent de volgende items:

          Een standpuntinname: de keuze voor ofwel huur ofwel voor de groepsaankoop van herbruikbare bekers;

          Een principieel akkoord dat IGEAN zal optreden als aanbestedende overheid en waarbij zij de nodige procedures opstart voor:

          Ofwel het zoeken naar een partner voor het huren van bekers ofwel voor het opstarten van een subsidieaanvraag bij de OVAM voor de aankoop van herbruikbare bekers;

          Ofwel het zoeken naar (een) partner(s) voor de industriële reiniging van de bekers, de stockage en het transport van de bekers van en naar de afwascentrale en de events

          Ofwel dat IGEAN in samenwerking met vzw De Enter een lokaal voorstel op maat uitwerkt voor een ontzorgcyclus van herbruikbare bekers, inclusief de aankoop van een industriële wasinstallatie door de deelnemende gemeenten, gekoppeld aan een subsidieaanvraag bij de OVAM.

 

Feiten en context

          IGEAN heeft het voortouw genomen om onderzoek in de vorm van enquêtes en een vrijblijvende marktbevraging.

          Op basis van een enquête en een vrijblijvende marktbevraging raadt IGEAN aan om te werken met de huur van herbruikbare bekers.

          De gemeente Schilde beschikt zelf al over een redelijke voorraad herbruikbare bekers voorzien van het logo van Schilde in eigen beheer:

          1200 frisdrank/bierbekers

          1000 bierbekers

          500 wijnbekers

          250 cavabekers

          Uit de infosessie op 10 januari 2020 is naar voren gekomen dat het voorstel van VZW De Enter op zichzelf staand een grote kost (€25 000 min) met zich meebrengt voor de deelnemende gemeenten.

          Indien het een samenwerking met IGEAN omvat en een hieraan gekoppelde subsidie-aanvraag bij OVAM kunnen deze kosten gehalveerd worden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 &3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassingen van de gemeenteraad.

          Artikel 5.3.12.1 van het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en afvalstoffen
Vanaf 1 januari 2020 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen verboden, tenzij de eventorganisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 90% van de eenmalige verpakkingen gescheiden wordt ingezameld voor recyclage. Vanaf 1 januari 2022 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen verboden, tenzij de eventorganisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 95% van de eenmalige verpakkingen gescheiden wordt ingezameld voor recyclage.

          Artikel 5.3.12.2 van het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringelopen en afvalstoffen
Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in recipiënten voor eenmalig gebruik. Vanaf 1 januari 2022 is dit verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eenmalig gebruik.

 

Argumentatie

          Het aantal grote evenementen dat plaatsvindt op het grondgebied van Schilde en waarvoor een grote hoeveelheid wisselbekers noodzakelijk is momenteel beperkt.

          Het huidige aanbod van wisselbekers in eigen beheer is voldoende om het grootste aantal van de evenementen op het grondgebied van Schilde te kunnen voorzien van wisselbekers.

          De grotere evenementen waarvoor een grote hoeveelheid wisselbekers noodzakelijk is kunnen onderverdeeld worden in 2 soorten:

          Gemeentelijke evenementen: winterbabbel, kunst & brocantemarkt, Vlaanderen feest;

          Particuliere evenementen: Wezel Culinair, Winterdorp, Carrousel.

          Bovenstaande types van evenementen hebben mogelijks nood aan meer wisselbekers dan de gemeente Schilde momenteel in eigen beheer heeft.

          Veel organisatoren werken met eigen bekers of via een sponsor. Bijvoorbeeld: Carrousel werkt met wisselbekers van Palm.

          Een uitbesteding van een uitleensysteem voor wisselbekers alsook de reiniging en transport hiervan zorgt voor een grote ontlasting qua werklast voor de gemeente Schilde.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om te opteren voor het huren van wisselbekers

Artikel 2. het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord dat IGEAN zal optreden als aanbestedende overheid en waarbij zij de nodige procedures opstart voor:

          ofwel het zoeken naar een partner voor het huren van bekers ofwel voor het opstarten van een subsidieaanvraag bij de OVAM voor de aankoop van herbruikbare bekers;

          ofwel het zoeken naar (een) partner(s) voor de industriële reiniging van de bekers, de stockage en het transport van de bekers van en naar de afwascentrale en de events;

          ofwel (aanvullende keuze) dat IGEAN in samenwerking met vzw De Enter een lokaal voorstel op maat uitwerkt voor een ontzorgcyclus van herbruikbare bekers, inclusief de aankoop van een industriële wasinstallatie door de deelnemende gemeenten, gekoppeld aan een subsidieaanvraag bij de OVAM;

          in elk van de bovenstaande opties moet een mobiele wasstraat worden voorzien die kan ontleend worden door de gebruikers.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Verlenging hartveilige gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing college van burgemeester en schepen van 1 juni 2015
verlening overeenkomst hartveilige gemeente

          Beslissing college van burgemeester en schepen van 27 juli 2015
opstart hartveilig netwerk

          Beslissing van de gemeenteraad van 20 november 2017
verlening samenwerkingsovereenkomst met het Rode Kruis : hartveilige gemeente

          E-mail voorzitter Rode Kruis van 7 november 2019

 

Feiten en context

          E-mail voorzitter Rode Kruis van 7 november 2019: aankondiging einde van de samenwerkingsovereenkomst van Schilde met het Rode Kruis als Hartveilige gemeente en vraag tot verlenging voor twee jaar.

          E-mail voorzitter Rode Kruis van 21 januari 2020 met bevestiging dat Schilde voldoet aan de voorwaarden om een Hartveilige gemeente te zijn.

          Tweejaarlijks worden er in Schilde opleidingen gebruik AED en reanimeren aangeboden aan inwoners, personeel, verenigingen, ... ter ondersteuning van het hartveilig netwerk.

          AED opleidingen voor 2018 gingen door op 20 februari en 21 mei.

          AED opleidingen voor 2020 staan ingepland op 14 maart en 14 november.

          Jeugdverenigingen zullen in 2020 nog afzonderlijke opleidingen op maat aangeboden krijgen.

 

Juridische gronden

          Artikel 8. (... - ...) in het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid 21/11/2003, huidige versie 1/1/2017
Iedere persoon heeft, binnen het toepassingsgebied van dit decreet, een individuele verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn eigen gezondheid en, door de daden die hij vrijwillig en bewust stelt of nalaat te stellen, ook ten opzichte van de gezondheid van zijn medemens. Deze verantwoordelijkheid omvat het in acht nemen van veiligheidsvoorschriften, het aannemen van een gezonde leefstijl en het nemen van andere voorzorgsmaatregelen die haalbaar en doeltreffend zijn om ziekten en aandoeningen bij de mens te voorkomen.

          Artikel 59. (... - ...) in het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid 21/11/2003, huidige versie 1/1/2017
De Vlaamse regering neemt initiatieven tot het voorkomen van ongevallen. Die initiatieven hebben onder meer betrekking op het aanzetten tot veilig gedrag, zowel in de publieke als in de private sfeer.

          Artikel 64. (01/01/2017- ...) in het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid 21/11/2003, huidige versie 1/1/2017
De Vlaamse regering kan initiatieven nemen om een gezondheidsbevorderende sociale omgeving te ondersteunen en om bedreigende factoren in de sociale omgeving tegen te gaan. Die initiatieven kunnen onder meer betrekking hebben op:

◦1° de schoolomgeving;

◦2° de werkomgeving;

◦3° de leefomgeving.

          Artikel 41, 5° van het decreet lokaal bestuur
het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247.

 

Argumentatie

          Dankzij de samenwerkingsovereenkomst met het Rode kruis mag Schilde gebruik blijven maken van het logo hartveilige gemeente.

          De gemeente wil een hartveilige gemeente zijn en haar inwoners aanmoedigen om zich persoonlijk te engageren door het volgen van een AED opleiding

          Het Rode Kruis is een belangrijke partner in het geven van de AED opleidingen.

          Schilde voldoet aan de voorwaarden om een hartveilige gemeente te zijn: regelmatig AED opleidingen organiseren in samenwerking met het Rode Kruis, minstens 1AED toestel publiek toegankelijk hebben, 10% van het personeel moet een AED opleiding genoten hebben.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

000482

Actie

000042

Algemene rekening

 

Beleidsveld

0985

Bedrag

Visum financieel directeur

900,00 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de overeenkomst hartveilige gemeente met het Rode Kruis.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de overeenkomst hartveilige gemeente te verlengen en te agenderen op de gemeenteraad van 17 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Container Carrousel

 

 

Voorgeschiedenis

          Carrousel vzw organiseert naar jaarlijkse traditie elke dinsdag van augustus parkavonden in het Parkske te Schilde

          In 2019 hebben deze park-avonden plaatsgevonden op:

          dinsdag 06 augustus 2019

          dinsdag 13 augustus 2019

          dinsdag 20 augustus 2019

          dinsdag 27 augustus 2019

          Carrousel vzw krijgt elk jaar indien beschikbaar een container ter beschikking voor de stockage van hun materiaal

          In 2019 was er omwille van een miscommunicatie geen container beschikbaar waardoor de organisatie kosten heeft gehad met deze zelf te huren

          Op 23 december 2019 heeft het college van burgemeester en schepenen besloten om een bedrag van 348.48 euro terug te betalen

 

Feiten en context

          Overeenkomstig de getekende overeenkomst tussen de gemeente Schilde en Carrousel vzw voorziet de gemeente Schilde indien beschikbaar een grote gesloten container voor het stockeren van de materialen van de organisatie van Carrousel vzw.

          Omwille van een uitdrijving was er geen container beschikbaar.

          Hierdoor heeft de organisatie van Carrousel last-minute een container moeten huren voor een totaalbedrag van 703,82 euro opgedeeld in 2 facturen van 355,34 euro en 348,48 euro.

          De organisatie is van mening dat de gemeente Schilde in de fout is gegaan door omtrent de beschikbaarheid van de container niet tijdig te communiceren waardoor de organisatie van Carrousel onnodig hoge kosten heeft moeten maken.

          De organisatie vraagt of de gemeente Schilde de kosten van de container kan terugbetalen aan de organisatie van Carrousel.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De overeenkomst tussen vzw Carrousel en de Gemeente Schilde stelt duidelijk dat een container ter beschikking wordt gesteld indien beschikbaar.

          Uit het feitenverslag blijkt dat er een vertraging in communicatie is gebeurd in verband met het verwittigen van de organisatie dat de container niet beschikbaar was.

          Er zijn alternatieve kapelcontainers aangeboden, deze waren voor de organisatie echter niet geschikt omwille van problemen met waterdichtheid en veiligheid qua inbraak.

 

Financiële gevolgen

 

 

 

Actie

4.6.5.5

Algemene rekening

61599999

Beleidsveld

0719

Bedrag

Visum financieel directeur

703.82 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het bedrag van 703,82 euro terug te betalen aan de organisatie van Carrousel vzw.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Toekomst beeldende en audiovisuele kunsten

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad keurde op 17 juni 2019 de samenwerkingsovereenkomst van de interlokale vereniging Academie Wijnegem Schilde Zoersel goed.

 

Feiten en context

          Deeltijds Kunstonderwijs in Schilde omvat woord, muziek en beeld.

          Voor het aanbod van woord en muziek, heeft de gemeente een samenwerking met de academie van Wijnegem.  Voor het aanbod van beeldende en audiovisuele kunsten, is er een samenwerking met Academie Noord uit Brasschaat.

          Voor het schooljaar 2016-2017 bedroeg de jaarlijkse bijdrage aan Wijnegem 55.942,42 euro, voor het schooljaar 2017-2018 werd er 55.418,93 euro gefactureerd.

          De samenwerking met Brasschaat kostte in 2017-2018 15.786,61 euro, voor het schooljaar 2018-2019 bedroeg dit 17.299,69 euro.

          De academie van Wijnegem heeft sinds het schooljaar 2018-2019 ook beeldende en audiovisuele kunsten (BAK) opgenomen in haar programma en stelt de vraag aan Zoersel en Schilde of er interesse is om ook voor dit structuuronderdeel aan te sluiten.

 

Juridische gronden

          Hoofdstuk 3 van het decreet deeltijds kunstonderwijs van 28 februari 2018
Structuur van het deeltijds kunstonderwijs.

          Artikel 53 §3, 3° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Er zijn verschillende voordelen aan een volledige samenwerking met Wijnegem op het vlak van deeltijds kunstonderwijs:

          de gemeente heeft slechts een academie waarmee ze moet samenwerken. Dit betekent minder planlast, een vlotte communicatie, alle inschrijvingen onder de vleugels van hetzelfde secretariaat (Wijnegem), één financiële partner en één overkoepelende visie op het deeltijds kunstonderwijs in alle domeinen;

          de huidige samenwerking met het pedagogische en culturele leven kan zich versterken;

          voor woord- en muziekonderwijs heeft Wijnegem haar gevarieerde aanbod steeds verdeeld over de drie vestigingsplaatsen. De academie engageert zich om dit ook te doen voor BAK;

          door het toevoegen van BAK als domein is de academie van Wijnegem een kunstacademie geworden en heeft zij recht op 20 uur beleidsondersteuning vanuit het ministerie. De 10 uur beleidsondersteuning die door de drie lokale besturen betaald werd, vallen hierdoor weg;

          door het aanbieden van BAK op meerdere locaties, krijgen leerlingen een breed en gevarieerd aanbod in eigen omgeving;

          het aanbod kan uitgebouwd worden met een derde graad en/of volwassenen.

          De nadelen van een volledige samenwerking met Wijnegem op het vlak van deeltijds kunstonderwijs zijn:

          de programmatienorm voor een nieuw domein bepaalt dat de academie van Wijnegem 300 leerlingen voor BAK moet inschrijven over een periode van 8 jaar. Het niet behalen van deze programmatienorm leidt tot de stopzetting van dit structuuronderdeel;

          het overhevelen van de structuuronderdelen BAK heeft gevolgen voor de leerkrachten die nu tewerkgesteld zijn vanuit Brasschaat;

          de leerkrachten kunnen overgenomen worden door de academie van Wijnegem. In dit geval is er geen probleem;

          indien de leerkrachten ervoor kiezen om niet mee over te gaan, bestaat de kans dat zij de plaats moeten innemen van collega’s met een tijdelijk(er) statuut of dat zij TBSOB (ter beschikking gesteld bij ontstentenis van betrekking) worden en op reaffectatie komen;

          een afvloeiing van 40 leerlingen heeft een negatieve invloed op de omkadering en dus tewerkstelling voor het secretariaat van Academie Noord;

          de expertise van Academie Wijnegem op het vlak van BAK is nog niet zo uitgebreid als deze van Academie Noord.

          Het is momenteel onduidelijk wat de concrete impact op het vlak van infrastructuur en financiën is van een volledige samenwerking met Wijnegem op het vlak van deeltijds kunstonderwijs.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag van Wijnegem om aan te sluiten voor het structuuronderdeel beeldende en audiovisuele kunsten en van de voor- en nadelen van een overschakeling.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Opvolging gemeenteraad - mededelingen

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 17 februari 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Gemeenteraad - dagorde van 17 februari 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 17 februari 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 20 januari 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          SECRETARIAAT - Pidpa - Heraanstelling gemeentelijke afgevaardigde – Besluit

          SECRETARIAAT - Poolstok - aanstelling gemeentelijke afgevaardigde - Besluit

          SECRETARIAAT - Budgetwijziging 2018 Kerkfabriek OLV-ten-Hemel-Opgenomen - Kennisname

          INTERNE ZAKEN - Jaarverslag klachtenmanagement 2019 - Kennisname

          PATRIMONIUM - Huurovereenkomst Frituur Schoolstraat 42 - perceel gemeentegrond hoek Schoolstraat en Petrus Bogaertslaan – Besluit

          RUIMTE - Omgeving - Haksellaan 24 - de heer Lieven Costermans - het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning - zaak van de wegen - OMG 2019/649 - Besluit

          DIENST DER WERKEN - Renovatie en herinrichting begraafplaats Schilde - 2019-053/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Besluit

          VRIJETIJD EN WELZIJN - Verlenging hartveilige gemeente - Besluit

          SECRETARIAAT - Actualiteitsvragen - Kennisname

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 03 02 2020

Vervoerregioraad 8 februari 2020 - uitnodiging

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 29 januari 2020 van Beleid VRA

 

Feiten en context

De vervoerregio nodigt de mandatarissen uit voor de vervoerregioraad die doorgaat op zaterdag 8 februari 2020 met op de agenda:

          toelichting lopende projecten Oosterweelverbinding en Haventracé;

          inhoudelijke bespreking Routeplan 2030;

          toelichting pilootproject (e)deelfietsensysteem Vervoerregio Antwerpen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Het is noodzakelijk om voor mobiliteit over de gemeentegrenzen heen te kijken om te komen tot een efficiënte en duurzame aanpak.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de agenda van de vervoerregioraad die doorgaat op 8 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 11/02/2020