VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

8 februari 2021

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Olivier Verhulst, schepen;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 1 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 1 februari 2021 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Lijst bestelbonnen en betaalloten- goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 996 tot en met 1.051;

          de betaalloten van 15 tot en met 17.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Raadscommissie - verslag - kennisgenomen

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren. Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.             

 

Argumentatie

De raadscommissie vond plaats op 1 februari 2021.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 1 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Overdrachten van 2020 naar 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

          De overdrachten van de investeringskredieten en de financieringskredieten werden besproken in het managementteam van 21 januari 2021 en 4 februari 2021.

          Samenvatting totalen (bedragen in euro):

Bestuur

Investeringsuitgaven

Investeringsinkomsten

Totaal

Gemeente

2.987.732,61

4.598.550,84

1.610.818,23

OCMW

68.347,13

0

-68.347,13

AGB

99.587,60

0

-99.587,60

Totaal

3.155.667,34

4.598.550,84

1.442.883.50

 

Bestuur

Financieringsuitgaven

Financieringsinkomsten

Totaal

Gemeente

0

0

0

OCMW

0

0

0

AGB

0

0

0

Totaal

0

0

0

          Het lokaal bestuur Schilde (gemeente + OCMW) heeft na de overdracht van de investeringskredieten 2020 een beschikbaar budgettair resultaat in 2021 van 1.922.268 euro

          Het AGB Schilde heeft na de overdracht van de investeringskredieten 2020 een beschikbaar budgettair resultaat in 2021 van 409.367 euro.

          Geconsolideerd blijft het financieel evenwicht met alle voorstellen behouden.

 

Juridische gronden

Artikel 258 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, voor 1 maart van het lopende boekjaar, welk gedeelte van de kredieten voor de gemeente voor investering en financiering, die voor het vorige boekjaar opgenomen waren in het meerjarenplan maar nog niet zijn aangewend overgedragen worden naar het lopende boekjaar. Het vast bureau doet hetzelfde voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De gemeente bezorgt de gegevens over de stand van het meerjarenplan na de overdrachten, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk in digitale vorm aan de Vlaamse Regering.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat er geen kredieten voor financieringen moeten overgedragen worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat volgende investeringskredieten worden overgedragen van 2020 naar 2021:

Voor de investeringsuitgaven (gemeente, OCMW en AGB) 3.155.667,34 euro en voor de investeringsinkomsten (gemeente, OCMW en AGB) 4.598.550,84 euro, per saldo is dit 1.442.883,50 euro.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Belastingen - onverhaalbaar dienstjaar 2020 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

          Op 22 juni 2020 werd het kohier betreffende de belasting op masten en pylonen goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.

          Het aanslagbiljet voor deze belasting werd verzonden op 22 juni 2020 voor een bedrag van 5.000 euro.

          Luc Vrelust, Turnhoutsebaan 162, diende een bezwaarschrift in. Dit bezwaar werd gunstig beoordeeld. Er werd een volledige heffing toegestaan.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000526

Actie

AC000081

Algemene rekening

6420000000

Beleidsveld

0030

Bedrag

Visum financieel directeur

5.000 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verklaart de lijst van fiscale vorderingen van het dienstjaar 2020 gedateerd op 28 januari 2021, onverhaalbaar voor een bedrag van 5.000 euro.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Zorgparkeren - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

          Zorgverleners vinden niet altijd een parkeerplaats dichtbij de woning van hun patiënt waardoor tijd voor verzorging verloren gaat aan het zoeken naar een geschikte parkeerplaats.

          Om hierop een antwoord te bieden, werd reeds in verschillende gemeenten het systeem van 'zorgparkeren' ingevoerd.

          Bij zorgparkeren biedt de bewoner vrijwillig de beschikbare ruimte voor de garage of oprit aan, waardoor de zorgverstrekkers deze parkeerplaats kunnen gebruiken voor de uitvoering van de zorg, zonder dat deze op dezelfde locatie moet plaatsvinden.

          Deze vrijwillig aangeboden parkeerplaats wordt door de bewoner aangeduid met een sticker aan zijn garage of oprit. Indien de zorgverstrekker beschikt over een zorgparkeerkaart, kan de zorgverstrekker voor de duur van de verzorging gebruik maken van de beschikbare parkeerruimte met een maximum van 45 minuten.

          Bewoners die de parkeerplaats voor hun oprit of garage ter beschikking willen stellen, kunnen zich aanmelden via de gemeentelijke website. Ze ontvangen dan een zorgparkeer-sticker. Door deze sticker op hun garage te hangen, tonen ze dat zorgstrekkers er tijdens de huisbezoeken mogen parkeren.

          Zorgverstrekkers melden zich eveneens aan via de gemeentelijke website. Zij ontvangen dan een zorgparkeerkaart en plaatsen deze met hun contact gegevens achter de vooruit van hun auto. Zo kan een bewoner de zorgverlener contacteren om de

 

Juridische gronden

Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Argumentatie

De mogelijkheid tot zorgparkeren vergemakkelijkt het werk en de mobiliteit van zorgverstrekkers, hierin wil Lokaal bestuur Schilde zijn bijdrage leveren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het principe van zorgparkeren goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen plaatst het reglement op de eerst volgende gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Deelname Impactonderzoek Corona in Vlaamse steden en gemeenten - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

De universiteit Antwerpen, VVSG, Unizo en LMR voeren momenteel een onderzoek uit over de impact van Corona bij lokale ondernemers. Maar liefst 75 Vlaamse steden en gemeenten bevraagden in september en oktober hun lokale ondernemers over de impact van Corona.

 

Feiten en context

          Er word gemeten hoe Corona de lokale bedrijven en economie impacteert en wat de ondernemers van de toekomst verwachten. Ook worden de lokale steunmaatregelen, communicatie en samenwerking met de lokale ondernemers geëvalueerd.

          Dit leidt tot heel wat concrete en praktisch inzetbare feedback voor de deelnemende steden en gemeenten. We krijgen een persoonlijk en individueel rapport met praktisch inzetbare resultaten. Het rapport laat eveneens toe om de resultaten van de gemeente anoniem te vergelijken met gelijkaardige gemeenten (anoniem), en met de Vlaamse resultaten.  De gemeentelijke resultaten en rapporten worden enkel aan de eigen gemeente bezorgd en blijven verder anoniem.

          Deelname aan het onderzoek veel informatie verstrekken in functie van de ondersteuning van de ondernemers.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          In kader van de detailhandelsstudie en de verdere opmaak van het actieplan voor Schilde biedt dit onderzoek een meerwaarde.

          Het meten van de impact van Corona bij lokale ondernemers laat toe gerichter de ondernemers te kunnen ondersteunen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

000710

Actie

00028

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

500

Bedrag

Visum financieel directeur

1.500 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deel te nemen aan het onderzoek impact Corona voor de lokale ondernemers.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Verkeersveiligheid - Aanpak schoolroutes - Knelpunten langs gewestwegen - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ingekomen op 22 december 2020

 

Feiten en context

Het kabinet van de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken vraagt om knelpunten te signaleren op schoolroutes langs gewestwegen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Advies van de verkeerscel

 

Argumentatie

De verkeersveiligheid is een topprioriteit en de opgegeven knelpunten staan al geruime tijd op de verlanglijst van de gemeente.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de verkeerscel volgende opmerkingen door te geven aan het kabinet van de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken:

          oversteekbaarheid N12 ter hoogte van de Termaelenbaan;

          verbetering van de aansluiting van het fietspad ter hoogte van de laterale weg en N12 aan de overkant van de Kasteeldreef;

          aanpak kruispunt ter hoogte van de Moerstraat en N121;

          aanleg fietsostrade aan de noordkant van de N12;

          oversteekbaarheid N121 ter hoogte van de Veldlei.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Foodbar Somad - Aanleg permanent terras - Kruispunt De Kaak - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Mail van foodbar Somad met de vraag om toelating te krijgen voor het vestigen van een permanent terras op de stoep aan het kruispunt Moerstraat met de N121.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Advies van het gewest en de verkeerscel

 

Argumentatie

Om de veiligheid van de zwakke weggebruiker te garanderen dient er minimum 1 meter voetpad over te blijven ook in het nieuw aan te leggen kruispunt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord met het voorstel van foodbar Somad om een permanent terras te vestigen op de stoep aan het kruispunt Moerstraat met de N121 op voorwaarde dat er conform het advies van het Agentschap van Wegen en Verkeer in de huidige toestand en in de nieuwe toestand na de aanleg van het kruispunt een doorgang van minimum één meter voorzien wordt voor de voetgangers.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Cremerie Pinguin - Aanvraag terras op parkeerplaats ter hoogte van Wijnegemsteenweg 33 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Mail binnengekomen op 12 november 2020

 

Feiten en context

IJssalon Pinguin wenst een seizoensterras te plaatsen op de parkeerplaats voor hun zaak gelegen aan de Wijnegemsteenweg 33.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Advies van de verkeerscel

 

Argumentatie

Door twee parkeerplaatsen op te offeren voor een fietsparking en terras komt er een vrije doorgang van het fiets- en voetpad voor het ijssalon.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen is principieel akkoord met de aanleg van een fietsparking op de parkeerplaats voor het ijssalon. Dit geldt als proefproject voor andere gelijkaardige fietsparkings in de dorpskernen.  De gemeente legt de fietsparking aan voor 1 mei 2021.  Na één seizoen vindt er een evaluatie plaats.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Evaluatie mountainbike route - Epicialaan - kennisgenomen

 

 

Voorgeschiedenis

Mail binnengekomen op 15 december 2021

 

Feiten en context

Aanleg van een nieuwe mountain bike route.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Een evaluatie van de mountain bike route dient te gebeuren daar er mogelijk meerdere problemen zullen worden gesignaleerd en deze best gebundeld worden beoordeeld.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven over de aanleg van de mountain bike route en beslist dit mee te nemen in een tussentijdse evaluatie van deze nieuwe route in april 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Oversteekplaats - Liersebaan - De Spildoren - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Mail binnengekomen op 26 oktober 2020

 

Feiten en context

          Een inwoner stelt de vraag om een fietsoversteekplaats te maken aan de Liersebaan ter hoogte van De Spildoren.

          De vraag van de fietsersbond om ook aan de Veldvenne een fietsoversteekplaats te maken.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruiker.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om op de Liersebaan ter hoogte van De Spildoren en ter hoogte van de Korte Lindenstraat en de Veldvenne een fietsoversteek te maken en indien nodig de boordstenen te verlagen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

De Lijn - Halte oefening - Uitvoeringsbesluit Basisbereikbaarheid - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Mail binnengekomen op 6 januari 2021

 

Feiten en context

De Lijn heeft naar aanleiding van het uitvoeringsbesluit Basisbereikbaarheid de normen vergeleken met de huidige halte afstanden alsook het gebruik van de halten bekeken en een overzicht over deze halte oefening bezorgd.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De investering in de halte uitrustingen aan de N121 zijn zeer recent.

          De halte aan het rusthuis is zeer vel gebruikt en nuttig ook voor gebruikers die minder mobiel zijn.

          Door de functie van Werf 44 is het nuttig de halte aan de Schoolstraat te behouden.

          Het feit dat er een recreatieterrein aanwezig is aan de Rozenhoek alsook een werkplaats voor gemeentepersoneel is het nuttig deze halte te behouden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van de Lijn met de resultaten van de halte-oefening voor de gemeente.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen is niet akkoord met het voorstel om haltes te verplaatsen of te schrappen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het verbouwen van een vrijstaand bijgebouw - Gladiolenlaan 4A - OMG 2020/641 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • uitbreiden van een bestaande woning met bergplaats en atelier - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juni 2015 - 2015/100
  • bouwen van een tuinhuis met overdekt terras - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 oktober 2007 - 2007/149
  • bouwen van een alleenstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 januari 2007 - 2006/282

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Gary Neiman, op 13 november 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Gladiolenlaan 4A.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een vrijstaand bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 7 december 2020. De uiterste beslissingsdatum is 22 maart 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.                         Bestemmingen
Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.
De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.
Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.                         Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen
Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.
Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.    Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 2008 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 250m² op een perceel van circa 2.040m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het perceel is een hoekperceel tussen Anemonenlaan en Gladiolenlaan.

Het aanpalende perceel langsheen de Anemonenlaan wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het aanpalende perceel langsheen de Gladiolenlaan wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een vrijstaand bijgebouw op een perceel van 2.040m².

De woning blijft ingeplant tot op 24,79m uit de rooilijn vanaf de Gladiolenlaan, tot op 9,77m uit de rooilijn vanaf de Anemonenlaan op 5m van de rechter perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 17m op een kavelbreedte van 31,77m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,33m. De kroonlijsthoogte bedraagt 7m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 10,39m. De gevels werden opgetrokken in gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met leien.

Op 10,78m achter de woning en op 3m van de rechter perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 11,01m diep en 5,24m breed. Het tuinhuis heeft een kroonlijsthoogte van 2,99m, een dakhelling van 45° en een nokhoogte van 6,84m. De gevels worden bekleed in hout afgewerkt met een rieten dak met een dakraam.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 250m².

De toegang tot het perceel is 3m breed. De oprit wordt aangelegd in kasseien en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen. Achter de woning wordt een terras van 45,38m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 203,69m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 8 december 2020, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een bijgebouw te verbouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van groen aan de definitie van woonparkgebied.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 16 december 2020 onder referentie nvt 193/191, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande afvoerleidingen van het gebouw. Deze zijn aangesloten op de open gracht rondom het hoekperceel.
  • Gezien deze aanvraag handelt over een verbouwing van een reeds volume is de GSV niet toepasbaar op deze aanvraag. Bovendien wordt een rieten dak voorzien waardoor er geen regenwater wordt opgevangen of getransporteerd.
  • Alle terrassen, opritten en tuinpaden die vallen onder deze heraanleg worden bij voorkeur in waterdoorlatende materialen uitgevoerd of infiltreren lokaal in de bodem.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd niet ingetekend op de plannen, maar de afvalwaters komende van dit bijgebouw worden mee aangesloten op de afvalwaterstromen van het hoofdgebouw. Ze moeten worden aangesloten op de eventuele bestaande septische put. Als die er niet is, dient een septische put voorzien te worden.
  • De bestaande huisaansluiting van de woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zsodat er geen onnodig vuil, zand, afval, … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen(op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 17 december 2020 tot 15 januari 2021.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Anemonenlaan en Gladiolenlaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaand bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Hof ter Linden Herziening. Het BPA bepaalt dat een bijgebouw maximum 40m²  groot mag zijn. De aanvraag voorziet verbouwen van een bijgebouw met een oppervlakte van 65m².
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. In de vergunning 2015/100, goedgekeurd op 1 juni 2015 werd een bijgebouw met een oppervlakte van 65m² vergund. Hierdoor kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • het niet-bebouwbare gedeelte van het perceel aanleggen met hoogstammig groen, het bestaande bewaren. Het groen aanbrengen langs alle zijden van het perceel, afgezien van de nodige toegangen;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - Gladiolenlaan 6 - OMG 2020/642 - geweigerd

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 1957 - sgr1957/13

o        bouw woning + afbraak bestaande constructies - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 2005 - 2005/264

o        bouwen van een zwembad bij alleenstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 oktober 2007 - 2007/39

  • Milieuvergunning(en)

o        oud dossier: opnieuw ingetekend - gunstig door --college van burgemeester en schepenen - 6 maart 2006 - melding 139

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Gary Neiman, op 13 november 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Gladiolenlaan 6.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 november 2020. De uiterste beslissingsdatum is 11 maart 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen
Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.
De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.
Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen
Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.
Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.    Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 2007 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een zwembad aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 270m² op een perceel van circa 2.728m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 2.728m².

Achteraan de woning wordt een kleine uitbreiding van 40m² voorzien. De woning blijft ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 8,29m van de rechter perceelsgrens en op 5,95m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 28,50m op een kavelbreedte van 42,74m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,49m. De uitbreiding heeft een hoogte van 3,58m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in baksteen met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 310m².

De toegang tot het perceel is 4,20m breed. De oprit werd aangelegd in kasseien en ligt op minimum 8,44m van de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 109m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 300m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 12 januari 2021, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst de woning te verbouwen. Er dienen hiervoor geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van groen voldoende aan de definitie van woonparkgebied.

 

c.      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 december 2020 onder referentie L-21-550/193133, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

d)      beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De nieuwe DWA-afvoer van de keuken dient aangesloten te worden op de bestaande DWA-afvoer van de woning, zoals vermeld op het plan.
  • De gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is niet van toepassing op het dossier. Er dienen geen (bijkomende) hemelwatervoorzieningen geplaatst te worden.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van alle afvalwater is verplicht.
  • Er is een bestaande septische put. Hierop dient zowel fecale als het overige sanitaire afvalwater aangesloten te worden. Dit betreft echter een bestaande situatie.
  • Van zodra er riolering in de Gladiolenlaan is aangelegd dient de sterfput verplicht buiten dienst gesteld te worden.
  • Er zal op die moment dan ook een gescheiden afvoer van DWA en RWA dienen doorgevoerd te worden tot de rooilijn.
  • Mogelijk kan deze scheiding door de aard van de aanvraag misschien best nu reeds worden doorgevoerd, zodat in de toekomst geen ingrijpende werken meer dienen uitgevoerd te worden op privaat terrein. Dit is echter op dit moment geen verplichting.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 6 december 2020 tot 4 januari 2021.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Gladiolenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Hof ter Linden herziening. Het BPA bepaalt dat voor percelen groter dan 2.500m² maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd mag worden met een maximum van 350m². De aanvraag voorziet het uitbreiden van een bestaande woning van 270m² naar een woning van 300m² op een perceel van 2.798m².
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. De afwijkingen zijn niet beperkt en kan niet worden toegestaan.
    De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid niet aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 25cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het bouwen van een ééngezinswoning en het slopen van een bijgebouw - Rinkvenlaan 10 - OMG 2020/663 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Kris De Deken en mevrouw Sarah Ibens, op 24 november 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Rinkvenlaan 10.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning en het slopen van een bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 december 2020. De uiterste beslissingsdatum is 19 februari 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet…).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m errond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 1.209,28m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en weekendwoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning en het slopen van een bijgebouw op een perceel van 1.209,28m². Het bijgebouw dat wordt gesloopt heeft een oppervlakte van 11,2m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 9m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 8,07m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 14,58m op een kavelbreedte van 27,48m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 8,70m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,45m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 6,65m.

De gevels worden opgetrokken in gevelsteen en hout. Het dak wordt afgewerkt met dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 99,68m².

De toegang tot het perceel is 3,40m breed en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras van 17,31m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 62,20m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 26 januari 2021, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst te bouwen op een bebost perceel. Er is slechts een beperkte heraanplanting met bomen mogelijk om te voldoen aan de bepalingen van BPA Kotsbos. De resterende perceelsoppervlakte blijft bebost.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld. Conform artikel 1.7.5. van de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Kotsbos dient een heraanplanting met minstens 5 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12, en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10 aangeplant te worden;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 29 januari 2021 onder referentie L-21-732/193291, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:

o        Er zijn momenteel geen afvoermogelijkheden voor DWA en RWA naar het openbare stelsel in de Rinkvenlaan.

o        De DWA dient aangesloten te worden op een IBA (individuele behandeling van afvalwater) en de RWA dient ter plaatse te infiltreren.

o        Voorlopig volstaat het om de afvoer van DWA aan te sluiten op een septische put (alle afvalwater). Wel dienen nu reeds de nodige leidingen aangelegd te worden voor de afvoer van DWA (en eventueel RWA) op privaat domein tot op de rooilijn. Dit in afwachting van de aanleg van riolering in de Rinkvenlaan.

o        Van zodra er riolering wordt aangelegd in de Rinkvenlaan dient de IBA buiten dienst gesteld te worden, ten laste van de eigenaar, en dient er verplicht aangesloten te worden op de openbare riolering.

o        De overloop (effluent) van de IBA dient aangesloten te worden op een infilratievoorziening

o        De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw van een of meer ééngezinswoningen.

o        De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van een wc en een buitenkraantje.

o        De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 12.259,50 liter (effectief 2.500 liter) infiltratievolume en minimum 2,02m² (effectief 4,32m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht.

o        De overloop van de septische put dient aangesloten te worden op een IBA (deze werd vermeld op het plan). De IBA dient te voldoen aan de voorwaarden van Pidpa-Riolering.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De rioleing op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Rinkvenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies werd niet tijdig ontvangen.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een ééngezinswoning en het slopen van een bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning - De Kluis 2 - OMG 2020/694 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 maart 1976 - sgr1976/19

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 mei 1974 - sgr71

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een bijgebouw - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 2020 - OMG 2019/634

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Francis Van der Haert en mevrouw Nathalie Machiels, op 2 december 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Kluis 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 10 december 2020. De uiterste beslissingsdatum is 8 februari 2021.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen
Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.
De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.
Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze
Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

-          binnen de op plan aangeduide zone.

-          op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

-          de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.    Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming
Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen
Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen
Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².
Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.
Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen
Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.
Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.    Aanleg van de zone

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van 5 meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

o        Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o        Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1976. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 181,19m² op een perceel van circa 5.273,61m². De woning werd anders ingeplant dan vergund in 1976. Vermits dit werd uitgevoerd voor 1979 (gewestplan) heeft de woning een vermoeden van vergunning en is de inplanting in orde. Op 22 juni 2020 werd er een vergunning verleend voor het uitbreiden en verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en de regularisatie van een bijgebouw.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

De rechts aanpalende percelen wordt gebruikt als ééngezinswoningen.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning op een perceel van 5.273,61m².

De woning blijft ingeplant tot op 13,17m uit de rooilijn, op 9,96m van de rechter perceelsgrens en op 16,05m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 16,05m op een kavelbreedte van 38m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,13m. De hoogte van de uitbreiding bedraagt 5,95m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevelmaterialen blijven zoveel mogelijk bewaard behalve voor het volume van de garage, deze worden bekleed met zwart plaatmateriaal en grijs zichtbeton.
Op het perceel is er een tuinhuis aanwezig. Het bijgebouw is 3m breed en 3m diep. Het tuinhuis heeft een kroonlijsthoogte van 2,10m en een nokhoogte van 3m. De houten constructie is tot op 2,26m van de linker perceelsgrens gelegen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 181,19m².

De toegang tot het perceel is 3,20m breed. De oprit wordt aangelegd in betonklinkers en ligt op voldoende af. Achter de woning wordt is een terras van 77,16m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 235,44m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst
    Het advies van intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst afgeleverd op 3 februari 2021, luidt: gunstig.
    Naar aanleiding van de verbouwingen van het pand gelegen op de Kluis 2 te Schilde, werd op 14 januari 2020 door de gemeente de expertise aangevraagd van Erfgoed Voorkempen. In opvolging van een eerste advies en een navolgend overleg op 15 oktober 2020, worden de aangepaste plannen voorgelegd voor een erfgoedtoets. Deze expertise wordt geleverd in de vorm van dit overwegingskader en is niet binden.
    Een erfgoedtoets werd uitgevoerd en resulteerde in de volgende bemerkingen:

o        Juridische informatie
Het gebouw is niet vastgesteld op de Inventaris Onroerend Erfgoed. Dit betekent dat er geen juridische gevolgen van kracht zijn met betrekking tot erfgoed.

  • Gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979 woonpark
  • BPA Hof ter Linden van 15 april 2005 zones voor landelijke bebouwing

o        Beschrijving
Het gebouw gelegen op de Kluis 2 is een woning van architect Paul De Roo dateert uit 1976. Deze vrijstaande woning is opgebouwd uit rode baksteen en zichtbeton in brutalistische stijl. De woning bestaat uit twee bouwlagen en is opgebouwd uit twee gekoppelde volumes onder afgeknotte zadeldaken, bekleed met leien.
De voorgevel is nagenoeg nog in originele staat. In het gevelbeeld zijn de twee volumes duidelijk leesbaar: een kleinere volume met gesloten karakter herbergt de garage, een iets teruggetrokken groter volume met verdiepingshoge raampartijen omvat de leefruimten en de inkomzone van de woning.
De zijgevels hebben, door hun kenmerkende dakvorm, een sculpturaal en eerder gesloten karakter. De rechterzijgevel is nagenoeg nog in originele staat, enkel een rond venster werd toegevoegd in vergelijking met de originele bouwplannen uit 1976. De linkerzijgevel toont verschillende elementen die afwijken van de originele plannen. Het terras op de eerste verdieping is niet meer aanwezig. Vermoedelijk heeft het terras plaatsgemaakt voor de meer recente aanbouw aan deze gevel. Ook verschillende vensteropeningen werden aangepast in vergelijking met de originele plannen.
De achtergevel heeft, met zijn grote glaspartijen, een zeer open karakter en is gericht op de natuurlijke tuin. De gevel constrasteert hiermee met de andere, eerder gesloten gevels. Ook in deze gevel werden de vensteropeningen van het origineel ontwerp aangepast. Zowel op de begane grond als op de eerste verdiepingshoge vensteropeningen verkleind, waardoor het open karakter en de beeldbepalende gevelritmiek zijn afgezwakt.

o        Ergoedwaarden
De woning gelegen op de Kluis 2 kwam tot stand in de jaren ’70, een periode waarin het modernisme in België tot bloei kwam in de private villabouw. Hoewel het merendeel van de bevolking droomde van een klassieke woning in een landelijke stijl, koos een beperkte groep voor een architecturaal interessante woning die moderniteit en huiselijkheid verenigde en sterk verankerd was in de regionale context. De jaren ’60 en ’70 was ook een periode van toegenomen stadsvlucht. Opdrachtgevers waren dikwijls bemiddelde stedelingen die zich wilden terugtrekken uit de stad om zich in het surburbane groen van de gemeenten rond de grote steden te vestigen.
De woning gelegen op de Kluis 2 heeft een belangrijke architecturale waarde.
Met zijn typerend materiaalgebruik (baksteen, beton en leien) en sculpturale vormgeving met afgeknotte zadeldaken, vormt de woning een fraai voorbeeld van het regionaal modernisme in de private villabouw uit de jaren 1960-’70. Typerend voor deze lokale stijl is het samengaan van een abstract geometrische vormgeving, in combinatie met referenties naar de lokale context. De doordachte ruimtelijkheid, de subtiele inplanting, oriëntatie en integratie in de omringende natuur en het fijnzinnig spel tussen open en gesloten geveldelen zijn hierbij bepalende architecturale kwaliteiten. Hoewel de woning in de loop der jaren enkele aanpassingen onderging, blijft her oorspronkelijke architecturale karakter overeien.
De woning is ook waardevol omwille van zijn historische waarde.
De woning kan beschouwd worden als typevoorbeeld van private villabouw met een regionaal modernistisch karakter die bloeide in de jaren 1960 en ’70 in de groene gemeenten rondom Antwerpen.
Het feit da de woning niet is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, betekent niet dat hij niet waardevol is. De gegevens in de digitale inventaris, die grotendeels teruggaan op de publicatie ‘bouwen door de eeuwen heen, inventaris van het cultuurbezit in België, zijn immers dringend toe aan een update. In ons bewerkingsgebied gebeurde de inventarisatie in 1985. Dat betekent dat de inventaris inmiddels 35 jaar oud is. Verschillende gebouwen – waaronder deze woning – werden nooit opgenomen, omdat ze niet voldeden aan de toenmalige selectcriteria of over het hoofd werden gezien.
Er is dringend nood aan een nieuwe, geobjectiveerde inventarisatie, waardoor het voor het beleid en voor eigenaars duidelijk is waar het gemeentelijk onroerend erfgoedbeleid op inzet. Door zijn architecturale en historische waarde verdient deze woning zonder twijfel een plaats in het gemeentelijke erfgoedbeleid.

o        Geplande werken
De geplande werken betreffende een uitbreiding van de woning.
Deze uitbreiding situeert zich op de eerste verdieping, boven de huidige garage van de woning. Er wordt geen uitbreiding gedaan inzake grondoppervlakte: het hellende dakvlak boven de garage (voorgevel) wordt grotendeels verwijderd en vervangen door een volwaardige verdieping onder een aan de voorzijde afgeschuind plat dak. Zowel aan een voor- als aan de zijgevels is dit nieuwe volume enigszins terugwijkend gedimensioneerd ten opzichte van de bestaande structuur. Op deze wijze blijven de originele kroonlijst van 3,04m (gemeten vanop de 0-pas van de woning tot bovenzijde dakrand) aan de voorgevel en de originele dakrand van de zijgevels behouden. Het dak van de uitbreiding sluit aan bij het bestaande dak van het hoofdvolume op een hoogte van 5,95m (gemeten vanop de 0-pas van de woning tot bovenzijde bovenrand).
De oorspronkelijke gevelsteen en gevelelementen in zichtbeton worden behouden. Nieuwe gevels op de eerste verdieping worden bekleed met vlak, zwart plaatmateriaal.
De uitbreidingswerken aan de garage wijzigen het oorspronkelijke architecturale ontwerp zonder er afbreuk aan te doen. Zij behouden grotendeels het gevelspel van open en gesloten geveldelen. Hoewel inzake volumebewerking het tweeledige karakter van de woning door de uitbreiding teniet gedaan wordt, blijft de leesbaarheid van het ontwerp behouden door de terugwijkende plaatsing van de gevels van de uitbreiding en door de differentatie in materiaalgebruik. Door het plat dak van de uitbreiding aan de voorzijde af te schuinen worden de vormentaal en het sculpturale karkater van het originele ontwerp in de uitbreiding verdergezet. De nieuwe gevelmaterialen gaan de dialoog aan met de oorspronkelijke gevelmaterialen en creëren zodoende een nieuwe gelaagdheid in het gebouw.
Bij de andere gevels blijven de originele gevelmaterialen zoveel mogelijk bewaard. Ook de gevelopeningen van de woning blijven ongewijzigd, met uitzondering van de gevelopeningen ter hoogte van het volume van de garage. Deze worden aangepast in functie van de nieuwe indeling binnenin de woning en de nieuwe uitbreiding.
Al het houten buitenschrijnwerk wordt vervangen door zwart aluminium buitenschrijnwerk. In de inkompartij van de woning wordt de houten deur door een glazen deur in zwart aluminium schrijnwerk vervangen. Tevens worden de aandaken van de glazen erkers aan de zijgevels (links ter hoogte van de keuken en rechts ter hoogte van bureau) vervangen door een plat dak, met een afwerking in plaatmateriaal (grijze betonlook) die aansluit bij de bestaande betonnen gevelelementen.
In het interieur van de woning, worden enkele (al dan niet constructieve) ingrepen uitgevoerd. Onder meer de bestaande vloer van de garage (volume vooraan) wordt vervangen door een nieuwe en geïsoleerde draagvloer. De ingrepen situeren zich binnen het voorste gebouwvolume en ter hoogte van de overgang tussen beide gebouwvolumes. Zij gebeuren in functie van de uitbreiding en functiewijziging van het voorste volume. De wijzigingen compromitteren het originele interieurontwerp niet.

o        Conclusie
Op basis van de door ons verkregen informatie maakt Erfgoed Voorkempen vanuit het oogpunt van de erfgoedwaarden de volgende bemerkingen:
De woning gelegen op de Kluis 2 te Schilde vormt een fraai typevoorbeeld van het regionaal modernisme in de private villabouw uit de jaren 1960-’70 in de rand rond Antwerpen. Het gebouw omvat zowel architecturale als historische erfgoedwaarden.
De uitbreidingswerken aan de garage wijzigen het oorspronkelijke architecturale ontwerp zonder afbreuk te doen aan de erfgoedwaarden. Het ontwerp van de woning blijft zichtbaar door het behoud van de contouren van het originele volume in het vergrote gebouwdeel. Differentiatie in materiaalgebruik onderscheidt oud van nieuw en bewaart de leesbaarheid van het gebouw.
Bij de voorgestelde wijzigingen aan de achter- en zijgevels blijven de originele gevelmaterialen en -openingen in grote mate bewaard. Vervanging van houten schrijnwerk door aluminium en het wijzigen van de dakhelling van de twee erkers aan de zijgevels hebben geen wezenlijke impact op het architecturale geheel van de woning.
Erfgoed Voorkempen geeft om deze reden een gunstig advies op de voorgestelde uitbreidingswerken ter hoogte van de garage en de overige aanpassingswerken.
IOED Erfgoed Voorkempen adviseert de vergunningverlenende overheid deze bemerkingen af te wegen en mee te nemen in de beoordeling van deze aanvraag. Graag willen wij verdere ondersteuning aanbieden bij het traject van dit pand en staan wij open om inbreng te leveren.

 

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 12 januari 2021, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van groen voldoende aan de definitie van woonparkgebied.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

d)      de bestaande bomen en bos dienen te worden behouden;

e)      indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

f)        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

g)      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

h)      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

i)        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur en het toepassen van boombeschermingsmaatregelen.

 

o        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 22 december 2020 onder referentie L-21-638/193229, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer dient aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen De Kluis. De huidige afvoeren zijn in strijd met de geldende Vlarem II wetgeving. Hiervoor verwijs ik graag naar artikels 6.22.1.2. paragraaf 1; kort te omschrijven als de aansluitplicht.
  • Alle leidingen dienen voor de afvoer van verontreinigd water (DWA) dienen in waterdichte materialen te worden uitgevoerd en verliesputten op dit stelsel dienen buiten dienst genomen te worden.
  • De RWA-afvoer mag infiltreren op eigen terrein of aangesloten worden op de bestaande open gracht langsheen De Kluis.
  • De GSV is niet toepassing op dit project, er worden dan ook geen verplichtingen opgelegd wat betreft een hemelwaterput voor herbruik of infiltratie.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht in de gemeente Schilde. De bestaande septische put dient behouden te blijven.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande wachtaansluiting dient gebruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • Indien geen open hemelwaterlichaam aanwezig is en theoretisch geen RWA-aansluiting nodig is als gevolg van infiltratie, dient toch één RWA-aansluiting voorzien te worden als voorzorgsmaatregel in het geval van overloop van de infiltratievoorziening.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • Standaard huisaansluiting met een diameter van 160mm waarbij de bovenkant van de buis maximum 50cm onder het maaiveld ligt ter hoogte van de rooilijn.
  • De aansluitingen dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest te verkrijgen.
  • Voor elke aansluiting op de riolering (dus ook op bestaande wachtaansluitingen / huisaansluitputjes) dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De keuring van de afvoer van privéwaterafvoer is verplicht:
  • Bij nieuwbouw of herbouw
  • Bij het realiseren van een bijkomende aansluiting of het plaatsen van een IBA
  • Bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein tenzij er een conform keuringsattest kan voorgelegd worden van nieuw- of herbouw dat niet ouder is dan 5 jaar.

 

o        Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen
Op 7 december 2020 werd er advies gevraagd. Volgens Afdeling Onroerend Erfgoed Antwerpen is het advies niet vereist.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Kluis een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    De woning is een architectenwoning van Paul De Roo en dateert uit 1977. De woning heeft een belangrijke architecturale waarde. Met zijn typerende materiaalgebruik (baksteen, beton en leien) en sculpturale vormgeving met afgeknotte zadeldaken, kan de woning beschouwd worden als een typevoorbeeld van privaat villabouw met een regionaal modernisme karakter die boeide in de jaren 1960-’70 in de groene gemeente rondom Antwerpen.
    De woning is echter niet opgenomen op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het feit dat de woning niet is opgenomen, betekend niet dat het gebouw niet waardevol is. De aanvraag werd voorgelegd voor advies aan Erfgoed Voorkempen. Het advies is gunstig.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - openbaar onderzoek - kennisgenomen

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 7 februari 2021 tot en met 8 maart 2021

De Dreef van Hertebos 32

het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning

OMG 2020/730

van 1 februari 2021 tot en met 12 maart 2021

Beemdenlaan 4

het regulariseren van een veranda en een bijgebouw in de tuin

OMG 2021/13

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

leegstand - behandeling vrijstelling heffing - Dossier LS/2020/90 - Kouwenbergdreef 1 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 oktober 2020 wordt het pand opgenomen in het leegstandsregister.

          De eigenaars werden per aangetekende brief met de administratieve akte hiervan op de hoogte gebracht.

 

Feiten en context

De eigenaars dienden op 20 januari 2021 een aanvraag in voor vrijstelling heffing leegstand.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet van 1831 en latere wijzigingen
De Fiscale autonomie van gemeenten.

          Artikel 2.2.6. van het decreet Grond- en Pandenbeleid, van 27 maart 2009
Bepalingen met betrekking tot leegstand en het leegstandsregister.

          Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering over het lokaal woonbeleid van 16 november 2018
De gemeenten hebben conform artikel 28 § 1, van de Vlaamse Wooncode de regierol voor het woonbeleid op hun grondgebied. Dat betekent dat ze binnen de grenzen van het subsidiariteitsbeginsel zorgen voor de uitwerking, sturing, afstemming en uitvoering van het lokale woonbeleid.

          Artikel 13, 3° van het besluit van de Vlaamse regering over het lokaal woonbeleid van 16 november 2018
Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken is een verplichte activiteit bij het uitvoeren van de Vlaamse Beleidsprioriteiten `De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden'.

          Gemeentelijk reglement over de leegstaande woningen en gebouwen van 16 december 2019
Het reglement bepaalt de regels over leegstaande gebouwen en/of woningen, het leegstandsregister en de leegstandsbelasting.

 

Argumentatie

          De gevraagde vrijstelling voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 11 van het leegstandsreglement, namelijk omgevingsvergunning OMG 2020/371, voor een termijn van 3 jaar.

          De vrijstelling wordt toegestaan van de uitvoerbaarheid van de vergunning en dit tot en met het heffingsjaar 2023.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de vrijstelling te verlenen voor het pand Kouwenbergdreef 1 voor een periode van 3 jaar, namelijk tot en met heffingsjaar 2023.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

leegstand - behandeling vrijstelling heffing - Dossier LS/2020/41 - Kluisdreef 4 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 oktober 2020 wordt het pand opgenomen in het leegstandsregister.

          De eigenaars werden per aangetekende brief met de administratieve akte hiervan op de hoogte gebracht.

 

Feiten en context

De eigenaars dienden op 11 november 2020 een aanvraag in voor vrijstelling heffing leegstand.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet van 1831 en latere wijzigingen
De Fiscale autonomie van gemeenten.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad

          Artikel 2.2. §1 van de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021
De gemeenten hebben de regierol voor het woonbeleid op hun grondgebied.

Dat betekent dat ze binnen de grenzen van het subsidiariteitsbeginsel zorgen voor de uitwerking, sturing, afstemming en uitvoering van het lokale woonbeleid

          Titel 3 Art. 2.9. tot en met 2.14. van de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021
Bepalingen met betrekking tot leegstand en het leegstandsregister

          Artikel 2.14. van het uitvoeringsbesluit van  de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021

Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken is een verplichte activiteit bij het uitvoeren van de Vlaamse Beleidsprioriteiten `De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden'.

          Gemeentelijk reglement over de leegstaande woningen en gebouwen van 16 december 2019
Het reglement bepaalt de regels over leegstaande gebouwen en/of woningen, het leegstandsregister en de leegstandsbelasting.

 

Argumentatie

          De gevraagde vrijstelling voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 11 van het leegstandsreglement, namelijk renovatie volgens een niet vervallen omgevingsvergunning 2019/442.

          De vrijstelling wordt toegestaan vanaf de uitvoerbaarheid van de vergunning en geldt voor een periode van 3 jaar, namelijk tot en met heffingsjaar 2022.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de vrijstelling te verlenen voor het pand Kluisdreef 4 voor een periode van 3 jaar, namelijk tot en met heffingsjaar 2022.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

leegstand - behandeling vrijstelling heffing - Dossier LS/2020/42 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 oktober 2020 werd het pand opgenomen in het leegstandsregister

          11 januari 2021 - het college van burgemeester en schepenen beslist het beroep tegen opname te behouden.

          De eigenaars werden per aangetekende brief met de administratieve akte hiervan op de hoogte gebracht

 

Feiten en context

De eigenaars dienen na beroep opname leegstand een aanvraag vrijstelling heffing in.

 

Juridische gronden

          Artikel 170 §4 van de Grondwet van 1831 en latere wijzigingen
De Fiscale autonomie van gemeenten.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

          Artikel 2.2. §1 van de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021
De gemeenten hebben de regierol voor het woonbeleid op hun grondgebied.

Dat betekent dat ze binnen de grenzen van het subsidiariteitsbeginsel zorgen voor de uitwerking, sturing, afstemming en uitvoering van het lokale woonbeleid

          Titel 3 Art. 2.9. tot en met 2.14. van de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021
Bepalingen met betrekking tot leegstand en het leegstandsregister

          Artikel 2.14. van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Codex Wonen van 1 januari 2021
Leegstaande gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken is een verplichte activiteit bij het uitvoeren van de Vlaamse Beleidsprioriteiten `De gemeente zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod in functie van de woonnoden'.

          Gemeentelijk reglement over de leegstaande woningen en gebouwen van 16 december 2019
Het reglement bepaalt de regels over leegstaande gebouwen en/of woningen, het leegstandsregister en de leegstandsbelasting.

 

Argumentatie

          De gevraagde vrijstelling voldoet aan de voorwaarden opgenomen in artikel 11 van het leegstandsreglement, namelijk renovatie met stedenbouwkundige vergunning (SV 2016/203). En verlengbaar met artikel 13°. Het betreft de renovatie van een beschermd monument. De nodige bewijstukken werden hiervoor aangeleverd.

          De vrijstelling wordt toegestaan  voor 5 heffingsjaren, startende in 2017 tot en met 2021.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de vrijstelling te verlenen voor het pand Lindenstraat 54, tot en met heffingsjaar 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het vellen van 1 eik - Sint Willebrorduslaan Zn - VB 2021/56 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Robby Jacobs op 20 januari 2021 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in de Sint Willebrorduslaan.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 februari 2021. De uiterste beslissingsdatum is 2 april 2021.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Het opheffen van de (alternatieve) reservatie- en erfdienstbaarheden voor het Duwvaartkanaal Oelegem - Zandvliet, goedgekeurd op 5 december 2003.Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op een onbebouwd perceel gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Sint Willebrorduslaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom door concurrentie van omstaande bomen sterk overhellend is. De boom vertoont aanzienlijke schorsschade aan de stam. Hierdoor is er een beperkte levensverwachting. Er is onvoldoende ruimte voor heraanplanting. Vellen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het vellen van 2 berken - Gillès de Pélichylei 85 - VB 2021/58 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 1976 - sgr1976/12

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jelle Schepers op 21 januari 2021 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Gillès de Pélichylei 85.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 berken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 februari 2021. De uiterste beslissingsdatum is 2 april 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 berken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de G.d.Pélichylei een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de berken een beperkte esthetische waarde hebben en aftakelend zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het vellen van 1 Amerikaanse eik en 1 berk - Nazarethdreef 11 - VB 2021/59 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • aanleggen van een buitenrijpiste in waterdoorlatend zand - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 2009 - 2009/34
  • slopen van een woning + bouwen van een nieuwe woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2002 - 2002175
  • woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 augustus 1973 - 1973/145

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Hannah De Wilde op 21 januari 2021 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Nazarethdreef 11.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 Amerikaanse eik en 1 berk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 februari 2021. De uiterste beslissingsdatum is 2 april 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 Amerikaanse eik en 1 berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Nazarethdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Zwamvorming is zichtbaar waardoor hun levensverwachting onvoldoende is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het vellen van 2 beuken en 2 inlandse eiken - Bellevuedreef 25 - VB 2021/63 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing van een woning : aanbouw van een kleedruimte bij zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 mei 2005 - 2005/146

o        bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 30 september 1997 - 1997/205

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 november 1997 - 1997/300

o        bouwen van een zomerpaviljoen met tuinberging - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 juli 2002 - 2002/203

o        bouwen van een woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 1997 - 1996/242

o        vijver - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 augustus 1999 - 1999/137

  • Milieuvergunning(en)

o        lozing huisafvalwater - gunstig door  college van burgemeester en schepenen - 24 maart 1998 - melding 574

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Leen Martens op 23 januari 2021 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Bellevuedreef 25.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 beuken en 2 inlandse eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 februari 2021. De uiterste beslissingsdatum is 2 april 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark en parkgebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark en parkgebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 4, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 beuken en 2 inlandse eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Bellevuedreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn met zichtbare zwamvorming. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 4 zomer- of wintereiken plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Omgeving - het vellen van 2 dennen in het speelbos ter hoogte van de Molenstraat - VB 2021/75 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 maart 1988 - 1987/12

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 26 januari 2021 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in .

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen in het speelbos ter hoogte van de Molenstraat.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 februari 2021. De uiterste beslissingsdatum is 2 april 2021.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens Gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in het speelbos gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Molenstraat een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Vrijgave bankwaarborg - Lorkendreef 8 - OMG 2018/208 - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

Op 23 juli 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Luc Bonjean verzond per e-mail op 29 januari 2021 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 3.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning OMV 2018/208.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2018/208 voor het volledige bedrag van 3.000 euro aan Luc Bonjean, Lorkendreef 8, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Bewonersbrief - vellen Italiaanse populieren - Kempischveldweg - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Het college van burgemeester en schepenen verdaagt op 25 januari 2020 het agendapunt:

Omgeving - het vellen van 19 Italiaanse populieren op de wegberm ter hoogte van de Kempischveldweg hoek Pastorijdreef met voetbalvelden - VB 2020/710

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Het vellen van bomen is een gevoelige materie zeker daar deze bomenrij visueel aansluit op andere Italiaanse populieren die op de berm van de Pastorijdreef staan.

          In overleg met schepen Olivier Verhulst wordt voorgesteld om bij de aangrenzende buurtbewoners een informatiebrief te bedelen.

          De bewonersbrief informeert over de problematiek van een aantal potentieel gevaarlijke onverzorgbare bomen uit de bomenrij. Om veiligheidsreden zouden enkel 19 strikt noodzakelijke bomen geveld moeten worden. Dit staat los van de lopende omgevingsvergunningsprocedure. Het normale vellen en nadien heraanplanten is in deze situatie, door de zeer dichte plantafstanden van ongeveer 1m, technisch niet haalbaar.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de bewonersbrief goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester enschepenen beslist om de bewoners brief te bussen bij de bewoners of eigenaars van de Kempischveldweg nr. 4 t.e.m. 14, Speelhofdreef 1, Kasteeldreef 1 t.e.m. 19, Kerkplein 7 en Pastorijdreef 1 t.e.m. 33.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - januari 2021 - kennisgenomen

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft in januari 2021 volgende burgemeesterbesluiten uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen:

          Tulpenlaan 14;

          Rinkvenseheide; 10;

          Waterstraat 149;

          Oelegemsteenweg 54;

          Kroondreef 25.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissingen zijn nodig in kader van de veiligheid.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de burgemeesterbesluiten voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Onderhoud sportvelden - contract over 3 jaar - 2021006/TDU - agenda gemeenteraad 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Wederkerend bestek voor het onderhoud van de sportvelden.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 139.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000035

Actie

AC000168

Algemene rekening

6139999900

Beleidsveld

0742

Bedrag

94.924,50 euro incl. btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2021-006/TDU voor onderhoud sportvelden en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 22 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Onderhoud groenvoorziening - 2021-009/TDU - agenda gemeenteraad 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Wederkerend bestek voor onderhoud groenvoorziening.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 139.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000654

Actie

AC000020

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

98.312,50 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2021-009/TDU voor onderhoud groenvoorziening en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 22 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Onderhoud groenvoorziening begraafplaats Schilde - 2021-005/TDU - contract over 4 jaar - agenda gemeenteraad 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Wederkerend bestek voor onderhoud groenvoorziening begraafplaats Schilde.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 139.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000460

Actie

AC000144

Algemene rekening

6139999900

Beleidsveld

0680

Bedrag

115.869,60 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2021-005/TDU voor onderhoud groenvoorziening begraafplaats Schilde en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 22 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Aankoop elektrische afvalzuiger - 2020-053/TDU en 2021-012/TDU - stopzetting en heropstarten - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 14 december 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Glutton® Cleaning Machines division of Lange Christian SA, Zoning Mécalys, Rue du Progrès 22 te 5300 Andenne;

          Van Dyck Marcel Belgium NV, Provinciebaan 71 te 2235 Houtvenne;

          BOMA Antwerpen, Noorderlaan 131 te 2030 Antwerpen.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 25 januari 2021 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 25 mei 2021.

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          Glutton® Cleaning Machines division of Lange Christian SA, Zoning Mécalys, Rue du Progrès 22 te 5300 Andenne (16.550,10 euro excl. btw of 20.025,62 euro incl. 21% btw);

          BOMA Antwerpen, Noorderlaan 131 te 2030 Antwerpen (14.600,00 euro excl. btw of 17.666,00 euro incl. 21% btw);

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet)

          Artikel 85 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten betreffende het stopzetten of herbeginnen van de plaatsingsprocedure

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten,

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Er werden geen regelmatige offertes ontvangen. Het inschrijvingsformulier van Glutton® Cleaning Machines division of Lange Christian SA werd niet ondertekend waardoor de offerte nietig wordt verklaard en het aangeboden toestel van BOMA Antwerpen voldoet niet aan de technische bepalingen van het bestek waardoor de offerte nietig wordt verklaard.

Rekening houdende met het voorgaande, wordt de procedure stopgezet en ongewijzigd opnieuw gestart onder het nummer 2021-012/TDU.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000800

Actie

AC000136

Algemene rekening

2300000000

Beleidsveld

0119

Bedrag

20.000 euro incl. btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. De plaatsingsprocedure voor Aankoop elektrische afvalzuiger wordt stopgezet. De opdracht wordt niet gegund en de procedure zal opnieuw opgestart worden onder het nummer 2021-012/TDU.

Artikel 2. Bovengenoemde inschrijvers zullen hierover per brief ingelicht worden.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Glutton® Cleaning Machines division of Lange Christian SA, Zoning Mécalys, Rue du Progrès 22 te 5300 Andenne;

          BOMA Antwerpen, Noorderlaan 131 te 2030 Antwerpen;

          RAJO NV, Zonneke 6 te 9220 Hamme (O.-Vl.).

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Diverse  herstellingen aan wegen, voet- en fietspaden - contract over 2 jaar - 2021-002/TDU - agenda gemeenteraad 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Wederkerend bestek voor diverse herstellingen aan wegen, voet- en fietspaden.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 139.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP00457

Actie

AC000143

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

96.800,00 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2021-002/TDU voor diverse herstellingen aan wegen, voet- en fietspaden en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 22 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Herasfalteren van wegen - 2021-004/TDU - agenda gemeenteraad 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Wederkerend bestek voor herasfalteren van wegen.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, (limiet van 139.000,00 euro excl. btw niet bereikt)

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies en latere wijzigingen

          Artikel 90 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
§ 1. Onder voorbehoud van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, vermeld in artikel 2.
§ 2. De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daarvoor algemene regels vaststellen.

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
Behalve bij de uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan de gemeenteraad kan de gemeenteraad bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

102.282,87 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

zal aangevraagd worden bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van bestek 2021-004/TDU voor herasfalteren van wegen en beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 22 februari 2021.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Bevolkingscijfer op 1 januari 2021 - kennisgenomen

 

 

Voorgeschiedenis

Jaarlijks geeft FOD Binnnenlandse zaken, Algemene Directie Instellingen en bevolking het globaal bevolkingscijfer per gemeente op 1 januari. Dit globaal cijfer bevat het aantal personen ingeschreven in het bevolkingsregister, het vreemdelingenregister en het wachtregister.

 

Feiten en context

De grafiek die opgemaakt wordt door het Rijksregister geeft een overzicht van de bevolkingsloop in de gemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 43§3 decreet lokaal bestuur
Het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente wordt vastgesteld op basis van de bevolkingsaantallen van de gemeente. Dit zijn het aantal personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen op 1 januari van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis dat op 1 januari 2021 het bevolkingscijfer is vastgesteld op 19.924. Er is een bevolkingsaangroei van +45.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Opvoedingspunt Schilde - goedgekeurd

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 13 mei 2019
Het college van burgemeester en schepenen beslist om het opvoedingspunt te verhuizen van het sociaal huis naar de hoofdbibliotheek.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 juli 2018
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de goedkeuring van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen OLO vzw en CAW Antwerpen enerzijds en gemeentebestuur Schilde anderzijds te agenderen op de gemeenteraad van 21 augustus 2018

          Beslissing van de gemeenteraad van 21 augustus 2018
De gemeenteraad beslist om de samenwerkingsovereenkomst tussen OLO vzw en CAW Antwerpen enerzijds en gemeentebestuur Schilde anderzijds goed te keuren.

          Besluit gemeenteraad van 21 december 2009
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen OLO vzw, CAW De Terp vzw en het gemeentebestuur Schilde betreffende organiseren van opvoedingsondersteuning goed.

 

Feiten en context

          Het opvoedingspunt bevindt zich in de hoofdbibliotheek.

          Sinds 2009 doet de gemeente Schilde een beroep op het samenwerkingsverband tussen OLO vzw en CAW Antwerpen voor dienstverlening aan haar inwoners inzake opvoedingsondersteuning.

          Opvoedingspunt Schilde is elke maandag open tussen 18 uur en 20 uur, Olo vzw stelt hiervoor een professionele hulpverlener ter beschikking die inwoners ondersteund bij opvoedingsvragen.

          Per week zijn er 3 uren ter beschikking die inzetbaar zijn.

          Opvoedingsondersteuning is voor de iedereen gratis.

          De gemeente Schilde maakt deel uit van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Huis van het kind Voorkempen (Zoersel-Zandhoven-Brecht-Wijnegem-Schilde).

          Opvoedingsondersteuning en het opvoedingspunt kadert in het samenwerkingsverband Huis van het kind Voorkempen.

 

Juridische gronden

          Artikel 2 §1 en §2 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden. Overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet zijn ze bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle initiatieven kunnen nemen.

          Artikel 64 van het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid van 21 november 2003
De Vlaamse regering kan initiatieven nemen om een gezondheidsbevorderende sociale omgeving te ondersteunen en om bedreigende factoren in de sociale omgeving tegen te gaan. Die initiatieven kunnen onder meer betrekking hebben op:

          de schoolomgeving;

          de werkomgeving;

          de leefomgeving.

 

Argumentatie

          Het aantal eerstelijnsvragen en vrije inloop bij het opvoedingspunt gaat achteruit.

          Mensen komen meestal op afspraak.

          Mensen van Schilde vinden ook makkelijk de weg naar de opvoedingswinkel in Zoersel, deze is enkel tijdens de voormiddag open.

          In het opvoedingspunt in Schilde zijn er veel gesprekken met bewoners van andere gemeenten.

          Door de vast permanentie op maandag kunnen uren in Schilde momenteel niet flexibel ingezet worden.

          Het opvoedingspunt moet meer gepromoot worden om aan bekendheid te winnen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om af te stappen van een vaste permanentie op maandag tussen 18 uur en 20 uur voor het opvoedingspunt

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de 3 uur per week die voorzien is voor opvoedingsondersteuning flexibel in te zetten meer op maat en vraag van de inwoners.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Chiro en gemeenschapslokaal Lindenpark - voorstel gebruiksovereenkomst Chiro - uitgesteld

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Opvolging gemeenteraad - mededelingen - 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 18 januari 2021 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Gemeenteraad - dagorde van 22 februari 2021 - goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 22 februari 2021 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 18 januari 2021 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          ALGEMEEN DIRECTEUR - Organisatiebeheersing - Rapportering 2020 - Kennisgenomen - Kennisname

          Openbare werken - Lindenpark - Verlenging erfpachtovereenkomst - Notariële akte - goedgekeurd - Besluit

          Openbare werken - Patrimonium - Aankoop - Karekiet 4 - Besluit

          FINANCIËLE ZAKEN - BBC - aanpassing meerjarenplan 2021 - 2025 M3 - kennisgenomen - Kennisname

          Openbare werken - Weg- en rioleringswerken in Schoolstraat, Puttenhoflaan en Oelegemsteenweg - Samenwerkingsovereenkomst Pidpa - kennisgenomen - Besluit

          Openbare werken - Aanleg riolering Cirkellaan, De Singel, Den Aard en Baron Delbekelaan - Goedkeuring principe - Samenwerkingsakkoord - kennisgenomen - Besluit

          Ruimte - Omgeving - zaak van de wegen - het wijzigen van buurtweg nummer 7 en het uitbreiden van de parking met waterdoorlatende verharding - Wijnegemsteenweg 193 - OMG 2020/403 - goedgekeurd - Besluit

          Dienst der Werken - Onderhoud sportvelden - 2021-006/TDU - contract over 3 jaar - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Besluit

          Dienst der Werken - Onderhoud groenvoorziening begraafplaats Schilde - contract over 4 jaar - 2021-005/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Besluit

          SOCIALE DIENST - Zorgparkeren - goedgekeurd - Besluit

          Dienst der Werken - Onderhoud groenvoorziening - 2021-009/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze - goedkeuring - Besluit

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 02 2021

Aanstellen studiebureau heraanleg voet- en fietspaden en herinrichten schoolomgevingen - agenda gemeenteraad lastvoorwaarden en gunningswijze - goedgekeurd

 

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Argumentatie

In het kader van de opdracht “Aanstellen studiebureau heraanleg voet- en fietspaden en herinrichten schoolomgevingen” werd een bestek met nr. 2021-008 opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 49.500,00 euro incl. btw.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het bestek met nr. 2021-008 en de raming voor de opdracht “Aanstellen studiebureau heraanleg voet- en fietspaden en herinrichten schoolomgevingen ”, opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 49.500,00 euro incl. btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 2140000007/20/0200 (actie/raming AC000011/MJP001284).

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen legt dit ter goedkeuring voor op de eerstvolgende gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 16/02/2021