VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

8 juli 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

verontschuldigd

Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 1 juli 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 1 juli 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.474 tot en met 1.505;

          de vastleggingen van 4.196 tot en met 4.333;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 62 tot en met 64;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 26.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Huur en onderhoud van multifunctionals stopzetting

 

 

Feiten en context

          In het kader van de opdracht “Huur en onderhoud van multifunctionals” werd een bestek met nr. 2019 - ICT - 001 (02) opgesteld.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 170.000,00 euro excl. btw of 205.700,00 euro incl. 21% btw.

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 juni 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de openbare procedure.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 3 juni 2019 de plaatsingsprocedure te starten.

          De aankondiging van opdracht 2019-517151 werd gepubliceerd op 5 juni 2019 op nationaal niveau.

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 15 juli 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 12 november 2019.

          Er werden geen offertes ontvangen.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 85, betreffende het stopzetten of herbeginnen van de plaatsingsprocedure.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

Motivering voor de stopzetting:

Er werden onoverkomelijke tegenstrijdigheden in het bestek vastgesteld, met name voor wat betreft de toepassing van prijsherzieningen en het al dan niet toelaten van opties.

Rekening houdende met het voorgaande, is het aangewezen af te zien van de gunning van deze opdracht.

 

BESLUIT

Artikel 1. De plaatsingsprocedure voor de opdracht "Huur en onderhoud van multifunctionals" wordt stopgezet. De opdracht wordt niet gegund en de procedure zal later eventueel opnieuw opgestart worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Huur en onderhoud van multifunctionals - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Voorgeschiedenis

17 juni 2013 werd door het college van burgemeester en schepenen een overheidsopdracht gegund: "huur en onderhoud van kopieermachines en printers" voor een looptijd van 60 maanden

 

Feiten en context

          Huidige overheidsopdracht is afgelopen sinds 2018.

          De jaarlijkse huur bedraagt meer dan 30.000 euro.

          OCMW en AGB worden mee opgenomen in het bestek bij de gunning.

 

Juridische gronden

          De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Het bestuursdecreet van 7 december 2018

          Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36

          Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

In het kader van de opdracht “Huur en onderhoud van multifunctionals” werd een bestek met nr. 2019 - ICT - 001 opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 125.000,00 euro excl. btw of 151.251,00 euro incl. 21% btw;

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 36 maanden.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/004/003

Algemene rekening

61412000

Beleidsveld

0110

Bedrag

Visum financieel beheerder

raming 125.000,00 euro exclusief btw

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. De onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking voor de opdracht “Huur en onderhoud van multifunctionals” wordt opgestart. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 125.000,00 euro excl. btw of 151.250,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:

          Ricoh Belgium nv, MEDIALAAN 28A te 1800 Vilvoorde;

          Konica Minolta Business Solutions nv, Berkenlaan,8A-B  B-1831 Diegem;

          FormiD bvba, Frankrijkstraat 5, 9140 Temse;

          XsolveIT nv, Gentsebaan 66, 9100 Sint-Niklaas;

          Canon Belgium nv, Berkenlaan 3, 1831 Diegem.

Artikel 3. De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 31 juli 2019 om 10.00 uur.

Artikel 4. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudgetten van 2019 en volgende.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Netwerkoptimalisatie tussen alle gemeentelijke diensten door middel van Firewalls

 

 

Voorgeschiedenis

Alle locaties zijn verbonden met straalverbindingen. Het netwerk is gegroeid over de jaren heen waardoor opsplitsing noodzakelijk wordt. Het is noodzakelijk op alle buitendiensten een firewall te plaatsen. Netleaf is gespecialiseerd in netwerken.

 

Feiten en context

          Er is een tekort aan IP-adressen op buitendiensten.
(De IP-adressen zorgen voor onder andere voor internet op de computers alsook de connectie met de mappen op de server).

          VPN connectie is mogelijk naar alle buitendiensten.

          Vernieuwde telefooncentrale heeft nood aan opsplitsing van het netwerk in VLAN
(Virtual Local Area Network dit zorgt voor een totale afscheiding van delen van het netwerk vb voor telefonie dan kan deze prioriteit krijgen op data zoals email).

          Netleaf heeft een offerte opgesteld voor de aankoop van 7 firewalls (met noodzakelijke update, garantie en monitorsoftware). Deze offerte is de goedkoopste en bedraagt 12.564,98 euro exclusief btw.

 

Juridische gronden

Artikel 57, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Connectie tussen gemeentelijke diensten verbeteren.

          Connectie tussen gemeentelijke diensten wordt beter beveiligd.

          Buitendiensten hebben een betere performantie.

          Straalverbindingen worden niet meer als hoofd gebruikt maar nog wel als backup.

          Cryptolockers en andere virussen worden op de dienst zelf geblokt.

          Het is noodzakelijk om de telefoon voorrang te kunnen geven op andere pakketten van het netwerk (zodat we geen gehakkelde telefoonlijn hebben).

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/002/002/001/003

Algemene rekening

61429999

Beleidsveld

0110

Bedrag

Visum financieel beheerder

Raming 12.564,98 euro exclusief btw

n.v.t

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist Firewalls aan te kopen voor een geraamd bedrag van 12.564,98 euro exclusief btw bij de firma Netleaf.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Hospitalisatieverzekering - Ethias verzekering, voorstel tot premieverhoging

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 2002 hebben zowel het gemeentebestuur van Schilde als het OCMW van Schilde ononderbroken een collectieve verzekering voor gezondheidszorg en opname in het ziekenhuis bij Ethias verzekering (gemeente: polis 4.486.096 - OCMW: polis 4.486.066).

          De heer Eric Doms, adviseur bij Ethias verzekering, bezorgde zowel aan het gemeentebestuur van Schilde als aan het OCMW van Schilde, een voorstel tot premieverhoging voor een periode van 3 jaar (2020-2022).

 

Feiten en context

          Ethias verzekering motiveert het voorstel tot premieverhoging als een onvermijdelijk gevolg van het stijgend persoonlijk aandeel van de patiënt in geval van een ziekenhuisopnamen. De vorige aanpassing van de premies dateert van 2009.

          Een schadestatistiek van de afgelopen vijf jaren (2014 tot en met 2018) vertoont, voor zowel het gemeentebestuur van Schilde als voor het OCMW van Schilde, een verhouding van circa 125% lasten (exclusief beheerkosten) in vergelijking met de verworven premies.

          In de periode 2009 tot en met 2019 betaalde het OCMW van Schilde een iets hogere premie dan het gemeentebestuur van Schilde. In de referentieperiode vóór 2009 was de schadestatistiek van het OCMW van Schilde toen iets slechter dan de schadestatistiek van het gemeentebestuur van Schilde.
Het voorstel van Ethias verzekering is om vanaf 2020 dezelfde premies te hanteren voor beide entiteiten.

          Indien het gemeentebestuur van Schilde en het OCMW van Schilde niet kunnen instemmen met de voorgestelde tariefwijziging, dan moet de opzegging van de polissen ten laatste op 30 september 2019 aan Ethias verzekering worden betekend.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Er zijn verschillende waarborgen mogelijk, namelijk:

          Waarborg 1 (uitgebreid) – éénpersoonskamer (= huidige waarborg).
Deze formule is identiek aan de huidige formule.

          Waarborg 2 (basis) – tweepersoonskamer.
Opmerking:

          de keuze van waarborgformule moet dezelfde zijn voor alle aangeslotenen in een verzekerd gezin;

          de waarborgformule kan gewijzigd worden op de vervaldag, en dit maximum twee keer;

          bij overgang van de basisformule naar de uitgebreide formule zullen de meerwaarborgen van de uitgebreide formule evenwel niet worden toegestaan gedurende een periode van 3 maanden (behoudens in geval van een ongeval) of voor ondertussen bestaande aandoeningen of zwangerschappen.

          Beide waarborgen worden uitgebreid toegelicht in de mail van 30 mei 2019 die in bijlage bij deze nota gekoppeld werd.

          Indien het gemeentebestuur van Schilde en het OCMW van Schilde kiezen om op basis van de nieuwe waarborg slechts de basisformule (tweepersoonskamer) voor hun personeelsleden laste te nemen, dan bestaat de mogelijkheid voor de personeelsleden om hun dekking zelf uit te breiden tot de uitgebreide formule en hiervoor het premiesupplement zelf te dragen.
Dit premiesupplement is het verschil tussen de premie van de basisformule en de premie van de uitgebreide formule.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

GEMEENTE: 5.1.9.5 -- OCMW: 10.1.1.64

Algemene rekening

GEMEENTE: 6221100 -- OCMW: 62211100

Beleidsveld

GEMEENTE: 0112 -- OCMW: 0112

Bedrag

 

Visum financieel beheerder

GEMEENTE: 22.000 euro per jaar voor de basisformule -- OCMW: 9.000 euro per jaar voor de basisformule

n.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om, voor wat betreft de collectieve verzekering voor gezondheidszorg en opnamen in het ziekenhuis, voor de gemeente en voor het OCMW dezelfde voorwaarden en tarieven af te sluiten.

Artikel 2. Op basis van de brief van Ehtias verzekering van 9 mei 2019, per mail van 30 mei 2019 aangevuld met een simulatie voor de varianten uitgebreide waarborg en basiswaarborg, beslist het college van burgemeester en schepenen om te kiezen voor de basiswaarborg tweepersoonskamer. Personeelsleden krijgen de optie om, mits het betalen van een premiesupplement, te kiezen voor de uitgebreide formule (éénpersoonskamer).

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Mastercard prepaid voor gemeente

 

 

Feiten en context

          Belfius biedt prepaid mastercarden aan. Die kunnen opgeladen worden en ook terug ontladen worden. Deze manier van werken is veel veiliger dan een gewone visa- of mastercard, want het geeft volledige budgetcontrole.

          De mastercard prepaid wordt gekoppeld aan een entiteit. Er moet echter ook een kaarthouder zijn. De kaarthouder is de persoon op wie Belfius de mastercard prepaid uitgeeft.

          In eerste instantie zou er enkel een mastercard prepaid aangevraagd worden voor de gemeente waar het OCMW en het AGB Schilde ook gebruik van kunnen maken. Na de evaluatie van een testfase kunnen het OCMW en het AGB Schilde eventueel ook een mastercard prepaid aanvragen.

          Er zijn twee soorten mastercard prepaid:

          een red-kaart: wordt aangeraden als er enkel aankopen mee moeten gebeuren. Hier werken de meeste gemeenten mee;

          een gold-kaart: wordt aangeraden als je de aangekochte producten wil verzekeren, bv. reizen.

          De kaarten hebben een standaard limiet:

          limiet red-kaart: 1.900 euro;

          limiet gold-kaart: 2.500 euro.

          De standaardlimieten kunnen altijd aangepast worden. Belfius stipuleert dat de meeste gemeenten werken met een standaard limiet van 5.000 euro.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De markt van e-commerce kent een explosieve groei. Sommige producten kunnen bijna enkel nog online aangekocht worden.

          De gemeente Schilde moet in haar aankoopbeleid de hele markt kunnen raadplegen: zowel de reguliere markt als de markt van e-commerce.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een mastercard prepaid aan te vragen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het type mastercard prepaid red aan te vragen.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om Bert Vangeel aan te stellen als kaarthouder van de mastercard prepaid.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de standaard limiet te verhogen naar 5.000 euro.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat er in 2019 nog een grondige evaluatie van de mastercard prepaid komt.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest Breeveldse Masten - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 3 juni 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in Breeveldse Masten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Breeveldse Masten tussen de Koekoeksdreef en Breeveld af te sluiten op 10 augustus 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest Vennebosstraat - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 28 juni 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in de Vennebosstraat.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Vennebosstraat tussen huisnummers 2 en 33 af te sluiten op 31 augustus 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest Eugeen Ven de Vellaan - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 11 juni 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in de Eugeen Van de Vellaan.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Eugeen Van de Vellaan tussen de Turnhoutsebaan en de Heidedreef af te sluiten op 7 september 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van straatfeest Schaliënhoefdreef - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 25 juni 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in de Schaliënhoefdreef.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Schaliënhoefdreef tussen huisnummers 67 en 97 af te sluiten op 14 september 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van een straatfeest in de Kotsbosweg op 27 juli 2019 - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 12 juni 2019 via evenementenapplicatie

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van een straatfeest in de Kotsbosweg op 27 juli 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Kotsbosweg tussen huisnummers 20 en 20F af te sluiten op 27 juli 2019 omwille van een straatfeest.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Patrimonium - Vraag naar aankoop - Kasteeldreef

 

 

Feiten en context

Het Agentschap van Wegen en Verkeer stelt de vraag of er interesse is tot aankoop van een perceel grond ter hoogte van de Kasteeldreef en de Turnhoutsebaan.

 

Juridische gronden

          Decreet van 10 december 2010 betreffende de aanstelling van erkende landmeters door de gemeente

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad. voor daden van beschikking

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

Deze grond is interessant om te verwerven om een parking te creëren maar het betreft een eigendom die op het grondgebied van de gemeente Wijnegem ligt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om vooraleer een beslissing te nemen over de aankoop van deze eigendom aan de gemeente Wijnegem te vragen of zij interesse hebben om deze te verwerven.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Patrimonium - Aankoop - Karekiet 47/59

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m, dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van de percelen gelegen aan de Karekiet 47-59 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471F17, E17, A18, B18, C18, O3 en O2 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 10.300 euro of 28,77 euro per m².

 

Feiten en context

De waarde van deze eigendom die een oppervlakte van 358m² heeft, is geschat aan de totaalprijs van 66.000 euro of 28,41 euro per m² wat minder is dan de 35 euro per m² die maximium gegeven wordt per m². De eigenaar heeft zijn akkoord gegeven met de totaalprijs van 66.000 euro of 28,41 euro per m².

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

 

Argumentatie

De problematiek op het Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het akkoord van de eigenaar met het bod van 28,41 euro per m² en de totaalprijs van 66.000 euro.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen agendeert het dossier op de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de aankoop.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Nutswerken - Eurofiber - Brasschaatsebaan 126 - Aanleg en instandhouding glasvezelkabel

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 11 juni 2019 van Eurofiber nv, Belgicastraat 5 bus 7 te 1930 Zaventem voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Brasschaatsebaan 126.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De verbetering van het openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Eurofiber met kenmerk EUO190426TOB-A en het ontwerpplan AN_000_841.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Bouw voertuigenloods - Goedkeuring gunning

 

 

Voorgeschiedenis

In het kader van de opdracht “Bouw voertuigenloods” werd een bestek met nr. 2019-073 opgesteld.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1.135.620,36 euro excl. btw of 1.374.100,64 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De gemeenteraad verleende in zitting van 18 december 2017 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Bij het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen voor deze procedure was er geen enkele inschrijver voor de opdracht.

Conform artikel 38, § 1, 2° van de wet op de overheidsopdrachten van 17 juni 2016 heeft de gemeenteraad in de vergadering van 17 december 2018 beslist om een mededingingsprocedure met onderhandeling zonder bekendmaking op te starten voor de bouw van de voertuigenloods.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 januari 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          ALMOBE INDUSTRIEBOUW BVBA, Breedveld 1 te 2150 Borsbeek (Antw.);

          Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen;

          DE PEUTER NV, Rietbroek 1 te 2200 Herentals;

          Dillen Bouwteam nv, Puttestraat 15 te 2490 Balen;

          FRISOMAT NV, Stokerijstraat 79 te 2110 Wijnegem.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018.

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c) (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 1 maart 2019 om 11.00 uur te bereiken, maar het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 25 februari 2019 beslist om de offertermijn met 14 dagen te verlengen zodat de opening van de offertes doorgaat op 15 maart 2019.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 13 juli 2019.

Er werd 1 offerte ontvangen van Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen (1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw).

Grondgebiedzaken - Openbare Werken stelde op 20 juni 2019 het verslag van nazicht van de offertes op.

Grondgebiedzaken - Openbare Werken stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de opdracht “Bouw voertuigenloods” te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw mits het verkrijgen van een visum.

De veiligheidscoördinator stelde een verslag op waaruit blijkt dat deze offerte eveneens voldoet aan het koninklijk besluit van 25 januari 2001 en latere wijzigingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 20 juni 2019, opgesteld door de groep Infrabo, Langstraat 65 te 2260 Westerlo.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Bouw voertuigenloods” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-073.

Artikel 5. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22100007/0119 (actie 1419/005/001/014/002).

Artikel 6. Alle binnenkomende facturen dienen met BTW gefactureerd te worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Wittebrug 6 - Femont - Verschueren - het bouwen van een ééngezinswoning - OMG 2019/160

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • het bouwen van een vrijstaande woning - weigering door de deputatie - 9 augustus 2018 - SV 2017/263

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Femont - Verschueren met als contactadres De Rest 4, 2970 Schilde op 7 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wittebrug 6.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 9 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 23 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel in tweede bouwlijn van 4.606m² groot. Het perceel wordt ontsloten via een erfdienstbaarheid van 5m breedte naar de Wittebrug.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

De voorliggende aanpalende percelen worden gebruikt als ééngezinswoningen.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 4.606m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 9,73m van de voorliggende percelen, op 39,20m van de rechter perceelsgrens en op 35,32m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 31,54m op een kavelbreedte van 96,06m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,77m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,20m, gemeten vanaf de nulpas, afgewerkt met een hellend dak van 46° met een nokhoogte van 10,33m. De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde baksteen. Het dak wordt afgewerkt met rood genuanceerde dakleien.

Naast de woning wordt een zuiveringsstation van 25m² rietveld voorzien.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 291m².

Het perceel is toegankelijk via een private erfdienstbaarheid, het betreft een onverharde weg is 116,24m lang. De toegang tot het perceel is 5,0m breed. De oprit wordt aangelegd als zandweg en deels in kiezels en ligt op minimum 1,80m van de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras van 27,0m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 258m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 20 juni 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De inplanting van de woning is op een locatie met beperkte milieuschade.
    Er zijn mogelijkheden om de oprit te verleggen zodat 1 beuk extra bewaard kan blijven.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;

o        het extra behoud van 1 beuk zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan BT kapvergunning;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        de bomen in de omgeving van de bouwwerken en oprit dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 8 mei 2019 onder referentie NU-19-02725, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • de prijsofferte KW-19-02725 naleven;
  • de bouwheer/opdrachtgever dient nieuwe huisaansluitingen te voorzien naar het nieuwe aansluitpunt conform de richtlijnen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 19 juni 2019 onder referentie 190341 L-19-522, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer (overloop IBA) en de RWA-afvoer (overloop infiltratievoorziening) zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht.
  • Wel dienen nu reeds de nodige leidingen aangelegd te worden voor DWA en RWA op privaat terrein tot op de rooilijn. Dit in afwachting van de aanleg van riolering.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten wc’s en buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 6.575 liter (effectief 7.200 liter) infiltratievolume en min.10,52m² (effectief 14,40m²) infiltratie oppervlakte. De overloop wordt aangesloten op de gracht. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • De DWA-afvoer dient verplicht aangesloten te worden op een IBA.
  • De IBA dient te voldoen aan de voorwaarden van Pidpa-Riolering.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de DWA-afvoer is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval, … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering/de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 3 mei 2019 onder referentie 19-207227, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-207227;

o        de te ontbossen oppervlakte bedraagt 1.951m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

o        de resterende bosoppervlakte 2.655m² moet als bos behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;

o        de bosbehoudbijdrage van 10.418,34 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 23 april 2019 onder referentie 46193968, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Deze aanvraag valt niet onder de regelgeving van verkavelingen of projecten. De klant kan aangesloten worden met een kast ter hoogte van de rooilijn. Dit advies blijft 1 jaar geldig.
  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 18 april 2019, luidt: gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de aanvrager een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn. Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 19 april 2019 tot 18 mei 2019.

Er werden 3 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

  • De aanvraag voorziet een bebouwde oppervlakte van 291m². Dat is bijna één vijfde meer dan de 250m² zoals bepaald in de omzendbrief.
  • Het project voorziet een grote oppervlakte verharding. De noodzakelijke verharding bedraagt 725,94m², de niet-noodzakelijke verharding van 76m² en een tuinzone van 3.894m². Het project is veel te grootschalig voor het onaangeroerd binnengebied van een woonparkgebied.
  • De aanvraag betreft een project in tweede bouworde met een toegangsweg van 160m en een oppervlakte van 703,94m²: Er wordt diep ingesneden in een groen binnengebied. Het project doet afbreuk aan de lage bebouwingsdichtheid van het woonparkgebied.
  • De niet voldoende uitgeruste weg brengt de brandveiligheid van het project en de omgeving in gedrang.
  • De toegangsweg heeft een semi-openbaar karakter. Er kan slechts een vergunning worden verleend nadat de gemeenteraad een beslissing heeft genomen over de weg.
  • De aanvraag is niet gelegen aan een voldoende uitgeruste weg.
  • Door de aanwezigheid van waardevolle natuurelementen, dient de aanvraag te worden onderworpen aan de natuurtoets van artikel 16 Decreet Natuurbehoud.
  • De bezwaarindieners zijn van mening dat de aanvrager er vanuit gaat dat het perceel van de aanvraag gelegen is in een niet – vervallen verkavelingsvergunning.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

o        De omzendbrief is een richtlijn. De gemeente hanteert een bebouwde oppervlakte van 10% en een verharde oppervlakte van 10% van de totale perceelsoppervlakte (indien geen BPA, RUP of verkaveling van toepassing). De totale oppervlakte van de percelen (c516g, c516h, c516a2 en c516k) hebben samen een oppervlakte van 4606m². De bebouwde oppervlakte blijft onder de toegestane grens van 10%.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        De aanvraag voorziet slechts 258m² verharding en wordt ontsloten via een niet verharde zandweg. De verharde oppervlakte, waartoe de terrassen, de oprit en de overige verhardingen worden gerekend, overschrijden wel de toegestane grens van 10% niet. Slechts 287m² wordt aangelegd als tuin en 2.655m² wordt behouden als bos.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        De percelen waarop de aanvraag betrekking hebben, situeren zich in een tweede bouworde doordat ze niet rechtstreeks aan Wittebrug, een uitgeruste weg, gelegen zijn. De percelen zijn enkel bereikbaar via een recht van doorgang over de aanpalende percelen. De percelen zijn gelegen in woonparkgebied welke bedoeld zijn voor uitsluitend residentieel wonen in een rustige en groene omgeving. De woning dichtheid wordt laag gehouden daar er slechts 1 woning wordt voorzien op een perceel van circa 4606m².
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        De toegangsweg heeft een breedte van 5m, maar versmalt na circa 79m naar 3m tot aan de perceelsgrens. De aanvraag bevat een uitbreiding van de servitudeweg tot minimum 4m en maximum 5m breedte, met opschortende voorwaarden. Volgens de wet op de brandveiligheid (KB 7 juli 1994 en later wijzigingen) moet een toegangsweg vanaf de berijdbare rijweg van de openbare weg voldoen aan een aantal karakteristieken waaronder een minimale vrije breedte van 4 meter. De toegangsweg naar het perceel voldoet hieraan.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        In de aanvraag is er geen sprake van een mogelijk openbaar karakter van deze weg. Postbedeling en ophaling van huisvuil zal moeten worden voorzien aan de aansluiting met Wittebrug. Een gemeenteraadsbeslissing is dan ook niet vereist.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        Het terrein van de aanvraag ontsluit via een private toegangsweg, die vervolgens aansluit op een voldoende uitgeruste weg, namelijk de gemeenteweg Wittebrug.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        Het advies van het agentschap Natuur en Bos en de gemeentelijke milieu ambtenaar werd hiervoor gevraagd. Hun adviezen zijn voorwaardelijk gunstig.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

o        Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft is niet – gelegen in de niet – vervallen verkavelingsvergunning van 11 oktober 2004 (2004/5) gewijzigd op 2 oktober 2006 (2006/6). De servitudeweg tussen het perceel en de Wittebrug is deels gelegen binnen deze verkaveling, maar maakt geen deel uit van de aanvraag. In de aanvraag wordt er enkel naar verkavelingen verwezen als geraadpleegde stukken.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 7.200 liter en een infiltratieoppervlakte van 14,40m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    Het perceel van de aanvraag grenst niet rechtstreeks aan een uitgeruste weg. Het terrein van de aanvraag ontsluit via een private toegangsweg, die vervolgens aansluit op een voldoende uitgeruste weg, namelijk de gemeenteweg Wittebrug.
    De toegangsweg heeft een breedte van 5m, maar versmalt na circa 79m naar 3m tot aan de perceelsgrens. De aanvraag bevat een uitbreiding van de servitudeweg tot minimum 4m en maximum 5m breedte, met opschortende voorwaarden. Mits voldaan wordt aan de voorwaarde dat de servitude weg verbreed wordt tot 4m voldoet dit aan de wetgeving inzake brandveiligheid.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn niet voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van de Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van Proximus naleven;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 6.575 liter en een infiltratieoppervlakte van 10,52m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Ter Maelenbaan 43 - Jelena Christina Van Bellinghen - het plaatsen van een poort - OMG 2019/238

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 oktober 1972 - 1972/161

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 20 maart 1969 - 1969/2

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen en uitbreiden van een bestaande woning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2018 - OMG 2018/179

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jelena Christina Van Bellinghen, Ter Maelenbaan 43, 2970 Schilde op 9 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Ter Maelenbaan 43.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een poort.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 21 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 3 september 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1969/2 van 20 maart 1969.
     
  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen deel 1, 3 en 4 bepaalt:

I.– algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – bepalingen gemeenschappelijk voor de zones

“gesloten, halfopen en open bebouwing”

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zone, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

II. – bepalingen betreffende de onderscheidende zones

Artikel 15 – Zones voor open bebouwing 750m²/15m

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1000m² voor de zones gemerkt 1000/20.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 20m voor de zones gemerkt 1000/20.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

e.      Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes

1.      Bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2.      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum 40m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3.      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – zones voor achteruitbouw

a.      Bestemming

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen

Niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1973.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 164,49m² op een perceel van circa 1.331m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het plaatsen van een poort op een perceel van 1.331m². De poort heeft een breedte van 3,96m en wordt geplaatst tot op 2m uit de rooilijn.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, blijf 164,49m².

De toegang tot het perceel is 3m breed.

De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op voldoende afstand van de zijperceelsgrenzen. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 76,52m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

c.      Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

f.        Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 31 mei 2019 tot 29 juni 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

4.      Functionele inpasbaarheid
Het plaatsen van een poort is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

5.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

6.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Bergen Deel 1. Het BPA bepaalt dat de afsluitingen langsheen de wegenis voorzien dient de worden in metselwerk van baksteen of natuursteen, in hout en maximum 60cm hoogte. De aanvraag voorziet een paart afsluiting van 1,8m in metaal.
In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

7.      Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

8.      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

9.      Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

10.  Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Waterstraat 107 - CAMPUS-RPF BVBA en de heer Dirk Verheye - het verkavelen van een onbebouwd perceel in 6 loten voor open bebouwing - OVK 2019/1

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa met stallingen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 november 1975 - 1975/166

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 maart 1972 - 1972/37

o        landhuis met praktijkgebouw voor veearts - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 september 1976 - 1976/119

o        regularisatie voor de gedeeltelijke afbraak van paardestallen en volledige afbraak van hooischuur bij alleenstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2002 - 2001/209

o        bouwen van een alleenstaande woning en afbraak bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 april 2008 - 2007/256

o        slopen van een woning + rooien van diverse bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 2012 - 2012/13

o        slopen van een woning met bijgebouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 2014 - 2014/38

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 1972 - 1971/28

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Marc Gustaaf Claes namens CAMPUS-RPF BVBA met als contactadres Polken 77 te 9190 Stekene en Marc Gustaaf Claes namens de heer Dirk Verheye, Polken 77, 9190 Stekene op 21 januari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Waterstraat 107.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen van een onbebouwd perceel in 6 loten voor open bebouwing.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 19 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 26.588m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen: Waterstraat en Mosthoevendreef. Beiden zijn voldoende uitgerust en de Waterstraat wordt gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen van een onbebouwd perceel in 6 loten. Alle loten zijn voorzien voor open eengezinswoningen.

  • Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 3.975m2 en een breedte van 22,12m aan de straatzijde. De bouwzone wordt ingetekend op 63,17m uit de rooilijn, op 10,00m van de achterste perceelsgrens, op 10,00m van de rechter perceelsgrens en op minimum 5,36m van de linker perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 26,43m en een diepte van 30,00m.
  • Lot 2 heeft een oppervlakte van circa 3.838m2. De bouwzone wordt voorzien in tweede bouw orde met een toegang van 6,00m langs de Waterstraat. De bouwzone wordt ingetekend op 10,00m van de voorliggende perceelsgrens, op 10,00m van de achterste perceelsgrens, op 10,00m van de rechter perceelsgrens en op 28,35m van de linker perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 34,70-35,00m en een diepte van 16,57-25,96m.
  • Lot 3 heeft een oppervlakte van circa 4.645m2 en een breedte van 36,00m aan de straatzijde De bouwzone wordt ingetekend op 8,00m uit de rooilijn en op 5,00m van de rechter -en linker perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 27,40m en een diepte van 30,00m.
  • Lot 4 heeft een oppervlakte van circa 4.722m2. De bouwzone wordt voorzien in tweede bouw orde met een toegang van 4,00m langs de Mosthoevendreef. De bouwzone wordt ingetekend op 10,00m van de voorliggende perceelsgrens en op 10,00m van de rechter perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 30,00m en een diepte van 30,00m.
  • Lot 5 heeft een oppervlakte van circa 5.231m2 en een breedte van 36,00m aan de straatzijde. De bouwzone wordt ingetekend op 8,00m uit de rooilijn en op 5,00m van de rechter -en linker perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 26,00m en een diepte van 30,00m.
  • Lot 6 heeft een oppervlakte van circa 4.177m2. De bouwzone wordt voorzien in tweede bouw orde met een toegang van 4,00m langs de Mosthoevendreef. De bouwzone wordt ingetekend op 10,00m van de voorliggende perceelsgrens en op 10,00m van de rechter perceelsgrens. De bouwzone heeft een breedte van 30,00m en een diepte van 30,00m.

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 26 april 2019, luidt: ongunstig.
    Het plangebied en meerdere naburige percelen liggen in overstromingsgevoelig gebied. Het bijkomend opdelen in 6 kavels zal een onaanvaardbaar groot risico op waterproblematiek op deze en naburige kavels doen ontstaan. Het opdelen in 3 kavels langs de bestaande wegen Waterstraat en Mosthoevedreef is het maximaal toelaatbare of haalbare daar deze zones niet in overstromingsgevoelig gebied liggen.
    Het plan 'nieuwe toestand' geeft weer dat de aanvrager onvoldoende rekening houdt met de bestaande waardevolle bomen. Voor lot 1,2,3 en 5 dient de afstand van de randen van de bouwzone tot de bestaande bomen te worden vergroot zodat deze bomen goede overlevingskansen hebben.
    Bij voorkeur dient de bestaande weginfrastructuur op lot 1 herbruikt te worden om het achterliggende gebied te bedienen. De aangeduide bouwzones zijn onevenredig groot, tot 900m², terwijl er maar maximum effectief 250m² kan bebouwd worden. Sommige percelen, namelijk lot 2, 4 en 6 zijn in verhouding tot de andere klein.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 24 juni 2019 onder referentie WAMA-2019-0090, luidt: ongunstig.
    Aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en artikel 1.2.2. van het decreet integraal Waterbeleid.
    Verenigbaarheid met het watersysteem:
    Het project situeert zich in een zone die ingekleurd is als effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetskaart.
    Het waterprobleem wordt door de ontwikkelaar erkend, zie nota met de resultaten van een onderzoek van het hemelwater/grondwater door Soilutions.
    Deze is onvolledig, in die zin dat er ook vanuit het waterlopenmodel van de Waterstraatse Loop overstromingswater op de terreinen komt tot 13,09m TAW. Dit overstromingswater heeft ook bijkomende impact, naast de hoge grondwaterstanden waarover sprake in de nota en het feit dat de afstroom van de percelen rondom het terrein ook in het binnengebied terecht komt.
    De totale impact en in bijzonder de vereiste compensatie om de huidige ruimte voor water te compenseren dient reeds verankerd te zitten in de verkavelingsvoorschriften. Op dit moment is dit niet het geval.
    Er werd wel op het grondplan een WADI getekend, maar zonder verdere doorrekening. Bovendien ligt de WADI in een zone, waar grondwater op maaiveld staat. De WADI dient dan ook herbekeken, alsook de knijpleiding en de aansluiting op de waterloop. Het latere onderhoud en de instandhouding dient deel uit te maken van de verkavelingsvoorschriften van de betrokken loten.
    Ophogingen van de terreinen die lager gelegen zijn dan 13,09m TAW worden niet toegestaan. De woningen dienen aangelegd te worden met een veilig bouwpeil (13,39m TAW), ophogingen van de woningen dienen gecompenseerd te worden door een afgraving elders. Deze afgraving dient boven 12,98 m TAW te worden gerealiseerd.
    Er zijn voor het aspect water een duidelijkere uitwerking en duidelijkere voorschriften noodzakelijk.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 29 april 2019 onder referentie 329778_47113, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De loten mogen pas verkocht worden wanneer aan alle verplichtingen uit de offerte is voldaan en de facturen vereffend zijn.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 24 april 2019 onder referentie PR 201900180-01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Een minimale vrije breedte van 3,5m van wijken met uitsluitend woonfunctie.
    Dit geldt eveneens voor de aan te leggen brug over de Waterstraatseloop in de Waterstraat.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 8 mei 2019 onder referentie 190325 L-19-398, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het geoptimaliseerde buitengebied met recente aansluiting op een zuiveringsstation (groen gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
  • Voor de loten 3 tot en met 6 zullen de DWA-afvoer en de RWA-afvoer dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Mosthoevendreef.
  • Voor de loten 1 en2 zullen de DWA-afvoer en de RWA-afvoer respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de voorliggende waterloop (RWA) langsheen de Waterstraat. Voor de aansluiting op de waterloop dient er machtiging gevraagd te worden aan de beheerder van de betreffende waterloop.
  • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.

o        De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

  • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling

o        Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.

o        Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:

o        De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 11 april 2019, luidt: gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn. Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 3 mei 2019 onder referentie 19-206992, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-206992;

o        De te ontbossen oppervlakte bedraagt 2.250m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

o        De bosbehoudbijdrage van 16.020,00 euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort worden.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 15 april 2019 tot 14 mei 2019.

Er werden 2 schriftelijke bezwaren en 14 digitale bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      Een bezwaar handelt over wateroverlast. Het perceel is gelegen in een watergevoelig gebied. Het bouwen van meer woningen vormt een reëel risico voor ernstige wateroverlast in de omgeving.

2.      De maximale bouwoppervlakte van 400m² is buitensporig groot. Het wijzigen van de maximale bouwoppervlakte van 250m² naar 400m² wijzigt het uitzicht van de omgeving.

3.      Het project zal een verhoogde verkeersdruk veroorzaken.

4.      De ontsluiting van lot 2,4 en 6 voldoen niet aan het criterium van ontsluiting aan een voldoende uitgeruste weg. De loten worden niet ontsloten via wegenis die in de verkavelingsaanvraag is voorzien, hierdoor zijn de loten niet gelegen aan een voldoende uitgeruste weg.

5.      De ontsluiting van lot 2, 4 en 6 voldoet niet aan de goede ruimtelijke ordening. Door lange inritten (meer dan 100m) wordt meer ruimte verhard en dit is strijdig met de doelstelling van het ruimtelijk rendement.

6.      Door het creëren van percelen op een open weide zorgt dit voor inkijk langs de percelen langs de Baron Delbekelaan en het verdwijnen van een open zicht.

7.      Er verdwijnt een zeer aanzienlijke groene ruimte. Dit heeft gevolgen voor de natuurlijke habitat zoals fauna en flora.

8.      De functie ‘wonen als hoofdtoon’ laat ruimte om ook andere functies te voorzien. De bezwaarindieners zijn van mening dat enkel wonen als exclusieve functie aanvaardbaar is.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

  • Het project situeert zich in een zone die ingekleurd is als effectief overstromingsgevoelig gebied. Het advies van het Departement Leefmilieu Dienst integraal Waterbeleid is ongunstig. Het schadelijke effect kan niet worden voorkomen of beperkt worden waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en artikel 1.2.2. van het decreet integraal Waterbeleid.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • Gelet op de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplan, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002 welke stelt dat in een woonpark de bebouwbare oppervlakte slechts 250m² mag bedragen met inbegrip van eventueel afzonderlijke bijgebouwen. In woonpark is een maximum mogelijke vloerterreinindex van 250m² aanvaardbaar.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • Op elk perceel worden theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien. De Waterstraat en de Mosthoevendreef zijn voldoende uitgeruste gemeentewegen.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • De loten zijn bereikbaar via een privé weg die onderdeel uitmaken van het perceel; hierdoor is elk perceel gelegen aan een uitgeruste weg.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • De ontsluiting en de perceelsstructuur passen niet binnen de visie van de Vlaamse overheid om minder ruimte te verharden.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • Het perceel is gelegen in woonpark. De afstand tussen de bouwzone en de achterste perceelsgrens bedraagt minstens 20m. De woningen langs de Baron Delbekelaan zijn ingeplant op circa 40m voor de achter perceelsgrens. De afstand tussen de woningen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.
  • Het perceel bestaat uit een bebost gedeelte en een groot stuk weiland in beheer als klassiek grasland. Het weiland heeft de potentie om een hogere biologische waarde te verkrijgen met meer variatie in planten en diersoorten als een specifiek ecologisch graslandbeheer gevoerd wordt. Door het weiland op te delen en te bebouwen gaat deze potentie verloren.
    Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.
  • De bestemming van het hoofdgebouw is eengezinswoning. Enkel functies complementair aan het wonen zijn aanvaardbaar met een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een maximum van 100m².
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 24 juni 2019 is ongunstig. Aangezien het schadelijk effect niet kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van voorwaarden, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en artikel 1.2.2. van het decreet integraal Waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van een perceel in 6 loten voor open eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel wordt theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 6 loten voor open bebouwing op een perceel van circa 26.588m2. De bebouwingsdichtheid bedraagt 2,25 woningen/ha.
    Gelet op de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplan, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002 welke stelt dat in een woonpark de bebouwbare oppervlakte slechts 250m² mag bedragen met inbegrip van eventueel afzonderlijke bijgebouwen. In woonpark is de maximum mogelijke vloerterreinindex van 250m² aanvaardbaar.
    Doordat 3 percelen worden ontsloten via een private oprit van meer dan 100m past de ontsluiting en de perceelstructuur niet binnen de visie van de Vlaamse overheid om minder ruimte te verharden.
    De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid niet aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - August Dierckxlaan 41 - de heer Joost Vermeulen en mevrouw Kris Van Baelen - het afbreken van een bestaand bijgebouw en het uitbreiden van een bestaande woning - M 2019/322

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 januari 1993 - 1992/283
  • uitbreiden van een woning, bijbouwen op verdieping achteraan - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 september 2006 - 2006/257
  • tuinhuis van 18 m² - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 maart 2010 - 2010/96
  • regulariseren van een bijgebouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 augustus 2012 - 2012/95

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Joost Vermeulen en mevrouw Kris Van Baelen, met als adres August Dierckxlaan 41, 2970 Schilde en mevrouw Kris Van Baelen, August Dierckxlaan 41, 2970 Schilde op 21 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres August Dierckxlaan 41.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van een bestaand bijgebouw en het uitbreiden van een bestaande woning.

De uiterste beslissingsdatum is 21 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14 – Zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – Zones van achteruitbouw

a.      Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

b.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

c.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

d.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

e.      Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1993.

Op het perceel zijn nog 2 bijgebouwen aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 107,91m² op een perceel van circa 369m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van een bestaand bijgebouw en het aanbouwen van een uitbouw aan de bestaande woning op een perceel van 369m².

De woning blijft ingeplant tot op 5,97m uit de rooilijn, op de rechter perceelsgrens en op 2m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 6m op een kavelbreedte van 8m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,91m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,07m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in gevelsteen. Het dak is plat en wordt afgewerkt in EPDM.

Achter de woning is een tuinhuis ingeplant.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 107,91m².

De toegang tot het perceel is 3m breed. De oprit wordt aangelegd in waterdoorlatende verharding en ligt op de linker perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 72m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

d.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

e.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

f.        Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

g.      Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

h.      Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

i.         Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

4)      Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Het uitbreiden van een woning met een plat dak kan met een melding in samenwerking met een architect.

 

B.     Functionele inpasbaarheid
Het afbreken van een tuinhuis en het uitbreiden van een woning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

C.     Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

D.     De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

E.     Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

F.      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

G.    Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 20cm boven de straatpas.

 

H.     Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

vergunningenregister - De Schietboog 105 - GC 2019/2

 

 

Feiten en context

          Een aanvraag voor de opname in het vergunningenregister voor een bijgebouw werd ingediend op 6 februari 2019.

          De eigenaars dienden samen met het aanvraagformulier de volgend bewijsstukken in:

          een motiveringsnota;

          een inplantingsplan van de huidige toestand;

          foto’s van de huidige toestand;

          een luchtfoto van het Nationaal Geografisch Instituut van 1967;

          een luchtfoto van het Nationaal Geografisch Instituut van 1970;

          een luchtfoto van de huidige toestand.

          Een luchtfoto uit 2003 vanuit het GIS werd toegevoegd.

          Op 7 april 1960 werd er een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een kippenhok (vergunning 1960/65).

 

Juridische gronden

          Artikel 4.2.14 en 5.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Indien er kan worden aangetoond dat de constructies die gebouwd werden na 22 april 1962 en voor 9 november 1979, worden geacht vergund te zijn tenzij het vergund karakter kan worden tegengesproken door de in dit artikel toegelaten bewijsmiddelen.

          Artikel 5.1.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Elke gemeente is verplicht om een vergunningenregister op te maken, te actualiseren, ter inzage te houden van elkeen en er uittreksels uit af te leveren volgens de bepalingen van deze codex. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de opmaak en de actualisering van het vergunningenregister.

 

Argumentatie

          Op de luchtfoto's van 1967 en 1970 is een hoofdgebouw met bijgebouw zichtbaar. De contouren van het bijgebouw zijn niet hetzelfde.

          Op de luchtfoto van 1967 zijn de contouren gelijkaardig als deze op het plan bij de vergunning 1960/65.

          Op de luchtfoto van 1970 komen de contouren overeen met de huidige toestand.

          Op de luchtfoto van 2013 is er een uitbreiding aan het bijgebouw zichtbaar. De twee volumes samen nemen de volledige breedte van het perceel in. Het tweede deel is op de luchtfoto’s goed te onderscheiden van het bijgebouw van 1970 omdat de materialen verschillen van kleur. Samen vormden ze een zadeldak. Op de foto’s van de huidige toestand zijn nog sporen van het tweede deel te zien, waardoor aangenomen kan worden dat het eerste deel niet is herbouwd sinds 1970. De voorgevel is afgewerkt met parament, terwijl de zijde waar het tweede deel tegen stond slechts met houten beplanking is afgewerkt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat het bijgebouw aan De Schietboog 105 te Schilde, kadastraal gekend als 1A504X4, 1A504N7 en 1A504Y7, kan worden opgenomen in het vergunningenregister.

Artikel 2. Het tegenbewijs van het vergund karakter kan niet meer worden geleverd eens de constructie één jaar opgenomen is in het vergunningenregister als "vergund geacht".

Artikel 3. De opname van een constructie als "vergund geacht" in het vergunningenregister kan worden bestreden met een beroep bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig en met inachtneming van de regelen, vermeld in hoofdstuk VIII van titel IV en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

vergunningenregister - Pater Kennislaan 28 - GC 2019/3

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Verdeling – attest – notarissen Wegge, Van Doren en Saenen - Buizerdlaan 15 - OV 2019/32

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunningen:

          1 september 1987 - bouwen van een woning - vergunning - 1987170

 

Feiten en context

          Op 1 juli 2019 vroegen notarissen Wegge, Van Dooren en Saenen een attest van verdeling aan voor Buizerdlaan 15.

          Het perceel is gelegen in woonparkgebied. Het perceel is gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Buizerdlaan.

          Verkoop van het eigendom Buizerdlaan 15.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Buizerdlaan 15.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Groenelaan 55 - Theofiel Anthoni - het vellen van 2 sparren - VB 2019/234

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een volkswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1950 - 1950/03

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 juli 1962 - 1962/85

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 juli 1964 - 1964/109

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 juli 1964 - 1964/110

o        uitbreiden - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 februari 1995 - 1995/23

o        bijbouwen + verhogen van garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 augustus 2003 - 2003/202

o        bouwen van een tuinkamer - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 december 2007 - 2007/400

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Theofiel Anthoni, Groenelaan 55, 2970 Schilde op 8 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Groenelaan 55.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 17 mei 2019. De uiterste beslissingsdatum is 16 juli 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de sparren een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Vloeyenbergdreef 22b - Yannick Anita De Wael - het vellen van 2 dennen en 2 eiken - VB 2019/271

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 mei 2015 - 2015/19

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 februari 1988 - 1988/4

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • bouwen van een ééngezinswoning conform het bpa - positief door  college van burgemeester en schepenen - 25 augustus 2014 - 2014/18

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Yannick De Wael met als contactadres Vloeyenbergdreef 22b, 2970 Schilde op 27 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Vloeyenbergdreef 22b.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 dennen en 2 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van  2 dennen en 2 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen aftakelend zijn. Vermoedelijk zijn de eiken afgestorven als gevolg van een abnormale drastisch uitgevoerde kandelabersnoei. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 4 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte waarvan minstens 2 zomer-wintereiken, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen of in het resterende bosje aangeplant worden. Er is meer dan voldoende ruimte om de heraanplanting uit te voeren op de aangelegde gazon zodat ze volwaardig kunnen uitgroeien.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - De Loock 15 - Nathalie Tavernier - het vellen van 2 weymouthdennen - VB 2019/273

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 februari 1972 - 1972/21

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 april 1972 - 1972/57

o        woning met garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 december 1977 - 1977/259

o        houten bergplaats en muur - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 april 1986 - 1986/59

o        bouwen veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 december 2000 - 2000/380

o        plaatsing van een veranda - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 augustus 2004 - 2004/113

o        het verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning en bouwen van een bijgebouw - deels vergund, deels geweigerd door de deputatie - 2 juli 2015 - 2014/287

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 oktober 1968 - 1968/13

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 5 sparren - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 27 augustus 2018 - VB 2018/310

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Nathalie Tavernier met als contactadres Dianalaan 13, 2970 Schilde op 28 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Loock 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 weymouthdennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 weymouthdennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.
  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 weymouthdennen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Kortvoortbaan 26 - de heer Dirk Pollet - het vellen van 1 eik - VB 2019/275

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 april 1984 - 1984/59

o        het bouwen van een ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 oktober 2017 - SV 2017/144

o        verbouwen van een bestaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 november 2017 - SV 2017/185

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 december 1983 - 1983/11

o        verkavelen van een perceel in 2 kavels voor woningbouw: 2 vrijstaande bebouwingen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 oktober 2015 - 2015/04

o        het wijzigen van de verkavelingsvoorschriften van lot 2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 mei 2018 - VV 2017/10

  • Milieuvergunning(en)

o        aanvraag bronbemaling voor het bouwen van een woning met kelder -  door  college van burgemeester en schepenen - 27 november 2017 - melding 480

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Dirk Pollet, Gillès de Pélichylei 32, 2970 Schilde op 29 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kortvoortbaan 26.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de eik afgestorven is en vervangen kan worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 zomer- of wintereik plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Jagershoek 2 - Jeroen Lieven Schrijvers - het vellen van 1 linde en 3 dennen - VB 2019/276

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 1959 - 1959/14

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 april 1962 - 1962/36

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 september 1964 - 1964/146

o        verbouwen van de woning en oprichten garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 november 2001 - 2001/280

o        het inrichten van de zolder dmv toevoeging van een trapverbinding en een dakkapel op een ééngezinswoning-het bouwen van een bijgebouw na het slopen van het bestaande bijgebouw - het aanleggen van een buitenzwembad - het rooien van 4 bomen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 mei 2015 - 2015/37

o        het verbouwen van een bestaande vrijstaande ééngezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 september 2015 - 2015/117

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Jeroen Lieven Schrijvers, Boomgaardstraat 154, 2600 Berchem op 31 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Jagershoek 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 linde en 3 dennen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 linde en 3 dennen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de bomen gevaar vormen of een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Eugeen Dierckxlaan 32 - de heer Jozef August Scheurweghs - het vellen van 2 Amerikaanse vogelkersen en 1 acacia - VB 2019/278

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning met premie - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 oktober 1974 - 1974/176

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 januari 1977 - 1977/3

o        premiewoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 januari 1978 - 1978/05

o        vergroting dienstgebouw - vergunning door stedenbouw - 31 juli 1986 - 1986/132

o        verbouwen dienstgebouw - vergunning door stedenbouw - 31 maart 1988 - 1988/43

o        verbouwen dienstgebouw tot jeugd- en sportdienst - vergunning door stedenbouw - 31 maart 1999 - 1998/311

o        verbouwen garage en werkplaats - vergunning door stedenbouw - 4 april 2001 - 2000/318

o        wijzigen bouwvergunning - wijzigen van raam in voorgevel in raam + deur - vergunning door stedenbouw - 19 maart 2002 - 2001/387

o        prefab gebouw van 6x6 m - vergunning door stedenbouw - 19 juli 2002 - 2002/105

o        bijbouwen buitentrap aan ontmoetingsruimte jeugd - vergunning door stedenbouw - 5 november 2002 - 2002/120

o        brandweer : regularisatie van 1 prefablokaal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 december 2013 - 2013/192

o        bijplaatsen van een prefablokaal als kleedruimte voor de brandweer (betreft een tijdelijke vergunning voor een periode van vijf jaar) en het bijplaatsen van een carport - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 december 2013 - 2013/217

o        tijdelijk plaatsen van 2 bankunits en 1 cashunit - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 januari 2015 - 2014/236

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 augustus 1974 - 1974/2

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jozef August Scheurweghs, Eugeen Dierckxlaan 32, 2970 schilde op 2 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Eugeen Dierckxlaan 32.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 Amerikaanse vogelkersen en 1 acacia.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Turnhoutsebaan, goedgekeurd op 14 januari 1986.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 vogelkersen en 1 acacia.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de bomen overhellen of een beperkte esthetische waarde hebben.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: gunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Alfons Van den Sandelaan 15 - Paula Maria Pauwels - het vellen van 5 cipressen - VB 2019/272

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 januari 1993 - 1993/12

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Paula Maria Pauwels, Alfons Van den Sandelaan 15, 2970 Schilde op 28 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Alfons Van den Sandelaan 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 5 cipressen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 5 cipressen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de cipressen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 2 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - De Dreef van Duyvendael 3 - Denise Chabot - het vellen van 1 beuk - VB 2019/283

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 maart 1962 - sgr1962/05

o        bouwen van een  woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 1988 - 1988/218

o        verbouwing bestaande woning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 augustus 2004 - 2004/201

o        verbouwing bestaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 februari 2005 - 2004/291

o        verharding rond woning, tuinaanleg en tuinhuisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 oktober 2007 - 2007/26

o        bouwen van een openluchtzwembad van 66m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 november 2007 - 2007/363

o        wijziging van aanvraag voor een tuinhuis (verkleining van oppervlakte) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 maart 2009 - 2008/408

o        verbouwing woning - verhogen lift - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 november 2013 - 2013/224

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Denise Clementine Chabot, De Dreef van Duyvendael 3, 2970 Schilde op 5 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Dreef van Duyvendael 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael, goedgekeurd op 13 juni 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Duyvendael wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom aftakelend is als gevolg van zwamaantasting. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 beuk, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Goudbloemlaan 10A en 10B - Stephane Biesmans - het vellen van 1 taxus - VB 2019/290

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 1954 - 1954/95

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 oktober 1954 - 1954/139

o        auto-bergplaats en bergplaats voor zaden voor handel in levende vogels, 2 garage's - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 november 1955 - 1955/147

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 augustus 1960 - 1960/113

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 december 1989 - 1989/256

o        uitbreiden woning en regularisatie van een bestaand tuinhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 juli 2003 - 2003/146

o        plaatsen van een carport - weigering door college van burgemeester en schepenen - 8 mei 2006 - 2006/60

o        wijzigen gevelopeningen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 januari 2007 - 2007/29

o        aanleggen van een polyester afdakje van 5m2 - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 november 2007 - 2007/375

o        aanbouwen van een carport - weigering door college van burgemeester en schepenen - 28 juli 2008 - 2008/110

o        bouwen van 6 halfopen woningen en afbraak bestaande bebouwingen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 april 2010 - 2009/184

o        bouwen van 6 garages - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 juli 2010 - 2010/222

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 november 2008 - 2008/12

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 mei 2009 - 2009/1

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Stephane Biesmans, Goudbloemlaan 10/A, 2970 Schilde op 10 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Goudbloemlaan 10A en 10B.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 taxus.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 13 juni 2019. De uiterste beslissingsdatum is 12 augustus 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebied volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 taxus.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de taxus aftakelend is. Hierdoor is de levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Oudebaan 181 - mevrouw Pia Janssens - het melden van een bronbemaling - M 2019/329

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        het herbouwen van een woning met bijgebouwde stallen tot eengezinswoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 11 december 2017 - SV 2017/154

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een bedrijfsgebouwen en een woning bij een tuinbouwbedrijf - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 13 mei 2019 - OMG 2018/612

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Pia Janssens, met als contactadres Bethaniënlei 181, 2980 Zoersel op 27 juni 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Oudebaan 181.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten. Het betreft een aanvraag voor het melden van een bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 27 juli 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Het opheffen van de (alternatieve) reservatie- en erfdienstbaarheden voor het Duwvaartkanaal Oelegem - Zandvliet, goedgekeurd op 5 december 2003.Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een perceel met een oppervlakte van 40.181 m². Op het perceel staat nog een hoeve. Er werd recent een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsgebouw en een woning bij een tuinbouwbedrijf.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern. De straat is gelegen een voldoende uitgeruste gemeenteweg met een baangracht.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

melding bronbemaling ifv bouw woning waarbij water opnieuw geloosd wordt in gracht te Oudebaan (Nieuw)

10.000 m3/jaar

De melding omvat de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling.  Deze is nodig voor de bouw van de woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Argumentatie

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 10 aanzuigfilters aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van 4 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot drie meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van 10m³/uur. De exploitant verwacht dat de bronbemaling einde augustus zal starten en dat er gedurende een tal-30 dagen zal gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op minder dan 10.000m³ wordt geschat.
    Tijdens de bronbemaling is er kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.
    De aanvrager geeft aan al het water te lozen in een baangracht. In de aanvraag wordt geen melding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:
  • de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;
  • de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;
  • de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Omgeving - Wijnegemsteenweg 75 en 75A - Danny Mariette Soethoudt - het melden van een bronbemaling - M 2019/340

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 augustus 1961 - sgr1961/40

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 1966 - sgr1966/04

o        verbouwen stal naar kantoren - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 februari 1994 - 1994/03

o        overbreden oprit kapel / aanleg parking - weigering door college van burgemeester en schepenen - 5 april 1994 - 1994/72

o        aanleg inrit en parking - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 november 1994 - 1994/218

o        plaatsen van raam in gevel - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 juli 1996 - 1996/154

o        verbouwen van het bestaand gebouw tot conciërgewoning - weigering door college van burgemeester en schepenen - 23 januari 1996 - 1995/96

o        verbouwen schuur - vergunning door de Vlaamse regering - 16 februari 1999 - 1995/231

o        bouwen van 2 meergezinswoningen - weigering door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2008 - 2007/262

o        verbouwen en opsplitsen van een bestaande vrijstaande woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 14 mei 2012 - 2012/39

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het renoveren van het bestaande hoofdgebouw (ééngezinswoning) gelegen op het domein Vinkenhof - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 21 januari 2019 - OMG 2018/527

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Danny Mariette Soethoudt, met als contactadres Leon Stampelaan 84, 2100 Antwerpen op 2 juli 2019 ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wijnegemsteenweg 75 en 75A. De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten. Het betreft een aanvraag voor het melden van een bronbemaling. De uiterste beslissingsdatum is 1 augustus 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig op het domein Vinkenhof sinds de 18de eeuw.

Op het perceel zijn nog een conciërgewoning, een koetshuis en een garage aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt van de woning +/- 278,95m² op een perceel van circa 42.912m². Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern. De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het pand is beschermd als monument en gelegen in het beschermd stads- en dorpsgezicht “Vinkenhof en omgeving”.

Het achterste deel van het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

bronbemaling met één pomp (Nieuw)

29.500 m³/jaar

De bronbemaling wordt gemeld in het kader van de verbouwingwerken aan de woning, waarvoor het college van burgemeester en schepenen op 21 januari 2019 een omgevingsvergunning heeft afgeleverd.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Argumentatie

  • Watertoest
    Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie waarop 12 aanzuigfilters aangesloten worden. Deze bevinden zich op een diepte van meer dan 4 meter met het oog op een grondwaterverlaging tot maximum vier meter onder het maaiveld.
    De pomp heeft een debiet van 75m³/uur. De exploitant wil de bronbemaling rond 10 juli 2019 opstarten. Er zal 16 dagen gepompt worden. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op minder dan 30.000m³ wordt geschat.
    Tijdens de bronbemaling is er kans op droogteschade in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen.
    De aanvrager geeft aan dat al het water te lozen via een gracht naar de achterliggende waterloop Klein Schijn. In de aanvraag wordt geen melding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.

 

  • Onderzoek van het meldingsplichtige en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Vraag van IGEAN - papiercontainers - aankoop

 

 

Voorgeschiedenis

Op 20 januari 2003 gaf de gemeenteraad van Schilde haar goedkeuring om de selectieve inzameling van papier en karton over te dragen aan IGEAN. IGEAN heeft hiervoor een overeenkomst met Fost Plus afgesloten.

 

Feiten en context

De ophaling van papier en karton verloopt momenteel via het basisscenario van erkennig van Fost Plus. Dit bestaat erin dat maandelijks het papier en karton aan huis wordt opgehaald. Het materiaal moet verpakt zijn in kartonnen dozen of met een natuurkoord samengebonden zijn. Fost Plus betaalt 44 % van de ophaalkost en krijgt ook 32 % van de papieropbrengst.

IGEAN gaat een aanbestedingsprocedure opstarten voor de aankoop en levering van papiercontainers. Gemeenten die interesse hebben om hun papierinzameling ook via containers te organiseren kunnen hierop intekenen en dit zonder verplichting.

 

Juridische gronden

Artikel 26 van het Materialendecreet.
De gemeente heeft de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zoveel mogelijk te voorkomen en te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.

 

Argumentatie

          Het inzamelen van papier en karton met behulp van een rolcontainers is zowel voor de gebruikers als voor de laders ergonomisch interessanter.

          Pluspunt voor de gemeente is een netter straatbeeld (geen wegwaaiend papier). Ook weegt het papier minder zwaar bij regenweer, wat bij een negatieve verwerkingskost per ton ook financieel interessant kan zijn voor de gemeente die 78% voor haar rekening neemt.

          De container kan met een chip uitgerust worden zodat registratie en beheer mogelijk is. Het genereerde cijfermateriaal kan beleidondersteunend gebruikt worden. Een adresbeheer maakt dat containers minder snel uit het circuit zullen verdwijnen.

          IGEAN en Fost Plus laten een combinatie van beide inzamelsystemen toe (containers en dozen), wat maakt dat de gebruiker de keuzemogelijkheid heeft.

          IGEAN raamt voor Schilde de kostprijs voor aankoop en verdeling van containers met chip op 133.570 euro. Dit omvat 30% deelname en met een verdeling van 70% op de 120 liters en 30% op de 240 liters. Ze voorzien ook in een mogelijkheid van préfinanciering via een vast bedrag op de eindafrekening (8-jaar en interest gekoppeld).

          Het intekenen op de interesse-vraag verbindt de gemeente niet tot aankoop of deelname. Dit geeft de gelegenheid om verder na te denken over deelname. Vragen die nog moeten beantwoord worden zijn, wat met de toekomstige ophaalkosten en kostprijs van het chipservice-contract, verrekening over alle of enkel de deelnemende gemeenten. Wat is de kostprijs bij hogere deelname van de bevolking, lineair stijging?

 

Financiële gevolgen

 

Actie

3.3.1.1

Algemene rekening

61399999

Beleidsveld

300

Bedrag

Visum financieel beheerder

133.570 euro

aan te vragen bij definitieve beslissing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om IGEAN mee te delen dat ze interesse hebben in een gezamenlijke aankoop van papiercontainers met chip. Ze opteert voor een levering in 2020.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om verdere informatie op te vragen bij IGEAN over de ophaalkosten en het servicebeheer van bechipte containers vooraleer ze over gaat tot definitieve beslissing.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Infomarkt Ecopower windmolens Water-link

 

 

Voorgeschiedenis

          Milieuvergunning

          CVBA Ecopower diende op 28 april 2015 een milieuvergunning in bij de bestendige deputatie van Antwerpen voor de exploitatie van een windturbinepark met drie windturbines in Ranst.

          Het college van burgemeester en schepenen diende op 28 juni 2015 een bezwaar in tegen de aanvraag.

          Op 20 augustus 2015 leverde de bestendige deputatie de milieuvergunning klasse 1 af aan Ecopower.

          Op 19 oktober 2015 werd door derden beroep ingediend bij het Vlaamse gewest.

          Op 25 november 2015 verklaart de minister van leefmilieu het beroep van de gemeente Schilde onontvankelijk omwille van de laattijdige indienen.

          Op 18 maart 2016 besliste de bevoegde minister dat het beroep door derden deels gegrond is. De vergunning werd bevestigd met aanvulling van bijkomende voorwaarden.

          Op 18 april 2016 besliste het college van burgemeester en schepenen tot vrijwillige tussenkomst in de procedure bij de Raad van State die eerder door de buurtbewoners was ingeleid tegen de vergunning in beroep.

          Op 27 september 2018 verwerpt de Raad van State het beroep van de buurtbewoners en de gemeente.

          Stedenbouwkundige vergunning

          CVBA Ecopower diende op 28 april 2015 bij het gemeentebestuur van Ranst een stedenbouwkundige aanvraag in voor de bouw van drie windturbines in Ranst.

          Het college van burgemeester en schepenen van Ranst verleende op 3 september 2015 de stedenbouwkundige vergunning.

          Op 12 oktober 2015 wordt beroep aangetekend bij de bestendige deputatie tegen de vergunning.

          De bestendige deputatie verklaart zich op 10 december 2015 onbevoegd om de aanvraag te onderzoeken.

          Op 15 december 2015 diende Ecopower een stedenbouwkundige aanvraag in bij de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar.

          Op 11 april 2016 tekende het college van burgemeester en schepenen van Schilde bezwaar aan tijdens het openbaar onderzoek tegen de bouw van de installatie.

          Op 5 augustus 2016 leverde de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar een stedenbouwkundige vergunning af aan Ecopower.

          Op 23 september 2016 dienden omwonenden een vordering tot vernietiging van de beslissing in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

          Op 26 september 2016 besliste het college van burgemeester en schepenen om geen beroep aan te tekenen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

          Op 17 april 2018 besliste de Raad voor Vergunningsbetwisting dat de stedenbouwkundige vergunning integraal wordt vernietigd en dat de gewestelijke omgevingsambtenaar binnen de vier maanden een nieuwe beslissing dient te nemen.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste op 24 juni 2019 om via afvaardiging deel te nemen aan de infomarkt die Ecopower CDBV organiseerde op 24 juni 2019 over de windmolens.

 

Feiten en context

Bevraging op de infomarkt aangaande de procedure leerde dat het aanvraagdossier voor de omgevingsvergunning bijna klaar is om in te dienen bij de Bestendige Deputatie. Ecopower verwacht dit begin augustus 2019 in te dienen wat maakt dat een openbaar onderzoek mogelijks in september/oktober 2019 kan plaatsvinden. De aanvraag zal een MER-studie bevatten opgesteld door het bureau Sweco. Er kon niet bevestigd worden of er een formele infovergadering zal plaats vinden.

Bevraging over de installatie zelf wees uit dat de geplande windmolens quasi identiek zullen zijn aan deze in de aanvraag van 2015. Enkel de lengte van de wieken zouden nog twee meter langer zijn, wat minder geluid zou genereren, aldus Ecopower. Ook de inplanting wordt op dezelfde plaats voorzien als voorheen.

Bij het verlaten van het gebouw overhandigden buurtbewoners een pamflet en gaven aan dat ze nog geen reactie hadden ontvangen van de gemeente Schilde op de mail van dhr. Van Noten, één van de contacten van de buurtgroep.

 

Juridische gronden

          Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

In afwachting van een officiële aanvraag is het niet evident om reeds een standpunt te formuleren over het dossier en blijft het belangrijk het dossier grondig op te volgen. Het is aangewezen om dit ook alzo naar de buurtbewoners te communiceren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de terugkoppeling van de infomarkt op 24 juni 2019 georganiseerd door Ecopower CDBV over de geplande windmolens op de gronden van Waterlink in Ranst.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een schrijven te richten aan de opstellers van het pamflet en aan de heer Van Noten.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen stelt meester Ciska Servais opnieuw aan om de belangen van de gemeente te verdedigen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Antitankgracht - PDPO-project - Regionaal Landschap - engagementsverklaring

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 30 december 1993 werd de Antitankgracht beschermd als landschap.

          Op 6 maart 2008 werd het Landschapsbeheerplan Antitankgracht goedgekeurd voor het Agentschap voor Natuur en Bos. Het document werd opgesteld door het Regionaal Landschap de Voorkempen. Ook de gemeente Schilde gaf haar ondersteuning en goedkeuring aan het document. Het document werd nadien nog aangevuld met de integraalstudie ‘recreatieve ontsluiting Antitankgracht’.

          De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft op 20 februari 2013 het eigendomsrecht van de Antitankgracht alsook van de oeverzone overgenomen van De Scheepvaart NV.

          Op 6 mei 2019 besliste het college van burgemeester en schepenen om principieel akkoord te gaan met ontwerpovereenkomst van de Vlaamse Milieumaatschappij voor het vestigen van een opstalrecht voor recreatieve infrastructuur langsheen de Antitankgracht.

 

Feiten en context

VMM maakt samen met de betrokken gemeenten en het Regionaal Landschap Voorkempen (RLV) werk van een duurzaam en uniform beheer van de Antitankgracht. Hiervoor werd eerder al een gezamenlijk landschapbeheerplan opgesteld en recentelijk nog werd een ontwerp van opstalovereenkomst goedgekeurd.

Bedoeling is om in 2020-2021 effectief te starten met een gezamenlijke en stapsgewijze uitvoering van het beheerplan. Om dit te doen dienen financiële middelen gezocht te worden. RLV heeft daarvoor een subsidiedossier opgesteld in het kader van het PDPO en ingediend bij de Vlaamse overheid. PDPO staat voor een programma voor plattelandsontwikkeling dat deels met Europese en deels Vlaamse middelen wordt gefinancierd.

In het subsidiedossier zijn drie grote acties met verschillende actiepunten voorzien:

          de Antitankgracht als knooppunt voor versterking van open ruimte en platteland zal fungeren;

          inzetten op beleving van de Antitankgracht;

          Anti-tankgracht als gemeenschappelijke hefboom voor partners.

De totale realisatiekost hiervan wordt geraamd op 161.350,00 euro. Als de aanvraag weerhouden wordt zal 65% hiervan door PDPO gedragen worden. De provincie en VMM nemen ook elk 10% voor hun rekening wat maakt dat de gemeenten zelf elk 1.692,50 euro mee financieren.

Om de subsidieaanvraag tot een goed eind te brengen vraagt RLV aan de betrokken gemeenten om de engagementsverklaring te ondertekenen waarmee ze zich akkoord verklaren om mee te werken aan de realisatie van het PDPO-project.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3.3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: het financieel beheer.

 

Argumentatie

          De subsidieaanvraag past in de doelstellingen van het goedgekeurde landschapbeheerplan voor de Antitankgracht en de realisatie van de actiepunten is een meerwaarde voor het gebied en de gemeente Schilde.

          De financiële kost voor de gemeente bedraagt iets meer dan 1% van de totale kost, wat verantwoord is gezien de return.

          Een gecoördineerde werking vanuit RLV met financiële ondersteuning vanuit Europese en Vlaamse middelen zal resulteren in de realisatie van de actiepunten.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.13.4

Algemene rekening

61399999

Beleidsveld

680

Bedrag

Visum financieel beheerder

1.692,50 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de subsidieaanvraag PDPO van het Regionaal Landschap de Voorkempen voor de Antitankgracht.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het project en het financieringsplan en beslist om de engagementverklaring te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Burgemeesterbesluiten voor afwijking van de geluidsnorm - TC Brabo - Riemstraat 76 - 28 juni 2019

 

 

Feiten en context

De burgemeester heeft op 28 juni 2019 een burgemeesterbesluit uitgevaardigd van de aanvraag voor een afwijking op de geluidsnorm voor een optreden tijdens het tennistornooi op 28 juni 2019. Conform de afspraak met het college van burgemeester en schepenen dienen deze "schriftelijke instemmingen" op de eerstvolgende zitting aan het college van burgemeester en schepenen ter kennisgeving te worden gebracht.

 

Juridische gronden

          Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014

          Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

          Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM) + bijlage(n) van 5 april 2017

          Vlaams Reglement van 1 juni 1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake de milieuhygiëne

          Hoofdstuk 6.7 van Vlarem II over de milieuvergunningsvoorwaarden voor niet ingedeelde muziekactiviteiten

 

Argumentatie

De aanvraag werd tijdig ingediend door de aanvrager, maar kon administratief niet tijd geagendeerd worden op de agenda van het college van burgemeester en schepenen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor een afwijking op de geluidsnorm voor Brabo TC, Riemstraat 76, Schilde op 28 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Herasfalteren van wegen - 2019-024/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad verleende in zitting van 23 april 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 29 april 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel;

          Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands;

          Colas Noord NV, Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 27 mei 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 24 september 2019.

          Er werden 5 offertes ontvangen:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (148.028,00 euro excl. btw of 179.113,88 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (138.930,00 euro excl. btw of 168.105,30 euro incl. 21% btw);

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel (93.157,50 euro excl. btw of 112.720,58 euro incl. 21% btw);

          Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands (83.411,30 euro excl. btw of 100.927,67 euro incl. 21% btw);

          Colas Noord NV, Merksemsebaan 298 te 2110 Wijnegem (95.883,60 euro excl. btw of 116.019,16 euro incl. 21% btw);

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 25 juni 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22500500

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

100.927,67 incl. btw

19/046

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 25 juni 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “herasfalteren van wegen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Viabuild!, Gansbroekstraat 70 te 2870 Puurs-Sint-Amands, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 83.411,30 euro excl. btw of 100.927,67 euro incl. 21% btw.

De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 96 maanden.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-024/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Balk plaatsen om paard te stallen

 

 

Feiten en context

          Het weiland aan de overzijde van brasserie Mano is eigendom van de gemeente.

          De uitbater van de brasserie vraagt of de gemeente hier een balk kan plaatsen om paarden aan vast te maken.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 1° van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Bij brasserie Mano passeren geregeld ruiters met hun paard die hier graag een rustpauze willen houden.

          Het materiaal is in voorraad. Er hoeven dus geen extra kosten voor gemaakt te worden.

          Aan de zijkant van het weiland staan bomen, waardoor de paarden een schaduwrijke plaats hebben om halt te houden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat er op het stuk gemeentegrond tegenover brasserie Mano, een balk om paarden aan vast te maken, geplaatst mag worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Toewijzing standplaats Steenwegkermis te Schilde via spoedprocedure

 

 

Feiten en context

          De heer Jimmy Hendrickx heeft een standplaats en een abonnement voor Steenwegkermis te Schilde.
Hij liet weten dat hij met zijn lunapark niet aanwezig kon zijn.

          De heer Patrick Pipeleers werd gecontacteerd en kon met zijn lunapark wel aanwezig zijn.

 

Juridische gronden

Artikel 17 van het Koninklijk Besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
Indien, in de vijftien dagen voorafgaand aan de opening van de kermis, standplaatsen vacant blijven, kan overgegaan worden tot vervanging via spoedprocedure. Dit artikel vermeldt de voorwaarden en de bepalingen hierover.

 

Argumentatie

          Wanneer een kermisuitbater laat weten dat hij met zijn attractie niet aanwezig kan zijn, kan er via spoedprocedure in vervanging voorzien worden voor de duur van de kermis.

          Het is aangeraden om lege standplaatsen op te vullen.

 

BESLUIT

Artikel 1. De heer Patrick Pipeleers kreeg via spoedprocedure op Steenwegkermis te Schilde voor zijn lunapark een standplaats toegewezen voor de duur van de kermis.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Tussenkomst drank zomerfilm op de Dobbelhoeve

 

 

Feiten en context

          Café fair, de jongeren-afdeling van de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking, organiseert op regelmatige basis film-avonden in samenwerking met MOOOV.

          Het project heeft de naam "Ciné Horizon". Er is steeds een receptie met Fair Trade drank en versnaperingen.

          De openlucht-zomerfilm van Ciné Horizon op 24 juli 2019 gaat door op de bio-boerderij de Dobbelhoeve. Verkoop van Fair Trade drank en versnapering gebeurt door de Dobbelhoeve.

          Ciné Horizon hanteert democratische prijzen. Gebruikers van een vrijetijdspas krijgen een gratis drankje.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor:

het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Gemeente Schilde profileert zich met een Fair Trade imago om het logo van Fair Trade gemeente te behalen.

          Gemeente Schilde schenkt aandacht aan de lokale bio-landbouw in het kader van de duurzame doelstellingen (SDG's).

          Gemeente Schilde moedigt inwoners aan deel te nemen aan culturele, informatieve en sensibiliserende activiteiten.

          De gemeente stimuleert het gebruik van de vrijetijdspas voor vrijetijdsparticipatie.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.7.1.1

Algemene rekening

0160

Beleidsveld

61310060

Bedrag

Visum financieel beheerder

50 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om houders van een vrijetijdspas een gratis drankje aan te bieden op de receptie van de zomerfilm op de Dobbelhoeve.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om 50 euro te voorzien voor gratis drank via de vrijetijdspas. Het definitieve bedrag wordt op rekening van de Dobbelhoeve gestort na telling van het aantal gebruikers van de vrijetijdspas.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Deelname Youca 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Besluit van college van burgemeester en schepenen van 28/09/2015
Deelname Zuiddag 2015.

          Besluit college van burgemeester en schepenen 25/07/2016
Deelname Zuiddag 2016, waarbij vier jobs ter beschikking werden gesteld.

          Besluit van college van burgemeester en schepenen van 2/10/2017
Deelname Youca (voormalig Zuiddag) 2017, waarbij vier jobs ter beschikking werden gesteld.

          Besluit van college van burgemeester en schepenen van 23/07/2018
Deelname Youca (voormalig Zuiddag) 2018, waarbij vier jobs ter beschikking werden gesteld.

 

Feiten en context

          Gemeente Schilde nam in 2015, 2016, 2017 en 2018 succesvol deel aan Youca.

          In 2018 werden vier jobs ter beschikking gesteld, twee op het OCMW en twee bij de afdeling Vrije Tijd en Welzijn.

          Youca is een organisatie voor en door jongeren.

          Youca stimuleert jongeren wereldwijd om samen te strijden voor een duurzame en rechtvaardige maatschappij.

          15.000 Vlaamse en Brusselse scholieren tussen 15 en 20 jaar kruipen voor 1 dag in de kleren van beroepskrachten. Hun verdiende loon van 55 euro staan ze af aan een jongerenproject in het Zuiden.

          De opbrengst van 2019 gaat naar het ontwikkelingsproject van Trias Guinee, dat jongeren motiveert om hun lot in eigen handen te nemen door te ondernemen.

 

Juridische gronden

Artikel 57 § 3. 2° uit het gemeentedecreet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het aanstellen en het ontslaan van het personeel, alsook de sanctie- en tuchtbevoegdheid ten aanzien van het personeel, onverminderd de bevoegdheid van de gemeenteraad overeenkomstig artikel 43, § 2, 7°, en de gevallen waarin die bevoegdheid door of krachtens de wet of het decreet aan de gemeenteraad is opgedragen;

 

Argumentatie

          Youca vraagt een positief engagement van gemotiveerde jongeren.

          Youca steunt een uniek en veelzijdig goed doel.

          Gemeente Schilde profileert zich met een positief maatschappelijk verantwoord imago.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.7.1.1

Algemene rekening

0160

Beleidsveld

61310060

Bedrag

Visum financieel beheerder

220 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deel te nemen aan Youca 2019 en hiervoor vier jobs ter beschikking te stellen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om 55,00 euro per deelnemende leerling te storten voor het project van Trias Guinee.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Ontbijt dag van de jeugdbeweging 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 september 2018
Goedkeuring voor het organiseren van een ontbijt op 19 oktober 2018 in kader van de dag van de jeugdbeweging.

 

Feiten en context

          De Dag van de Jeugdbeweging (DVDJB) is elk jaar weer de ‘nationale feestdag van de jeugdbeweging’.

          De DVDJB wordt sinds 2001 over heel Vlaanderen gevierd door middel van acties om de jeugdbeweging in de kijker te zetten en vrijwilligers in de bloemetjes te zetten.

          De DVDJB wordt dit jaar georganiseerd op vrijdag 18 oktober 2019.

          Er zijn vijf jeugdbewegingen in Schilde en 's-Gravenwezel bestaande uit één Chirogroep en vier Scoutsgroepen.

          Jeugdbewegingen hebben een traditie van het opnaaien van emblemen op hun uniform om sleutelmomenten, ervaringen en groepen waarvan zij lid zijn geweest te tonen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          Een leidster van Chiro Giedo, heeft de opnaaibadge van het vorige ontbijt ontworpen en wenst dit terug te doen voor deze editie.

          Navraag bij de jeugdbewegingen heeft getoond dat zij graag een lokaal initiatief hebben tijdens de DVDJB.

          Dit initiatief kan de vrijwilligers van de lokale jeugdbewegingen in de bloemetjes zetten.

          Het initiatief geeft jeugdbewegingen zichtbaarheid en kan zo helpen om nieuwe leden en vrijwilligers aan te trekken.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1

Algemene rekening

61599999 en 61430010

Beleidsveld

0750

Bedrag

750,00 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor het organiseren van een ontbijt op 18 oktober 2019 in kader van de dag van de jeugdbeweging.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Nacht van de maan - 13 juli 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Jan de Prins gericht aan de dienst mobiliteit van woensdag 12 juni 2019

 

Feiten en context

Jan de Prins organiseert op 13 juli 2019 de 6de wandelmarathon "nacht van de maan". Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. Hij vraagt toelating voor dit evenement.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor een gelijkaardig evenement al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Jan de Prins voor de organisatie van de 6de wandelmarathon "Nacht van de maan", op 17 juli 2019 mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Aanvraag straatfeest Kotsbosweg op 27 juli 2019 door Greet Rombouts

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Kotsbosweg van Greet Rombouts van 27 juli 2019.

 

Feiten en context

Greet Rombouts vraagt toelating om op 27 juli 2019 een straatfeest te organiseren in de Kotsbosweg. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

          Gunstig advies milieu

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Greet Rombouts voor de organisatie van een straatfeest in de Kotsbosweg op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breedte is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Greet Rombouts indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Aanvraag straatfeest Ringdreef op 24 augustus 2019 door Rita Plancke

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Ringdreef van Rita Plancke van 26 mei 2019.

 

Feiten en context

Rita Plancke vraagt toelating om op 24 augustus 2019 een straatfeest te organiseren in de Ringdreef. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

          Gunstig advies milieu

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Straatfeestreglement, goedgekeurd op de gemeenteraad van 22 februari 2016

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Rita Plancke voor de organisatie van een straatfeest in de Ringdreef op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          er op voorhand wordt doorgegeven welke huisnummers langs welke ingang van de straat bereikbaar zijn;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Rita Plancke indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Aanvraag Parel der Voorkempen - 25 augustus 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 19 februari 2019

 

Feiten en context

Op zondag 25 augustus organiseren "De Hobbyboerkes" de jaarlijkse oldtimerrit "Parel der Voorkempen. Deze oldtimerrit loopt gedeeltelijk over het grondgebied van Schilde. De organisatie vraagt toestemming voor deze oldtimerrit en om het Lodewijk de Vochtplein op zondag 25 augustus 2019 af te sluiten voor de aankomst van de wagens.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1°
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

 

Argumentatie

De organisatie heeft in het verleden reeds herhaaldelijk toestemming gekregen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan de organisatie van de Hobbyboerkes voor de organisatie van de parel der voorkempen oldtimerrit op 25 augustus 2019

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 08 07 2019

Verhoging toelage Dorpshappening

 

 

Voorgeschiedenis

Overleg tussen het college van burgemeester en schepenen en leden van het Dorpscomité in de week van 17 juni 2019

 

Feiten en context

          Dorpscomité 's-Gravenwezel organiseert op jaarbasis twee grote activiteiten in 's-Gravenwezel: de dorpsdag in juni en de dorpshappening in augustus.

          Momenteel kent de Dorpshappening in augustus geen groot succes omwille van het beperkte budget dat men hier tegenover kan stellen. Met name sponsoring is een probleem.

          De nominatieve toelage van 5.000 euro die zij jaarlijkse ontvangen, werd nog nooit geïndexeerd.

          De totaalkost voor de organisatie van de dorpsdag is ongeveer 14.000 euro,

          De kosten voor de organisatie van de Dorpshappening staan momenteel al reeds op 4.000 euro.

          De organisatie vraagt of de nominatieve toelage kan verhoogd worden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 &3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Een verhoging van het budget voor de dorpshappening is noodzakelijk om een kwalitatief evenement te kunnen organiseren.

          Artikel 4 van het projectsubsidiereglement
Een vereniging kan geen aanspraak maken op een projectsubsidie indien het project tot de reguliere werking behoort van een erkende vereniging die een werkingssubsidie ontvangen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het dorpscomité de mogelijkheid te bieden om een projectsubsidie ter ondersteuning van de dorpshappening aan te vragen onder de volgende voorwaarden:

          Dorpscomité 's-Gravenwezel kan een financieel overzicht voorleggen ter verduidelijking van hun aanvraag;

          de projectsubsidie-aanvraag voldoet aan de in het projectsubsidiereglement gestelde voorwaarden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het voorstel tot verhoging van de toelage voor het dorpscomité ’s-Gravenwezel voor de organisatie van de dorpshappening en de dorpsdag voor te leggen aan de volgende adviesraden:

          Cultuurraad;

          Seniorenraad;

          Jeugdraad.

 

 

Publicatiedatum: 30/07/2019