Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 5 mei 2025 zonder opmerkingen goed. Pascale Gielen onthoudt zich.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:
● de bestelbonnen voor een totaal bedrag van 68.773,10 euro;
● de betaalloten voor een totaal bedrag van 110.097,40 euro.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de volledige documentatiebundel van de aanpassing en toelichting van het meerjarenplan 2020-2025 en beslist deze aan de raadscommissie van 2 juni 2025 en de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en de raad van bestuur van het AGB van 16 juni 2025 voor te leggen.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de datum en starttijdstip van zondag 21 september 2025 om 10 uur.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het programma van
het evenement 'Onthaalmoment nieuwe inwoners'.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de dienst burgerzaken een
lijst voorziet aan de dienst communicatie van alle nieuwe inwoners die na 1 juli 2024 in de
gemeente zijn komen wonen.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Jantoomesdreef af te sluiten ter hoogte van de Moerhoflaan van 19 mei 2025 tot en met 19 mei 2026.
Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.
Artikel 3. Afschrift van huidig besluit wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en overgemaakt aan het loket lokaal bestuur.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het kruispunt van de Kluisdreef met de Heidedreef af te sluiten van 6 september 2025 tot en met 7 september 2025.
Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.
Artikel 3. Afschrift van huidig besluit wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en overgemaakt aan het loket lokaal bestuur.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om geen goedkeuring te verlenen voor het verplaatsen van de fietsenstalling naar Wijnegemsteenweg 41.
Artikel 2. Het college van burgemeester schepenen beslist om geen goedkeuring te verlenen voor het plaatsen van een terras op de parkeerstrook ter hoogte van Wijnegemsteenweg 33.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het verkeersbord ter hoogte van de Wijnegemsteenweg 39A enkele meters te verplaatsen.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de mails van Forum Advocaten en het verloop van het dossier.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord om de zaak te laten voorkomen en ter voorbereiding ervan conclusies te laten opmaken.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om haar akkoord te geven omtrent bovenstaande remediërende maatregelen mits het wettelijk kader - waaronder eventuele vergunningsplicht/reglementering - en de hogere beargumenteerde voorwaarden worden gerespecteerd.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 2 van BODEN, Duiventorenstraat 16 te 2910 Essen voor de opdracht “Heraanleg voet- en fietspaden en herinrichting schoolomgevingen” voor een bedrag van 76.091,73 euro excl. btw of 92.070,99 euro incl. 21% btw.
Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 2240000007/02/0200 (actie/raming AC000011/MJP001285).
Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk HNW396814 DNW20315680.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Wyre met referentie 4646317.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen na een rondgang met de toezichter van de gemeente voorlopig te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na de beëindiging ervan om na de periode van 1 jaar de werken definitief op te leveren. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de andere nutsbedrijven kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Wyre met referentie 4654916.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen na een rondgang met de toezichter van de gemeente voorlopig te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na de beëindiging ervan om na de periode van 1 jaar de werken definitief op te leveren. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de andere nutsbedrijven kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Pidpa met kenmerk D-28-302.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk HNW413
001 DNW20329567.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1.Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk 6000050771.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordeningen over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en kasten;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na de beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichten onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken verantwoordelijke controleur vermeldt het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50 cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaatse en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Pidpa met kenmerk D-28-301.
Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:
● aanvraag coördinatie via GIPOD;
● rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;
● rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;
● bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;
● werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;
● de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;
● de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;
● de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;
● indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;
● noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025219) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_202588) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
● de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
● het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 7.500 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.682,9 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,50m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
● het advies van Pidpa-Riolering naleven.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025129) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
● het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
● de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
● het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 15.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 17.721 liter en een infiltratieoppervlakte van 43m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
● het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
● de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
● het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
● het advies van Pidpa-Riolering naleven;
● het advies van de gemeentelijke themaconsulent woonbeleid naleven.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025166) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
● de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
● het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich niet aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2024477) vormt een integraal deel van deze beslissing. Het college van burgemeester en schepenen motiveert de beslissing als volgt:
aktename van de IIOA.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 20.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.418 liter en een infiltratieoppervlakte van 8,29m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
● het advies van de brandweer Malle naleven;
● het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
● het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven;
● het advies van Fluvius System Operator naleven;
● het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
● het advies van Pidpa naleven;
● het advies van Pidpa-Riolering naleven;
● het advies van Proximus naleven;
● het advies van Wyre naleven;
● de 8 autostaanplaatsen dienen steeds deel uit te maken van het project en mogen niet verhuurd of verkocht worden aan derden.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_202527) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025155) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het beroep ingesteld bij de deputatie.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen is van oordeel dat de opgelegde keuze van heraanplanting correct is conform het nieuwe waarborgsysteem goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op datum van 24 juni 2024. Bijgevolg blijft het college van burgemeester en schepenen bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de aflevering van de voorwaardelijk vergund op 24 februari 2025.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een advies over te maken aan de deputatie.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om in de Kapelstraat verlichtingspaal met steunnummer 1557 te verwijderen en steunnummer 1812 te verplaatsen bij uitvoering van de verledding.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om in de Molenstraat voor steunnummers 1565,1566,1567, 6947, 1710,1560,1561,1559 en 1558 de afspraken voor parken en pleinen aan te nemen, namelijk Schreder Friza op palen van 4 meter hoogte.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de verledding in Den Hert één op één door te voeren en de hoogte van de palen te behouden op dezelfde hoogte.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_202549) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025184) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte aanleggen met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen langs alle zijden van het perceel aanbrengen, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
● een heraanplanting uitvoeren in de voortuin:
○ met 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte, plantmaat 8/10;
○ in de achtertuin met 2 zomer- of wintereiken plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte, plantmaat 8/10;
○ geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aanbrengen onder de bestaande bomen;
○ de heraanplanting:
○ plantafstand van minstens 8 meter voor bomen van eerste grootte;
○ plantafstand van 5 meter voor bomen van tweede grootte;
○ niet onder kruinen van bestaande bomen;
○ op minstens 2 meter plantafstand van de perceelsgrenzen;
○ de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen:
○ aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed;
○ het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering;
○ indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat;
○ de nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om het eerste groeiseizoenen te overleven;
○ wanneer de boom/bomen niet overleven, vervangen;
○ bij het uitvoeren van werken in de periode 1 april – 1 juli (broedseizoen van vogels), zorgt de aanvrager ervoor dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
● een waarborgfactuur betalen van 900 euro waarvan 6x150 ter garantie voor uitvoering van de opgelegde heraanplanting en ter garantie voor het behoud in goede gezondheid van de te behouden bomen.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025222) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● de groene gemeentelijke uitstraling herstellen of versterken door het uitvoeren van een heraanplanting met minstens 1 inlandse hoogstammige loofboom van eerste grootte plantmaat 10/12 en 1 inlandse hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 8/10;
● de heraanplanting:
○ plantafstand van minstens 8 meter voor bomen van eerste grootte;
○ plantafstand van 5 meter voor bomen van tweede grootte;
○ niet onder kruinen van bestaande bomen;
○ op minstens 2 meter plantafstand van de perceelsgrenzen;
○ de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen:
○ aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed;
○ het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering;
○ indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat;
○ de nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om het eerste groeiseizoenen te overleven;
○ wanneer de boom/bomen niet overleven, vervangen;
○ bij het uitvoeren van werken in de periode 1 april – 1 juli (broedseizoen van vogels), zorgt de aanvrager ervoor dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025226) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte aanleggen met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen langs alle zijden van het perceel aanbrengen, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
● de aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting;
● heraanplanting met 4 zomer- of wintereiken of beuken plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 8/10;
● geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aanbrengen onder de bestaande bomen;
● de heraanplanting:
○ plantafstand van minstens 8 meter voor bomen van eerste grootte;
○ plantafstand van 5 meter voor bomen van tweede grootte;
○ niet onder kruinen van bestaande bomen;
○ op minstens 2 meter plantafstand van de perceelsgrenzen;
○ de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen:
○ aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed;
○ het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering;
○ indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat;
○ de nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om het eerste groeiseizoenen te overleven;
○ wanneer de boom/bomen niet overleven, vervangen;
○ bij het uitvoeren van werken in de periode 1 april – 1 juli (broedseizoen van vogels), zorgt de aanvrager ervoor dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
● een waarborgfactuur betalen van 900 euro waarvan 6 x150 ter garantie voor uitvoering van de opgelegde heraanplanting en ter garantie voor het behoud in goede gezondheid van de te behouden bomen.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025221) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.
Artikel 3. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025229) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● de groene gemeentelijke uitstraling herstellen of versterken door het uitvoeren van een heraanplanting met minstens 1 inlandse hoogstammige loofboom van eerste grootte plantmaat 10/12 en 1 inlandse hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 8/10;
● de heraanplanting:
○ plantafstand van minstens 8 meter voor bomen van eerste grootte;
○ plantafstand van 5 meter voor bomen van tweede grootte;
○ niet onder kruinen van bestaande bomen;
○ op minstens 2 meter plantafstand van de perceelsgrenzen;
○ de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen:
○ aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed;
○ het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering;
○ indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat;
○ de nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om het eerste groeiseizoenen te overleven;
○ wanneer de boom/bomen niet overleven, vervangen;
○ bij het uitvoeren van werken in de periode 1 april – 1 juli (broedseizoen van vogels), zorgt de aanvrager ervoor dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.
● een waarborgfactuur betalen van 300 euro waarvan 2x150 euro ter garantie voor uitvoering van de opgelegde heraanplanting en ter garantie voor het behoud in goede gezondheid van de te behouden bomen.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025228) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar (verslag_GOA_2025232) vormt een integraal deel van deze beslissing.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager.
Artikel 3. De vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden:
● voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte aanleggen met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen langs alle zijden van het perceel aanbrengen, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;
● de aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting;
● heraanplanting met 1 zomer- of wintereik plantmaat 10/12 ;
● geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aanbrengen onder de bestaande bomen;
● de heraanplanting:
○ plantafstand van minstens 8 meter voor bomen van eerste grootte;
○ plantafstand van 5 meter voor bomen van tweede grootte;
○ niet onder kruinen van bestaande bomen;
○ op minstens 2 meter plantafstand van de perceelsgrenzen;
○ de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen;
○ aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed;
○ het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering;
○ indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat;
○ de nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om het eerste groeiseizoenen te overleven;
○ wanneer de boom/bomen niet overleven, vervangen;
○ bij het uitvoeren van werken in de periode 1 april – 1 juli (broedseizoen van vogels), zorgt de aanvrager ervoor dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;
○ te voldoen aan de voorwaarden van gekoppelde vergunning OMG 2020/60: oa, boomonderzoek, heraanplanting en het stellen van de bankwaarborg.
Artikel 4. De beroepsprocedure en vervalregeling van de omgevingsvergunning zijn van toepassing.
Artikel 1. De plaatsingsprocedure voor vervangen van betongoten wordt stopgezet. De opdracht wordt niet gegund en de procedure zal later eventueel opnieuw opgestart worden.
Artikel 2. Bovengenoemde inschrijvers zullen hierover schriftelijk ingelicht worden.
Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 5 mei 2025, opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken.
Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 3. De opdracht “Onderzoek monumentale muur en ondergronds gangenstelsel op begraafplaats in Schilde” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde ERFGOED & VISIE - EDITH VERMEIREN ARCHITECT BVBA, Lierselei 84 te 2390 Oostmalle tegen het nagerekende offertebedrag van 24.977,00 euro excl. btw of 30.222,17 euro incl. 21% btw.
Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2024-088.
Artikel 5. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2024, op budgetcode 2700050000/09/0990 (actie/raming AC000047/MJP001676).
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de jaarlijkse verkoop van afgevoerde materialen uit te breiden naar twee keer per jaar, één keer in Schilde en één keer in 's-Gravenwezel.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het programma van een boekenverkoop goed te keuren.
Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de tarieven van een boekenverkoop goed te keuren.
Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een deel van de onverkochte materialen opnieuw te stockeren voor een volgende verkoop, een ander deel zal gebruikt worden in de boekenruilkasten en een deel zal gerecycleerd worden.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het programma voor het najaar van 2025 goed.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van de ticketprijzen.
Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Circus Barones voor het plaatsen van maximaal 6 reclameborden vanaf 13 mei 2025 tot 1 juni 2025 op volgende wegen:
● Fortsteenweg;
● Sint- Jobsteenweg;
● Wijnegemsteenweg;
● Schoolstraat;
● Waterstraat;
● Bethaniëlei.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan Circus Barones voor het plaatsen van maximaal 6 reclameborden van 13 mei 2025 tot en met 1 juni 2025 op volgende voorwaarden:
● de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;
● de borden mogen geen hinder veroorzaken;
● de doorgang van één meter moet gegarandeerd blijven voor voetgangers;
● er mogen maximaal 6 borden gehangen worden;
● de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;
● de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.