VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

5 oktober 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 28 september 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 28 september 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 5.123 tot en met 5.188;

          de betaalloten van 159 tot en met 161.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Wapenstilstand 11 november 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen beslist jaarlijks over de wijze waarop de herdenking van de Wapenstilstand wordt ingevuld.

 

Feiten en context

          De organisatie van de 11-Novemberviering wordt op volgende manier ingevuld:

          bloemenhulde te 's-Gravenwezel vóór de eucharistieviering van 11 uur in Schilde;

          bloemenhulde aan de graven van de gesneuvelden te Schilde na de eucharistieviering.

          De drie kransen voor de bloemenhulde worden geleverd door een lokale bloemist.

          Aan de lokale politie Voorkempen wordt gevraagd om:

          de Kerkstraat in 's-Gravenwezel tijdelijk af te sluiten rond 10.00 uur;

          het kerkplein in Schilde na de mis van 11 uur tijdelijk af te sluiten, zodat geen gevaarlijke situatie ontstaat bij het verlaten van de Sint-Guibertuskerk richting kerkhof voor de kranslegging.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 130bis van de gecoördineerde wetten Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Protocol van het departement Cultuur, Jeugd & Media van de Vlaamse overheid
Update 21 september 2020
1.Respecteer de hygiëneregels
2.Doe je activiteiten liefst buiten
3.Denk aan kwetsbare mensen
4.Hou afstand (1,5m)
5.Beperk je nauwe contacten
6.Volg de regels over bijeenkomsten

 

Inspraak en advies

Veiligheidsadviseur Jo De Decker: positief advies

 

Argumentatie

De activiteit organiseren met inachtneming van de te volgen veiligheidsmaatregelen ter bescherming van haar inwoners.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

000034

Actie

000164

Algemene rekening

6143001000

Beleidsveld

0101

Bedrag

Visum financieel directeur

1.000 euro (raming)

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met de organisatie van de 11-Novemberviering 2020 onder coronamaatregelen, als volgt:

          10.00 uur bloemenhulde aan het monument van de gesneuvelden aan de Sint-Catharinakerk te 's-Gravenwezel;

          11 uur eucharistieviering in de Sint-Guibertuskerk te Schilde opgeluisterd door harmonie Takjes worden Boomen;

          bloemenhulde op het kerkhof aan de graven van de gesneuvelden en burgerlijke slachtoffers.

Artikel 2. Aan politie Voorkempen wordt gevraagd om assistentie te verlenen bij de kransleggingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - anoniem - Vogelenzang

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 juni 2020 bezorgde het Agentschap voor Binnenlands Bestuur de klacht van 'Hier niemand' in verband met de Vogelenzang.

          Op 29 juni 2020 besliste het college van burgemeester en schepenen de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht goed te keuren.

          Op 30 juni 2020 werd de uitgebreide toelichting over het voorwerp van de klacht overgemaakt aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

          Op 3 augustus 2020 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van het verstrijken van de termijn voor het formuleren van een antwoord door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

 

Feiten en context

Het Agentschap Binnenlands Bestuur maakte op 30 september 2020 haar standpunt over het voorwerp van de klacht over aan het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

          Artikel 331 van het decreet lokaal bestuur

De toezichthoudende overheid kan besluiten van een gemeenteoverheid ambtshalve opvragen.  Bij ontvangst van een klacht vraagt de toezichthoudende overheid het besluit en het bijbehorende dossier op.

          Artikel 332 §1 van het decreet lokaal bestuur

De toezichthoudende overheid beschikt over een termijn van dertig dagen om een besluit van de gemeenteoverheid te vernietigen en om de gemeenteoverheid daarvan op de hoogte te brengen.

Alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid worden ter kennis gebracht op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad.

          Artikel 333 van het decreet lokaal bestuur

Als een klacht wordt ingediend tegen een besluit van de gemeenteoverheid brengt de toezichthoudende overheid de indiener van de klacht op de hoogte van:

          de ontvangst van de klacht, binnen tien dagen nadat ze ontvangen werd;

          het verzoek  van de toezichthoudende overheid aan de gemeenteoverheid om het besluit en het bijbehorende dossier te bezorgen binnen tien dagen na dat verzoek;

          het besluit  van de toezichthoudende overheid over de ingediende klacht met vermelding van de motieven waarop het besluit is gebaseerd.

 

Argumentatie

          In de klacht formuleert betrokkene verschillende aantijgingen:

          ambtelijk plichtsverzuim qua handhaving, wat kan weerlegd worden op basis van het feitenverslag, bevoegdheidsverdeling en scheiding der machten;

          onbehoorlijk bestuur, wat kan weerlegd worden op basis van het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel;

          bedrog, wat kan weerlegd worden op basis van de discretionaire bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen;

          actieve en/of passieve corruptie, wat kan weerlegd worden op basis van artikel 29 van het decreet op de omgevingsvergunningen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het standpunt van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist alle besluiten en opmerkingen van de toezichthoudende overheid ter kennis te brengen op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

BBC - Opvolgingsrapportering

 

 

Feiten en context

De opvolgingsrapportering bevat de stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen en een overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (schema J1 en T2). De rapportering bevat ook de wijzigingen die het bestuur mogelijks heeft doorgevoerd in de assumpties bij de opmaak van het (aangepaste) meerjarenplan en eventuele wijzigingen in de financiële risico’s. Daarnaast is het bestuur vrij om zelf nog extra elementen in de opvolgingsrapportering op te nemen. 

 

Juridische gronden

Artikel 263 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bepalen wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan, wordt voorgelegd.

Er wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.

 

Inspraak en advies

Managementteam van 30 september 2020

 

Argumentatie

          Omwille van de coronacrisis konden een aantal geplande acties niet gerealiseerd worden of moeten ze een jaar later ingepland worden, bijvoorbeeld omdat fysieke vergaderingen of overlegmomenten niet konden doorgaan.

          De opvolgingsrapportering geeft een inzicht in de acties die omwille van de coronacrisis een andere invulling kregen waardoor kon ingespeeld worden op de gewijzigde omstandigheden.

          In de opvolgingsrapportering zijn tevens de aanpassingen van het meerjarenplan op een overzichtelijke manier weergegeven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingsrapportering ter kennisname te agenderen voor de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

BBC 2020 - Aanpassing en toelichting van het meerjarenplan 2014-2021

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad van 16 december 2019 keurde het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Feiten en context

          De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW zijn het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening. De beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.

          De aanpassing van het meerjarenplan omvat:

          de aangepaste financiële nota: het aangepast financieel doelstellingenplan (schema M1), de aangepaste staat van het financieel evenwicht (schema M2), het aangepast overzicht van kredieten (M3);

          de aangepaste toelichting:

          aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven - functioneel (T1);

          aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven - economisch (T2);

          investeringsprojecten - per prioritaire actie/actieplan (T3);

          evolutie van de financiële schulden (T4);

          financiële risico's;

          beschrijving grondslagen en assumpties;

          verwijzing naar de plaats waar documentatie beschikbaar is;

          de wijzigingen van de strategische nota;

          motivering van de wijzigingen.

 

Juridische gronden

          Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur

De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:

3° het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 249

          Artikel 249 §3 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.

De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.

          Artikel 249 §4 van het decreet lokaal bestuur

Elke raad stemt telkens over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport. In afwijking daarvan kan elk raadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer delen die hij aanwijst. In dat geval mag de betrokken raad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming. Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de raad. Als de andere raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt die raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.

          Artikel 257 van het decreet lokaal bestuur

          § 1. Minstens een keer per jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Daarnaast kan het meerjarenplan, als dat nodig is, ook worden aangepast om alleen de kredieten voor het lopende boekjaar aan te passen.
Bij elke aanpassing van het meerjarenplan wordt het resultaat van de intussen vastgestelde jaarrekeningen verwerkt.

          § 2. Een aanpassing van het meerjarenplan omvat minstens een aangepaste financiële nota, een toelichting en de eventuele wijzigingen van de strategische nota.

          Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen

          Omzendbrief KBBJ/ABB-2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus

 

Inspraak en advies

Het managementteam van 30 september 2020 formuleerde een positief advies.

 

Motivering

          De gemeenteraad heeft de voorbije maanden volgende informatie gekregen die maakt dat geactualiseerde omgevingsanalyse op dit ogenblik niet aan de orde is:

          20 april 2020: monitoringsrapport Corona (externe omgevingsanalyse);

          15 juni 2020: het rapport van de organisatie-audit met begeleide zelfevaluatie (interne omgevingsanalyse);

          21 september 2020: de bottom-up zelfevaluatie is een integraal onderdeel van het meerjarenplan organisatiebeheersing (interne omgevingsanalyse).

          Er zal opnieuw een aanpassing van het meerjarenplan gebeuren voor het jaar 2021. 

          De rekening 2019 is ingebracht in het meerjarenplan 2020-2025.

          Er wordt - volgens de decretale bepalingen - een financieel evenwicht bereikt, zowel bij het resultaat op kasbasis als bij de autofinancieringsmarge (schema M2).

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 te agenderen voor de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Aanpassing retributiereglement op de levering van administratieve stukken

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 2019 heeft de gemeenteraad het retributiereglement op de aflevering van administratieve stukken goedgekeurd.

          Op 14 september 2020 heeft het Agentschap Binnenlands Bestuur opmerkingen overgemaakt op reglementen die zijn goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2019.

 

Feiten en context

          De gemeente levert diverse administratieve stukken af aan de burgers en zorgt tevens voor de nodige administratieve opzoekingen en vastgoedinformatie. De aanmaak en aflevering van dergelijke administratieve stukken en informatie veroorzaken kosten voor de gemeente en het past derhalve dat de gebruiker deze kosten vergoedt.

          In bepaalde gevallen is het aangewezen om een gematigd tarief te voorzien of een vrijstelling van onderhavige retributie te verlenen, omwille van maatschappelijke of sociale redenen.

 

Juridische gronden

          Artikel 170, §4 van de grondwet van 1831 en latere wijzigingen
De machtiging voor de belasting ligt in de gemeentelijke fiscale autonomie

          Artikel 40, §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverorderingen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Inspraak en advies

GD&A advocaten werd aangesteld om extern deskundig juridisch advies te geven.

 

Argumentatie

          Het Agentschap Binnenlands Bestuur merkte op dat de retributie voor transgenders niet meer dan 10% mag bedragen van het door de gemeente vastgestelde gewone tarief.

          De gemeente stelt transgenders vrij van enige retributie.

          Het retributiereglement werd aangepast en uitgebreid met deze informatie.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de wijziging van het retributiereglement op administratieve stukken goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deze wijziging voor te leggen aan de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Aanpassing retributiereglement op het opruimen van sluikstorten

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 2019 heeft de gemeenteraad het retributiereglement op de aflevering van administratieve stukken goedgekeurd.

          Op 14 september 2020 heeft het Agentschap Binnenlands Bestuur opmerkingen overgemaakt op reglementen die zijn goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 december 2019.

 

Feiten en context

          De gemeente en haar burgers worden regelmatig geconfronteerd met afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze.

          Het is noodzakelijk dat sluikstort zo vlug mogelijk verwijderd wordt, omdat dit past in een algemeen streven naar een nette en leefbare gemeente.

          Het verwijderen en verwerken van deze achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de gemeentelijke diensten en/of het inzetten van een externe firma en gaat gepaard met extra kosten voor de gemeente.

          Deze kosten worden berekend en verhaald op de sluikstorter, tegen en louter kostendekkend tarief.

          Omzendbrief KB ABB 2019/2 bepaalt dat de gemeente de opruimingskosten van het sluikstorten kan verhalen op de sluikstorter via een retributie.

 

Juridische gronden

          Artikelen 41, 162, 170, §4 en 173 van de Grondwet

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald de artikelen 40, §3, 41, 279, 286 t.e.m. 288 en 326 en volgende

          Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

          Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, met latere wijzingen

          Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, met latere wijzigingen

          Omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit

 

Inspraak en advies

          D&A advocaten werd aangesteld om extern deskundig juridisch advies te geven.

 

Argumentatie

          Het Agentschap Binnenlands Bestuur merkte op dat het belangrijk is dat de vergoeding voor het opruimen van het sluikstort louter kostendekkend is. Bij het bepalen van het tarief kan rekening gehouden worden met de aard en de hoeveelheid van de achtergelaten afvalstoffen, met het ingezette materiaal en personeel en met de afstand die afgelegd wordt om het afval op te halen en/of weg te brengen.

          Een vergoeding voor het sluikstort die niet louter kostendekkend is, is niet aanvaardbaar.

          Het retributiereglement werd aangepast en uitgebreid met concrete tarieven.

          Er kan overwogen worden om de tariefstelling uit het vorige retributiereglement te actualiseren door deze op te trekken naar volgende bedragen met aanpassing nog naar weekendwerk:

          loonkost arbeider van 30,00 naar 35,00 euro;

          loonkost administratief medewerker van 25,00 naar 35,00 euro per uur;

          inzet voertuig met chauffeur van 45,00 naar 50,00 euro per uur.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de wijziging van het retributiereglement met de geactualiseerde tarieven op het opruimen van sluikstorten goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deze wijziging voor te leggen aan de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de geactualiseerde werkingstarieven nog in een afzonderlijke gemeenteraadsbeslissing aan te passen zodat deze ook in schadebestekken en andere reglementen kan toegepast worden.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Afwijking wekelijkse rustdag middenstand in 2020

 

 

Feiten en context

          Jaarlijks mogen handelaars vijftien keer hun deuren openen op hun wekelijkse rustdag.

          Deze afwijkingen gelden voor het ganse grondgebied. In geen geval mogen er individuele afwijkingen toegestaan worden.

          Niet alle winkels in Schilde en 's-Gravenwezel hoeven dan hun deuren te openen. Het staat de winkeliers en handelaars vrij om zelf de keuze te maken.

          Volgende datum wordt bijkomend voorgesteld voor 2020:

          11 oktober

          Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt deze afwijking via de website bekendgemaakt.

          Er werd in het college van burgemeester en schepenen van 28 september goedkeuring gegeven aan 7 dagen van de wettelijke 15 dagen.

 

Juridische gronden

Artikel 15 van de wet betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening van 10 november 2006
Op aanvraag van één of meerdere handelaars of ambachtslieden handelend in eigen naam of op aanvraag van een vereniging van handelaars of ambachtslieden kan het college van burgemeester en schepenen, in bijzondere en voorbijgaande omstandigheden of ter gelegenheid van jaarbeurzen en jaarmarkten, afwijkingen op de in artikel 6 en 8 bedoelde verplichtingen verlenen aan de vestigingseenheden gelegen op het grondgebied van de gemeente of op een deel ervan. Deze afwijkingen mogen niet meer dan vijftien dagen per jaar bedragen.

 

Argumentatie

          Aangezien de afwijkingen gelden voor het hele grondgebied en er in geen geval individuele afwijkingen mogen toegestaan worden, is het belangrijk dat alle ondernemers in de gemeente zich kunnen informeren over wanneer het toegestaan is te openen op de wekelijkse rustdag.

          Om de winkeliers die een andere sluitingsdag dan zondag hebben, ook op te nemen in deze toelating, wordt de toelating verleend voor zeven dagen, startend bij de vermelde zondag.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed voor afwijkingen op de verplichte rustdag voor 2020 voor het ganse grondgebied van de gemeente. De afwijking geldt voor één dag, startend op de aangevraagde zondag. Volgende datum maakt deel uit van deze beslissing: 11 oktober.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Overheidsopdracht voor de aankoop van 360°-beelden van het gemeentelijke openbaar domein

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 30 juni 2019 stopte de dienstverlening van de 360°-beeldendatabank Vlaanderen door Informatie Vlaanderen. Het contract met de Tijdelijke Handelsvereniging (THV) Image-V voor de hosting en de ontsluiting van de 360°-beeldendatabank werd niet meer verlengd. Het betreft zowel de 360°-beeldendatabank met de panoramische beelden van 2008-2010 als de 360°-beeldendatabank met panoramische beelden en Lidar-puntenwolken van 2014-2016. De opnamebeelden van 2014-2016 behoren toe aan de THV Image-V.

          Vlaanderen ondernam geen nieuwe acties in het domein van 360°-beelden.

          Op 27 mei 2019 werd bij THV Image-V een bestelling geplaatst voor 2.140,49 euro (incl. BTW) om de 360° beeldendatabank van gemeente Schilde 2014-2016 voor 5 gelijktijdige gebruikers te mogen gebruiken voor 1 jaar. Deze dienstverlening stopt op 30 juni 2020.

          Op 20 april 2020 gaf het college van burgemeester en schepenen aan IGEAN de opdracht om overeenkomstig de geldende wetgeving  een groepsaankoop te organiseren voor het aankopen van 360° panoramafoto’s, luchtfoto’s en LIDARwinning.

          Op 31 augustus 2020 stuurden Fluvius en VVSG een brief aan het college van burgemeester en schepenen met onderwerp 'Overheidsopdracht i.s.m. Fluvius-VVSG voor aankoop 360°-beelden' waarin de mogelijkheid geboden werd aan alle Vlaamse gemeenten om deel te nemen aan een overheidsopdracht en op die manier ook zelf te beschikken over 360°-beelden van het eigen grondgebied.

          Op 30 september 2020 gaf IGEAN aan de gemeente het advies om deel te nemen aan de gezamenlijke aankoop via Fluvius.

 

Feiten en context

          Met de brief van Fluvius en de VVSG van 31 augustus 2020 met betrekking tot een overheidsopdracht voor de aankoop van 360°-beelden van het gemeentelijke openbaar domein en de erbij horende technische nota kregen alle Vlaamse gemeenten de mogelijkheid om aan deze overheidsopdracht deel te nemen.

          Dergelijke beelden brengen het volledige openbare domein van de gemeenten digitaal in beeld, waardoor gemeenten veel minder op het terrein aanwezig moeten zijn voor concrete opmetingen enz.

          Het ontwerp van bestek voor deze onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging met refertenummer FLU20IT027 en dossiernaam “360° Beeldendatabank” werd opgesteld door Fluvius System Operator cv, die in dit dossier tevens optreedt als aankoopcentrale (cf. artikel 2, 7°,a van de Wet inzake Overheidsopdrachten van 17 juni 2016).

          In de technische nota bij de brief van Fluvius en de VVSG van 31 augustus 2020 wordt deze opdracht voor wat het bestuur betreft indicatief geraamd op éénmalig een bedrag tussen 3.847 en 7.695 euro en jaarlijkse kosten van 385 tot 769 euro.

 

Juridische gronden

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren.

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

          Besluit van de gemeenteraad van 21 januari 2013 houdende vaststelling van begrip dagelijks bestuur.

 

Argumentatie

          De 360° beeldendatabank wordt vrijwel dagelijks gebruikt. Het gaat hier dan over dossiers met vergunningen, handhaving, mobiliteit, beheer van het openbaar domein, onderhoud patrimonium, ... Indien er geen beelden zijn moet er meer op het terrein onderzoek gedaan worden. De beelden zijn dus vrijwel onmisbaar om efficiënt te werken.

          Door een groepsaankoop kan er extra korting verkregen worden.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP00350

Actie

AC000122

Algemene rekening

6142999900

Beleidsveld

0119

Bedrag

 

Visum financieel directeur

raming - éénmalig een bedrag tussen 3.847 en 7.695 euro en jaarlijkse kosten van 385 tot 769 euro exclusief btw

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het ontwerp van bestek voor onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging met refertenummer FLU20IT027 en dossiernaam “360° Beeldendatabank”, opgesteld door Fluvius System Operator cv goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verkiest een inwinning van de beelden in de beginperiode van de opdracht (ongeveer vanaf april 2021).

Artikel 3. Fluvius System Operator cv wordt gemandateerd om namens de gemeente de opdracht te sluiten.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van Torekenskermis 2020 - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Lijst kermissen en feestelijkheden 2020

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van Torekenskermis van 10 tot en met 12 oktober 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omschrijving

Door de organisatie van Torekenskermis op het Kerkplein op 10, 11 en 12 oktober 2020 zijn hierna vermelde bepalingen van toepassing van 8 oktober 2020 tot einde opkuis op 13 oktober 2020.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Artikel 2.1. Op het Kerkplein en in de Dorpsstraat tussen de Kasteeldreef en Schoolstraat is alle verkeer verboden. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door verkeersborden C3. .

Artikel 2.2. Parkeerverbod wordt ingesteld en aangeduid door verkeersborden E3 in volgende straten:

          op het Kerkplein, voor de ingang van de kerk;

          in de Schoolstraat, ter hoogte van de hoek met Dorpsstraat 53.

Artikel 3. De wegomlegging

          Het verkeer in de Oelegemsteenweg en in de Schoolstraat wordt omgeleid via Liersebaan - Alfons Van den Sandelaan - van de Wervelaan.

          Het verkeer in de Kasteeldreef wordt omgeleid via de Turnhoutsebaan - Schoolstraat - van de Wervelaan - Alfons Van den Sandelaan - Liersebaan.

Artikel 4. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

Artikel 5. Afschrift van huidig besluit wordt overgemaakt via het loket lokaal bestuur.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Burgemeesterbesluit - Sanering na asbestvondst - Zilverreiger 2

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 20 februari 2020 werd het bevel tot aanvang van de werken voor de afbraak van de constructie aan de Zilverreiger 2 gegeven aan de firma Aabik. Wegens het coronavirus is de start van de werken uitgesteld naar 24 september 2020.

          Op dinsdag 29 september 2020 geeft de aannemer Aabik aan asbest gevonden te hebben in en onder de betonplaat van de constructie gelegen aan de Zilverreiger 2.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft op 1 oktober 2020 volgende burgemeesterbesluit uitgevaardigd omwille van acuut gevaar voor de volksgezondheid.

 

Juridische gronden

          Artikel 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen.

          Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet en artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur
De burgemeester is bevoegd voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente.

          Artikel 12 §1 en §3van het Materialendecreet van 23 december 2011
Het is verboden afvalstoffen achter te laten of te beheren in strijd met de voorschriften van dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan.
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die afvalstoffen beheert, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden genomen om gevaar voor de gezondheid van de mens of voor het milieu, meer bepaald risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora, geluids- of geurhinder, schade aan natuur- en landschapsschoon te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.

          Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

          Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

          Artikel 90, eerste lid, 3° van het KB plaatsing overheidsopdrachten van 18 april 2017
De hoogdringendheid van de opdracht vloeit voort uit onvoorzienbare gebeurtenissen. Het is absoluut onmogelijk de termijnen voor andere mogelijke procedures na te leven.

 

Argumentatie

Deze beslissingen zijn nodig in kader van de volksgezondheid.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor de sanering van de eigendom gelegen aan de Zilverreiger 2.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan - Goedkeuring gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 2 mei 2016 beslist het college van burgemeester en schepenen om conditiemetingen uit te voeren en een meerjarenonderhoudsplanning op te maken voor het gemeentelijk patrimonium.

          Op 17 juni 2019 ontvangt het bestuur de eindresultaten van de conditiemetingen. Deze zijn op 1 juli 2019 gepresenteerd aan de leden van het college van burgemeester en schepenen.

          Op 9 december 2019 verleent het college van burgemeester en schepenen de goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan”, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Op 9 december 2019 beslist het college van burgemeester en schepenen om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel;

          Architect Van Soens Raymond, Kasteeldreef 61 te 2970 Schilde;

          ARCADIS BELGIUM HOLDING NV, Posthofbrug 12, City Link te 2600 Berchem(Antw);

          Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen.

 

Feiten en context

          In het kader van de opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan” werd een bestek met nr. 2019-057/TDU opgesteld door Grondgebiedzaken - Openbare Werken.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 28.925,61 euro excl. btw of 34.999,99 euro incl. 21% btw.

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 17 januari 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 16 mei 2020 (verlengd tot 16 oktober 2020).

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen (Ereloon: 18,2%);

          FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel (Ereloon: 12%).

          Er werd een best and final offer gevraagd in het kader van de onderhandelingen en de offertes hiervoor dienden het bestuur ten laatste op 17 september 2020 te bereiken.

          De eventuele onderhandelingen en verbeteringen resulteerden in volgende eindoffertes:

          Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen (Ereloon: 18,2%);

          FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel (Ereloon: 11%).

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet).

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Er wordt voorgesteld om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel, tegen een ereloonpercentage van 11%.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000755

Actie

AC000056

Algemene rekening

2210150000 Administratieve gebouwen - buitengewoon onderhoud - gemeenschapsgoederen

Beleidsveld

0050 - Patrimonium zonder maatschappelijk doel

Bedrag

Visum financieel directeur

Geraamde kosten 70.400 euro

20/074

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 23 september 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Aanstellen ontwerper voor opmaak en begeleiding bestek voor werken die voortvloeien uit het meerjarenonderhoudsplan” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde FREESTONE NV, De Hene 10 te 1780 Wemmel, tegen een ereloonpercentage van 11% met visum 20/074.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-057/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Mosthoevendreef 9B - De Cnop - Noeyens - het regulariseren van een dakkapel in de achtergevel en een bijgebouw - OMG 2020/162

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 mei 1975 - 1975/94

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 1972 - 1971/28

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door college van burgemeester en schepenen - 16 september 1980 - 1980/5

o        verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1967 - 1967/12

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het uitbreiden van een slaapkamer op de eerste verdieping - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 20 mei 2019 - M 2019/236

o        het plaatsen van een uitbouw op een plat dak (balkon) en de afbraak van een schouw - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 2019 - M 2019/312

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door De Cnop - Noeyens, op 31 maart 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Mosthoevendreef 9B.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een dakkapel in de achtergevel en een bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 27 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 8 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 1971/28 bepaalt:

Artikel 2. Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied (nummers: alle)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, gelegen op 8m uit de rooilijnen.

1.      Bestemming
Woningen.

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel:
Vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels:
Op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek:

a)      hoofdgebouw: maximum 7m;

b)      bijgebouwen: maximum 3m.

7.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

8.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:
op minimum 30m achter de voorgevel van het hoofdgebouw

b)      Zijgevels:
op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondplein tot bovenkant deksteen of onderkant dakoversteek: maximum 3m.

4.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

5.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.3.     Bouwvrije voortuinstrook
Diepte 8m, gemeten vanaf de (ontworpen) rooilijn.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.4.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m, met dien verstande dat de som van de breedte der beide zijtuinstroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c)      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1975. Op het perceel is nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 194,75m² op een perceel van circa 1.229,55m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een dakuitbouw in de achtergevel en een bijgebouw op een perceel van 1.229,55m². De inplanting van de woning wordt niet gewijzigd. De schouw wordt verwijderd en aan de achterzijde van de woning wordt het terras op de verdieping dicht gemaakt met een dakkapel.

Op 13,07m achter de woning en op 1,0m van de rechter- en achter perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 5,50m diep, 4,50m breed en 2,25m hoog. De gevels worden bekleed in hout, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 194,75m².

De toegang tot het perceel is 4,40m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers. Achter de woning wordt een terras van 63,93m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 141,93m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

6.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

7.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

8.      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

9.      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

10.  Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

11.  Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

12.  Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

13.  Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

14.  Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

15.  Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

16.  Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

17.  Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

18.  Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

19.  Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

20.  Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

21.  Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

c)      Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 10 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een dakkapel en bijgebouw te regulariseren. Op vlak van groen beantwoordt het perceel onvoldoende aan de definitie van woonpark gebied.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

c)      voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

2.      de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

3.      de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

4.      de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

5.      bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 6 juni 2020 tot 5 juli 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Mosthoevedreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het regulariseren van een dakkapel in de achtergevel en een bijgebouw is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling 1972/128. De verkaveling bepaalt dat bijgebouwen op minimum 3m van de perceelsgrenzen worden ingeplant. De aanvraag voorziet een bijgebouw op 1m van de rechter- en achter perceelsgrens.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken: een bijgebouw in hout.
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de verkaveling 1972/128. De verkaveling bepaalt dat bijgebouwen dienen opgetrokken te worden in gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO.
    Het gebouw is behoorlijk en esthetisch verantwoord afgewerkt. Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 30cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het niet-bebouwbare gedeelte van het perceel aanleggen met hoogstammig groen, het bestaande bewaren. Het groen aanbrengen langs alle zijden van het perceel, afgezien van de nodige toegangen;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - De Dreef van Hertebos 33a - mevrouw Katelijne Lauwers en de heer Wim Hollevoet - het bouwen van een ééngezinswoning - OMG 2020/256

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Katelijne Lauwers en de heer Wim Hollevoet, op 18 mei 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Dreef van Hertebos 33a.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 30 juni 2020. De uiterste beslissingsdatum is 13 oktober 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hertebos, goedgekeurd op 20 juni 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hertebos bepaalt:

Artikel 4 – Bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn.

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

Artikel 6– Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer, gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 7 – Zones voor open bebouwing

a.      Bestemming

Uitsluitend bestemd voor alleenstaande of twee aan twee gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbouwing van méér dan twee woningen vereist is om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven zijn toegelaten, in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter en de schoonheid der woonwijk.

b.      Bebouwing

1.      Afstand tot erfscheidingen: zie Art.4.

2.      Bouwdiepte: maximum vijftien meter tussen voorgevel en achtergevel. (hoofdgebouw + bijgebouwen).

3.      Hoogte: ten minste drie meter vijftig cm (3,50 m) en ten hoogste zes meter vijftig cm (6,50 m), gemeten vanaf straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druiprand van het dak.
De twee aan twee te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben en tevens dezelfde dakvorm, dakhoogte en met vóór- en achtergevels in elkaars verlengde.
De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

4.      Gevelmaterialen: de aard en kleur van de gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok. Zie overigens artikel 5.

c.      Tuinen: dit zijn de niet bebouwde oppervlakten.

1.      Bestemming: in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2.      Bebouwing: gebouwtjes met een oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste twee meter vijftig cm hoog (2,50 m) gemeten vanaf de grond tot bovenrand goot of druipeinde, zijn toegelaten. Deze gebouwtjes moeten op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens één meter afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten zijn verboden, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen en onderhoud overeenkomstig politieverordening. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3.      Afsluitingen: tussen de niet bebouwde eigendommen zijn verboden tenzij met paaltjes en metaaldraad, maximum één meter hoog. Betonpalen, betonblokken en betonplaten zijn verboden. Tussen de bebouwde eigendommen is het toegelaten gesloten afsluitingen te plaatsen van maximum 0.70 m hoogte en een afstand van 20 m achter de hoofdgebouwen, te maken in metaaldraad; betonplaten zij verboden.

Artikel 8 – Zones van achterbouw en non-aedificandi

a.      Bestemming: uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

b.      Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone “non-aedificandi”.

c.      Bebouwing: puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

d.      Afsluiting langsheen de wegenis: in metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum ZESTIG cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

e.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

f.        Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 750m² groot.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 750m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 10m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9m op een kavelbreedte van 15m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15m. De woning heeft een hoogte van 6,05 met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in gevelsteen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 126,20m².

De toegang tot het perceel is 4,20m breed en wordt aangelegd in grint en grind/steenslag.

Achter de woning wordt een terras van 35,8m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 96,10m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 15 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst op een bebost perceel met voornamelijk eiken een woning te bouwen. Alle bomen staan aangeduid om te vellen terwijl dat niet noodzakelijk is. De oprit houdt geen rekening met de bestaande waardevolle bomen.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het behoud van de waardevolle eikenbomen, zoals in oranje omcirkeld op het plan : BA_Woning_I_N_1_Inplantingsplan_voorwaarden;

o        alle te behouden bomen in de omgeving van de werken dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Het behoud is voldoende om te voldoen aan de woonparkdefinitie;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande waardevolle te behouden bomen. Hierdoor dient de oprit ingeplant te worden op een afstand van 2,1m van de grens met het onbebouwd bebost buurperceel zoals in oranje aangeduid op het op het plan : BA_Woning_I_N_1_Inplantingsplan_voorwaarden;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.500 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen zoals eerder omschreven.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 16 juli 2020 onder referentie L-21-056/192423, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Dreef van Hertebos.

o        De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.

o        De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van 2 toiletten en een aftappunt.

o        De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 2.105 liter (effectief 2.105 liter) infiltratievolume en minimum 3,40m² (effectief 3,40m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan. De minimum inhoud dient 2.000 liter te bedragen.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        Standaard huisaansluiting: een huisaansluiting met een diameter van 1600mm waarbij de bovenkant van de buis 50cm onder het maaiveld ligt ter hoogte van de rooilijn.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 1 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het bosdecreet en onder voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-213068;

o        de te ontbossen oppervlakte bedraagt 750m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

o        de bosbehoudsbijdragen van 1.810,00euro dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap voor Natuur en Bos worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 10 juli 2020 tot 8 augustus 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat De Dreef van Hertebos een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.105 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,4m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een ééngezinswoning met carport is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voorziet het ontbossen van meer dan 500m². De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen bezwaren ingediend.
    Het perceel van de aanvraag is gelegen in woonpark volgens het gewestplan. Gelet op de omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplan, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002 welke stelt dat slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden van grasperken, speelruimte, tennisvelden en dergelijke. De aanvraag voorziet 96,10m² verharding op een perceel van 750m². De aangevraagde oppervlakte bedraagt meer dan 10% van de totale perceel oppervlakte. De afwijking is niet beperkt een hierdoor niet aanvaardbaar op het perceel en in de omgeving. Een gedeelte van de verharding wordt geschrapt uit de vergunning. De zone dient aangelegd te worden als groene ruimte, zoals aangeduid op het inplantingsplan.
    Mits voldaan wordt aan deze voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 33cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn (niet) voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.105 liter en een infiltratieoppervlakte van 3,4m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • een gedeelte van de verharding wordt geschrapt uit de vergunning. De zone dient aangelegd te worden als groene ruimte, zoals aangeduid op het inplantingsplan.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Mastendreef 10 - mevrouw Tineke Eugène - het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het aanleggen van een openlucht zwembad - OMG 2020/370

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 april 1965 - 1965/51

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Tineke Eugène, op 9 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Mastendreef 10.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het aanleggen van een openlucht zwembad.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 17 oktober 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

Artikel 1 – Het bijzonder plan van aanleg nummer 3 Schilde Bergen gemeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan. De voorschriften betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben voorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gemeentelijke bouwverordening.

Artikel 2 – openbare wegen

a.      De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of door onteigening.

b.      De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplantingen en dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting.

c.      Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die rechtstreeks palen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbare weg, waarvan de rooilijnen door het gemeentebestuur zijn vastgesteld en waarvan de aanleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn overeenkomstig de eisen die hieraan door het gemeentebestuur gesteld worden.

Artikel 3 – kavelgrenzen

a.      Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

b.      Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van twee of meer tegen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels der gebouwen.

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen;

d.      voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 18 – zones voor landelijke bebouwing 3.000m²/40m

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum drieduizend vierkante meter.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum veertig meter.

c.      In deze zones mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere ingesloten kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid van de Openbare Besturen noch te hunnen laste kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.
Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.
Deze wegen zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.
Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de twee woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 10m, maximum de helft der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op ten minste 3m van de eigendomsgrenzen.

g.      Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1966 volgens de gegevens van het kadaster. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 172,15m² op een perceel van circa 3.000m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het aanleggen van een openlucht zwembad op een perceel van 3.000m².

De woning is ingeplant tot op 13,55m uit de rooilijn, op 4,8m van de rechter perceelsgrens en op 18,38m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 16,82m op een kavelbreedte van 40,07m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,32m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 5m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 9m.

De gevels worden opgetrokken in gevelsteen en stucwerk. Het dak wordt afgewerkt met pannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 210,33m².

De toegang tot het perceel is 4,80m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 4,80m van de rechter perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras met zwembad van 172,42m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 246,55m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 15 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen en een zwembad te bouwen. Er dienen hiervoor geen bomen te worden geveld.

Het perceel voldoet op vlak van groen onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied. Een beperkte heraanplanting met bomen is mogelijk.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 2 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 2 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

h.      Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 september 2020 onder referentie L-21-200/192643, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

o        De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Mastendreef.

o        De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.

o        De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en voor de tuin.

o        De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 3.750 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en minimum 6m² (effectief 8m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn.
Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

o        Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.

o        Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.

o        De bestaande huisaansluiting van de te verbouwen woning dient herbruikt te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe aansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de aanvrager. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.

o        De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Mastendreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 5.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 8m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het aanleggen van een openlucht zwembad is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 134cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.750 liter en een infiltratieoppervlakte van 6m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Kouwenbergdreef 1 - de heer Bert Stas en mevrouw Sabine Groenvynck - verbouwen en wijzigen van het bouwvolume van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2020/371

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 november 1950 - 1950/91

o        verbouwen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 maart 1990 - 1990/47

o        verbouwing - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1983 - 1982/112

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen en wijzigen van het bouwvolume van een vrijstaande ééngezinswoning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 25 november 2019 - OMG 2019/463

o        het vellen van 3 sparren en 1 berk - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 14 oktober 2019 - VB 2019/446

o        het vellen van 1 spar - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 23 april 2018 - VB 2018/147

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Bert Stas en mevrouw Sabine Groenvynck, op 10 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kouwenbergdreef 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor verbouwen en wijzigen van het bouwvolume van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 10 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 8 oktober 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1950. Op het perceel zijn er nog een vijver en tuinhuis aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 260m² op een perceel van circa 2.233m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en wijzigen van het bouwvolume van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 2.233m².

De woning blijft ingeplant tot op 21,93m uit de rooilijn, op 5,25m van de rechter perceelsgrens en op 9,26m van de linker perceelsgrens.

Volgende werken worden aangevraagd:

o        Er wordt een groot gedeelte van de achterbouw gesloopt;

o        De bestaande dakhelling wordt verwijderd en vervangen door een plat dak waar een groen dak opkomt;

o        De buitenmuren die worden behouden worden geïsoleerd en afgewerkt met licht grijze pleister;

o        Intern wordt de woning gereorganiseerd;

o        Er wordt een carport en terrasoverkapping aangebouwd;

o        De oprit wordt naar links verplaatst;

o        De bestaande vijver worden verwijderd;

o        De bestaande tuinberging van 27,28m² blijft behouden en wordt opgefrist.

De gevel van de woning heeft een breedte van 15,47m op een kavelbreedte van 29,98m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,16m.

De hoogte de verbouwde woning bedraagt 3,66m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in lichtgrijze crepi.

In de vorige vergunning (2019/463) werd er nog een carport en overdekt terras vergund, deze worden niet meer aangevraagd.

Ter hoogte van het overdekt terras wordt een houten tuinafscheiding geplaatst.

De houten tuinafsluiting achter de woning heeft een hoogte van 4,29m en is tot op 3,98m van de rechter perceelsgrens ingeplant.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 231,92m².

De toegang tot het perceel is 2,40m breed. De oprit wordt aangelegd in kiezels en ligt op minimum 3,01m van de linker perceelsgrens. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 168,6m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 11 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande woning te verbouwen en een tuinhuis te slopen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op vlak van bomen onvoldoende aan de definitie van woonparkgebied. Op de locaties van de af te breken constructies en in de open ruimte van de tuin kunnen nieuwe bomen worden geplant.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 3 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de bomen in de omgeving van de uit te voeren werken aan woning en oprit dienen onderzocht te worden door een Certified European Treeworker die hiervoor een bomenbeschermplan opstelt. Het uitvoeren van de bouwwerken dient begeleid te worden door de Certified European Treeworker die het bomenbeschermingsplan opgesteld heeft. Om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen alle boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals omschreven in het  bomenbeschermingsplan. De maatregelen kunnen onder meer zijn: het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten om de bomen te beschermen tegen mechanische beschadiging ten gevolge van verkeer en of opslag van bouwmaterialen;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 2 september 2020 onder referentie L-19-957/192618, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of ingebuisde gracht langsheen de Kouwenbergdreef.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer ééngezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van een toilet en buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 4.725 liter infiltratievolume en minimum 7,56m² infiltratie oppervlakte. Deze infiltratievoorziening staat vermeld op de plannen.

De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn.
Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.

  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze staat vermeld op het plan.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/ te slopen gebouw / woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • Indien geen open hemelwaterlichaam aanwezig is en theoretisch geen RWA-aansluiting nodig is als gevolg van infiltratie, dient toch één RWA-aansluiting voorzien te worden als voorzorgsmaatregel in het geval van overloop van de infiltratievoorziening.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kouwenbergdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen en wijzigen van het bouwvolume van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 45cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;

  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Noorderlaan 15 - de heer Jacobus de Letter - het aanleggen van een openlucht zwembad, het verwijderen van verharding en het verwijderen van een houtopslagplaats - OMG 2020/380

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        uitbreiding van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 april 2015 - 2015/59

o        bouw van een houtopslag van 14,25m2 - weigering door college van burgemeester en schepenen - 14 december 2009 - 2009/302

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1994 - 1994/254

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 oktober 1995 - 1995/272

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 januari 1994 - 1993/10

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jacobus de Letter, op 14 juli 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Noorderlaan 15.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanleggen van een openlucht zwembad, het verwijderen van verharding en het verwijderden van een houtopslagplaats.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 14 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 13 oktober 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen. Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 1993/10 bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een woonpark (nummers 1 tot en met 6)

De percelen begrepen in onderhavige verkaveling vallen binnen de grenzen van een woonpark.

Dientengevolge moeten de bijgevoegde stedenbouwkundige voorschriften als volgt worden aangevuld:

2.1.     Bebouwing

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² met inbegrip van eventueel afzonderlijke gebouwen.

2.2. Welstand van het perceel

Het niet bebouwde gedeelte van het perceel moet aangelegd worden met hoogstammig groen, het bestaande moet bewaard worden.

Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke.

 

Artikel 3 Percelen voor vrijstaande bebouwing (nummers 1 tot en met 6)

3.1. Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, gelegen op 14m uit de wegas.

1)      Bestemming

Eengezinshuizen

2)      Plaatsing van de gebouwen

  • Voor de niet hoekpercelen:

o        Voor- en achtergevel: vrije plaatsing binnen de bouwstrook voor kavel 1: achtergevel op minimum 5m uit de achtergrens van het perceel

o        Zijgevels: op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel en voor kavel 1 op minimum 5m afstand van de linker perceelsgrens (en opzichte van de groenzone). De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel tenminste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemegten op de voorgevelbouwlijn.

3)      Afmetingen van de gebouwen

  • Voorgevelbreedte

Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

  • Bouwdiepte

Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8m en maximum 20m.

  • Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek:

o        Hoofdgebouw:maximum 7m

o        Bijgebouwen: maximum 3m

4)      Welstand van de gebouwen

  • Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een helling tussen 35° en 55°

  • Materialen

o        Voor gevels:

Alle gevels in gevelbaksteen, natuursteen, baksteen geverfd in lichte kleur

o        Voor bedekking van de schuine daken:

Pannen of leien.

o        Vormgeving

Het bouwproject mag geen streekvreemde elementen bevatten.

5)      Aanleg van de strook

Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

3.2. Strook voor tuinen

Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1)      Bebouwing en aanleg

Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 75m² niet overschrijdt;

Op te richten na of gelijktijdig met het hoofdgebouw. Het niet bebouwde gedeelte van de strook dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.

2)      Plaatsing van de gebouwen

  • Gevel gericht naar het hoofdgebouw:

Op minimum 30m achter de voorgevelbouwlijn en alleszins op minimum 10m achter de achtergevel

  • Overige gevels:

Op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3)      Bouwhoogte

Gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de deksteen of de onderkant van de dakoverstek: maximum 3m.

4)      Welstand van de gebouwen

  • Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 45°

  • Materialen

o        Voor gevels

Alle gevels in gevelbaksteen, natuursteen, baksteen geverfd in lichte kleur

o        Voor bedekking van de schuine daken

Pannen, leien, voor flauw hellende daken: dakvilt

3.3. Bouwvrije voortuinstrook

Diepte, gemeten vanaf de ontworpen rooilijn.

Bebouwing

Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten. Onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin te worden aangelegd. Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard.

3.4. Bouwvrije zijtuinstroken

Diepte gelijk aan de perceelsdiepte. Breedte gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel, 3m, met dien verstande dat de som van de breedten over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

Bebouwing

Alle constructies verboden, met inbegrip van hellende op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1998volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 192m² op een perceel van circa 2.078m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanleggen van een openlucht zwembad, het verwijderen van verharding en het verwijderden van een houtopslagplaats op een perceel van 2.078m².

De bestaande woning en bijgebouw blijven ingeplant zoals eerder vergund.

Achteraan het perceel tot op 5m van de achter perceelsgrens en tot op 8m van de linker perceelgrens is een tuinhuis ingeplant.

Het tuinhuis is 4,50m diep en 4m breed.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 192m².

Van de bestaande verharding wordt er 88,44m² verwijderd (aan de oprit en rondom de woning).

Er wordt een openlucht zwembad in de tuin voorzien van 82,36m² tot op 4m van de linker perceelsgrens.

De toegang tot het perceel is 5m breed.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 207,70m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 21 september 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het perceel is deels gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de watertoetskaart.

Onder voorwaarde dat de uitgegraven grond voor de aanleg van het zwembad afgevoerd wordt en niet gebruikt wordt om de tuin op te hogen, geven wij vanuit oogpunt water een gunstig advies.

 

Argumentatie

5)      Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Noorderlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van het Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het aanleggen van een openlucht zwembad, het verwijderen van verharding en het verwijderden van een houtopslagplaats is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn (niet) voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het zwembadwater mag niet ongezuiverd geloosd worden in riool, grachten, oppervlaktewaters, grondwater. Onder alle omstandigheden de geldende wettelijke lozingsnormen respecteren;
  • het verwijderen van de verharding tot maximum 10% van de perceelsoppervlake;
  • het verwijderen van de houtbergplaats.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Oudaen 7 - Giuseppe Farris - het slopen van een eengezinswoning en het bouwen van een meergezinswoning met 8 woonentiteiten - OMG 2020/389

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Boerendreef 2 - mevrouw Julie Fret - het vervangen en groter maken van ramen in de achtergevel - M 2020/490

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 oktober 1977 - 1977/214

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Julie Fret, op 9 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Boerendreef 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vervangen en groter maken van ramen in de achtergevel.

De uiterste beslissingsdatum is 9 oktober 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

Artikel 1 – Het bijzonder plan van aanleg nummer 3 Schilde Bergen gemeente Schilde is begrensd volgens de aanduidingen van bijgaand plan. De voorschriften betreffende de verschillende gedeelten van dit plan hebben voorrang op de bepalingen van het Algemeen Plan van Aanleg en de gemeentelijke bouwverordening.

Artikel 2 – openbare wegen

a.      De stroken in dit plan aangeduid voor openbare wegenis zullen, in zoverre zij nog niet tot de openbare wegenis behoren, hierbij ingelijfd worden door afstand of door onteigening.

b.      De aanduidingen der verhardingen, boordstenen, vluchtheuvels, beplantingen en dergelijke zijn enkel gegeven ten titel van inlichting.

c.      Toelating tot bouwen zal slechts verleend worden op kavels die rechtstreeks palen aan, of een regelmatige aangelegde toegang hebben tot een openbare weg, waarvan de rooilijnen door het gemeentebestuur zijn vastgesteld en waarvan de aanleg, de verharding en de algemene uitrusting uitgevoerd zijn overeenkomstig de eisen die hieraan door het gemeentebestuur gesteld worden.

Artikel 3 – kavelgrenzen

a.      Alle kavelgrenzen zullen zoveel mogelijk loodrecht op de rooilijn der wegen getrokken worden.

b.      Nieuwe kavelgrenzen, waarop de gemene scheidsmuren van twee of meer tegen elkaar gebouwde huizen zullen opgetrokken worden, moeten loodrecht op de bouwlijn aangelegd worden en in rechte lijn verlopen, ten minste tot voorbij de achtergevels der gebouwen.

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is;

b.      uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden;

c.      nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen;

d.      voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 18 – zones voor landelijke bebouwing 3.000m²/40m

A.     Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum drieduizend vierkante meter.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum veertig meter.

c.      In deze zones mogen private landelijke wegen aangelegd worden om toegang te verlenen tot een of meerdere ingesloten kavels. Deze wegen zullen echter hun privaat karakter blijven behouden en niet onder de verantwoordelijkheid van de Openbare Besturen noch te hunnen laste kunnen gelegd worden voor wat betreft hun onderhoud en uitrusting.
Dergelijke wegen mogen slechts aangelegd worden nadat hun tracé door het Gemeentebestuur zal goedgekeurd zijn.
Deze wegen zullen door de eigenaars in behoorlijk berijdbare toestand dienen gebracht en onderhouden te worden.
Gezien hun privaat karakter zullen er echter door het Gemeentebestuur geen verdere eisen van verharding en uitrusting gesteld worden.

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste twee tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de twee woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 10m, maximum de helft der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Gebouwen op te richten op kavels gelegen langsheen een private landelijke weg, moeten op minstens 20m van de middellijn van deze weg verwijderd blijven, behoudens waar het plan een andere maat aanduidt.

f.        Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op ten minste 3m van de eigendomsgrenzen.

g.      Afsluitingen tussen eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1978 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een openlucht zwembad en een onvergund bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 322m² op een perceel van circa 4.435m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het vervangen en groter maken van ramen in de achtergevel op een perceel van 4.435m².

De aanvraag omvat de volgende werken:

o        Bij deze vrijstaande woning zullen de ramen aan de achtergevel worden vervangen. Hierbij worden respectievelijk 6 raamopeningen samengevoegd, per paar, naar 3 grotere raamopeningen.

De woning blijft ingeplant tot op 16,79m uit de rooilijn, op 10,28m van de rechter perceelsgrens en op 15,09m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 24,33m op een kavelbreedte van 49,70m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 14,87m.

De hoogtes van de woning blijven behouden zoals eerder vergund.

De gevels worden opgetrokken in wit geschilderde gevelsteen.

Het dak wordt afgewerkt met leien.

Achteraan is een bijgebouw van 41m² dat niet werd vergund.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 322m².

De toegang tot het perceel is 4,50m breed en werd aangelegd in asfalt.

Achter de woning werd een terras met zwembad van 386m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 773m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het vervangen en groter maken van ramen in de achtergevel kan met een melding in samenwerking van een architect.

Op het bijgevoegde plan is vastgesteld dat:

o        Er een bijgebouw is van 41m² tot op minder dan 3m van de zij perceelsgrenzen dat niet is vergund. Het bijgebouw is vergunningsplichtig;

o        Er een verharding is van 773m² op een perceel van 4.438m². Dit is meer dan 10% van de perceelsoppervlakte;

o        In de bouwvrije voortuinstrook is enkel de noodzakelijke toegang toegestaan, hier is dat niet het geval.

De verharding is vergunningsplichtig.

Vermits er op het perceel te veel verharding is dat niet is vergund en er een bijgebouw is zonder vergunning is de aanvraag niet conform met de vergunde toestand.

Hierdoor is de melding niet aanvaardbaar en ongegrond.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

h.      Functionele inpasbaarheid
Het vervangen en groter maken van ramen in de achtergevel is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

i.        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

j.        De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag is niet conform met de geldende voorschriften en met eerdere vergunningen: er is een bijgebouw van 41m² tot op minder dan 3m van de zij perceelsgrens dat niet is vergund.
Er is meer dan 10% verharding op het perceel.

 

k.      Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

l.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

m.    Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

n.      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Stedenbouwkundig attest - Jachthoornlaan 74 - Claes, Marc - het bouwen van een ééngezinswoning - SA 2020/8

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 8 oktober 2020 tot en met 6 november 2020

Schaliënhoefdreef 65

het regulariseren van een carport met berging

OMG 2020/465

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Grote Beemd 33 - de heer Luc Piessens - de exploitatie van een bovengrondse propaantank van 1.600 l - M 2020/391

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Luc Piessens, op 21 juli 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Grote Beemd 33.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor de exploitatie van een bovengrondse propaantank van 1.600 l.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie en gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Het Moer Wijziging, goedgekeurd op 26 april 1994.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

Het is een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen die dienen als weekendverblijf.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

17.1.2.2.1°

propaangastank (Nieuw)

1600 liter

De aanvraag gaat over een plaatsen van een bovengrondse propaantank.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Er wordt voldaan aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:

De aangevraagde handelingen zijn conform met de geldende voorschriften.

  • Watertoets

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van een bovengrondse propaangastank van 1.600l is functioneel inpasbaar in deze omgeving.
  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De propaangastank is gelegen in de groene ruimte waar enkel de toegang tot een gebouw wordt toegestaan.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De propaangastank wordt niet afgeboord met een streekeigen groenscherm. Het ontwerp integreert zich niet in het straatbeeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoud het bestaande grondniveau.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.
  • Milieuaspecten

Een opslagplaats voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3.000 liter ressorteert onder de klasse 3-inrichtingen van bijlage I van Vlarem II.

De melding omvat de plaatsing van één gastank van 1600 liter en deze zou gebruikt worden voor de opslag van propaangas. Propaangas wordt gerangschikt als een gevaarlijk gas in de groep 1 omdat het gas gekenmerkt is met gevarenpictogram GHS02 (ontvlambaar). Daarnaast is het ook als GHS04 gekenmerkt, zijnde houder onder druk.

Het propaangas wordt voor huishoudelijke doeleinden gebruikt.

Mits de exploitant de geldende algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II naleeft kan de exploitatie op een veilige en milieutechnisch verantwoorde wijze gebeuren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

        De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-          Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-          Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-          Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-          Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-          Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-          art. 5.16.6 van Vlarem II

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Tulpenlaan 10 - Carla Verbeken - het vellen van 15 berken - VB 2020/489

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 september 1986 - 1986/168

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Carla Verbeken op 8 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Tulpenlaan 10.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 15 berken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 november 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 15 berken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Tulpenlaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en na een plaatsbezoek blijkt dat 6 berken geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken hebben. Deze staan op het vergund inplantingsplan oranje omcirkeld. De overige bomen zijn aftakelend of staan onderdrukt door omstaande bomen en kunnen om die reden als dunning geveld worden.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • De 6 berkenbomen oranje omcirkeld op het vergund inplantingsplan, moeten behouden blijven.
  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de overige bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 3 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
    Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Hoge Haar 8 - Herman Laukens - het vellen van 2 berken en 1 den - VB 2020/509

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 20 februari 1962 - sgr1961/54
  • plaatsen van een carport - weigering door college van burgemeester en schepenen - 2 juni 2008 - 2008/182

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Herman Laukens op 14 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Hoge Haar 8.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 berken en 1 den.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 18 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 17 november 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 berken en 1 den.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoge Haar een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel ligt gedeeltelijk in overstromingsgevoelig gebied doch grenst niet aan een waterloop.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de bomen en hun beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven, aftakelend of overhellend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12 en 1 van tweede grootte, plantmaat 8/10.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - gemeente Schilde - het vellen van 1 tweestammige berk op de wegberm ter hoogte van de Schutbocht 5 - VB 2020/510

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 15 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 tweestammige berk op de wegberm ter hoogte van de Schutbocht 5.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 tweestammige berk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Schutbocht een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstrominhgsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - gemeente Schilde - het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Hoge Haar tegenover huisnummer 61 - VB 2020/511

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 15 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Hoge Haar tegenover huisnummer 61.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 29 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 28 november 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonparkgebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Willecom, goedgekeurd op 1 september 1961.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 1 beuk.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Hoge Haar een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    De locatie van de boom op de berm is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aftakelend is als gevolg van een tonderzwamaantasting. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - gemeente Schilde - het vellen van 3 sierkersen op de wegberm ter hoogte van de De Kleve 25 - VB 2020/512

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde op 15 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 sierkersen op de wegberm ter hoogte van de De Kleve 25.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 september 2020. De uiterste beslissingsdatum is 24 november 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonuitbreidingsgebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan. Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonuitbreidingsgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door (half)open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 3 sierkersen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Kleve een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven of aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 3 bomen van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Omgeving - Gouwberg 4 - de heer Jeroen De Pooter - het vellen van 2 thuja's en 15 cipressen - VB 2020/522

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 mei 1958 - 1958/70

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jeroen De Pooter op 21 september 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Gouwberg 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 thuja's en 15 cipressen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 oktober 2020. De uiterste beslissingsdatum is 4 december 2020.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

Het vellen van 2 thuja's en 15 cipressen.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Gouwberg een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn gedeeltelijk zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat alle cipressen een beperkte esthetische waarde hebben en vervangen kunnen worden. De aanvrager doet een aanvaardbaar eigen heraanplantingsvoorstel aangeduid op het inplantingsplan tuinaanleg.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden zoals aangeduid op het inplantingsplan tuinaanleg.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Verledding Schilde - projecten 2020

 

 

Voorgeschiedenis

          26 juni 2017: eerste voorstel van Eandis voor de verledding van de openbare verlichting

          27 mei 2019: presentatie Fluvius over het nieuwe voorstel voor het college van burgemeester en schepenen

          2 september 2019: presentatie Fluvius over het nieuwe voorstel voor de raadscommissie

          4 september 2019: Fluvius bezorgt de gemeente een alternatief financieel voorstel

          9 september 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om het punt op de gemeenteraad van 16 september 2019 te verdagen om de twee voorstellen voor te leggen aan de gemeenteraad van 21 oktober 2019

          21 oktober 2019: de gemeenteraad beslist om de openbare verlichting over te dragen naar Fluvius om zo tegen 2030 het volledige OV-park te verledden

          23 december 2019: het college van burgemeester en schepenen keurt het jaaractieplan 2020 met de lijst van straten goed

          23 december 2019: Het college van burgemeester en schepenen beslist om het bijplaatsen van extra verlichting voor straten met een vrijliggend fietspad per project te bekijken

 

Feiten en context

          De vraag is aan Fluvius gesteld om voor de straten met losliggende fietspaden te bekijken of deze mee konden verlicht worden met de 1 op 1 verledding. Indien dit niet mogelijk zou zijn werd gevraagd om de meerkost te berekenen die dit met zich mee zou brengen wanneer er voor de fietspaden een extra investering nodig zou zijn. Deze kosten zouden dus bovenop het voorziene budget komen.

          Fluvius heeft hieropvolgend de planning van 2020 voor de verledding van de gemeente bestudeerd.

          Er zijn drie zones vastgesteld, die onvoldoende verlicht worden volgens de huidige planning.

          Brasschaatsebaan/ Gilles de Pélichylei:
Fluvius constateert dat de vastgestelde norm van de fietspaden niet gehaald wordt in de bocht aan de Sint-Hubertuslaan. Het fietspad ligt hier verder van de weg. De vier lichtpunten die momenteel aanwezig zijn, behalen net de ondergrens om obstakels op het fietspad waar te nemen. Fluvius bekeek de optie om lichtpunten bij te plaatsen aan het fietspad zelf. Dit zal Agentschap Wegen en Verkeer echter niet toelaten omdat dit een gewestweg is. Hun beleid stelt dat er geen lichtpunten geplaatst mogen worden aan een gewestweg.

          Wijnegemsteenweg:
Fluvius constateert dat de norm voor de fietspaden niet gehaald wordt voor de zone Heerbaan en Pater Nuyenslaan. Het fietspad schuift hier dermate achteruit waardoor de zone onvoldoende verlicht is. Men stelt voor dat er 11 lichtpunten worden bijgeplaatst aan het fietspad zelf. Dit brengt kabelwerken met zich mee maar de kosten worden niet doorgerekend aan de gemeente. De ruwe kostenraming voor deze toevoeging is 11.440 euro.

          Kasteeldreef:
Fluvius constateert dat de norm voor de fietspaden niet gehaald wordt aan de parking van basisschool de Vennebos. Men stelt voor dat het bestuur de huidige vier lichtpunten vervangt door 4 lichtpunten aan de overkant van de weg, op een hoogte van 8 meter. Hiervoor zou een uitbreiding nodig zijn van het OV-net, dit op kosten van DNB. De kostenraming voor deze nieuwe lichtpunten is 6.000 euro.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Burgemeestersconvenant ondertekend op 19 mei 2015 en bekrachtigd tijdens de gemeenteraadzitting van 15 juni 2015.

          Klimaatactieplan goedgekeurd in de gemeenteraadzitting van 25 april 2016.

 

Argumentatie

In functie van de verkeersveiligheid is het belangrijk dat de fietspaden voldoende verlicht zijn voor onze inwoners. Per zone werd bekeken of de verlichting aan het vrijliggend fietspad volstaat, volgens het advies van Fluvius.

          Voor de zone Brasschaatsebaan/ Gilles de Pélichylei wordt net de ondergrens behaald om obstakels op het fietspad waar te nemen. Vanwege het beleid van Agentschap Wegen en Verkeer omtrent de gewestweg, zullen hier geen extra lichtpunten geplaatst worden.

          Voor de zone Heerbaan, Pater Nuyenslaan en de basisschool de Vennebos zullen de lichtpunten aangepast worden volgens het voorstel van Fluvius.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000687

Actie

AC000016

Algemene rekening

2281000000 Openbare verlichting

Beleidsveld

0670 - Straatverlichting

Bedrag

Visum financieel directeur

17.440 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het schrijven van Fluvius omtrent de projecten voor 2020 in kader van de verledding en beslist met de principes van het voorstel akkoord te gaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist enkel om 11 lichtpunten bij de plaatsen aan de zone Heerbaan en Pater Nuyenslaan en om 4 lichtpunten te vervangen aan de parking van de basisschool Vennebos.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Kennisneming beslissing Fluvius Antwerpen en te verrichten formaliteiten naar aanleiding van de toetreding voor de activiteit openbare verlichting

 

 

Voorgeschiedenis

          22 december 2017: het Decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid de artikelen 41, 279, 281, 283 en Deel III, Titel III betreffende de Intergemeentelijke samenwerking

          26 juni 2017: eerste voorstel van Eandis voor de verledding van de openbare verlichting

          27 mei 2019: presentatie Fluvius over het nieuwe voorstel voor het college van burgemeester en schepenen

          2 september 2019: presentatie Fluvius over het nieuwe voorstel voor de raadscommissie

          4 september 2019: Fluvius bezorgt de gemeente een alternatief financieel voorstel

          9 september 2019: het college van burgemeester en schepenen beslist om het punt op de gemeenteraad van 16 september 2019 te verdagen om de twee voorstellen voor te leggen aan de gemeenteraad van 21 oktober 2019

          21 oktober 2019: de gemeenteraad verleent de goedkeuring aan het aanbod ‘Fluvius Openbare verlichting' en de toetreding tot Fluvius Antwerpen voor de activiteit openbare verlichting. De gemeenteraad gaat akkoord om de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen tegen een inbrengwaarde van 0 euro in cash (zijnde 0% van de inbrengwaarde) en 259.197 euro in OV-aandelen (zijnde 100% van de inbrengwaarde) in te brengen bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen

          19 december 2019: de raad van bestuur van Fluvius Antwerpen beslist tot kapitaalverhoging per 1 juli 2019 van het variabel kapitaal ten bedrage van 273.425,00 euro door middel van 10.937 Aov-aandelen en de kapitaalverhoging per 19 december 2019 van het variabel kapitaal ten bedragen van 5.334.175,00 euro door middel van 213.367 Aov-aandelen

          19 december 2019: de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen beslist dat de gemeente Schilde als deelnemer voor de activiteit openbare verlichting wordt aanvaard met ingang 19 december 2019

          Het inbrengverslag van de raad van bestuur van Fluvius Antwerpen en het inbrengverslag van de commissaris en notulen (onderhands en notarieel) van de buitengewone algemene vergadering werden opgemaakt. De inbreng voor de gemeente bestaat uit een definitieve inbrengwaarde van 265.865,43 euro, vertegenwoordigd door 10.634 aantal aandelen Aov en een terug te storten afrondingsverschil van 15,43 euro

          14 februari 2020: Fluvius Antwerpen stort het afrondingsverschil op de rekening van de gemeente Schilde

 

Feiten en context

          In de loop van 2019 is gemeente Schilde toegetreden voor de activiteit openbare verlichting bij de distributienetbeheerder Fluvius Antwerpen. Hiervoor moeten nog enkele administratieve formaliteiten in orde gebracht worden.

          Fluvius Antwerpen heeft op 17 september 2020 een ontwerp opgemaakt van de notariële akte houdende de inbreng in natura en de vaststelling van de verwezenlijking van de kapitaalverhoging.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 1. van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 56 § 3.1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Deze administratieve formaliteiten zijn nodig bij het uitwerken van de activiteit openbare verlichting van Fluvius Antwerpen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000687

Actie

AC000016

Algemene rekening

2281000000 Openbare verlichting

Beleidsveld

0670 - Straatverlichting

Bedrag

Visum financieel directeur

 

NVT

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen van 19 december 2019 houdende de aanvaarding van de toetreding per 19 december 2019 van de gemeente voor de activiteit openbare verlichting tot Fluvius Antwerpen en van de ermee gepaard gaande kapitaalverhoging ingevolge de beslissing van de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2019.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen keurt het ontwerp van notariële akte houdende formalisering van hogervermelde inbreng in natura goed.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - september 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft in september 2020 volgende burgemeesterbesluiten uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen:

          Waterstraat 127;

          De Pont 29;

          Kerkstraat 42;

          Oudebaan 153;

          Kasteeldreef 38.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissingen waren nodig in kader van de veiligheid.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Herstellen van asfaltwegen met gietasfalt - 2020-031/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juni 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 29 juni 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel;

          VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 3 augustus 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 1 december 2020.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge (30.240,00 euro excl. btw of 36.590,40 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (31.000,00 euro excl. btw of 37.510,00 euro incl. 21% btw);

          Algemene Ondernemingen Deckx NV, Goormansdijk 15 te 2480 Dessel (28.468,20 euro excl. btw of 34.446,52 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 22 september 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000457

Actie

AC000143

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

36.590,40 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

20/075

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 22 september 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Herstellen van asfaltwegen met gietasfalt” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge, tegen het nagerekende offertebedrag van 30.240,00 euro excl. btw of 36.590,40 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-031/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag - wijziging slememulsie en verrekening

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 3 augustus 2020 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag” aan Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen tegen het nagerekende offertebedrag van 25.488,00 euro excl. btw of 30.840,48 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-030/TDU.

 

Juridische gronden

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/3 (Vervanging van de opdrachtnemer)

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

De voorgestelde elastomeeremulsie blijkt niet stabiel te blijven waardoor vervanging door een normale slememulsie wordt voorgesteld. Dit product is goedkoper waardoor de opdrachtnemer een minprijs aanbiedt als volgt:

          post 2 - slemlaag 0/7 - minprijs van 0,07 euro per m²;

          post 3 - slemlaag 0/4 - minprijs van 0,05 euro per m².

Dit brengt het bedrag in min op 708 euro exclusief btw of 856,68 euro inclusief btw.

Deze verrekening blijft 2,78% onder het bestelbedrag, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu 24.780,00 euro excl. btw of 29.983,80 euro incl. 21% btw bedraagt.

Voor deze verrekening wordt geen termijnsverlenging toegekend.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel directeur

29.983,80 euro incl. 21% btw

20/065

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de wijziging van slememulsie.

Artikel 2. Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag” voor het totaal bedrag in min van -708,00 euro excl. btw of -856,68 euro incl. btw.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Plaatselijk herstellen van betonplaten - lijst locaties

 

 

Voorgeschiedenis

          In het kader van de opdracht “Plaatselijk vernieuwen van betonplaten - 2 jaar - 2020-2021” werd een bestek met nr. 2020-024/TDU opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 77.271,00 euro excl. btw of 93.497,91 euro incl. 21% btw.

          De gemeenteraad verleende in zitting van 17 augustus 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 24 augustus 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Hens NV, Bredabaan 54 te 2990 Wuustwezel;

          Vermetten Wegenbouw nv, Industrieweg 11 te 2330 Merksplas;

          Rega Infra nv, Ambachtsstraat 32 te 2390 Westmalle;

          Nelis Wegenbouw NV, Industrieweg - Noord 1178 te 3660 Opglabbeek;

          Emeric D'Hollander BV, Napelsstraat 108 te 2000 Antwerpen.

 

Feiten en context

De locaties worden gekozen op basis van prioriteit en de hoeveelheden voorzien in de overheidsopdracht. De betonplaten van Kortvoortbaan met een oppervlakte van 394 m² worden eerst uitgevoerd, aangevuld met ongeveer 130m² in Vloeyenbergdreef in twee fasen, waarvan de eerste fase aan de zijde waar nu nadar geplaatst is. Na herstelling wordt de nadar verwijderd. In het voorjaar 2021, wordt het tweede deel van de overheidsopdracht besteed aan de tweede fase van Vloeyenbergdreef aan de overzijde van de straat.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 17 september 2020 om 10.00 uur te bereiken en zijn nu in onderhandelingsfase.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001180

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000007

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel directeur

93.497,91 euro incl. btw

wordt aangevraagd bij gunning

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de uit te voeren locaties en beslist hieraan goedkeuring te verlenen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Plaatsen betongoten ter bescherming van de bermen - 2020-039/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad verleende in zitting van 17 augustus 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 24 augustus 2020 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Soga NV, Aven Ackers 14 te 9130 Verrebroek;

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen;

          Wawebo NV, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 17 september 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 15 januari 2021.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          Soga NV, Aven Ackers 14 te 9130 Verrebroek (73.970,00 euro excl. btw of 89.503,70 euro incl. 21% btw);

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (172.777,50 euro excl. btw of 209.060,78 euro incl. 21% btw);

          Wawebo NV, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas (102.918,91 euro excl. btw of 124.531,88 euro incl. 21% btw).

          De eventuele onderhandelingen en verbeteringen resulteerden in volgende eindoffertes:

          Soga NV, Aven Ackers 14 te 9130 Verrebroek (73.970,00 euro excl. btw of 89.503,70 euro incl. 21% btw);

          ATF nv, Putsebaan 5 te 2040 Antwerpen (172.777,50 euro excl. btw of 209.060,78 euro incl. 21% btw);

          Wawebo NV, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas (102.923,95 euro excl. btw of 124.537,98 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 23 september 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001242

Actie

AC000134

Algemene rekening

2240000000

Beleidsveld

0200

Bedrag

89.503,70 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

20/076

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 23 september 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Plaatsen betongoten ter bescherming van de bermen” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Soga NV, Aven Ackers 14 te 9130 Verrebroek, tegen het nagerekende offertebedrag van 73.970,00 euro excl. btw of 89.503,70 euro incl. 21% btw.

De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 96 maanden.

De uitvoeringstermijn wordt vastgesteld op 10 werkdagen.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-039/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Leveren van brandstof voor dienstvoertuigen - 2020-047/TDU - Lastvoorwaarden en gunningswijze

 

 

Feiten en context

          Wederkerend bestek voor leveren van brandstof voor dienstvoertuigen

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 en latere wijzigingen betreft de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen, inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreft plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000495

Actie

AC000155

Algemene rekening

6160004000

Beleidsveld

0119

Bedrag

42.350,00 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

wordt aangevraagd bij gunning

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het bestek met nummer 2020-047/TDU en de raming voor de opdracht “leveren van brandstof voor dienstvoertuigen” goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 42.350,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.

Artikel 3. Volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

          Kuwait Petroleum Belgium nv, Brusselstraat 59 bus 1 te 2018 Antwerpen;

          Lukoil Belgium nv, Medialaan 50 te 1800 Vilvoorde;

          Total nv, Handelsstraat 93 te 1040 Brussel (Etterbeek).

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Coderdojo Schilde - coderen voor kinderen

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 september 2018

Goedkeuring voor het organiseren van workshops programmeren voor de lagere scholen van Schilde.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 januari 2020

Goedkeuring voor het structureel organiseren van workshops in de hoofdbibliotheek gericht op programmeren en andere STEMgerelateerde activiteiten gericht op kinderen en jongeren met als naam "Digidoe".

 

Feiten en context

          STEM staat voor Science – Technology – Engineering – Mathematics en omvat een waaier aan technologische, technische, exact-wetenschappelijke en wiskundige opleidingen en beroepen.

          Om jongeren te stimuleren om voor STEM-opleidingen en -loopbanen te kiezen, werkte de Vlaamse Regering het STEM-actieplan uit. Dat actieplan trad in 2012 in werking en moet tegen 2020 acht doelstellingen realiseren.

          Het actieplan stelt om in het vierde en vijfde leerjaar van het basisonderwijs expliciet aandacht te geven aan wetenschap, techniek en technologie.

          CoderDojo organiseert gratis programmeerclubs voor jongeren vanaf 7 jaar.

          CoderDojo is actief in ruim 140 locaties in België.

          De werking van CoderDojo bestaat uit vrijwilligers, is gratis en bestaat uit spelend leren programmeren.

          Een Dojo biedt 1 keer per maand, gedurende 3 uur een workshop aan.

          Vrijwilligers van Digidoe willen dit gemeentelijk initiatief ombouwen naar een CoderDojo.

          Samenwerken met CoderDojo Belgium is gratis voor gemeente Schilde.

          CoderDojo biedt gratis reservelaptops en ondersteuning aan lokale Dojo's.

          De gemeente zet sinds september 2018 in op leren programmeren bij kinderen en jongeren in Schilde.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3 van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor 1° de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Actie 2 van het Vlaams STEM actieplan 2012 - 2020
Versterken van leraren, opleiders en begeleiders.

 

Inspraak en advies

De vrijwilligers wensen samen te werken met CoderDojo Belgium en het lokaal initiatief Digidoe te herwerken naar een CoderDojo in gemeente Schilde.

 

Argumentatie

          Gebruik van de materialen en ondersteuning van CoderDojo Belgium is geheel gratis.

          Een soortgelijke samenwerking bestaat reeds met Blenders vzw voor het aanbieden van Digidak, deze is niet gratis voor de gemeente Schilde.

          CoderDojo biedt gratis materiaal zoals laptops aan om een CoderDojo in Schilde op te starten en structureel te ondersteunen.

          Aanvullend programmeermateriaal gericht op kinderen en jongeren aankopen zorgt voor een gevarieerd aanbod.

          De gemeente wil inzetten op e-inclusie.

          De gemeente wil een gevarieerd en toegankelijk vrijetijdsaanbod voor een gevarieerd doelpubliek.

          De workshops kunnen gerealiseerd worden met de inzet van vrijwilligers.

          De hoofdbibliotheek heeft momenteel geen ruimte waar dit wederkerend aanbod kan worden georganiseerd.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000041

Actie

AC000171

Algemene rekening

6159999900

Beleidsveld

0750

Bedrag

1.000,00 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het project "Digidoe" om te bouwen tot een "CoderDojo Schilde".

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring om samen met de vrijwilligers een locatie te selecteren voor het organiseren van de Dojo.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Velotheek vernieuwing samenwerkingsovereenkomst

 

 

Voorgeschiedenis

          Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst kinderfietsuitleendienst door de gemeenteraad van 20 augustus 2019

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 18 mei 2020 van het addendum aan de overeenkomst tussen IGEAN, de gemeente Malle, de gemeente Schilde, de gemeente Zoersel, de projectvereniging Sociaal Economisch Laboratorium, KINA PV, PC Bethanië en de Enter met betrekking tot Samenwerkingsovereenkomst Kinderfietsuitleendienst

          Kennisname door het college van burgemeester en schepenen van 21 september 2020 van de verlenging van de projectduur impulssubsidie velotheek tot 31 oktober 2020

 

Feiten en context

          Op 31 oktober 2020 loopt de huidige samenwerkingsovereenkomst tussen IGEAN, de gemeente Malle, de gemeente Schilde, de gemeente Zoersel, de projectvereniging Sociaal Economisch Laboratorium, KINA PV, PC Bethanië en de Enter met betrekking tot Kinderfietsuitleendienst af.

          Tijdens de coronacrisis was de velotheek was drie maanden gesloten: van maart tot en met mei 2020.

          Op een termijn van 11 maanden (inclusief sluitingsperiode) leenden 40 verschillende gezinnen 56 fietsen uit: 22 gezinnen van Zoersel leenden 33 fietsen, 8 gezinnen van Malle leenden 8 fietsen en 11 gezinnen van Schilde leenden 14 fietsen.

          Vanaf oktober 2020 zal de velotheek, in plaats van één keer, twee keer per maand openen.

          De voorziene bijdrage per gemeente van 2.917 euro tijdens het projectjaar werd niet gefactureerd aangezien de impulsssubsidie voor innovatieve projecten de kosten van het project dekte.

          Gemeente Zandhoven wil aansluiten bij de velotheek.

          De coördinatie van het initiatief zal niet meer gebeuren door IGEAN, aangezien de link met de impulssubsidie wegvalt, maar door KINA.

 

Juridische gronden

Artikel 41, 5° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247.

 

Inspraak en advies

Positief advies van het coördinatieteam velotheek op het ontwerp samenwerkingsovereenkomst op 29 september 2020.

 

Argumentatie

          De uitleencijfers van de velotheek zijn sterk beïnvloed door de coronacrisis.

          Vanaf oktober 2020 zal het aantal openingsuren van de velotheek verdubbelen.

          Een hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst is nodig aangezien de huidige samenwerking stopt op 31 oktober 2020.

          De impulssubsidie voor innovatieve projecten werd stopgezet vanaf 31 oktober 2020.

          Het werkingsgebied van de velotheek zal uitbreiden naar de gemeente Zandhoven.

          De financiële imput van de vier gemeenten is licht gestegen in vergelijking met de financiële imput die voorzien werd tijdens het projectjaar.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000493

Actie

AC000042

Algemene rekening

6494000000

Beleidsveld

2985

Bedrag

3.375 euro (vanaf 2021)

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst aangaande de velotheek te agenderen op de gemeenteraad van oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Goedkeuring aanvraagformulier UiTPAS BisCuit

 

 

Voorgeschiedenis

          Gemeente Schilde is sinds 30 januari 2017 lid van de intergemeentelijke projectvereniging BisCuit.

          Goedkeuring gemeenteraad van 19 november 2018 om een financieel engagement aan te gaan met betrekking tot BisCuit. Dit conform met artikel 14 §2 van de statuten van BisCuit.

          Goedkeuring college van burgemeester en schepenen van 21 oktober 2019 dat Schilde als BisCuit-gemeente mee instapt in een UiTPAS-systeem binnen minimum de BisCuit-regio.

          Goedkeuring college van burgemeester en schepenen van 21 oktober 2019 met het onderzoek naar het aanstellen van een voltijds projectmedewerker voor BisCuit.

          Goedkeuring gemeenteraad van 20 april 2020 met betrekking tot de oprichting van een UiTPAS-regio en het uitbreiden van projectvereniging BisCuit.

          Goedkeuring Raad van Bestuur van BisCuit op woensdag 16 september 2020 van het

gezamenlijk aanvraagformulier tot implementatie van de UiTPAS.

 

Feiten en context

          VZW Publiq is de beheerder van de UiT-databank en de UiTPAS op Vlaams niveau.

          Een UiTPAS is een voordeelkaart voor vrijetijdsactiviteiten. Mensen die deelnemen aan een UiTPAS-activiteit, sparen punten welke omgeruild kunnen worden voor extra voordelen. Er is ook een regeling voorzien voor mensen met een kansenstatuut.

          Hoewel de UiTPAS een initiatief is vanuit Vlaanderen, wordt het gehele gebied opgedeeld in UiTPAS-regio's. Elke regio staat autonoom in voor de praktische organisatie, onderlinge samenwerking, kortingstarief en voordelen.

          Er werden gesprekken opgestart met diverse gemeenten uit de regio om de bereidheid na te gaan of er in deze gemeenten draagvlak is om gezamenlijk van start te gaan met een UiTPAS.

          Momenteel wensen negen lokale besturen deel te maken van een UiTPAS-regio, namelijk Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Schilde, Schoten, Stabroek, Wijnegem en Wuustwezel.

 

Juridische gronden

          Artikel 401 tot en met 412 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Bepaalt de regelingen met betrekking tot een projectvereniging.

          Oprichtingsakte van BisCuit zoals gepubliceerd in het staatsblad van 8 juni 2017

 

Inspraak en advies

          Intergemeentelijke werkgroep UiTPAS

          Raad van Bestuur BisCuit

          VZW Publiq

 

Argumentatie

          VZW Publiq is voorstander van één gezamenlijke structuur als aanspreekpunt voor de UiTPAS.

          Het is efficiënt om een reeds bestaande intergemeentelijke projectvereniging in te zetten voor de coördinatie van de regionale UiTPAS.

          Het oprichten van een UiTPAS-regio maakt het mogelijk om met negen gemeenten samen van start gaan met het implementeren van een UiTPAS-systeem, de kosten hiervan te delen en samen te streven naar een gelijkgestemd vrijetijdsbeleid met gelijkgestemde kortingen, voordelen en tarieven.

          De op te richten UiTPAS-regio zal één van de grootste UiTPAS-regio's zijn van Vlaanderen. Dit heeft zijn voordelen bij het verder optimaliseren van een overkoepelend vrijetijdsbeleid op Vlaams niveau.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het aanvraagformulier met betrekking tot de realisatie van een UiTPAS binnen de regio van projectvereniging BisCuit met volgende deelnemende gemeenten: Brasschaat, Brecht, Essen, Kalmthout, Schilde, Schoten, Stabroek, Wijnegem en Wuustwezel.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het aanvraagformulier ter goedkeuring te agenderen op de gemeenteraad van oktober.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist de goedkeuring van het UiTPAS-project binnen de regio van BisCuit en de financiële weerslag ervan te agenderen op de gemeenteraad van oktober zodat de nodige budgetten kunnen voorzien worden en tot het verkrijgen van een visum.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Overeenkomst eengemaakt bibliotheeksysteem

 

 

Feiten en context

          Op 17 december 2016 startte Cultuurconnect met een procedure voor een overheidsopdracht voor diensten voor de uitbouw en de implementatie van een bibliotheeksysteem voor openbare bibliotheken voor Vlaanderen.

          In 2017 gunde Cultuurconnect de opdracht aan OCLC-HKA met de bibliotheeksoftware Wise.

          De implementatie van het proces loopt over drie jaar en in zeven fasen.

          In fase 7 migreren 23 niet-PBS bibliotheken naar Wise.

          PBS staat voor Provinciaal Bibliotheeksysteem.

          Schilde is één van deze niet-PBS bibliotheken.

          De migratie voor de bibliotheek van Schilde staat gepland vanaf oktober 2021.

 

Juridische gronden

Artikel 41 5° van het decreet lokaal bestuur
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten als vermeld in artikel 196, 234 en 247.

 

Argumentatie

Als voorbereiding voor de omschakeling zou de Overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek in tweevoud getekend moeten worden.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000747

Actie

AC000052

Algemene rekening

2300000000

Beleidsveld

0703

Bedrag

Visum financieel directeur

5.000,00 euro (raming)

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de overeenkomst Basisinfrastructuur Digitale Bibliotheek te agenderen op de gemeenteraad van 19 oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Chiro en gemeenschapslokaal Lindenpark - voorstel gebruiksovereenkomst Chiro

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Ontbijt - dag van de jeugdbeweging 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2019
Goedkeuring voor te onderzoeken welk alternatief er kan georganiseerd worden voor het ontbijt van de Dag Van De Jeugdbeweging. Bij deze alternatieve vorm worden ook opnaaibadges weggegeven aan de deelnemende kinderen en jongeren.

 

Feiten en context

          De Dag van de Jeugdbeweging (DVDJB) is elk jaar de ‘nationale feestdag van de jeugdbeweging’.

          De DVDJB wordt sinds 2001 over heel Vlaanderen gevierd door middel van acties om de jeugdbeweging in de kijker te zetten en vrijwilligers in de bloemetjes te zetten.

          De DVDJB wordt dit jaar georganiseerd op vrijdag 23 oktober 2020.

          Er zijn vijf jeugdbewegingen in Schilde en 's-Gravenwezel bestaande uit één Chirogroep en vier Scoutsgroepen.

          Jeugdbewegingen hebben een traditie van het opnaaien van emblemen op hun uniform om sleutelmomenten, ervaringen en groepen waarvan zij lid zijn geweest te tonen.

          Momenteel is het coronavirus nog in de contreien.

          Een ontbijtbuffet aanbieden zoals voorgaande jaren zal meerdere bubbels van jeugdbewegingen, gezinnen, scholen, etc. bij elkaar brengen en verhoogt de risico op verspreiding van het coronavirus in onze gemeente.

          De brooddozen die aangekocht werden voor de scholenveldloop worden gebruikt als ontbijtbox.

          In een ontbijtbox zullen volgende zaken zitten:

          Boterham Kaas;

          Boterham Salami;

          Reep chocolade wereldwinkel;

          Opnaaibadge voor het uniform.

          De verdeling van de ontbijtboxen zal gebeuren in 't Parkske, met drie verschillende afhaalstations, een duidelijke wandelroute, signalisatie aangaande de afstandsregels, ontsmettingsalcohol zal worden voorzien.

          De ontbijtboxen worden uitgedeeld op een coronaveilige manier.

          De activiteit zal duren van 06u30 tot en met 08u00.

          Mensen die een ontbijtbox wensen, dienen vooraf in te schrijven via Kwandoo.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Jeugdraad van 30 september 2020

          Positief mondeling advies van de Intergemeentelijk noodplanningscoördinator

 

Argumentatie

          Door het coronavirus en daarbij horende maatregelen is het niet duidelijk of het jaarlijkse ontbijt in zijn oorspronkelijke vorm zal kunnen doorgaan.

          Er zijn verschillende alternatieve manieren waarop de Dag Van De Jeugdbeweging kan gevierd worden samen met de jeugdbewegingen.

          Door de planning en voorbereiding al te treffen kan er een kwalitatief alternatief georganiseerd worden samen met de jeugdbewegingen.

          De gemeente vindt het belangrijk om de traditie van de DVDJB in Schilde verder te zetten en zo continuïteit te verzekeren.

          Take away als concept werd door verschillende horeca gebruikt om mensen contactloos te kunnen bedienen.

          Op een centraal afhaalpunt kan een verdeling verspreid verlopen.

          Voor deze actie zijn de meeste materialen reeds aangekocht.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000034

Actie

AC000164

Algemene rekening

6143001000

Beleidsveld

0101

Bedrag

500,00 euro (raming)

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met het alternatief met ontbijtboxen om zo de traditie van de Dag van de Jeugdbeweging in Schilde te continueren.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Toekomst beeldende en audiovisuele kunsten

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Aanvraag hondenwandeling - Cats en Dogs - zondag 18 oktober 2021

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie door Kevin Van Gils van Cats en Dogs, Turnhoutsebaan 399, 2970 Schilde op 17 september 2020

 

Feiten en context

Kevin Van Gils van de dierenspeciaalzaak Cats en Dogs organiseert op zondag 18 oktober 2020 een hondenwandeling. Het parcours loopt door Schilde aan het Anti-tank kanaal. Op het einde van de wandeling Turnhoutsebaan 399 wordt er een wafel en drankje aangeboden door Cats en Dogs. De genodigden kunnen de versnapering onderweg naar huis nuttigen.

De vereniging vraagt toelating voor dit evenement.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

          Voorwaardelijk gunstig advies noodplanning

 

Argumentatie

De gemeente Schilde ondersteunt sociale initiatieven die op een veilige manier kunnen plaatsvinden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Kevin Van Gils zaakvoerder van Cats en Dogs voor de organisatie van een hondenwandeling op 18 oktober 2020. onder volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          voor de foodtruck dient een aanschuifrij georganiseerd te worden met 1.5M afstand;

          geen consumptie ter plaatsen;

          de afstandregels dienen nageleefd te worden;

          iedereen dient samen te vertrekken. Indien dit niet kan dient er met een tijdslot gewerkt te worden;

          voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          geen afval achter te laten;

          indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Rugbytoernooi - RC Diabolos - 31 oktober 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 14 september 2020

 

Feiten en context

          Op zaterdag 31 oktober 2020 organiseert Rugbyclub Diabolos Schilde een rugbytoernooi voor jeugd (-12 jaar).

          De organisatie verwacht een 100 bezoekers.

          De organisatie vraagt toestemming om dit rugbytoernooi te mogen toernooi te mogen organiseren.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke eigendommen en inrichtingen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Voorwaardelijk positief advies noodplanning.

 

Argumentatie

De organisatie heeft een groen resultaat via de COVID EVENT SCAN.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepen geeft toestemming aan rugbyclub Diabolos Schilde voor de organisatie van een jeugdtoernooi op zaterdag 31 oktober 2020 onder de volgende voorwaarden:

          werken volgens het protocol sport van Sport Vlaanderen;

          werken in leeftijdsbubbels voor de wedstrijden;

          spreiden van toekomende en vertrekkende spelers en ouders;

          opmaak van een crowd management plan voor bezoek - opstellen van bezoekers rond terrein (1 persoon per 4m²/bubbels gescheiden houden);

          eten en drinken in de kantine is enkel mogelijk mits het huidige horeca-protocol kan gevolgd worden;

          verplichte registratie van deelnemers en bezoekers.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Overeenkomst en toelage Winterdorp 2020-2021

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Huishoudelijk reglement Lokaal Overleg Kinderopvang

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeenteraad keurde op 20 augustus 2019 de statuten van het lokaal overleg kinderopvang goed.

 

Feiten en context

De afspraken over de dagelijkse werking van het LOK worden uitgewerkt in een huishoudelijk reglement.

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang.

          Artikel 304 van het decreet lokaal bestuur
Inspraak, voorstellen van burgers en verzoekschriften aan de organen van het lokaal bestuur.

          Artikel 2 §4 van de statuten LOK Schilde
Voor de eigen organisatie van de werkzaamheden werkt het LOK een huishoudelijk reglement uit. Dit reglement wordt goedgekeurd door de algemene vergadering bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen en mits minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

 

Inspraak en advies

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement door het LOK met eenparigheid van stemming op 23 september 2020.

 

Argumentatie

Het huishoudelijk reglement regelt de praktische werking van de adviesraad LOK.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het huishoudelijk reglement lokaal overleg kinderopvang en beslist deze ter kennisgeving op de gemeenteraad van oktober 2020 te agenderen.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Opvolging gemeenteraad - mededelingen 19 oktober 2020

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 05 10 2020

Gemeenteraad - dagorde van 19 oktober 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 19 oktober 2020 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 21 september 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          SECRETARIAAT - Gebruik bodycams door politiezone Schoten en Brasschaat op grondgebied politiezone Voorkempen - Besluit

          SECRETARIAAT - Klacht Agentschap Binnenlands Bestuur - anoniem - Vogelenzang - Kennisname

          ALGEMEEN DIRECTEUR - BBC - Opvolgingsrapportering - Kennisname

          FINANCIËLE ZAKEN - BBC 2020 - Aanpassing en toelichting van het meerjarenplan 2014-2021 - Besluit

          FINANCIËLE ZAKEN - Wijziging nominatieve subsidies 2020 - Besluit

          Ruimte - Intergemeentelijke samenwerking IGEAN - handhaving - gemeentelijke prioriteitenlijst - Besluit

          Milieu - Burgemeesterconvenant 2030 ism het EnergieK huis van IGEAN - Besluit

          VRIJE TIJD EN WELZIJNSZAKEN - Reglement Boxen met binnenspeelgoed - Besluit

          VRIJE TIJD EN WELZIJNSZAKEN - Aanvraagformulier UiTPAS BisCuit - Besluit

          SECRETARIAAT - Fluvius - buitengewone algemene vergadering van 16 december 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Actualiteitsvragen - Kennisname

 

 

Publicatiedatum: 13/10/2020