VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

20 mei 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 13 mei 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 13 mei 2019 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 1.238 tot en met 1.285;

          de vastleggingen van 3.245 tot en met 3.438;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 47 tot en met 50;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 19.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Raadscommissie - dagorde - 3 juni 2019

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen.  Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen.  De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 3 juni 2019 te plaatsen:

1. SECRETARIAAT - Verslag raadscommissie van 6 mei 2019

2. ALGEMEEN DIRECTEUR - Startnota's

3. FINANCIËLE ZAKEN - Jaarrekening en budgetwijziging gemeente + AGB

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Raadscommissie - ontwerpverslag 6 mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren.  Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.

 

Argumentatie

          De raadscommissie vond plaats op 6 mei 2019.

          Het ambt van secretaris werd waargenomen door Tine Vervisch, algemeen directeur.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 6 mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Organisatiebeheersing - jaaroverzicht

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit managementteam van 8 mei 2019

 

Feiten en context

Door de invoering van het decreet lokaal bestuur is het noodzakelijk om voor een aantal terugkerende verplichtingen stroomdiagrammen en een jaarplanning uit te werken.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 1 en artikelen 217-219 van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Organisatiebeheersing is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat men (...) wetgeving en procedures naleeft.

Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.

Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten.

Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de jaarplanning in het kader van het organisatiebeheersingssysteem.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Evaluatie beheersovereenkomst

 

 

Voorgeschiedenis

          Het Autonoom Gemeentebedrijf Schilde, KBO 0693 894 844, een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in publiekrechterlijke vorm werd opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 20 november 2017 op grond van de artikelen 225-244 van het gemeentedecreet.

          In zitting van 21 december 2017 beslist het college van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken om een voorafgaande beslissing of ruling te verlenen over de btw-aspecten van de vestiging van een zakelijk recht en uitbating van een gemeenschapscentrum en een sportcomplex.

          De oprichting van het AGB Schilde werd goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke kansen en Armoedebestrijding op 22 februari 2018.

          De beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Schilde werd goedgekeurd op 17 december 2018.

 

Feiten en context

          Per legislatuur sluiten het AGB en de oprichtende gemeente een beheersovereenkomst, waarin de taken en doelstellingen van het AGB concreter worden omschreven en de gemeente daarvoor een aantal middelen (financiën, personeel, logistiek, …) toekent.  De beheersovereenkomst eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.

          Het decreet lokaal bestuur verplicht om minstens te voorzien in een jaarlijks rapport betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst.

 

Juridische gronden

          Artikel 234 §3 van het  decreet lokaal bestuur
Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt die gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad.
De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan worden jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad.
Als bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd.
Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een jaar na de verlenging, vermeld in het derde lid, of als een beheersovereenkomst is ontbonden of geschorst, kan de gemeenteraad na overleg met het autonoom gemeentebedrijf voorlopige regels vaststellen voor aangelegenheden, vermeld in de beheersovereenkomst.  Die voorlopige regels zullen als beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt.

          Artikel 10 §1 van de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 november 2017 waarin bepaald is minstens de volgende aangelegenheden in de beheersovereenkomst moeten geregeld worden:

          1° De concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en van de doelstellingen ervan;

          2° De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de doelstellingen van het AGB;

          3° Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de Vlaamse Regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;

          4° De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financiering mogen worden aangeworven en aangewend;

          5° De wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur vastgesteld en berekend worden;

          6° De gedragsregels inzake de dienstverlening door het AGB;

          7° De voorwaarden waaronder het AGB andere personen kan oprichten, erin deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;

          8° De informatieverstrekking door het AGB aan de gemeente;

          9° De wijze waarop het AGB zal voorzien in een systeem van interne controle;

          10° De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;

          11° De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.

          Artikel 10 §4 van de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 november 2017
De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan wordt jaarlijks geëvalueerd door de gemeenteraad. Hiertoe zal de raad van bestuur rapporteren aan, dan wel een toelichting verzorgen voor de gemeenteraad omtrent de beheersovereenkomst.

Het AGB legt eveneens in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan. Dat verslag omvat ook een evaluatie van de verzelfstandiging, waarover de gemeenteraad zich binnen drie (3) maanden uitspreekt.

 

Argumentatie

          Op dit ogenblik is enkel de exploitatie- en beheersopdracht van het AGB Schilde beperkt  tot Werf 44.  Omwille van waterschade en de daaruit voortvloeiende herstellingswerken was Werf 44 op 1 februari 2019 volledig operationeel.  De korte termijn van volledige exploitatie heeft een invloed op het evaluatieverslag dat voorgelegd.

          Het is te vroeg om de beheersovereenkomst te evalueren aangezien deze pas in december 2018 werd goedgekeurd. 

          Het is belangrijk een nieuwe evenwichtssituatie in de klantrelatie te bereiken.

          De administratieve impact op de gemeentelijke diensten is zeer groot.  De beheersbaarheid met het huidige personeelsaantal botst tegen zijn grenzen aan. Een evaluatie van de personeelsbezetting dringt zich op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de evaluatie van de beheersovereenkomst te agenderen voor de gemeenteraad van 17 juni 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Startnota's - agenda raadscommissie

 

 

Voorgeschiedenis

          Advies van het managementteam van 16 januari 2019 omtrent de aandachtspunten voor de nieuwe afsprakennota.

          Bespreking van de afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen van 11 februari 2019.

          Advies van het managementteam van 13 februari 2019 om de bespreking verder uit te werken in een aantal principes.

          Het managementteam van 13 maart 2019 formuleerde een positief advies omtrent het ontwerp van afsprakennota.

          Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau keurden de afsprakennota goed op 25 maart 2019.

 

Feiten en context

          In de goedgekeurde afsprakennota is onder andere het volgende voorzien: "Het bestuur en de administratie werken planmatig samen aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen door een startnota als helder toetsingskader te hanteren voor de uitwerking van de beleidsdoelstellingen".

          Het managementteam brainstormde reeds over de items die kunnen terugkomen in de startnota.  Het college van burgemeester en schepenen bakende drie projecten af waarvoor in eerste instantie een startnota moet opgemaakt worden.  Een ontwerp van startnota voor de site Molenakker en het natuurplan is opgemaakt.

 

Juridische gronden

          Artikel 171 §2 van het decreet lokaal bestuur

Ten minste na iedere volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de algemeen directeur mede namens het managementteam een afsprakennota met het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, met het bijzonder comité voor de sociale dienst en met de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst over de wijze waarop de algemeen directeur en de overige leden van het managementteam met het college van burgemeester en schepenen, de burgemeester, het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, het bijzonder comité voor de sociale dienst en de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst samenwerken om de beleidsdoelstelling te realiseren, en over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie.

          Artikel 181 van het decreet lokaal bestuur

Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de diensten van de gemeente en van het OCMW bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. Het managementteam bewaakt de eenheid in de werking.

 

Inspraak en advies

Intervisiemoment met het managementteam in aanwezigheid van de schepen en de projectleider van de startnota's

 

Argumentatie

          De startnota's bepalen de grote lijnen voor de projecten zodat resultaatgericht aan de slag kan gegaan worden.

          Door de raadscommissie input te laten geven over de startnota's kan van bij de aanvang van projecten gewerkt aan draagvlak.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de startnota 'natuurplan' goed te keuren.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de startnota 'site Molenakker' goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

MJP - Doelstellingenboom

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 13 maart 2019 adviseerde het managementteam om eerst aan een gemeenschappelijke visie te werken alvorens de acties te koppelen aan uitgewerkte strategische doelstellingen.

          Op 25 maart 2019 vond een workshop plaats met het college van burgemeester en schepenen en het managementteam om de basis te leggen voor de uitwerking van de strategische nota.  Een gemeenschappelijke visie werd uitgewerkt.

          Op 3 april 2019 nam het managementteam kennis van het ontwerp van doelstellingenboom dat werd opgesteld naar aanleiding van de workshop.

          Op 13 april 2019 vond een beraadslaging van het college van burgemeester en schepenen plaats om de doelstellingenboom te verfijnen.

          op 8 mei 2019 besliste het managementteam over de aanpak van de financiële weerslag van de doelstellingenboom. 

 

Feiten en context

De strategische nota geeft de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties weer voor het intern en extern te voeren beleid in de periode 2020 tot en met 2025.  Ze bevat per jaar dat in het meerjarenplan is opgenomen, de volgende elementen:

          per beleidsdoelstelling waar de prioritaire acties aan gekoppeld zijn, de omschrijving van de beleidsdoelstelling en van de prioritaire acties;

          per beleidsdoelstelling waar de prioritaire acties aan gekoppeld zijn en per prioritaire actie, de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de exploitatie, de investeringen en de financiering;

          per beleidsdoelstelling waar de prioritaire acties aan gekoppeld zijn, het totaal van de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de niet-prioritaire acties voor de exploitatie, de investeringen en de financiering.

Daarnaast geeft de strategische nota een overzicht van de beleidsdoelstellingen waar geen prioritaire acties aan gekoppeld zijn.  Ze verwijst ook naar de plaats waar het overzicht ter beschikking is met de omschrijving van alle beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties, en de bijbehorende ramingen van de ontvangsten en de uitgaven die opgenomen zijn in het meerjarenplan 2020-2025.

Een bestuur kan er ook voor kiezen om in de strategische nota de prioritaire actieplannen op te nemen in plaats van de prioritaire acties.

 

Juridische gronden

          Artikel 254 van het decreet lokaal bestuur
Voor het einde van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen wordt een meerjarenplan vastgesteld.  Dat meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.
Het meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en loopt af op het einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen.

          Artikel 255 van het decreet lokaal bestuur
In de strategische nota van het meerjarenplan worden de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergegeven.

In de financiële nota van het meerjarenplan wordt de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergegeven en wordt verduidelijkt hoe het financieel evenwicht wordt gehandhaafd.
De toelichting van het meerjarenplan bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van meerjarenplan die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen.

          Artikel 171 §4 van het decreet lokaal bestuur
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van: 3° het voorontwerp van de beleidsrapporten en de opvolgingsrapportering.

          Artikel 176 van het decreet lokaal bestuur
De financieel directeur staat onder de functionele leiding van de algemeen directeur in voor: 1° het opstellen, in overleg met het managementteam, van het voorontwerp van de beleidsrapporten en de opvolgingsrapportering.

          Omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus van 3 mei 2019

 

Inspraak en advies

Managementteam van 13 maart 2019, 3 april 2019 en 8 mei 2019

 

Argumentatie

          De gemeente en het OCMW hebben één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. 

          De strategische nota legt de focus niet alleen op de prioritaire beleidsdoelstellingen, maar ook en vooral op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen.

          De aanduiding van prioritaire acties, actieplannen en beleidsdoelstellingen moet de raadsleden toelaten om het beleid te sturen op hoofdlijnen en om te focussen op de aspecten van het beleid die essentieel zijn.  De strategische nota kan dus een beknopt en bevattelijk document zijn.

          Om de financiële neerslag door de diensten te laten voorbereiden, is het noodzakelijk dat over de doelstellingenboom en de gemeenschappelijke visie interne communicatie kan plaatsvinden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de omzendbrief KB/ABB 2019/4 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de gemeenschappelijke visie en het ontwerp van doelstellingenboom, als basis voor de strategische nota, vast te stellen met het oog op het nagaan van de financiële neerslag en het bereiken van het financieel evenwicht.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Extra straatnaambord Kleinveldweg

 

 

Voorgeschiedenis

Mondelinge vraag van een inwoner van de Kleinveldweg

 

Feiten en context

Een inwoner van de Kleinveldweg meldt dat er onduidelijkheid is in de benaming van de Kleinveldweg. Hierdoor stonden de hulpdiensten onlangs aan een verkeerde woning. Het plaatsen van een extra straatnaambord op de linkerhoek Kleinveldweg/Kwekerijstraat zou dit oplossen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Gunstig advies van de verkeerscel.

 

Argumentatie

Voor de hulpdiensten is een duidelijke benaming van straten cruciaal.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een extra straatnaambord te plaatsen op de linkerhoek Kleinveldweg/Kwekerijstraat.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Patrimonium - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter - Deel Groenelaan 48

 

 

Feiten en context

De eigenaar van het onroerend goed gelegen aan de Groenelaan 48 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie D, 192 Y2 vraagt of de gemeente interesse heeft om een deel van deze eigendom met een oppervlakte van ongeveer 400m². Deze eigendom is volgens het gewestplan gelegen in woongebied en grenst aan de site van de Molenstraat.

 

Juridische gronden

          Decreet van 10 december 2010 betreffende de aanstelling van erkende landmeters door de gemeente

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

Meer mogelijkheden voor de herinrichting van de site Molenstraat in de toekomst

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop in een deel van de eigendom gelegen aan de Groenelaan 48 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie D, 192 Y2.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt een beëdigd schatter aan om het schattingsverslag op te stellen en een opmetingsplan op te maken.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Patrimonium - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter - Friedadreef 53

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximumprijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter.

 

Feiten en context

De eigenaar van het perceel gelegen aan de Friedadreef 53 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 L21 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente.

 

Juridische gronden

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

          Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop van  de eigendom gelegen aan de Friedadreef 53 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 L21 met een oppervlakte van 258 m².

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt een beëdigd schatter aan om het schattingsverslag op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Nutswerken - Integan - Picardiëlaan 74 - Aanleg leidingen

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 25 oktober 2016 van Integan, Boombekelaan 14 te 2660 Hoboken voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Picardiëlaan 74 zoals aangeduid op het plan.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Argumentatie

Uitbreiding van het kabeltelevisienet.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Integan met kenmerk LVN/144596 en het ontwerpplan NA-14-4596.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Nutswerken - Fluvius - Aanleg leidingen - Waterstraat 355 A

 

 

Feiten en context

Schrijven ontvangen op 24 april 2019 van Fluvius, Koningin Elisabethlei 38 te 2300 Turnhout voor het uitvoeren van grondwerken ter hoogte van de Waterstraat 355 A zoals aangeduid op het plan.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

 

Argumentatie

Vernieuwing van de leidingen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan de aanvraag van Fluvius met kenmerk DDK/1902740 en het ontwerpplannen ASL-19-02740.

Artikel 2. Deze goedkeuring wordt gegeven onder de volgende voorwaarden:

          aanvraag coördinatie via GIPOD;

          rekening houden met de verordening over de voetpaden en de verkeersveiligheid voor bovengrondse constructies, kasten;

          rekening houden met de bestaande leidingen en bomen;

          bermen, opritten en voetpaden terug in perfecte staat brengen;

          werken uitvoeren conform de code voor infrastructuurwerken;

          de gemeente verwittigen de dag voor de aanvang van de werken. De werken dienen te worden opgeleverd binnen de 10 werkdagen na beëindiging ervan. Zolang deze afspraak niet nageleefd wordt blijft de vergunninghouder verantwoordelijk voor de werkzone;

          de verplichte onderboringen van het wegdek uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de maatschappij;

          de nutsmaatschappij bij aanvang van de werken de verantwoordelijke controleur vermeldt met het telefoonnummer waarop deze bereikbaar is;

          indien van toepassing, de leidingen minstens 50cm onder het bodempeil van de baangracht of waterloop leggen;

          noch het gemeentebestuur, noch de aannemer kunnen verantwoordelijk gesteld worden voor leidingen die niet op de voorgeschreven plaats en diepte gelegd werden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - De Nachtegaal 24 - Ronald Van Genechten - het aanbouwen van een veranda - M 2019/209

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 januari 1988 - 1987/253

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22B

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 januari 1967 - sgr22b

o        wijziging van een bestaande verkaveling - weigering door de deputatie - 8 juli 1970 - sgr22b

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het regulariseren van een ééngezinswoning en een losstaand bijgebouw - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 1 april 2019 - OMG 2018/577

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Ronald Van Genechten, met als contactadres, Wijnegemsteenweg 119, 2970 Schilde op 29 april 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Nachtegaal 24.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het aanbouwen van een veranda.

De uiterste beslissingsdatum is 29 mei 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, sgr22b van 3 januari 1967.
     
  • Specifieke voorschriften

De verkaveling SGR 22b bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied (nummers alle)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, zoals aangeduid op het plan.

1.      Bestemming
Woonhuizen met aanhorigheden

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel:
vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels:
op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8 m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte

a)      Hoofdgebouw:

Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoverstek:

Maximum 7m.

b)      Aanhorigheden: maximum 3m.

7.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

8.      Dakvorm

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

9.      Bedekking van de schuine daken;

Ofwel pannen, ofwel rechthoekige leiën in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken

2.      Plaatsing

a)      Voorgevel: op minimum 10m afstand van de achtergevel van het hoofdgebouw met aanhorigheden.

b)      Overige gevels: op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Maximum 3m.

4.      Gevelmaterialen:
Gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

5.      Dakvorm:

Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

6.      Bedekking van de schuine daken:

Ofwel voor pannen, ofwel leiën, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

7.      Maximumoppervlakte van de gezamelijke gebouwen:

3% va, de perceelsoppervlakte.

2.3.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte zie plan.

1.      Achteruitbouwstrook

Bebouwing:

Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.      Zijdelingse bouwvrije stroken

Diepte gelijk aan de perceelsdiepte. Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel: 3m, met dien verstande dat de som van de breedten der beide zijdelingse bouwvrije stroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, minstens 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

Bebouwing:
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1989.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 221,97m² op een perceel van circa 2.380m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het aanbouwen van een veranda op een perceel van 2.380m².

De woning blijft ingeplant tot op 10m uit de rooilijn.

Het is niet duidelijk waar de veranda wordt aangebouwd en hoe groot deze is.

Achter de woning is een losstaand bijgebouw waarvan geen vergunning gekend is.

De totale bebouwde oppervlakte van de bestaande woning op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 221,97m².

Er zijn geen gegevens gekend van de verhardingen op het perceel.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

c)      Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het aanbouwen van een veranda aan een woning kan met een melding zonder de medewerking van een architect.

De aanvraag is onduidelijk waar de veranda wordt aangebouwd.
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

8.      Op het inplantingsplan aanduiden waar de veranda wordt aangebouwd met vermelding van alle afmetingen van het bestaande en nieuwe constructies. De afstanden tot de rooilijn en zij perceelsgrenzen ontbreekt.

9.      Een grondplan met alle buitenafmetingen;

10.  Aparte gevelplannen met afmetingen (tekening, geen foto’s);

11.  De kijkrichting van de foto’s dienen op het inplantingsplan met nummer vermeld te worden;

12.  Er is er een losstaand bijgebouw dat niet vergund is. Ofwel dient dit geregulariseerd te worden of is het vrijgesteld van vergunning.

13.  Er ontbreekt een legende met vermelding van de materialen;

14.  Op het inplantingsplan dienen alle verhardingen met oppervlakte, afmetingen en soort vermeld te worden. De oprit ontbreekt.

15.  De bomen dienen op het plan met de woning getekend te worden zodat er duidelijk kan gezien worden hoe de bomen ten opzichte van de woning gelegen zijn.

 

c)      Functionele inpasbaarheid
Het aanbouwen van een veranda is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

d)      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

e)      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

f)        Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

g)      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

h)      Bodemreliëf
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

i)        Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Mosthoevendreef 9B - Joris De Cnop - het uitbreiden van een slaapkamer op de eerste verdieping - M 2019/236

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 29 mei 1975 - 1975/94

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 februari 1972 - 1971/28

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 december 1967 - 1967/11

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Joris De Cnop, met als Joris De Cnop, Mosthoevendreef 9B, 2970 Schilde op 8 mei 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Mosthoevendreef 9B.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van een slaapkamer op de eerste verdieping.

De uiterste beslissingsdatum is 8 juni 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
  • Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1971/28 van 6 februari 1972.
     
  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 1971/28 bepaalt:

Artikel 2 Percelen bestemd voor alleenstaande bebouwing in een residentieel gebied (nummers: alle)

2.1.     Bouwstrook

Diepte 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, gelegen op 8m uit de rooilijnen.

1.      Bestemming
Woningen.

2.      Bebouwing
Alleenstaand, geen zichtbare blinde gevels

3.      Plaatsing

a)      Voor- en achtergevel:
Vrije plaatsing binnen de bouwstrook.

b)      Zijgevels:
Op minimum 3m afstand van de zijgrenzen van het perceel.
De som van de afstanden van elke zijgevel tot de zijgrens van het perceel zal evenwel ten minste 1/3 moeten bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

4.      Voorgevelbreedte
Minimum 8m en maximum 2/3 van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

5.      Bouwdiepte

a)      Percelen met een breedte van 40m en minder, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8m en maximum 20m.

b)      Percelen met een breedte van meer dan 40m, gemeten op de voorgevelbouwlijn: minimum 8m en maximum de helft van die perceelsbreedte.

6.      Bouwhoogte
Gemeten van het trottoirniveau tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek:

a)      hoofdgebouw: maximum 7m;

b)      bijgebouwen: maximum 3m.

7.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

8.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.2.     Strook voor tuinen
Vanaf de bouwstrook tot de achtergrens van het perceel

1.      Bebouwing
Bergplaatsen en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 3% van de perceelsoppervlakte niet overschrijdt.

2.      Plaatsing

a)      Gevel gericht naar het hoofdgebouw:
op minimum 30m achter de voorgevel van het hoofdgebouw

b)      Zijgevels:
op minimum 3m afstand van de perceelsgrenzen.

3.      Bouwhoogte
Gemeten van het grondplein tot bovenkant deksteen of onderkant dakoversteek: maximum 3m.

4.      Dakvorm
Plat dak of schuin dak met een maximumhelling van 60°.

5.      Materialen

a)      Gevels: gevelsteen, natuursteen, sierbepleistering in lichte kleur, baksteen geverfd in lichte kleur.

b)      Bedekking van de schuine daken: ofwel pannen, ofwel rechthoekige leien in horizontale rijen, ofwel riet, ofwel voor flauw hellende daken, dakvilt.

2.3.     Bouwvrije voortuinstrook
Diepte 8m, gemeten vanaf de (ontworpen) rooilijn.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

2.4.     Bouwvrije zijtuinstroken
Diepte gelijk aan de perceelsdiepte.
Breedte, gemeten vanaf elke zijgrens van het perceel 3m, met dien verstande dat de som van de breedte der beide zijtuinstroken over een diepte van 30m, gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn, tenminste 1/3 moet bedragen van de perceelsbreedte, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.      Bebouwing
Alle constructies verboden, met inbegrip van op- en afritten.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1978.

Voor het huidige perceel en het perceel nr. 9A werd er 1 landhuis vergund.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 337,66m² op een perceel van circa 3.552m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een deel van het landhuis dat vergund werd 1975.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het uitbreiden van een slaapkamer op de eerste verdieping op een perceel van 1.259m².

Er werd een landhuis vergund tot op 8m uit de rooilijn, op 11m van de rechterperceelsgrens en op 18m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 38,77m op een kavelbreedte van 71,30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 5m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 20° met een nokhoogte van 7,8m.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 337,66m².

Er zijn geen gegevens gekend betreffende de totale verharding op het perceel.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

6.      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

7.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

8.      Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

9.      Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.

10.  Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

11.  Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

c)      Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter

Het uitbreiden van een slaapkamer op de eerste verdieping kan niet met een melding.

De aanvraag dient een omgevingsproject te zijn opgemaakt door een architect.

Er werd in 1975 enkel één landhuis vergund voor Mosthoevendreef 9a en 9b.

Er zijn geen gegevens terug te vinden dat de woning en het perceel (lot 6/2 van de verkaveling 1971/28) werd opgesplitst.
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften. Volgende gegevens ontbreken:

c)      Ligging- en omgevingsplan (volgens het normenboek);

d)      Een inplantingsplan (volgens het normenboek);

e)      Grondplan, verdieping, dak, fundering (volgens het normenboek);

f)        Een snede van de woning (volgens het normenboek);

g)      Terreinprofiel (volgens het normenboek);

h)      Gevels (volgens normenboek);

i)        Volgende kleurenfoto’s (volgens het normenboek).

Alle plannen dienen als een aparte pdf opgeladen worden.

2.      Functionele inpasbaarheid
Het uitbreiding van een slaapkamer op de eerste verdieping is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

3.      Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

4.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

5.      Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

6.      Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

7.      Bodemreliëf
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

8.      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De aanvraag bevat onvoldoende gegevens om te kunnen toetsen met de geldende voorschriften.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt geen akte van de voormelde melding.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Epicialaan 4 - de heer Joeri Janssens en mevrouw Lena Van Cauwenbergh - het slopen van een bestaande ééngezinswoning met bijgebouwen en het bouwen van een ééngezinswoning - OMG 2019/95

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 augustus 1951 - sgr1951/21

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 november 1952 - sgr1952/24

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Joeri Janssens, Sint Hubertuslaan 9, 2970 Schilde en mevrouw Lena Van Cauwenbergh met als contactadres Sint Hubertuslaan 9, 2970 Schilde op 22 februari 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Epicialaan 4.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het slopen van een bestaande ééngezinswoning met bijgebouwen en het bouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 22 maart 2019. De uiterste beslissingsdatum is 21 mei 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1951.

Op het perceel zijn er nog 3 bijgebouwen aanwezig.

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over enerzijds het slopen van de bestaande ééngezinswoning met bijgebouwen en anderzijds het bouwen van en ééngezinswoning op een perceel van 3.061,34m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 15m uit de rooilijn, op 5m van de rechter perceelsgrens en op 5m van de linker perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 20m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 20m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 5,35m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 50° met een nokhoogte van 10,47m.

De gevels worden opgetrokken in wit/lichtgrijs gekaleide gevelsteen.

Het dak wordt afgewerkt met donkere dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 259,76m².

De toegang tot het perceel is 3,94m breed.

De oprit wordt aangelegd in kasseien en ligt op minimum 5m van de linker perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 213,95m².

Er worden bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 25 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een bestaande constructie af te breken en op een grotere locatie een nieuwe woning te bouwen. Er dienen bomen te worden geveld. Er is 1 lindeboom in de voortuin die behouden kan blijven daar deze geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertoont. Op de locaties van de af te breken constructies en gevelde bomen kunnen nieuwe bomen worden geplant.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Dit is echter noodzakelijk om te voldoen aan de woonparkdefinitie. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 8 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 6 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        het extra behoud van de lindeboom zoals aangeduid op het inplantingsplan;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 17 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Uit het dossier kan afgeleid worden dat de aanvrager een oppervlakte van 240m² wenst te ontbossen. Volgens de gegevens van het Agentschap van Natuur en Bos is het perceel bezet met een gemengd bos.
    Na onderzoek van het compensatievoorstel overwoog het Agentschap voor Natuur en Bos een aanpassing aan dit voorstel. Op 3 april 2019 meldde de aanvrager dat zij niet akkoord ging met de voorgestelde wijzigingen. Er wordt een aangepaste inplantingsplan toegevoegd, waarop 395m² te behouden bos werd aangeduid. Dit aangepaste plan wordt weerhouden. Bijgevolg kan het Agentschap voor Natuur en Bos een definitieve beslissing aangaande dit compensatievoorstel nemen.
    Het compensatievoorstel wordt goedgekeurd, maar aangepast. De motivering voor de aanpassing bevindt zich in het laatste deel van het goedgekeurd boscompensatievoorstel. Dit compensatievoorstel moet integraal deel uitmaken van de omgevingsvergunning.
    Volgens het Agentschap voor Natuur en Bos is er voor het uitvoeren van de geplande werken na toevoeging van het aangepast inplantingsplan geen ontbossing meer nodig. 395m² dient als bos behouden te worden, zoals in het groen aangeduid op het inplantingsplan. Het dossier is bij het Agentschap voor Natuur en Bos geregistreerd onder het kenmerk 19-205812.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarde zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 19-205812;

o        de bosoppervlakte 395m² moet ALS BOS behouden blijven, zoals in het groen aangeduid op het inplantingsplan. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 16 april 2019 onder referentie 190281 L-19-356, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande DWA-riolering (DWA) en het bestaande RWA-stelsel (RWA) langsheen de Epicialaan.
  • Hiertoe dient de DWA-afvoer aangesloten te worden op het bestaande huisaansluitputje voor DWA.
  • De regenwaterput met een inhoud van 12.500 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer eengezinswoningen.
  • De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van wc’s en een buitenkraantje.
  • De overloop van de regenwaterputten wordt aangesloten op een infiltratievoorziening per met minimum 4.994 liter (effectief 5.000 liter) infiltratievolume en min. 7,99m² (effectief 9,34m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
  • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
    • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor eventueel offerte over aan de ontwikkelaar.
    • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.

o        Algemene voorwaarden:

o        Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.

o        De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 13 mei 2019 onder referentie DWAD-2019-0402, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Verenigbaarheid met het watersysteem
    Mogelijke schadelijke effecten zouden kunnen ontstaan door:
  • Wijziging van infiltratie naar het grondwater.

De aanvraag voorziet enkele maatregelen die het negatieve effect voldoende herstellen/compenseren, mits ze uiteraard correct uitgevoerd worden. Zo wordt er een hemelwaterput en een infiltratievoorziening voorzien, zie punt 4.2.1.

Omwille van de inkleuring van het perceel als mogelijk overstromingsgevoelig worden er geen ophogingen in de tuinzone toegestaan. Ophogingen zijn volgens de plannen van de aanvraag niet voorzien.

  • Voorwaarden en maatregelen

o        Algemene wettelijke voorwaarden

  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, …) Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat – gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de RegenWaterAfvoerleiding en regenwater in de DroogWeerAfvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een DroogWeerAfvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

o        Specifieke voorwaarden (artikel 8 §1 DIW van 18 juli 2003 en artikel 7 § 1 4° UB van 20 juli 2006).
Teneinde het schadelijk effect te voorkomen/beperken/herstellen/compenseren worden de volgende specifieke voorwaarden opgelegd:

  • Voor de wijziging van infiltratie naar het grondwater
    Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke, provinciale, gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. Verder moet voldaan worden aan art. 6.2.2.1.2 § 4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept 'vasthouden- bergen-afvoeren' dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen.
    Prioriteit moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer.
    De dakoppervlakte watert af naar een hemelwater van 12.500 l.
    Dit hemelwater zal hergebruikt worden volgens de ingevulde aanstiplijst als spoelwater voor toiletten en buitenkraan
    Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst in de vorm van een (diepe) infiltratieput. Om infiltrerend te werken is het belangrijk dat een infiltratievoorziening volledig boven de hoogste grondwaterstand (=gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand) wordt geplaatst. Volgens de bodemkaart ligt deze grondwaterstand op 40 cm diepte. De infiltr atieput lijkt dus volgens de kaartgegevens te diep, ondiepere systemen zouden beter geschikt zijn.
    Mogelijk is een open infiltratiesysteem, type WADI, diepte 30 cm een optie.
    De werkelijke diepte van de grondwaterstand kan echter (licht) afwijken van deze kaartgegevens. Daarom wordt geadviseerd om de grondwaterstand in het voorjaar na te gaan en te kiezen voor een infiltratievoorziening die hier volledig boven geplaatst kan worden.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Geen ophogingen in de tuinzone.

o        Het verplichte hergebruik van hemelwater door middel van een pomp en apart leidingcircuit moet opgenomen worden in de vergunning en wordt bij voorkeur na de werken gecontroleerd door de gemeente.

o        De infiltratievoorziening moet volledig boven de gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand geplaatst worden.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 12.500 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 5.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 9,34m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het slopen van een bestaande ééngezinswoning met bijgebouwen en het bouwen van een ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 8cm onder de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • voor de afbraak van de gebouwen dient de bouwheer te beschikken over een attest voor buitengebruik stellen van de gas- en elektriciteitsleidingen van desbetreffende maatschappijen;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 4.9694 liter en een infiltratieoppervlakte van 7,99m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;
  • het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Schildedreef 14 - mevrouw Britt De Backer en Sam  Verhoeft - Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het herbouwen van een overdekte terrasconstructie - OMG 2019/119

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 31 januari 1963 - 1963/07

o        het dempen van een vijver - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 december 2015 - 2015/201

  • Stedenbouwkundige attest(en)
  • bouwen: meer bepaald: verkoop van bouwgrond voor bouwen van een vrijstaande eengezinswoning, daartoe verbreden van perceel 436/n5 tot 30m, mits afsplitsing van een strook van 9m breedte, te nemen uit perceel 436d8 - positief door college van burgemeester en schepenen - 1 juni 2015 - 2015/8
  • bouwen van een vrijstaande woning - positief door college van burgemeester en schepenen - 26 maart 2018 - SV 2017/16
  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 2 cipressen, 12 dennen, 2 berken en 1 canadapopulier - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 30 juli 2018 - VB 2018/266

o        het verbouwen van een vrijstaande ééngezinswoning - ongegrond, niet rechtsgeldig door college van burgemeester en schepenen - 11 februari 2019 - M 2019/40

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Britt De Backer, Schildedreef 14, 2970 Schilde en Sam Verhoeft, Schildedreef 14, 2970 Schilde op 7 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Schildedreef 14.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het herbouwen van een overdekte terrasconstructie.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 maart 2019. De uiterste beslissingsdatum is 27 mei 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
     
  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1964.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 302,97m² op een perceel van circa 5.318m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het herbouwen van een overdekte terrasconstructie op een perceel van 5.318m².

Volgende zaken worden aangevraagd:

o        Interne verbouwingen (wijzigen van indeling en binnenmuren);

o        Het wijzigen van ramen in voorgevel, achtergevel en beide zijgevels;

o        Het isoleren van muren en daken;

o        Het afbreken en nieuwbouwen van een overdekt terras aan de linkerzijgevel.

De woning blijft ingeplant tot op 51,51m uit de rooilijn, op 14,13m van de rechter perceelsgrens en op meer dan 50m van de Baron Delbekelaan.

De woning heeft een breedte van 25,02m op een kavelbreedte van 60m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17,95m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 5,80m, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in witte crepi.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 310,58m².

De toegang tot het perceel is 5m breed. De oprit werd aangelegd in dolomiet en ligt op minimum 3m van de rechter perceelsgrens.

Rondom de woning wordt een terras van 150,11m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 518,76m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 8 april 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een woning te verbouwen. Er dienen geen bomen te worden geveld. Het perceel voldoet op het vlak van groen niet aan de definitie van woonparkgebied. Voor dit perceel werd reeds een vergunning voor het vellen van bomen (VB 2018/266) met voorwaarden afgeleverd.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        voldoen aan de definitie van 'woonparkgebied' met name: het niet-bebouwbare gedeelte dient aangelegd te worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. Voor dit perceel is reeds een vergunning met nr 2018/266 afgeleverd onder voorwaarden van heraanplanting met minstens 6 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 6 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        een bankwaarborg te voorzien van 3500 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.
 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 14 mei 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Om te voldoen aan de gewestelijke verordening hemelwater wordt de bestaande hemelwaterput en de bestaande vijver in rekening gebracht. Het departement gaat hiermee akkoord onder voorwaarde dat er nuttig hergebruik op de hemelwaterput is en dat er als voorwaarde opgenomen wordt dat de vijver, die dienst doet als infiltratievoorziening niet gedempt mag worden in de toekomst.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst Waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 14 mei 2019 is voorwaardelijk gunstig, mits rekening wordt gehouden met de voorwaarden en maatregelen in punt 4 van het advies. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een bestaande ééngezinswoning en het verbouwen van een overdekte terrasconstructie is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 126cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        het advies van de gemeentelijke milieuambtenaar naleven;

o        het advies van het Agentschap Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Fazantenlaan 9 - verkavelingsattest - OVK 2018/7

 

 

Voorgeschiedenis

Huidig dossier:

          14 januari 2019 - verkavelen in 2 kavels - vergunning

 

Feiten en context

Notaris Celis vraagt om het afleveren van een verkavelingsattest.

 

Juridische gronden

Artikel 52 - 67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte is afgeleverd. Een attest kan enkel worden afgeleverd indien de vergunninghouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

 

Argumentatie

Er is voldaan aan de voorwaarden opgelegd in de omgevingsvergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1.  Het college van burgemeester en schepenen levert het verkavelingsattest af voor verkaveling 2018/7.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Moerstraat 25c - Aerts Els - Raad voor Vergunningenbetwistingen - arrest - SV 2017/29

 

 

Voorgeschiedenis

          3 juli 2017 - weigering - college van burgemeester en schepenen voor het bouwen van een geitenstal

          3 augustus 2017 - betekening bouwberoep

          7 november 2017 - hoorzitting deputatie

          16 november 2017 - weigering deputatie

          23 april 2018 - besluit college van burgemeester en schepenen - tussenkomst Raad voor Vergunningsbetwistingen

          27 augustus 2018 - kennisname college van burgemeester en schepenen - inwilliging tussenkomst

 

Feiten en context

          Het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 26 april 2019 is gunstig voor de gemeente. De Raad oordeelt dat de verzoekende partij niet overtuigt dat de bestreden beslissing uitgaat van een verkeerde kwalificatie van de landschappelijke kwaliteiten op de betrokken bouwplaats. Bovendien argumenteert de Raad dat de verzoekende partij niet aantoont dat de beoordeling van de Deputatie hieromtrent onjuist of kennelijk onredelijk is. Bijgevolg verwerpt de Raad het verzoekschrift tot vernietiging van de verzoekende partij. De kosten van het beroep worden ten laste gelegd van de verzoekende partij.

          Mevrouw Aerts kan tegen deze beslissing in principe nog cassatieberoep instellen bij de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen nadat men kennis heeft gekregen van het arrest.

 

Juridische gronden

Artikel 4.8.2 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Raad voor Vergunningsbetwistingen doet als administratief rechtscollege, bij wijze van arresten, uitspraak over de beroepen die worden ingesteld tot vernietiging van vergunningsbeslissingen, zijnde uitdrukkelijke of stilzwijgende bestuurlijke beslissingen, genomen in laatste administratieve aanleg, betreffende het afgeven of weigeren van een vergunning.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 16 april 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Rozenlaan 63 - beslissing beroep - OMG 2018/399

 

 

Voorgeschiedenis

          Huidig dossier:

          29 november 2018 - weigering - college van burgemeester en schepenen

          18 december 2018 - betekening beroep

          5 maart 2019 - hoorzitting

 

Juridische gronden

Artikel 105 § 1 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 24 april 2017
De uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissing betreffende een omgevingsvergunning genomen in laatste administratieve aanleg, of de aktename van een melding, vermeld kan bestreden worden bij de raad voor vergunningsbetwistingen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de beslissing van de deputatie waarbij weigering wordt verleend voor Rozenlaan 63.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 24 mei 2019 tot en met 22 juni 2019

Huldekens 29

het uitbreiden van een woning met een erker, het regulariseren van een zwembad met verhardingen en het afbreken van een tuinhuis en een deel van de verharding

OMG 2019/203

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

De Groene Zes - verslag stuurgroep 6 mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 13 september 2010 tot deelname door de gemeente Schilde aan de uitwerking van een gezamenlijke visie op de ruimtelijke beleidsterm ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 21 november 2011 van de samenwerkingsovereenkomst ‘bebouwd perifeer landschap’

          Goedkeuring van het strategisch project ‘Ambities Bebouwd Perifeer Landschap’ door de minister op 20 december 2011

          Tweede goedkeuring van het strategisch project ‘Bebouwd Perifeer Landschap Antwerpen’ voor de periode 2015 – 2018

          29 januari 2018 - Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring voor de opstart van het intergemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Woonparken en de detachering van een werknemer van een studiebureau. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring dat de gemeente Schilde formeel initiatiefnemer is voor de opmaak van het RUP Woonparken

          3 mei 2018 - stuurgroep "De Groene Zes"

          6 september 2018 - Raadscommissie Ruimte

          17 september 2018 - De gemeenteraad keurt het bestek, lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          15 oktober 2018 - Het college van burgemeester en schepenen keurt de lijst met de vijf aan te schrijven studiebureaus goed

          10 december 2018 - De procedure voor het intergemeentelijke RUP woonparken wordt stopgezet; er werden geen geldige offertes ingediend

          18 januari 2019 - Stuurgroep "De Groene Zes"

          4 februari 2019 - Herbevestiging engagement tot opmaak van een intergemeentelijk RUP Woonparken

          11 februari 2019 - Stuurgroep "De Groene Zes"

 

Feiten en context

          Op 6 mei 2019 vond de stuurgroepvergadering rond het strategisch project "De Groene Zes" plaats.

          Op 12 juni 2019 vindt de volgende stuurgroepvergadering plaats.

 

Juridische gronden

          24 juli 1996 - Goedkeuring van het besluit door de Vlaamse Regering houdende de tegemoetkoming van het Vlaamse Gewest voor maatregelen in het kader van het grond- en pandenbeleid goed. Dit besluit werd beperkt gewijzigd via een BVR van 14 december 2001.
Deze regeling liet onder meer toe om in een (strategisch) project in een stedelijk gebied gronden en panden te verwerven in relatie met het publiek domein. Strategische projecten vanuit dat besluit waren bij voorkeur gerelateerd aan een structuurplan en diende uitvoering te geven aan een bijzonder plan van aanleg (BPA) of ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).

          1997 - Goedkeuring van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) door de Vlaamse Regering en bekrachtigd door het Vlaams Parlement voor wat de bindende bepalingen betreft.
Het RSV vermeldt het instrument 'strategisch project' als een belangrijke beleidsmaatregel.

          4 juni 2004 - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden voor de erkenning en subsidiëring van strategische projecten in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

          5 oktober 2007 - Wijziging subsidiebesluit

          Artikel 56 § 1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor. Het voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de stuurgroepvergadering van 6 mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

RUP Turnhoutsebaan Oost - verslag participatiemoment 25 maart 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          27 november 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de visie goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de procedure en de lijst van de uit te nodigen firma's goed

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          19 februari 2018 - de gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden en gunningswijze goed

          4 juni 2018 - het college van burgemeester en schepenen stelt D+A Consult aan als ontwerpen voor de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan - Oost

          2 juli 2018 - startvergadering planteam

          10 oktober 2018 - tweede vergadering planteam

          5 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt de facturatieschijven goed

          12 november 2018 - het college van burgemeester en schepenen keurt een mobiliteitsonderzoek goed naast de opmaak van het RUP Turnhoutsebaan Oost. Het college van burgemeester en schepenen stelt hiervoor studiebureau SUUNTA in samenwerking met D+A Consult nv aan

          23 november 2018: derde vergadering planteam

          30 november 2018 en 1 december 2018: telling van de in- en uitritten van de parkings en parkeerbezetting in functie van mobiliteitsonderzoek

          14 januari 2019 - goedkeuring start- en procesnota. Het college van burgemeester en schepenen beslist op 14 januari 2019 om te onderzoeken of het plangebied kan uitgebreid worden met de zone rond het uitvaartcentrum

          28 januari 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist om het plangebied niet uit te breiden

          4 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de planning van fase 1 goed

          Het college van burgemeester en schepenen beslist de planning voor fase 1 raadpleging publiek en adviesvraag (eerste participatiemoment) goed te keuren.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist om de eigenaars van percelen binnen het plangebied aan te schrijven.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist om de grootste eigenaar binnen het plangebied, De Biekorf, voor aanvang van het participatiemoment uit te nodigen.

          Het college van burgemeester en schepenen beslist om het participatiemoment te laten doorgaan in Werf 44 te Schilde.

          25 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de ontwerpbrief aan de buurtbewoners goed

 

Feiten en context

Op 25 maart 2019 vond het participatiemoment plaats.

 

Juridische gronden

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen betreffende de regelgeving rondom ruimtelijke ordening.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het participatiemoment van 25 maart 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Subsidieregelement - verslag vooroverleg met Wonen Vlaanderen

 

 

Voorgeschiedenis

          18 april 2011 - de gemeenteraad beslist om toe te treden tot de interlokale vereniging lokaal woonbeleid Midden, IVLW Midden

          15 december 2014 - de gemeenteraad keurt de verlengingsaanvraag van IVLW Midden goed (periode 2015 - 2018) en beslist hiermee verder deel te nemen aan de vereniging

          11 september 2017 - het college van burgemeester en schepenen keurt de
engagementsverklaring verlenging subsidiedossier (1 werkingsjaar 2018/2019) goed

          18 december 2017 - de gemeenteraad keurt de verlening subsidieaanvraag
(1 werkingsjaar 2018/2019) goed

          4 maart 2019 - het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met het verderzetten van de werking van de IVLW voor de periode 2020 - 2025, en het uitvoeren van de verplichte activiteiten, zoals vermeld in het BVR lokaal woonbeleid van 16 november 2018

          15 april 2019 - het college van burgemeester en schepenen beslist de voorgestelde aanvullende activiteiten met behoud van het wooninfopunt over te maken aan IGEAN, keurt de toetreding van gemeente Ranst bij IVLW Midden goed en neemt kennis van de aanwezigheid van de schepen van wonen en de themaconsulent woonbeleid op het verkennend overleg met Wonen Vlaanderen op 7 mei 2019

 

Feiten en context

          Op 7 mei 2019 vond het verkennend overleg plaats met Wonen Vlaanderen. Hier werden de aanvullende activiteiten en eigen voorstellen besproken.

          Het definitief subsidiedossier dient verder aangevuld te worden volgens de geformuleerde opmerkingen van Wonen Vlaanderen en dient voorgelegd aan de gemeenteraad van juni. De uiterste indieningsdatum voor het subsidiedossier bij Wonen Vlaanderen is 30 juni 2019.

 

Juridische gronden

          Artikel 4, §3 van de Vlaamse Wooncode van 15 juni 1997
De gemeente is aangesteld als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

          Besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2018
Bepalingen over het lokaal woonbeleid.

 

Argumentatie
Het verslag van het vooroverleg werd opgemaakt door IVWL Midden. Hierin zijn de opmerkingen opgenomen die Wonen Vlaanderen heeft geformuleerd op de ingediende voorstellen. Wonen Vlaanderen heeft 3 weken om te reageren op het verslag.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van het vooroverleg van 7 mei.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Beheerplan Schildehof - Raadscommissie

 

 

Voorgeschiedenis

          In 2012 werd door het studiebureau Stramien een masterplan opgemaakt voor het Schildehof. Op 28 augustus 2017 gaf het college van burgemeester en schepenen de opdracht aan het Regionaal Landschap der Voorkempen voor het schrijven van een bestek voor de opmaak van een geïntegreerd beheerplan voor Schildehof. Op 23 juli 2018 gunde het college van burgemeester de opdracht tot de opmaak van geïntegreerd beheerplan voor Schildehof aan de firma Landmax voor en bedrag van 25.117,23 euro exclusief BTW.

          De gemeenteraad keurt op 21 augustus 2018 een overeenkomst goed met VZW Regionaal landschap de Voorkempen.

          Op 11 juni 2018 werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed een onderzoekspremie van 20.000 euro toegekend aan het Regionaal Landschap voor het opmaken van een geïntegreerd beheerplan voor het Schildehof.

          Op 24 oktober 2018 vond het startoverleg van de stuurgroep plaats, gevolgd nog door een tweede overleg op 17 december 2017 en twee plaatsbezoeken op 10 en 16 januari 2019 in het onderzoeksgebied.

          Op 11 februari 2019 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van de inhoud van de kennisgevingsnota OV 2 voor het geïntegreerd beheerplan Schildehof en gaf opdracht voor een bijkomende stuurgroepvergadering.

          Op 13 mei 2019 gaf het college van burgemeester en schepenen haar akkoord aan de verkenningsnota Schildehof DV en besloot om deze nota samen het het verslag van de stuurgroepvergadering van 20 maart 2019 over te maken aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).

 

Feiten en context

Met de goedkeuring van de verkenningsnota voor het geïntegreerd beheerplan Schildehof start er een tweede fase in de opmaak van het plan. Er zal nu gestart worden met

inventarisatiewerken door het studiebureau en visievorming door de stuurgroep.

Eindresultaat is het geïntegreerde beheerplan Schildehof waarin ook de nodige beheermaatregelen zijn opgenomen. Dit plan zal voor goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

 

Juridische gronden

          Gemeenteraadsbeslissing van 21 januari 2019
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald zijn.

          Artikel 56 § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          De input van het gemeentebestuur bij de visievorming en het toekomstige beheer is voor de stuurgroep belangrijk om tot een goed en gedragen eindresultaat te komen.

          Het Regionaal Landschap de Voorkempen kan op de gemeenteraadscommissie van maandag 3 juni 2019 het dossier komen toelichten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepen beslist om de opmaak van het geïntegreerd beheerplan Schildehof te agenderen op de raadscommissie van 3 juni 2019.

Artikel 2. Het Regionaal Landschap de Voorkempen zal gevraagd worden om een toelichting te geven. De verkenningsnota Schildehof DV en het verslag van de stuurgroep van 20 maart 2019 zullen aan de commissieleden overgemaakt worden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Illegale asverstrooiing door begrafenisondernemer, Turnhoutsebaan, Schilde

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - De Kluis 41 - Chantal Van Reeth - het vellen van 2 eiken - VB 2019/121

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 januari 1980 - 1979/177

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Chantal Van Reeth, De Kluis 41, 2970 Schilde op 7 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in De Kluis 41.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 1 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 31 mei 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden, goedgekeurd op 22 februari 1958.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Inspraak en advies

Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 13 mei 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld;
  • er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten;
  • indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met streekeigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:

o        ofwel op een plantafstand van minimum 5m van de kruin van de waterloop;

o        ofwel een eerste rij bomen op 0,75m van de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10m, zodat de waterloop met de machine bereikbaar blijft, en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt;.

  • volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6m van de oevers van de waterlopen;
  • de waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. Het beperkt snoeien van de onderste afgestorven takken zal niet als een gemis ervaren worden. Hierdoor zal er geen invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de zomereiken licht overhellend doch goed verankerd zijn in de bodem. Ze hebben de afgelopen stormen doorstaan. Er werden geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vastgesteld aan de bomen zodat er geen zinvolle gegronde redenen zijn om een velling toe te laten.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Heidedreef 82 - Stefaan Achtergaele - het vellen van 2 eiken - VB 2019/147

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        oprichten van sanitaire lokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 november 2000 - 2000/345

o        school - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 21 oktober 1955 - 1955/142

o        schoolgebouw - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 mei 1956 - 1956/77

o        schoolgebouw (2klassen) - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 januari 1959 - 1959/01

o        openlucht kleuterschool - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 april 1964 - 1964/45

o        overdekte speelkoer - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 1971 - 1971/103

o        bouwen van prefab klaslokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 november 1997 - 1997/183

o        klaslokaal, turnzaal en verbouwing sanitair - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 15 februari 1973 - 1973/22

o        openlucht kleuterschool - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 september 1966 - 1966/98

o        uitbreiding openluchtschool St. Lutgardis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 april 1978 - 1978/53

o        heraanleggen van een kinderspeeltuin voor een kleuterschool - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 juni 1999 - 1999/160

o        bijbouwen 2 klassen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 mei 1992 - 1992/67

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 juli 1990 - 1990/140

o        bouwen van tuinmuren - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 mei 1992 - 1992/122

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 24 september 1991 - 1991/198

o        bouwen van tijdelijke prefableslokalen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 april 1988 - 1988/73

o        bouwen van een overdekte speelplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 november 1988 - 1988/221

o        afsluiten van een bestaande overdekte buitenruimte door glas, ontstaan van een polyvalente ruimte als overdekte speelplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 maart 2004 - 2003/325

o        bouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 april 1973 - sgr1973/43

o        regularisatie van een overdekt zwembad - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juli 2004 - 2004/210

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 25 juni 2007 - 2007/129

o        tijdelijke plaatsing van 2 containerklassen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 mei 2009 - 2008/306

o        nieuwbouw van 4 klassen en 2 luifelconstructies - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 2009 - 2008/307

o        verbouwen van een inhaalklas tot instapklas kleuters en bijbouwen van een inkomsas aan aangrenzend klaslokaal - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 oktober 2012 - 2012/147

o        het verplaatsen, in functie van veiligheidsnormen, van twee tuinmuurtjes aan het begin van onze hoofdingang - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 november 2016 - SV 2016/136

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 7 augustus 1969 - 1968/5

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 juni 1971 - sgr41

  • Milieuvergunning(en)

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 8 februari 2010 - melding 276

o        milieuvergunning - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 5 september 2005 - melding 125

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Stefaan Achtergaele, Missionarislei 54, 2970 Schilde op 19 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Heidedreef 82.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 3, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Inspraak en advies

Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid, afgeleverd op 13 mei 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Deze aanvraag heeft geen invloed op de waterhuishouding en is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2).
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

  • alle beschadigingen aan de waterloop ten gevolge van het kappen van de bomen dienen door de vergunninghouder te worden hersteld;
  • er wordt geadviseerd om eventuele wortelstronken onmiddellijk op de kruin van de waterloop te laten zitten;
  • indien een heraanplanting noodzakelijk is, gebeurt dit bij voorkeur met streekeigen bomen. Er moet dan rekening worden gehouden met volgende afstandsregels:

o        ofwel op een plantafstand van minimum 5m van de kruin van de waterloop;

o        ofwel een eerste rij bomen op 0,75m van de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10m, zodat de waterloop met de machine bereikbaar blijft en eventueel een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1;

  • volgens de Wet op het Natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6m van de oevers van de waterlopen;
  • de waterloop moet echter steeds bereikbaar zijn voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een slechte  verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn niet zichtbaar van op het openbaar domein.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de 2 eiken sterk overhellend zijn. Ze hellen over in de richting van de klaslokalen van de school als gevolg van andere dominantere eiken die er vlak naast staan. Een uitdunning is verantwoord. Er is voldoende ruimte elders op het perceel om een vervangende heraanplanting uit te voeren.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden op een andere vrije locatie op het perceel met 2 zomereiken plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Lijsterdreef 30 - Alain Henri De Weze - het vellen van 3 eiken - VB 2019/166

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen vaneen woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 februari 1988 - 1988/17

o        verbouwen van landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 december 1974 - sgr1974/108

o        bouwen van villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 september 1973 - sgr1973/94

o        bouwen van een landhuis - weigering door college van burgemeester en schepenen - 6 maart 1970 - sgr1970/06

o        bouwen van een landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 april 1970 - sgr1970/24

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juli 1967 - sgr1967/47

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 december 1965 - sgr1965/73

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 december 1963 - sgr1963/76

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Alain Henri De Weze, Lijsterdreef 30, 2970 Schilde op 27 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Lijsterdreef 30.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 3 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos, goedgekeurd op 9 mei 1959.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Zuid Hertebos Wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 3 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. Hierdoor zal er een grote invloed zijn op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van een plaatsbezoek en de foto’s werd vastgesteld dat de zomereiken geen ernstige uiterlijk zichtbare gebreken vertonen. De bomen vellen is niet noodzakelijk. Een verzorging door het deskundig uitvoeren van snoeiwerken van enkele dode takken is een afdoende realistische oplossing.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Vijverlaan 17 - Veronique Jan Somers - het vellen van 1 Amerikaanse eik - VB 2019/151

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bouwen van een weekendverblijf - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 september 1995 - 1995/175

o        bestemmingswijziging van weekendverblijf naar permanente bewoning en bouwen van veranda en pergola - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 juli 2007 - 2007/253

o        bouwen van een berging + fietsenstalling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 juni 2008 - 2008/189

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Veronique Jan Somers, vijverlaan 17, 2970 schilde op 20 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Vijverlaan 17.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 Amerikaanse eik.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in gebied voor verblijfsrecreatie volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in recreatiegebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 Amerikaanse eik.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de Amerikaanse eik beschadigd is. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Omgeving - Brasschaatsebaan 117 - Flora Augusta Van Der Heyden - het vellen van 2 eiken - VB 2019/167

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 februari 1971 - 1971/138

o        landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 juli 1973 - 1973/144

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 januari 1976 - 1975/204

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door stedenbouw - 16 juni 1971 - 1971/16

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 oktober 1970 - 1970/5

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Flora Augusta Van Der Heyden, Brasschaatsebaan 117, 2970 Schilde op 27 maart 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Brasschaatsebaan 117.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 eiken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 12 april 2019. De uiterste beslissingsdatum is 11 juni 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woongebieden volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 2 herziening, goedgekeurd op 15 april 2005.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woongebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 eiken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan, de foto’s en na een plaatsbezoek blijkt dat 1 eik het dichtst gelegen tegen de oprit geen ernstige, uiterlijke, zichtbare gebreken heeft. De boom vertoont een dubbele stam en klimopgroei. Deze lichte gebreken kunnen verzorgd worden door een European treeworker door het aanbrengen van een kabelverankering en het verwijdering van de klimop. Deze boom staat op het vergund inplantingsplan rood omcirkeld. De andere eik is aftakelend en kan om die reden geveld en vervangen worden. Deze staat groen omcirkeld.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 zomer- of wintereik plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de gedeeltelijk voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Burgemeesterbesluiten voor dringend vellen van bomen - mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen ging op 26 februari 2018 akkoord met de omschakeling van de procedure kapvergunning naar omgevingsvergunning.

 

Feiten en context

De burgemeester heeft op 13 mei 2019 een burgemeesterbesluit uitgevaardigd omwille van acuut gevaar door de staat van de bomen. Conform de afspraak met het college van burgemeester en schepenen dienen deze "schriftelijke instemmingen" op de eerstvolgende zitting aan het college van burgemeester en schepenen ter kennisgeving te worden gebracht.

 

Juridische gronden

          Het besluit van de gemeenteraad van 15 februari 1990 zijnde de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Het ministerieel besluit van 06 april 1994 tot goedkeuring van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het vellen van bomen

          Artikel 4.2.1.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning bomen vellen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben.

          Artikel1.3 en artikel 6.1 van het Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is.
Het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester is vrijgesteld van omgevingsvergunning.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 februari 2018 om de schriftelijke instemmingen ter kennisgeving te brengen naar het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Deze beslissing is nodig voor de veiligheid van onze inwoners.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het burgemeesterbesluit voor het dringend vellen van bomen zowel op privaat als openbaar domein.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag - 2019-020/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 25 maart 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 maart 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Kumpen nv, Paalsteenstraat 36 te 3500 Hasselt;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen;

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          Van Wellen Nv. Aannemingen, Klinkaardstraat 198 te 2950 Kapellen (Antwerpen).

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 23 april 2019 om 09.30 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 21 augustus 2019.

          Er werden 2 offertes ontvangen:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge (30.680,00 euro excl. btw of 37.122,80 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen (29.264,00 euro excl. btw of 35.409,44 euro incl. 21% btw);

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 25 april 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/003

Algemene rekening

22500500

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

35.409,44 euro incl. 21% btw

19/028

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 25 april 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “herstellen asfaltwegen met dubbele slemlaag” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 29.264,00 euro excl. btw of 35.409,44 euro incl. 21% btw. De waarborgtermijn wordt vastgesteld op 24 maanden.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-020/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Fietssuggestiestrook Heidedreef - 2019-004/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeenteraad verleende in zitting van 18 maart 2019 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 maart 2019 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge;

          De Groote – Deinze, Karrewegstraat 110 te 9800 Deinze;

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 29 april 2019 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 27 augustus 2019.

          Er werden 3 offertes ontvangen:

          Mobilmat N.V., Pathoekeweg 400 te 8000 Brugge (54.196,00 euro excl. btw of 65.577,16 euro incl. 21% btw);

          De Groote – Deinze, Karrewegstraat 110 te 9800 Deinze (48.025,00 euro excl. btw of 58.110,25 euro incl. 21% btw);

          Willemen Infra NV, Booiebos 4 te 9031 Drongen, te laat.

 

Juridische gronden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°

 

Argumentatie

Op 30 april 2019 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/010/002

Algemene rekening

22400007

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

58.110,25 euro incl. 21% btw

19/027

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 30 april 2019.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “Fietssuggestiestrook Heidedreef” wordt gegund aan de economisch meest voordelige bieder (rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde De Groote – Deinze, Karrewegstraat 110 te 9800 Deinze, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 48.025,00 euro excl. btw of 58.110,25 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2019-004/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Verharding weekendzones - fases - budget - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

          26 september 2005 goedkeuring van het BPA Kotsbos door de gemeenteraad

          11 juni 2018 kennisname door het college van burgemeester en schepenen van het opstarten van het dossier voor het verleggen van de Knotsbosloop

 

Feiten en context

          De toestand van de wegen in de weekendzone's is zeer slecht. De bewoners vragen reeds lange tijd om de wegen te verharden.

          Jaarlijks wordt een bestek opgemaakt voor het onderhoud van de onverharde wegen van ruim 45.000 euro incl. btw.

          Door de nieuwe omgevingsvergunning kan de gemeente zichzelf een tijdelijke vergunning afleveren mits het bekomen van een gunstig advies van het Agentschap Natuur en Bos en van de dienst Waterbeleid.

          Op 12 maart 2018 werd een overleg gehouden met de dienst Waterbeleid omtrent de voorwaarden voor de tijdelijke verharding.

De werken worden opgesplitst in 2 fasen zodat fase 1 al op korte termijn kan worden uitgevoerd:

          fase 1: verharding Vijverlaan en Vraagheideweg
Volgende zaken zij reeds opgestart: prijsvraag en aanstelling van een studiebureau voor de opmaak van een dossier alsook het indienen op het digitaal loket van de nodige documenten voor de omgevingsvergunning. Een budgetverhoging van 181.500 euro incl. btw wordt voorzien in budgetwijziging 1 van 2019.

          fase 2: opnemen in de meerjarenplanning om de overige onverharde wegen in de weekendzones te verharden tijdens deze legislatuur en de nodige budgetten hiervoor te voorzien.

          Er zal een nieuwe actie aangemaakt worden voor deze werken namelijk 005/001/013/014

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde regels.

 

Argumentatie

          De toestand van de wegenis en de intentie van de gemeente om dit probleem op te lossen.

          De opmaak van het dossier is lopende.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

005/001/013/014

Algemene rekening

22500500

Beleidsveld

0200

Bedrag

Visum financieel beheerder

181.500 euro incl. btw voor fase 1

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring tot het verharden van de wegen in de weekendzones met permanent woonrecht tijdens deze legislatuur na het verkrijgen van de nodige vergunningen.

Artikel 2. Een budgetverhoging van 181.500 euro voor de uitvoering van fase 1 wordt voorzien in budgetwijziging 1 van 2019.

Artikel 3. De nodige budgetten worden opgenomen in de meerjarenplanning.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Ontvangst 80 jarigen op gemeentehuis

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 2006 wordt er een receptie georganiseerd voor de inwoners die 60 jaar worden.

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2014

Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over de gegrondheid van iedere

aanvraag

          Schrijven Maria Verbeeck op 24 april 2019

 

Feiten en context

Verzoek om personen geboren in het jaar 1939 te ontvangen in het gemeentehuis. Het betreft mensen die geboren zijn te Schilde, er naar school liepen, of 80-jarige inwoners.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer,

onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Koninklijk besluit van 16 juli 1992
Bepaalt de regels voor het verkrijgen van informatie uit het bevolkings- en vreemdelingenregister.

          Artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 juli 1992
Betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister bepaalt dat de gemeentelijke diensten en de diensten die afhankelijk zijn van het O.C.M.W. de bevolkingsregisters alleen kunnen raadplegen voor interne doeleinden.

          Artikel 6 van het Koninklijk besluit van 16 juli 1992
Personenlijsten mogen niet aan derden verstrekt worden, behoudens overheden of openbare instellingen die krachtens een wet gemachtigd zijn.

          Artikel 7, eerste lid, a van het Koninklijk besluit 16 juli 1992
Uitzonderingen kunnen worden toegestaan aan instellingen van Belgisch recht die taken van algemeen belang uitoefenen.

          Omzendbrief BB 2011/2
Raadpleging van de bevolkingsregisters voor interne doeleinden.

          Afdeling II uit het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport Vernieuwing en verdieping van de participatie van kansengroepen.
 

Argumentatie

          Het gemeentebestuur wil gemeenschapsvorming stimuleren.

          De aanvraag werd ingediend door een inwoner.

          Er zal enkel een glaasje worden aangeboden, waardoor de kosten beperkt worden in tegenstelling tot het werken met een traiteur.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.17.3

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

0101

Bedrag

Visum financieel beheerder

500,00 euro

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist in te gaan op het verzoek van Maria Verbeeck om de 80 jarigen te ontvangen op het gemeentehuis.
Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan de dienst

Burgerzaken om aan het secretariaat de lijst met adresgegevens van alle mensen geboren in 1939 te overhandigen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Aanvraag PDS 2019 voetbalwedstrijd met aansluitend een fuif op 25 mei 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via evenementenaplicatie door Sven Van Vlem, KSK 's-Gravenwezel-Schilde, van 11 februari 2019

 

Feiten en context

KSK 's-Gravenwezel-Schilde organiseert op zaterdag 25 en zondag 26 mei 2019 het jaarlijkse voetbalweekend Peter De Smetcup op hun eigen terrein in 's-Gravenwezel, uitgebreid met de scoutslokalen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          gunstig advies mobiliteit

          gunstig advies politie

          voorwaardelijk gunstig advies brandweer

 

Argumentatie

De vereniging kreeg hiervoor al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan KSK 's-Gravenwezel - Schilde voor de organisatie van een PDS cup aan de scoutslokalen op 25 en 26 mei 2019, mits rekening te houden met de volgende voorwaarden;

          nooduitgangen, pictogrammen, veiligheidsverlichting en snelblustoestellen worden voorzien;

          aan de nooduitgangen voldoende vrije ruimte voor 700 man voorzien;

          toegangswegen voor hulpdiensten dient ten alle tijde vrij te zijn.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating voor een afwijking van de geluidsnorm op 25 en 26 mei van 15.00 uur tot 03.00 uur voor maximum 95dB.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Amnesty International - voorval 8 mei 2019

 

 

Feiten en context

          Op woensdag 8 mei 2019 rond 17u30 kreeg de gemeente melding dat Amnesty International rond ging met de collectebus om te ijveren voor een beter onderzoek in verkrachtingszaken. Ze gebruikten hierbij de naam van Julie Van Espen.

          De gemeente nam contact op met de lokale antenne in Schilde, die niet op de hoogte was van de actie en misbruik vermoedde.

          De lokale politie kon de ploeg van Amnesty detecteren, die een attest voorlegde dat ze in onderaanneming werkte van Amnesty.

          Er werd telefonisch contact en contact via e-mail opgenomen met Amnesty International Vlaanderen, die onmiddellijk na de melding in overleg ging met de persverantwoordelijke aangezien ze misbruik vermoedde.

          Via de politie en op vraag van de gemeente is de ploeg van Amnesty rond 19u30 gestopt met de actie in Schilde.

          Woensdagavond informeerde Amnesty Vlaanderen de gemeente dat er die avond effectief een ploeg (in onderaanneming) ter plaatse was in Schilde en dat het voorval verder onderzocht werd.

          Op donderdagochtend nam Amnesty Vlaanderen opnieuw contact op met de gemeente om zich uitdrukkelijk te verontschuldigen voor de actie in Schilde. Amnesty distantieert zich van de boodschap en de manier waarop de boodschap werd gebracht door de ploeg die via een wervingsagentschap huis-aan-huis gaat voor Amnesty.

          Amnesty Vlaanderen heeft alle activiteiten met het wervingsagentschap stopgezet totdat de gepaste maatregelen genomen zijn.

          Twee inwoners van de gemeente namen rechtstreeks contact met Amnesty Vlaanderen en kregen duiding over de situatie.

          Amnesty International Vlaanderen krijgt geen toelage van de gemeente.

          De lokale afdeling van Amnesty is een erkende socio-culturele vereniging. Voor werkingsjaar 2017-2018 ontving de vereniging 377,77 euro werkingssubsidie.

 

Argumentatie

          Het voorval op 8 mei 2019 staat los van de lokale werking van Amnesty International.

          Amnesty International werd door de actie in een negatief daglicht geplaatst.

          De gemeente steunt de visie van Amnesty International.

          Amnesty International Vlaanderen investeert in de opleiding van medewerkers die huis-aan-huis collecte doen zodat de boodschap in lijn ligt met de visie van Amnesty International.

          Amnesty International neemt zelf sanctie ten opzichte van het betrokken wervingsagentschap.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorval met Amnesty International op woensdag 8 mei 2019.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Lidmaatschap Octopusplan - mobiliteit scholen

 

 

Feiten en context

          Via de e-mail van dinsdag 30 mei 2019 geeft het Octopusplan de gemeenten de kans zich in te schrijven als Octopusgemeente. Hierdoor ondersteunen de gemeenten de scholen op hun grondgebied zodat zij gratis kunnen inschrijven.

          Voor het schooljaar 2018-2019 registreerde Schilde zich al als Octopusgemeente.

          Uit navraag bij de scholen door de dienst gezin & welzijn blijkt dat de scholen interesse hebben om ook dit jaar weer in te stappen, als Octopusgemeente.

 

Juridische gronden

Artikel 56 § 3, 1° uit decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Verkeerscel

 

Argumentatie

Het college van burgemeester en schepenen dient een beslissing te nemen over het lidmaatschap als Octopusgemeente.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.10.3

Algemene rekening

61500060

Beleidsveld

0800

Bedrag

Visum financieel beheerder

1.100 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel tot lidmaatschap als Octopusgemeente en beslist hiermee akkoord te gaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist hiervoor de kosten voor een bedrag van 1.100 euro te dragen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Stratenloop door Schilde april 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Schilde organiseerde in het verleden nog geen stratenloop.

 

Feiten en context

          De organisatoren van winterdorp (Olivier Seminck en Rita Tutelaars) willen een stratenloop organiseren door Schilde en 's-Gravenwezel: kids run (1km), starters run (5km) en Schil run (12km).

          De stratenloop zal doorgaan eind maart of begin april 2020 op een zondag (nog voor de 10 miles).

          De organisatie vraagt deelnamegeld: kids Run 5 euro, starters run 10 euro en Schil run 15 euro per persoon. Deelnemers krijgen een medaille, KM -en tijdsaanduiding, bevoorrading onderweg en aan de finish, parcoursbeschrijving, uitslagen, elektronische chip in deelname nummer (in samenwerking met Sporta-federatie vzw), trainingsschema opgesteld door Kinexpert, beker voor plaatsen 1 - 2 - 3.

          Sponsoring door lokale bedrijven en ondernemers.

          De vereniging TWB gaan geen stratenloop organiseren in 2020 voor hun 125 jaar bestaan evenement (overleg was op donderdag 9 mei 2019).

 

Juridische gronden
Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen,
plaatsen en in openbare gebouwen.

 

Argumentatie

          Start en aankomst zal plaatsvinden aan het gemeentehuis.

          De organisatie vraagt van de gemeente: dranghekken (voornamelijk voor start en finish), WC's, enkele houten chalets of tenten, reclame via gemeentelijke publicaties, veiligheid tijdens het evenement, tijdelijke afzetting van enkele straten (dag zelf tijdens loop).

          De stratenloop zou in samenwerking zijn met de dienst vrije tijd (sport).

          De gemeente tekent jaarlijks in voor het "Sporters beleven meer Award" via Sport Vlaanderen en zijn zulke evenementen een meerwaarde voor Schilde.

          De gemeente wil sportieve evenementen ondersteunen in Schilde.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met het principe van de stratenloop.  De concrete invulling moet nog goedgekeurd worden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Aanvraag Veldtoertocht - WTC De Doortrappers - 18 augustus 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Guy de Boeck op 25 april 2019

 

Feiten en context

WTC de doortrappers organiseert op zondag 18 augustus 2019 een veldtoertocht. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraat toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 °1 van het decreet van lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenement al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan WTC De Doortrappers voor de organisatie van een veldtoertocht op zondag 18 augustus 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Aanvraag midzomernachtwandeling - Heemkring Scilla - 22 juni, 28 juni en 29 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 26 maart 2019.

 

Feiten en context

Heemkundige kring Scilla organiseert op 22 juni, 28 juni en 29 juni 2019 haar jaarlijkse Midzomernachtwandelingen.

De vereniging vraagt hiervoor de Alfons Van de Sandelaan gedeeltelijk te mogen afsluiten.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

          De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen

          Heemkundige kring Scilla kreeg hiervoor meermaals toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Heemkundige kring Scilla voor het organiseren van Midzomernachtwandelingen op 22 juni, 28 juni en 29 juni 2019 en hiervoor de Alfons de Sandelaan af te sluiten tussen Dieghemveldlaan en Liersebaan, mits rekening houden met volgende voorwaarden:

          de hulpdiensten dienen elke woning te kunnen bereiken indien nodig;

          voetgangers en fietsers moeten nog doorgang hebben;

          de buurtbewoners dienen op voorhand verwittigd te worden;

          er mag niet van de bestaande paden afgeweken worden;

          de bewegwegwijzering niet aan bomen vast te nagelen;

          alle bewegwijzering ten laatste de dag na het evenement te verwijderen;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Aanvraag straatfeest Kluisdreef op zaterdag 22 juni 2019 door Mike Kurperhoek

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraagformulier straatfeest Kluisdreef van Mike Kurpershoek van 4 april 2019.

 

Feiten en context

Mike Kurpershoek vraagt toelating om op zaterdag 22 juni 2019 een straatfeest te organiseren in de Kluisdreef. Er wordt gevraagd de straat hiervoor te mogen afsluiten en te kunnen beschikken over evenementenmateriaal.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Omdat het wenselijk is het organiseren van straatfeesten te ondersteunen met het oog op het bevorderen van de sociale contacten binnen een straat, plein of wijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Mike Kurpershoek voor de organisatie van een straatfeest in de Kluisdree op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig en er dus een vrije doorgang van 4 meter breedte is;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben;

          de Heidedreef en de Kluisdreef in beide armen op 50 meter van het rondpunt volledig afgezet worden met nadarhekken met bord C3, inclusief het afzetten van de berm;

          een nadarhek met C3 uitgezonderd plaatselijk verkeer en F45 geplaatst wordt op de volgende kruispunten:

          Kluisdreef met Gouwberg;

          Heidedreef met Kortvoortbaan;

          Kluisdreef met Kortvoortbaan;

          Heidedreef met Seringenlaan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist het nodige evenementenmateriaal toe te kennen voor zover dit beschikbaar is.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidiecheque toe aan Mike kurpershoek indien de bewijsstukken binnen twee maanden na het straatfeest zijn binnengebracht bij het evenementenloket.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Aanvraag Midzomernachtwandeling - Heemkundige Kring Scilla - 22, 28 en 29 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie door Bart Lauryssen van Heemkundige Kring Scilla op zaterdag 22, vrijdag 28 en zaterdag 29 juni 2019.

 

Feiten en context

De Heemkundige Kring Scilla organiseert op zaterdag 22, vrijdag 28 en zaterdag 29 juni 2019 een Midzomernachtwandeling. Het parcours loopt gedeeltelijk door Schilde. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk gunstig advies mobiliteit

          Voorwaardelijk gunstig advies milieu

          Gunstig advies politie

 

Argumentatie

De organisatie kreeg voor gelijkaardige evenementen al herhaaldelijk toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Heemkundige Kring Scilla voor de organisatie van een Midzomernachtwandeling op zaterdag 22, vrijdag 28 en zaterdag 29 juni 2019 en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          de voorwaarden van Agentschap voor Natuur en Bos na te leven;

          niet van de bestaande paden af te wijken;

          geen afval achter te laten;

          de bewegwijzering niet aan bomen vast te nagelen;

          alle bewegwijzering ten laatste de dag na het evenement te verwijderen;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen, indien de route op private eigendommen loopt dient ook toestemming gevraagd te worden aan de betreffende eigenaars;

          indien de toertocht door openbaar bos loopt dient ook toestemming gevraagd te worden bij ANB - Antwerpen, Aanspreekpunt Recreatief Medegebruik, Anna Bijnsgebouw, Lange Kievitstraat 111/113 bus 63, 2018 Antwerpen, tel. 03 224 62 62, e-mail: recreatie.ant.anb@vlaanderen.be.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan Heemkundige Kring Scilla voor het afsluiten van de Alfonds Van den Sandelaan tussen Dieghemveldweg en Liersebaan op 22, 28 en 29 juni 2019 van 15 uur tot 2 uur 's nachts op voorwaarde dat:

          de hulpdiensten elke woning kunnen bereiken indien nodig;

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben;

          de buurtbewoners op voorhand verwittigd worden.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Rolstoelwandeling Samana - zondag 23 juni 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Brief van 12 mei 2019 van Frans Vanhaleweyk

 

Feiten en context

Samana Schilde organiseert op zondag 23 juni 2019 een rolstoelwandeling.

De organisatie vraagt om 13.30 uur enkele stoelen buiten te mogen zetten zodat de deelnemers die het nodig hebben, kunnen rusten voor vertrek.
De wandeling vertrekt om 14 uur aan het gemeentehuis.
De organisator vraagt of de deelnemers een frisdrank kunnen krijgen in het gemeentehuis in Schilde zoals gebruikelijk.

De organisatie verwacht een 50 à 85-tal inschrijvingen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eingendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies politie

          Positief advies mobiliteit
 

Argumentatie

De vereniging krijgt al verschillende jaren een frisdrank aangeboden in de conferentiezaal van het gemeentehuis tijdens de rolstoelwandeling.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan Samana schilde voor de organisatie van een rolstoelwandeling op zondag 23 juni.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist de organisatie te voorzien van frisdranken voor de deelnemers van de wandeling

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 20 05 2019

Plaatsing Keuken de Wip

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen op 29 april 2019 van Maria Verbeeck in naam van de seniorenraad.

 

Feiten en context

Tijdens het najaar van 2018 was de grote zaal van Werf 44 door wateroverlast niet beschikbaar.Hierdoor zijn heel wat verenigingen waaronder ook de seniorenverenigingen moeten uitwijken naar andere zalen. Hierbij viel de zaal "De Wip" in goede smaak bij heel wat verenigingen. In de Wip is er helaas geen ingerichte keuken aanwezig, iets waar verenigingen nood aan hebben.
De seniorenraad vraagt naar de mogelijkheid om de Wip te voorzien van een ingerichte keuken.
 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen in bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Bij een eerste nazicht lijkt het technisch mogelijk om een keuken te installeren in de Wip.

          Het plaatsen van een keuken in de Wip zou een grote meerwaarde bieden aan de zaal.

          Door het plaatsen van een keuken wordt de Wip een zaal gelijkwaardig aan het dorpshuis.

          Een mogelijk nadeel van het plaatsen van een keuken in de Wip zou kunnen zijn dat sommige verenigingen niet meer opteren voor Werf 44 voor hun evenement en naar de Wip verhuizen omwille van prijs en flexibiliteit.

          Het installeren van een keuken in de Wip heeft ook een impact op het gebruik en onderhoud van de zaal:

          er moet een strengere en regelmatigere controle zijn;

          er moet een regelmatiger onderhoud gebeuren door de gemeentelijke poetsdiensten;

          een aanpassing van het reglement en een eventuele verhoging van de prijs is mogelijk ook van toepassing.

          Een aanpassing aan de toog in de vorm van het plaatsen van koelkasten gelijkaardig aan lokaal "De JoS" is mogelijk ook aangewezen en interessant.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft een principieel akkoord om een keuken in de Wip te plaatsen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan de Dienst der Werken om in het kader hiervan te bekijken wat technisch mogelijk is en een raming op te maken van de mogelijke kost.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om advies te vragen aan de verschillende adviesraden en vaste verenigingen van de Wip.

 

 

Publicatiedatum: 28/05/2019