VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

27 april 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 20 april 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 20 april 2020 zonder opmerkingen goed.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 2.179 tot en met 2.393;

          de betaalloten van 74 tot en met 77.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Corona - #shoplokaal_bon ter ondersteuning van de lokale economie

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds vrijdag 13 maart 2020 middernacht zijn er maatregelen van kracht om de verspreiding van COVID-19 af te remmen en de kwetsbaren in de samenleving te beschermen.  De maatregelen hebben vooral als doel om contacten te vermijden tussen personen die normaal niet met elkaar in contact komen.

          Naar aanleiding van de coronacrisis wil het gemeentebestuur van Schilde ter ondersteuning van de lokale economie een #shoplokaal_bon uitgeven.

          Het college van burgemeester en schepenen besliste op 6 april 2020 een reglement te agenderen op de gemeenteraad.

          De gemeenteraad besliste op 20 april 2020 het reglement voor de invoering van een #shoplokaal_bon goed te keuren.

 

Feiten en context

          Op 22 april 2020 zijn de verschillende mogelijkheden voor het invoeren van een cadeaubon met de werkgroep overlegd, op basis van de toetsing van principes en een vergelijking van verschillende offertes.

          Vier leveranciers zijn kandidaat om de praktische uitwerking op te nemen.

          Verschillende werkwijzen zijn mogelijk. In grote lijnen gaat het over een digitale bon, op te vragen door de inwoners, of een geschenkbon die per post aan iedereen bezorgd wordt en die onmiddellijk gebruikt kan worden.

          Ook voor de uitbetaling van de handelaars bestaan verschillende werkwijzen.

          Het reglement zoals goedgekeurd op de gemeenteraad, sluit bepaalde werkwijzen voor de invoering van een cadeaubon uit.

 

Juridische gronden

          Ministerieel Besluit van 18 maart 2020 met federale maatregelen ingevolge de Coronacrisis

          Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2020 met Vlaamse maatregelen ingevolge de Coronacrisis

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer en het voeren van de plaatsingsprocedure, gunning en uitvoering van overheidsopdrachten.

          Artikel 40 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Argumentatie

          Het gemeentebestuur van Schilde wil maatregelen nemen ter ondersteuning van de lokale economie als alle winkels terug mogen openen.

          Het bestuur wenst de #shoplokaal_bon in te voeren volgens onderstaande principes:

          Zekerheid dat het systeem goed werkt voor alle rechthebbenden.

          Eenvoud in de uitvoering en opvolging, met weinig werklast en weinig nood aan individuele contacten van inwoners en handelaars met het gemeentebestuur.

          Gelijktijdig toegankelijk voor allen.

          Het bestuur wenst daarnaast ook te bekijken of het systeem duurzaam verder kan gebruikt worden.

          Het bestuur wenst het reglement indien nodig te verfijnen in functie van de concrete werkwijze die gekozen wordt.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

nog te creëren

Actie

176

Algemene rekening

nog te creëren

Beleidsveld

0989

Bedrag

Visum financieel directeur

raming 200.000 euro waarde van de cadeaubons + 15.000 euro verzend- en uitvoeringskosten

20/027 van 08/04/2020

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vergelijking van het aanbod van de verschillende leveranciers voor de uitwerking van de #shoplokaal_bon.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Wifi4EU - Voorstel nieuwe plaatsen

 

 

Voorgeschiedenis

          WiFi4EU is een initiatief om in zoveel mogelijk gemeenten overal in Europa te zorgen voor gratis wifi op openbare plaatsen zoals parken, pleinen, overheidsgebouwen, bibliotheken, ziekenhuizen, musea enz. Gemeenten kunnen hiervoor bij WiFi4EU een voucher van 15.000,00 euro aanvragen. Met die vouchers kunnen zij wifi-apparatuur laten installeren op openbare plaatsen waar nog geen gratis wifi beschikbaar is.

          Op 11 december 2018 kreeg het bestuur bericht dat Schilde geselecteerd werd voor de eerste oproep van het WiFi4EU-besluit van de Commissie. Deze selectie betekent dat Schilde een voucher van 15.000,00 euro mag besteden aan het uitrollen van een gemeentelijk publiek wifinetwerk.

          De voucher kan gebruikt worden voor infrastructuur. De kost voor een data-abonnement en de aansluiting bij een leverancier zijn voor rekening van het bestuur.

          Op 22 februari 2019 werd bevestigd per mail dat de nodige formaliteiten in orde zijn om de voucher te kunnen aanvragen.

          Op 3 juni 2019 werd er besloten door het college van burgemeester en schepenen dat er een offerte vraag kon uitgeschreven worden voor wifi in de winkelstraten.

          Op 24 februari 2020 heeft het college van burgemeester en schepenen een besluit goedgekeurd om de samenwerking aan te gaan met Citymesh via het raamcontract van Brugge, alsook een nieuwe offerte te aan te vragen voor volgende locaties:

          Parking Werf44;

          Uitleendienst en Rode Kruis;

          Scouts 's-Gravenwezel (volledige site Molenakker);

          't Parkske;

          Pagode.

 

Feiten en context

          Het nieuwe voorstel bedraagt een eenmalig 35.970,79 euro inclusief btw.

          De offerte is opgedeeld in locaties waar geen infrastructuur is en die toch noodzakelijk is om aan de werking en voorwaarden voor Wifi4EU te voldoen.

          Exclusief de offerte wordt er vermelding gemaakt van een extra maandelijks bedrag van 185 euro exclusief btw hierin wordt de internetlijn van de scouts voorzien alsook het online platform om "data" te kunnen nakijken. De privacywetgeving wordt compleet meegenomen en opgevolgd in dit platform. Dit platform kan ook gebruikt worden voor analyse van anonieme data.

          Een extra vaste kost van 1.922,76 euro exclusief btw per jaar zorgt voor de infrastructurele aanpassingen alsook de ondersteuning bij het falen van de hardware en software.

 

Juridische gronden

Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels en voor het financieel beheer.

 

Argumentatie

          Het bestuur geeft de voorkeur aan de installatie van WiFi4EU op centrale publieke ruimten waar veel inwoners komen.

          De publieke ruimten worden polyvalent gebruikt voor gemeentelijke openbare activiteiten, zoals evenementen en speelpleinen, door verenigingen en voor informele ontmoeting van inwoners en bezoekers.

          Het bedrag van de geleverde offerte overschrijdt met een bedrag van om en beide 20.970,79 euro inclusief btw. Hiermee voldoen we aan alle voorwaarden van Wifi4EU.

          Het is een goede opstap naar een eventuele uitbreiding van wifi in de winkelstraten.

          De deadline van de voucher van 15.000 euro inclusief btw is niet uitgesteld vanwege Corona (deze blijft dus gewoon doorlopen).

 

Financiële gevolgen

 

MJP

000801

Actie

AC000123

Algemene rekening

24100000000

Beleidsveld

119

Bedrag

 

 

Visum financieel directeur

Eenmalige kostprijs van 35.970,79 euro inclusief btw.

Maandelijkse kostprijs van 185 euro exclusief btw per maand niet onderhevig aan indexering.

Jaarlijkse kostprijs van 1.922.76 euro exclusief btw per jaar voor minstens 5 jaar.

Visum 20/033 van 23/04/2020

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de offerte van Citymesh goed te keuren voor de locaties te voorzien van Wifi4EU dat een eenmalige kostprijs heeft van 35.971,79 euro inclusief btw. Waar de voucher een korting geeft van 15.000 euro inclusief btw.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het internetabonnement en de CM Wifilab aan te schaffen voor een maandelijkse kostprijs van 185 euro exclusief btw.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het onderhoudscontract vanaf 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2025 aan te gaan met de jaarlijkse kostprijs van 1.922,76 euro exclusief btw.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Aanvraag premie startende ondernemer Charlotte Van den Langenbergh

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail met aanvraagformulier starterspremie van Charlotte Van den Langenbergh op 6 april 2020

 

Feiten en context

Charlotte Van den Langenbergh, Molenstraat 35, 2970 Schilde, hierna de aanvrager genoemd, voor de zaak Concept Charlie vraagt een premie aan voor startende ondernemingen in de gemeente Schilde. De aanvrager heeft aangeduid dat hij in aanmerking komt voor de verhoging van de premie met 50 euro omdat de naam van zijn onderneming wel Nederlandstalig is of zijn eigennaam is.

 

Juridische gronden

Gemeenteraadsbeslissing 21 oktober 2019
Reglement premie voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

Argumentatie

          De aanvrager heeft zijn aanvraag volledig en correct ingediend.

          De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming wel Nederlandstalig is.

          De aanvrager heeft aangeduid dat de naam van zijn onderneming zijn eigennaam is.

          De naam van de onderneming is niet gelijkgesteld of gelijkklinkend met een Nederlandstalig woord (conform het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal).

 

Financiële gevolgen

 

MJP

Actie

MJP000391

AC000115

Algemene rekening

64910000

Beleidsveld

0500

Bedrag

250 euro

Visum financieel directeur

niet van toepassing

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de aanvraag goed van Charlotte Van den Langenbergh, Molenstraat 35, 2970 Schilde voor de onderneming Concept Charlie en geeft toelating voor de uitbetaling van de gemeentelijke premie van 250 euro voor startende ondernemingen, éénmanszaken en vrije beroepen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Afsluiten Beukendreef (Hof ter Linden) - bevestiging burgemeesterbesluit

 

 

Voorgeschiedenis

          Aanvraag van 21 april 2020 via e-mail door de eigenaar van het domein Hof ter Linden

          Burgemeesterbesluit van 21 april 2020

 

Feiten en context

          Door de aanhoudende droogte geldt momenteel code rood in brandgevoelige gebieden in de provincie Antwerpen.

          Hof ter Linden is een natuurdomein waar een openbare weg door loopt namelijk de Beukendreef.

          Bezoekers van het domein veroorzaken onveilige situaties: zij blijven niet op de openbare paden, maken open vuur, roken en dergelijke meer.

          Om de openbare veiligheid te vrijwaren, besliste de burgemeester op 21 april 2020 de Beukendreef af te sluiten tot opheffing van de code rood in de provincie Antwerpen.

 

Juridische gronden

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende

          Artikel 134quater van de gemeentewet

          Indien de openbare orde rond een voor het publiek toegankelijke inrichting wordt verstoord door gedragingen in die inrichting, kan de burgemeester besluiten deze te sluiten, voor de duur die hij bepaalt.

          Die maatregelen zullen onmiddellijk ophouden uitwerking te hebben indien ze niet tijdens de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en schepenen worden bevestigd.

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden om de veiligheid in het brandgevoelig gebied Hof ter Linden te vrijwaren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen bevestigt het burgemeesterbesluit van 21 april 2020 waarbij beslist wordt met onmiddellijke ingang de Beukendreef, gelegen in natuurdomein Hof ter Linden, af te sluiten tot opheffing code rood in de provincie Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Patrimonium - Zilverreiger 10 - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter.

 

Feiten en context

De eigenaar van het perceel gelegen aan de Zilverreiger 10 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 X 7 wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente.

 

Juridische gronden

          Decreet van 10 december 2010 betreffende de aanstelling van erkende landmeters door de gemeente

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

          Decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad. voor daden van beschikking

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop van de eigendom gelegen aan de Zilverreiger 10 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 X 7 met een oppervlakte van 130m².

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt een beëdigd schatter aan om het schattingsverslag op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Patrimonium - Aankoopakte - Karekiet 13

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar wenst de eigendom gelegen aan de Karekiet 13 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 Y 14 te verkopen aan de gemeente. Deze eigendom is geschat aan de totaalprijs van 10.300 euro of 28,77 euro per m². De gemeenteraad heeft in de vergadering van 20 mei 2019 besloten om over te gaan tot de aankoop van deze eigendom aan de prijs van 10.300 euro.

 

Feiten en context

De notariële akte is opgemaakt.

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden.

 

Argumentatie

Om de aankoop definitief te maken dient de notariële akte getekend te worden door de betrokken partijen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de notariële akte en maakt deze ter goedkeuring over aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Patrimonium - Aanstellen notaris - Driepikkel 4

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m, dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter. De eigenaar van de eigendom gelegen aan de Driepikkel 4 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 460 X wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente. De eigendom is geschat aan de totaalprijs van 23.000 euro of 74,43 euro per m².

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen.

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt notaris Cootjans en Haagdorens aan om de notariële akte op te maken.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

N121 - resultaat trekproeven

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder. De gemeente Schilde is opdrachtgevend bestuur.

 

Feiten en context

In deze opdracht is voorzien om na de graafwerken, nodig voor de aanleg het fietspad, trekproeven uit te laten voeren door een European Tree Worker op de bomen met vermoedelijke verankeringsproblemen.

Deze trekproeven werden uitgevoerd door Panboombeheer op 23 en 24 maart 2020.

In het rapport is opgenomen dat er 2 bomen veilig zijn, 21 andere bomen zijn onvoldoende verankerd. De bomen die onvoldoende verankerd zijn kunnen nog opgesplitst worden in volgende categorieën:

          bomen met acuut valgevaar: 6 bomen;

          onstabiele bomen die met bepaalde ingrepen (kroonreductie en wortelstimulans) en opvolging (regelmatige VTA-controle en nieuwe trekproeven over 48 maanden) mogelijks behouden kunnen blijven: 15 bomen.

Het rapport vermeldt ook dat de levensverwachting van deze onstabiele bomen ernstig beïnvloed is door de impact van de wortelschade waardoor een duurzame toekomst twijfelachtig wordt.

Het gemeentebestuur dient in eerste instantie als opdrachtgever een beslissing te nemen over het behoud of vellen van de bomen. In tweede instantie dient ze als vergunningverlenende overheid een beslissing te nemen over het al dan niet vergunnen van de kappingwerken.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

AWV gaat akkoord met het kappen van onstabiele bomen.

 

Argumentatie

          De bomen staan aan gewestweg met veel doorgaand verkeer, waardoor de kans op slachtoffers bij een windworp hoog is.

          Onstabiele bomen die een acuut gevaar betekenen dienen uit veiligheidsoverwegingen zo snel mogelijk gekapt te worden.

          Indien er gekozen wordt voor maximaal behoud met de nodige maatregelen, neemt de gemeente het beheer over van AWV voor deze bomen. Dit betekent dat de gemeente niet alleen instaat voor de opvolging en onderhoud (kosten) van deze bomen maar ook verantwoordelijk is voor eventuele schadegevallen.

          Indien het gemeentebestuur beslist om de 21 bomen nu te laten vellen, worden de kosten mee opgenomen in de aannemingswerken.

          De kans op behoud van de bomen op lange termijn wordt vrij laag ingeschat wat maakt dat de kosten/baten niet in verhouding zullen staan.

          Voor elke boom die gekapt wordt, wordt er een nieuwe aangeplant (Quercus Robus plantmaat 20/25) binnen het project in het aandeel van module 13.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt als opdrachtgever van de werken kennis van dit rapport en beslist de 21 onstabiele bomen die in dit rapport opgenomen zijn te kappen en te vervangen door minstens 21 nieuwe Quercus Robus plantmaat van minstens 20/25.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning bij hoogdringendheid aan te vragen aan de burgemeester omwille van de ontoereikende stabiliteit van de bomen.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat moet onderzocht worden wat de verantwoordelijkheid is van de aannemer en de boomchirurg.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

N121 - Corona maatregelen - gevolgen

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 17 maart besliste de Nationale Veiligheidsraad tot een verstrenging van de reeds eerder genomen maatregelen, gericht op het beperken van het risico op een besmetting door het corona-virus.

          Op 30 maart besliste het college van burgemeester en schepenen het advies van AWV te volgen bij werven die op initiatief van de aannemer werden stilgelegd.

 

Feiten en context

Op 17 april 2020 stuurde Colas een brief naar de gemeente met daarin een beschrijving van de gevolgen van de overheidsmaatregelen.

 

Juridische gronden

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

Advies AWV:

          Zie standaardantwoord AWV

          Op het verzoek van Colas om de uitvoeringstermijn te verlengen met 28 dagen kan momenteel niet akkoord gegaan worden.

 

Argumentatie

Rekening houdend met het feit dat de aannemers op eigen initiatief de werf stilgelegd hebben en de onduidelijkheid rond mogelijkheid tot schadevorderingen van de aannemers, is het aangewezen het advies van de Vlaamse overheid te volgen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het advies van de Vlaamse overheid te volgen en een brief gebaseerd hierop naar Colas te versturen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 14

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 14 in dewelke werd ontvangen op 15 april 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 3.124.856,47

Bedrag verrekeningen

 

€ 109.616,91

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 3.234.473,38

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 910.919,94

Prijsherzieningen

+

€ -1.470,98

TOTAAL

=

€ 909.448,96

Huidige vorderingsstaat

 

€ 95.503,73

Prijsherzieningen

+

€ -791,32

TOTAAL

=

€ 94.712,41

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 1.006.423,67

Prijsherzieningen

+

€ -2.262,30

TOTAAL

=

€ 1.004.161,37

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 16 april 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 14 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor een bedrag van 94.712,41 euro excl. btw of 114.602,02 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 1.004.161,37 euro excl. btw of 1.215.035,50 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie 1419/003/004/003/009).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 15

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context

De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 15 in voor een bedrag van 0,00 euro.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 22 april 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Enig artikel. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 15 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel”.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel - Goedkeuring vorderingsstaat 16

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 augustus 2018 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” aan VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder tegen het nagerekende offertebedrag van 3.124.856,47 euro incl. btw.

 

Feiten en context De aannemer VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder diende vorderingsstaat 16 in dewelke werd ontvangen op 15 april 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 3.124.856,47

Bedrag verrekeningen

 

€ 109.616,91

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 3.234.473,38

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 1.006.423,67

Prijsherzieningen

+

€ -2.262,30

TOTAAL

=

€ 1.004.161,37

Huidige vorderingsstaat

 

€ 208.466,38

Prijsherzieningen

+

€ -2.696,00

TOTAAL

=

€ 205.770,38

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 1.214.890,05

Prijsherzieningen

+

€ -4.958,30

TOTAAL

=

€ 1.209.931,75

De werken vingen aan op 12 november 2018.

De werken werden correct uitgevoerd.

De ontwerper, Sweco Belgium, Posthofbrug 2-4, bus 1 te 2600 Antwerpen stelde op 22 april 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 16 van VBG NV, Dellestraat 25 te 3550 Heusden-Zolder voor de opdracht “Aanleg enkelrichtingsfietspaden N121 tussen Schilde en 's-Gravenwezel” voor een bedrag van 205.770,38 euro excl. btw of 248.982,16 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 1.209.931,75 euro excl. btw of 1.464.017,66 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2017, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie 1419/003/004/003/009).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Omgeving - Turnhoutsebaan 94 - KUWAIT PETROLEUM (Belgium) NV - het uitbreiden van de technische lokalen en de berging van een vergunde shop - OMG 2019/638

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        benzinestation - weigering door college van burgemeester en schepenen - 29 juni 1982 - 1982/58

o        vernieuwen van het bestaand servicestation met behoud van de luifel - weigering door college van burgemeester en schepenen - 24 augustus 2004 - 2003/296

o        bovengrondse gastank lpg 9000 l - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 november 1984 - 1984/145

o        bovengrondse gastank: 9000l - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 april 1984 - 1983/137

o        afbraak oude en het bouwen van een nieuw servicestation - weigering door college van burgemeester en schepenen - 18 augustus 2003 - 2003/120

o        vernieuwen van bestaand servicestation met behoud van de luifel - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 30 december 2005 - 2005/215

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuw winkel - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 17 juni 2019 - OMG 2019/32

o        tijdelijke exploitatie van een bronbemaling - aktename door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2020 - M 2020/99

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door KUWAIT PETROLEUM (Belgium) NV, op 12 december 2019 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Turnhoutsebaan 94.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van de technische lokalen en de berging van een vergunde shop.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 februari 2020. De uiterste beslissingsdatum is 25 juli 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Schilde Bergen bepaalt:

I Algemene Bepalingen

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste DRIE meter afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van drie meter voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan DRIE meter (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot TWEE meter.

Artikel 5 – MATERIALEN EN UITERLIJKE AFWERKING DER GEBOUWEN

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (b.v. Boomse of Kempische machiensteen).

Artikel 7 – VELLEN VAN BOMEN

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van één meter of meer, gemeten op een meter hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – MINIMUM BREEDTE VAN WONINGEN

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op zes meter, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

Op ongebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan vier meter aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan vier meter, maar minder dan zes meter, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan zes meter.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan vijf meter breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – ZIJGEVELS EN ERFSCHEIDINGEN TEN OPZICHTE VAN DE WEG

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan twintig meter.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 11 – ZONES VOOR HOOFDGEBOUWEN IN GESLOTEN BEBOUWING

A Verkaveling

a) Kavels waarop aan weerszijde wordt tegen gebouwd: minimum breedte zes meter, tenzij de bijzondere aanduidingen op het plan anders voorzien.

b) Kavels voor gebouwen die een bouwblok beëindigen: minimum breedte negen meter, tenzij de bijzondere aanduidingen op het plan anders voorzien.

c) Van bovenstaande kavelbreedten kan afwijking toegelaten worden voor eigendommen gelegen tussen bestaande groepsbebouwing of bestaande eigendomspercelen die, vóór het eerste openbaar onderzoek van dit bijzonder plan van aanleg de vereiste minimum breedte niet bezitten.

B. Hoofdgebouwen

a) Bestemming:

Woningen, winkelhuizen, koffiehuizen en verzorgende of ambachtelijke bedrijven die geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b) Bebouwing:

In aaneengesloten bouworde, behoudens hierna onder c. genoemde uitzonderingen.

De diepte van deze bouwstrook is minstens acht meter, en hoogstens tien meter, tenzij op plan een diepte met maat is aangeduid, in welk geval het aangegeven cijfer de maximum diepte aangeeft.

Op terreinen met een breedte aan de rooilijn van ten minste 20 meter, kan de gesloten bouwstrook, alsmede de daarachter gelegen stroken van aanhorige gebouwen en voor koeren en bijgebouwen, opgeheven worden en vervangen door de zone voor open bebouwing of door de zone voor half-open bebouwing, in zoverre de breedte van het terrein dit toelaat. In dit geval wordt de “verplichte gevelbouwlijn” gewijzigd in “uiterste bouwlijn”. Dergelijke schikking kan slechts toegelaten worden op voorwaarde dat de aldus beoogde onderbreking van de gesloten bouwzone reeds bepaald is door de zijgevels van reeds bestaande gebouwen staande op enige afstand van de eigendomsgrens ofwel dat de beëindiging van de gesloten bouwstroken ter weerszijden met afgewerkte zijgevels verzekerd is, op de wijze en met de materialen zoals bepaald onder artikel 5.

c) Hoogte der gebouwen:

De hoogte der gebouwen is bepaald overeenkomstig het aantal verdiepingen dat voor de betreffende strook is bepaald:

1. aangeduid met cijfer I (in cirkeltje) ofwel zonder enige aanduiding, is bestemd voor begane grond en één verdieping met een hoogte van ten minste zes meter en ten hoogste zes meter vijftig centimeter, gemeten vanaf het door de bevoegde overheid aan te geven straatpeil tot bovenkant kroonlijst of druipeinde van het dak.

2. aangeduid met cijfer 0 (in cirkeltje) is bestemd enkel voor begane grond, ten hoogste drie meter vijftig centimeter gemeten als hoger bepaald.

3. aangeduid met cijfer 2 (in cirkeltje) is bestemd voor twee verdiepingen boven gelijkvloers van ten minste acht meter vijftig centimeter tot ten hoogste negen meter.

4. van bovenstaande hoogten kan worden afgeweken indien de goede aanpassing bij de hoogte van een bestaand gebouw zulks rechtvaardigt.

5. de juiste hoogte en dakvorm van nieuwe bouwblokken wordt bepaald door de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok, binnen de bovenbepaalde hoogten.

6. de achtergevels moeten dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

7. voor het bouwen van een groep woningen volgens een gezamenlijk ontwerp, of voor gebouwen met bijzondere bestemming, kan van de hogervermelde hoogten worden afgeweken op voorwaarde dat de gedeelten, die hoger of lager dan het gabarit der aanpalende gebouwen zouden opgetrokken worden, een behoorlijk aangepaste overgang vormen zodat hoogteverschillen van zijgevelmuren volledig bekleed zijn met gevelmaterialen in overeenstemming met de aansluitende voorgevel en de vrijstaande gevelmuren één architecturaal en behoorlijk afgewerkt uitzicht vertonen.

d) Daken:

Met dubbele dakhellingen (zadeldaken) van 45° behalve indien aanpassing aan een reeds bestaand gebouw een andere dakvorm noodzakelijk maakt of indien een andere dakvorm voor een geheel bouwblok is ontworpen en goedgekeurd vóór aflevering van de eerste bouwtoelating.

Rechtstaande dakvensters en puntgevels zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordening.

Kroonlijsten moeten gemaakt worden met ten minste veertig cm. uitsprong voor het gevelvlak.

De druiplijnen van de dakvlakken moeten, ter hoogte van bovenkant kroonlijst vijftien cm. buiten het gevelvlak uitsteken.

e) Erkers en uitbouwen:

in het gevelvlak zijn toegelaten binnen de perken der bouwverordeningen.

f) Open gedeelten voor inritten of dergelijke:

Het onbebouwd laten van gronden met een mindere breedte dan deze aangegeven als de minimum breedte voor een woning en welk b.v. bestemd worden voor een inrij, is toegelaten onder de volgende voorwaarden:

1. de opening moet, aan de bouwlijn, worden afgesloten met een poort overbouwd met een muur, tot een hoogte van minstens de drie vijfden van de gemiddelde hoogte der aanpalende gebouwen.

2. de vrijblijvende zijmuren, uitgevend op het onbebouwd gedeelte moeten afgewerkt zoals hiervoor is voorzien in paragraaf d. sub 7.

Artikel 12 – ZONES VOOR AANHORIGE GEBOUWEN

Gebouwen die aanleunen tegen achtergevels van hoofdgebouwen en met zelfde bestemming.

a. Bebouwing:

de aanhorige gebouwen mogen een breedte beslaan van niet meer dan 6/10 van de breedte van de achtergevels van de hoofdgebouwen. In geen geval mag echter de vrijblijvende ruimte achter hoofdgebouw minder bedragen dan TWEE meter.

De aanhorige gebouwen mogen aan één zijde op de erfscheiding worden gebouwd. De uiterste grens van deze zones is gelegen op 1,5 meter afstand achter de voorgevelbouwlijn der hoofdgebouwen.

b. Hoogte:

De bebouwing in deze strook mag niet hoger zijn dan DRIE meter vijftig cm. (3,50 m.) gemeten vanaf straatpeil tot voet van het dak, met platte of schuine daken tot een helling van ten hoogste 45°. Op of tegen de erfscheiding mag de hoogte niet meer zijn dan 3,50 meter.

Het oprichten van aanhorige gebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

Artikel 13 – ZONES VOOR KOEREN EN BIJGEBOUWEN

a)      bestemming

Voor het aanleggen van open koeren, alsmede voor het bouwen van dienstgebouwen, bergplaatsen, opslagplaatsen en werkplaatsen. Deze laatste in zoverre zij geen hinder verwekken voor het rustig karakter der woonwijk.

b)      bebouwing

Met een oppervlakte van ten hoogste de twee derden van het in deze zone gelegen gedeelte van de eigendom en op ten minste twintig meter afstand achter de voorgevelbouwlijn, behoudens een strook even breed als toegelaten voor de aanhorige gebouwen waartegen zij mogen aansluiten.

c)      hoogte

Maximum hoogte tegen de erfscheidingen: DRIE meter; hoger binnen een hellend vlak van 45° vertrekkend vanaf de eigendomsgrens op drie meter, met een maximum van ZES meter.

d)      Materialen

Muren in betonplaten en dakbedekkingen in gegolfde platen zijn verboden.

e)      Het oprichten van bijgebouwen zonder hoofdgebouw is verboden.

f)        afsluitingen

Afsluitingsmuren van eigendommen en erven mogen niet hoger zijn dan TWEE meter.

Alle afsluitingsmuren moeten gemetseld worden en een dikte hebben van ten minste achttien cm. (18 cm);

Betonplaten en alle andere materialen met mindere dikte dan 18 cm zijn verboden, tenzij in metaaldraad of doorzichtig lattenwerk.

Voortuinafsluitingen, achter de hoofdgebouwen, zijn toegelaten draadafsluitingen aan betonpalen van maximum één meter vijftig cm (1,50 m) hoogte en die aan de grondlijn mogen verbonden zijn door een betonplaat van ten hoogste veertig cm (40cm) hoogte.

 

  • Bestaande toestand
    Op het perceel is een tankstation met winkel aanwezig sinds 1983.

Op 17 juni 2019 werd een omgevingsvergunning afgeleverd voor het slopen van een bestaande winkel en het bouwen van een nieuwe winkel met een totaal bebouwde oppervlakte van +/- 434m² op een perceel van circa 1.444m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een frituur.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen, meergezinswoningen, horeca, tankstations met winkel en een apotheek.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving is een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

De hernieuwde milieuvergunning goedgekeurd door de deputatie van Antwerpen op 1 december 2011 en de milieurubrieken opgenomen in de omgevingsvergunning goedgekeurd door het college van burgemeester op 17 juni 2019 blijven behouden.

De huidige exploitatie heeft tot op heden geen aanleiding gegeven tot klachten van overlast.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag gaat over het uitbreiden van de technische lokalen en de berging van een vergunde shop op een perceel van 1.444,0m². De inplanting van de shop wordt niet gewijzigd. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel van 12,15m wordt uitgebreid naar een bouwdiepte van 13,72m. De kroonlijsthoogte bedraagt 3,24m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak. De gevels worden opgetrokken in betonnen gevelpanelen. Het dak wordt afgewerkt met EPDM-folie.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 467,6m².

Er zijn 3 toegangen tot het perceel. Langs de Turnhoutsebaan is de toegang tot het perceel 23,54m breed. Langsheen de Goudbloemlaan zijn er 2 toegangen tot het perceel van 5,91m en 6m breed. De opritten worden aangelegd in klinkers. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 700,40m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen
  • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht
    Het advies van Administratie Wegen en Verkeer District 123 Brecht afgeleverd op 3 maart 2020 onder referentie AV/123/2020/00127, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Bijzondere voorwaarden

Vastlegging ten opzichte van de bestaande as van de gewestweg (N1210001 van 11.3 + 52 tot 11.3 + 75):

o        De grens van het openbaar domein is geschat op 13m;

o        De rooilijn ligt op 13m volgens plan C/2081 KB 8 januari 1958.

o        De zone van achteruitbouw bedraagt 8m;

o        De minimaal te respecteren bouwlijn ligt op 21m.

Publiciteit:

o        Geen.

De uitbater dient de nodige signalisatie te voorzien om de ontsluiting van het benzinestation en de winkel te laten scheiden via de Gouwbloemlaan. Uitrijdend verkeer vanaf het perceel rechtstreeks op de gewestweg kan niet toegestaan worden in het kader van de verkeersveiligheid.

Besluit:

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert gunstig op voorwaarde dat de algemene en bijzondere voorwaarden gerespecteerd worden (onder andere dat het oprijden van het benzinestation via de gewestweg gebeurt en het verlaten via de weg van lagere categorie in casu de Gouwbloemlaan).

Algemene voorwaarden gewestweg

1)      Voorbouwsels, erkers, portalen, trappen en andere uitstekende delen in de zone van achteruitbouw zijn toegelaten op voorwaarde dat:

  • Ze ten hoogste slechts met ¼ van de breedte van de zone van achteruitbouw voorbij het vlak van de voorgevel reiken ze op een afstand van de aangrenzende eigendommen blijven, gelijk aan de grootte van de toegelaten uitsprong;
  • Ze geen elementen bevatten die betrekking hebben op de structuur zelf van het gebouw, zoals hoofdleidingen voor gas, elektriciteit, water, trapkasten, enzovoort.

2)      Indien de bouwlijn samenvalt met de rooilijn mag op het vlak van de voorgevel geen voorbouw (uitsprong) komen, die de hieronder vermelde grenzen overschrijdt:

  • Verhoogde voetpaden (trottoirs) of bermen

Tot op 2,10m hoogte vanaf het trottoirniveau worden geen uitbouwsels geduld die meer dan 0,20m voorbij de rooilijn reiken.

Deuren en vensters mogen bij het openen niet buiten het gevelvlak komen. Boven 2,10m hoogte mag geen enkel uitbouwsel meer dan 1m voorbij de rooilijn en nooit verder dan tot op 0,5m van het verticaal valk door de trottoirband reiken.

  • Niet-verhoogde voetpaden en bermen

Tot op 5,5m hoogte, gemeten vanaf het voetpadniveau, zijn uitbouwsels enkel toegelaten voor zover ze niet meer dan 0,2m voorbij de rooilijn reiken en het gebouw ten minste 1m achteruit staat en opzichte van de rand van de eigenlijke rijbaan.

  • Boven 5,50m zijn uitbouwsels toegelaten voor zover ze niet reiken tot op 0,5m van het verticale vlak door de rand van de eigenlijke rijbaan.

3)      Het eigendom wordt volgens de voorgeschreven rooilijn afgesloten.

Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0,75m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2,25m niet overschrijden. Boven 1,50m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen.

Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze geplant op 0,5m achter de grens van het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1,50m stamhoogte hebben en moet jaarlijks voor 15 april gesnoeid en tot deze hoogte teruggebracht worden.

De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0,75m hoogte.

4)      In de onder 2, - paragraaf 1 en 2 genoemde afsluitingen worden inritten toegelaten die grotere hoogteafmetingen mogen hebben dan de in 2, - paragraaf 1 en 2 vermelde. Deze inritten mogen in geen geval aangebracht worden tegenover de aanwezige bomen van de weg.

5)      In de zone zoals die volgt uit de toepassing van de teruggelegde rooilijn en in de zone van achteruitbouw zoals die aangegeven is in de bijzondere voorwaarden, mogen geen ondergrondse constructies (zoals ondergrondse tanks, …) gemaakt worden. Het is verboden er gemene afsluitingen van meer dan 1,50m hoogte op te richten.

In de eerste 2m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot maximum 1,5m hoogte of 0,75m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen.

In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordeningen.

6)      Het peil der dorpels van de deuren, poorten of van het om het even welke toegang ten opzichte van het peil van het voetpad of de uiterste rand van de verharding, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien dit peil niet gevolgd wordt, kan de eigenaar bij een eventuele wijziging van het lengteprofiel van de weg, geen aanspraak maken op enige vergoeding voor aanpassing van deuren, poorten en andere toegangen. Het peil van de dorpels dient boven de kruin van de weg gesitueerd te zijn.

7)      Er mogen geen inritten voor voertuigen worden aangelegd tegenover bestaande bomen van de weg. De locatie van de toegangen, ramen en deuropeningen is steeds ondergeschikt aan de bestaande wegeninfrastructuur (inclusief straatmeubilair, verhoogde inrichtingen, bushaltes, grachten, openbare verlichting, kasten nutsmaatschappijen,)

8)      De afdekking van afsluitingsmuren moet zo ontworpen worden dat het daarop vallende water naar het privé-domein afvloeit.

9)      De ontworpen werkzaamheden worden zo uitgevoerd dat ze de afwatering van de weg nooit hinderen.

10)Alle ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (zowel de tijdelijke als de permanente) vereisen een aparte vergunning van de wegbeheerder cfr. het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor de privatieve inname van het openbaar domein van de wegen (en latere wijzigingen).

Onder ‘tijdelijke’ wordt, onder andere verstaan werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegangen, terrassen, …

Onder ‘permanente’ wordt onder andere inbuizingen, kopmuren, aanvullingen van het domein, afvoerleidingen voor afvalwater en hemelwater.

11)De geldigheidsduur van onderhavig advies is beperkt tot 2 jaar.

12)De goedgekeurde plannen, alsmede de vergunningen met de bijhorende adviezen, moeten steeds op de bouwplaats voorhanden zin en bij iedere vordering van de bevoegde ambtenaren voorgelegd kunnen worden.

13)Dit adviesformulier beperkt zich tot de voorschriften betreffende de rooilijn, de bouwvrije zone en de zone van achteruitbouw. Het ontheft de belanghebbende niet zich te richten naar de overige regelgeving.

14)Indien de publiciteit en uithangborden geen deel uitmaakt van deze aanvraag, dienen zij het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag.

15)Reliëfwijzigingen

  • De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond. Uitgezonderd voor toegangen, zijn aanvullingen met steenpuin verboden.
  • Ingeval het buitentalud van de gracht verhoogd wordt, dient dit talud afgedekt te worden met minimum 30cm teelaarde en ingezaaid te worden.

Na de werken dient de gracht over de volledige breedte van het aangrenzende perceel gezuiverd te worden van aanvullingsgrond.

16)Slopen

o        De afbraakwerken mogen geen aanleiding geven tot schade aan het openbaar domein. De wegaanhorigheden, die beschadigd worden, dienen door de vergunninghouder in hun oorspronkelijke toestand hersteld te worden. De verkrijger dient de wegbeheerder minimum 10 dagen voor de aanvang der sloopwerken schriftelijk in kennis te stellen van eventuele gebreken aan het gewestdomein. Zo hij dit nalaat, wordt er verondersteld dat het gewestdomein zich in perfecte staat bevindt.

o        Alle ondergrondse constructies voor de rooilijn worden volledig verwijderd. In de zone van achteruitbouw moeten alle constructies worden afgebroken tot op minimum 1m onder het peil van het aanpalend openbaar domein. In dat geval zullen in de resterende keldervloeren gaten gemaakt worden van 0,5m x 0,5m per 4m² oppervlakte.

o        De overbodige aansluitingen naar de rioleringen mogen gedicht ter hoogte van de grens van het openbaar domein.

o        De sloopwerken moeten uitgevoerd worden zonder belemmering noch onderbreking van het verkeer, tenzij anders bepaald inde bijzondere voorwaarden.

o        De aanvullingen dienen te gebeuren met niet vervuilde aanvulgrond en verdicht te worden bij lagen van 30cm. Steenpuin als aanvullingsmateriaal is verboden.

o        De aanvulling voor de rooilijn dient afgedekt te worden met teelaarde op een dikte van 30cm.

17)Publiciteit

o        Bij het plaatsen van publiciteit reclame en uithangborden op afzonderlijke constructies in de zone van achteruitbouw is het volgende van toepassing: de totale oppervlakte van de constructie, met inbegrip van de borden (éénzijdig), van één vestiging wordt beperkt tot 5m². De totale hoogte van de constructie (bord inbegrepen) wordt beperkt tot 4m. De afstand nar de perceelsgrens tussen de private eigendommen moet minstens 1,5 maal de totale hoogte van de constructie bedragen. Het bord en de dragende constructie mogen geen hinder betekenen voor de zichtbaarheid op het verkeer van de gewestweg ter hoogte van de kruispunten en/of private uitritten. Het bord noch de constructie mogen verder reiken dan de rooilijn.

o        Omwille van de verkeersveiligheid is het verboden inrichtingen aan te brengen die de bestuurders verblinden of misleiden, die – geheel of gedeeltelijk – verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van op enige afstand met deze tekens verward kunnen worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van reglementaire tekens aantasten. Inrichtingen die zich op minder dan 7m boven de grond bevinden binnen een afstand van 75m van verkeerslichten, mogen geen lichtweergevende of reflecterende rode, groene of oranje tint hebben.

o        Lichtgevende en verlichte publiciteit mag om veiligheidsredenen de aandacht van de automobilisten ’s nachts niet te veel afleiden. De cijfers en limietwaarden die in de meeste normen en reglementeringen voor de luminescentie van lichtgevende of verlichte publiciteit worden vermeld zijn dan ook grotendeels ingegeven om de lichtsignalisatie langs verkeerswegen niet te verstoren. Vlarem bepaalt dat, om lichthinder te voorkomen, lichtreclame in intensiteit de openbare verlichting net mag overtreffen.

o        Vanaf een bepaald nachtelijk uur het ‘rendement’ van verlichte publiciteit zeer klein gezien het beperkte aantal toeschouwers dat nog langskomt of voorbijrijdt. Een volledig doven van publiciteit na een bepaald uur (bijvoorbeeld 22u) is dan ook het aangewezen middel om de lichtvervuiling te beperken.

o        Om lichtvervuiling te bestrijden en uit veiligheidsoogpunt dient de luminescentie van lichtgevende en verlichte publiciteitsborden beperkt te worden tot volgende voorwaarden: oppervlakte van het lichtgevend vlak <= 0,5m² (maximum luminescentie 500 cd/m²) > 0,5m² en < 10m² (maximum luminescentie 400cd/m²) > 10m² (maximum luminescentie 300cd/m²).

Bovenvermelde waarden gelden voor elke plaats op het voetpad of aan de rand van de weg op een hoogte van 1,60m (dat wil zeggen voetpad aan dezelfde zijde van de weg als het publiciteitsbord of aan de overzijde van de weg) en voor elke plaats in een vensteropening van een woning.

De vermelde luminescentiewaarden hebben betrekking op metingen uitgevoerd met een gekalibreerde luminescentiemeter, die nauwkeurig aan de ooggevoeligheidskromme is aangepast (norm CIE 698). Voor elke meting moet de openingshoek aangepast worden naargelang het te meten detail van het reclamebord.

18)Indien een publiciteitsbord verlicht wordt met een gerichte lichtbron (projector, spot) dan moet deze lichtbron het publiciteitsbord verlichten, met andere woorden: er mag geen rechtstreekse opwaartse, zijwaartse, achterwaartse of neerwaartse (onder het publiciteitsbord) uitstraling zijn door de lichtbron.

19)De vergunninghouder is zowel tegenover het Vlaamse Gewest als tegenover derden aansprakelijk voor alle schade die het gevolg van het plaatsen, het gebrek aan onderhoud of het bestaan van de vergunde borden.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 28 februari 2020 onder referentie PR-01503-05, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Het betreft het verhogen van de technische lokalen en stockage ruimte met +/- 33m², de achtergevel verschuift 157cm naar achter.

De commerciële oppervlakte blijft ongewijzigd. Dit heeft geen impact op het vorige advies.

Dit project beïnvloedt deze elementen niet.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Artikel 5.1.1.: de deur van het technisch compartiment dient RF 30 min. te bezitten.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 25 maart 2020 onder referentie L-19-326/191762, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Turnhoutsebaan.
  • De regenwaterput met een totale inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan ééngezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
  • De regenwaterput dient voorzien van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en voor kuiswater en besproeiing van groenzones.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 6.920 liter (effectief 8.380 liter) infiltratievolume en minimum 11,1m² (effectief 14,5m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande gebouw dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval .. in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 21 februari 2020 tot 21 maart 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis
    In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Turnhoutsebaan en Goudbloemlaan voldoende uitgeruste openbare wegen zijn. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets
    Waterparagraaf: het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Voor het betrokken project werd het watertoetsinstrument op internet doorlopen. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 8.380 liter en een infiltratieoppervlakte van 14,50m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het uitbreiden van de technische lokalen en de berging van een vergunde shop is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag voorziet geen uitbreiding van de winkelruimte. Er dienen geen bijkomende parkeerplaatsen voorzien te worden. De 9 parkeerplaatsen zoals voorzien in de vergunning OMG 2019/32 goedgekeurd op 17 juni 2019 dienen behouden te blijven.
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Bergen deel 2. Het BPA bepaalt dat de gebouwen in de zones voor koeren en bijgebouwen op ten minsten 20 afstand achter de voorgevelbouwlijn dienen ingeplant te worden. De aanvraag voorziet een berging tegen het hoofdgebouw.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken: de gevels worden opgetrokken in betonnen gevelpanelen.
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Schilde Bergen Deel 1. Het BPA dat muren in betonplaten en dakbedekking in gegolfde platen verboden zijn.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot de dakvorm en de gebruikte materialen zoals voorzien in artikel 4.4.1§1 van de VCRO.
    Het gebouw wordt behoorlijk en esthetisch verantwoord afgewerkt. Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 36cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Wegen en Verkeer naleven;
  • het advies van de brandweer Malle naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • de voorwaarden zoals opgenomen in de vergunning OMG 2019/32 goedgekeurd op 17 juni 2019 blijven behouden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 10.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 6.920 liter en een infiltratieoppervlakte van 11,07m² zodat aan de verordening voldaan wordt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Kluisdreef 7 - Bernaerts en Palmers bvba - het verkavelen in 1 lot - verkavelingsattest - OVK 2019/7

 

 

Voorgeschiedenis

3 februari 2020 - verkavelen in 1 lot - college van burgemeester en schepenen

 

Feiten en context

Het notariaat Celis, Celis en Liesse vraagt om het afleveren van het verkavelingsattest.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 37° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt.

          Artikel 52-67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte is afgeleverd. Een attest kan enkel worden afgeleverd indien de vergunningenhouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

 

Argumentatie

Er is voldaan aan de voorwaarden opgelegd in de verkavelingsvergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen levert het verkavelingsattest af voor verkaveling 2019/7.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Riemstraat 24 - Mintjens Bart en Mintjens Kristiaan - verkavelen in 1 lot - verkavelingsattest - OVK 2019/9

 

 

Voorgeschiedenis

17 februari 2020 - verkavelen in 1 lot - college van burgemeester en schepenen

 

Feiten en context

Het notariaat De Decker uit Brasschaat vraagt om het afleveren van een verkavelingsattest.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3.7° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan het college van burgemeester en schepenen voorbehoudt.

          Artikel 52-67 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014
Een kavel uit een vergunde verkaveling of verkavelingsfase kan enkel verkocht worden, verhuurd worden voor méér dan negen jaar, of bezwaard worden met een recht van erfpacht of opstal, nadat de verkavelingsakte is afgeleverd. Een attest kan enkel worden afgeleverd indien de vergunningenhouder deels zelf de lasten heeft uitgevoerd, deels de nodige waarborgen heeft gegeven.

 

Argumentatie

Er is voldaan aan de voorwaarden opgelegd in de verkavelingsvergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen levert het verkavelingsattest af voor verkaveling 2019/9.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Schildestrand - alternatievenonderzoek, stand van zaken en randvoorwaarden

 

 

Voorgeschiedenis

          9 februari 2015 - het college van burgemeester en schepenen verleent de goedkeuring aan de visie en de doelstellingen voor het project Schildestrand om een duurzame oplossing uit te werken voor dit gebied

          22 augustus 2017 - de gemeenteraad keurt het bestek 2017-041, opmaak masterplan Schildestrand, goed

          22 november 2017 - het college van burgemeester gunt de opdracht opmaak masterplan
Schildestrand aan Blauwdruk Stedenbouw bvba

          8 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de eerste resultaten van de waterstudie van 20 december 2017

          18 februari 2019 - het college van burgemeester en schepenen keurt de oplevering van de studie sociaal behoefteonderzoek CAW goed en beslist om een coördinatievergadering te beleggen om de mogelijke pistes te verkennen

          13 mei 2019 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de coördinatievergadering

 

Feiten en context

Op 22 maart 2019 heeft een coördinatievergadering plaatsgevonden met de provincie en het gewest alsook het CAW om de mogelijkheden van herlocalisatie of herbestemming te bespreken.

 

Juridische gronden

          Artikel 56, §2 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen.

          Artikel 5.4.1. tot en met 5.4.4. van de VCRO van 1 september 2009
Definitie en aanpak van de permanente bewoning van weekendverblijven.

 

Argumentatie

          Op vraag van Provincie Antwerpen en Omgeving Vlaanderen werd een alternatievenonderzoek gedaan. Er wordt voorgesteld om deze over te maken aan Provincie Antwerpen en Omgeving Vlaanderen. Pas na het advies van de hogere overheden kan er beslist worden om het masterplan terug op te starten.

          Na de coördinatievergadering werd een stand van zaken opgemaakt. Er wordt aanbevolen om reeds randmaatregelen in te voeren alsook een communicatiemoment voor te bereiden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het alternatievenonderzoek en beslist deze over te maken aan Provincie Antwerpen en Omgeving Vlaanderen.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de stand van zaken en de voorgestelde randmaatregelen in het dossier Schildestrand en beslist om:

          de aankopen op Schildestrand met een maximum aan 35euro/m² verder te zetten tot 2029;

          een reglement verwaarlozing voor te bereiden.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een communicatiemoment te organiseren na ontvangst van het advies van de hogere overheden.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Kerkplein - vraag DCA intentie grond gemeente

 

 

Voorgeschiedenis

          2 februari 2015 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen om een
haalbaarheidsstudie voor een PPS samenwerking met de eigenaar van de aanpalende gronden te laten opmaken

          30 november 2015 - kennisgeving aan het college van burgemeester en schepenen
haalbaarheidsstudie

          7 december 2015 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen om het project aan het Kerkplein verder te onderzoeken en juridisch advies aangaande de procedure te vragen aan Reiner Tijs

          21 maart 2016 - overleg met Meester Reiner Tijs om mogelijkheden procedures te bespreken

          18 april 2016 - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het advies van Reiner Tijs in verband met een mogelijke PPS aan het Kerkplein en vraagt aan meester Reiner Tijs om een voorstel uit te werken

          30 december 2016 - goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van het bestek 2016-045 met als opdracht "aanstellen studiebureau opmaak bestek ontwikkeling grond Kerkplein

          9 januari 2017 - goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van het starten procedure en lijst uit te nodigen firma's

          20 maart 2017 - kennisname van het college van burgemeester en schepenen van de
ingediende offertes

          3 juli 2017 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen om te werken via een mededingingsprocedure met onderhandeling

          4 augustus 2017 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen om De Keuster, Casteleyn Advocaten aan de stellen om het project te begeleiden

          2 oktober 2017 - beslissing van het college van burgemeester en schepenen om de
selectieleidraad, opdrachtdocument en juridische- en financiële principe voor te leggen aan de gemeenteraad

          16 oktober 2017 - goedkeuring van de gemeenteraad van de selectieleidraad, opdrachtdocument en juridische- en financiële principe

          20 november 2017 - kennisname door de gemeenteraad van de wijziging datum uiterste
indiening in selectieleidraad

          29 januari 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om het samenwerkingsverband DCA-VHP- M2 te selecteren als kandidaat en het opdrachtdocument toe te sturen

          5 maart 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist over de samenstelling van de jury die zal instaan voor de beoordeling van de offerte, bijkomende vragen te stellen en te onderhandelen

          23 april 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist om een nota te sturen naar de inschrijver en uit te nodigen voor een gesprek met de vraag naar de bereidheid om een nieuwe offerte in te dienen rekening houdend met de opmerkingen geformuleerd in de nota

          7 mei 2018 - overleg tussen de jury voor de gemeente en het samenwerkingsverband DCAVHP-M2 , bespreking offerte

          14 mei 2018 - het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de nota van het overleg, met de aandachtspunten en opmerkingen van de jury en keurt de vraag om een "best and final offer" te laten indienen op ten laatste vrijdag 1 juni 2018 om 11u goed

          23 juli 2018 - het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van de nota van de jury om de opdracht stop te zetten en de nota over de stopzetting over te maken aan het samenwerkingsverband DCA-VHP- M2.

 

Feiten en context

In de brief van 15 april 2020 vraagt DCA naar de intentie van de gemeente over het perceel aan het Kerkplein, grenzend aan de percelen van DCA.

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3. 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor: de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van DCA van 15 april 2020.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Omgeving - Molenstraat 110 - de heer Jan Verlinden - het melden van een tijdelijke bronbemaling - M 2020/110

 

 

Voorgeschiedenis

Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het bouwen van een halfopen eengezinswoning - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 4 november 2019 - OMG 2019/404

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Jan Verlinden, op 19 april 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Molenstraat 110.

De aanvraag omvat de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het melden van een tijdelijke bronbemaling.

De uiterste beslissingsdatum is 19 mei 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand
    Het betreft een onbebouwd perceel van 567m² groot.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand
    De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

53.2.2°a)

droogzuiging (Nieuw)

3.528 m³/jaar

De exploitant beoogt de tijdelijke exploitatie van een bronbemaling voor de bouw van een woning.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de daaraan gekoppelde bijlagen.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

 

Argumentatie

  • Watertoest
    Het terrein ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De bronbemaling geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt of verwaarloosbaar is.
  • Milieuaspecten
    De bronbemaling zal gebeuren met één pompinstallatie en 7 filters. De pomp heeft een debiet van 7 m³/uur. Het grondwater wordt verlaagd tot een niveau van 3,5 meter onder het maaiveld zodat een kelder kan geconstrueerd worden.
    De exploitant geeft aan dat de totale duur van de bemaling op 3 weken wordt geschat. Dit maakt dat het totale opgepompte debiet op 3.528m³ wordt geschat. De bemaling zal zo snel mogelijk plaats vinden waardoor er meer kans is op droogte in de omgeving door de bemaling. De exploitant dient aldus alle nodige maatregelen te nemen dit te voorkomen. De aanvrager geeft aan al het water te lozen via de riool vooraan het perceel. In de aanvraag wordt geen vermelding gemaakt van infiltratie. Gezien de perceeloppervlakte en de open ruimte in de omgeving is het aangewezen om via bijzondere voorwaarden een systeem op te leggen dat voldoende flexibel is om ook in infiltratie te voorzien.
  • Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
    De tijdelijke bronbemaling is louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig. Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3 §3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid betreffende verbods- en afstandsregels. De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden. Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, aangevuld met bijzondere voorwaarden ter voorkoming van verdroging/wateroverlast mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
    De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende geldende milieuvoorwaarden:

o        de algemene milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM;

o        de sectorale voorwaarde van titel II van het VLAREM - hoofdstuk 5.53;

o        de bijzondere voorwaarden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen en neemt akte van de voormelde melding.

Artikel 2. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-       Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-       Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-       Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-       Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-       Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-       hoofdstuk 5.53 van Vlarem II

2. De volgende bijzondere milieuvoorwaarden:

o        Het bronbemalingssysteem dient uitgerust te worden met een vergaarbak met zandvang. De vergaarbak moet de mogelijkheid bieden voor het aftappen van water door dompelpomp of ander systeem. De exploitant dient zelf te voorzien in een dompelpomp of ander systeem en voldoende afvoerslangen om het opgepompte water maximaal op het perceel zelf te infiltreren.

o        De bewoners/eigenaars van percelen die liggen in de invloedssfeer van de bronbemaling, moeten op eenvoudig verzoek en kosteloos ook gebruik kunnen maken van dit retoursysteem.

o        De exploitant dient het water dat niet kan infiltreren in de bodem te lozen in een baangracht of oppervlaktewater. Hij dient hiervoor voorafgaandelijk advies en desgevallend ook toelating aan te vragen bij de beheerder van de gracht of waterloop of bij betrokken eigenaars.

o        De exploitant waakt er gedurende de ganse exploitatie over dat de infiltratie en/of lozing geen wateroverlast of schade veroorzaakt bij derden. Hij neemt voor eigen rekening de nodige wettelijke maatregelen om wateroverlast of schade ten gevolge van de bronbemaling te vermijden.

o        Enkel wanneer de lozing in baangracht of waterloop met toepassing van de best beschikbare technieken niet mogelijk is mag de waterafvoer aangesloten worden op de riolering.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Vrijgave bankwaarborg - De Dreef van Zonnebos 1 - Dirk Joris - OMG 2019/80

 

 

Voorgeschiedenis

Op 13 mei 2019 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Dirk Joris verzond per e-mail op 9 april 2020 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 1.500 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning OMG 2019/80.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning OMG 2019/80 voor het volledige bedrag van 1.500 euro aan Dirk Joris, De Dreef van Zonnebos 1, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Vrijgave bankwaarborg - Kasteeldreef 107 - Chris Peeters - BV 2005/347

 

 

Voorgeschiedenis

Op 23 juni 2006 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Kris Peeters verzond een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 5.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning BV 2005/347.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2005/347 voor het volledige bedrag van 5.000 euro aan Kris Peeters, Kasteeldreef 107, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Vrijgave bankwaarborg - Dobbelhoefseweg 2 - Verhoeven - BV2017/233

 

 

Voorgeschiedenis

Op 12 februari 2018 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om een vergunning af te leveren onder voorwaarden.

 

Feiten en context

Mevrouw Jacobs verzond per e-mail op 23 maart 2020 een aanvraag tot vrijgave bankwaarborg ten bedrage van 2.000 euro.

 

Juridische gronden

            Artikel 4.2.19 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Onverminderd de voorwaarde van rechtswege [in de zin van artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990], kan het vergunningverlenende bestuursorgaan aan een vergunning voorwaarden verbinden.

          Artikel 4.2.20 §1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan aan een vergunning lasten verbinden. Deze lasten vinden hun oorsprong in het voordeel dat de begunstigde van de vergunning uit die vergunning haalt, en in de bijkomende taken die de overheid door de uitvoering van de vergunning op zich dient te nemen.
Buiten het voorzien in de nodige financiële waarborgen, kunnen lasten ondermeer betrekking hebben op:
1° de verwezenlijking of de renovatie van wegen, groene ruimten, ruimten voor openbaar nut, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen, op kosten van de vergunninghouder.

 

Argumentatie

Uit plaatsbezoek blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden uit de bouwvergunning 2017/233.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming tot vrijgave van de bankgarantie van bouwvergunning 2017/233 voor het volledige bedrag van 2.000 euro aan Verhoeven-Jacobs, Dobbelhoefseweg 2, Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Schrapping risicogrond golfclub Rinkven

 

 

Voorgeschiedenis

          De gemeente Schilde heeft in het kader van het Bodemdecreet en het VLAREBO een gemeentelijke inventaris van risicogronden (GIR) opgesteld.

 

Feiten en context

          De bestendige deputatie van Antwerpen heeft op 17 maart 2005 een milieuvergunning klasse 1 afgeleverd aan de VZW Antwerp International Golf & Countryclub Rinkven, Sint Jobsteenweg 120 in Schilde. Met nadien op 2 april 2009 en 30 juni 2011 een wijziging en toevoeging aan de vergunning.

          De milieuvergunning werd verleend voor de uitbating van een golfclub aan de Sint Jobsteenweg 120 in Schilde met als kadastrale nummer afdeling III sectie A nummers 1 / 2c/ 4 / 5 / 6a / 6b / 6c / 7a / 7b / 8b / 8c/ 9a / 10a / 10b / 11a / 11b / 12 / 13a / 13b / 14a / 15 / 16b / 16c / 17b / 18 / 19 / 20a / 20b / 21a / 21b / 22b /23a / 23b / 24e / 24f / 24g / 24h / 24k / 24l / 25a /25b / 25d /25e / 26b / 26g / 26h / 26k / 26l / 26m / 26n / 27e / 27f / 31l / 31 m / 31n /32b2 / 32b3 / 32c2 / 32c3 / 32d2 / 32d3 / 32e3 / 32f2 / 32f3 / 32g / 32g3 / 32h3 / 32k3 / 32l2 / 32m3 / 32n2 / 32n3 / 32p3 / 32r3 / 32w2 / 32x2 / 32z / 32z2 / 33b / 33d / 33g / 33h / 33k / 33l / 34l / 34p/ 34r/ 35e / 35f / 35g / 36a / 36b / 37d / 37g / 43c / 48m / 48p / 49d / 52b / 52c / 52d / 52e / 62m / 62n / 65a / 67e / 68 b / 71a / 76c / 81b / 102g / 102h / 103d / 103e / 104c /105b / 107b / 108b / 108c / 109d / 110b /110c / 227a

          In de basisvergunningen de latere wijzigingen werden volgende VLAREBO- rubrieken opgenomen:

VLAREBO

17 maart 2005

2 april 2009

30 juni 2011

herstel van voertuigen

III A 32 r3 – actueel 3 A 32 s3

15,2

15,2

15,4

opslag benzine

III A 32 r3 – actueel 3 A 32 s3

17.3.4.2

(5.400L )

17.3.4.2.b

(2.500 L)

17.3.4.2.b

(2.500 L)

opslag diesel

III A 32 r3 – actueel 3 A 32 s3

?

 

17.4.6.2

(22.500L)

mechanische metaalbewerking

III A 32 r3 – actueel 3 A 32 s3

 

29.5.2.1.b

(6,73 kw)

 

          Deze VLAREBO-rubrieken werden gekoppeld aan alle kadastrale percelen van de vergunning wat maakt dat ook alle percelen zijn bestempeld als risicogrond en alzo zijn opgenomen in de gemeentelijke inventaris.

          De exploitant vraagt de kadastrale percelen waar in praktijk geen risico-activiteit op plaatsvindt te schrappen als risicogrond zodat deze niet langer onderworpen zijn aan de verplichtingen die daaraan gekoppeld zijn, zijnde periodieke controles en oriënterend onderzoek bij overdracht.

 

Juridische gronden

          Artikel 7§1 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Elke gemeente beheert een inventaris van de risicogronden die op haar grondgebied gelegen zijn.

          Artikel 7§2 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming
Bij de opname van een grond in en de verwijdering van een grond uit de gemeentelijke inventaris, bezorgt de gemeente onverwijld een uittreksel betreffende de in de inventaris opgenomen gegeven aan de OVAM.

          Artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering behoudende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.
De gegevens die zijn opgenomen in de gemeentelijke inventaris worden vervolledigd of bijgewerkt op basis van relevante gegevens die afkomstig zijn van de voormelde personen, instanties en diensten.

 

Argumentatie

          In praktijk zijn enkel de kadastrale percelen opgenomen in de tabel risicogronden daar enkel op die percelen de risico-activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt.

          Omdat de exploitant de risicoactiviteit op zich niet in twijfel trekt is er geen noodzaak tot de opmaak van een gemotiveerde verklaring.

          Op basis van de stukken in de beschikbare milieuvergunningen en de actueel beschikbare informatie is aldus voldoende aangetoond dat op de percelen aan de Sint Jobsteenweg 120, Schilde geen risico-activiteit heeft plaats gevonden, behoudens het perceel III sectie A 32 S3. De percelen kunnen geschrapt worden uit de gemeentelijke inventaris van de risicogronden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen stelt dat op basis van de beschikbare vergunningen is aangetoond dat op de percelen aan de Sint Jobsteenweg 120, Schilde en opgenomen in de milieuvergunning geen risicoactiviteit heeft plaats gevonden, behalve op het kadastrale nummer afdeling III sectie A nummer 32 S 3.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om deze percelen als risicogrond te schrappen uit de gemeentelijke inventaris en zal dit doorgeven aan de exploitant VZW Antwerp International Golf & Country Club Rinkven en aan OVAM. Enkel het perceel III sectie A 32 S 3 wordt behouden als risicogrond.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Vellen en snoeien van dode bomen - contract over 2 jaar - 2020-2021 - 2020-008/TDU - gunning

 

 

Voorgeschiedenis

          In het kader van de opdracht “Vellen en snoeien van dode bomen - contract over 2 jaar - 2020-2021” werd een bestek met nr. 2020-008/TDU opgesteld door de Technische dienst Uitvoeringen.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 50.000,00 euro excl. btw of 60.500,00 euro incl. 21% btw.

          Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 24 februari 2020 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Volgende ondernemers werden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:

          Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen;

          Schenk Jos, Hogebaan 64 te 2960 Sint Job in 't Goor;

          Lauwereys BVBA, Vaartstraat 198 te 2520 Ranst;

          Van de Velde, Het Goor 13 te 2243 Pulle.

 

Feiten en context

          De offertes dienden het bestuur ten laatste op 23 maart 2020 om 10.00 uur te bereiken.

          De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 21 juli 2020.

          Er werd 1 offerte ontvangen van Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen (60.000,00 euro excl. btw of 72.600,00 euro incl. 21% btw).

 

Juridische gronden

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen

          Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

          Bestuursdecreet van 7 december 2018

          Artikels 326 tot en met 341 van het decreet lokaal bestuur betreffende het bestuurlijk toezicht

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Artikel 42, § 1, 1° a van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 euro niet)

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

          Artikel 90, 1° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 en latere wijzigingen, betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren

 

Argumentatie

Op 31 maart 2020 is het verslag van nazicht van de offertes opgesteld.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000457

Actie

AC000143

Algemene rekening

6103510000

Beleidsveld

0200

Bedrag

65.340,00 euro incl. 21% btw

Visum financieel directeur

20 032

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan het verslag van nazicht van de offertes van 31 maart 2020.

Artikel 2. Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.

Artikel 3. De opdracht “vellen en snoeien van dode bomen” wordt gegund aan de firma met de enige offerte (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Denolf Bomen BVBA, Groenstraat 16 te 2560 Nijlen, tegen het onderhandelde bedrag van 54.000,00 euro excl. btw of 65.340,00 euro incl. 21% btw.

Artikel 4. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2020-008/TDU.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Verantwoordingsnota lokaal netwerk vrijetijdsparticipatie voor personen in armoede 2019

 

 

Voorgeschiedenis

          Besluit college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2015

Beslissing om te onderzoeken of een opstart van een netwerk vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede mogelijk is.

          Besluit college van burgemeester en schepenen van 28 september 2015

          Akkoord met het indienen van de afsprakennota vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede voor de periode 2016-2019.

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 24 april 2017 van het reglement vrijetijdspas

          Goedkeuring door de gemeenteraad van 16 oktober 2017 van het aangepaste reglement vakantiewerking

 

Feiten en context

          De afsprakennota vrijetijdsparticipatie 2016-2019 voldoet aan de decretale voorwaarden waardoor de gemeente vanaf 2016 tot en met 2019 een jaarlijkse subsidie krijgt van 1.658 euro voor de uitvoering van de nota.

          Gemeente en OCMW zijn verplicht minimaal 3.316 euro samen te cofinancieren voor de realisatie van de nota.

          80% van de toegekende subsidie werd reeds betaald, de overige 20% is afhankelijk van de aanvaarding van de ingediende verantwoordingsnota.

          Voor 1 mei moet jaarlijks de verantwoordingsnota worden ingediend.

          In 2019 werd 4.404,83 euro uitgegeven dat in aanmerking komt voor uitgaven van het Vlaams trekkingsrecht en 11.353,64 euro van het gemeentelijke budget of budget OCMW.

 

Juridische gronden

Artikel 22-23 van het Participatiedecreet van 18 januari 2008
Voorwaarden voor subsidiëring van gemeenten die via lokale netwerken de participatie in cultuur, jeugdwerk of sport stimuleren.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de verantwoordingsnota betreffende de subsidie in het kader van lokale netwerken voor de bevordering van de vrijetijdsparticipatie van personen in armoede voor 2019.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Corona - ondersteuning verenigingen

 

 

Voorgeschiedenis

Sinds vrijdag 13 maart 2020 middernacht zijn er maatregelen van kracht om de verspreiding van COVID-19 af te remmen en de kwetsbaren in de samenleving te beschermen.  De maatregelen hebben vooral als doel om contacten te vermijden tussen personen die normaal niet met elkaar in contact komen.

 

Feiten en context

          Omwille van de coronamaatregelen worden verenigingen verplicht hun werking stil te zetten.

          De Vlaamse corona hinderpremie kan worden aangevraagd door vzw's, maar enkel indien ze minstens 1 VTE RSZ-ingeschrevene hebben.

          Op het college van burgemeester en schepenen van 6 april 2020 werd besproken om de erkende verenigingen in Schilde te bevragen omtrent het effect van de coronamaatregelen op hun werking.

          Alle erkende verenigingen werden online bevraagd over de kosten die door de coronacrisis niet betaald kunnen worden en welke activiteiten met belangrijke financiële impuls weggevallen zijn.

          81 verenigingen vulden de bevraging in.

          De algemene tendens is dat de verenigingen momenteel geen problemen ondervinden in de betaling van noodzakelijke kosten (huur, verzekering, etc), hoewel hiervoor wel de financiële buffer wordt aangesproken. Op de algemene tendens zijn enkele uitzonderingen; hoofdzakelijk sportclubs.

          Voor het merendeel van de verenigingen geldt dat er evenementen weggevallen zijn die een financiële injectie bieden aan de vereniging en belangrijk zijn voor het voortbestaan van de vereniging.

 

Juridische gronden

          Ministerieel Besluit van 18 maart 2020 met federale maatregelen ingevolge de Coronacrisis

          Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2020 met Vlaamse maatregelen ingevolge de Coronacrisis

 

Argumentatie

          Het gemeentebestuur van Schilde wil lokale verenigingen ondersteunen.

          De noden van de verenigingen geeft een zicht op de te nemen maatregelen door het gemeentebestuur.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het resultaat van de bevraging van de erkende verenigingen aangaande de impact van de coronamaatregelen op hun werking.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de verenigingen die ‘ja’ hebben geantwoord, moet gecontacteerd worden om na te gaan of ze financiële problemen hebben.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Corona - Opvang tijdens paasvakantie

 

 

Feiten en context

          De opvang van schoolkinderen in de paasvakantie ging door in de scholen.

          Aangezien niet op alle scholen vrijwillige leerkrachten werden ingezet, organiseerde FERM het grootste deel van de opvang.

          De Vlaamse regering voorzag een premie voor de organisatoren van kinderopvang aangezien aangezien ouders niet moeten betalen wanneer hun kind niet naar de opvang komt in de periode van coronamaatregelen en er bijgevolg minder ouderbijdragen zijn voor de organisatoren van kinderopvang.

          FERM kinderopvang wordt door Kind en Gezin erkend als ‘Initiatief Buitenschoolse Opvang’, maar de erkenning is steeds op locatieniveau en niet op organisatieniveau.

          Ferm Kinderopvang heeft in Schilde enkel een gemelde locatie; geen erkende en bijgevolg geen recht op de compensatiepremie die oorspronkelijk voorzien werd voor de buitenschoolse opvang tijdens de paasvakantie.

          FERM kinderopvang maakte een financiële prognose van de opvang tijdens de paasvakantie; de raming bedraagt 6.952 euro.

          Op 17 april 2020 besliste de Vlaamse regering om circa 690.000 euro uit te trekken voor die lokale besturen die tijdens de paasvakantie zelf kinderopvang hebben bekostigd.

          Het gaat om een compensatie voor gemeenten die niet of nauwelijks konden terugvallen op erkende organisaties voor buitenschoolse kinderopvang.

          Schilde heeft recht op een compensatie van maximum 5.773,20 euro indien de opvang kosteloos is voor de ouders en niet via een andere maatregel gecompenseerd werd.

          Het VVSG is verantwoordelijk voor de toekenning van de middelen aan de geselecteerde gemeenten. De instructies aangaande de aanvraag, termijnen etc. worden tegen het einde van april 2020 aan de gemeenten bezorgd.

          De kosten voor buitenschoolse opvang van FERM kinderopvang zijn ook toegenomen in de periode voor en na de paasvakantie aangezien minder kinderen van de opvang gebruik maken en bijgevolg de ouderbijdragen verminderd zijn. De prognose is dat dit voor maart een meerkost zal betekenen van 8.828 euro, voor april 5.297 euro.

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering tot bestrijding van de negatieve gevolgen van het Covid-19 virus voor de gezinnen en de organisatoren in de buitenschoolse opvang, in de opvang van zieke kinderen en in de preventieve gezinsondersteuning.

          Besluit ministerraad van 17 april 2020 aangaande toekenning van projectsubsidie Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw voor kinderopvang paasvakantie

 

Argumentatie

          De Vlaamse Regering communiceerde dat in de paasvakantie gratis kinderopvang zou voorzien worden voor kinderen tussen 3 en 12 jaar, prioritair voor kinderen waarvan de ouders werkzaam zijn in essentiële sectoren en voor kinderen in een kwetsbare thuissituatie.

          In de gemeente Schilde werd FERM Kinderopvang ingezet voor de opvang in de paasvakantie waardoor de extra kosten aanzienlijk zijn.

          De gemeente Schilde komt in aanmerking voor een compensatiepremie van maximum 5.773,20 euro vanuit de Vlaamse Overheid indien de opvang voldoet aan volgende voorwaarden:

          het aanbod is kosteloos voor ouders;

          het aanbod werd tijdens de paasvakantie georganiseerd;

          het gaat om niet-formeel aanbod;

          het gaat om aanbod dat nog niet via een andere steunmaatregel gecompenseerd werd.

          Indien de gemeente een ouderbijdrage vraagt, kan geen aanspraak gemaakt worden op de compensatiepremie.

          FERM kinderopvang onderzoekt de piste van technische werkloosheid voor hun werknemers zodat de gemeente geen kost moet dragen voor de uitbetaling van medewerkers die momenteel niet aan het werk kunnen worden gezet.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP000010

Actie

AC000190

Algemene rekening

6139999900

Beleidsveld

879

Bedrag

15.303,8 euro (raming): 1.178,80 euro (paasvakantie) + 14.125 euro (periode maart-april)

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de compensatiepremie van de Vlaamse Overheid en beslist geen ouderbijdragen aan te rekenen voor de opvang van de kinderen in de paasvakantie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een schrijven te richten aan de Vlaamse overheid en aan FERM een optimalisatie te vragen.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 27 04 2020

Herbruikbare wisselbekers

 

 

Voorgeschiedenis

          Sinds 1 januari 2020 is er vanuit de Vlaamse Regering een nieuwe VLAREMA wetgeving omtrent het gebruik van cateringmateriaal.

          Vanaf 1 januari 2020 is het gebruik van plastic wegwerpbekers voor eenmalig gebruik verboden op publieke openbare evenementen, tenzij de eventorganisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 90% van de verpakkingen gescheiden wordt voor recyclage.

          Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in plastic wegwerpbekers voor eenmalig gebruik.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2020 om te opteren voor het huren van wisselbekers

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2020 om principieel akkoord te gaan dat IGEAN zal optreden als aanbestedende overheid en waarbij zij den nodige procedures opstart voor:

          ofwel het zoeken naar een partner voor het huren van bekers ofwel voor het opstarten van een subsidieaanvraag bij de OVAM voor de aankoop van herbruikbare bekers;

          ofwel het zoeken naar (een) partner(s) voor de industriële reiniging van de bekers, de stockage en het transport van de bekers van en naar de afwascentrale en de events;

          ofwel (aanvullende keuze) dat IGEAN in samenwerking met vzw De Enter een lokaal voorstel op maat uitwerkt voor een ontzorgcyclus van herbruikbare bekers, inclusief de aankoop van een industriële wasinstallatie door de deelnemende gemeenten, gekoppeld aan een subsidieaanvraag bij de OVAM;

          In elk van de bovenstaande opties moet een mobiele wasstraat voorzien worden die kan ontleend worden door de gebruikers.

          Mail van IGEAN ontvangen op 18 maart 2020.

 

Feiten en context

          IGEAN heeft het voortouw genomen om onderzoek in de vorm van enquêtes en een vrijblijvende marktbevraging;

          IGEAN heeft van OVAM het bericht gekregen dat het budget voor de subsidies voor herbruikbaar materiaal voor 2020 reeds volledig besteed is. De kans is groot dat het dossier dus doorgeschoven wordt naar 2021.

          IGEAN vraagt of het voor de gemeente Schilde een optie is om:

          de groepsaankoop te organiseren zonder de subsidies van OVAM zodat hiermee nu al gestart kan worden. Dit zou betekenen dat de gemeenten de aankoopprijs zelf zouden moeten betalen;

          in plaats van te kiezen voor aankoop van extra bekers te kiezen voor de huur van extra bekers op jaarbasis.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassingen van de gemeenteraad;

          Artikel 5.3.12.1 van het Vlaams reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en afvalstoffen. Vanaf 1 januari 2020 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen verboden, tenzij de organisator een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 90% van de eenmalige verpakkingen gescheiden wordt ingezameld voor recyclage.

          Artikel 5.3.12.2 van het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en afvalstoffen.
Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokalen besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in recipiënten voor eenmalig gebruik. Vanaf 1 januari 2022 is dit verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eigen gebruik.

 

Argumentatie

          Het aantal grote evenementen dat plaatsvindt op het grondgebied van Schilde en waarvoor een grote hoeveelheid wisselbekers noodzakelijk is, is momenteel beperkt;

          Het huidige aanbod van wisselbekers in eigen beheer is voldoende om het grootste aantal van de evenementen op het grondgebied van Schilde te kunnen voorzien van wisselbekers.

          De grotere evenementen waarvoor een grote hoeveelheid wisselbekers noodzakelijk is kunnen onderverdeeld worden in 2 soorten:

          gemeentelijke evenementen: winterbabbel, kunst & brocantemarkt, Vlaanderen Feest;

          particuliere evenementen: Wezel Culinair, Winterdorp, Carrousel.

          Bovenstaande types van evenementen hebben mogelijks nood aan meer wisselbekers dan de gemeente Schilde momenteel in eigen beheer heeft;

          Veel organisatoren werken met eigen bekers of via een sponsor. Bijvoorbeeld: Carrousel werkt met wisselbekers van Palm.

          Een uitbesteding van een uitleensysteem voor wisselbekers alsook de reiniging en transport hiervan zorgt voor een grote ontlasting qua werklast voor de gemeente Schilde.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om te opteren voor het huren van extra bekers op jaarbasis.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist in te gaan op de wasstraat.

 

 

Publicatiedatum: 05/05/2020