VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

7 september 2020

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

 

Pascale Gielen, verlaat de zitting vanaf agendapunt 6

Marian Van Alphen, verlaat de zitting vanaf agendapunt 19, artikel 27

Marian Van Alphen, vervoegt de zitting vanaf agendapunt 20

 

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 31 augustus 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 31 augustus 2020 zonder opmerkingen goed.

Olivier Verhulst onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Lijst bestelbonnen en betaalloten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 4.468 tot en met 4.598;

          de betaalloten van 145 tot en met 147.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Verslag kerkraad - Sint-Guibertus - 27 februari 2020

 

 

Juridische gronden

Artikel 57 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad en van het centraal kerkbestuur wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de vergadering, gelijktijdig aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan verstuurd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de zitting van de kerkraad Sint-Guibertus van 27 februari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Organisatiebeheersing - Ontwerp van meerjarenplan

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 27 mei 2020 werd het kader voor organisatiebeheersing vastgesteld door het managementteam.

          Op 18 mei 2020 keurden de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het kader voor organisatiebeheersing goed.

 

Feiten en context

          Stap 3 van het goedgekeurde kader van organisatiebeheersing bepaalt dat de aanbevelingen uit de organisatie-audit en resultaten van de bottom-up zelfevaluatie worden opgenomen in een meerjarenplan organisatiebeheersing.  Het managementteam bepaalt – in overleg met het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau - de prioriteiten op basis van:

          de risicobeoordeling;

          het meerjarenplan van gemeente en OCMW Schilde;

          de impact op de belanghebbenden;

          de benodigde middelen;

          de realisatietermijn.

Het meerjarenplan organisatiebeheersing zal ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

          In de managementreactie (aanbevelingentabel) in het rapport van de organisatieaudit met begeleide zelfevaluatie door Audit Vlaanderen is voorzien dat het meerjarenplan gefinaliseerd wordt voor 30 september 2020.

 

Juridische gronden

Titel II, hoofdstuk 5 van het decreet lokaal bestuur dat bepalingen vastlegt inzake organisatiebeheersing en audit

          Artikel 218. Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het OCMW wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.

Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de diensten.

          Artikel 219. Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam.

 

Inspraak en advies

Managementteam van 25 augustus en 1 september 2020

 

Argumentatie

          Het meerjarenplan organisatiebeheersing bestaat uit twee onderdelen:

          de thema's die onderworpen werden aan een organisatie-audit en de aanbevelingen die daaruit voortvloeiden;

          de verwerking van de resultaten van de bottum-up zelfevaluatie naar de verschillende onderdelen van het meerjarenplan.

          Waar mogelijk, is een link gelegd met het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het meerjarenplan organisatiebeheersing ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 21 september 2020.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Efficiëntie-oefening ikv renovatie gemeentehuis

 

 

Voorgeschiedenis

Tijdens het monitoringsconclaaf van 29 juni 2020 werden volgende voorwaarden geformuleerd voor de realisatie van de prioritaire doelstelling aangaande de renovatie van het gemeentehuis:

          het opmaken van een gebouwenlijst om 1,5 miljoen euro inkomsten te genereren door verkoop;

          het uitvoeren van een efficiëntie-oefening die moet leiden tot 10% besparing op de exploitatiekosten.

 

Feiten en context

          De gebouwenlijst is beschikbaar is op basis van de aangeleverde gegevens.

          De efficiëntie-oefening is vanuit verschillende oogpunten benaderd:

          mogelijke efficiëntieverhoging op basis van het ter beschikking stellen van gebouwen;

          efficiëntie-oefeningen die reeds voorzien zijn in het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW of reeds voorgesteld worden en gepland zijn;

          overzicht van de kosten waarop bespaard zal worden door het sociaal huis en 't Parkske onder te brengen in het gemeentehuis;

          het meerjarenplan organisatiebeheersing.

 

Juridische gronden

Titel II, hoofdstuk 5 van het decreet lokaal bestuur dat bepalingen vastlegt inzake organisatiebeheersing en audit

          Artikel 218. Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het OCMW wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.

Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de diensten.

          Artikel 219. Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam.

 

Inspraak en advies

Het managementteam van 1 september 2020 adviseert het college van burgemeester en schepenen om

          9.010.811 euro van het exploitatiebudget te gebruiken voor de te realiseren besparing van 10%;

          de financiële impact van de reeds geplande projecten te monitoren; het managementteam engageert zich om regelmatig hierover te rapportering via de verplichte rapporteringen (meerjarenplan en organisatiebeheersing);

          de realisatie van het administratief centrum van de toekomst als prioritaire doelstelling verder aan te pakken.

 

Argumentatie

          Er zijn reeds heel wat projecten gepland om efficiëntiewinsten te boeken.  Deze projecten overstijgen de verschillende mogelijke strategieën, namelijk

          vereenvoudiging/standaardisatie;

          rationalisatie en optimalisatie van processen, activiteiten en entiteiten;

          samenwerking;

          innovatie.

          Het is vooral van belang om te monitoren wat de effecten van de verschillende projecten zijn.

          Een voorafgaande inschatting maken van de besparing die gerealiseerd wordt met de projecten is niet mogelijk omwille van volgende redenen:

          het vormgeven van de projecten is afhankelijk van beleidskeuzes die het bestuur moet maken.  Bijvoorbeeld: door vooral in te zetten op de regisseursrol op het vlak van kinderopvang, zal minder infrastructuur nodig zijn, wat leidt tot een vermindering van onderhoudskosten, personeelskosten en andere exploitatie-uitgaven;

          ook de kwaliteit van prestaties mag niet uit het oog verloren worden;

          er zijn geen gegevens beschikbaar vanuit andere besturen om de financiële impact van efficiëntieprojecten te benchmarken.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de efficiëntie-oefening in het kader van de renovatie van het gemeentehuis.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen engageert zich om samen met het managementteam tegen het einde van de legislatuur de beleidskeuzes in functie van de inkanteling te maken die nodig zijn om de efficiëntiewinsten (10%) te realiseren.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist voor eind november 2020 de beslissingen te nemen aangaande de verkoop van het vastgoed voor een bedrag van 1.500.000 euro.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist begin 2021 het kerntakendebat te voeren en beslissingen te nemen binnen de drie maanden.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat bij beslissingen omtrent personeel steeds moet nagegaan worden of er een efficiëntiewinst kan gerealiseerd worden.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

MJP - Afspraken in afwachting van aanpassing MJP

 

 

Voorgeschiedenis

          Op 16 december 2019 keurde de gemeenteraad en de RMW het meerjarenplan goed

          Op 29 juni 2020 vond een monitoringsconclaaf plaats

 

Feiten en context

          De aanpassing van het meerjarenplan zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad en de RMW van oktober 2020.

          Een aantal van de voorgestelde verschuivingen die werden goedgekeurd tijdens het monitoringsconclaaf konden omwille van technische redenen niet uitgevoerd worden.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 171 §4 en 176 van het decreet lokaal bestuur
De algemeen directeur en de financieel directeur zorgen in overleg met het managementteam voor het voorontwerp van de beleidsrapporten.

          Artikel 257 §1 van het decreet lokaal bestuur
Minstens elk jaar wordt het meerjarenplan aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld.

 

Inspraak en advies

Managementteam van 25 augustus en 1 september 2020

 

Argumentatie

          Om de dagelijkse werking niet in het gedrang te brengen is het noodzakelijk om in afwachting van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan afspraken te maken.

          Het is noodzakelijk om facturen binnen de vooropgestelde periode te kunnen betalen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat kredietoverschrijdingen mogelijk zijn voor:

          alle prioritaire en niet-prioritaire acties zoals goedgekeurd tijdens het monitoringsconclaaf;

          dringende acties;

          verschuivingen die niet kunnen uitgevoerd worden.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat kredietoverschrijdingen uitzonderlijk mogelijk zijn tot 19 oktober 2020.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat elke kredietoverschrijding - met uitzondering van de lonen - van meer dan 1.000 euro ter goedkeuring moet voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.  Over alle kredietoverschrijdingen van minder dan 1.000 euro zal gerapporteerd worden begin oktober 2020.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Verwerkingsovereenkomst Loyaltek SA

 

 

Voorgeschiedenis

Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

Op 8 juni 2020 hebben gemeente Schilde en Loyaltek SA een overeenkomst gesloten met betrekking tot de implementatie van het Unity Card programma in gemeente Schilde.

 

Feiten en context

          VVSG biedt een basismodel voor verwerkingsovereenkomsten in het kader van de GDPR.

          Loyaltek SA heeft het VVSG basismodel gevolgd.

 

Juridische gronden

          Artikel 28, derde lid van de GDPR
De verwerking van persoonsgegevens door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijk recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.

          Besluit gemeenteraad van 20 augustus 2019
De gemeenteraad beslist om de bevoegdheid met betrekking tot de goedkeuring, afkeuring of wijziging van verwerkersovereenkomsten te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

 

Argumentatie

Omdat Loyaltek SA in opdracht van gemeente Schilde persoonsgegevens verwerkt, is het nodig om een verwerkersovereenkomst af te sluiten.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de verwerkingsovereenkomst met Loyaltek SA goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen mandateert de burgemeester en de algemeen directeur om de verwerkingsovereenkomst met Loyaltek SA namens de gemeente te ondertekenen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Bevraging e-deelfietsensysteem - vervoerregio Antwerpen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 24 augustus 2020 van vervoerregio Antwerpen

 

Feiten en context

Op de vervoerregioraad werd het dossier van het e-deelfietsensystem al enkele keren aangehaald. Om een realistisch bestek te kunnen opmaken, vraagt vervoerregio Antwerpen antwoord op volgende vragen:

          Is er interesse in deelname?

          Hoeveel fietsen zijn er nodig (kostprijsraming e-bike: 860 euro, gewone fiets 300 euro, te verhogen met 120 euro als er geen publiciteitsinkomsten zijn)?

          Gaat het bestuur akkoord om reclame toe te staan op de fietsen/basisstations?

          gaat het bestuur akkoord om sponsoring toe te staan op de fietsen/basisstations?

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert:

          het initiatief van de vervoerregio bij te treden;

          het aantal fietsen later te bekijken in functie van budget;

          akkoord te gaan om reclame toe te staan op fietsen/basisstations als dit volgens de huisstijl kan;

          akkoord te gaan om sponsoring toe te staan op fietsen/basisstations als dit volgens de huisstijl kan.

 

Argumentatie

Het stimuleren van het gebruik van de fiets en iedereen hiertoe de kans te geven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met het volgende:

          het initiatief van de vervoerregio bij te treden;

          het aantal fietsen later te bekijken in functie van het beschikbare budget;

          reclame en sponsoring toe te staan op fietsen/basisstations voor zover er inspraak mogelijk is.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving KA Vennebos - enkelrichting en fietsstraat

 

 

Voorgeschiedenis

          3 september 2018: het college van burgemeester en schepenen beslist allerlei kleine ingrepen in de schoolomgeving van KA Vennebos uit te voeren

          4 maart 2020: overleg verkeerscel met directeur KA Vennebos

 

Feiten en context

          Tijdens het overleg van 4 maart 2020 wordt voorgesteld enkelrichting en een fietsstraat in te richten in de:

          Termaelenbaan tussen Bremboslaan en Hoevedreef;

          Hoevedreef tussen Termaelenbaan en Hagedoornlaan;

          Hagedoornlaan tussen Hoevedreef en De Loock.

          Deze werken worden geraamd op 2.500 euro, BTW inbegrepen.

          Voor deze werken kunnen subsidies aangevraagd worden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          De verkeerscel adviseert akkoord te gaan met het invoeren van enkelrichting en een fietsstraat in de:

          Termaelenbaan tussen Bremboslaan en Hoevedreef;

          Hoevedreef tussen Termaelenbaan en Hagedoornlaan;

          Hagedoornlaan tussen Hoevedreef en De Loock.

          De verkeerscel stelt voor de perimeter voor een voorafgaande enquête vast te stellen als volgt:

          Hoevedreef;

          Hagedoornlaan;

          Termaelenbaan;

          Bremboslaan.

 

Argumentatie

Het verkrijgen van een verkeersveilige schoolomgeving.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist het invoeren van enkelrichting en een fietsstraat voor te leggen in de:

          Termaelenbaan tussen Bremboslaan en Hoevedreef;

          Hoevedreef tussen Termaelenbaan en Hagedoornlaan;

          Hagedoornlaan tussen Hoevedreef en De Loock.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt de perimeter voor een voorafgaande enquête vast als volgt:

          Hoevedreef;

          Hagedoornlaan;

          Termaelenbaan;

          Bremboslaan.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Ringdreef/Kauwenbergdreef - aanvraag bijkomende witte bollen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 3 juli 2020 van een inwoner van de Ringdreef

 

Feiten en context

          Een inwoner merkt op dat er op het kruispunt Ringdreef/Kauwenbergdreef slechts op één hoek een witte bol ligt.

          Hij vraagt om dit kruispunt eenvormig aan te pakken en bijkomend witte bollen te plaatsen op de drie andere hoeken.

          Uit plaatsbezoek blijkt dat het plaatsen van bijkomende witte bollen niet noodzakelijk is omdat deze bochten niet merkbaar afgesneden worden en de bermen er behoorlijk bijliggen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel adviseert geen bijkomende witte bollen te plaatsen omdat de noodzaak ontbreekt om de bermen te beschermen.

 

Argumentatie

Het beperken van het plaatsen van witte bollen in het straatbeeld.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de vraag om bijkomende witte bollen te plaatsen op het kruispunt Ringdreef/Kauwenbergdreef en beslist hier niet op in te gaan.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Patrimonium - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter - Friedadreef 98

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de  problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter.

 

Feiten en context

De eigenaar van het perceel gelegen aan de Friedadreef 98 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 R 11 en een oppervlakte van 810m² wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente.

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen;

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden;

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden.

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop van de eigendom gelegen aan de Friedadreef 98 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 R 11 met een oppervlakte van 810m².

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt na het bekomen van een schriftelijk akkoord van de eigenaar met de maximumprijs van 35 euro per m² een beëdigd schatter aan om het schattingsverslag op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Patrimonium - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter - Friedadreef 5-7

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter.

 

Feiten en context

De eigenaar van het perceel gelegen aan de Friedadreef 5-7 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 D 5 en een oppervlakte van 385m² wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente.

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen;

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden;

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden.

 

Argumentatie

De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop van de eigendom gelegen aan de Friedadreef 5-7 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 D 5 met een oppervlakte van 385m².

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een beëdigd schatter aan te stellen om het schattingsverslag op te maken.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Patrimonium - Vraag naar aankoop en aanstellen schatter - Friedadreef 74

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 6 juni 2016 beslist om wegens de  problematiek op het Schildestrand (staat van de constructies, verkrotting) de onroerende goederen in deze zone aan te kopen tegen een maximum prijs van 35 euro per m², dit ongeacht het schattingsverslag opgesteld door een beëdigd schatter.

 

Feiten en context

          De bewindvoerder die optreedt voor de eigenaar van het perceel gelegen aan de Friedadreef 74 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 K 10 met een oppervlakte van 255m² wenst deze eigendom te verkopen aan de gemeente.

          Een akkoord van de vrederechter kan pas bekomen worden op het moment dat er een concrete prijs gekend is en het ontwerp van de notariële akte gekend is.

 

Juridische gronden

          Artikel 41,11° van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd voor daden van beschikking over onroerende goederen;

          Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen dient de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor te bereiden;

          Artikel 815 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat volgens het vrije markt principe de verkoop aan een derde partij niet kan tegengegaan worden.

 

Argumentatie

          Vooraleer de schatter wordt aangesteld dient er een akkoord te zijn met de maximum prijs van 35 euro.

          De problematiek op Schildestrand.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft interesse in de aankoop van de eigendom gelegen aan de Friedadreef 74 met de kadastrale gegevens afdeling 1, sectie A, 471 K 10 met een oppervlakte van255 m².

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen stelt na het bekomen van een schriftelijk akkoord van de vrederechter met de maximumprijs van 35 euro per m² een beëdigd schatter aan om het schattingsverslag op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Bouw voertuigenloods - Goedkeuring vorderingsstaat 10

 

 

Voorgeschiedenis

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 8 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Bouw voertuigenloods” aan Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen tegen het nagerekende offertebedrag van 1.150.006,51 euro excl. btw of 1.391.507,88 euro incl. 21% btw.

 

Feiten en context

De aannemer Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen diende vorderingsstaat 10 in dewelke werd ontvangen op 3 augustus 2020.

 

Juridische gronden

  • Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
  • Bestuursdecreet van 7 december 2018.
  • Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
  • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
  • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° c) (geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte ingevolge een openbare/niet openbare procedure).
  • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
  • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Argumentatie

De werken bereikten een bedrag van:

Bestelbedrag

 

€ 1.150.006,51

Bedrag verrekeningen

 

€ 32.316,27

Bestelbedrag na verrekeningen

 

€ 1.182.322,78

Btw

+

€ 245.373,09

TOTAAL

=

€ 1.427.695,87

Bedrag vorige vorderingsstaten

 

€ 841.702,94

Prijsherzieningen

+

€ -20.115,78

Totaal excl. btw

=

€ 821.587,16

Btw

+

€ 172.533,31

TOTAAL

=

€ 994.120,47

Huidige vorderingsstaat

 

€ 3.960,57

Prijsherzieningen

+

€ -101,55

Totaal excl. btw

=

€ 3.859,02

Btw

+

€ 810,39

TOTAAL

=

€ 4.669,41

Totaalbedrag uitgevoerde werken

 

€ 845.663,51

Prijsherzieningen

+

€ -20.217,33

Totaal excl. btw

=

€ 825.446,18

Btw

+

€ 173.343,70

TOTAAL

=

€ 998.789,88

De werken vingen aan op 1 oktober 2019.

De werken werden correct uitgevoerd.

Grondgebiedzaken - Openbare Werken stelde op 12 augustus 2020 een proces-verbaal van nazicht op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Goedkeuring wordt verleend aan vorderingsstaat 10 van Bouwbedrijf MENBO NV, Spijker 65 te 2910 Essen voor de opdracht “Bouw voertuigenloods” voor een bedrag van 3.859,02 euro excl. btw of 4.669,41 euro incl. 21% btw, waardoor de werken een bedrag bereiken van 825.446,18 euro excl. btw of 998.789,88 euro incl. 21% btw.

Artikel 2. De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het investeringsbudget van 2020, op budgetcode 2201000007/10/0119 (actie/raming AC000146/MJP001170).

Artikel 3. De factuur en de vorderingsstaat worden voor betaling overgemaakt aan de financiële dienst.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Wijnegemsteenweg 32 - GEERT VAN GRIEKEN BVBA en de heer Geert Van Grieken - het verbouwen van de gelijkvloerse verdieping en de functiewijziging van handelshuis naar kantoor met appartement - OMG 2020/23

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Alfons Van den Sandelaan 5 - mevrouw Christina Vardikian - het verbouwen van een ééngezinswoning - OMG 2020/142

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 13 april 1956 - 1956/41

o        tuinhuisje - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 mei 2000 - 2000/148

  • Milieuvergunning(en)

o        stookolietank 3000 l - gunstig door college van burgemeester en schepenen - 28 juli 1992 - melding 145

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning en het rooien van 3 bomen - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 30 september 2019 - OMG 2019/308

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Christina Vardikian, op 16 maart 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Alfons Van den Sandelaan 5.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 15 april 2020. De uiterste beslissingsdatum is 27 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedebouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      Het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      De veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      De normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      Verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 14 – Zones voor open bebouwing

A.     Bestemming:

Uitsluitend alleenstaande of 2 aan 2 gegroepeerde woningen behoudens indien de toestand van de bestaande terreinverkaveling of van bestaande gebouwen, in zoverre deze verkaveling of gebouwen reeds bestonden op de dag van de nederlegging van het bij Koninklijk Besluit goedgekeurd onderhavig Bijzonder Plan van Aanleg, de aaneenbebouwing van meer dan 2 woningen vereist om een harmonische schikking der bebouwing te bekomen.

Het oprichten van winkelhuizen, koffiehuizen, verzorgende of ambachtelijke bedrijven is toegelaten, in zoverre zij niet van aard zijn om het rustig karakter der woonwijk te schaden.

Alle niet bebouwde oppervlakten zijn bestemd voor tuinen.

B.     Bebouwing.

a.      Afstand tot erfscheidingen: zie artikel 4 – paragraaf c en d

b.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

De 2 aan 2 te bouwen huizen moeten juist dezelfde gevelhoogte hebben alsmede dezelfde dakvorm en dakhoogte.

De hoogte en dakvorm van elk bouwblok wordt voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

De achtergevels zullen dezelfde hoogte hebben als de voorgevels.

c.      Gevelmaterialen: De aard en de kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekkingen worden vastgelegd voor het bouwblok door de specificatie der materialen voorzien in de eerst goedgekeurde bouwaanvraag voor een huis van dit bouwblok.

C.     Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing: gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – Zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

f.        In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

g.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

h.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

i.        Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – Zones van achteruitbouw

f.        Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

g.      Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

h.      Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

i.         Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

j.         Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

D.     Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds de periode tussen 1919 en 1930 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig.

Voor het perceel werd er op 30 september 2019 een vergunning verleend voor het verbouwen en uitbreiden van een ééngezinswoning en het rooien van 3 bomen.

De bestaande achterbouw aan de woning werd reeds gesloopt en 3 bomen in de tuin werden reeds gerooid.

De totale bebouwde vergunde oppervlakte bedraagt +/- 118,05m² op een perceel van circa 478m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een meergezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: één- en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

E.     Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen van een ééngezinswoning op een perceel van 478m².

Volgende werken worden aangevraagd:

d.      de gelijkvloerse uitbreiding zal enkel dienen voor bijkomende leefruimte en open keuken;

e.      op de verdieping wordt de bestaande slaapkamer achteraan omgevormd tot badkamer met toilet en de uitbreiding op het verdiep wordt vergroot met een slaapkamer en dressing. De bouwdiepte op het verdiep wordt 12,76m. De uitbreiding op het verdiep wordt breder en dieper dan eerder vergund.

De woning blijft ingeplant tot op 8,10m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en de uitbreiding tot op 3m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9m op een kavelbreedte van 12m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 17m op de gelijkvloers en 12,76m op het verdiep. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 6,6m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 40° met een nokhoogte van 7,69m. De gevels van de uitbreiding worden opgetrokken in lichtgrijze gevelbepleistering. Het dak wordt afgewerkt met dakpannen.

Op 1m van de linker perceelsgrens en 3m van de achter perceelsgrens is een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 3m diep, 3m breed en 2,35m hoog. De gevels werden in hout afgewerkt met een licht hellend dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 118,05m².

De toegang tot het perceel is 4,2m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op voldoende afstand van de zij perceelsgrenzen. Achter de woning wordt een terras van 23,80m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 77m².

Er werden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

4)      Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

5)      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

6)      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

7)      Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

8)      Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

9)      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

10)Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

11)Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

12)Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

13)Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

14)Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

15)Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

16)Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

17)Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

18)Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

19)Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van artikel 5 van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning

 

Inspraak en advies

B.     Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 5 augustus 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvrager wenst een bestaande woning te verbouwen. Bij plaatsbezoek vastgesteld dat de ruwbouwwerken reeds uitgevoerd zijn. Er dienen geen bomen te worden geveld.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        het groene karakter van de gemeente versterken. De aanvrager voorziet op het inplantingsplan geen heraanplanting. In die zin is het noodzakelijk om een beperkte heraanplanting uit te voeren met minstens 1 inlandse hoogstammige loofboom van eerste grootte plantmaat 10/12 en 1 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 7 mei 2020 onder referentie L-19-734/192067, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de Alfons van den Sandelaan.
  • Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater is het plaatsen van een regenwaterput niet verplicht volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • De RWA-afvoer wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met minimum 2.565 liter infiltratievolume en minimum 4,1m² infiltratieoppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ter hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens ‘Waterwegwijzer bouwen en verbouwen’) en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat op het plan vermeld.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De bestaande huisaansluiting van de bestaande woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval … in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering zijn ten laste van de ontwikkelaar. De aansluiting dient aangevraagd te worden bij Pdipa-Riolering.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 6 mei 2020 tot 4 juni 2020.

Er werd een schriftelijk bezwaar ingediend.

De bezwaren handelen over:

  • Het plat dat van de nieuwe achterbouw mag niet worden verbouwd of gebruikt worden als terras. Om de privacy naar het naastgelegen perceel te beschermen.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

  • De aanvraag voorziet geen terras op de verdieping. Bijkomend voorziet de aanvraag in de achtergevel ramen met een borstwering van circa 1,15m.
    Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Alfons Van den Sandelaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing een infiltratievoorziening met een buffervolume van 2.727,50 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,364m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen van een ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Dorpskom Zuid deel1. Het BPA bepaalt dat de achtergevels dezelfde hoogte als de voorgevels dienen te hebben. De kroonlijsthoogte van de voorgevel bedraagt 4,37m. De kroonlijsthoogte van de achtergevel wordt voorzien op 2,72m.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Omdat de afwijkingen beperkt zijn en er tijdens het openbaar onderzoek geen gegronde bezwaren ingediend werden, kan dit uitzonderlijk toegestaan worden.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 38cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarden:

  • het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 2.565 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,14m² zodat aan de verordening voldaan wordt.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Eugeen Dierckxlaan 1 en 3 - Bouwwerken Versnel BVBA - het afbreken van een eengezinswoning en het bouwen van 9 grondgebonden eengezinswoningen - adviesvraag GECORO - OMG 2020/215

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 1 juni 1974 - 1974/101

o        bergplaats - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 26 april 1977 - 1977/103

o        afbraak bestaande woning en bijgebouwen - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 4 augustus 2017 - SV 2017/100

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        wijziging van een bestaande verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 maart 1973 - 1973/05

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 oktober 1971 - 1971/27

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bouwwerken Versnel BVBA, op 29 april 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Eugeen Dierckxlaan 1 en 3.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van een eengezinswoning en het bouwen van 9 grondgebonden eengezinswoningen.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 26 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 7 november 2020.

 

Juridische gronden

  • Artikel 1.3.3. §2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 1 september 2009
    Naast de opdrachten die de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) heeft ingevolge deze codex, kan ze advies geven, opmerkingen maken of voorstellen doen over alle aangelegenheden met betrekking tot de gemeentelijke ruimtelijke ordening, op eigen initiatief of op verzoek van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad.
  • Artikel 4 van het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 juni 2014
    De GECORO wordt bijeengeroepen door de voorzitter, op verzoek van minimum 1/3 van de leden van de GECORO, op verzoek van de gemeenteraad of het schepencollege (binnen de 15 dagen) op verzoek van advies over een vergunningsaanvraag dat wordt voorgelegd door de stedenbouwkundig ambtenaar of het college.

 

Argumentatie

  • De aanvraag heeft een impact op de omgeving en op de goede ruimtelijke ordening van de kern van Schilde.
  • Het perceel grenst aan het perceel waarop zich de voormalige rijkswachtkazerne situeert.
  • Het college van burgemeester en schepenen kan de GECORO om advies vragen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de omgevingsvergunningsaanvraag OMG 2020/21 voor te leggen aan de GECORO voor advies.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Zandhovensebaan zn - Fluvius System Operator CVBA - het plaatsen van een distributiecabine en het rooien van één boom - OMG 2020/239

 

 

Voorgeschiedenis

Omgevingsvergunning(en) - verkavelen gronden of bijstellen

  • het verkavelen van een onbebouwd perceel in 5 bouwloten - voorwaardelijk vergund door deputatie - 20 december 2018 - OVK 2018/3
  • het wijziging van de bestemming van lot 1 voor de oprichting van een hoogspanningscabine - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 1 juli 2019 - OVK 2019/3

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Fluvius System Operator CVBA, op 12 mei 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Zandhovensebaan.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen en de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

Het betreft een aanvraag voor het plaatsen van een distributiecabine en het rooien van één boom.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 10 juli 2020. De uiterste beslissingsdatum is 8 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in agrarische gebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het goed is volgens het van kracht zijnde gewestplan gelegen in agrarisch gebied.
    De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300m. van een woongebied of op ten minste 100m. van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300m. en 100m. geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van landbouw- en bosgebieden.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

De verkaveling 2019/3 bepaalt:

Stedenbouwkundige voorschriften voor lot 6

1.      Gebouw

1.1.            Type gebouw

Enkel een hoogspanningscabine is toegelaten.

1.2.            Inplanting

Op het verkavelingsplan wordt de zone voor de oprichting van de hoogspanningscabine vastgesteld.

1.3.            Ondergrondse gedeelte

Zoals aangeduid op het verkavelingsplan, wordt er over lot 1 een toegang naar het achterliggende perceel en de hoogspanningscabine voorzien voor toevoerleidingen en/of doorgang van personeel en materiaal.

1.4.            Andere voorschrift voor het gebouw

Zoals aangeduid op het verkavelingsplan, wordt er over lot 1 een toegang naar het achterliggende perceel en de hoogspanningscabine voorzien voor toevoerleidingen en/of doorgang van personeel en materiaal.

Op het lot6 mag enkel een hoogspanningscabine opgericht worden.

2.      Vrijstaande handelingen in de tuinzone

2.1.            Afsluitingen op de perceelsgrens

2.1.1.      Materiaal

De afsluiting naar de naastliggende percelen gebeurt met een open draadafsluiting met groen

Afsluitingen kunnen worden voorzien op de scheidingslijnen

2.1.2.      Uitvoering

De hoogte van de afsluitingen op de perceelsgrens: maximum 2,25m.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 8.400m² groot.

De aanvraag gaat over lot 6 met een oppervlakte van 30m².

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een onbebouwd perceel.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag heeft als voorwerp de gecoördineerde exploitatie van volgende rubrieken:

 

 

Rubriek

Omschrijving

Totale hoeveelheid

12.2.1°

Transformator voor een Distributiecabine. (Nieuw)

630 KVA

De aanvraag gaat over het plaatsen van een distributiecabine en het rooien van één boom op een perceel van 30m².

Om de verkaveling 2019/3, bestaande uit 5 bouwpercelen te kunnen voorzien van elektriciteit wordt er een distributiecabine geplaatst.

De cabine heeft een breedte van 3,45m, een diepte van 2,73m en een hoogte van 2,41m.

De gevels worden opgetrokken in olijfgroene crepi bekleding. Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 9,41m².

Er wordt 1 boom gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 3 augustus 2020, luidt: gunstig.
    De aanvrager wenst een elektriciteitscabine te bouwen. Hiervoor dient 1 minder waardevolle boom te worden geveld.
     
  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 17 augustus 2020, luidt: gunstig.
    Het project omvat het plaatsen van een distributiecabine en het rooien van 1 boom. Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd.

 

  • Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)
    Het advies van Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur) afgeleverd op 4 augustus 2020 onder referentie 2020_003677_v1, luidt: gunstig.
    Voorliggende aanvraag is volgens de gewestplanbestemming gelegen binnen agrarisch gebied en niet binnen woongebied zoals de aanvrager aangeeft in zijn beschrijvende nota en op de plannen.
    De aanvraag heeft geen betrekking op professionele agrarische of para-agrarische activiteiten.
    Het betreft de plaatsing van een distributiecabine in crepistructuur, in functie van een nieuwe verkaveling die voorzien wordt in woongebied en beperkt in agrarisch gebied.
    Rondom het perceel wordt een draadafsluiting voorzien van 2m hoog en een toegangspoortje met een breedte van 1m. Om de cabine te kunnen plaatsen dient een boom op het perceel gerooid te worden. Rondom de nieuwe HS-cabine wordt een verharding in klinkers aangebracht.
    De inplantingsplaats van de geplande cabine ligt binnen een beboste zone en is niet in geregistreerd agrarisch gebruik. Er is geen ruimtelijke impact op landbouw.
    Gelet op het openbaar nut van de aanvraag en rekening houdende met het feit dat de nieuwe cabine ingeplant wordt op een te bebouwen perceel (goedgekeurde verkaveling) brengt het Departement Landbouw en Visserij een gunstig advies uit voor deze aanvraag.
    Het kappen van bomen valt niet langer onder de adviesbevoegdheid van het Departement Landbouw en Visserij.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5.tot en met 4.3.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Zandhovensebaan een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 17 augustus 2020 is gunstig.

 

  •                   Milieuaspecten

Mits de exploitant voldoet aan de bestaande geldende algemene en sectorale voorwaarden van titel II van het VLAREM, mag verwacht worden dat de exploitatie kan gebeuren zonder ernstige hinder voor mensen en omgeving.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het plaatsen van een distributiecabine en het rooien van één boom is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-       Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-       Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-       Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-       Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-       Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-       hoofdstuk 5.12 van VLAREM II

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende milieuvoorwaarden:

1. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:

 

 

hoofdstukken 4.1, 4.7 en 4.9

-       Algemene milieuvoorwaarden - algemeen

hoofdstuk 4.5 met bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6

-       Algemene milieuvoorwaarden - geluid

hoofdstukken 4.4 en 4.10 met bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.4.7.1 en 4.4.7.2.

-       Algemene milieuvoorwaarden - lucht

hoofdstuk 4.6.

-       Algemene milieuvoorwaarden - licht

hoofdstuk 4.2 met bijlagen 2.3.1, 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4

-          Algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater

Sectorale voorwaarden toevoegen

-       hoofdstuk 5.12 van VLAREM II

 

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Ruitersdreef 2 - Marianne Vandeuren - het regulariseren van een vrijstaande ééngezinswoning - OMG 2020/440

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • landhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 16 juni 1966 - 1966/76
  • verbouwingen aan een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 17 mei 2010 - 2010/152

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens
    Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Marianne Vandeuren, op 20 augustus 2020 ontvangen.
    De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Ruitersdreef 2.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het regulariseren van een vrijstaande ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 25 augustus 2020. De uiterste beslissingsdatum is 23 november 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Ruiterskuil, goedgekeurd op 8 januari 1958.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Ruiterskuil bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – BOUWSTROKEN, BOUWLIJNEN en AFSTAND TOT KAVELGRENZEN

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – Materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen

(b.v. Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – Vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen. Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving;

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen;

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

I. – Bepalingen gemeenschappelijk voor de zones

“Gesloten, halfopen en open bebouwing”

Artikel 9 – Minimum breedte van woningen

Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien. Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – Zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande gebouwen kunnen worden verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 16 – Zones voor landelijke bebouwing 2.000m²/20m en 1.500m²/20m

A. Verkaveling

a.      Kaveloppervlakte: minimum 2.000m² voor de zones gemerkt 2.000m²/20m en 1.500m² voor de zones gemerkt 1.500m²/20m.

b.      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 20m.

B. Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 8m, maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 20m tussen de voorgevel en de achtergevel.

e.      Vrijstaande bijgebouwtjes: maximum 40m² op minimum 3m van de eigendomsgrenzen. Materialen overeenkomstig artikel 5.

f.        Afsluitingen tussen de eigendommen: uitsluitend met levende beplantingen. Gelijk welke betonnen palen zijn verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1967 volgens de gegevens van het kadaster. Op het perceel is er nog een carport aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 173m² op een perceel van circa 1.563m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende percelen worden gebruikt als ééngezinswoningen.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het regulariseren van een vrijstaande ééngezinswoning op een perceel van 1.563m².

Volgende werken worden aangevraagd:

  • Er werd een veranda achteraan aangebouwd zonder vergunning, deze wordt geregulariseerd:
  • Naast de woning wordt een niet-vergunde carport met bijhorende verharding afgebroken en verwijderd.

De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 4m van de rechter perceelsgrens en op 5;50m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 14,50m op een kavelbreedte van 24m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 10,59m.

De hoogte van de veranda bedraagt 2,92m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak.

De gevels worden opgetrokken in licht bruine aluminium en glas.

Het dak is plat.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 167m².

De toegang tot het perceel is 4,50m breed.

De oprit werd aangelegd in klinkers en ligt op minimum 3m van de rechter perceelsgrens. Achter de woning is een terras van 40m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 73m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Ruitersdreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het regulariseren van een vrijstaande ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 30cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Omgeving - Fondatiedreef 10 - Bogaerts-Van Dyck - het verkavelen in 2 loten - OVK 2020/6

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • afbraak woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 8 februari 2005 - 2005/41

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Bogaerts - Van Dyck op 8 mei 2020 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Fondatiedreef 10.

De aanvraag omvat het verkavelen van gronden.

Het betreft een aanvraag voor het verkavelen in 2 loten.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 27 mei 2020. De uiterste beslissingsdatum is 9 september 2020.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebied en woonuitbreidingsgebied volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 1.596m² groot.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verkavelen in 2 loten.

Lot 1 heeft een oppervlakte van circa 670m2 en een breedte van 10,00m aan de straatzijde. Het lot is voorzien voor een halfopen eengezinswoning. De bouwzone wordt ingetekend op 8,78m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens met een diepte van 15,00m.

Lot 2 heeft een oppervlakte van circa 926m2 en een breedte van 15,09m aan de straatzijde. Het lot is voorzien voor een open eengezinswoningen. De bouwzone wordt ingetekend op 9,00m uit de rooilijn, op 3,00m van de rechter perceelsgrens en op 3,00m van de linker perceelsgrens met een diepte van 15,00m.

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen

Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid

Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders

Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid

De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke themaconsulent natuur en groen
    Het advies van gemeentelijke themaconsulent natuur en groen afgeleverd op 10 juli 2020, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager wenst een perceel te verkavelen in 2 loten. De bestaande bomen blijven behouden.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: aan de indiener van de omgevingsvergunningsaanvraag zal een heraanplanting opgelegd worden om het groene karakter van de gemeente te versterken door per lot minstens 4 inlandse hoogstammige loofbomen van eerste grootte plantmaat 10/12 en 3 inlandse hoogstammige loofbomen van tweede grootte plantmaat 8/10;

o        de heraanplanting met bomen van eerste grootte dient bij voorkeur met een onderlinge plantafstand van minstens 8m. De heraanplanting mag niet gebeuren onder de kruinen van bestaande bomen. Voor de bomen van tweede grootte bij voorkeur een onderlinge plantafstand van 5m hanteren;

o        de heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren;

o        de aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer in: een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven;

o        bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, namelijk het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden;

o        indien bronbemaling nodig is dient voldaan te worden aan de zorgplicht (bijvoorbeeld retourbevloeiing) aan de bestaande bomen in de omgeving;

o        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

o        de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

o        om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

o        aan de indiener van de omgevingsvergunningsaanvraag zal een bankwaarborg opgelegd worden van 3.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en het uitvoering heraanplantingswerken zoals nader omschreven.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 5 juni 2020 onder referentie 343764_47900, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: De loten mogen pas verkocht worden wanneer de offerte met alle daarin beschreven verplichtingen door dhr. Bogaerts Eric werd ondertekend voor akkoord en vervolgens de facturen met betrekking tot deze offerte vereffend zijn. Men wordt in kennis gesteld van zodra de voorwaarden voldaan zijn. Het volledige project is raadpleegbaar via www.fluvius.be of op eenvoudig verzoek op te vragen.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 18 juni 2020 onder referentie L-20-966/192280, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld: Specifieke voorwaarden:
    • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen respectievelijk dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering (DWA) en op de gracht of ingebuisde gracht (RWA) langsheen de Fondatiedreef.
    • Ter hoogte van de rooilijn dient er een afzonderlijk huisaansluitputje voor DWA en RWA voorzien te worden, per lot (een RWA-huisaansluitputje is niet nodig bij aansluiting op een open gracht). Deze putjes dienen maximaal 1m uit elkaar geplaatst te worden en minimaal 0,5m.
    • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.
    • Offerte voor de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
      • Pidpa bepaalt welke rioleringsinfrastructuur voorzien moet worden door de ontwikkelaar en maakt hiervoor offerte over aan de ontwikkelaar.
      • De offerte dient aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering door de ontwikkelaar.
      • De werken worden uitgevoerd door Pidpa of een door Pidpa aangestelde aannemer. Dit kan slechts na betaling van de in de offerte vermelde geraamde kostprijs.
    • Realisatie van de beperkte uitbreiding van het openbaar rioleringsnetwerk ten behoeve van het aansluiten van de ontwikkeling
      • Pidpa zal, vanaf het ogenblik dat ze kennis heeft van het feit dat er vuilvracht ontstaat en nadat door de ontwikkelaar de ontwikkeling is uitgezet, overgaan tot de aanleg van de vereiste infrastructuur.
      • Indien tussen het tijdstip van het afleveren van de vergunning en het tijdstip waarop er op één van de kavels vuilvracht ontstaat, reeds riolering zou aangelegd worden ter hoogte van de betrokken ontwikkeling, dan blijven alle door de ontwikkelaar aan Pidpa betaalde bedragen verworven voor Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • De ontwikkelaar dient tegenover Pidpa volgende voorwaarden nageleefd te hebben om een verkoopbaarheidsattest van de gemeente te verkrijgen:
    • De opgemaakte offerte, ter realisatie van de uitbreiding van het rioleringsnetwerk, moeten door de ontwikkelaar aan Pidpa volledig betaald zijn.
  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privé-terrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 6 juni 2020 tot 5 juli 2020.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Fondatiedreef een voldoende uitgeruste openbare weg is. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag een project-m.e.r.-screening te gebeuren (bijlage III bij het project-m.e.r.-besluit). Een project-m.e.r.-screeningsnota volgens het modelformulier maakt deel uit van het aanvraagdossier. In deze nota zijn de mogelijke effecten van het project op de omgeving onderzocht en gemotiveerd waarom deze niet aanzienlijk zijn. Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  • Watertoets

Hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen worden ingeschat. Het betrokken goed is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in het kader van de watertoets geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Bij de aanvraag voor het bouwen van een woning dienen de voorwaarden uit de Gewestelijke verordening hemelwater te worden nageleefd.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verkavelen van een perceel in 2 loten voor een halfopen en een open eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
    Op elk perceel wordt theoretisch 2 parkeerplaatsen op de oprit voorzien.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De verkaveling voorziet 2 loten voor een halfopen en een open eengezinswoning op een perceel van circa 1.596m2. De bebouwingsdichtheid bedraagt 12,5 woningen/Ha.
    De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

o        het advies van de gemeentelijke themaconsulent natuur en groen naleven;

  • het advies van Fluvius System Operator naleven;
  • het advies van Pidpa-Riolering naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 5 september 2020 tot en met 5 oktober 2020

De Nachtegaal 2

het bouwen van een ééngezinswoning met kinepraktijk en een bijgebouw

OMG 2020/354

van 11 september 2020 tot en met 10 september 2020

Schoolstraat 4a

het bouwen van een meergezinswoning met 3 woonentiteiten

OMG 2020/355

van 11 september 2020 tot en met 10 september 2020

De Rentfort 7

het renoveren van een ééngezinswoning en het regulariseren van een bijgebouw

OMG 2020/358

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten

 

 

Feiten en context

Op 27 augustus 2020 heeft Ruimte Vlaanderen een brief gestuurd waarin gevraagd wordt om het uittreksel inventaris bedrijfsruimten bekend te maken en ter inzage voor te leggen voor 1 oktober 2020.

 

Juridische gronden

          Decreet van 19 april 1995 en later wijzigingen
Bepaling van de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

          Artikel 6, §1 van het uitvoeringsbesluit van 10 mei 1995
Er dient een lijst opgesteld te worden per verlaten en/of verwaarloosde bedrijfsruimte.

          Artikel 10 en 11 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997
Bepaling van de bekendmaking en inzage van de inventaris geregistreerde bedrijfsruimten.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de brief van Ruimte Vlaanderen van 29 augustus 2020.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Voortijdige beëindiging concessie - Schilde - Stalmans-Josi

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag van 25 augustus 2020 voor een voortijdige beëindiging concessie op de begraafplaats te Schilde.

 

Feiten en context

          Stalmans Jon, Kleine Molenweg 171 te 2940 Stabroek, vroeg een voortijdige beëindiging van de grafconcessie aan voor Stalmans Henricus, geboren op 30 december 1898, overleden op 4 februari 1970 en voor Josi Angelina, geboren op 2 januari 1901, overleden op 15 maart 1977.

          De procedure betreffende de voortijdige beëindiging van de concessie start op 25 augustus 2020 en zal eindigen op 25 februari 2021.

          Aan het betrokken perceel wordt een aanplakking voorzien.

          Na de procedure worden de grafmonumenten verwijderd.

 

Juridische gronden

          Raadsbesluit van 24 februari 1978

De raad delegeert de bevoegdheid tot het verlenen van concessies aan het college van burgemeester en schepenen.

Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder zijn erfgenamen en rechthebbenden kan een concessie voortijdig beëindigd worden.

Voor elke aanvraag is er een bekendmakingsprocedure die loopt vanaf het ogenblik van de aanvraag tot 6 maanden later.

Bezwaar kan ingediend worden door iedere belanghebbende tot 1 maand na het beëindigen van de aankondigingsperiode.

Het college van burgemeester en schepenen kan diegene die bezwaar aantekent als nieuwe concessiehouder aanduiden.

Bij een voortijdige beëindiging van een concessie kan het betaalde concessiebedrag noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.

          Artikelen 6,7§1 en 8, alinea 1 van het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

          Besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria

          Omzendbrief BA-2006/4 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd

 

Argumentatie

De aanvrager is op de hoogte van het feit dat de concessiehouder, zijn erfgenamen en/of nabestaanden verantwoordelijk blijven voor de concessie, zolang deze niet beëindigd is.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de voortijdige beëindiging van de concessie voor Stalmans Henricus, geboren op 30 december 1898, overleden op 4 februari 1970 en voor Josi Angelina, geboren op 2 januari 1901 en overleden op 15 maart 1977.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

CORONA - Renteloze lening

 

 

Feiten en context

          Naar aanleiding van de coronacrisis deed KSK 's-Gravenwezel een aanvraag tot renteloze lening bij het gemeentebestuur.

          Er werd reeds voor de coronacrisis gewerkt aan een reglement renteloze lening voor sportverenigingen.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

 

Argumentatie

          De aanvraag tot renteloze lening van KSK 's-Gravenwezel staat los van de doeleinden van het reglement renteloze lening voor sportverenigingen.

          KSK 's-Gravenwezel kampt momenteel met een liquiditeitsprobleem door de coronacrisis dat op korte termijn dient aangepakt worden.

          Het reglement renteloze lening voor sportverenigingen dient vooral voor het bouwen en verbouwingswerken aan infrastructuur of herstellingswerken aan onroerende infrastructuur en/of voor de aankoop van onroerende goederen.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

 

Actie

 

Algemene rekening

6493000000

Beleidsveld

740

Bedrag

Visum financieel directeur

60.000,00 euro

 

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om de overeenkomst renteloze lening impact COVID-19 met KSK 's-Gravenwezel te agenderen op de gemeenteraad van 21 september 2020.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Speelpleinen zomer 2020 - week 8

 

 

Feiten en context

Tijdens de zomervakantie wordt er speelplein werking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van het decreet over het lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers

Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

MJP

MJP001024

Actie

AC000171 Vakantiewerking

Algemene rekening

6131999900

Beleidsveld

0751

Bedrag

940,00 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 90 euro toe te kennen aan Marike Verniers, Kampdreef 15, 2970 Schilde.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 80 euro toe te kennen aan Lisse Wolfs, De Spildoren 69, 2970 Schilde.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Janne Van Bedaf, Eugeen Dierckxlaan 33, 2970 Schilde.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Louise Van Deun, De Reep 30, 2970 Schilde.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 90 euro toe te kennen aan Amy Goossens, Kempischveldweg 81, 2970 Schilde.

Artikel 6. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 euro toe te kennen aan Amber Habex, Oudstrijdersstraat 121, 2520 Oelegem.

Artikel 7. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 80 euro toe te kennen aan Elisa Spaans, Alice Nahonlei 22, 2900 Schoten.

Artikel 8. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 euro toe te kennen aan Chiara Rietjens, Rode Dreef 30, 2110 Wijnegem.

Artikel 9. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Hanne Celen, Goudbloemlaan 10B, 2970 Schilde.

Artikel 10. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 120 euro toe te kennen aan Kim Martens, Schaliënhoefdreef 54, 2970 Schilde.

Artikel 11. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 60 euro toe te kennen aan Dario Rietjens, Rode Dreef 30, 2110 Wijnegem.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Live Optreden Mama's Jasje - 20 september 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 20 augustus 2020

 

Feiten en context

          Op 11 september 2020 organiseert de organisatie van "De Vogelenzang" een live optreden van "Mama's Jasje".

          De organisatie van "De Vogelenzang" vraagt toestemming voor dit evenement.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels;

 

Inspraak en advies

          Positief advies noodplanning

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

          De organisatie heeft een groen resultaat via het COVID Event Risk Model.

          Er wordt gewerkt met reservaties op voorhand.

          De organisatie zal de huidige geldende coronamaatregelen naleven.

          Een ondersteuning van de lokale horeca/middenstand is wenselijk.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan de organisatie van de Vogelenzang voor de organisatie van een live-optreden van "Mama Jasje" op 11 september 2020 onder de volgende voorwaarden:

          de huidige maatregelen ter preventie van Corona dienen gevolgd te worden;

          het publiek moet zitten tijden het optreden.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Overgang Scouts Wezel - 19 september 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 3 augustus 2020

 

Feiten en context

          Op zaterdag 19 september 2020 wenst de organisatie van Scouts Wezel de jaarlijkse overgang van hun leden. De leden die naar een volgende tak gaan moeten een parcour afleggen. Achteraf wordt er afgesloten met een BBQ en speelt er een scoutsbandje met een optreden.

          De organisatie vraagt toestemming voor de organisatie van dit evenement.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies politie

          Positief advies noodplanning

          Positief advies milieu

 

Argumentatie

          De organisatie heeft een groen resultaat via het COVID Event Risk Model.

          Een goede start van het scoutsjaar is een meerwaarde voor het verloop van hun werkingsjaar.

          De toeschouwers dienen in de vorm van een zittend evenement plaats te vinden;

          De parcours kan met een maximum van 50 deelnemers (maxima jeugdverenigingen) doorgaan.

          De BBQ kan enkel plaatsvinden mits het naleven van het protocol horeca.

          Een verplichte registratie van alle bezoekers en deelnemers is nodig.

          Een opmaak van een crowd-management plan is noodzakelijk.

          Het live-optreden kan doorgaan mits het in de vorm van een zittend evenement is.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft toestemming aan Scouts Wezel voor de organisatie van hun overgang op zaterdag 19 september 2020 onder de volgende voorwaarden:

          de parcours kan met een maximum van 50 deelnemers (maxima jeugdverenigingen) doorgaan;

          de BBQ kan enkel plaatsvinden mits het naleven van het protocol horeca;

          een verplichte registratie van alle bezoekers en deelnemers is noodzakelijk;

          een opmaak van een crowd-management plan is noodzakelijk en moet aan het evenementenloket bezorgd worden;

          het live-optreden kan doorgaan mits het in de vorm van een zittend evenement is;

          alle huidige geldende coronamaatregelen dienen nageleefd te worden.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Openluchtrommelmarkt - 20 september 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag ontvangen via de evenementenapplicatie op 18/08/2020

 

Feiten en context

De organisatie Rockyevents wenst op zondag 20 september graag een openluchtrommelmarkt te organiseren op de parking van Werf 44.

De organisatie vraagt hiervoor toestemming van de gemeente Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Voorwaardelijk positief advies noodplanning

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

          Een heropstart van kleinschalige evenementen is aan te raden.

          Het volgen van protocol en regels voor markten is noodzakelijk.

          De organisatie heeft een groen resultaat op het COVID Event Risk Model.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft goedkeuring aan de organisatie van Rocky Events voor de organisatie van een openluchtrommelmarkt op zondag 20 september 2020 onder de volgende voorwaarden:

          het volgen van het huidige protocol en de regels voor markten;

          enkele looprichting instellen;

          beperkte in- en uitgang voorzien;

          mondmaskerplicht voor standhouders en bezoekers;

          geen consumptie aan de standen;

          systeem om het tellen van bezoekers te monitoren en beperken van toegang bij drukte (maximaal 1 persoon per 1.50m standhouder).

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Afsluiten straten rond Wonderwijzer - op donderdag 1 oktober 2020 - Holderdebolder

 

 

Voorgeschiedenis

Mail van Sofie Roes, kleuterleidster van Wonderwijzer, van 31 maart 2020

 

Feiten en context

Kleuterschool en Basisschool Wonderwijzer organiseren op 1 oktober 2020 een sponsortocht met rollen materiaal rondom de scholen.

 

Juridische gronden

Artikel 135 §2 van de nieuwe gemeentewet
De gemeente heeft tot taak te voorzien in de veiligheid en de rust op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen.

 

Inspraak en advies

          Gunstig advies dienst mobiliteit

          Gunstig advies politie

 

Argumentatie

De school kreeg voor gelijkaardige evenementen al eerder toelating.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan kleuterschool en basisschool Wonderwijzer voor de sponsortocht 'Holderdebolder' en het afsluiten van volgende straten:

          Kerkelei;

          Kleinveldweg;

          Kwekerijstraat;

          Waterlaatstraat;

          Kruispunt van Kerkelei, Petrus Bogaertslaan en Waterlaatstraat;

          Verbindingsstraat voor de wijkafdeling kleuters.

Mits rekening te houden met:

          voetgangers en fietsers nog doorgang hebben;

          plaatselijk verkeer doorgelaten wordt, zowel bewoners als hulpdiensten;

          de bewoners van voormelde straten voorafgaand schriftelijk ingelicht worden zodat zij in de mate van het mogelijke rekening kunnen houden met dit evenement.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Opvolging gemeenteraad - mededelingen

 

 

Feiten en context

Tijdens de vorige gemeenteraden stelden verschillende raadsleden vragen.

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.

          Artikel 3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Naast de agendapunten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld, bevat de agenda ook:

          Actualiteitsvragen;

          Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de opvolgingslijst van de gemeenteraad van 18 augustus 2020 goed te keuren.

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 07 09 2020

Gemeenteraad - dagorde van 21 september 2020

 

 

Juridische gronden

          Artikel 19 van het decreet lokaal bestuur
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op. De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.

          Artikel 56 §1 van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen bereidt de beraadslagingen en de besluiten van de gemeenteraad voor.
Het college van burgemeester en schepenen voert de besluiten van de gemeenteraad uit.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de voorzitter van de gemeenteraad volgende punten op de dagorde van de vergadering van de gemeenteraad van 21 september 2020 te plaatsen:

OPENBARE ZITTING

          SECRETARIAAT - Verslag gemeenteraad 18 augustus 2020 - Besluit

          SECRETARIAAT - Mededelingen vanuit het college van burgemeester en schepenen - Kennisname

          SECRETARIAAT - Corona - Bekrachtiging burgemeesterbesluit - Besluit

          ALGEMEEN DIRECTEUR - Organisatiebeheersing - Meerjarenplan - Besluit

          SECRETARIAAT - Kerkfabriek Sint-Antonius - Budgetwijziging 2020 en budget 2021 - Besluit

          PERSONEEL - Personeelsformatie en organogram gemeente en OCMW - aanpassing - Besluit

          Patrimonium - Notengalm Vrije Verenigde Vrienden vzw gebruiksovereenkomst - Besluit

          FINANCIËLE ZAKEN - Gemeentelijke toelage 2020 aan vzw Zorgcentrum Sint-Lodewijk - Besluit

          Wonen - Gemeentelijke verordening conformiteitsattesten - wijziging - Besluit

          SECRETARIAAT - Actualiteitsvragen - Kennisname

          SECRETARIAAT – Samenwerkingsovereenkomst pretriage

BESLOTEN ZITTING

          PERSONEEL - Financieel directeur - weddevaststelling - Besluit

 

 

Publicatiedatum: 15/09/2020