VERGADERING

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

 

 

datum College van burgemeester en schepenen

18 november 2019

aanwezig

Dirk Bauwens, burgemeester; Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Marian Van Alphen, Pascale Gielen, schepenen; Tine Vervisch, algemeen directeur;

 

OPENBAAR VERSLAG

 

Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Goedkeuring verslag vergadering college van burgemeester en schepenen - 4 november 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 50 van het decreet lokaal bestuur
De notulen worden goedgekeurd op de eerstvolgende gewone vergadering van het college van burgemeester en schepenen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt het verslag van de vergadering van 4 november 2019 zonder opmerkingen goed.

Burgemeester Dirk Bauwens onthoudt zich.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Lijst bestelbonnen, vastleggingen en goedkeuringslijsten

 

 

Juridische gronden

Artikel 56, § 3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent goedkeuring aan:

          de bestelbonnen van 2.106 tot en met 2.164;

          de vastleggingen van 6.308 tot en met 6.642;

          de goedkeuringslijst uitgaven van 98 tot en met 103;

          de goedkeuringslijst ontvangsten van 41.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

IKA kapitaalsverhogingen - Investeringen in Publi-T en Pampero

 

 

Voorgeschiedenis

De gemeente is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband

‘Investeringsvereniging voor de gemeenten van de Kempen en het Antwerpse’, afgekort tot IKA.

 

Feiten en context

          Een dossier met documentatiestukken werd aan de gemeente per brief van 11 oktober 2019 overgemaakt.

          De motiveringsnota van IKA vervat een positief advies om de kapitaalverhoging van Publi-T proportioneel te onderschrijven, rekening houdend met zowel het vooropgestelde rendement als het strategisch belang van de investering voor de bevoorradingszekerheid van ons land op het vlak van elektriciteit.

          De Raad van Bestuur van IKA heeft besloten na de definitieve verwerving van de aandelen over te gaan tot een kapitaalverhoging ter dekking van de 25% van de kapitaalverhoging Publi-T en een financiering met borgstelling ter dekking van 75% van de kapitaalverhoging Publi-T.

          De motiveringsnota van IKA vervat een positief advies om de verwachte kapitaalverhogingen van Pampero en de aandeelhoudersleningen proportioneel te onderschrijven.

          De Raad van Bestuur van IKA heeft in voorkomend geval besloten over te gaan tot een

kapitaalverhoging ter dekking van de 100% van de kapitaalverhogingen Pampero en een

financiering met borgstelling ter dekking van de aandeelhoudersleningen.

          De kapitaalverhogingen worden georganiseerd om de namens de gemeenten aangehouden financieel vaste activa ook in de gemeentelijke boekhouding te kunnen opvolgen.

          De kapitaalverhogingen kunnen gefinancierd worden met middelen beschikbaar in de schoot van IKA.

 

Juridische gronden

Artikel 410 van het decreet lokaal bestuur

Het is niet verplicht om een maatschappelijk kapitaal te vormen. Als dat wel statutair is

vastgelegd, wordt het vast kapitaal bij de oprichting door de deelnemers volledig in speciën volgestort.

Het kapitaal wordt niet geïndexeerd en wordt vertegenwoordigd door aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

Immateriële inbrengen ter vertegenwoordiging van vermogensbestanddelen die niet naar

economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, en inbrengen in natura, worden

gewaardeerd op grond van een verslag van de accountant en worden vertegenwoordigd door respectievelijk winstbewijzen en aandelen waarvan de waarde en de rechten statutair zijn bepaald.

De deelnemers kunnen uitsluitend worden vergoed voor hun inbreng en zijn alleen aansprakelijk voor hun inbreng.

Bij de statuten wordt een register gevoegd waarop iedere deelnemer is vermeld met aanduiding van de aandelen en winstbewijzen die aan hem zijn toegekend.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist IKA te verzoeken om in te tekenen op de kapitaalsverhoging van Publi-T voor 12.507 aandelen à 825 euro per aandeel voor een totaal bedrag van 10.318.275,00 euro.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist IKA te verzoeken voor rekening van de gemeente de kapitaalverhoging van Publi-T te onderschrijven voor een proportioneel toegewezen aantal van 273 aandelen voor een bedrag van 225 225 euro.

Het college van burgemeester en schepenen beslist onder opschortende voorwaarde van definitieve verwerving door IKA op 29 januari 2020, in te tekenen op de aangekondigde kapitaalverhoging van IKA voor 273 aandelen IKA kengetal 5 voor een bedrag van nominale waarde per aandeel van 206,25 euro voor een totale waarde van 56 306,25 euro zijnde 25% van de kapitaalverhoging Publi-T; te volstorten met 27 922,49 euro beschikbaar op rekening courant en 28 383,76 euro uitkering van reserves IKA.

De gemeente stelt zich ten behoeve van deze operatie borg voor haar aandeel voor een bedrag van 168 918,75 euro, zijnde 75% van de kapitaalverhoging Publi-T voor een periode van maximaal 15 jaar.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist IKA te verzoeken om in te tekenen op de kapitaalsverhogingen van Pampero voor een maximum van 944.280,00 euro en voor maximaal 3.717.120,00 euro aandeelhoudersleningen.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist de intentie te uiten in voorkomend geval in te tekenen op kapitaalverhogingen IKA kengetal 10 ter financiering van de investeringen in Pampero, te volstorten met uitkering uit de reserves, en zich proportioneel borg te stellen met een looptijd van maximaal deze van de onderliggende aandeelhoudersleningen.

Het college van burgemeester en schepenen beslist de intentie niet te uiten in voorkomend geval bijkomend aandelen te onderschrijven.

Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen beslist bovenstaande principiële beslissingen met betrekking tot Publi-T en Pampero voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Raadscommissie - dagorde 2 december 2019

 

 

Juridische gronden

          Artikel 55 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies hebben als taak:

          de besprekingen in de gemeenteraadszittingen voor te bereiden;

          advies te verlenen en voorstellen te formuleren over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht;

          de ingediende vragen, interpellaties, voorstellen, resoluties en moties voor te bereiden;

          een tussentijdse stand van zaken te geven van strategische beleidsdossiers, los van de agenda van de gemeenteraad;

          het opvragen van adviezen aan de adviesraden telkens de commissie dit als belangrijk beschouwt. De commissie kan daartoe een afgevaardigde van de adviesraad uitnodigen om toelichting te geven op de betreffende commissie;

          het opvolgen en voorbereiden van schriftelijke vragen aan en adviezen van de adviesraden;

          het behandelen van de verzoekschriften ingediend conform artikel 304 §2 van het gemeentedecreet, en in voorkomend geval het horen van de indiener(s) van het verzoekschrift, bij doorverwijzing door de gemeenteraad om meer uitleg te krijgen over de inhoud van het verzoekschrift.

          Artikel 60 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 januari 2019
De commissies worden, behoudens hoogdringendheid, minimum twee weken voor de vergadering door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen een commissie bijeen te roepen. De oproeping gebeurt per mail en bevat in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering. Deze informatie wordt door publicatie op de webstek bekendgemaakt aan het publiek.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist volgende items op de agenda voor de raadscommissie van 2 december 2019 te plaatsen:

          SECRETARIAAT - Verslag raadscommissie van 4 november 2019

          FINANCIËLE ZAKEN - Meerjarenplan 2020-2025

          FINANCIËLE ZAKEN - Belastingreglementen

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Raadscommissie - verslag van 4 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad op 21 januari 2019 waarin de regels over de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies bepaald is.

 

Juridische gronden

Artikel 63 § 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad
Het verslag van de commissie wordt per mail overgemaakt aan de aanwezigen, die de kans krijgen om opmerkingen te formuleren. Deze opmerkingen worden gebundeld achteraan het verslag opgenomen.             

 

Argumentatie

De raadscommissie vond plaats op 4 november 2019.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de raadscommissie van 4 november 2019.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Verslag kerkraad - Sint-Guibertus- 24 september 2019

 

 

Juridische gronden

Artikel 57 van het decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Een afschrift van de notulen van de vergaderingen van de kerkraad en van het centraal kerkbestuur wordt binnen een termijn van twintig dagen, die ingaat op de dag na de vergadering, gelijktijdig aan de provinciegouverneur, de gemeenteoverheid en het erkend representatief orgaan verstuurd.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de zitting van de kerkraad Sint-Guibertus van 24 september 2019.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Remmicom Natuurvergunning en kleinhandelsactiviteiten

 

 

Voorgeschiedenis

De Vlaamse Regering heeft beslist nieuwe webservices te gebruiken.

 

Feiten en context

          Om te voldoen aan de nieuwe regels voor omgevingsvergunning, is er een aanpassing nodig aan de huidige software.

          De uitbreiding verloopt in 3 fasen

          Fase 1 betreft "natuurvergunningen" en "kleinhandelsactiviteiten" met eenmalige kostprijs van 2.500 euro exclusief BTW en een bijkomende maandelijkse vergoeding van 50 euro exclusief BTW.

          Fase 2 omvat aangepaste projectinhoud (gestructureerde gegevensuitwisseling bij een wijzigingsverzoek vanaf 23 april 2019) en heeft een eenmalige kostprijs van 1250 euro exclusief BTW en een bijkomende maandelijkse vergoeding van 15 euro exclusief BTW.

          Fase 3 gaat over beslissingsinhoud (gestructureerd doorsturen/binnenhalen naar/van het omgevingsloket vanaf 2020) en heeft een eenmalige kostprijs van 1.250 euro exclusief BTW en een bijkomende maandelijkse vergoeding van 15 euro exclusief BTW.

          De Vlaamse Regering heeft beslist om een bijkomende subsidie van 4500 euro toe te kennen om de lokale besturen te ondersteunen bij de verdere aanpassingen.

 

Juridische gronden

Artikel 42, §1 van de wet op de overheidsopdrachten
De werken of diensten kunnen alleen door een bepaalde ondernemer worden verricht omdat mededinging ontbreekt om technische redenen.

 

Argumentatie

          Aanpassingen zijn in het kader van de volledige digitale behandeling van de omgevingsvergunning.

          De kostprijs kon niet voorzien worden in de initiële kostprijs van de voorgaande remmicom pakketten.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

1419/005/001/004/001

Algemene rekening

61429999

Beleidsveld

0600

Bedrag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Visum financieel beheerder

Maandelijkse vergoedingen zijn mogelijk onderhevig aan prijsstijgingen.

Fase1:
eenmalige kostprijs 2.500 euro exclusief BTW

Bijkomende maandelijkse kost van 50 euro exclusief BTW


Fase2:
eenmalige kostprijs 1.250 euro exclusief BTW

Bijkomende maandelijkse kost van 15 euro exclusief BTW

Fase 3:
Eenmalige kostprijs van 1.250 euro exclusief BTW
Bijkomende maandelijkse kost van 15 euro exclusief BTW

 

19/066 van 14 /11/2019

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat de uitbreidingen van het omgevingsloket worden aangekocht voor een eenmalig bedrag van 5.000 euro exclusief BTW en een maandelijkse vergoeding van 80 euro exclusief BTW.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van Scheldeprijs Vlaanderen - elite met contract - 8 april 2020. Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail op 7 november 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van het evenement Scheldeprijs Vlaanderen op 8 april 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de wielerwedstrijd op 8 april 2020 zijn hiernavermelde bepalingen van toepassing op 8 april 2020 vanaf 12.15 uur tot 17.30 uur.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Tijdens de wielerwedstrijd dient het verkeer op de plaatselijke omloop dezelfde rijrichting te volgen als de wielrenners. Bijgevolg is op de Wijnegemsteenweg alle verkeer verboden in de richting van De Kaak en de Kerkstraat. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door verkeersborden D1, F19 en C1. Passende bevelen en aanwijzingen worden gegeven door bevoegde personen en signaalgevers.

Artikel 3. De wegomlegging

Het verkeer in de richting van 's-Gravenwezel wordt omgeleid via de Houtlaan, Turnhoutsebaan, Brasschaatsebaan, Gillès de Pélichylei en Kerkstraat. Deze omleiding wordt op het grondgebied van Wijnegem aangeduid met een bord " 's-Gravenwezel/Schoten via Schilde".

In Schilde wordt de omleiding niet extra gesignaleerd aangezien de wegwijzers naar Schoten en 's-Gravenwezel volstaan.

Afhankelijk van de vordering van de aanleg van een fietspad langs de N121 kan de omleiding plaatselijk anders georganiseerd worden.

Artikel 4. Er wordt parkeerverbod ingesteld op de Wijnegemsteenweg.

Artikel 5. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van afwachtingswedstrijd Scheldeprijs - 8 april 2020. Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail op 6 november 2019

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de afwachtingswedstrijd Scheldeprijs op 8 april 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Omwille van de afwachtingswedstrijd Scheldeprijs Vlaanderen op 8 april 2020 zijn hiernavermelde bepalingen van toepassing op 8 april 2020 vanaf 11 uur tot 15 uur.

Artikel 2. Verkeersmaatregelen

Tijdens de wielerwedstrijd dient het verkeer op de plaatselijke omloop dezelfde rijrichting te volgen als de wielrenners. Bijgevolg is op de Wijnegemsteenweg alle verkeer verboden in de richting van De Kaak en de Kerkstraat. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door verkeersborden D1, F19 en C1. Passende bevelen en aanwijzingen worden gegeven door bevoegde personen en signaalgevers.

Artikel 3. De wegomlegging

Het verkeer in de richting van 's-Gravenwezel wordt omgeleid via Houtlaan, Turnhoutsebaan, Brasschaatsebaan, Gillès de Pélichylei en Kerkstraat. Deze omleiding wordt op het grondgebied van Wijnegem aangeduid met een bord " 's-Gravenwezel/Schoten via Schilde". In Schilde wordt de omleiding niet extra gesignaleerd aangezien de wegwijzers naar Schoten en 's-Gravenwezel volstaan.

Afhankelijk van de vordering van de aanleg van een fietspad langs de Brasschaatsebaan/Gillès de Pelichylei wordt het verkeer in de richting van 's-Gravenwezel mogelijk plaatselijk omgeleid.

Artikel 4. Er wordt parkeerverbod ingesteld op de Wijnegemsteenweg.

Artikel 5. De bepalingen van artikel 2 zijn niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Tijdelijke verordening inzake politie op het wegverkeer naar aanleiding van speelstraat/fluostraat - Kasteeldreef - 21 februari 2020 - Goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via e-mail op 16 oktober 2019 door basisschool Vennebos

 

Juridische gronden

          Artikel 130 bis van de Nieuwe Gemeentewet
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de tijdelijke politieverordeningen op het wegverkeer.

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen.

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel I hoofdstuk 2 over de aanvullende reglementen

          Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968, Titel II over de plaatsing van de verkeerstekens

          Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, artikel 23 en volgende over het parkeren

          Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald

          Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens

          Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

 

Argumentatie

De verkeerssituatie moet aangepast worden omwille van de organisatie van een speelstraat/fluostraat in de Kasteeldreef op vrijdag 21 februari 2020.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist de Kasteeldreef gedeeltelijk af te sluiten op 21 februari 2020 van 13 uur tot 15.15 uur naar aanleiding van de organisatie van een speelstraat/fluostraat.

Artikel 2. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht met verkeersborden C3. Deze bepaling is niet van toepassing voor de voertuigen van de hulpdiensten zoals ziekenwagens, brandweerwagens en politievoertuigen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Routeplan 2030 - plannota lokale sessie 26/9/2019 - presentatie en verslag

 

 

Voorgeschiedenis

Uitnodiging van 30 juli 2019, aangevuld op 26 augustus 2019

 

Feiten en context

Vervoerregio Antwerpen nodigde een afvaardiging uit voor een gemeentelijke sessie. Voor Schilde ging deze door op 26 september 2019.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Tijdens de vergadering werd de plannota aan de hand van de powerpoint uitgebreid toelicht en bevraagd.

Daarnaast kwamen ook volgende punten nog aan bod:

          de Vervoerregioraad heeft een signaalfunctie naar de hogere overheid om projecten sneller voortgang te doen krijgen en ook de veelheid van projecten te bewaken in functie van de haalbaarheid;

          de gemeenten vragen een overzicht van lopende projecten voor de opmaak van hun programma;

          de Vervoersregioraad heeft een adviserende bevoegdheid over het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) waarin alle projecten van De Lijn, Vlaamse Waterweg, en AWV worden samengevoegd;

          thematische bespreking van punten in verband met openbaar vervoer, fietsen, wegen en goederen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de presentatie en het verslag van de gemeentelijke sessie die doorging op 26 september 2019 in het kader van Routeplan 2030.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Routeplan 2030 - plannota 2.0 - werkbank 7 november 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Uitnodiging van 24 oktober 2019

 

Feiten en context

Op 7 november 2019 ging er een werkbank Routeplan 2030 door. Tijdens dit overleg werd de herwerkte plannota besproken.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

In de plannota 2030 geeft de Vervoerregio Antwerpen aan hoe zij de verandering van de modaliteitskeuze in de hand werkt met als doel om de mobiliteit en leefbaarheid in de regio op een duurzame manier te waarborgen.

Volgende ambitie zijn opgenomen in de roadmap

          integrale aanpak voor een andere mentaliteit;

          versterking van doprs- en stadskernen;

          reisbeleving van deur tot deur bevorderen;

          van bezit naar gebruik;

          het A-net;

          een fietsnetwerk van hoge kwaliteit;

          regionale parkeerstrategie;

          doorstroming en aansluiting op hoofdwegen;

          logistieke hoofdstructuur multimodaal versterken;

          dynamisch verkeersmanagement voor optimale benutting.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de plannota 2.0 die besproken werd op de vergadering van de werkbank Routeplan 2030 op 7 november 2019.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

N12 - blauwe zone - voorstel ondernemers handelszone Schilde-Bergen

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van 19 september 2019

 

Feiten en context

De ondernemers handelszone Schilde-Bergen stellen voor een blauwe zone in te richten op volgende plaatsen:

          openbare parkeerzone N12 aan de handelszone;

          openbare parkeerplaatsen aan de Pater Nuyenslaan;

          parkeerplaatsen langs de laterale weg

op de dagen dat de meeste winkels open zijn.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3, 1° van het decreet lokaal bestuur

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

De verkeerscel gaat principieel akkoord met het invoeren van een blauwe zone maar adviseert dit te beperken tot het gedeelte langs de N12 namelijk van huisnummer 28 tot 52.

 

Argumentatie

Tegemoetkomen aan de wens van de ondernemers handelszone Schilde-Bergen gecombineerd met maximaal behoud van parkeerplaatsen voor langparkeerders.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorstel van ondernemers handelszone Schilde-Bergen om een uitgebreide blauwe zone te voorzien langs de N12 en omgeving en beslist hiermee principieel akkoord te gaan maar de zone te beperken tot het gedeelte Turnhoutsebaan 28 tot en met Turnhoutsebaan 52.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

N121 - aanleg enkelrichtingsfietspaden - aanpassing bushaltes

 

 

Voorgeschiedenis

          19 februari 2018: goedkeuring door de gemeenteraad van de lastvoorwaarden en wijze van gunning

          Midden 2018: opdracht gegund aan Colas NV

          12 november 2018: aanvangsbevel gegeven aan Colas NV

 

Feiten en context

In de ontwerpplannen zijn de bushaltes ingetekend zonder rekening te houden met de bestaande bomen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3,1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

Locatie en opstelling van de bushaltes zijn aangepast op de uitvoeringsplannen in functie van de bestaande bomen.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de aangepaste uitvoeringsplannen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Kotseheide 28 - FEYS - Bruers - het afbreken van de bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning - OMG 2019/364

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • regularisatie van een bestaande eengezinswoning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 2 oktober 2006 - 2006/181

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Feys - Bruers, Kotseheide 28, 2970 Schilde op 12 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Kotseheide 28.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het afbreken van de bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 18 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in gebieden voor verblijfrecreatie volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Kotsbos Wijziging, goedgekeurd op 19 juni 2006.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Kotsbos herziening bepaalt:

Artikel 1: Zone voor verblijfsrecreatie met beperkt woonrecht

1.1.     Bestemming

o        Eéngezinswoning: als hoofdverblijf van een gezin; of weekendverblijf of tweede verblijf: als tijdelijk, onderbroken verblijf van een gezin. Per perceel is slechts één weekendverblijf of ééngezinswoning toegelaten.

o        Caravans, zwembaden en tennisvelden zijn niet toegelaten.

o        Beplantingen: hoogstammen en heesters.

1.2.     Verkaveling
Nieuwe verkavelingen of herverkavelingen van bestaande percelen zijn niet toegestaan.

1.3.     Reliëfwijzigingen
Reliëfwijzigingen en hellende op- en afritten blijven beperkt tot maximum 0,50m ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld en op voorwaarde dat ze geen invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater naar en van de aanpalende percelen. Hoogteverschillen worden op het eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op het peil van de aanpalende percelen.

1.4.     Waterzuivering en waterbeheer

In functie van een integrale waterhuishouding dient te worden voldaan aan de volgende richtlijnen:

o        het ter plaatse opvangen en bufferen van hemelwater afkomstig van daken;

o        het maximaal plaatselijk en tijdig verbruiken van dit gebufferde oppervlaktewater of het plaatselijk infiltreren ervan en het minimaal lozen van het oppervlaktewater naar het waterlopenstelsel;

o        zolang er geen aansluiting is op een gezamenlijk rioolnet met afvalwaterzuiveringsinstallatie of op het openbaar rioolnet, moet elk weekendverblijf of elke ééngezinswoning ten minste aangesloten zijn op een septic tank of een alternatief waterzuiveringssysteem. Rechtstreekse lozing van het afvalwater in open grachten is verboden.

1.5.     Nutsvoorzieningen
Alle aansluitingen en de distributie van elektriciteit gebeuren ondergronds via een openbaar toegankelijk distributienet.
Tanks voor gas en andere brandstoffen kunnen bovengronds opgericht worden, wanneer ze een inhoud hebben van maximaal 500 liter. Deze tanks dienen met een streekeigen groenscherm afgeboord te worden indien ze niet verdekt en aansluitend aan de woning worden opgesteld.
Tanks met een groter volume dan 500 liter dienen ondergronds aangebracht te worden.
Er is slechts één tank per ééngezinswoning of weekendverblijf toegelaten.

1.6.     Erfscheidingen
Op de zij- en achterste perceelsgrens zijn enkel volgende afsluitingen toegelaten: draadafsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 2m. Langs de perceelsgrenzen met het geklasseerde landschap Brechtse Heide zijn deze draadafsluitingen enkel toegelaten wanneer aan de buitenkant (kant Brechtse Heide) van deze draadafsluiting een haag in streekeigen beplanting wordt aangeplant. Op de voorste perceelsgrens mogen enkel volgende afsluitingen en hagen met een maximale hoogte van 1m.
Erfscheidingen in prikkeldraad, betonplaten, stenen muren, houten palen met dwarsplanken, houten panelen, houten vlechtschermen en rietmatten en dergelijke zijn verboden.

1.7.     Specifieke voorschriften binnen de bouwstrook

1.7.1.     Plaatsing van de gebouwen
Het weekendverblijf of de ééngezinswoning is een vrijstaand gebouw, opgetrokken binnen de bouwstrook, waarvan:

o        de voorgevel en de eventueel naar de straat gerichte zijgevel zich op minimum 6 m achter de rooilijn bevinden;

o        de zijgevels zich op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrens bevinden;

o        de achtergevel zich op minimum 6m van de achterste perceelsgrens bevindt.

Terrassen zijn aansluitend aan het weekendverblijf of de ééngezinswoning.

1.7.2.     Afmetingen van de gebouwen

o        Terreinbezetting: maximaal 80m² en maximaal 20m² al of niet overdekt terras.

o        Voorgevelbreedte: minimaal 5m.

o        Kroonlijsthoogte: minimaal 2,50m en maximaal 3,50m.

o        Nokhoogte: maximaal 7,50m.

o        Kelderverdieping: niet toegestaan.

o        Bovenverdieping in het dakvolume is toegestaan.

1.7.3.     Welstand van de gebouwen
Ieder gebouw dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving én dient tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen door een gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen.

a.      Dakvorm:

o        de daken worden uitgevoerd met een maximale dakhelling van 45°;

o        dakuitbouwen zijn toegelaten tot maximum 1/10 van het dakoppervlak van elk dakvlak;

o        dakoversteken komen maximum 0,40m voorbij de bouwperimeter;

o        zonnepanelen zijn toegelaten indien zij in het dakvlak liggen;

o        dakvlakvensters zijn toegelaten.

b.      Gevelmaterialen

De gevels worden uitgevoerd in gevelsteen, natuursteen, hout, glas, sierbepleistering of leem. Betonplaten en geprofileerde staalplaten zijn verboden.

c.      Dakbedekking

De dakbedekking wordt uitgevoerd in dakpannen, tegelpannen, leien of zink of koperplaten. Bitumineuze dakbedekking of roofing wordt enkel toegestaan op platte daken. Golfplaten zijn verboden.

1.7.4.     Verhardingen binnen de bouwstrook
Verhardingen binnen de bouwstrook zijn slechts toegelaten als toegang tot het weekendverblijf of de ééngezinswoning en als terras, met een maximale verharde oppervlakte van 20% van de bouwstrook. Alle verhardingen zijn kleinschalig en enkel toegelaten in waterdoorlatende materialen (betonstraatstenen, klinkers, dolomiet, …).

1.7.5.     Beplantingen binnen de bouwstrook

o        Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van de bouwstrook moet als groene ruimte worden aangelegd en als zodanig worden behouden.

o        Het verwijderen van bomen en struiken is enkel toegelaten om toegang te nemen tot het weekendverblijf, op de plaats waar de constructie opgericht wordt en binnen een zone van 3m errond.

o        De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Deze inplanting moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven. Aan de stedenbouwkundige vergunning kunnen voorwaarden worden opgelegd met het doel het vrijwaren of herstellen van bestaande begroeiing of het realiseren van nieuwe aanplantingen.

o        Alle aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing, zodat het bebost gebied behouden blijft, en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1984.

Op het perceel zijn 2 bijgebouwen aanwezig.

De totale vergunde bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 87m² op een perceel van circa 3.000m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in de vroegere weekendzone ‘Kotsbos’.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendwoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een weekendwoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: weekendwoningen en ééngezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het afbreken van de bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning op een perceel van 3.000m².

De nieuwe woning wordt ingeplant tot op 10,50m uit de rooilijn, op 16,50m van de rechter perceelsgrens en op 3,50m van de linker perceelsgrens.

De gevel van de woning heeft een breedte van 10m op een kavelbreedte van 30m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12m.

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,50m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 40° met een nokhoogte van 7,50m.

De gevels worden opgetrokken in licht rode gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt met rood genuanceerde dakpannen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 80,0m².

De toegang tot het perceel is 3,82m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 5,10m van de rechter perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras van 45,80m² aangelegd.

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 238,70m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Gemeentelijke milieuambtenaar
    Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 14 oktober 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvrager heeft op verzoek de woning her ingeplant zodat er een grotere afstand tot de bestaande bomen ontstaat.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

d.      het bos - parkkarakter, de bos - parkstructuur van het perceel wordt behouden of hersteld. Het perceel voldoet voldoende aan de stedenbouwkundige voorschriften van 9 mei 2005 van het BPA Kotsbos;

e.      de resterende bestaande bomen, bos te behouden;

f.        geen grondophogingen, zelfs tijdelijk, aan te brengen onder de bestaande bomen;

g.      de vorm van paden, oprit en terrassen aanpassen aan de inplanting van bestaande bomen zodat die behouden kunnen blijven;

h.      om schade aan bestaande bomen te voorkomen tijdens de bouw - en of wegenwerken dienen vanaf de start van de uitvoeringswerken boombeschermende maatregelen uitgevoerd te zijn zoals onder meer het plaatsen van een hekwerk, het leggen van rijplaten enzovoort om de bestaande bomen te beschermen;

i.        een bankwaarborg te voorzien van 2.000 euro ter garantie voor het behoud in een goede gezondheid van alle te behouden bomen, behoud van de bos-parkstructuur, het toepassen van boombeschermingsmaatregelen en uitvoering heraanplantingswerken zoals eerder omschreven.

 

o        Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 9 oktober 2019 onder referentie DWAD-2019-0976, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Het project omvat de afbraak van een bestaande woning, de afbraak van een niet-vergunde berging en de nieuwbouw van een woning.
De aanvraag is verenigbaar met de doelstelling van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 1.2.2.), de bestaande ruimte voor water (lagere tuinzone) blijft behouden. De nieuwbouw voldoet aan de gewestelijke verordening hemelwater: een hemelwaterput met hergebruik (dienstkraan, WC’s en wasmachine) met overloop naar een voldoende gedimensioneerde infiltratievoorziening wordt voorzien.
De inplanting van de woning gebeurt op het hoger gelegen deel van het perceel. Als gevolg van het project worden er geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integral waterbeleid.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

Algemene wettelijke voorwaarden

o        Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, … ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.

o        Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de regenwaterafvoerleiding en regenwater in de droogweerafvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een droogweerafvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

 

o        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 9 augustus 2019 onder referentie 190830 L-19-753, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

  • beschrijvend gedeelte:
  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
  • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het collectief te optimaliseren buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Specifieke voorwaarden:

  • De DWA-afvoer dient aangesloten te worden op de bestaande IBA (individuele behandeling van afvalwater; in dit geval een rietveld). Dit in afwachting van de aanleg van riolering in de Kotseheide. Dan zal er verplicht dienen aangesloten te worden op de nieuwe DWA-riolering en dient de IBA verplicht buiten dienst gesteld te worden.
  • Wel dienen nu reeds de nodige leidingen aangelegd te worden voor de afvoer van DWA (en eventueel RWA) op privaat terrein tot op de rooilijn, dit ook in afwachting van de aanleg van riolering in de Kotseheide.
  • De regenwaterput met een inhoud van 5.000 liter dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater. Volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater zal dit herbruik gebeuren door de aansluiting van toilet, wasmachine en buitenkraan.
  • De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening.
  • De infiltratievoorziening dient een minimale inhoud te hebben van 2.255 liter volgens de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de opgegeven aangesloten verharde oppervlakte. Op het rioleringsplan staat slechts een inhoud van 2.256 liter vermeld. Dit voldoet.
  • Er wordt geen overloop voorzien op de infiltratievoorziening.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
  • Al het afvalwater dient op de IBA te worden aangesloten (na de septische put).
  • Het effluent van de IBA dient ter plaatse te infiltreren (eventueel via infiltratievoorziening).
  • De IBA dient te voldoen aan de voorwaarden van Pidpa-Riolering.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 15 augustus 2019 tot 13 september 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst Waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 9 oktober 2019 is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het afbreken van de bestaande ééngezinswoning en het bouwen van een nieuwe ééngezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van de inplanting en de bestemming. De eerste 15m (gemeten vanaf de rooilijn) van het perceel is gelegen in de zone groene ruimte volgens het BPA Kotsbos Herziening. Het BPA bepaalt dat in deze zone als groene ruimte dient te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Behoudens de afsluitingen zijn alle constructies verboden. De woning wordt ingeplant op 10,50m van de rooilijn.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid niet aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag wijzigt het bestaande grondniveau. Het terrein rondom de woning wordt afgegraven met maximum 42cm. De nulpas wordt voorzien op 83cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Begonialaan 1 - de heer Hans Verstraete - het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning - OMG 2019/372

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 juli 1991 - 1991/154

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 22 december 1992 - 1992/277

o        uitbreiden van de woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 28 maart 2000 - 2000/103

o        aanleggen open zwembad - weigering door college van burgemeester en schepenen - 18 april 2000 - 2000/133

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 31 december 1976 - sgr95

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 19 september 1978 - 1978/13

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door de heer Hans Verstraete, Begonialaan 1, 2970 Schilde op 17 juli 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Begonialaan 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 5 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 18 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).
    Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Hof Ter Linden wijziging, goedgekeurd op 15 april 2005.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Hof ter Linden herziening bepaalt:

Artikel 1: Zones voor landelijke bebouwing

1.1.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor hoofdgebouwen

1.1.1.      Bestemmingen

Eéngezinswoningen die afzonderlijk of bij gekoppelde bebouwing te samen het karakter of het uitzicht hebben van een villa of landhuis.

De vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte.

Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid zijn verboden.

1.1.2.      Bebouwingswijze

Vrijstaand of ten hoogste twee gekoppelde woningen. In dit laatste geval moeten de gekoppelde woningen gelijktijdig opgericht worden en één architecturaal geheel vormen.

1.1.3.      Plaatsing van de gebouwen

o        binnen de op plan aangeduide zone.

o        op minstens 5m afstand van de perceelsgrenzen uitgezonderd de rooilijnen, behoudens bij gekoppelde woningbouw. In dit laatste geval zijn de vrijstaande zijgevels gesitueerd op minstens 5m van de perceelsgrens. Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf het maaiveld tot bovenrand kroonlijst) wordt deze verplichte minimumafstand tot perceelsgrenzen teruggebracht tot 3m.

o        de som van de afstanden van de zijgevels tot de zijdelingse perceelsgrenzen moet minimum 1/3 van de kavelbreedte bedragen, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

1.1.4.      Afmetingen van de gebouwen

a.      kroonlijsthoogte

Gemeten van het maaiveld tot de bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: maximum 7m.

Bij gekoppelde bebouwing zijn de kroonlijsthoogten identiek.

b.      voorgevelbreedte

o        minimaal 8m gemeten evenwijdig met de bouwlijn

o        maximum 2/3 van de kavelbreedte gemeten op de voorgevelbouwlijn.

c.      bouwdiepte

Maximum 20m tussen voor- en achtergevel.

d.      bebouwbare oppervlakte

De bebouwbare oppervlakte bedraagt maximum 250m² per kavel met inbegrip van bijgebouwen.

Voor percelen groter dan 2.500m² mag maximum 10% van de perceelsoppervlakte bebouwd worden met een maximum van 350m².

1.1.5.      Welstand van de gebouwen

a.      Dakvorm

Vrij: de dakhelling mag niet meer dan 45° bedragen.

b.      Materialen:

a)      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b)      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een betonagglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met de daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bv. Boomse of Kempisch machiensteen)

c)      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

1.2.            Bestemmings- en bebouwingsvoorschriften voor bijgebouwen

1.2.1.      Bestemming

Autogarages, carports, bergplaatsen, hokken serres, tuinhuisjes en zwembaden.

1.2.2.      Plaatsing van de gebouwen

Binnen de op plan aangeduide zone op minimum 3m van de perceelsgrenzen.

1.2.3.      Afmetingen van de gebouwen

Bebouwbare oppervlakte: maximum 40m².

Deze oppervlakte is vervat in de totale bebouwbare oppervlakte per perceel.

Kroonlijsthoogte maximum 3m.

1.2.4.      Welstand van de gebouwen

Dakvorm: vrij met een maximumhelling van 45°.

Materialen: idem als deze van de hoofdgebouwen of in hout of glas.

1.3.            Aanleg van de zone

o     Het niet-bebouwde en niet-verharde gedeelte van het perceel moet onmiddellijk na de oprichting van het hoofdgebouw aangelegd worden als tuin met streekeigen hoogstammig en laagstammig groen, heesters e/of gras en als zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o     Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor de oprichting van gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen en binnen een strook van  meter rond het hoofdgebouw. De inplanting van de constructie dient zodanig te worden gekozen dat zo weinig mogelijk hoogstammige bomen dienen te worden gekapt. Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o     De inplanting van het gebouw moet verantwoord worden aan de hand van een gedetailleerd plan van de bestaande toestand, waarop de beplanting is weergegeven.

o     Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o     Maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openlucht zwembaden, e.d.

o     Alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte wordt aangewend, mag worden verhard en dit met waterdoorlatende verharding. Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o     Volledige verhardingen van het terrein zijn slechts toegelaten als terras, met een maximale gezamenlijke oppervlakte van 100m².

o     Zwembaden hebben een maximale oppervlakte van 75m² en worden ingeplant op minimum 3 meter van de perceelsgrenzen. Het lozen van zwembadwater in grachten is niet toegelaten.

Artikel 2: Voortuinstrook

2.1.     Bestemming en aanleg

o        Oprichting van het hoofdgebouw dient de strook als tuin met te worden aangelegd streekeigen hoogstammig en Iaagstammig groen, heesters en/of gras en aIs zodanig worden behouden. Het groen moet aangebracht worden Iangs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen.

o        Het bestaande groen is maximaal te behouden. Het vellen van hoogstammige bomen kan slechts worden toegestaan voor het nemen van toegang tot gebouwen binnen een strook van 5m rond het hoofdgebouw, Het vellen van andere hoogstammige bomen is onderworpen aan de gemeentelijke verordening terzake.

o        Aanplantingen moeten geschieden in overeenstemming met de natuurlijke begroeiing en met soorten volgens de lijst van streekeigen bomen en heesters.

o        Alleen het gedeelte dat aIs toegang tot de gebouwen of aIs parkeerruimte wordt aangewend, mag verhard worden en dit met waterdoorlatende verharding.
Een opvang in wadi of afloop naar een ondergronds infiltratiebekken, beek/gracht of vijver is ook toegelaten.

o        De parkeerplaatsen dienen geïntegreerd te worden in een groene inrichting voor de tuinen.

2.2.     Bebouwing
Behoudens de afsluitingen op de perceelsgrenzen alle constructies verboden.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1991. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 217,8m² op een perceel van circa 2.021,84m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen.

Het perceel is gelegen langsheen 2 gemeentewegen: Heerbaan en Begonialaan. Beiden zijn voldoende uitgerust en worden weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning op een perceel van 2.021,84m². De woning wordt ingeplant tot op 15,15m uit de rooilijn, op 6,24m van de rechter perceelsgrens en op 9,96m van de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 21,79m op een kavelbreedte van 37,88m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 16,1m. Het hellend dak wordt verwijderd. Er wordt een verdieping met plat dak bovenop geplaatst. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,85m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in grijs/zwart genuanceerde gevelsteen.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 241,25m².

De toegang tot het perceel is 5,35m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op minimum 12,84m van de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras vijver van 116,48m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 241,48m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

d)      Gemeentelijke milieuambtenaar
Het advies van gemeentelijke milieuambtenaar afgeleverd op 2 september 2019, luidt: gunstig.
Er zijn geen bomen te vellen. Het perceel voldoet op vlak van groen aan de definitie van woonpark.
 

o        Pidpa Riolering
Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 9 augustus 2019 onder referentie 190831 L-19-754, luidt: voorwaardelijk gunstig.
Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

2.3.                         beschrijvend gedeelte:

o        van toepassing zijnde regelgeving:

  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.

o        Ligging volgens het zoneringsplan:

  • De ontwikkeling is gelegen in het geoptimaliseerde buitengebied, dit is de zone waar de aansluiting nog zal worden gerealiseerd (groen).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
  • De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gracht of ingebuisde gracht langsheen de Begonialaan.
  • De plaatsing van een regenwaterput is niet verplicht voor een gebouw dat volledig wordt voorzien van een groendak.
  • De RWA-afvoer wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 3.040,75 liter (effectief 3.690 liter) infiltratievolume en min. 4,87m² (effectief 6,48) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
  • Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is verplicht. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan. De minimum inhoud dient 3.000 liter te bedragen.
  • Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
  • De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
  • Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
  • De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de gracht of inbuizing van de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

o        Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 9 oktober 2019 onder referentie DWAD-2019-0979, luidt: voorwaardelijk gunstig.
De aanvraag is verenigbaar met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (artikel 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden.
Een groendak en infiltratievoorziening worden voorzien. Bijkomende voorwaarden met betrekking tot het groendak.
Indien aan deze voorwaarden voldaan wordt, worden er als gevolg van het project geen significante negatieve effecten op het watersysteem verwacht. Het project wordt bijgevolg gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.

o        Algemene wettelijke voorwaarden

  • Waterkwantiteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwatermoet zoveel mogelijk hergebruiktworden (als toiletspoeling, waswater, beregening,). Het overigeafstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerden/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
    De dakoppervlakte wordt uitgevoerd als groendak volgens de aanstiplijst van de gewestelijke verordening hemelwater. Hierdoor mag de dakoppervlakte gehalveerd worden, om in rekening te brengen en dient er geen hemelwaterput geplaatst te worden. De infiltratievoorziening dient berekend op de helft van de dakoppervlakte.
    Op het dakenplan is evenwel geen aanduiding van een groendak, ook wordt er nergens melding gemaakt van het bufferend volume van het dak.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verbodenhuishoudelijk afvalwater te lozen in de regenwaterafvoerleiding en regenwater in de droogweerafvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een droogweerafvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient eventueel voorzien.
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Het groendak dient een minimaal buffervolume van 35 l/m² te hebben, conform de verordening hemelwater.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 15 augustus 2019 tot 13 september 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 9 oktober 2019 is voorwaardelijk gunstig. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.
     
  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het BPA Hof Ter Linden wijziging. Het BPA bepaalt dat:

o        maximum 10% van de totale perceelsoppervlakte mag worden ingenomen voor het aanleggen van speelruimten, tennisvelden, opritten, openluchtzwembaden, en dergelijke. De aanvraag voorziet een vijver, terras en oprit met een gezamenlijke oppervlakte van 217,48m² op een perceel van 2.021,84m²;

o        in de voortuinstrook alleen het gedeelte dat als toegang tot de gebouwen of als parkeerruimte mag worden verhard. De aanvraag voorziet een gedeelte van het terras in deze zone.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend werden. De aanvraag voorziet verharding met een oppervlakte van meer dan 10% van de totale perceel oppervlakte.
Een deel van de verharding dient te worden verwijderd, zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan. Deze zone dient aangelegd te worden als groene ruimte. Mits voldaan wordt aan deze voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld en is het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 63cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • de vestiging van een maatschappelijke zetel van een bedrijf of de uitoefening van een vrij beroep is toegelaten indien er geen afbreuk wordt gedaan aan het residentiële karakter van de gebouwen en deze activiteiten gepaard gaan met een woonbestemming. Minimum 60% van het bouwvolume wordt ingenomen door het woongedeelte. Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 3.040,75 liter en een infiltratieoppervlakte van 4,87m² zodat aan de verordening voldaan wordt;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

o        het niet-bebouwbare gedeelte moet aangelegd worden met hoogstammig groen (het bestaande moet bewaard worden). Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden en dergelijke;

  • het advies van Pidpa-Riolering naleven;
  • een deel van de verharding dient te worden verwijderd, zoals in het rood aangeduid op het inplantingsplan. Deze zone dient aangelegd te worden als groene ruimte;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - August Dilslei 36 - Patrick Vandenbroucke - het bouwen van 2 duplex appartementen met een zwembad en poolhouse - OMG 2019/389

 

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Patrick Vandenbroucke, Autolei 43, 2160 Wommelgem op 7 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres August Dilslei 36.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het bouwen van 2 duplex appartementen met een zwembad en poolhouse.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 8 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 21 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Molenveld, goedgekeurd op 11 december 1957.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Molenveld bepaalt:

Artikel 2. Zone voor gegroepeerde bebouwing

201. Hoofdgebouwen

1.      Bestemming: woonhuizen, handelsinrichtingen.

2.      Bebouwing:

Ofwel gegroepeerd volgens de aanduidingen op het plan;

Ofwel alleenstaand of gegroepeerd tot maximum 6 woonhuizen volgens de grafische aanduidingen van een vooraf op te maken verkavelingsplan.

Afstand van de vrijstaande zijgevels tot de zijgrens van het perceel minimum 3m. Geen zichtbare blinde gevels.

3.      Bouwbreedte:

a.      Aaneengebouwde woonhuizen en kopwoningen minimum 7m.

b.      Alleenstaande woonhuizen: minimum 8m.

4.      Bouwdiepte:

Zoals aangeduid op het plan. Voor alleenstaande bebouwing kan een afwijking worden verleend van de op het plan voorziene bouwdiepte tot een maximum van 15m.

5.      Bouwhoogte:

Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst of onderkant dakoversteek: 6 à 6,50m. Andere hoogten kunnen toegestaan of opgelegd worden zo dit gewenst is voor aanpassing aan de bestaande gebouwen. In geval van alleenstaande bebouwing of van groepsbouw van een volledig woningblok kunnen andere hoogten toegelaten worden.

6.      Gevelmaterialen:

a) gegroepeerde bebouwing:

Vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

b) alleenstaande bebouwing:

Alle gevels in gevelsteen, natuursteen, baksteen geschilderd in lichte kleur, sierbezetting in lichte kleur. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan.

7.      Dak:

a)      gegroepeerde bebouwing: Zadeldak, helling 35° tot 55°, op de basisdiepte van 10m, de nok evenwijdig met de voorbouwlijn, de dakvlakken symmetrisch ten opzichte van het vertikaal vlak door de nok. Bij groepsbouw van een volledig woningblok kunnen hellingen van 15° tot 55° worden toegestaan. Voor de kopwoningen kan een half schilddak of wolfdak worden toegestaan, op voorwaarde dat aan de twee kopwoningen dezelfde oplossing gegeven wordt.

b)      alleenstaande bebouwing: Hellingen van 15° tot 55°. Plat dak toegelaten op uitbouw.

8.      Dakbedekking:
Ofwel pannen, kleur rood of zwart; ofwel asbestleien in horizontaal verband, kleur rood of zwart; ofwel, bij groepsbouw of alleenstaande bebouwing, natuurleien; ofwel, bij groepsbouw of alleenstaande bebouwing; riet; ofwel, voor flauw hellende daken, roofing met korrel.

9.      dakvensters:

Minimumafstand van de voorzijde tot het gevelvlak 0,40m. Minimumafstand tot het gevelvlak evenwijdig met de zijwangen 1m.

10.  Kroonlijsten:

Verplicht, behalve bij rietbedekking.

De voorgevel en de achtergevel dienen voorzien van een rechtlijnige en doorlopende kroonlijst. De vrijstaande zijgevel dient uitgevoerd ofwel met kroonlijst, ofwel, voor puntgevels, met gevelpannen of met overtekend dakvlak.

Uitsprong uit het gevelvlak:

a)      kroonlijst aan voorgevel: 0,50m;

b)      kroonlijst aan achtergevel, kroonlijst of overstekend dakvlak aan vrijstaande zijgevel: 0,20 à 0,50m;

c)      dakoversteek bij rietbedekking: maximum 1m.

11.  Erkers: enkel gelijkvloers.

Uitsprong uit het voorgevelvlak of uit het zijgevelvlak grenzend aan de achteruitbouwstrook: maximum 0,50m in de achteruitbouwstrook. Uitsprong uit het vlak van de overige vrijstaande zijgevels: maximum tot op 3m afstand van de zijgrens van het perceel.  Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte.

12.  Balkons:

Uitsprong uit het gevelvlak maximum 0,50m.

Breedte maximum 2/3 van de gevelbreedte.

13.  Uitsprongen:

Maximum 0,30m uit het gevelvlak.

14.  Bouwperceel:

De te vormen percelen haaks op de voorbouwlijn over de ganse diepte van de bouwstrook.

Maximumbreedte voor:

a)      alleenstaande bebouwing: 15m;

b)      kopwoningen: 9m;

c)      aaneengesloten bebouwing: 6m.

15.  Worden bindend gemaakt voor het ganse woningblok door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd:

a.      de bouwhoogte

b.      de kleur van de gevelsteen

c.      de dakhelling en de nokhoogte

d.      de aard en de kleur van de dakbedekking

202. Bijgebouwen I

1.      Bestemming: dezelfde als die van de hoofdgebouwen;

2.      Bouwhoogte: gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst maximum 3,50m;

3.      Gevelmaterialen: dezelfde als die van het hoofdgebouw;

4.      Dak: plat;

5.      Kroonlijst: uitsprong uit het gevelvlak 0,20m.

203. Bijgebouwen II

1.      Bestemming: bergplaatsen, garages.

2.      Bebouwing: Volgens de aanduidingen op het plan.  Indien het bijgebouw niet wordt opgericht moet op de voorbouwlijn van dit bijgebouw een afsluitingsmuur in gevelmaterialen, hoogte 3m, opgericht worden.

3.      Bouwhoogte: Gemeten van peil voetpad tot bovenkant kroonlijst: 3m.

4.      Gevelmaterialen: Vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen.

5.      Dak: Plat.

6.      Kroonlijst: Uitsprong uit het gevelvlak 0,30m.

7.      Voor de gekoppelde zijgebouwen of de afsluitingsmuur wordt de kleur van de gevelsteen bindend gemaakt voor beide constructies door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd.

204. Koeren en tuinen

1.      Bebouwing: bergplaatsen, duivenhokken, garages
Inplanting op minimum 10m afstand van de bouwstroken en van de andere zones. Op verzoek van beide bouwheren kan vergunning worden verleend om tussen twee kopwoningen een garage gekoppeld in te planten vanaf 5m uit de voorbouwlijn. Maximumoppervlakte van de gezamenlijke constructies 25m² per perceelbreedte van 3m;

2.      Bouwhoogte: Maximum 3m;

3.      Gevelmaterialen: vanaf de openbare weg zichtbare gevels: gevelsteen. Bewerking met siermaterialen kan worden toegestaan. Overige gevels: baksteen;

4.      Daken: Plat;

5.      Afsluitingen: muren in baksteen of betonplaten toegestaan indien niet zichtbaar vanaf de openbare weg;

6.      Voor de gekoppelde garages wordt de kleur van de gevelsteen bindend gemaakt voor beide constructies door de bouwvergunning die het eerst wordt afgeleverd.

205. Achteruitbouwstrook

1.      Bebouwing: alle constructies verboden, op- en afritten inbegrepen;

2.      Afsluitingen: aan de openbare weg: muurtje in klampsteen, hoogte 0,40m. De Posten naast de ingangen mogen opgetrokken worden tot een hoogte van 0,70m.

 

  • Bestaande toestand

Het betreft een onbebouwd perceel van 484m² groot.

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoningen en meergezinswoningen.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door half open en gesloten bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het bouwen van 2 duplex appartementen met een zwembad en poolhouse op een perceel van 484m². De nieuwe meergezinswoning wordt ingeplant tot op 5,21m uit de rooilijn, op 3,0m van de rechter perceelsgrens en op de linker perceelsgrens. De voorgevel van de woning heeft een breedte van 7,00m op een kavelbreedte van 10,00m, gemeten op de voorgevelbouwlijn. De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 15,00m. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,90m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een hellend dak van 45° met een nokhoogte van 11,40m. De gevels worden opgetrokken in rood genuanceerde gevelsteen en zwarte geprofileerde stalen platen. Het dak wordt afgewerkt met zwarte dakpannen.

Op 21,96m achter de woning en op 1,00m van de linker, de rechter en de achterste perceelsgrens wordt een tuinhuis ingeplant. Het tuinhuis is 5,00m diep, 8,00m breed en 3,00m hoog. De gevels worden bekleed in zwarte geprofileerde stalen platen, afgewerkt met een plat dak.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 160,78m².

De toegang tot het perceel is 3,00m breed. De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op de rechter perceelsgrens. Achter de woning wordt een terras met zwembad van 58m² aangelegd. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 202,2m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Proximus
    Het advies van Proximus afgeleverd op 23 augustus 2019, luidt: gunstig.
    Voor het geplande project is voldoende telecominfrastructuur van Proximus aanwezig om de percelen aan te sluiten. Met uitzondering van een punctuele opening, dienen geen bijkomende werken worden uitgevoerd. Om kosten te vermijden dient de verkavelaar een wachtbuis te plaatsen vanaf de woning tot aan de rooilijn.Voor de effectieve aansluiting en/of slopen van het bestaand gebouw dient de bouwheer of klant contact op te nemen met Proximus op 0800 22 800.

 

  • Telenet
    Het advies van Telenet afgeleverd op 29 augustus 2019, luidt: gunstig.
    Er is voldoende infrastructuur aanwezig.

 

  • Pidpa
    Op 8 augustus 2019 werd er advies gevraagd. Volgens Pidpa is het advies niet vereist.

 

  • Pidpa Riolering
    Het advies van Pidpa Riolering afgeleverd op 26 augustus 2019 onder referentie L-19-804/190849, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Betreffende de aan te leggen rioleringsinfrastructuur:

o        beschrijvend gedeelte:

  • van toepassing zijnde regelgeving:
  • de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
  • het Vlaams reglement houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem);
  • de “Basisvoorwaarden voor het rioleringsbeheer” pidpa-riolering (zie website Pidpa);
  • het Algemeen waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • het Bijzonder Waterverkoopreglement (zie website Pidpa);
  • de code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen;
  • deze lijst is niet limitatief.
    • Ligging volgens het zoneringsplan:
  • De ontwikkeling is gelegen in het centrale gebied met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation (oranje gearceerd).
    Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:
  • Specifieke voorwaarden:
    •     De DWA-afvoer en de RWA-afvoer zullen dienen aangesloten te worden op de bestaande gemengde riolering langsheen de August Dilslei.
    •     De regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter voldoet aan de bijgevoegde aanstiplijst hemelwater voor de nieuwbouw of herbouw van een of meer andere gebouwen dan eengezinswoningen, waarvan minstens een gebouw groter is dan 100m².
    •     De regenwaterput dient voorzien te zijn van effectief herbruik van regenwater, dit is voorzien door de aansluiting van toiletten en voor de tuin.
    •     De overloop van de regenwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening met min. 2.500 liter (effectief 3.140 liter) infiltratievolume en min. 4m² (6,28m²) infiltratie oppervlakte. De overloop hiervan mag worden aangesloten op het openbaar domein ten hoogte van de rooilijn. Men moet er wel aandacht aan besteden dat de infiltratievoorziening geplaatst wordt boven het grondwaterniveau.
    •     Een voldoende gedimensioneerde (volgens 'Waterwegwijzer bouwen en verbouwen') en goed werkende voorbehandelingsinstallatie (septische put) op de afvoer van de toiletten is aan te raden. Deze werd voorzien en staat vermeld op het plan.
    •     Eén DWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke (toekomstige) overgang van privéwaterafvoer naar het (toekomstig) openbaar saneringsnetwerk is verplicht.
    •     De eventuele bestaande huisaansluiting van het bestaande/te slopen gebouw/woning dient herbruikt te worden. Tijdens de werkzaamheden dient deze aansluiting op een degelijke wijze afgesloten te worden, zodat er geen onnodig vuil, zand, afval… in de riolering kan terechtkomen. Nieuwe huisaansluitingen (op een andere locatie of met een grotere diameter) zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze dienen aangevraagd te worden bij Pidpa-Riolering.
    •     Eén RWA-huisaansluitputje ter hoogte van elke toekomstige overgang van privéwaterafvoer naar het openbaar saneringsnetwerk, tenzij wordt aangesloten op een gracht of een ander open hemelwaterlichaam is verplicht.
    •     De huisaansluitputjes, de plaatsing ervan en de aansluiting op de riolering en de gracht zijn ten laste van de ontwikkelaar. Deze werken worden uitgevoerd door Pidpa.

o        Algemene voorwaarden:

  • Voor elke aansluiting op de riolering dient een aanvraag gericht te worden aan Pidpa-Riolering.
  • De riolering op privéterrein dient verplicht gekeurd te worden op de afkoppeling van het hemelwater.

 

  • Brandweer Malle
    Het advies van Brandweer Malle afgeleverd op 9 september 2019 onder referentie PR 1900375-+01, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op onderstaande opgesomde artikels zijn inbreuken vastgesteld:

o        A: artikel 6.5.4. Veiligheidsverlichting voorzien

Hierdoor:

o        Komt de veiligheid van aanwezigen en indien nodig hun snelle evacuatie in het gedrang;

De hulpverleningszone geeft een gunstig brandpreventieverslag mits naleving van volgende voorwaarden:

o        Het plaatsen van veiligheidsverlichting.

 

  • Fluvius System Operator
    Het advies van Fluvius System Operator afgeleverd op 20 augustus 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    Op deze locatie is er geen behoefte aan een lokaal voor de oprichting van een middenspanningscabine. De bijkomende wooneenheden kunnen worden aangesloten op het bestaande laagspanningsnet als de vermogens beperkt blijven tot 9,2kVA per aansluiting en 22,2kVA voor de algemene delen. Dit advies blijft geldig tot 1 jaar na briefdatum. Tevens is er gasnet aanwezig voor residentieel gebruik.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 18 augustus 2019 tot 16 september 2019.

Er werden 4 schriftelijke bezwaren ingediend.

De bezwaren handelen over:

1.      Het bouwen van een meergezinswoning is volgens de beleidsnota Schilde - ‘s-Gravenwezel niet mogelijk.

2.      Een bezwaar handelt over de bouwhoogte en bouwdiepte. Door het gebouw veel hoger en dieper te voorzien dan de aanpalende gebouwen gaat het conform beeld en het landelijk aspect van de omgeving verloren.

3.      De garage/poolhouse dient op voldoende van de perceelsgrens ingeplant te worden en niet hoger dan 3,5m.

4.      Er dient bescherming tegen geluidsoverlast van de warmtepomp en filterinstallatie voor het zwembad te worden voorzien alsook de afstand van 3m van de perceelsgrens te respecteren.

5.      De terrassen in de zijgevel zijn een inbreuk op de privacy door inkijk op het naast gelegen perceel en woning.

6.      De bezwaarindieners zijn van mening dat de afwijking van bouwhoogte en bouwdiepte de lichtinval zal beperken en het uitzicht zal geven op een grote blinde muur.

De bezwaren worden als volgt beoordeeld:

1.      Het perceel van de aanvraag is volgens het grafisch plan bij de beleidsnota gelegen in de zone voor bouwen in tweevoud. De aanvraag voorziet 2 appartementen. In de omgeving komen gebouwen met 2 appartementen voor.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

2.      De afwijkingen zijn niet beperkt. In de nabije en ruimere omgeving komen geen afwijkingen voor op de bouwhoogte en bouwdiepte.
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

3.      De garage/poolhouse wordt voorzien op 1m van de perceelsgrens en heeft een hoogte van 3m gemeten vanaf het maaiveld.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

4.      De technieken van het zwembad wordt voorzien in de kelder van het bijgebouw. De aanvraag voorziet geen warmtepomp.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

5.      De afstand tussen het terras en het aanliggende perceel bedraagt meer dan 1,90m zoals bepaald wordt in artikel 678 van het Burgerlijk Wetboek.
Het bezwaar is ontvankelijk en ongegrond.

6.      Zie punt 2
Het bezwaar is ontvankelijk en gegrond.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende (bouw)project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. De ondergrondse constructie heeft beperkte dimensies en geeft geen aanleiding tot een verminderde infiltratie in de bodem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Voor het betrokken project werd de watertoets uitgevoerd volgens de richtlijnen van het uitvoeringsbesluit van 5 juli 2013. Daaruit volgt dat een positieve uitspraak mogelijk is indien de gewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater wordt nageleefd. Het ontwerp voorziet in de plaatsing van een hemelwaterput van 10.000 liter met een overloop op een infiltratievoorziening met een buffervolume van 3.140 liter en een infiltratieoppervlakte van 6,28m² zodat aan de verordening voldaan wordt. Onder deze voorwaarden is het ontwerp verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het bouwen van 2 duplex appartementen met een zwembad en poolhouse is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag voorziet 2 woongelegenheden. In totaal worden 3 parkeerplaatsen voorzien, waarvan 2 achter elkaar op de oprit (carport) en 1 voor de woning. De parkeerplaats voor de woning is circa 2,0m breed en 5,0m diep. De parkeerplaatsen zijn niet voldoende groot en vlot bereikbaar.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet niet aan de voorschriften. Het gebouw wijkt af van het BPA Molenveld. Het BPA Molenveld bepaalt dat:

o        een dak een basisdiepte heeft van 10m. De aanvraag voorziet een dak met basisdiepte van 15m;

o        de kroonlijsthoogte 6 tot 6,50m mag bedragen. Andere hoogten kunnen worden toegestaan of opgelegd worden voor de aanpassing aan bestaande gebouwen. Het links aanpalende gebouw heeft een kroonlijsthoogte van 5,80m. De aanvraag voorziet een kroonlijsthoogte van 6,90m;

o        in de zone voor bijgebouwen I, enkel een gelijkvloers verdieping met een kroonlijsthoogte van maximum 3,5m toegestaan is en afgewerkt met een plat dag. De aanvraag voorziet in deze zone 2 bouwlagen met een kroonlijsthoogte van 6,90m en een hellend dak.

o        Op het grafisch plan van het BPA Molenveld is de zone voor bijgebouwen II ingeplant op 5m achter de voorgevelbouwlijn, met een diepte van 7,50m. De aanvraag voorziet een bijgebouw op 9,61m achter de voorgevel bouwlijn, met een diepte van 5,39m.

In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
Sinds 1 januari 2018 is een afwijking op een BPA of verkaveling ouder dan 15 jaar geen grond tot weigeren van de aanvraag. Het geldende BPA Molenveld dateert van 11 december 1957 en is ouder dan 15 jaar. De aanvraag wordt onderworpen aan een openbaar onderzoek en getoetst aan de goede ruimtelijke ordening. Tijdens het openbaar onderzoek werden gegronde bezwaren ingediend. In de onmiddellijke en ruimere omgeving komen dergelijke afwijkingen niet voor. In de straat komen enkel woonblokken voor met dezelfde bouwhoogte (kroonlijst- en nok hoogt) en bouwdiepte. De afwijkingen zijn niet beperkt en bijgevolg niet aanvaardbaar.
De aanvraag past niet in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid niet aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De architectuur van de aanvraag heeft volgende kenmerken: rood genuanceerde bakstenen en zwarte stalen panelen.
    Het BPA Molenveld bepaalt dat gevelsteen het gevelmateriaal voor gevels zichtbaar vanaf de openbare weg is. Bewerkingen met siermaterialen kan worden toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt/wijzigt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 35cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Per woongelegenheid wordt een kwalitatieve buitenruimte voorzien van minimum 6,92m². De terrassen worden inpandig voorzien.
    Er wordt een inpandige afvalberging voorzien.
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag niet in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: ongunstig.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de weigering af aan de aanvrager.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Wouwersstraat 1 - mevrouw Mireille Matthynssens - het herbouwen van een zonevreemde eengezinswoning en bijgebouw - OMG 2019/392

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunning(en)

  • herbouwen van bestaande woning : nota niet uitgevoerd - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 juli 2014 - 2014/69
  • het herbouwen van een bestaande woning - niet uitgevoerd - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 11 april 2016 - 2015/275

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door mevrouw Mireille Matthynssens, Den Aard 10, 2970 Schilde op 7 augustus 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Wouwersstraat 1.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het herbouwen van een zonevreemde eengezinswoning en bijgebouw.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 9 augustus 2019. De uiterste beslissingsdatum is 22 november 2019.

 

  • Planologische context
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Specifieke voorschriften

Artikel 7: Cluster ’s-Gravenwezel

7.0. Basisrechten

Aan een bestaande, niet-verkrotte, vergunde of vergund geachte zonevreemde woning zijn volgende werken en handelingen toegestaan op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden niet toeneemt:

o        het verbouwen van de woning, inclusief de bijgebouwen, binnen het bestaande bouwvolume;

o        het herbouwen in geval van overmacht van de woning, inclusief de bijgebouwen, binnen het bestaande bouwvolume.

Functiewijzigingen zijn niet toegestaan.
Niet-vergunningsplichtige werken zijn niet van toepassing.
De cluster wordt voor de stedenbouwkundige voorschriften opgedeeld in kasteelwoning (a), zoals aangeduid op het grafisch plan, en in andere woningen (b).

7.1.b. Bijkomende bepalingen betreffende het herbouwen van zonevreemde woningen

In functie van het vrijwaren van overstromingsgevoelige gebieden is het toegelaten om een bestaande zonevreemde woning te herbouwen door middel van een aangepaste bouwwijze. Wel dient deze herbouw binnen het bestaande bouwvolume te gebeuren met een maximum van 1.000m³ en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden niet toeneemt.

7.2.b. Losstaande woningbijgebouwen

Losstaande woningbijgebouwen kunnen worden ingericht als garage, berging, tuinaccommodatie of private sportinfrastructuur, op voorwaarde dat deze functie gekoppeld is aan de woonfunctie.
Losstaande woningbijgebouwen in de tuinzone, zoals gedefinieerd in artikel 7.5.b., kunnen:

o        verbouwd worden binnen het bestaande volume;

o        herbouwd worden op dezelfde plaats binnen het huidige bouwvolume én met een maximum bouwvolume van 120m³;

o        herbouwd worden op een andere plaats binnen de tuinzone binnen het huidige bouwvolume én met een maximum bouwvolume van 120m³.

Losstaande woningbijgebouwen buiten de tuinzone, zoals gedefinieerd in artikel 7.5.b., kunnen:

o        verbouwd worden binnen het bestaande volume;

o        in het geval van overmacht herbouwd worden op dezelfde plaats binnen het huidige bouwvolume én met een maximum bouwvolume van 120m³;

o        herbouwd worden binnen de tuinzone binnen het huidige bouwvolume én met een maximum bouwvolume van 120m³.

7.3.b. Functiewijzigingen

Het gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van de woning, met inbegrip van de woningbijgebouwen, in toeristische logies met maximaal 8 tijdelijke verblijfsgelegenheden is toegestaan met uitsluiting van elke vorm van restaurant of café.

7.4.b. Vergunde en geacht vergunde nevenfuncties

Vergund of geacht vergunde constructies en gebouwen voor nevenactiviteiten bij een woning kunnen behouden blijven. Alle onderhouds- en instandhoudingswerken, renovatiewerken en verbouwingen binnen het bestaande volume zijn toegelaten. In het geval van heirkracht is herbouw toegelaten.
Bijkomende voorwaarde is dat de nevenfunctie vergund of geacht vergund is.

7.5.b. Tuinzone

Rond de zonevreemde woning wordt een tuinzone aangeduid. De tuinzone strekt zich uit binnen een straal van 30m rond de woning.
Buiten de tuinzone:

o        zijn enkel levende hagen als afsluiting toegestaan al dan niet in combinatie met paal en draad;

o        zijn alle vergunningsplichtige werken en handelingen in functie van het aanleggen van tuinen, terrassen en verhardingen verboden.

7.6.b. Inplanting van gebouwen en constructies

Uitbreidingen van de bebouwde of verharde oppervlakte in de richting van een waterloop kunnen worden toegestaan indien er geen bijkomende negatieve invloed op het watersysteem wordt uitgeoefend en er geen bijkomende verdichting van het valleigebied optreedt.
In een strook van 10m breed langs de waterloop zijn geen nieuwe verhardingen of reliëfwijzigingen toegestaan. Ook zijn uitbreidingen in deze strook niet toegestaan.

7.7.b. Verhardingen en niet-overdekte constructies

Het aanbrengen van verhardingen is beperkt tot de strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen.
Materialen die gebruikt worden voor verhardingen van onder meer toegangen, opritten, parkings en terrassen moeten waterdoorlatend zijn. Ook zullen er specifieke maatregelen tot buffering en afvoer van hemelwater genomen worden.
Bijkomende niet-overdekte constructies zijn niet toegestaan.

 

  • Bestaande toestand

Op het perceel is een woning aanwezig sinds 1958 volgens de gegevens van het kadaster .

Op het perceel is ook nog een bijgebouw aanwezig. De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 243m² op een perceel van circa 11.694m².

Het perceel is niet gelegen in de dorpskern maar in een residentiële woonwijk.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als eengezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: eengezinswoningen en een tuinbouwbedrijf.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open bebouwing. Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in een beschermd dorpsgezicht of beschermd landschap.

Het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over herbouwen van een vrijstaande woning op een perceel van ca. 11.694m². De nieuwe woning wordt ingeplant tot op een natuurlijke landrug en boven de bestaande vijver. De woning wordt ingeplant op minimum 8,84m afstand van de waterloop het ‘Klein Schijn’. Het gebouw is16,59m breed en 25,83m diep. De kroonlijsthoogte bedraagt 5,70m, gemeten vanaf het maaiveld, afgewerkt met een plat dak. De gevels worden opgetrokken in licht grijs architectonisch beton. In de landrug wordt een kelderverdieping voorzien voor berging, garage en technische ruimte. De kelderverdieping is toegankelijk via een garagepoort aan de rechter zijde van de landrug. Het bovengronds volume van de woning bedraagt 984,62m³.

Op 20,97m van de woning en op 3,00m van de waterloop wordt een bijgebouw ingeplant. Het bijgebouw is 7,64m diep, 5,78m breed en 3,00m hoog. De gevels worden bekleed in licht grijs architectonisch beton, afgewerkt met een plat dak. Het bovengronds volume van het bijgebouw bedraagt 120m³.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 336,98m².

De toegang tot het perceel is 5,00m breed. De oprit wordt niet gewijzigd en werd aangelegd in waterdoorlatende kiezel. De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 543,31m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
    Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
    Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.
  • Ministerieel besluit van 6 april 1994
    Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
  • Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
    Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.
  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
    Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.
  • Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
    Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
    De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
    De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
    Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

  • Er werden geen interne adviezen gevraagd.

 

  • Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid
    Het advies van Departement Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid afgeleverd op 10 oktober 2019 onder referentie DWAD-2019-1005, luidt: voorwaardelijk gunstig
    Gunstig, voor de nieuwe woning en de afbraakwerken, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd

Ongunstig, voor de inplanting van het nieuwe bijgebouw. Een gunstig advies kan bekomen worden indien dit nieuwe bijgebouw op meer dan 5m van de kruin van de waterloop wordt opgericht.
Verenigbaarheid met het watersysteem
Vanuit oogpunt water gaan wij niet akkoord met de inplanting van het bijgebouw. Alle op te richten gebouwen dienen buiten de 5m-zone opgericht te worden.
Binnen de 5 m-zone geldt immers een bouwverbod (zie decreet integraal waterbeleid, zie HIII, Afd. 2, Art.10, §1, 4°). Onder hetzelfde artikel onder §3 wordt ook nog eens het recht van doorgang herhaald.
Volgens het inplantingsplan wordt het bijgebouw opgericht op 3 m van de waterloop.
De waterloop is overstromingsgevoelig, de mogelijkheid tot onderhoud van de waterloop is bijgevolg van cruciaal belang.
De aanvraag zou verenigbaar kunnen zijn met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 5), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

o        Algemene wettelijke voorwaarden

  • Bouwafstanden – erfdienstbaarheden: 5m zone.
    Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingwerken en voor het spreiden van de ruimingproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, constructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. Wanneer uitvoering van deze bepaling aanleiding kan geven tot ernstige ecologische schade, zal de Provincie hier in de praktijk afwijkingen op dulden.
    Afsluitingen/Hagen langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75m tot 1,00m vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50m boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50m moeten op minstens 5m van de kruin van de waterloop geplaatst worden. Afsluitingen haaks op de waterloop moeten binnen de 5m-zone eenvoudig verwijderbaar zijn en terugplaatsbaar zijn. Struikgewas dient tot op een hoogte van maximaal 1,50m worden teruggesnoeid.
    Verhardingen(opritten, terrassen,…) , leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5m vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton.
    Beplantingen: de aanplanting van loofbomen langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt te gebeuren:

1.      ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5 m landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop volledig vrij worden gehouden;

2.      ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10 m zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1.

Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6 m van de oevers van de waterlopen.
De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden.
Reliëfwijziging: reliëfwijzigingen/ophogingen zijn verboden binnen de 5 m zone.

  • Afstanden – waterkwaliteit: 1m-zone
    Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, noch besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10 m (GEN en GENO) of 5 m (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop.
  • Eigendom
    De bedding van een waterloop van tweede categorie behoort toe aan de provincie.
    Werken aan de waterloop
    Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder stedenbouwkundige vergunning. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop, oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (verleggen, dempen of herprofilering van waterloop).
    Waterkwaliteit: vasthouden > bergen > afvoeren
    Niet functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Eventuele verharding is bij voorkeur waterdoorlatend. Het dakwater moet zoveel mogelijk hergebruikt worden (als toiletspoeling, waswater, beregening, ). Het overige afstromende hemelwater (niet doorlaatbare verharde oppervlakten, overloop regenwaterput, …) moet worden geïnfiltreerd en/of – wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat - gebufferd. Slechts een zeer beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd. Er moet minstens voldaan zijn aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater.
  • Riolering: voorkomen > scheiden > zuiveren
    Het is verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in de regenwaterafvoerleiding en regenwater in de droogweerafvoerleiding. Het is uiteraard verboden huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater als er kan aangesloten worden op een droogweerafvoerleiding. De lozing van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater moet voldoen aan de voorwaarden opgenomen in deel 4 van Vlarem II; een IBA of kleinschalige waterzuivering dient voorzien.

o        Specifieke voorwaarden
Het bestaande talud ter hoogte van het bijgebouw dient bij de afbraak mee verwijderd te worden.
Wanneer de afbraakwerken starten dient er contact opgenomen te worden met Simon De Preter, (0476.20.13.63 of Simon.depreter@provincieantwerpen.be) om onduidelijkheden op terrein met betrekking tot de zone 5m kort te sluiten en de toestand van de waterloop op terrein te evalueren.

 

  • Agentschap voor Natuur en Bos
    Het advies van Agentschap voor Natuur en Bos afgeleverd op 2 september 2019, luidt: voorwaardelijk gunstig.
    De aanvraag omvat de verbouwing van een bestaande zonevreemde woning. Er zullen door de ingreep geen natuurwaarden van belang geschaad worden.

Vanzelfsprekend dient strikt voldaan te worden aan de bepalingen en voorwaarden omtrent zonevreemde woningen en constructies (evenals zonevreemde functiewijzigingen) en indien van toepassing een gemeentelijk RUP zonevreemde woningen. Wij wijzen er wel op dat enkel vergund of vergund geachte constructies behouden mogen worden. Onvergunde constructies die zich eventueel op het terrein bevinden, dienen afgebroken te worden. Het is ook belangrijk dat de vergunningverlener nagaat of het gebouw niet verkrot is. Op basis van een terreinbezoek heeft het agentschap immers vastgesteld dat er leegstand en bouwval sinds meerdere jaren is. Dit beperkt mogelijks aanzienlijk de bouwrechten.

Op het perceel komt deels bos voor. Deze bosoppervlakte dient integraal behouden te worden. Het bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

Op basis van bovenstaande uiteenzetting stelt het Agentschap voor Natuur en Bos vast dat de bestaande natuurwaarden niet worden geschaad.
Hierbij werden volgende voorwaarden voorgesteld:

De bosoppervlakte op het perceel dient als bos behouden te worden. Het bosdecreet blijft er van toepassing. Kappingen kunnen er maar uitgevoerd worden mits machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is niet toegelaten er constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, de kruid-, of de boomlaag uit te voeren, wat onder meer ook betekent dat er daar geen tuin kan aangelegd worden.

 

  • Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 19 augustus 2019 tot 17 september 2019.

Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het perceel is gelegen in effectief overstromingsgevoelig gebied. Er is advies gevraagd aan de dienst waterbeleid van het provinciebestuur van Antwerpen. Dit advies van 10 oktober 2019 is gunstig, voor de nieuwe woning en de afbraakwerken, mits rekening gehouden wordt met de voorwaarden en maatregelen opgelegd en ongunstig, voor de inplanting van het nieuwe bijgebouw. Een gunstig advies voor het bijgebouw kan bekomen worden indien dit nieuwe bijgebouw op meer dan 5m van de kruin van de waterloop wordt opgericht. Deze voorwaarden zullen integraal deel uitmaken van de vergunning.

 

  • Functionele inpasbaarheid
    Het betreft een vergund geacht woning. Tijdens plaatsbezoek werd vastgesteld dat de woning niet verkrot is volgens de definitie bepaalt in de VCRO. Het slopen van zone vreemde woning en het bouwen van een nieuwe zonevreemde eengezinswoning is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

  • Het mobiliteitsaspect
    De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

  • De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
    De aanvraag voldoet grotendeels aan de voorschriften. Het gebouw wijkt echter wel af van het RUP Zonevreemde woningen. Het RUP bepaald dat in een strook van 10m breed langs de waterloop geen nieuwe verhardingen of reliëfwijziginen toegestaan zijn. Ook zijn uitbreidingen in deze strook niet toegestaan. De aanvraag voorziet een wijziging van de verharding in deze zone en het bouwen van een bijgebouw op 3m van de waterloop ‘Klein Schijn’.
    In een vergunning kunnen, na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. Afwijkingen kunnen niet worden toegestaan voor wat betreft: de bestemming, de maximaal mogelijke vloerterreinindex, het aantal bouwlagen.
    Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend werden. Het Departement Leefmilieu heeft een ongunstig advies uitgebracht net betrekking tot de inplanting van het bijgebouw. Het bijgebouw wordt geschrapt uit de vergunning. Mits voldaan wordt aan deze voorwaarde past de aanvraag in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

  • Visueel-vormelijke elementen
    De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

  • Bodemreliëf
    De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau. De nulpas wordt voorzien op 130cm boven de straatpas.

 

  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos naleven;
  • het advies van Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid naleven;
  • het hemelwater dient te worden opgevangen in (een) regenwaterput(ten) met een totale inhoud van minimum 5.000 liter. Het regenwater moet hergebruikt worden met minimum 1 aftappunt. De overloop van de put moet worden aangesloten aan een infiltratievoorziening met een buffervolume van minimum 10.1895,75 liter en een infiltratieoppervlakte van 16,28m² zodat aan de verordening voldaan wordt;

o        de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009;

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • er moet een Individuele Basisinstallatie voor Afvalwater (IBA) voorzien worden die voldoet aan de Vlarem wetgeving;
  • het bijgebouw wordt geschrapt uit de vergunning.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Liersebaan 103 - Saskia Kokken - het schilderen van de gevels - OMG 2019/524

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        woning met premie - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 6 mei 1975 - 1975/54

o        garage - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 27 mei 1986 - 1986/97

o        aanpassen bestaande garage voor het stallen van een campeerauto - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 juli 2004 - 2004/83

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door stedenbouw - 15 mei 1968 - 1968/8

 

Feiten en context

  • Dossiergegevens

Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Saskia Kokken, Liersebaan 103, 2970 Schilde op 9 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Liersebaan 103.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het schilderen van de gevels.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 28 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 27 december 2019.

 

  • Planologische context
    Het goed ligt in woongebieden volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.
    De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
    Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.
    Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Dorpskom Zuid deel 1, goedgekeurd op 25 februari 1959.
    Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, 1968/8 van 15 mei 1968.

 

  • Specifieke voorschriften

Het BPA Dorpskom-zuid deel 1 bepaalt:

I.– Algemene bepalingen

Artikel 4 – bouwstroken, bouwlijnen en afstand tot kavelgrenzen

De verschillende bouwzones zijn op het plan begrensd door hetzij:

a.      Verplichte gevelbouwlijnen, waarlangs het bouwen der respectieve gevels op de aangeduide lijnen verplichtend is.

b.      Uiterste bouwlijnen, die enkel de uiterste grens aanduiden, waarbinnen de gebouwen mogen opgericht worden.

c.      Nochtans moeten alle hoofdgebouwen op ten minste 3m afstand van ieder eigendomsgrens, uitgezonderd de rooilijnen, verwijderd blijven, behoudens in de gevallen waar het bouwen van twee of meer woningen in aaneengesloten verband voorzien of toegelaten is. In dit laatste geval geldt de te behouden afstand van 3m voor al de vrijstaande buitenmuren dezer gebouwen.

d.      Voor alle gedeelten van hoofdgebouwen zonder verdieping en niet hoger dan 3m (gemeten vanaf straatpeil tot bovenrand kroonlijst), wordt deze verplichte minimumafstand tot eigendomsgrenzen teruggebracht tot 2m.

Artikel 5 – materialen en uiterlijke afwerking der gebouwen

a.      Alle vrijstaande zijgevels van alleenstaande of in groepsverband aaneengebouwde gebouwen, moeten als één architecturaal geheel afgewerkt worden, en bekleed met behoorlijke gevelmaterialen die esthetisch gelijkwaardig zijn aan deze van de voorgevel.

b.      Betonstenen of bouwblokken bestaande uit een beton-agglomeraat, zijn niet toegelaten als gevelsteen, tenzij bekleed of geverfd met daartoe geëigende materialen, die esthetisch verantwoord zijn. (x)

c.      Het algemeen uitzicht en de keuze der materialen der op te richten gebouwen moeten in harmonie zijn met het karakter en het uitzicht der omgeving.

d.      Indien gebouwd wordt tegen één of meer reeds bestaande gebouwen, dan moeten aard en kleur der gevelmaterialen en van de dakbedekking alsmede gevelhoogte en dakhellingen in overeenstemming zijn met deze van het bestaande gebouw, het meest maatgevend geldend voor de esthetische aanpassing.

e.      Voor gebouwen op te richten in groepsverband en die deel uitmaken van een aaneengesloten bouwblok, zal het algemeen ontwerp en de keuze der materialen voor het gehele bouwblok eerst moeten goedgekeurd worden door de Minister van Openbare Werken en Wederopbouw op voorstel van het Schepencollege, vóór aflevering van de toelating tot bouwen voor het geheel of een gedeelte van dit bouwblok.

f.        Alle gevels of muren van bijgebouwen, aanhorigheden, afsluitmuren, poorten en van gelijk welke andere constructie die niet op gemene erfscheidingen staan, moeten als gevels behoorlijk afgewerkt worden.

g.      Alle gevels of muren als onder f. reeds genoemd, die uitgeven op de wegenis of die er aan palen, al of niet achter een voortuinstrook, vallen onder dezelfde verplichtingen als de voorgevels der hoofdgebouwen.

(x) Hetzelfde geldt voor al de gevels op te trekken in gewone machinale baksteen (bijvoorbeeld Boomse of Kempische machinesteen).

Artikel 7 – vellen van bomen

Het is verboden hoogstammige bomen met een stamomtrek van 1m of meer, gemeten op 1m hoogte boven het maaiveld, te vellen zonder uitdrukkelijke en geschreven machtiging van de Minister die de Stedenbouw in zijn bevoegdheid heeft of van zijn afgevaardigde, op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

Deze machtiging kan slechts verleend worden in zoverre de aangevraagde velling noodzakelijk is voor:

a.      het oprichten van een gebouw waarvoor toelating verleend is en slechts in zoverre als nodig voor de goede aanleg, de verlichting en de veiligheid van het gebouw en de daarbij behorende open ruimte, en dit slechts op voorwaarde dat hierdoor geen schade berokkend wordt aan de schoonheid der omgeving.

b.      de veiligheid der openbare wegen en van de private en openbare eigendommen.

c.      de normale uitbating der bossen en slechts in zoverre hun voortbestaan of wederaanplanting verzekerd is.

Artikel 9 – minimum breedte van woningen

a.      Behoudens de uitzonderingen, verder vermeld, is de minimum breedte der woningen bepaald op 6m, voor zover op het plan of in de “bijzondere voorschriften” geen andere minimum breedte is voorzien.

b.      Op onbebouwde eigendomspercelen met een breedte van minder dan 4m aan de bouwlijn bestaande bij de openbaarmaking van huidig plan van aanleg, mag in geen geval een woning worden opgericht; dergelijke eigendommen mogen echter wel worden gebruikt om bestaande woningen te vergroten of om er garages, bergplaatsen of ambachtelijke werkplaatsen op te bouwen.

c.      Op onbebouwde eigendomspercelen bestaande bij de openbaarmaking van het tegenwoordig plan, hebbende een breedte van meer dan 4m, maar minder dan 6m, mag een woning gebouwd worden op voorwaarde dat het eigendomsperceel ligt binnen een zone waarin bebouwing kan toegestaan worden en het daarop op te richten gebouw langs de twee zijden is ingesloten door bestaande of bij het bestemmingsplan voorziene op te richten gebouwen.

d.      De bij openbaarmaking van huidig plan bestaande woningen mogen worden verbouwd ook als zij op de bouwlijn een breedte hebben van minder dan 6m.

e.      Woningen mogen niet worden gesplitst in meerdere woningen indien daaruit woningen zouden voortkomen van minder dan 5m breedte, over de volle diepte van het gebouw.

Artikel 10 – zijgevels en erfscheidingen ten opzichte van de weg

a.      Alle scheidingsgevels van nieuwe gebouwen moeten steeds rechtstandig op de bouwlijn worden opgetrokken tot op een diepte van gelijke afmeting als de diepte der hoofdgebouwen of tot aan de diepte der voor hoofdgebouwen voorbehouden zones, indien deze zones op plan zijn aangeduid.

b.      Voorgaande voorschrift vervalt indien op het plan anders is aangeduid of indien binnen de daarvoor toegelaten zones gebouwen worden opgetrokken op een afstand van de straatgrens van meer dan 20m.

c.      Definitief zichtbaar blijvende vrijstaande zijgevels van gebouwen moeten als de voorgevels worden behandeld voor wat de keuze der materialen en de afwerking betreft.

d.      Waar het gaat over gebouwen op te richten in zones bestemd voor alleenstaande op per twee gegroepeerde bebouwingen geldt hetzelfde ook voor de achtergevel.

e.      verbeterd, verbouwd of herbouwd, zonder dat aan de bepalingen van eerste alinea van huidig artikel moet worden voldaan op voorwaarde dat aanpalende gebouwde eigendommen aan andere eigenaars toebehoren en in zoverre zulke werken niet strijdig zijn met enige andere beschikking van het plan.

Artikel 15  – zones voor open bebouwing 750m²/15m en 1.000m²/20m

A.     Verkaveling

a)      Kaveloppervlakte: minimum 750m² voor de zones gemerkt 750/15 en minimum 1.000m² voor de zones gemerkt 1.000/20m.

b)      Kavelbreedte op de bouwlijn: minimum 15m voor de zones gemerkt 750m²/15m en minimum 20m voor de zones gemerkt 1.000m²/20m.

 

B.     Bebouwing

a.      Bestemming: uitsluitend voor alleenstaande of ten hoogste 2 tegen elkaar gebouwde woningen. In het laatste geval moeten de 2 woningen gelijktijdig en volgens 1 architecturaal geheel opgericht worden.

b.      Winkels, ambachtelijke bedrijven en nijverheid, zijn verboden.

c.      Gevelbreedte: minimum 7m, maximum 3/5 der kavelbreedte, gemeten op de bouwlijn.

d.      Bouwdiepte: maximum 15m tussen voorgevel en achtergevel.

e.      Tuinen en vrijstaande bijgebouwtjes:

1)      bestemming: behoudens de woningen en hun aanhorigheden zijn deze zones in hoofdzaak bestemd voor het aanleggen van tuinen.

2)      Bebouwing:  gebouwtjes met en oppervlakte van maximum veertig m² en ten hoogste 2,50m hoog (gemeten vanaf de grond tot bovenrand op ten minste 20m afstand achter de voorgevelbouwlijn en op minstens 1m afstand van de eigendomsgrenzen staan. Betonplaten en daken met golfplaten zijn verboden. Afwerking en algemeen uitzicht van deze gebouwtjes moeten behoorlijk en esthetisch verantwoord zijn en zijn onderworpen aan de bepalingen der bouwverordeningen.

3)      Afsluitingen: tussen de eigendommen uitsluitend met paaltjes en metaaldraad, maximum 1m hoog en volledig in te planten met levend-groene haag. Betonpalen dikker dan 10cm, betonblokken en betonplaten zijn verboden.

Artikel 22 – zones ‘non-aedificandi’

A.     Bestemming:

a.      In deze zones is het oprichten van welkdanig gebouw verboden. Aan de in deze zones bestaande gebouwen mogen geen vergrotingen worden uitgevoerd. Het uitvoeren van normale onderhoudswerken is evenwel toegelaten.

b.      Uitzonderlijk kan toelating tot bouwen verleend worden voor bescheiden constructies of inrichtingen die ter plaatse nodig zijn voor de uitoefening van de landbouw of voor werken of inrichtingen in het belang van het verkeer of voor de ontspanning en de volksgezondheid.

c.      Op de plaatsen waar deze zones grenzen aan wegen, spoorwegen, rivieren, kanalen of waterlopen zijn de betrokken eigenaars verplicht deze oppervlakten aan te leggen en te onderhouden als groenbermen, beplant met levende gewassen, heesters, hagen en bomen binnen de perken van de desbetreffende wetten en reglementen, behoudens indien deze gronden reeds voor de landbouw in gebruik zijn.

d.      Het aanwenden van deze gronden voor storten van vuilnis of afvalproducten, van welke aard ook, is verboden.

Artikel 22 – zones van achteruitbouw

C.     Bestemming:

Uitsluitend voor aanleg van tuinen en aanplanting en binnen de perken der politieverordeningen.

Alle uit hoofde van de voorschriften van onderhavig plan niet bebouwbare gedeelten van eigendommen en kavels (minimum afstandsstroken tussen gebouwen en kavelgrenzen en tussen gebouwen en wegen) zijn gelijk gesteld met de zone van achteruitbouw.

D.     Bebouwing:

Puien, portalen, erkers en uitbouwen binnen de perken der bouwverordeningen.

Alle bebouwing is verboden.

E.     Afsluiting langsheen de wegenis:

In metselwerk van baksteen of natuursteen, gebeurlijk in hout, maximum 60cm. hoogte, gebeurlijk gekoppeld met een levende haag, of enkel een levende haag.

F.      Afsluitingen tussen de eigendomskavels in voortuinen: niet verplichtend en uitsluitend met een levende haag.

G.    Elke andere soort afsluiting is verboden.

 

c)      Bestaande toestand

Op het perceel is vandaag een woning aanwezig sinds 1975.

Op het perceel is er nog een bijgebouw aanwezig.

De totale bebouwde oppervlakte bedraagt +/- 130,78m² op een perceel van circa 825m².

Het perceel is gelegen in de dorpskern.

Het perceel is gelegen aan de rand van de dorpskern.

Het links aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

Het rechts aanpalende perceel wordt gebruikt als een ééngezinswoning.

In het straatbeeld komen volgende bestemmingen voor: ééngezinswoning.

De straat is een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze wordt weinig gebruikt als doorgangsweg.

De directe omgeving wordt gekenmerkt door open en halfopen bebouwing.

Het karakter en de stijl in de omliggende omgeving zijn een mix van verschillende stijlen.

Het pand is niet als monument geklasseerd en is niet opgenomen op de inventaris van onroerend erfgoed.

Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.

 

d)      Nieuwe toestand

De aanvraag gaat over het schilderen van de gevels van de woning op een perceel van 825m².

De voorgevel wordt aangevraagd omdat dit vergunningsplichtig is.

De rode gevelsteen wordt wit geschilderd.

De woning blijft ingeplant tot op 6m uit de rooilijn, op 3m van de rechter perceelsgrens en op 3m van de linker perceelsgrens.

De voorgevel van de woning heeft een breedte van 9,5m op een kavelbreedte van 15,50m, gemeten op de voorgevelbouwlijn.

De bouwdiepte tussen voor- en achtergevel bedraagt 12,70m.

Achter de woning op de linker perceelsgrens en tot op 7m van de achter perceelsgrens is een bijgebouw ingeplant.

Het bijgebouw is 8m diep, 3n5m breed en 2,20m hoog.

De totale bebouwde oppervlakte op het perceel, inclusief oversteken groter dan 1m, bedraagt 130,78m².

De toegang tot het perceel is 5,99m breed.

De oprit wordt aangelegd in klinkers en ligt op de linker perceelsgrens.

Achter de woning wordt een terras van 13m².

De totale verharde oppervlakte op het perceel bedraagt 126,70m².

Er worden geen bomen gerooid.

 

Juridische gronden

f.        Koninklijk besluit van 28 december 1972
Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.

g.      Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.

h.      Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990
Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden. Hierdoor moet men rekening houden met het gemeentelijk kapreglement in plaats van de VCRO.

i.         Ministerieel besluit van 6 april 1994
Bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

j.         Koninklijk besluit van 7 juli 1994 “Basisnormen brandpreventie” en latere wijzigingen
Vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

k.      Omzendbrief van 8 juli 1997
Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.

l.         Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.

m.    Decreet van 22 december 2006 en latere wijzigingen houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De Vlaamse Regering bepaalt EPB-eisen waaraan gebouwen moeten voldoen waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning wordt ingediend.

n.      Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid
Het decreet wil wonen betaalbaar maken voor iedereen. Het decreet geeft aan de gemeenten een aantal mogelijkheden (en verplichtingen) om hiertoe initiatief te nemen.

o.      Artikel 4.2.2, 4.2.4. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.

p.      Artikel 3 van het decreet van 8 mei 2009 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders
Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden wordt aangegeven waar optische rookmelders geplaatst zullen worden.

q.      Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 en latere wijzigingen tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid
De verordening legt voorwaarden op aan de stedenbouwkundige vergunning en moet ervoor zorgen dat iedereen het gebouw kan betreden, ook rolstoelgebruikers, mensen met een kinderwagen, slechtzienden, grotere personen, mensen met een ledemaat in het gips enz. De verordening geldt bij nieuwbouw, verbouwingen of uitbreidingen van gebouwen die publiek toegankelijk zijn.

r.        Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2015 en latere wijzigingen tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen
De energieprestatieregelgeving legt eisen op met als doel energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren.

s.      Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.

t.        Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Inspraak en advies

B.     Er werden geen interne adviezen gevraagd.

C.     Er werden geen externe adviezen gevraagd.

 

Argumentatie

  • Watertoets

Waterparagraaf: het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

e.      Functionele inpasbaarheid
Het schilderen van de gevels is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

 

f.        Het mobiliteitsaspect
De aanvraag heeft weinig effect op de mobiliteit in de omgeving.

 

g.      De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid
De aanvraag past in het straatbeeld. Het project is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid aanvaardbaar op het perceel en in de bestaande omgeving.

 

h.      Visueel-vormelijke elementen
De gebruikte gevelmaterialen zijn toegestaan. Het ontwerp integreert zich in het straatbeeld.

 

i.        Cultureel historische aspecten
Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.

 

j.        Bodemreliëf
De aanvraag behoudt het bestaande grondniveau.

 

k.      Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De afstanden tot de perceelsgrenzen zijn voldoende om goede nabuurschap en privacy te waarborgen.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig.

Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • het gebouw dient enkel als eengezinswoning te worden aangewend;
  • de woning dient te worden uitgerust met voldoende correct geïnstalleerde rookmelders, volgens de normen van het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders van 8 mei 2009.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Verdeling – attest – notaris Bracke - Kerkstraat 34 - OV 2019/108

 

 

Voorgeschiedenis

          Stedenbouwkundige dossiers:

          13 maart 1964 - vergunning - verbouwing woonhuis tot garage/werkplaats - sgr 19642

          9 mei 1969 - weigering - werkplaats en autoberging - sgr 196820

          24 juli 1970 - weigering - plaatsen hofmuur - sgr 197035

          8 november 1994 - vergunning - verbouwen voorgevel - 1994217

          17 juni 1980 - weigering - garage - 198047

          Omgevingsdossier:

          29 oktober 2018 - vergunning - bouwen van 7 meergezinswoningen, 5 woningen, de aanbouw aan een bestaande taverne en afbraak bestaande koterijen - 2018127

 

Feiten en context

          Op 23 oktober 2019 vroeg notaris Bracke een attest van verdeling aan voor Kerkstraat 34.

          Het perceel is gelegen in woongebied. Het perceel is niet gelegen in een goedgekeurd BPA, niet in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gewestweg Kerkstraat.

          De eigenaar van Kerkstraat ruilt een stukje grond van 32,03m2 en een stukje grond van 15,56m2 voor een stukje grond gelegen op het Lodewijk De Vochtplein van 40,35m2 groot dat eigendom is van de gemeente Schilde.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

De aanvraag is conform de vergunning OMG  2019127 zoals goedgekeurd op 29 oktober 2019.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Kerkstraat 34.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Verdeling – attest – notaris Kathleen Peeters - Den Heuvel 32 - OV 2019/117

 

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige vergunningen:

          16 november 1951 - vergunning - landhuis - 195169

          20 juni 1968 - vergunning - verbouwing - 196883

 

Feiten en context

          Op 6 november 2019 vroeg notaris Kathleen Peeters een attest van verdeling aan voor Den Heuvel 32.

          Het perceel is gelegen in zone ambachtelijke bedrijven en kmo's en woongebied met landelijk karakter. Het perceel is niet gelegen in een goedgekeurd BPA, in een goedgekeurd RUP en niet in een goedgekeurde verkaveling.

          Het perceel grenst aan een gemeenteweg Den Heuvel.

          Lot 2 met de woning wordt verkocht. Lot 1, de tuin, blijft eigendom van de verkoper die tevens eigenaar is van het naastgelegen eigendom Den Heuvel 30.

 

Juridische gronden

Artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
Bij verdeling van een onroerend goed zonder dat een verkavelingsvergunning is afgegeven, wordt het college van burgemeester en schepenen op de hoogte gebracht. De opmerkingen die het college van burgemeester en schepenen eventueel en bij wijze van inlichting maakt, moeten in de akte worden vermeld, evenals de vermelding dat voor de verdeling geen verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning werd afgegeven en dat er geen zekerheid is wat betreft de mogelijkheid om op het goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt.

 

Argumentatie

De verdeling kan op voorwaarde dat de grens van de twee loten samenvalt met de grens van de bestemmingszones volgens het gewestplan Antwerpen. Lot 2 met de woning is gelegen in woongebied met landelijk karakter en lot 1, de tuin, is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft geen bezwaar tegen de verdeling van het eigendom, Den Heuvel 32 op voorwaarde dat de grens tussen de loten samenvalt met de grens tussen de bestemmingszones volgens het gewestplan Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Bouwen - openbaar onderzoek

 

 

Juridische gronden

          Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 en latere wijzigingen
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

          Artikel 4.7.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 8 mei 2009
De Vlaamse Regering bepaalt de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de start van volgende openbare onderzoeken:

van 9 november 2019 tot en met 8 december 2019

Wijnegemsteenweg 142B

het bouwen van een woning met kantoor

OMG 2019/432

van 8 november 2019 tot en met 7 december 2019

Schaliënhoefdreef 39

het bouwen van een meergezinswoning met twee woonentiteiten

OMG 2019/448

van 8 november 2019 tot en met 7 december 219

Kluisdreef 7

het verkavelen van 1 lot

OVK 2019/7

van 14 december 2019 tot en met 13 december 2019

Terputtenlaan 23

het verbouwen van een bestaande woning

OMG 2019/492

van 14 december 2019 tot en met 13 december 2019

Wijnegemsteenweg 75 en 75A

het uitbreiden van een eengezinswoning

OMG 2019/464

van 14 december 2019 tot en met 13 december 2019

Wouwersstraat 15

het verbouwen van een zonevreemde woning

OMG 2019/462

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Alfons Van den Sandelaan 47 - Schilde - het vellen van 1 tamme kastanje op de wegberm ter hoogte van de Alfons Van Den Sandelaan 47 - VB 2019/519

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 8 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 tamme kastanje op de wegberm ter hoogte van de Alfons Van Den Sandelaan 47.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 tamme kastanje op de wegberm ter hoogte van de Alfons Van Den Sandelaan 47.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aftakelend is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Kasteeldreef 45 - Schilde - het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van de Kasteeldreef 45 - VB 2019/518

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 8 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van de Kasteeldreef 45.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van de Kasteeldreef 45.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom een zwamaantasting vertoont. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Rodedreef 6 - Schilde - het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Rodedreef 6 - VB 2019/520

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 8 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Rodedreef 6.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Rodedreef 6.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aangetast is door zwam en een kroonbeschadiging heeft. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Pater Kenislaan 11 - Schilde - het vellen van 1 linde op de wegberm ter hoogte van de Pater Kenislaan 11 - VB 2019/522

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 8 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 linde op de wegberm ter hoogte van de Pater Kenislaan 11.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 linde op de wegberm ter hoogte van de Pater Kenislaan 11.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Molenakker 42 - Schilde - het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van Molenakker 42, hoek Parklaan - VB 2019/523

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 8 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van Molenakker 42, hoek Parklaan.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is niet getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 eik op de wegberm ter hoogte van Molenakker 42, hoek Parklaan.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aftakelend is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Kasteeldreef 26 - Schilde - het vellen van 1 cipres - VB 2019/526

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 1954 - 1954/93

o        woonhuis - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 5 december 1974 - 1974/202

o        bezigheidstehuis voor motorisch gehandicapten - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 juli 1975 - 1975/79

o        bouwen van een woning - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 12 mei 1987 - 1987/92

o        uitbreiden "den home" - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1996 - 1996/245

o        bouwen van een woonproject - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2009 - 2009/11

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 9 november 1971 - 1971/17

  • Milieuvergunning(en)

o        lozing huisafvalwater - door college van burgemeester en schepenen - 25 augustus 1998 - melding 593

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 10 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 cipres op de wegberm ter hoogte van de Kasteeldreef 26.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 cipres.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de boom afgestorven is. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de boom een heraanplanting uitgevoerd te worden met 1 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofboom van tweede grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor een boom van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Er mag niet onder de kruin van bestaande bomen aangeplant worden. Voor een boom van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand van 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante boom tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Kasteeldreef 26 - Schilde - het vellen van 15 servische sparren - VB 2019/527

 

 

Voorgeschiedenis

  • Stedenbouwkundige vergunning(en)

o        villa - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 augustus 1954 - 1954/93

o        bezigheidstehuis voor motorisch gehandicapten - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 10 juli 1975 - 1975/79

o        uitbreiden "den home" - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 3 december 1996 - 1996/245

o        bouwen van een woonproject - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 23 maart 2009 - 2009/11

  • Milieuvergunning(en)

o        lozing huisafvalwater - door college van burgemeester en schepenen - 25 augustus 1998 - melding 593

  • Omgevingsvergunning(en) - stedenbouwkundige handelingen en/of exploitaties

o        het vellen van 1 cipres - voorwaardelijk vergund door college van burgemeester en schepenen - 18 november 2019 - VB 2019/526

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 10 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in Kasteeldreef 26.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 15 Servische sparren.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het goed ligt in woonpark volgens gewestplan Antwerpen, goedgekeurd op 3 oktober 1979.

Het goed ligt in woonpark volgens Wijziging van het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift artikel 1 voor het gehele gewestplan, goedgekeurd op 7 juli 2000.

De woonparken die op de gewestplannen zijn aangeduid, zijn overwegend een opname van bestaande toestanden. Een woonpark is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. De nog open gebleven ruimten mogen verder bebouwd worden mits rekening wordt gehouden met de bepalingen van artikel 6.1.2.1.4 en met de bestaande bebouwingswijze (oppervlakte van de percelen, bebouwde oppervlakte van perceel, bouwtrant, bestaand groen).

Alle inrichtingen en activiteiten die verenigbaar zijn met de stedenbouwkundige bestemming van het woongebied zijn in principe toelaatbaar. Bijzondere aandacht dient niettemin te worden besteed aan de vraag naar de bestaanbaarheid van een constructie met de eigen woonfunctie van het gebied en de verenigbaarheid ervan met de onmiddellijke omgeving. Gezien het een wezenlijk kenmerk van een woonpark is dat de gemiddelde woondichtheid er gering is en de groene ruimten er verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan, heeft dit tot gevolg dat de vestiging van niet-residentiële inrichtingen en activiteiten doorgaans niet zal kunnen worden aangenomen.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het goed is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg (BPA) Schilde Bergen deel 1, goedgekeurd op 8 juli 1957.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in woonparkgebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 15 Servische sparren.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen afgestorven zijn. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 7 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Putseheide 11 - Schilde - het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Putseheide 11 - VB 2019/528

 

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door gemeente Schilde, gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 10 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een laanboom.

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Putseheide 11.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

  • Bestaande toestand

De boom staat op de wegberm. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 1 beuk op de wegberm ter hoogte van de Putseheide 11.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De boom is zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s, blijkt dat de boom aangetast is door reuzenzwam. Hierdoor is zijn levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen, een heraanplanting met 1 boom van dezelfde boomsoort zodat de continuïteit van de laanbomenrij hersteld wordt.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe heraangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Omgeving - Beemdenlaan - Schilde - het vellen van 2 beuken - VB 2019/529

 

 

Voorgeschiedenis

  • Verkavelingsvergunning(en)

o        nieuwe verkaveling - vergunning door college van burgemeester en schepenen - 18 september 1974 - 1971/29

 

Feiten en context

  • Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Schilde gevestigd Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde op 10 oktober 2019 ontvangen.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein in de Beemdenlaan .

De aanvraag omvat stedenbouwkundige handelingen.

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 2 beuken.

Na controle werd het ingediende dossier ontvankelijk en volledig verklaard op 11 oktober 2019. De uiterste beslissingsdatum is 10 december 2019.

 

  • Planologische context

Het eigendom is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Zonevreemde Woningen, goedgekeurd op 27 september 2012.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd bijzonder plan van aanleg.

Het eigendom is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

Het eigendom is getroffen door een rooilijn.

 

  • Bestaande toestand

De bomen staan in de tuin op een bebouwd perceel gelegen in agrarisch gebied. Het is een groene omgeving met diverse groenelementen zoals bomen, hagen, struiken in combinatie met kruidachtige en begraasde vegetaties. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door open bebouwingen in diverse stijlen.

 

  • Nieuwe toestand

De aanvraag handelt over het vellen van 2 beuken.

 

Juridische gronden

  • Koninklijk besluit van 28 december 1972
    Dit besluit bepaalt voor het Vlaamse gewest de algemene regelen voor de opmaak en tenuitvoerlegging van de door de minister voorlopig vastgestelde ontwerpgewestplannen en van de door de Koning vastgestelde gewestplannen.
  • Koninklijk besluit van 3 oktober 1979
    De aanvraag situeert zich in het gewestplan 'Antwerpen'.
  • Gemeenteraadsbeslissing van 15 februari 1990

Vaststelling van een bouwverordening voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.
Deze verordening is een verstrenging op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) om het groene karakter van de gemeente te behouden.

  • Ministerieel besluit van 6 april 1994

Ministerieel besluit tot goedkeuring van de bouwverordening van 15 februari 1990 voor het vellen van hoogstammige bomen in de gemeente Schilde.

  • Omzendbrief van 8 juli 1997
    Deze omzendbrief bevat nadere richtlijnen over de bestemmingen in de gewestplannen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004
    De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de diverse vormen van het aanvraagdossier. Zij kan daarbij verschillende vormen van dossiersamenstelling onderscheiden naargelang de aard, de ruimtelijke implicaties en de complexiteit van de betrokken handelingen.
  • Artikel 4.2.2 en 4.2.4. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 8 mei 2009
    De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen.
  • Besluit van de Vlaamse Regering van15 juli 2016 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
    De Vlaamse Regering bepaalt de handelingen die aangevraagd kunnen worden met een melding.
  • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
  • Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen

 

Argumentatie

  • Watertoets
    Het perceel is niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied.
  • Functionele inpasbaarheid
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Het mobiliteitsaspect
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • De schaal, het ruimtegebruik
    Er is voldoende ruimte. Er is een goede verhouding tussen de boom en zijn beschikbare groeiplaats.
  • Visueel-vormelijke elementen
    De bomen zijn zichtbaar van op het openbaar domein. De verwijdering zal als een gemis ervaren worden en heeft hierdoor een invloed op het ruimtelijk beeld.
  • Cultureel historische aspecten
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Bodemreliëf
    Dit aspect is niet relevant voor deze aanvraag.
  • Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
    Op basis van de beoordeling van het inplantingsplan en de foto’s blijkt dat de bomen aftakelend zijn. Hierdoor is hun levensverwachting onvoldoende. Vellen mits vervangen is verantwoord.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening.

Het advies van de gemeentelijk omgevingsambtenaar luidt: voorwaardelijk gunstig. Het advies geldt onder volgende voorwaarde(n):

  • Gezien de zorgplicht (artikel 14 van het natuurdecreet) dient in het eerstvolgende plantseizoen na het vellen van de bomen een heraanplanting uitgevoerd te worden met 2 streekeigen, standplaatsgeschikte, inlandse, hoogstammige loofbomen van eerste grootte, bij voorkeur zomer- of wintereiken, plantmaat 10/12.
  • De heraanplanting dient op minstens 2m plantafstand van de perceelsgrenzen te gebeuren.
  • Voor bomen van eerste grootte is de voorkeur van onderlinge plantafstand minstens 8m. Ze mogen niet onder de kruinen van bestaande bomen aangeplant worden. Voor bomen van tweede grootte is bij voorkeur de onderlinge plantafstand 5m.
  • De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt onder meer een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwaliteitsvol plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelkluitverankering en indien nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- of veevraat. De nazorg, zoals het tijdig water geven, kan noodzakelijk zijn om de heraanplant het eerste groeiseizoen te laten overleven.
  • Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld of ingeboet. In ieder geval is de aanvrager ertoe gehouden om op zijn perceel de nieuwe aangeplante bomen tot volle wasdom te brengen. Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart – 1 juli, het broedseizoen van vogels, moet de aanvrager er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de uitvoeringsbesluiten en sluit zich integraal aan bij het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot haar eigen motivatie.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen geeft de voorwaardelijke vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen digitaal op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Natuurplan - projectnota

 

 

Feiten en context

          Het college van burgemeester en schepenen keurde op 20 mei 2019 de startnota goed voor de opmaak van een natuurplan.

          Het natuurplan werd op 3 juni 2019 besproken in de raadscommissie.

          Om tot een kwaliteitsvol natuurplan te komen dient op basis van de eerder goedgekeurde startnota een procesnota geschreven te worden. In een procesnota zit de aanpak in elke fase van het proces vervat. Naast de aanpak worden ook de timing, overleg- en participatiemomenten, alsook de betrokken actoren en budgettering hierin duidelijk afgelijnd.

          Bedoeling is om dit jaar nog te starten met de opmaak ervan om deze einde januari 2020 klaar te hebben.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

          Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

          Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten,

          Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

          Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

 

Argumentatie

          De opmaak van een procesnota wordt bij voorkeur uitbesteed aan een externe instantie die voldoende ervaring heeft in dergelijke processen. Vanuit hun deskundigheid kunnen ze een kwalitatieve en ambitieuze procesnota schrijven.

          De gemeentelijke diensten zullen bij de opmaak van natuurplan zelf ook objectiever hun input kunnen leveren wanneer ze niet eigenhandig de voorafgaande procesnota hebben geschreven.

          De opmaak van een procesnota dient minimum tot stand te komen via werkvergaderingen met een nog samen te stellen stuurgroep. Het eindresultaat bestaat minimum uit een voorstel van inhoudstabel en een beschrijving van het participatieproces en samenstelling van stuurgroep.

          Marktonderzoek heeft uitgewezen dat de opmaak van een procesnota geraamd moet worden op een 7.500 euro exclusief BTW.

          Met de komende begrotingswijziging van 18 november 2019 wordt budget beschikbaar gesteld voor de opmaak van de procesnota.

          Volgende firma's kunnen aangeschreven worden:

          Landmax - Turnhout;

          United Experts - Beringen;

          Dienst duurzaam milieu- en natuurbeleid - Provincie Antwerpen.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

5.1.12.4

Algemene rekening

6130030

Beleidsveld

680

Bedrag

Visum financieel beheerder

7.500 euro exclusief btw

nvt

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist om een procesnota op te maken voor de realisatie van het natuurplan.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de omschrijving van de procesnota en de aanpak van opmaak ervan en keurt deze goed.

Artikel 3. Er wordt beperkte offertevraag gedaan voor deze opdracht bij:

          Landmax - Turnhout;

          United Experts - Beringen;

          Dienst duurzaam milieu- en natuurbeleid - Provincie Antwerpen.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Sneeuw- en ijzelbestrijding (zoutstrooien) winter 2019-2020 planning - goedkeuring

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing college van burgemeester en schepenen van 22 oktober 2007: goedkeuring van het systeem van een wachtploeg

 

Feiten en context

Zoals ieder jaar wordt er een ploeg ingezet voor de sneeuw- en ijzelbestrijding voor het winterseizoen, wanneer een oproep binnenkomt bij de dienst der werken.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 §3 van het decreet lokaal bestuur
1° Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichting en eigendommen binnen de door de gemeenteraad desgevallend vastgestelde algemene regels.

          Artikel 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988
De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd:

1° alles wat verband houdt met een veilig en vlot verkeer op openbare wegen, straten, kaden en pleinen, hetgeen omvat de reiniging, de verlichting, de opruiming van hindernissen, het slopen of herstellen van bouwvallige gebouwen, het verbod om aan ramen of andere delen van gebouwen enig voorwerp te plaatsen dat door zijn val schade kan berokkenen, of om wat dan ook te werpen dat voorbijgangers verwondingen of schade kan toebrengen of dat schadelijke uitwasemingen kan veroorzaken; voor zover de politie over het wegverkeer betrekking heeft op blijvende of periodieke toestanden, valt zij niet onder de toepassing van dit artikel;

          Wet van 31 juli 1930, houdende vaststelling van voorschriften omtrent openbare wegen

Artikel 15, 1. Het Rijk, de provincie, de gemeente en het waterschap is verplicht een weg te onderhouden, wanneer dat openbare lichaam dien tot openbaren weg heeft bestemd.

          Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek

Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden

          Artikel 1383 van het Burgerlijk Wetboek

Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt.

          Artikel 197 §1 van de rechtspositieregeling, zoals goedgekeurd door de gemeenteraar van 19 juni 2017
Naast de inhaalrust opgelegd door de arbeidstijdwetgeving krijgt het personeelslid:

          per nachtprestaties tussen 22 uur en 6 uur een kwartier inhaalrust voor de logistieke ondersteuning van de jaarlijks weerkerende gemeentelijke evenementen.

          per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zondag of een feestdag zoals bepaald in artikel 186 een uur inhaalrust voor logistieke ondersteuning van de jaarlijks weerkerende gemeentelijke evenementen.

          Artikel 208 van de rechtspositieregeling,
Het personeelslid dat door het hoofd van het personeel wordt aangewezen om zich buiten de normale diensturen thuis beschikbaar te houden voor interventies heeft recht op een permanentietoelage.

          Artikel 209 van de rechtspositieregeling,
De toelage bedraagt 2,01 euro tegen 100% voor elk uur dat werkelijk aan de permanentie wordt besteed. Dat bedrag is gekoppeld aan de gezondheidsindex.

 

Argumentatie

          Een planning en schema voor de wachtdienst is opgesteld voor de periode van 15 november 2019 tot en met 10 maart 2020.

          Naar gelang de weersvoorspelling wordt op donderdag beslist of er al dan niet permanentie wordt voorzien.

          Elk weekend, ongeacht of er permanentie wordt ingesteld, is er één verantwoordelijke persoon voor de wachtdienst die de wachttelefoon meeneemt en hier permanentietoelage voor krijgt toegewezen. De overige personeelsleden die volgens het schema van wacht zijn, krijgen enkel een permanentietoelage toegewezen indien de permanentie van kracht is.

          De toeslag op onregelmatige prestaties van de winterpermanentie worden gecompenseerd in uren inhaalrust.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen keurt de planning voor de wachtdienst winter 2019-2020 goed.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen keurt de compensatie van de toeslag op onregelmatige prestaties van de winterpermanentie in uren inhaalrust goed.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen keurt de toewijzing van de permanentietoelage goed.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Scouts wezel - opslagruimte hout

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Toetreding Land van Playsantiën

 

 

Voorgeschiedenis

          Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 18 maart 2019 van de beslissing van de gemeente Schoten om de deelname aan de intergemeentelijke verenigingen Toerisme Voorkempen stop te zetten.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 juni 2019 om de toetreding tot het Land van Playsantiën te onderzoeken.

 

Feiten en context

          Het Land van Playsantiën is een toeristisch samenwerkingsverband tussen Zandhoven, Zoersel, Ranst, Lille en Malle.

          Op 9 september en 6 november 2019 vonden gesprekken plaats met het Land van Playsantiën over een toetreding van de gemeente Schilde.

          Het Land van Playsantiën moet de samenwerkingovereenkomst tussen de gemeenten vanaf 2020 vernieuwen.

          Naast de samenwerkingsovereenkomst moet ook de overeenkomst vzw Land van Playsantiën, waarin de praktische uitvoering wordt omschreven, vernieuwd worden.

          Het Land van Playsantiën heeft doorheen de eerdere samenwerking een spaarpot opgebouwd van 50.000 euro.

          De raad van bestuur van het Land van Playsantiën is voorstander van toetreding van de gemeente Schilde, op voorwaarde dat de gemeente - naast de jaarlijkse bijdrage - tevens een eenmalige investering doet van 10.000 euro.

          De jaarlijkse bijdrage wordt bepaald op basis van het aantal inwoners, waarbij Schilde in de categorie tussen 15.000 en 20.000 inwoners valt en de bijdrage 5.000 euro bedraagt.

          De totale bijdrage van de zes gemeenten zou voor de periode 2020-2025 30.000 euro bedragen waarvan tevens een halftijdse toeristisch medewerker wordt bekostigd.

          De voorwaarden voor toetreding tot het Land van Playsantiën werden besproken op de bestuursvergadering van vzw Toerisme Voorkempen van 12 november 2019.

          De leden van vzw Toerisme Voorkempen stellen zich vragen omtrent de bijdrage van 10.000 euro, de samenwerking met Wijnegem en de algemene meerwaarde van een samensmelting met het Land van Playsantiën.

          De raad van bestuur van het Land van Playsantiën nodigt de gemeente Schilde uit op de raad van bestuur van 21 november 2019.  Op dit overleg zullen tevens een aantal vrijwilligers van vzw Toerisme Voorkempen aanwezig zijn.

 

Juridische gronden

Artikel 56, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen houdt een geactualiseerd overzicht bij van alle intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente deel uitmaakt.

 

Argumentatie

          Het Land van Playsantiën is een goed werkend samenwerkingsverband dat opportuniteiten kan bieden voor de gemeente Schilde op het gebied van toerisme en recreatie.

          Het Land van Playsantiën wil dat Schilde een gelijkwaardige partner wordt van het samenwerkingsverband waarbij de beschikbare gelden voor alle gemeenten kunnen aangewend worden.

          Door een toeristisch samenwerkingsverband wordt het budget gebundeld, kan een groter gebied in de kijker worden gezet en wordt er een groter aantal mensen bereikt.

          De opdracht van het samenwerkingsverband is complementair aan de activiteiten en de werking op het lokale niveau.

          Een samenwerking met het Land van Playsantiën kan enkel met een akkoord van de vzw’s, verenigingen of werkgroepen voor toerisme van alle deelnemende gemeenten aangezien zij de praktische uitvoering van het samenwerkingsverband op zich zullen nemen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met een toetreding tot het Land van Playsantiën mits er goede voorwaarden bekomen worden.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Visievorming funerair erfgoed Schilde

 

 

Voorgeschiedenis

E-mail van Erfgoed Voorkempen van 14 oktober 2019

 

Feiten en context

          Belangrijk voor de begraafplaats zijn de verschillende wijzigingen zoals bijvoorbeeld de aanplante lindebomen.

          Oude kerkhof nu: oostelijke zijde aan de kerk. Voor 1942 werd volledig rondom de kerk begraven.

          Oude nieuwe begraafplaats (uitbreiding oude kerkhof) ontsloten met ganzenpoot.

          Allernieuwste gedeelte valt buiten de bescherming, dit deel werd niet in de diepte onderzocht binnen het beheerplan.

          In oud gedeelte: duidelijke volgorde van perken volgend periode.

          3 bakens: graven van van de Werve, Frere en Van Cauwenbergh.

          Grafstenen (wandelpad + geïntegreerd in de muur) rondom de kerk.

          Erfgoedwaarden: de begraafplaats geeft goed de evolutie van begraven weer.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, onverminderd de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 56 § 3, 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de regels vastgelegd in de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Pas na effectief verlopen van concessie, kan gemeente een graf opnemen op de lijst waardevolle graven.

          Kinderperken: advies om niet te werken met concessies, maar alle kindergraven te bewaren, onderhoud door gemeente. Nu zijn deze graven omgezet in concessies. Geruimde kindergraven bestaan nog, enkel de zerk wordt weggehaald (niet ontknekeld). Andere optie is een zuil met de namen van alle kinderen.

          Behouden van het oudste gedeelte: grafstenen in de kerkmuur: ontsluiten door teksten leesbaar maken en bijkomende informatie plaatsen over de stenen naar bevolking toe. Stenen die platliggen als pad: ontsluiten door enkele verhalen van de begraven personen toe te lichten met enkele infobordjes.

          Herplaatsing van de stenen door het huidig gebruik als pad maar dit werkt snelle degradatie in de hand.

          Scilla heeft drie metalen (gietijzeren) kruisen afkomstig van het kerkhof. Deze kunnen aanvullend in het oude kerkhof (noordelijke zijde) opnieuw herplaatst worden.

          Verdwenen kosterij, eventueel aan de noordzijde te documenteren, de Noordelijke zijde van oude gedeelte wordt zo heringericht en museaal ontsloten.

          Oude nieuwe deel: beeldbepalende elementen die potentieel hebben voor de toekomst zijn onder andere de oorlogsslachtoffers, de centrale as van het kerkhof, het kinderperk, het dodenhuis.

          Belangrijke individuele graven: waardevol omwille van het verhaal erachter en/of de vormgeving. Houten kruis: op zich een eenvoudig element, maar waardevol omwille van het verhaal erachter. Dit verhaal kan eventueel ook ontsloten worden door middel van een infobordje. Het graf van de familie Noteboom-Van Den Haak: verhaal auto ongeluk hierbij kan eventueel ook gedocumenteerd worden. Het graf van de familie Theunis-Thijs met sculptuur van beeldhouwer Albert Poels, het graf van Notaris Hendrickx, het graf van Broeder Jan, het graf van kunstschilder Albert Van Dyck.

          Lijst historisch waardevolle graven: individuele graven aanduiden. Er is nog geen mogelijkheid om clusters en/of zones aan te duiden. Dit kan wel als visie naar voor geschoven worden in het beheersplan. Recentere graven in het oude gedeelte zijn lager, dit geeft mooi doorzicht. Voorstel om deze hoogte in de toekomst te behouden. Materiaal in deze zone voor toekomstige graven ook vastleggen? Voorbeeld: enkel gebruik van arduin.

          Aanleg oostelijke (nieuw) deel: nieuw ontwerp werd opgenomen in het beheersplan. Nu is dit deel een open vlakte. Binnen 1 à 1,5 jaar is voorzien om hier te begraven. Integratie van dit ontwerp met het beheersplan moet hierbij bewaakt worden.

          Behagen: de milieudienst had een probleem met dit voorstel. Verder op te volgen bij de uitwerking maatregelen.

          Opvolging: Peterschap voor onderhoud van de graven, prijs concessie hoeft dan niet betaald te worden.

          Beheersplan wordt afgerond tegen februari 2020. Communiceren naar omwonenden door bijvoorbeeld in eind mei op de dag van de begraafplaatsen kan de Heemkundige kring Scilla eventueel rondleidingen geven op het kerkhof. Mogelijkheid om hiervan een 2-jaarlijks evenement van te maken.

 

Kennisname

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de visievorming voor het funerair erfgoed Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Vrijwilligersvergoeding herfstvakantie

 

 

Feiten en context

Tijdens de herfstvakantie werd er speelpleinwerking georganiseerd. Hiervoor is de hulp ingeroepen van vrijwilligers.

 

Juridische gronden

          Artikel 56 § 3. 3° van decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financiële beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

          Artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
Vrijwilligers geven uit vrije wil, onbetaald een stuk van hun tijd aan een organisatie. Vrijwilligers mogen wel een kostenvergoeding ontvangen, volgens strikte regels.

 

Argumentatie

De gemeente vergoedt vrijwilligers voor geleverde prestaties.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.6.4.1 Organiseren van activiteiten voor jongeren

Algemene rekening

62013000

Beleidsveld

0750 JEUGD

Bedrag

330 euro

Visum financieel beheerder

N.v.t.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 100 euro toe te kennen aan Nelson Pronker, Swaenebeecklaan 45, 2110 Wijnegem.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 70 euro toe te kennen aan Jana Houbrechts, Irislei 7, 2170 Merksem.

Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 80 euro toe te kennen aan Shelsey Claessens, Karel van Damme straat 16, 2170 Merksem.

Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen beslist een vrijwilligersvergoeding van 80 euro toe te kennen aan Sebastien Heureux, Hendrik Consciencestraat 43, 2970 Schilde.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Jeugdgemeenteraad - uitnodigingen 12 - 16 jarigen

 

 

Voorgeschiedenis

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 februari 2016

Goedkeuring voor het organiseren van een jongerengemeenteraad en kennisname van de werkvorm en timing.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 april 2016

Kennisname van het verslag van de jongerengemeenteraad van 9 maart 2016 en beslissing om het verslag op het GRIP te plaatsen.

          Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 juni 2016

Kennisname van het verslag van de jongerengemeenteraad van 11 mei 2016 en beslissing om het verslag op het GRIP te plaatsen.

 

Feiten en context

          In 2016 werd de jongerengemeenteraad opgericht.

          De jongerengemeenteraad kwam twee keer samen in 2016.

          Na de schoolvakantie van 2016 tot heden werden er geen bijeenkomsten meer georganiseerd.

          In 2018 werd geprobeerd om de oorspronkelijke groep terug te activeren via Facebook maar dit mislukte.

 

Juridische gronden

          Koninklijk besluit van 16 juli 1992
Bepaalt de regels voor het verkrijgen van informatie uit het bevolkings- en vreemdelingenregister.

          Artikel 6 van het Koninklijk besluit van 16 juli 1992
Personenlijsten mogen niet aan derden verstrekt worden, behoudens overheden of openbare instellingen die krachtens een wet gemachtigd zijn.

          Artikel 7, eerste lid, a van het Koninklijk besluit 16 juli 1992

Uitzonderingen kunnen worden toegestaan aan instellingen van Belgisch recht die taken van algemeen belang uitoefenen.

          Beslissing van college van burgemeester en schepenen van 3 februari 2014
Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over de gegrondheid van iedere aanvraag.

          Afdeling II uit het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport
Vernieuwing en verdieping van de participatie van kansengroepen.

 

Argumentatie

          Een gepersonaliseerde brief is een doeltreffende manier om de doelgroep te bereiken.

          De doelgroep jeugd is moeilijk te activeren via andere gemeentelijke communicatiekanalen.

          De brievencampagne in 2016 leverde 17 geïnteresseerde jongeren op.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen geeft geen toestemming aan de dienst vrije tijd en welzijn om een uittreksel uit het bevolkingsregister betreffende inwoners van Schilde van 12 tot en met 16 jaar op te vragen bij de dienst burgerzaken.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist dat een wervingscampagne op een andere manier moet gevoerd worden.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Amnesty international cartoontentoonstelling

 

 

Voorgeschiedenis

Beslissing van het college van 16 september 2019.

Toestemming voor Amnesty International voor het organiseren van een cartoontentoonstelling over mensenrechten en 'schrijf ze vrij' actie in de week van 2 tot 8 december 2019 in de conferentiezaal.

 

Feiten en context

          De burgemeester opent op dinsdag 3 december de tentoonstelling van Amesty International met een toespraak.

          Cinema Sonja organiseert via de bib op maandelijkse basis maatschappelijke films in de bibliotheek. De film Styx over vluchtelingen wordt per uitzondering in de conferentiezaal vertoond, geflankeerd door de cartoons.

          Amnesty International vraagt om alle 40 cartoons tentoon te stellen in de grote ruimte van de conferentiezaal in plaats van een selectie.

 

Juridische gronden

Artikel 56, §3, 3° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het financieel beheer, met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

Argumentatie

          Het aanbieden van Fair Trade drank door de gemeente verhoogt de kans op het behalen van de titel Fair Trade-gemeente.

          Op de films van Cinema Sonja wordt Fair Trade drank aangeboden, dus ook op de openingsreceptie van de cartoontentoonstelling.

          In de conferentiezaal is er voldoende plaats voor het plaatsen van de 40 cartoons.

 

Financiële gevolgen

 

Actie

4.7.1.5

Algemene rekening

61430010

Beleidsveld

101

Bedrag

Visum financieel beheerder

150 euro

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen beslist een drankje aan te bieden voor de cartoontentoonstelling van Amnesty International.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Aankoop grond Waterstraat/Oudebaan (2)

 

 

Het punt is verdaagd.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Aanvraag VTT WTC DE Trappers - 19 januari 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via mail ontvangen op zaterdag 5 oktober 2019

 

Feiten en context

WTC De Trappers St-Antonius organiseert op zondag 19 januari 2020 een VTT recreatieve fietstocht. Deze loopt over het grondgebied van de gemeente Schilde. De organisatie vraagt toelating voor de organisatie en voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies milieu

          Positief advies mobiliteit

 

Argumentatie

In het verleden heeft de organisatie al herhaaldelijk toestemming gekregen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan WTC De Trappers St-Antonius voor de organisatie van een VTT Recreatieve toestemming op zondag 19 januari 2020 en het plaatsen van bewegwijzering onder de volgende voorwaarden:

          het aangevraagde parcours moet gevolgd worden;

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken voor het verkeer;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Aanvraag Consciencetocht 2020 - 17 mei 2020 - Bosgeuzen Voorkempen

 

 

Voorgeschiedenis

Aanvraag via de evenementenapplicatie ontvangen op 18 oktober 2019

 

Feiten en context

Op zondag 17 mei 2020 organiseert de vereniging Bosgeuzen Voorkempen hun 42ste Consciencetocht. Het parcours loopt gedeeltelijk over het grondgebied van Schilde met vertrekpunt vanuit het Dorpshuis te 's-Gravenwezel. De vereniging vraagt toelating voor dit evenement en toelating voor het plaatsen van bewegwijzering.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Inspraak en advies

          Positief advies mobiliteit

          Positief advies milieu

          Positief advies politie

 

Argumentatie

Het is wenselijk evenementen te ondersteunen die contacten bevorderen binnen de gemeente.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan de organisatie van "Bosgeuzen de Voorkempen" voor het organiseren van een wandeltocht en het plaatsen van bewegwijzering mits rekening te houden met volgende voorwaarden:

          het parcours dient uitsluitend de openbare weg te volgen;

          Indien privéwegen worden betreden, moet de eigenaar toestemming geven voor gebruik;

          de bewegwijzering mag niet aan bomen vastgenageld worden;

          de bewegwijzering mag de bestaande reguliere wegwijzers niet bedekken of onzichtbaar maken;

          de bewegwijzering mag ten vroegste 1 dag voor de aanvang van het evenement opgehangen worden;

          de bewegwijzering moet onmiddellijk na het evenement verwijderd worden.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Schoolfeest + tombola Sint-Ludgardis - zondag 16 mei 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Brief ontvangen van Eddy Smedts op 6 september 2019.

 

Feiten en context

Op zondag 16 mei 2020 wenst Eddy Smets, directeur van de Sint Lutgardis Openluchtschool een schoolfeest te organiseren met bijhorende tombola ten voordele van hun bouwfonds.
De directie vraagt hier toestemming voor.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De organisatie heeft hier in het verleden al reeds herhaaldelijk toestemming voor gekregen.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan Eddy Smets voor de organisatie van een schoolfeest met tombola in de Sint-Ludgardis Openluchtschool in het weekend van 16 mei 2020.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Soepverkoop Warmste Week - 9,10 en 12 december 2019

 

 

Voorgeschiedenis

Mail ontvangen van Nancy Hellemans op vrijdag 4 oktober 2019

 

Feiten en context

Op 9, 10 en 12 december 2019 organiseert Landelijke kinderopvang Schilde een soepverkoop voor hun gebouw van 13.30 uur tot 15.00 uur ten voordele van de warmste week. De organisatie vraagt hiervoor toelating van het college van burgemeester en schepenen.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

De gemeente Schilde ondersteunt initiatieven ten voordele van het goede doel.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toestemming aan de Landelijke Kinderopvang Schilde om een soepverkoop te organiseren op 9,10 en 12 december 2019 van 13.30 uur tot 15.00 uur.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019
Overzicht punten

 

College van burgemeester en schepenen zitting van 18 11 2019

Traditioneel Sterzingen -Davidsfonds - 4 januari 2020

 

 

Voorgeschiedenis

Email ontvangen op zaterdag 2 november 2019

 

Feiten en context

Het Davidsfonds organiseert op zaterdag 4 januari 2020 het traditioneel missionair Sterzingen ten voordele van het missiewerk van Annemie De Vocht in Guatemala. De vereniging vraagt toelating om met een tiental groepen kinderen, onder begeleiding van volwassenen, in 's-Gravenwezel en Schilde-Bergen van huis tot huis te gaan en financiële steun op te halen. Het Davidsfonds vraagt eveneens of de gemeente Schilde tegemoet kan komen in de kosten van het plaatsen van publiciteitsborden.

 

Juridische gronden

Artikel 56 §3 1° van het decreet lokaal bestuur
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor de daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, in voorkomend geval binnen de door de gemeenteraad vastgestelde algemene regels.

 

Argumentatie

          De gemeente ondersteunt initiatieven die het sociale contact tussen inwoners bevorderen.

          De organisatie kreeg hiervoor al herhaaldelijk toelating de voorbije jaren.

 

BESLUIT

Artikel 1. Het college van burgemeester en schepenen verleent toelating aan het Davidsfonds voor het organiseren van het traditioneel Missionair Sterzingen op zaterdag 4 januari 2020 waarbij een tiental groepen kinderen, onder begeleiding van volwassenen, in 's-Gravenwezel en Schilde-Bergen van huis tot huis gaan zingen om financiële steun op te halen ten voordele van het missiewerk van Annemie de Vocht in Guatemala.

Artikel 2. Het college van burgemeester en schepenen beslist om het plaatsen van publiciteitsborden voor het traditioneel Missionair Sterzingen kosteloos aan te bieden aan het Davidsfonds voor dit specifiek evenement.

 

 

Publicatiedatum: 26/11/2019