Voorgeschiedenis

        Op 20 juni 2022 keurde de gemeenteraad het aangepaste huishoudelijk reglement goed.

        Op 14 september 2022 werd door mevrouw Marleen Struyf klacht ingediend bij de gouverneur tegen het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.

        Op 29 november 2022 heeft het lokaal bestuur het antwoord van de gouverneur op de klacht ontvangen.

        De gemeenteraad nam op 19 december 2022 kennis van het volledige dossier dat betrekking heeft op de klacht.

 

Feiten en context

        Er is geen schending van het recht van gemeenteraadsleden om overeenkomstig artikel 21 van het decreet lokaal bestuur (DLB) punten in de vorm van een toegelicht voorstel van beslissing toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad.

        Het invoeren van een maximaal aantal vragen per gemeenteraadsfractie, het bepalen dat vragen op voorhand moeten worden ingediend waarbij qua indieningstermijn een onderscheid wordt gemaakt tussen dringende en niet dringende vragen en het beperken van de spreektijd bij de behandeling van mondelinge vragen worden, zoals blijkt uit verschillende schriftelijke parlementaire vragen en uit de rechtsleer, niet beschouwd als een ongeoorloofde inperking van het recht van gemeenteraadsleden om mondelinge vragen te kunnen stellen aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen.

        Het bepalen dat enkel beleidsmatige mondelinge vragen van gemeenteraadsleden tijdens de gemeenteraad zullen worden beantwoord en dat informatieve mondelinge vragen van gemeenteraadsleden tijdens de raadscommissie zullen worden beantwoord, houdt een schending in van het fundamenteel democratisch recht van gemeenteraadsleden om mondelinge vragen te kunnen stellen aan de burgemeester en aan de het college van burgemeester en schepenen. De gouverneur verzoekt dan ook om initiatief te nemen opdat de betrokken onwettige bepaling uit het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt geschrapt.

 

Juridische gronden

Artikel 38 van het decreet lokaal bestuur

De gemeenteraad stelt bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vast waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

        de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraad of lid van het college van burgemeester en schepenen;

        de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;

        de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;

        de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;

        de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;

        de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;

        de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;

        de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;

        de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld;

        de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid;

        de keuze om digitaal of hybride te vergaderen en de wijze waarop;

        de omstandigheden waarin digitaal vergaderen kan georganiseerd worden;

        de omstandigheden waarin hybride vergaderen kan georganiseerd worden.

De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.

 

Argumentatie

        De mogelijkheid om informatieve vragen door raadsleden door te verwijzen naar de raadscommissie voor bespreking moet geschrapt worden uit het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Alle mondelinge vragen van gemeenteraadsleden, of ze nu informatief of beleidsmatig zijn, moeten tijdens de gemeenteraad behandeld worden.

        De formulieren voor het indienen van agendapunten door raadsleden via de website zullen eveneens aangepast worden.

 

BESLUIT

Stemming:  17 stemmen voor: Dirk Bauwens, Olivier Verhulst, Kathleen Krekels, Peter Mendonck, Pascale Gielen, Marijke Dillen, Valérie Van Genechten, Hendrik Bellens, Annemie Laforce-Vergote, Leen Scholiers, Micheline Duysens, Tara Godts, Valerie Michel, Yolande Avontroodt, Frederik Goemaere, Stefan Van den Heuvel en Rita Tutelaars

4 onthoudingen: Hans Hanssen, Pieter-Jan Fraussen, Marleen Struyf en Margot Van Overtveldt

Artikel 1. De gemeenteraad beslist om volgende aanpassingen te doen aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad:

        in artikel 10 §1 wordt de kolom 'informatieve vraag' volledig geschrapt;

        in artikel 10 §1 wordt in de kolom 'vraag om uitleg', rij 'inhoud' de toevoeging 'en informatieve' toegevoegd;

        artikel 10 §3, 6° en 8° worden geschrapt;

        de nummering van artikel 10 §3, 7° wordt aangepast naar artikel 10 §3, 6°;

        in artikel 55 wordt 'de behandeling van informatieve vragen van raadsleden' geschrapt.

Artikel 2. De gemeenteraad beslist de gecoördineerde versie van het huishoudelijk reglement goed te keuren.